tweede blad van peel en maas Dagboek van een krijgsgevangene De Politierechter vonnist Enkele gedachten bij de Boerenkermis Veulen 1952 Uit de geschiedenis van Venray en omgeving Uit „Peel en Maas' Vader Overste van St. Servaas gedecoreerd ZATERDAG 26 APRIL 1952 '*No- 17 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG In de afgelopen weken hebben verschillende mensen weer bezoek ge had van de organisatoren van de Boerenkermis op het Veulen. En ik kan my zo voorstellen, dat zulk een bezoek, waarbij gevraagd weid om- steun en hulp, niet altijd erg welkom is geweest. Iedere dag is het dan ook wat andors, waarvoor wordt aange klopt en iedere dag opnieuw wordt gevraagd. En bovendien zullen er verschillende geweest zijn, in Venray, die zich afvragen, waarom juist de boeren van het Veulen om steun komen vragen, want er is toch niemand, die het zo goed gaat als de boeren. Al deze reacties zijn zeker verklaar baar, maar we moeten niet vergeten dat we in een andere tijd leven ais vroeger, en dat we heden nog meer dan vroeger op elkanders steun zijn aangewezen. Vroeger hoefden we niet veel te geven, maar deze tijd kent heel wat grotere noden en daarom moot de liefdadigheid ook heel wat groter zijn. Allemaal goed en wel, hoor ik al menig lezer zeggen, maar die kerk op het Veulen, daar hoeven wij, die niet op het Veulen zitten, toch ni6t voor op te komen. Wij hebben aan onze eigen kerk al genoeg en boven dien de mensen van het Veulen hebben er toch zelf om gevraagd. Laten zij, die dit zeggen, dan niet vergeten, dat een nieuwe kerk nog heel wat anders is als een verwoeste kerk op bouwen. l)at kan een kleine parochie als het Veulen onmogelijk zelf opbrengen. Er is veel steun gegeven o.a. van Gemeentewege, maar de kosten zyn zo groot, dat alles nog uitermate zwaar blijft. En daarom moeten wij elkaar helpen. Moeten mensen van buiten het Veulen de helpende hand bieden. „Ik kan accoord gaan met Uw redenatie" hoor ik sommigen al zeg gen, maar in andere gevallen helpen de boeren ons ook niet, hoevelen doen hun inkopen b.v. niet in de stad Als dit zo is, dan zijn die mensen inderdaad fout. Een middenstander is aangewezen op de boer, een boer op de middenstander. En al kan het waar zijn, dat een of ander artikel in de stadï'goedkoper is, het reizen en trekken, alsmede het werkverlies kost heel wat meer. Het eigen dorp kan meer service geven, om dit grote woord eens te gebruiken, als welke .andere plaats ook, om dat de handel hier zeker een kwestie van vertrouwen gaat worden, omdat gij hier een veel groter con tact hebt met de verkoper als ergens anders, omdat hier de klant 100 pet. koning is. Voor de boeren geldt inderdaad koopt in de vreemde niet, wat eigen land biedt. Teveel boeren willen handelen, zoals ze dat thuis met hun vee gewend zijn, wat loven en wat bieden en uiteindelijk, na veel vijven en zessen, kopen of verkopen. Zij moeten echter begrijpen dat dit in de detailhandel tegenwoordig niet kan. Meestal zijn het vastgestelde prijzen of vastgestelde winstmarges en daar moet de winkelier zich aan houden. Inderdaad wordt tegen bovenstaande punten nog veel gezondigd, doch ook de zakenmensen moeten begrijpen, dat veel van deze fouten gemaakt worden, door, we zouden haast zeg gen, erfelijke belasting. En als U dat begrijpt dan is er veel te vergeven. In vroeger tijden ruilden de boeren hun producten tegen textiel e.d. en was het dus inderdaad een kwestie van loven en bieden. De boer ontving weinig contanten, terwijl hy zyn winst pas ziet op het einde van een lange termijn. Het was dus zaak voor hem zyn uitgaven zo laag mogelijk te houden en deze instelling is nog heden merkbaar bij vele boeren. Als de middenstander