TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Kiiulerverlaniming ernstige ziekte
Misleidend optimisme
BEL BIJ BRAND
3 9 2
Van het emigratiefront
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 1952 No 33
DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Op vererend verzoek der redactie
van De Tijd schryft Dr. Schlichting
in dat blad enkele regels over de
kinderverlamming, de ziekte, die de
mensen, vooral de ouders, wel enige
bezorgdheid geeft.
peze ziekte is voor 't eerst voor
ongeveer een eeuw nauwkeurig be
schreven en is een acute ontsteking
van de voorste grijze stof van het
ruggemerg. Die voorste grijze stof nu
bevat de zenuwbanen voor de beweging
der spieren. Worden deze ontstoken,
dan werken die zenuwen niet meer.
Er ontstaat een verlamming van de
spieren, byv. van de benen.
Dit gaat snel, in drie of vier dagen
en gaat met koorts gepaard, die een
dag of tien twaalf kan duren en
meestal niet hoog is. Soms is de
ziekte zo heftig, dat de dood inenkole
dagen volgt en dat komt dan vaak,
doordat niet alleen of zelfs niet vooral
het ruggemerg getroffen is, maar de
hersenen en wel in voor het leven
onmisbare gedeelten.
Meestal zakt de ziekte af en dan
gebeurt het vrij vaak, dat er verlam
mingen overblijven, zodat invaliditeit
in grotere of geringere mate het
gevolg is (President Roosevelt was
aldus invalide) Soms blijft er van de
verlamming ni9ts of nagenoeg niets
over. Dat alles is dus tezamen wel
een ernstige ziekte.
Daar komt by, dat er nog geen
betrouwbaar geneesmiddel tegen is,
zodat dit een reden temeer is, om de
ziekte te vrezen. En ten laatste is
er ook geen afdoende methode van
voorbehoeding bekend.
Daar staat echter ook gelukkig iets
goeds tegenover, nl. dat de epedemiën
nooit uitgebreid zyn. Het hoogste
cyfer dat geteld is, was 4 op de ïeoo
maar dat is een zeldzaamheid.
Nu komt deze ziekte altijd voor,
maar in de regel zeer sporadisch, zo
bijv. in de laatste week van Nov. '31
zes gevallen in Nederland. Maar ook
zyn er epedemiën, zoals in j 943, en
90k nu weer, maar 't aantal patiënten
is gering, wanneer men 't vergelijke
met de epidemiën van roodvonk,
diphterie, geling, rode hond, enz.
De oorzaak daarvan is niet, dat de
meeste mensen niet besmet worden,
maar dat de meeste mensen de be
smetting doorstaan, zonder ziek te
worden of daarvan niets anders
bemerken dan een verkoudheid, een
lichte angina of iets dergelijks.
En wanneer men eenmaal besmet
geweest is, is men verder onvatbaar.
Men kan er dus zeker van zijn, dat
ongeveer iedereen, die in 1943 in
aanraking geweest is met de epedemie
thans onvatbaar is.
En dat is verreweg de grootste
massa. Maar er zijn nu weer de jonge
kinderen, die toen nog niet geboren
waren; er zijn mensen, die toevallig
de aanraking ontlopen zijn, of die op
afgelopen plaatsen hebben gewoond:
tezamen vormen zij weer 'n percentage
van de bevolking, dat nog niet on
vatbaar is geworden.
Tot dusverre zijn er misschien 500
gevallen van dit jaar in Nederland;
in 1943 waren er 1931 gevallen en
in 1944 waren er 1218 gevallen; dus
in die 2 jaren 3 op de 10.000 en wij
mog9n wel veronderstellen, dat de
hygiënische toestand van her Neder
landse volk toen belangrijk slechter
was dan nu.
Dat neemt echter niet weg, dat
iedereen toch graag iets doen wil om
het gevaar te ontlopen of althans te
verminderen. Oudere mensen hebben
heel weinig last, maar wel ziet men
deze ziekte ook by volwassenen.
Is er nu iets, wat men daartegen
kan doen
Wy moeten hier uitgaan van de
algemene wysheid, dat een goede
gezondheidstoestand een vrij grote
verdediging geeft tegen infectieziekten.
Wy weten immers uit de ervaring,
dat de werkelyk kwaadaardige epi
demieën woeden onder een onhygiëni
sche en zwakke bevolking.
Het was daarom een verstandige
maatregel van de betreffende kath.
autoriteiten, toen zij het kamperen in
de getroffen gebieden verboden. Im
mers, dit kamperen brengt met zich
mede: vermoeidheid, slecht slapen en
opeenhoping in kleine ruimten.
Als een kind thuis moe is, kan het
zich terugtrekken, en zelfs naar bed
gestuurd worden; dit alles gaat in de
kampeergelegenheid veel moeilijker.
