TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Dagboek van een krijgsgevangene Vroede Vaderen vergaderden De brug in Well Bescherming Bevolking ook een taak voor de vrouwen. Geruchten, die aandacht vragen ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1952 No' 36 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG De Raad ontevreden Schouw der Waterlossing levert teveel op Bepaald druk was het niet achter de bestuurstafel, toen Vrijdag j.l. de raadsvergadering begon. Alleen de loco-burgemeester en de secretaris waren aanwezig. De burgemeester was afwezig, alsmede de andere wethou ders. Toch werd vol goede moed be gonnen aan de vergadering. De notulen van 29 Juli j 1. werden zonder op of aanmerkingen goedge keurd. De ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Het waren in hoofdzaak goedkeuringen van raadsbesluiten door Ged. Staten. Zo werd goedgekeurd de toewijzing van grond aan de erven Martens, de wijziging van de bebouwingsvoor- schiften voor Venray Oost, de verkoop van grond aan B. Linders, de aankoop van verschillende stroken grond, de wijziging van het uitbreidingsplan in hooldzaken, de bebossing van woeste grond en de hypotheekverstrekking aan W.Frans- riAii - PnflnflH ser.-Coenen. Speelterreinen Er was verder een schryven van de katholieke bond „voor het Gezin" waarin werd gewezen op het gemis aan voldoende en geschikte speelter reinen in de kom der gemeente en de gevaren, waaraan de jeugd door het verkeer in Venray's straten bloot staat. Daarom «verzocht genoemde bond aan de gemeente voldoende en geschikte speelterreinen beschikbaar te stellen. Een verzoek, dat mede werd onder steund door de Jeugdcentrale en het Sociaal Charitatief Centrum. Het antwoord van B. en W. luidde dat het thans niet mogelijk is door gebrek aan daarvoor geschikte ter reinen aan dit verzoek te voldoen. Bovendien zitten aan deze kwestie meerdere andere verbonden, zodat dit in zijn geheel moet worden overzien en opgelost. B. en W. stellen daarom voor binnen niet al te lange tijd met voorstellen dienaangaande te komen. De Heer FR- JANSSEN begint dan met te zeggen, dat hij zeker verwacht had, dat doze vergadering zou zijn uitgesteld, nu practiseh het gehele college afwezig is. Hy voelt dan ook niets voor doze vergadering. Als er over een of andere kwestie nu gespro- kon moet worden, is er geen ophel dering en geen antwoord te krijgen omdat en de voorzitter en de betrok ken wethouders niet aanwezig zijn. Het is wel dwaas dat in hot regelement van orde wel bepalingen zijn opgenomen, hoeveel leden van de Raad aanwezig moeten zijn, maar niets gezegd wordt over de aanwezig heid van het College. Daarom stelt hy voor al die punten, die uitstel kunnen lijd on, uit te stollen tot de volgende vergadering. Wat de vraag naar speelterreinen betreft, in het herbouwplan van Venray zyn daar indertijd toch ter reinen voor open gehouden. De jeugd vraagt nu eenmaal speelruimte; is die or niet, dan wordt de openbare weg gebruikt en volgen onherroepelijk processen van de Rijkspolitie, die nu eenmaal meer administratief als practiseh is aangelegd. Nu kan men wel trots wyzen op het speelteirein aan de Leunseweg, maar dat deugt hier niet voor en is trouwens ook niet van de gemeente. Spreker heeft uit het antwoord van B. en W. gele zen, dat binnen niet al te lange tyd plannen zullen worden voorgelegd. Hij zou gaarne zien, dat dit op zeer korte termy'n zou gebeuren. De heer VAN HAAREN is