dit bedenkt, is het gemakkelijker de boer te begrijpen. Dan zyn er ook vele landbouwers, die een verkeerd denkbeeld hebben over de middenstanders. Zo gauw wordt gezegdo, die heeft het niet meer nodig, want je moet maar eens kyken wat voor een kasteel hy daar heeft neergezet. Zy vergeten dan ech ter, dat ook de middenstand, nog meer dan de boer, zich moet aanpas sen aan do moderne tyd en dat dit geld kost, veel geld. Samenwerking We moeten elkander du3 helpen. Heel de maatschappij is opgebouwd uit Gemeenschappen daarvan is onze gemeente er ook een. Al de leden van een dergelijke gemeenschap moeten elkaar helpen, de boeren de middenstanders en ook omgekeerd. Dan heeft men ook wat voor elkan der over, dan valt men er niet over, dat in de kom de beste wegen liggen en op de kerkdorpen dikwijls zo'n miserabele zandwegen. Dan begrijpt men dat de Kom daar meer belang by heeft, omdat dit tenslotte weer aan de gehele gemeenschap te goede komt. Als er in een dergelyke gemeen schap tegenstellingen ontstaan, dan breekt men elkaar af, tot schade en schande van alle partijen. Dit alles overdachten wij, toen wij U wilden uitnodigen voor de Boeren kermis op het Veulen. Gelukkig heeft onze Boerenkermis wel altyd in het teken gestaan van een goede samenwerking. Niet alleen het Veulen heeft hieraan medegewerkt maai ook vele anderen hebben hun steentje bijgedragen voor onze kerk, Het is gelukkig zelfs zo gegaan dat we al de belangstellenden voor onze kermis niet hebben kunnen bergen en daarom hebben we er een dag by gedaan. Hedenavond wordt de boerenkermis geopend, en dan verder Zondag en Maandag. Wanneer nu de mensen, die persoonlijk ondervonden hebben dat zij Zondag byna niet terecht konden zich eens voornamen om Maandag te komen dan geloven wy dat een verdeling bereikt wordt die best zal voldoen, waardoor het niet te druk wordt. Beste lezers, mogen wij tot slot van dit artikel U nog hartelijk wel kom heten op onze Boerenkermis. Uw beui-s zal wel lichter worden, dat weet U, maar het is voor een edel doel. Vergeet niet het is er gezellig, dit heeft U het verleden van onze Boerenkermis getoond en daar voor staat U ook nu de activiteit van ons Comité borg. Dit Comité is tijd noch moeite teveel geweest. Weken achtereen hebben zy vergaderd soms tot diep in de nacht. Het heeft prachtige plannen. Het heeft de ruimte groter weten te maken door het maken van 2 balcons, waar U gezellig en rustig kunt zitten en de hele zaak met zyn -attracties goed kunt overzien. Daarom tot besluit AAN ALLE BEZOEKERS EEN HAR TELIJK WELKOM, U kunt verzekerd zyn van vele en mooie prijzen en van veel gezelligheid en last not least wat U hier aan de armen (kerk) hebt gegeven is aan Gode geleend. WIJ VERWACHTEN U ALLEN EN NOG MAALS VAN HARTE WELKOM. Namens het Comité DE RECTOR Anna Maria Janssen werd geboren 11 September 1864, trad in het huwe lijk met Hendrik Bernard van den Bosch en overleed 11 Januari 1937. Gerard Janssen werd geboren op 12 December 1895 te Bergen, trad in het huwelijk met Anna Gertruda Poels en overleed 0 Maart 1949 te Venray. Gerard us Hubertus Janssen werd geboren op 20 Februari 1849 te O ver- loon, trad in het huwelijk met Johanna Bartholina Willemsen en overleed 10 November 1933 te Venray. Leonardus Janssen was geboren 22 Juni 1851 te Venray, hy huwde met Anna Maria Josephina Poels en na haar dood met Agnos Arts Hy overleed 14 Maart 1933 te Oirlo. Petrus Joannes Janssen werd op 11 April 1854 op de IJsheuvel te Ottersum geboren als zoon van Peter Joannes Janssen en Gertrudis van Well. Hy werd 6 April 1878 te Roer mond priester gewijd en was van 1887 tot 1900 rector te Leunen. Daarna werd hij pastoor te Broekhuizenvorst. Johanna