TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Dagboek van een krijgsgevangene
Vroede Vaderen
vergaderden
De brug in Well
Bescherming Bevolking
ook een taak voor de vrouwen.
Geruchten, die aandacht vragen
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1952 No' 36
DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
De Raad ontevreden
Schouw der Waterlossing levert teveel op
Bepaald druk was het niet achter
de bestuurstafel, toen Vrijdag j.l. de
raadsvergadering begon. Alleen de
loco-burgemeester en de secretaris
waren aanwezig. De burgemeester was
afwezig, alsmede de andere wethou
ders. Toch werd vol goede moed be
gonnen aan de vergadering.
De notulen van 29 Juli j 1. werden
zonder op of aanmerkingen goedge
keurd. De ingekomen stukken werden
voor kennisgeving aangenomen. Het
waren in hoofdzaak goedkeuringen
van raadsbesluiten door Ged. Staten.
Zo werd goedgekeurd de toewijzing
van grond aan de erven Martens, de
wijziging van de bebouwingsvoor-
schiften voor Venray Oost, de verkoop
van grond aan B. Linders, de aankoop
van verschillende stroken grond,
de wijziging van het
uitbreidingsplan in hooldzaken, de
bebossing van woeste grond en de
hypotheekverstrekking aan W.Frans-
riAii - PnflnflH
ser.-Coenen.
Speelterreinen
Er was verder een schryven van
de katholieke bond „voor het Gezin"
waarin werd gewezen op het gemis
aan voldoende en geschikte speelter
reinen in de kom der gemeente en
de gevaren, waaraan de jeugd door
het verkeer in Venray's straten bloot
staat. Daarom «verzocht genoemde
bond aan de gemeente voldoende en
geschikte speelterreinen beschikbaar
te stellen.
Een verzoek, dat mede werd onder
steund door de Jeugdcentrale en het
Sociaal Charitatief Centrum.
Het antwoord van B. en W. luidde
dat het thans niet mogelijk is door
gebrek aan daarvoor geschikte ter
reinen aan dit verzoek te voldoen.
Bovendien zitten aan deze kwestie
meerdere andere verbonden, zodat dit
in zijn geheel moet worden overzien
en opgelost. B. en W. stellen daarom
voor binnen niet al te lange tijd met
voorstellen dienaangaande te komen.
De Heer FR- JANSSEN begint dan
met te zeggen, dat hij zeker verwacht
had, dat doze vergadering zou zijn
uitgesteld, nu practiseh het gehele
college afwezig is. Hy voelt dan ook
niets voor doze vergadering. Als er
over een of andere kwestie nu gespro-
kon moet worden, is er geen ophel
dering en geen antwoord te krijgen
omdat en de voorzitter en de betrok
ken wethouders niet aanwezig zijn.
Het is wel dwaas dat in hot
regelement van orde wel bepalingen
zijn opgenomen, hoeveel leden van
de Raad aanwezig moeten zijn, maar
niets gezegd wordt over de aanwezig
heid van het College. Daarom stelt
hy voor al die punten, die uitstel
kunnen lijd on, uit te stollen tot de
volgende vergadering.
Wat de vraag naar speelterreinen
betreft, in het herbouwplan van
Venray zyn daar indertijd toch ter
reinen voor open gehouden. De jeugd
vraagt nu eenmaal speelruimte; is
die or niet, dan wordt de openbare
weg gebruikt en volgen onherroepelijk
processen van de Rijkspolitie, die nu
eenmaal meer administratief als
practiseh is aangelegd. Nu kan men
wel trots wyzen op het speelteirein
aan de Leunseweg, maar dat deugt
hier niet voor en is trouwens ook
niet van de gemeente. Spreker heeft
uit het antwoord van B. en W. gele
zen, dat binnen niet al te lange tyd
plannen zullen worden voorgelegd.
Hij zou gaarne zien, dat dit op zeer
korte termy'n zou gebeuren.
De heer VAN HAAREN is daar
ook voor en meent dat in het her
bouwplan niet in speelterreinen is
voorzien. Zou de Vier Uterste daar
niet voor geschikt zyn.