daar ook voor en meent dat in het her bouwplan niet in speelterreinen is voorzien. Zou de Vier Uterste daar niet voor geschikt zyn. De heer Fr. JANSSEN meent, dat dit niet de bedoeling is. Door de bond worden speelterreinen gevraagd bv. by de blok op het Desselke, voor de buurt van de Overloonseweg, dus kleinere terreinen, die in iedere buurt gelegenheid geven aan de jeugd om hun levenslust bot te vieren. Nu deze nieuwe woningen worden aan besteed zou men daarby b.v. enkele terreinen hiervoor kunnen roserveren. De heer ODENHOVEN meent, dat men die parken en plantsoenen, die nu handenvol geld kosten, daarvoor best hadden kunnen gebruiken. Trouwens hy meent, dat speelterrei nen buiten de kom ook geen bezwaar zyn, daar trekt de jeugd dan wel naar toe. Hy is van mening, dat die parken daarvoor het best gebruikt kunnen worden, daar hy nu vreest dat het nageslacht de aanleg hiervan ons kwalijk zal nemen. De VOORZITTER was het met de heer Janssen eens, dat men deze vergadering beter had kunnen uit stellen, tot het college weer voltallig was, al zal weth. Reintjes nog wel even op zich laten wachten. Deze vergadering moest echter doorgaan en wat hem betreft, gaat hy er mede accoord, dat men slechts dringend nodige punten behandeld en de rest rustig laat liggen. Wat de speelterreinen betreft, het is allemaal gauwer gezegd als gedaan. Inderdaad heeft men nagelaten inder tijd by de bouw van nieuwe dorps gedeelten aan de aanleg van speel terreinen te denken en nu zal het moeilijk zijn om zo maar direct terreinen beschikbaar te hebben. Dat eist tyd en voorbereiding. De Raad kan er echter van overtuigd zyn, dat B. en W. dit probleem terdege zullen bekyken en zo gauw als maar moge lijk is plannen dienaangaande zullen indienen. Spreker is het met de heer Odenhoven niet eens, dat ons nage slacht ons verwijten zal dat we teveel parken en plantsoenen hebben aangelegd. Integendeel zelf?, want we zyn daarmede wel heel spaarzaam bedeeld en het weiuigo wat er is, siert toch het hole dorp. Loniug B. en W. stolden verder voor het aanbod van de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten te 's Gravenhage aan te Deinen. Het aanbod betreft een geld lening van f 40 000 a 47, pet. per jaar, aflosbaar over 22 jaren. Dit geld zal besteed worden voor de bouw van woningen. Plannen hiervoor zuh len zo spoedig mogelijk worden inge diend. Ook de Raad heeft hiertegen geen bezwaar. Het volgende voorstel, waarin B. en W. voorstellen onkele weggedeel ten van de weg Cabtenray-Oirlo en Oostrum-Wanssum van de N S. te kopen voor een hele gulden, wordt ondanks het feit, dat het slechts een formaliteit is, door de Raad aange houden tot een volgende vergadering. Eerkoop van grond J. H. Geurts uit Ysselsteyn wil van de Gemeente 1425 m2 grond kopen om daar een woning met bedrijfsruimte op te stichten. Hy wil daarvoor betalen f i.— per m2. Daar de heer WISMANS een goed woordje deed voor de aspirant-koper, hield de Raad dit punt niet aan, maar verleende stante pede haar goed keuring. Ditzelfde gebeurde met het verzoek van het bestuur der Mulo, die voor nieuwe leermiddelen f 3075 20 vroeg en met het verzoek van hot bestuur der Meisjesschool, dat 24 banken nodig heeft. G. Willems uit Weverslo wil ha grond kopen van de gemeente voor f 15Ö0. daar hy een hypotheek wil nemen op de door hem gebouwde; bedrijfsruimten. Zonder meer ging de raad met dit voorstel accoord. De belastingreclame, die was inge diend, werd