Het is dus van belang de algemene
hygiëne wat beter in het oog te
houden, dus er werkelyk voor te zor
gen, dat de kinderen en ook de
ouderen, voldoende rust krygen.
Ten tweede moge men beter letten
op lichamelijke zindelijkheid, en ten
derde op de reinheid van de etens
waren.
Maar ik wil niet aanraden om nu
in deze dingen te overdrijven. Een
beetje meer zindelijkheid op het
lichaam, in de eerste plaats op het
handenwassen, een beetje meer zin
delijkheid op het voedsel, maar wel
degelijk oppassen tegen oververmoeid
heid.
Want men is by het onderzoek van
deze ziekte zover gekomen, dat men
de besmetting op alleilei wijzen ge
vonden heeftdoor virus-dragers
(want de ziekte wordt niet door
bacillen, maar door een virus veroor
zaakt; een virus is nog veel kleiner
dan bacillen, en vermeerderd niet zich
zelf, maar wordt vermeerderd, doch
alleen wanneer het in levend weefsel
is); de ziekte kan dus waarschijnlijk
door gezonde virusdragers over
gebracht worden, verder door voedsel,
b.v. water, melk, verder waarschijnlijk
door vliegen.
Wij kunnen dus niet de gevallen
afgrendelen, zoals men dat vrijwel
volmaakt met buiktypkus kan doen;
trouwens by ziekten als roodvonk
hebben wü deze hoop ook opgegeven.
Wij moeten op redelijke wijze zor
gen, dat wy zelf en onze kinderen in
goede conditie blijven, maar daarmee
is dan ook alles gezegd. Een volkomen
garantie is toch niet te geven.
Wat Amsterdam betreft, hier is
nog heel weinig kinderverlamming
voorgekomen, en misschien komen
wy er hier goedkoop af, juist om
dat in 1943 en 1944 de epidemie
hier nogal hevig was; wy mogen
dus vermoeden, dat een zeer groot
percentage der Amsterdammers on
vatbaar geworden is.
De ziekte begint plotseling met vrij
hoge koorts en meestal is er dan reeds
spoedig te merken aan nekstyfheid,
prikkelbaarheid, sufheid, dat 't zenuw
stelsel geraakt is; maar deze vaak
nog al vage tekenen zyn voor de on
geoefende meestal niet te verstaan.
Men make zich dus met al te snel
bezorgd, en raadplege liever zyn
huisarts.
Die Theo is altijd een aardige kerel
geweest, alhoewel 'n beetje zonderling
in z'n doen en laten zo nu en dan.
Ik heb hem altijd graag gemogen en
bewaar de allerprettigste herinnerin
gen aan de tijd toon we beiden nog
leefden onder de rook dor Vlisco en
op geregelde tijden onze stemmen
schor schreeuwden langs een der
Helmondse voetballyntjes en onze
krachten maten op een der groene
tafels ergens in het stadscentrum.
Niet dat er veel spanning zat
in onze krachtmetingen we plachten
het resultaat ervan altoos by voor
baat te kennen Hetgeen zeggen wil
dat Theo altyd de overtuigende win
naar was op het groene laken, en
ondergetekende steeds de sterkste
bleek langs het ly ritje
Louter 'n kwestie van banden, voelt
gebiljartbanden enerzijds, stemban
den anderzijds. Ik herinner me nog
als de dag van gisteren het ogenblik
waarop ik, m'n gespannen blik geves
tigd op de rooie en midderwijl mijn
aandacht concentrerend op de witte,
met de queue in stootpositie, zo langs
m'n neus weg Theo op de hoogte
bracht van m'n emigratievoorcemens.
Waarna we samen 'n reus van 'r
boom opzetten over de voor-en nade
delen van emigratie, 'n conversatie
waarin Theo kennelijk hevig geïntres-
seerd was want voor de eerste keer
van m'n leven wist ik de party te
winnenOm kort te gaan voor de
rest van die avond hebben we
queue eraan gegeven en ons verdiept
in 'n emigratie discussie. Ik heb als
voorstander, geen poging ongedaan
gelaten om Theo to overtuigen van
de weinig-belovende toekomst in ons
overbevolkte en zwaarbelaste lieve
vaderlandje, doch m'n makker bleek
zich niet zo maar in een-twee-drie
gewonnen te geven.
Als ik me goed herinner hebben
we er drie uur en 'n stuk of tien
borreltjes aan gespendeerd het re
sultaat was dat we tenslotte nog
altyd van mening verschilden, al kan
ik op het ogenblik niet met zekerheid
zeggen wie na die drie uur (en tien
borrels) de voor- en wie de tegen
stander was.