De heer Fr. JANSSEN meent, dat
dit niet de bedoeling is. Door de bond
worden speelterreinen gevraagd bv.
by de blok op het Desselke, voor de
buurt van de Overloonseweg, dus
kleinere terreinen, die in iedere buurt
gelegenheid geven aan de jeugd om
hun levenslust bot te vieren. Nu
deze nieuwe woningen worden aan
besteed zou men daarby b.v. enkele
terreinen hiervoor kunnen roserveren.
De heer ODENHOVEN meent, dat
men die parken en plantsoenen, die
nu handenvol geld kosten, daarvoor
best hadden kunnen gebruiken.
Trouwens hy meent, dat speelterrei
nen buiten de kom ook geen bezwaar
zyn, daar trekt de jeugd dan wel
naar toe. Hy is van mening, dat die
parken daarvoor het best gebruikt
kunnen worden, daar hy nu vreest
dat het nageslacht de aanleg hiervan
ons kwalijk zal nemen.
De VOORZITTER was het met de
heer Janssen eens, dat men deze
vergadering beter had kunnen uit
stellen, tot het college weer voltallig
was, al zal weth. Reintjes nog wel
even op zich laten wachten. Deze
vergadering moest echter doorgaan
en wat hem betreft, gaat hy er mede
accoord, dat men slechts dringend
nodige punten behandeld en de rest
rustig laat liggen.
Wat de speelterreinen betreft, het
is allemaal gauwer gezegd als gedaan.
Inderdaad heeft men nagelaten inder
tijd by de bouw van nieuwe dorps
gedeelten aan de aanleg van speel
terreinen te denken en nu zal het
moeilijk zijn om zo maar direct
terreinen beschikbaar te hebben. Dat
eist tyd en voorbereiding. De Raad
kan er echter van overtuigd zyn, dat
B. en W. dit probleem terdege zullen
bekyken en zo gauw als maar moge
lijk is plannen dienaangaande zullen
indienen. Spreker is het met de heer
Odenhoven niet eens, dat ons nage
slacht ons verwijten zal dat we
teveel parken en plantsoenen hebben
aangelegd. Integendeel zelf?, want we
zyn daarmede wel heel spaarzaam
bedeeld en het weiuigo wat er is,
siert toch het hole dorp.
Loniug
B. en W. stolden verder voor het
aanbod van de N.V. Bank voor Ned.
Gemeenten te 's Gravenhage aan te
Deinen. Het aanbod betreft een geld
lening van f 40 000 a 47, pet. per
jaar, aflosbaar over 22 jaren. Dit geld
zal besteed worden voor de bouw
van woningen. Plannen hiervoor zuh
len zo spoedig mogelijk worden inge
diend. Ook de Raad heeft hiertegen
geen bezwaar.
Het volgende voorstel, waarin B.
en W. voorstellen onkele weggedeel
ten van de weg Cabtenray-Oirlo en
Oostrum-Wanssum van de N S. te
kopen voor een hele gulden, wordt
ondanks het feit, dat het slechts een
formaliteit is, door de Raad aange
houden tot een volgende vergadering.
Eerkoop van grond
J. H. Geurts uit Ysselsteyn wil
van de Gemeente 1425 m2 grond
kopen om daar een woning met
bedrijfsruimte op te stichten. Hy wil
daarvoor betalen f i.— per m2.
Daar de heer WISMANS een goed
woordje deed voor de aspirant-koper,
hield de Raad dit punt niet aan,
maar verleende stante pede haar goed
keuring. Ditzelfde gebeurde met het
verzoek van het bestuur der Mulo,
die voor nieuwe leermiddelen f 3075 20
vroeg en met het verzoek van hot
bestuur der Meisjesschool, dat 24
banken nodig heeft.
G. Willems uit Weverslo wil ha
grond kopen van de gemeente voor
f 15Ö0. daar hy een hypotheek wil
nemen op de door hem gebouwde;
bedrijfsruimten. Zonder meer ging
de raad met dit voorstel accoord.
De belastingreclame, die was inge
diend, werd aangehouden tot de
volgende vergadering.