aangehouden tot de volgende vergadering. Politieverordening Het is B. en W. al lang een doorn in het oog, dat men reclames aan kan brengen op verschillende zaken, voor dat B. en W. daartoe machtiging heeft verleend. Inderdaad kan nader hand een verbod op gelegd worden, maar dan is het dikwijls te laat. Een eenvoudige wijziging van de politie verordening kon dat kwaad nu onge daan maken. Maar aangezien het de Raad een doorn in het oog was tegen een lege bestuurstafel aan te moeten ky'ken, zeiden ze: „aanhouden" en zit dus B. en W. nog steeds met de doornen. De heer ODENHOVEN gaf nog gauw de goede raad mee, dan meteen met enkele andere wijzigingen ook te komen, die van groter belang zijn. Het wegenprobleem Hoewel het schijnbaar de bedoeling was, dat ook de rondvraag zou wor den uitgesteld tot een volgende ver gadering kon de heer STEEGHS de verleiding niet weerstaan om nog eens een dringend beroep te doen op de gemeente om de reeds veelbespro ken weg in Castenray en die in Klein Oirlo toch op te maken. Hy vroeg zich dikwijls af of er wel een goede regeling was voor de gemeente- ploeg en voor de wegschaaf. Al is er veel te doen, hy kan de indruk niet van zich af zetteD, dat hiervoor geen behoorlijk schema is opgesteld. De wethouder van openbare worken kan onmogelijk weten waar de nood het hoogst is en voor een dergelijk schema zou z i. zeker overleg gepleegd moeten worden met de raadsleden. Hob zit het verder met de DUW, wordt deze nu bij de wegen ingeschakeld Voorzitter PUBBEN zegt geen wet houder van openbare werken te zyn, maar wel te weten, dat er een schema bestaat en dat er hard gewerkt wordt, zowel door de wegschaaf, als door de gemeenteploeg, maar we zitten nu eenmaal met een geweldig wegennet, dat goweldige voorzieningen behoeft. Gelukkig is een DUW ploeg inge schakeld en de Voorzitter meent te kunnen zeggen, dat de genoemde wegen zeker aan de beurt zullen komen. Nu men het toch over de wogen heeft, wil de heer CUSTERS eens wyzen op de weg van OirJo naar Oostrum, die wel mooi is opgemaakt, maar waarin al kleine gaatjes komen, Waar blijft de oppervlaktebehande ling, die toch altijd in het bestek staat. Deze is op deze weg dringend nodig, wil men binnenkort hieraan geen grotere stukken krijgen. De VOORZITTER beaamt de klach ten van de heer Ousters en zal ze doorgeven naar Gemeentewerkon, opdat hiervoor gezorgd wordt. Dan hoeft de heer CUSTERS nog een klacht en dat is, dat men 's zomers langs do veldwegen do kadavers maar ziet liggen van dode beesten, die daar liggen tot de destructor komt. Waar om wordt het kadaverhuisje niet opgebouwd De VOORZITTER vertelt dan, dat het kadaverhuisje ook een „stinkboel" is en dat het toch zo is, dat de boeren niet graag met die zware dode beesten daarheen trekken. Bovendien is de destructor er zeer snel. 's Middags gebeld, is hij er reads de volgende morgen en waar maar enigszins mogelijk komt hy aan huis. In ieder geval zal dit probleem wel ei bekeken worden. De beroemde muur De heer VAN HAAREN zou willen XXIII Mot 2 handen op myn buik en een gezicht of ïo nierstenen tegelijk een uitweg zoeken, stap ik op de Japanner af. Als een trouwe Cerberus staat hy ïo uur per dag by onze ploeg en hij verveelt zich Meer dan een jaar staat hy dag in dag uit, ïo uur lang, te hangen op zijn spuit. Je kunt het van zyn ge zicht lezen, dat hy nog meer de smoor heeft aan die hele rot oorlog dan wy. „Bioki... bioki" (Ziek... ziek) en ik probeer