Huberta Jenniskens werd geboren 13 Januari 1867 te Oostrum en overleed 28 October 1928. Martinus Jenneskens werd geboren 1 April 1837, trad in het huwelijk met Anna Gertrudis Jenneskens en overleed 7 Juli 1864. Petronella Jenneskens werd geboren te Venray 9 Maart 1784. Zy huwde met Henricus Camps. Zy overleed 18 December 1864. Als ik thuis kom, bij een over gelukkig gezin, heeft de aanval op Java juist plaats. En midden in de nacht rinkelt de telefoon me wakker. We gaan direct weer uitrukken: om 4 uur vertrekklaar aantreden Waarheen, kapitein Ergens naar het Westen, je snapt me wel". Inderdaad snap ik hemmorgen zullen we tegenover de Jap staan. En weer, en nu voel ik, dat het wel licht voorgoed zal zijn, neem ik af scheid. Het is feitelijk geen afscheid, het is een losscheuren; het is te pijnlijk om er over te praten. Ik mis de moed om de kinderen wakker temaken- ik vlucht het huis uit bijna, uit angst voor de schrijnende pyn in de ziel Een enkele haastige, té haastige omhelzing van je vrouw en weg. Zingend en brullend snorren wy door slapend Batavia, nu naar Bantam. 25 kilometer van Batavia meldt de kapitein ons bij de nieuwe bataljons commandant. Hier horen we, dat onze compagnie nu ingedeeld is by het 10de Bataljon, Javanen en Ambon- nezen. We zyn nu dus „beroepsleger" geworden. En tevens vertelt hy ons, dat we pas over 3 dagen verwacht worden en dus geen eten krygen. De baas betaalt 150 porties nasi goreng en we smullen. Het worden ook geen 3 dagen zon der eten, want nauwelijks hebben we die flag onze nieuwe stelling verkend en ae wapens opgesteld, of in de eerste nacht breekt de hel los. Eerst enkele schoten, kogels fluiten over ons hoofd. Als door een wonder vallen alle peinzeryen van je af; je tuurt over de rand van je loopgraaf en staart en wacht. Ik wacht op orders, maar niemand verschijnt. De jongens liggen op de grond van de loopgraaf. Rust maar, straks is er werk voor jullie; nu is het mijn beurt. Leunend tegen de wal van de loop graaf houd ik wacht, gespannen luis terend naar het gefluit. Opeens een snerpend geluid vlakby mijn oor, het 'zand spettert in mijn gezicht. Mortieren beginnen te brullen, pant8erge8chut overdondert elk ander geluid. En toch... ik vertrouw al dat geschiet niet. Tegen de morgen pas blykt, dat 2 compagnieën op elkaar hebben ge vuurd. In het verlaten Tangerang hebben ze alle jenever en whisky geroofd en „verwerkt". Een drijvende boomstam werd voor een boot met vijandelijke soldaten aangezien; het eerste schot viel en dat was het sein. De commandant zendt direct 2 com pagnieën weg en zo komen wy in eerste linie. Een 2de Landstormcompagnie wordt in alle haast opgeroepen. Zo werd deze „schande van Tange rang" onze vuurdoop. Er viel geluk kig maar een dode te betreuren. 's Middags kryg ik opdracht een patrouille uit te zenden, 3 km het voorterrein in. Zes flinke knapen wor den uitgezocht onder een oude ser geant. Nog geen kwartier zyn ze weg, 3 Mei 1902 De markt van 30 April was druk bezocht. Ongeveer 250 stuks vee werden aangevoerd. De opening van de Meimaand werd door verscheidene gezelschappen feestelijk gevierd. Tot bestuursleden van de Schut terij „Het Hof" werden gekozen de heren J. R. van Aarssen en Chr. Goumans. De Kommies J. P. W. Bouwens werd overgeplaatst naar Boxmeer. In de tuin van H. M. werden al dikke asperges gestoken van de koude grond. De opening van de Handboog- schuttery „Sint Joris" te Leunen werd bepaald op 11 Mei. Op 20 April herdachten Simon Claessens en Arnoldina Peters te Merselo de dag, dat zy voor 50 jaren in het huwelijk traden. Wegens een ongesteldheid van de bruidegom werd de viering uitgesteld. De Handboogschuttery „St Hu