Politieverordening
Het is B. en W. al lang een doorn
in het oog, dat men reclames aan kan
brengen op verschillende zaken, voor
dat B. en W. daartoe machtiging
heeft verleend. Inderdaad kan nader
hand een verbod op gelegd worden,
maar dan is het dikwijls te laat. Een
eenvoudige wijziging van de politie
verordening kon dat kwaad nu onge
daan maken. Maar aangezien het de
Raad een doorn in het oog was tegen
een lege bestuurstafel aan te moeten
ky'ken, zeiden ze: „aanhouden" en
zit dus B. en W. nog steeds met de
doornen.
De heer ODENHOVEN gaf nog
gauw de goede raad mee, dan meteen
met enkele andere wijzigingen ook
te komen, die van groter belang zijn.
Het wegenprobleem
Hoewel het schijnbaar de bedoeling
was, dat ook de rondvraag zou wor
den uitgesteld tot een volgende ver
gadering kon de heer STEEGHS de
verleiding niet weerstaan om nog
eens een dringend beroep te doen op
de gemeente om de reeds veelbespro
ken weg in Castenray en die in
Klein Oirlo toch op te maken. Hy
vroeg zich dikwijls af of er wel een
goede regeling was voor de gemeente-
ploeg en voor de wegschaaf. Al is er
veel te doen, hy kan de indruk niet
van zich af zetteD, dat hiervoor geen
behoorlijk schema is opgesteld. De
wethouder van openbare worken kan
onmogelijk weten waar de nood het
hoogst is en voor een dergelijk schema
zou z i. zeker overleg gepleegd moeten
worden met de raadsleden. Hob zit
het verder met de DUW, wordt deze
nu bij de wegen ingeschakeld
Voorzitter PUBBEN zegt geen wet
houder van openbare werken te zyn,
maar wel te weten, dat er een schema
bestaat en dat er hard gewerkt wordt,
zowel door de wegschaaf, als door de
gemeenteploeg, maar we zitten nu
eenmaal met een geweldig wegennet,
dat goweldige voorzieningen behoeft.
Gelukkig is een DUW ploeg inge
schakeld en de Voorzitter meent te
kunnen zeggen, dat de genoemde
wegen zeker aan de beurt zullen
komen.
Nu men het toch over de wogen
heeft, wil de heer CUSTERS eens
wyzen op de weg van OirJo naar
Oostrum, die wel mooi is opgemaakt,
maar waarin al kleine gaatjes komen,
Waar blijft de oppervlaktebehande
ling, die toch altijd in het bestek
staat. Deze is op deze weg dringend
nodig, wil men binnenkort hieraan
geen grotere stukken krijgen.
De VOORZITTER beaamt de klach
ten van de heer Ousters en zal ze
doorgeven naar Gemeentewerkon,
opdat hiervoor gezorgd wordt.
Dan hoeft de heer CUSTERS nog
een klacht en dat is, dat men 's zomers
langs do veldwegen do kadavers maar
ziet liggen van dode beesten, die daar
liggen tot de destructor komt. Waar
om wordt het kadaverhuisje niet
opgebouwd
De VOORZITTER vertelt dan, dat
het kadaverhuisje ook een „stinkboel"
is en dat het toch zo is, dat de boeren
niet graag met die zware dode beesten
daarheen trekken. Bovendien is de
destructor er zeer snel. 's Middags
gebeld, is hij er reads de volgende
morgen en waar maar enigszins
mogelijk komt hy aan huis. In ieder
geval zal dit probleem wel ei
bekeken worden.
De beroemde muur
De heer VAN HAAREN zou willen
XXIII
Mot 2 handen op myn buik en een
gezicht of ïo nierstenen tegelijk een
uitweg zoeken, stap ik op de Japanner
af. Als een trouwe Cerberus staat hy
ïo uur per dag by onze ploeg en hij
verveelt zich
Meer dan een jaar staat hy dag in
dag uit, ïo uur lang, te hangen op
zijn spuit. Je kunt het van zyn ge
zicht lezen, dat hy nog meer de smoor
heeft aan die hele rot oorlog dan wy.
„Bioki... bioki" (Ziek... ziek) en ik
probeer een nóg meewariger gezicht
te trekken.