een nóg meewariger gezicht te trekken. „Hus, hus" en weg ben ik.debush- bu8h in met de hak op myn rug. Als wy de struiken in moeten, hakken we oen gaatje in de grond, doen wat we te doen hebben en moeten weer terug naar ons werk. Net als hondjes doen. Doch meestal is die „Bioki" een smoes, om op roof uit té gaan. We schooieren mylon ver door het dichte struikhout langs de kust, door de modder en zoeken planten, vruchten en als het kan klappers. Ergens weet ik paseiflora-planten staan en de gele vruchten smaken zoetig; om de paar dagen trek ik er op af, werk met handen vol de vruchtjes naar binnen en ga welgedaan terug. Maar vandaag loop ik wat verderop, God weet wat er te vinden 18. By de beek hoor ik geluid; ineen gedoken achter een struik bespied ik de man, die verderop aan de oever bezig is. Als hot het geen Jap blijkt te zyn, ga ik er op af. Het is Patmo, onze enige Javaanse krijgsgevangene. Vrij willig mee de gevangenschapingegaan, toen zyn sergeant achter de prikkel draad moest. Wonderlyk voorbeeld van Oosterse trouw. By de capitulatie zat hy op een verre buitenpost op Borneo, waar geen Jap doordrong. Met zyn baas bediende hy een zender en bleef dit doen, toen wy reeds „knijp" zaten. Wat zich daar allemaal afgespeeld heeft, weet ik niet, maar na een paar maanden moesten ze de zender ver nielen en het oerwoud in vluchten. Dat eindeloze oerwoud van Borneo, 22 maal zo groot als Nederland. Waar een Missiepost is te Longawan, die slechts per prauw te bereiken is langs de rivier in 30 dagen vanaf de kust. Patmo kent het oerwoud van 17 jaar soldatenleven en zyn oude blanke sergeant ook. De oerwouden van Java zyn maar bosjes hiermee vergeleken en ook die van Sumatra, waar ik zelt zovaak in gezworven heb, is maar kinderspel hierbij. Zes maanden duurt dit no madenleven, dan is de physieke toe stand van beiden zo slecht, dat ze naar de kust moeten afzakken en prompt verraden worden door een Japanse spion. De sergeant in de gevangenis; Patmo mocht vrijuit gaan. Hy weigert; schone beloften en voorspiegelingen van een mooie toekomst, maar Patmo weigert. Zyn baas knijp, dan hy ook. Zo zit hy eerst een jaar celstraf uit, van wege die zender en dan komen beiden, meer dood dan levend, in ons kamp. Hij lacht, als hy me ziet, met een brede lach, die zyn grote tanden tussen de dikke lippen zichtbaar maken. „Ik ben vis aan het vangen, baas". Zyn lang golok, vlijmscherp en ge bogen aan het snijvlak, in zyn hand gly'dt hy geruisloos in het water. Een Javaan kan door het water schuifelen, dat geen rimpeltje ontstaat, zo lang zaam en geleidelijk. Scherp tuurt hy naar de bodem, waar loendoes rondzwemmen. Er zijn knapen by van 25 cm. Bliksemsnel schiet zyn hand uit, het mes klieft door het water en even later komt een vissenlichaam naar boven, zonder kop. Ik snap er geen snars van, zo feilloos, zo zeker van zichzelf, treft hy vis na vis. Ik hoef ze maar op de kant te leggen, 22 stuks. Dan vindt hij het genoeg, geeft my het mes en vraagt me grijnzend, om het ook eens te proberen. Op myn manier heel voorzichtig schuif ik de kant af, veroorzaak een wolk modder en zie geen enkele vis. Als hij gedurfd had, zou zijn lach door het bos geschald hebben; nu zie ik een begrijpende glimlach op het bijna zwarte grove gezicht. Boven een vuurtje, dat niet rookt en niet vlamt (ook al weer zo'n ge heim voor ons) roostert Patmo de vissen een beetje en om de beurt knauwen we de moddervissen naar binnen, ongaar