bertus" te Merselo besloot tot aan schaffing van een „drapeau". De installatie van Pastoor A. Reynen te Oirlo was bepaald op 4 Mei. De landbouwer S. te Wanssum werd op 29 April verrast met het bezoek van 42 gasten, gezonde krul staartjes, die door twee zeugen ter wereld waren gebracht. Voorbereidingen werden getrof fen tot viering van het 465jarig bestaan van de Sint Antoniusgilde ot ze stoten op een colonne Jappen van 40 man. De sergeant legt er 7 neer, voor ze kunnen antwoorden. Onderwyl laat hy de 6 jongens terugtrekken, 3 hun ner 50 meter, do anderen 100. On ervarenheid van de jongsten jaagt ze de dood in. De Jap maakt geen krijgs gevangenen op het slagveld. Ik zal deze drie broeders nimmer vergeren en hun dood kon ik niet voorkomen. Als ik het verslag van de patrouille commandant hoor, begry'p ik de tac tiek van de Jappenze zenden één dag voor de grote aanval groepjes stoottroepen het vijandelijke gebied binnen, om de tegenstander in de war te brengen. By ons lukt dat wonderwel. Als ik by de commandopost rapport uitbreng en de dood aan myn 3 jongens meldt, ratelt de veldtelefoon aan één stuk. Hier Jappen tussen de stelling, daar Jappen in het bos. Het zyn „zelf moord"-! roepen, meest losgelaten boe ven van Korea en Formosa. De 2de nacht in Bantam valt over ons en zal weer slapeloos voorbijgaan. Maar juist als we, nu menens, slaags raken, komt het bevelTerugtrekken. Onze commandant gelast volslagen stiltegeen praten, geen roken mag onze beweging verraden. Toch vragen we uitleg: Wy be grijpen niet, waarom dit alles. We kennen geen angst, we willen de dood van onze 3 vrienden wreken op die ploerten vlak voor ons. Het is een uur vol razernij, haat, verwarring. Je schiet in het donker op alt wat op je af komt. Een luitenant doorzeeft zyn eigen ordonnans met de pistool-mitrailleur. Ikzelf loop een steek op, maar voel het pas als kle verig bloed mijn broek doet plakken. Dan belooft de baas ons fluisterend, dat we op de stelling Bandoeng terug trekken; hier is onze taak volbracht. De Jap is één dag opgehouden en Andreas Knippenbergh, neef van de bekende geschiedschrijver Joannes van Knippenbergh. was in 1691 deservitor en later pastoor van Over- loon. Bernardu8 Lemmens was student „van 't Collegie" en oud-Prefekt van de Congregatie van O.L.Vr. Onbevlekte Ontvangen. Hy overleed te Venray 6 April 1861 in de ouderdom van 25 jaar. Gerardus Litjens werd 24 April 1824 te Venray geboren, hy' huwde Maria Wismans en overleed 3 Febr. 1902. Johannes Hubertus Loenen werd geboren te Leunen 18 September 1888, by trad in het huwelijk met Adeleida Maria Poels en overleed te Leunen 12 October 1940. Hy was directeur van de Boerenleenbank. Johannes van Meyel was in i860 weduwnaar van Geertrudia Evers, hy was akkerman en woonde aan de Heyde te Venray. Hij had als minder jarige zoon Peter Gerard, die te Elten schaapherder was. Elisabeth van Meyel was gehuwd met Antoon Willems, akkerman en woonde te Weverslo. Peter Johannes van Meyel was akkerman aan de Heyde. Gerard van Meyel was dienstknecht te Leunen. Willem van Meyel was zonder beroep en woonde aan de Heyde. Petrus Hubertus Josephus Antonius van Meyel werd geboren 5 Maart 1891, trad in het huwelijk met Anna Maria Johanna Poels en overleed 20 Decem ber 1931. 4 Mei 1889 Op 1 Mei had op de weg naar Leunen een droevig ongeluk plaats. Het paard van M. Heezen sloeg op hol. De bestuurder, de 22jarige zoon van genoemde landbouwer raakte onder het paard en overleed aan de gevolgen. te Well op 11 Mei. De heer van Slype belastte zich met de regeling. Te Meerlo bestond het plan een paardenverzekering op te richten. De Vrijwillige Brandweer zou op 5 Mei oefeningen houden en dan voor het eerst uitgedost zyn met de nieuwe helmen of uniformpetten. Peter Johannes Peters en Petro nella Minten vierden op 28 April te Broekhuizenvorst hun gouden bruiloft. Op 30 April bezocht de Commis saris van de Koningin in Noordbra bant het dorp Maashees. Mathijs Verriet, café Hoek Hen- seniusplein bericht, dat hy een nieuw eerste kwaliteit biljart geplaatst heeft. 