„Hus, hus" en weg ben ik.debush-
bu8h in met de hak op myn rug.
Als wy de struiken in moeten,
hakken we oen gaatje in de grond,
doen wat we te doen hebben en
moeten weer terug naar ons werk.
Net als hondjes doen.
Doch meestal is die „Bioki" een
smoes, om op roof uit té gaan. We
schooieren mylon ver door het dichte
struikhout langs de kust, door de
modder en zoeken planten, vruchten
en als het kan klappers.
Ergens weet ik paseiflora-planten
staan en de gele vruchten smaken
zoetig; om de paar dagen trek ik er
op af, werk met handen vol de
vruchtjes naar binnen en ga welgedaan
terug. Maar vandaag loop ik wat
verderop, God weet wat er te vinden
18.
By de beek hoor ik geluid; ineen
gedoken achter een struik bespied ik
de man, die verderop aan de oever
bezig is.
Als hot het geen Jap blijkt te zyn,
ga ik er op af. Het is Patmo, onze
enige Javaanse krijgsgevangene. Vrij
willig mee de gevangenschapingegaan,
toen zyn sergeant achter de prikkel
draad moest. Wonderlyk voorbeeld
van Oosterse trouw.
By de capitulatie zat hy op een verre
buitenpost op Borneo, waar geen Jap
doordrong. Met zyn baas bediende hy
een zender en bleef dit doen, toen wy
reeds „knijp" zaten.
Wat zich daar allemaal afgespeeld
heeft, weet ik niet, maar na een paar
maanden moesten ze de zender ver
nielen en het oerwoud in vluchten.
Dat eindeloze oerwoud van Borneo,
22 maal zo groot als Nederland. Waar
een Missiepost is te Longawan, die
slechts per prauw te bereiken is langs
de rivier in 30 dagen vanaf de kust.
Patmo kent het oerwoud van 17
jaar soldatenleven en zyn oude blanke
sergeant ook.
De oerwouden van Java zyn maar
bosjes hiermee vergeleken en ook die
van Sumatra, waar ik zelt zovaak in
gezworven heb, is maar kinderspel
hierbij. Zes maanden duurt dit no
madenleven, dan is de physieke toe
stand van beiden zo slecht, dat ze
naar de kust moeten afzakken en
prompt verraden worden door een
Japanse spion.
De sergeant in de gevangenis; Patmo
mocht vrijuit gaan. Hy weigert; schone
beloften en voorspiegelingen van een
mooie toekomst, maar Patmo weigert.
Zyn baas knijp, dan hy ook. Zo zit
hy eerst een jaar celstraf uit, van
wege die zender en dan komen beiden,
meer dood dan levend, in ons kamp.
Hij lacht, als hy me ziet, met een
brede lach, die zyn grote tanden tussen
de dikke lippen zichtbaar maken.
„Ik ben vis aan het vangen, baas".
Zyn lang golok, vlijmscherp en ge
bogen aan het snijvlak, in zyn hand
gly'dt hy geruisloos in het water. Een
Javaan kan door het water schuifelen,
dat geen rimpeltje ontstaat, zo lang
zaam en geleidelijk.
Scherp tuurt hy naar de bodem,
waar loendoes rondzwemmen. Er zijn
knapen by van 25 cm. Bliksemsnel
schiet zyn hand uit, het mes klieft
door het water en even later komt
een vissenlichaam naar boven, zonder
kop.
Ik snap er geen snars van, zo
feilloos, zo zeker van zichzelf, treft
hy vis na vis. Ik hoef ze maar op
de kant te leggen, 22 stuks.
Dan vindt hij het genoeg, geeft my
het mes en vraagt me grijnzend, om
het ook eens te proberen. Op myn
manier heel voorzichtig schuif ik de
kant af, veroorzaak een wolk modder
en zie geen enkele vis.
Als hij gedurfd had, zou zijn lach
door het bos geschald hebben; nu zie
ik een begrijpende glimlach op het
bijna zwarte grove gezicht.