en rokerig. Maar ge zond en rijk aan eiwitten. Langs verschillende richting gaan we ieder op zich terug naar het vlieg- weten, wanneer nu eindelijk eens de muur aan de MaasheseVeg gaat ver dwijnen. Niet alleen om aan alle mogelijke praatjes nu eens een einde te maken, maai' de scholen gaan weer beginnen en het wordt toch wel tyd, dat de kinderen van de weg af komen. VOORZITTER vertelt, dat dit najaar zeker het slopen begint. Het werk moet echter uitgevoerd worden door Jeruzalem en dit is nog met plannen bezig. Waterlossing Of het feit, dat de Voorzitter tevens lid was van het Waterschap hiervoor de aanleiding was, is niet bekend, maar het volgende debat liet nog al wat bezwaren tegen de huidige rege ling van het waterschap horen. De heer MAAS opende het vuur en vroeg waarom het schoonhouden der beken zo vroeg in de tyd gesteld was. Het enige gsvolg is, dat het processen heeft geregend. De heer HOUBEN heeft zelfs het cyfer 300 horen noemen, wel een bewys dat er te vroeg geschouwd is. De heer WISMANS zou graag de hele vegery laten geschieden door een vaste ploeg, daar nu dikwijls boeren, die totaal geen belang by de een of andere waterlossing hebben deze toch moeten vegen. De heer CUSTERS zou verder graag zien, dat de ploeg, die nu al enkele beken veegt, de vuiligheid beter opruimt en niet her 9n derwaarts op de fietspaden gooit. Voorzitter PUBBEN heett ook ge hoord, dat er zoveel slachtoffers zyn gevallen. Hij- meent, dat de heer Houben de rollen omdraait. Deze zyn niet gemaakt omdat te vroeg ge schouwd werd, maar omdat te laat werd geveegd. Inderdaad moet men tegenwoordig vroeg vegen, maar dit vindt zyn aanleiding in verschillende factoren, zelfs op provinciaal plan en of dat in een, twee, drie verandert kan worden is een grote vraag. Spreker zal er zyn best voor doen. Wat die processen betreft, men zal moeten afwachten of er inderdaad zoveel slachtoffers zullen vallen. Wel is hem bekend, dat het Waterschap strenger zal optreden en dat heeft ook inderdaad zyn reden. Nadat dan de heer SELDER gevraagd heeft of de loonkwestie bij de sociale werkvoorzieningsregeling nu geregeld is en daarop bevestigend antwoord gekregen heeft, nodigt de VOORZIT TER de raadsleden uit eens een bezoek te brengen aan de Vredepeel Deze uitnodiging wordt aanvaard, alleen zal nog bekeken worden met welk vervoermiddel men zal gaan. Dan sluit de Voorzitter deze verga dering, waarin do heren Reintjes, de Bruyn, Camps en Vermeulen niet aanwezig waren. Gemeente-rekening 1950, Rekeningen takken van dienst Gemeentew». en Woningbedrijf Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray brengen ter alge mene kennis, dat de Gemeenterekening voor het dienstjaar 1950 en de reke ningen van bovengenoemde takken van dienst over 1950, overeenkomstig het bepaalde in artikel 256 der gemeentewet vanaf heden gedurende veertien dagen ter Secretarie dezer gemeente voor eenieder ter inzage zyn gelegd en in afschrift tegen betaling der kosten algemeen ver krijgbaar zyn gesteld. Venray, 30 Augustus 1952. Burgemeester en Wethouders voorn., P. PUBBEN lb.,-Burgem. H. VORST, Secretaris BEKENDMAKING Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray brengen hierbij ter openbare kennis, dat door de raad dezer gemeente in zyn vergadering van heden aan het Bestuur van de R.K. School voor Uitgebreid Lager Onderwijs te Venray, medewerking is veld, zitten nog wat aan onze broek te frunneken, of we pas „klaar" zijn