Het was een week of zes daarna,
dat ik Theo de hand drukte ten
afscheid 'n laatste poging aanwendend
om hem van het nut der emigratie
te overtuigen, de voordelen van
Australië en de nadelen van Nederland
schetsend in bewoordingen waarop
zelfs Jos van Wel in 'n meest eloquente
dagen geen rectificerende aanmerking
zou hebben gemaakt, edoch Theo bleek
in myn argumentatie niet meer ver
trouwen te bezitten dan van Wel in
die van Ir. FrogerAlzo hij hield
voet by stuk en we zegden elkaar
Ge kunt u dus m'n verbazing
voorstellen toen ik dezer dagen in
het hartje van Sydny niemand anders
tegen het lijf liep dan Theo
En ge snapt natuurlijk wel, dat
m'n eerste vraag niet was of ia iets
voelde voor 'n partijtje vyf van de
rooie I Zonder enige inleiding, recht
op de man af, lanceerde ik de vraag
welke ie blijkens z'n gelaatsuitdruk
king iewat geschuwd moet hebben:
„Hoe in 's hemelsnaam ben jy hier
verzeild geraakt?"
Maar Theo bleek niet van zins om
de kortweg gestelde vraag even kort
weg te beantwoorden hij voelde meer
voor 'n rustig café zitje en een glaasje
bier als omlijsting.
Van het zitje hebben we moeten
afzien: die „luxe" kent men hier niet
Dus moest Theo genoegen nemen met
'n staande receptie, waartegen ie geen
bezwaren bleek te hebben.
Het heeft nogal even geduurd voor
aleer ik 'm had waar ik 'm hebben
wouhy bleef m'n telkens herhaalde
vraag inzake het hoe en waarom zijner
emigratie alsmaar tactisch omzeilen,
dankbaar gebruik makend van de
jongste vaderlandse nieuwtjes, va
riërend van het kampioenschap van
Helmondia en Mulo tot de meest
recente regeringsplannen inzake nieuw
Guinea.
Hoezeer ik me voor al deze dingen
interesseereerst en vooral wilde ik
weten wat ter wereld hem had doen
besluiten om ons lieve vaderlandje de
rug toe te keren, me levendig her
innerend al de bezwaren welke ie
destijds tegen mijn emigratie had
aangevoerd.
Ten lange leste is het ervan ge
komen niet zonder schijnbare tegen
zin gaf ie toe, dat ik het destijds bij
het rechte eind had
Waarna ie in details trad en me
'n schildering gaf van de huidige
situatie daargindertoenemende werk
loosheid, stijgende prijzen, hogere be
lastingen, kortom, een tamelijk triest
beeld
Naarmate z'n opsomming van feiten
kwantitatief groter en kwalitatief
ernstiger werd, kreeg geleidelijk aan
z'n oerlyke inborst zoals ik die altyd
gekend heb, de overhand en ais ge
volg daarvan gaf ie tenslotte zonder
enige reserve volmondig toe, dat z'n
optimisme hem misleid had
Ge kunt u voorstellen, dat ie na z'n
uitvoerige verhaal niet alleen zin had
in 'n vers biertje maar evenzeer ver
langde naar hetgeen ik zoal te vertellen
wist na m'n anderhalf jarige ervaring
in den vreemde.
Als ge verwacht hebt, dat ik u nu
vertellen ga over een triomfantelijke
reactie na een triomfantelijke over
winning, dan moet iku helaas teleur
stellen, 't heeft nogair even geduurd
vooraleer Theo me had waar ie me
hebben wouik bleef z'n telkens
herhaalde vraag inzake het hoe en
wat mijner emigratie alsmaar tactisch
omzeilen, dankbaar gebruik makend
van do jongste Australische nieuwtjes,
variërend van de drievoudige Wim-
blsdonzege van Frank Sedgman tot
de meest recente Regeringsplannen
inzake Nederlands Nieuw-Guinea,
waarin ook Australië sterk geïnteres
seerd is.
Ton lange leste is het ervan ge
komen ik heb Theo een schildering
gegeven van de huidige situatie hier
toenemende werkloosheid, stijgende
prijzen, hogere belastingen, kortom,
geen al te rooskleurig beeld
Naarmate-'- m'n opsomming van
feiten kwantitatief groter en kwali
tatief ernstiger werd kreeg m'n eer
lijke inborst, zoals Theo die altyd
heeft gekend, de overhand en als ge
volg daarvan gaf ik tenslotte zonder
enige reserve volmondig toe, dat m'n
optimisme me misleid had
Het moge er in Nederland slechter
op worden, het wordt er in Australië
niet beter op
Hetgeen zy die nog in het vader
land toeveD maar van zins zyn te
emigreren, terdege dienen te beseffen.
Om misleiding door optimisme te
voorkomen 1