Boven een vuurtje, dat niet rookt
en niet vlamt (ook al weer zo'n ge
heim voor ons) roostert Patmo de
vissen een beetje en om de beurt
knauwen we de moddervissen naar
binnen, ongaar en rokerig. Maar ge
zond en rijk aan eiwitten.
Langs verschillende richting gaan
we ieder op zich terug naar het vlieg-
weten, wanneer nu eindelijk eens de
muur aan de MaasheseVeg gaat ver
dwijnen. Niet alleen om aan alle
mogelijke praatjes nu eens een einde
te maken, maai' de scholen gaan weer
beginnen en het wordt toch wel tyd,
dat de kinderen van de weg af komen.
VOORZITTER vertelt, dat dit
najaar zeker het slopen begint. Het
werk moet echter uitgevoerd worden
door Jeruzalem en dit is nog met
plannen bezig.
Waterlossing
Of het feit, dat de Voorzitter tevens
lid was van het Waterschap hiervoor
de aanleiding was, is niet bekend,
maar het volgende debat liet nog al
wat bezwaren tegen de huidige rege
ling van het waterschap horen.
De heer MAAS opende het vuur
en vroeg waarom het schoonhouden
der beken zo vroeg in de tyd gesteld
was. Het enige gsvolg is, dat het
processen heeft geregend.
De heer HOUBEN heeft zelfs het
cyfer 300 horen noemen, wel een
bewys dat er te vroeg geschouwd is.
De heer WISMANS zou graag de
hele vegery laten geschieden door
een vaste ploeg, daar nu dikwijls
boeren, die totaal geen belang by de
een of andere waterlossing hebben
deze toch moeten vegen.
De heer CUSTERS zou verder graag
zien, dat de ploeg, die nu al enkele
beken veegt, de vuiligheid beter
opruimt en niet her 9n derwaarts op
de fietspaden gooit.
Voorzitter PUBBEN heett ook ge
hoord, dat er zoveel slachtoffers zyn
gevallen. Hij- meent, dat de heer
Houben de rollen omdraait. Deze zyn
niet gemaakt omdat te vroeg ge
schouwd werd, maar omdat te laat
werd geveegd. Inderdaad moet men
tegenwoordig vroeg vegen, maar dit
vindt zyn aanleiding in verschillende
factoren, zelfs op provinciaal plan en
of dat in een, twee, drie verandert
kan worden is een grote vraag.
Spreker zal er zyn best voor doen.
Wat die processen betreft, men zal
moeten afwachten of er inderdaad
zoveel slachtoffers zullen vallen. Wel
is hem bekend, dat het Waterschap
strenger zal optreden en dat heeft
ook inderdaad zyn reden.
Nadat dan de heer SELDER gevraagd
heeft of de loonkwestie bij de sociale
werkvoorzieningsregeling nu geregeld
is en daarop bevestigend antwoord
gekregen heeft, nodigt de VOORZIT
TER de raadsleden uit eens een
bezoek te brengen aan de Vredepeel
Deze uitnodiging wordt aanvaard,
alleen zal nog bekeken worden met
welk vervoermiddel men zal gaan.
Dan sluit de Voorzitter deze verga
dering, waarin do heren Reintjes, de
Bruyn, Camps en Vermeulen niet
aanwezig waren.
Gemeente-rekening 1950,
Rekeningen takken van dienst
Gemeentew». en Woningbedrijf
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen ter alge
mene kennis, dat de Gemeenterekening
voor het dienstjaar 1950 en de reke
ningen van bovengenoemde takken
van dienst over 1950, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 256 der
gemeentewet vanaf heden gedurende
veertien dagen ter Secretarie dezer
gemeente voor eenieder ter inzage
zyn gelegd en in afschrift tegen
betaling der kosten algemeen ver
krijgbaar zyn gesteld.
Venray, 30 Augustus 1952.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
P. PUBBEN lb.,-Burgem.
H. VORST, Secretaris
BEKENDMAKING
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen hierbij ter
openbare kennis, dat door de raad
dezer gemeente in zyn vergadering
van heden aan het Bestuur van de
R.K. School voor Uitgebreid Lager
Onderwijs te Venray, medewerking is
veld, zitten nog wat aan onze broek
te frunneken, of we pas „klaar" zijn
en zwijgen over de meevaller van zo
even.