3 Mei 1890 De Redactie wydt een hoofd artikel aan China en vermeldt het vertrek van de missionarissen, de Paters Christoffel van Bussel en Va- lentinu8 van den Oord, beide oud leerlingen van het „alom gunstig bekende Gymnasium te Venray". Op 27 April werd het 25jarig presidentschap van het Groot Semi narie van Mgr. Dr. P. J. Hoefnagels te Venray gevierd. De feestpredikatie werd gehouden door Pasloot' W. A. Notermans. De Fanfare Euterpe' bracht een ovatie. In zyn toespraak wees Mgr. Hoefnagels op twee schone karaktertrekken van een inboorling van Venray: innige liefde voor zyn geboortegrond en trouwe gehechtheid aan het geloof. Op de veemarkt van 30 April werden 150 stuks hoornvee en 250 biggen aangevoerd. Door de Gemeenteraad werd tot vroedvrouw benoemd Mej. Olfers te Meerlo. dat is genoeg. Zwijgend gaan we de donkere nacht in. Myn ransel slinger ik in de kali; alleen myn rozenkrans steek ik by me. Een lange sombere tocht door sawahs en bossen, tot onze knieën door de modder, klauterend tegen berghellingen. De bajonet heeft mijn knie door stoken; ik heb vergeten verband te vragen. De pyn komt pas als de kogels zwygen. Heel die ellendige nacht baggeren we verder. Als de ochtend gloort, is van de inlandse troepen geen man meer over; ze hebben de soldaten- broek verwisseld voor een sarong. Sluipend naderen wy Tjitjoeroek, waar Zusters Ursulinen ons byna juichend binnenhalen. Ze sloven zich uit, om voor dit verlopen stelletje, elen en drinken klaar te maken. Drie nachten zonder bed, 3 dagen zonder wassen en scheren, de stryd en de desillusie maken van een heer een schooier. Alle jongens, katholiek of niet, vin den geen woorden véor zoveel goed heid en menslievendheid."Als we weer verder trekken in de richting Ban doeng, 200 km verderop, weer dwars door het bos, beloven de Zustertjes voor ons te zullen bidden. We zien een trein staan, leeg. Wy erin, maar nauwelyks zitten we, of een Jap scheert over het station. We zyn ontdekt, en hals over kop weer eruit en verder. Gelukkig, want even laterbombers. Een paar bommen onze trein in puin. Ik denk aan die goeie nonnetjes; wat zullen ze bibberen en bidden. Die nacht staan we als achterhoede beveiliging de terugtocht van de grote verwarring in de centra. Eén wilde jacht van jeeps, vrachtwagens, sleeën van wagens raast over de weg. Dit is geen terugtocht, dit is een wilde vlucht. Vorige week Vrijdag hield de politie rechter zyn gebruikelijke zitting in Venray, teneinde recht te spreken over gepleegd onrecht en te straffen de zonden der mensheid. Het beste bier en het verschil tussen myn en dyn vormen wel telkens de hoofdschotels op deze rechtzittingen, 1 ook ditmaal. Zo was er een die op een rijwiel pad laveerde, in kennelijke staat van dronkenschap en een gevaar was voor zich zelf en anderen. Nu kan hy 30 gulden betalen of 15 dagen brommen. Dan waren er twee die, zy het op verschillende plaatsen, de politie op hardhandige wijze wilden beletten hun dronken arrestanten naar het politiebureau te brengen. Zelf waren ze ook niet brandschoon. Deze onge wenste hulp bracht 14 dagen voor waardelijk op, voor de een met een proeftijd van 1 jaar, voor de ander met een proeftijd van 3 jaar. Dat men dronken zijnde ook een gevaar is voor anderen, bewees de verdachte die maar eventjes een flinke spiegelruit insloeg omdat 'n kastelein hem niets meer wilde tap pen. De verzekering dekte de schade van de kastelein, maar niet die van de dronkeman die 14 dagen kan gaan zitten. By Kerstmis hoort een kerstboom dat dachten er ook twee die fijne Bparretjes hadden zien staan. In plaats van deze nu te kopen, kapten zy ze maar eventjes af. De Officier van Justitie vond het wel een verheven idee om op zo'n hoogfeest naar een gestolen boompje te zitten kyken, f 20.