en zwijgen over de meevaller van zo even. Nu ik dit verhaal neerschrijf, denk ik terug aan een andere Javaan, aan een voorval van een jaar geleden. We zaten goed en wel in Batavia en moesten elke dag naar een fabriekshal, oude auto's uit elkaar slaan. Heel de dag hadden we in de smoorhitte met oud roest en vuile olie gewerkt. Zelt merkte je het niet, maar zo'n stoet van 100 mannen, naakt, vuil van olie en zweet, met kale koppen en ongeschoren gezichten, moet heel, heel erg zyn geweest om aan te zien. Je zag dat aan de mensen, die ons pas seren. Ze durven ons byna niet aankijken, uit angst voor de Jappen, maar toch lees je medelijden in hun ogen. Langs het Koningsplein trekken we naar de gevangenis. Het is wel een uur lopen, dwars door de stad. Moe, intens moe zyn we dan na zo'n lange dag in de loods van zink, en vuil, 0 zo vuil en kledderig-vies. By de overweg, aan het einde van het plein, moeten we stoppen. De bomen gaan neer. Een auto stopt voor de bomen; er zit een stel Japanners in, die ons geen blik waard gunnen. Een tweede komt aanrijden, een derde. Vlak naast me een slee van een wagen, zo een, waar de Gouverneur Generaal vroeger in reed. De Jappen hebben alle wagens voor zichzelf opgeëist; de mijne zal ook wel ergens rondtoeren. Met een collabora teur er in, denk ik Ik kyk op zij en ik kan myn ogen haast niet geloven. Voorin 2 Indo nesische chauffeurs in vol livrei en achterin een vette Japanse hoge-ome. Het is nodig, dat onze Nederlandse vrouwen eens nadenken over een vraag, die aan allen persoonlijk bin nenkort zal worden gesteld. Het geldt een onderwerp, waarover de meningen verdeeld zyn en waar over nogal eens misverstanden bestaan Het gaat over de bescherming van onze bevolking in tyd van oorlog, wanneer tal van gevaren dreigen. De vraag, die ons gesteld wordt isWilt gy, Nederlandse vrouwen, helpen die maatregelen te treffeD, waardoor het gevaar dat onze gehele bevolking loopt, zoveel mogelijk wordt beperkt; en zyt gy bereid, wanneer er slachtoffers zouden zyn die zo goed mogelijk te helpen en bij te staan. Het is gelukkig zo, dat de gedachte aan oorlog, ieder weldenkend mens tegenstaat en het geldt voor ons vrouwen zeer speciaal dat wij ons van nature er tegen verzetten de mogelijkheid van een oorlog onder de ogen te zien. Ik geloof niet dat erèèn mens, man of vrouw bestaat, die niet bereid zou zyn een medemens, door oorlogsgeweld getroffen, by te staan. Het is echter iets anders of wy begrijpen, dat wy ons op die taak tijdig moeten voor bereiden. Hoe zullen wy echter goede hulp kunnen bieden zó, dat de slachtoffers er ook werkelijk mee gebaat zijn, wanneer wy onvoorbereid zouden zijn, wanneer de hulpmiddelen zouden ont breken, wanneer de helpers niet op geleid en getraind zouden zyn om rustig en kundig te werken onder wellicht zeer moeilijke omstandighe den. Als wy het er maar op aan lieten komen tot het eenmaal zover zou zyn zouden wy aan de slachtoffers een slechte dienst bewijzen. Er moet tevoren gezorgd worden voor: nood- kleding, nood voeding, nood-onderdak, voor verzamelposten, waar de slacht offers verzorgd kunnen worden en voor opvang-centra, waar daklozen tijdelijk huisvesting kunnen vinden. Er moeten opgeleide leidsters en helpsters voor deze posten zyn, ge trainde reddingsbrigades, opruimploe- gen en extra brandweer personeel. Daarnaast moet iedereen weten, wat in eigen huis en naaste omgeving het gevaar zou kunnen beperken. Dat alles