Nu ik dit verhaal neerschrijf, denk
ik terug aan een andere Javaan, aan
een voorval van een jaar geleden. We
zaten goed en wel in Batavia en
moesten elke dag naar een fabriekshal,
oude auto's uit elkaar slaan. Heel de
dag hadden we in de smoorhitte met
oud roest en vuile olie gewerkt.
Zelt merkte je het niet, maar zo'n
stoet van 100 mannen, naakt, vuil van
olie en zweet, met kale koppen en
ongeschoren gezichten, moet heel, heel
erg zyn geweest om aan te zien. Je
zag dat aan de mensen, die ons pas
seren.
Ze durven ons byna niet aankijken,
uit angst voor de Jappen, maar toch
lees je medelijden in hun ogen.
Langs het Koningsplein trekken we
naar de gevangenis. Het is wel een
uur lopen, dwars door de stad.
Moe, intens moe zyn we dan na
zo'n lange dag in de loods van zink,
en vuil, 0 zo vuil en kledderig-vies.
By de overweg, aan het einde van
het plein, moeten we stoppen. De
bomen gaan neer. Een auto stopt voor
de bomen; er zit een stel Japanners
in, die ons geen blik waard gunnen.
Een tweede komt aanrijden, een derde.
Vlak naast me een slee van een
wagen, zo een, waar de Gouverneur
Generaal vroeger in reed.
De Jappen hebben alle wagens voor
zichzelf opgeëist; de mijne zal ook wel
ergens rondtoeren. Met een collabora
teur er in, denk ik
Ik kyk op zij en ik kan myn ogen
haast niet geloven. Voorin 2 Indo
nesische chauffeurs in vol livrei en
achterin een vette Japanse hoge-ome.
Het is nodig, dat onze Nederlandse
vrouwen eens nadenken over een
vraag, die aan allen persoonlijk bin
nenkort zal worden gesteld.
Het geldt een onderwerp, waarover
de meningen verdeeld zyn en waar
over nogal eens misverstanden bestaan
Het gaat over de bescherming van
onze bevolking in tyd van oorlog,
wanneer tal van gevaren dreigen.
De vraag, die ons gesteld wordt
isWilt gy, Nederlandse vrouwen,
helpen die maatregelen te treffeD,
waardoor het gevaar dat onze gehele
bevolking loopt, zoveel mogelijk wordt
beperkt; en zyt gy bereid, wanneer
er slachtoffers zouden zyn die zo goed
mogelijk te helpen en bij te staan.
Het is gelukkig zo, dat de gedachte
aan oorlog, ieder weldenkend mens
tegenstaat en het geldt voor ons
vrouwen zeer speciaal dat wij ons
van nature er tegen verzetten de
mogelijkheid van een oorlog onder de
ogen te zien.
Ik geloof niet dat erèèn mens, man
of vrouw bestaat, die niet bereid zou
zyn een medemens, door oorlogsgeweld
getroffen, by te staan. Het is echter
iets anders of wy begrijpen, dat wy
ons op die taak tijdig moeten voor
bereiden.
Hoe zullen wy echter goede hulp
kunnen bieden zó, dat de slachtoffers
er ook werkelijk mee gebaat zijn,
wanneer wy onvoorbereid zouden zijn,
wanneer de hulpmiddelen zouden ont
breken, wanneer de helpers niet op
geleid en getraind zouden zyn om
rustig en kundig te werken onder
wellicht zeer moeilijke omstandighe
den.
Als wy het er maar op aan lieten
komen tot het eenmaal zover zou zyn
zouden wy aan de slachtoffers een
slechte dienst bewijzen. Er moet
tevoren gezorgd worden voor: nood-
kleding, nood voeding, nood-onderdak,
voor verzamelposten, waar de slacht
offers verzorgd kunnen worden en
voor opvang-centra, waar daklozen
tijdelijk huisvesting kunnen vinden.
Er moeten opgeleide leidsters en
helpsters voor deze posten zyn, ge
trainde reddingsbrigades, opruimploe-
gen en extra brandweer personeel.