vereist een goede organi satie, voorbereiding en goede voor lichting van onze gehele burgerbevol king. Deze organisatie is er een van het burgelijk bestuur. In iedere gemeente is de burgemeester hoofd van de B B. en in de provincie: de Commissaris der KoningiD, terwyl de hoogste leiding berust by het Ministerie van Binnenlandse Zaken en niet bij het Departement van Oorlog. De militaire autoriteiten zyn niet rechtstreeks betrokken by de organisatie van de B.Bzoals sommigen ten onrechte menen en zy weten er dan meteen by te vertellen dat ingeval van oorlog de gehele organisatie onder militaire commando komt te staan. Dat is een onjuiste voorstelling en de wet op de B.B. geeft ons de zokor- heid dat dit een organisatie van het burgelyk bestuur is en blyft. De B.B. is een vrijwillige hulpdionst van gewene burgers aan medeburgors, die in nood verkeren. Het accent ligt voornamelijk op do naastenliefde en de sociale hulpver lening en dat maakt de B.B. juist tot een instrument, waarin de vrouw een zeer voorname rol zal kunnen spelen. Trouwens, men zal voor een goed deel op onze medewerking aangewe zen zyn, omdat immers in oorlogstyd de meeste mannen oen taak zul Ion hebben die met de directe oorlogs voering verband houdt. Als wy aan een toekomstige oorlog denken, als wy ons daartoe.pressen, dan maken wy meestal de fout, dat wy niet denken aan oorlogsvoering maar aan bezetting. Men moet echter allereerst uitgaan van een standhou dende militaire verdediging. In die situatie zal een zware wissel getrok ken worden op de beschikbare mankracht en het kan dus wel niet anders of wy vrouwen zullen moeten inspringen overal waar mannen ontbreken. Ik wil trachten U een indruk to geven van enkele taken, die van ons vrouwen gevraagd kunnen worden, wanneer wy ons vrijwillig hebben aangemeld bij de B.B. Naast administratief en kantoor personeel telefonistes en typistos voor de bureaux, zullen er voor do wijk- en blokploegen leiders en leid sters E.H.B.O.-sters en brandwachton nodig zyn. By de geneeskundige dienst: artsen, verpleegsters en chauffeuses. Onder de Dienst Sociale Verzorging vallen de verzamelposten en opvaDg centra, die bezet moeten worden met leidstors helpsters, verpleegsters telefoniste en uitdeelster. De cantinedienst hoeft een onmisbare taak te vervullen mot het rondbrengen van warme en koude dranken en versnaperingen aan do reddings- brandweer- en hulpploegen. Ieder, die by de B.B. dienst dooi. ontvangt wanneer opgeroepen in actie^o dienst, een vergoeding en geniet by een eventuoel in en dooi de dienst opgelopen ongeval ook sociale verzorging. Het kon nog even duren voor do oproep tot vrijwillige aamelding voor de B.B. in Uw gemeente komt, maar denkt u or nu vast ernstig over na of U in de gelegenheid bent oen taak buitenshuis op U te nemen wanneer, hetgeen God verhoede, ons land op nieuw in een oorlog gewikkeld zou worden, en indien het U enigszins mogelyk is, meldt U dan aan, wannoor de oproep wordt gedaan. verleend voor de aanschaffing van diverse leermiddelen. Venray, 29 Augustus 1952. Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat door de raad dezer gemeente in zyn vergadering van heden, aan het Bestuur der R.K. Lagere Meisjesschool „St. Ursula" A en B, Maashese weg 1, Venray, mede werking is verleend voor de aan schaffing van 24 banken voor het vyfde leerjaar der A-school. Venray, 29 Augustus 1952' Op zyn kraag zie ik veel goud, strepen en sterren. Pafferig dik hangt hy in de kussens en naast hem... Soekarno, kraak-wit costuum, veel tierelantijnen. We hebben al veel over hem ge hoord, vóór de oorlog en in de ge vangenis. De Jappen haalden hem direct uit zy n ballingsoord Benkoelen en vonden in hem het meest willige werktuig, dat ze zich konden denken. Volgens geruchten moet hy een top baan hebben en in zyn naam voerden de Jappen duizenden dwang arbeiders naar Burma en Tailand; in zyn naam werden hele klassen meisjes opgepikt en afgevoerd naar elders, ten gerieve van de Japanse soldaten en matrozen, zó van de schoolbanken. Nu sta ik vlak naast hem. Ik zie allerlei Japanse kentekens op zyn kraag en borst. Terwyl ik dat tweetal zo Bta te begluren, draait Soekarno ineens zijn gezicht naar ons toe, kykt hy me één moment aan en dan verschijnt op zyn gezicht een grjjns, heel even maar; een grijns, waarin alles uitgedrukt is, wat er aan haat leeft in deze man; wat er in hem leeft aan voldoening over onze vernedering en ellende, wat er wroet in hem aan wraak gevoelens jegens ons. Als ik dit alles, in een oogopslag, lees in die ogen en in die heel even vertrokken mond de vaste wil zie, om ons te vernietigen, dan ril ik. Er welt een intens-sterke impuls in me op, deze kerel te kelen door het open raampje van zyn gestolen wagen. Niet omdat hy daar zit en ik hier sta; niet omdat hy het goed heeft en ik slecht; maar om die gryns en die vertrokken mond, om die hautaine blik. Gelukkig gaan de bomen omhoog Er lopen geruchten men woet niet waar ze vandaan komen waaion dat er inderdaad ornst gemaakt, wordt met de brug in Well. Trouwens, daar wordt gemeten on gepast en het Leeft or dus alleschyn van, dat inderdaad grootse plannen bestaan. Hoezeer die zyn toe te juichen behoeft na de eindeloze jammer klachten over de oeververbindingen in Noord Limburg niet meer verteld te worden. en glydt de wagen weg. Aan deze gebeurtenis heb ik heel vaak teruggedacht in lange donkere cel-uren. Hebben wy nog wel iots goeds te verwachten, als deze man 6en kans krygt de geesten van hot Indonesische volk te beïnvloedon Ik denk aan vrouw en kinderen, die met zovele duizenden anderen overgeleverd zyn aan de genade van de Jappen en hun strooplikkers. Ik heb gelukkig maar eens zo'n pynlyk moment moeten beleven; or staan honderden bewijzen van het tegendeel tegenover in do vorm van een toegeworpen banaan, eencigarot, een bemoedigend woord of lach. Ik had voor de oorlog respect voor Soekarno, om zyn durf, zyn conse quentie en recht-door-zee gaan. En nu zich laten fêteren door deze overweldigers, deze roverstroep; nu eerbewijzen dragen van die Mikado in Japan. Dat valt me zo togen, dat doet me pijn, hoe vreomd dat mis schien klinkt. Rond het vliegveld ondervindt jo alleen sympathie, als zo horen, datje geen Engelsman, maar „Dutchie" beiit. De Engelsen hebben hier geen besto naam onder de inheemse bevolking en het eerste woord van ons is steeds No English... Dutchie. En zeker kryg je wat los, hetzy een vrucht of knol, hetzy wat inlandso tabak. Dat schooieren door de bush bush gaat natuurlijk steeds erger vormon aannemen. Je moet maat weton to houden. Er zyn van die gasten onder ons, die '8 morgens „bioki" zyn en togon de avond terugkomen. Die roven tot wel 10 km in de omtrek de tumon van de Chinezen en Indiërs leeg; die schieten met de catapult de kippon van arme sloebers omver. Dat moot natuurlijk spaak lopen. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5