Daarnaast moet iedereen weten,
wat in eigen huis en naaste omgeving
het gevaar zou kunnen beperken.
Dat alles vereist een goede organi
satie, voorbereiding en goede voor
lichting van onze gehele burgerbevol
king.
Deze organisatie is er een van het
burgelijk bestuur. In iedere gemeente
is de burgemeester hoofd van de B B.
en in de provincie: de Commissaris
der KoningiD, terwyl de hoogste
leiding berust by het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en niet bij het
Departement van Oorlog. De militaire
autoriteiten zyn niet rechtstreeks
betrokken by de organisatie van de
B.Bzoals sommigen ten onrechte
menen en zy weten er dan meteen
by te vertellen dat ingeval van oorlog
de gehele organisatie onder militaire
commando komt te staan.
Dat is een onjuiste voorstelling en
de wet op de B.B. geeft ons de zokor-
heid dat dit een organisatie van het
burgelyk bestuur is en blyft.
De B.B. is een vrijwillige hulpdionst
van gewene burgers aan medeburgors,
die in nood verkeren.
Het accent ligt voornamelijk op do
naastenliefde en de sociale hulpver
lening en dat maakt de B.B. juist tot
een instrument, waarin de vrouw
een zeer voorname rol zal kunnen
spelen.
Trouwens, men zal voor een goed
deel op onze medewerking aangewe
zen zyn, omdat immers in oorlogstyd
de meeste mannen oen taak zul Ion
hebben die met de directe oorlogs
voering verband houdt.
Als wy aan een toekomstige oorlog
denken, als wy ons daartoe.pressen,
dan maken wy meestal de fout, dat
wy niet denken aan oorlogsvoering
maar aan bezetting. Men moet echter
allereerst uitgaan van een standhou
dende militaire verdediging. In die
situatie zal een zware wissel getrok
ken worden op de beschikbare
mankracht en het kan dus wel niet
anders of wy vrouwen zullen moeten
inspringen overal waar mannen
ontbreken.
Ik wil trachten U een indruk to
geven van enkele taken, die van ons
vrouwen gevraagd kunnen worden,
wanneer wy ons vrijwillig hebben
aangemeld bij de B.B.
Naast administratief en kantoor
personeel telefonistes en typistos
voor de bureaux, zullen er voor do
wijk- en blokploegen leiders en leid
sters E.H.B.O.-sters en brandwachton
nodig zyn.
By de geneeskundige dienst: artsen,
verpleegsters en chauffeuses. Onder
de Dienst Sociale Verzorging vallen
de verzamelposten en opvaDg centra,
die bezet moeten worden met leidstors
helpsters, verpleegsters telefoniste en
uitdeelster. De cantinedienst hoeft
een onmisbare taak te vervullen mot
het rondbrengen van warme en koude
dranken en versnaperingen aan do
reddings- brandweer- en hulpploegen.
Ieder, die by de B.B. dienst dooi.
ontvangt wanneer opgeroepen in
actie^o dienst, een vergoeding en
geniet by een eventuoel in en dooi
de dienst opgelopen ongeval ook
sociale verzorging.
Het kon nog even duren voor do
oproep tot vrijwillige aamelding voor
de B.B. in Uw gemeente komt, maar
denkt u or nu vast ernstig over na
of U in de gelegenheid bent oen taak
buitenshuis op U te nemen wanneer,
hetgeen God verhoede, ons land op
nieuw in een oorlog gewikkeld zou
worden, en indien het U enigszins
mogelyk is, meldt U dan aan, wannoor
de oproep wordt gedaan.
verleend voor de aanschaffing van
diverse leermiddelen.
Venray, 29 Augustus 1952.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat door de raad dezer
gemeente in zyn vergadering van
heden, aan het Bestuur der R.K.
Lagere Meisjesschool „St. Ursula" A
en B, Maashese weg 1, Venray, mede
werking is verleend voor de aan
schaffing van 24 banken voor het
vyfde leerjaar der A-school.
Venray, 29 Augustus 1952'
Op zyn kraag zie ik veel goud, strepen
en sterren. Pafferig dik hangt hy in
de kussens en naast hem... Soekarno,
kraak-wit costuum, veel tierelantijnen.
We hebben al veel over hem ge
hoord, vóór de oorlog en in de ge
vangenis.
De Jappen haalden hem direct uit
zy n ballingsoord Benkoelen en vonden
in hem het meest willige werktuig,
dat ze zich konden denken.
Volgens geruchten moet hy een
top baan hebben en in zyn naam
voerden de Jappen duizenden dwang
arbeiders naar Burma en Tailand; in
zyn naam werden hele klassen meisjes
opgepikt en afgevoerd naar elders,
ten gerieve van de Japanse soldaten
en matrozen, zó van de schoolbanken.
Nu sta ik vlak naast hem. Ik zie
allerlei Japanse kentekens op zyn
kraag en borst.
Terwyl ik dat tweetal zo Bta te
begluren, draait Soekarno ineens zijn
gezicht naar ons toe, kykt hy me één
moment aan en dan verschijnt op zyn
gezicht een grjjns, heel even maar;
een grijns, waarin alles uitgedrukt is,
wat er aan haat leeft in deze man;
wat er in hem leeft aan voldoening
over onze vernedering en ellende, wat
er wroet in hem aan wraak gevoelens
jegens ons.
Als ik dit alles, in een oogopslag,
lees in die ogen en in die heel even
vertrokken mond de vaste wil zie, om
ons te vernietigen, dan ril ik. Er welt
een intens-sterke impuls in me op,
deze kerel te kelen door het open
raampje van zyn gestolen wagen.
Niet omdat hy daar zit en ik hier
sta; niet omdat hy het goed heeft en
ik slecht; maar om die gryns en die
vertrokken mond, om die hautaine
blik. Gelukkig gaan de bomen omhoog
Er lopen geruchten men woet
niet waar ze vandaan komen waaion
dat er inderdaad ornst gemaakt,
wordt met de brug in Well.
Trouwens, daar wordt gemeten on
gepast en het Leeft or dus alleschyn
van, dat inderdaad grootse plannen
bestaan. Hoezeer die zyn toe te juichen
behoeft na de eindeloze jammer
klachten over de oeververbindingen
in Noord Limburg niet meer verteld
te worden.
en glydt de wagen weg.
Aan deze gebeurtenis heb ik heel
vaak teruggedacht in lange donkere
cel-uren. Hebben wy nog wel iots
goeds te verwachten, als deze man
6en kans krygt de geesten van hot
Indonesische volk te beïnvloedon
Ik denk aan vrouw en kinderen,
die met zovele duizenden anderen
overgeleverd zyn aan de genade van
de Jappen en hun strooplikkers.
Ik heb gelukkig maar eens zo'n
pynlyk moment moeten beleven; or
staan honderden bewijzen van het
tegendeel tegenover in do vorm van
een toegeworpen banaan, eencigarot,
een bemoedigend woord of lach.
Ik had voor de oorlog respect voor
Soekarno, om zyn durf, zyn conse
quentie en recht-door-zee gaan.
En nu zich laten fêteren door deze
overweldigers, deze roverstroep; nu
eerbewijzen dragen van die Mikado
in Japan. Dat valt me zo togen, dat
doet me pijn, hoe vreomd dat mis
schien klinkt.
Rond het vliegveld ondervindt jo
alleen sympathie, als zo horen, datje
geen Engelsman, maar „Dutchie" beiit.
De Engelsen hebben hier geen besto
naam onder de inheemse bevolking
en het eerste woord van ons is steeds
No English... Dutchie. En zeker kryg
je wat los, hetzy een vrucht of knol,
hetzy wat inlandso tabak.
Dat schooieren door de bush bush
gaat natuurlijk steeds erger vormon
aannemen. Je moet maat weton to
houden.
Er zyn van die gasten onder ons,
die '8 morgens „bioki" zyn en togon
de avond terugkomen. Die roven tot
wel 10 km in de omtrek de tumon
van de Chinezen en Indiërs leeg; die
schieten met de catapult de kippon
van arme sloebers omver. Dat moot
natuurlijk spaak lopen.
Wordt vervolgd.