— of 10 dagen hechtenis was noodzakelijk om de vrede op aarde terug te bekomen. De woningnood brengt vele mensen tot rare dingen. Maar om dan zo maar enkele deuren en prof ijlen te gaan „organiseren" gaat toch te ver. De veidachte, die dit klaar speelde mocht nog van geluk spreken dat de rechter er niet uit wijs kon worden of ge noemde materialen feitelijk gekocht en niet betaald waren, of gewoon gestolen. Nu kwam hy er vanaf met een maand voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. Ook acacia's, niet uw eigendom zynde, moet u laten staan. Dat kost u andere maar geld, zoals de ver dachte, die zulks toch gedaan had. f 25.— boets of 15 dagen nadenken over deze diefstal maken het toch maar dure boompjes. De gelegenheid maakt de dief, zegt het spreekwoord. In dit geval een onbeheerde fiets met een pakje, inhoudende damesvest. Het pakje zat wat los; evenals de handen van een voorbijganger. Resultaatpakje weg Nu kan de voorbijganger uitrusten en nadenken over deze handigheid, een maand lang. Oude metalen en afval hebben hun hoogste pry'zen wel opgebracht. Geen wonder dat men op zulk spul uit was. Men mag dan echter niet onge vraagd koperdraaisel van z'n werk gever mee nemen, want dat komt veel te duur; nl. f 40.— of 20 dagen zakkies plakken. 3000 kg aardappelen kopen mag iedereen, doch niet als hy de verko per beduvelt, zeggende, dat na onderzoek de aardappelen niet voor consumptie geschikt zyn, terwijl zq dat juist wel zyn. Dit zaakje kost de koper nu 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Waar twee vechten hebben twee schuld. Of dit gezegde ook by kleine kinderen geldt is ons niet bekend. De vader van een der ruziemakende kinderen, waar het hier om ging, zal echter wel gedacht hebben dat zyn kind zonder schuld was. Hy stak dus de helpende hand (ot vuist) uit, waar door het andere kind pijnlijk in het gezicht werd getroffen. Nu kost hem dat vaderschap f 15.of 5 dagen brommen. Men kan het met een beslissing van een ander eens of oneens zyn. In het laatste geval moet men dat niet gaan demonstreren met zyn handen, want dan vallen er klappen, en het is bovendien erg onsportief als het over een doelpunt in een voetbalwedstrijd gaat. In ieder geval, de scheidsrechter in deze kwestie werd door zulk een onsportieve supporter onder handen genomen en, zoals hy ter zitting verklaarde, afge tuigd. Nu kan de man langs het lijntje er bij gaan zitten, 10 dagen lang. We dwingen elke wagen te stoppen: geen Jap zal levend door onze com pagnie komen. Eén weigert te stop pen en krygt een roffel kogels door zijn wagen. Ik vraag hemWaarom stopt U niet? Omdat de Jap ons op de hielen zit, sufferd I En wy dan, die pas uit Bantam komen en hier moeten blijven, verdo.., lafbek Wy begrijpen van de mentaliteit van deze lui niets; een paar dagen geleden nog hadden ze een air, of heel het land van hen afhing. Eu nu, zonder een Jap gezien of één kogel gehoord te hebben, vluchten ze. Wy begrijpen van de hele toestand niets. Met 15 man moet ik 3 wegen be waken. Nooit zal ik die ouwe Indio vergeten, die ik by me houdt, omdat het zo'n sukkel is. 30 jaar, waarvan byna 30 jaar trouwe dienst op een kantoorkruk. Ik sta alleen met hem op een eenzaam punt. Telkens veizint hy een smoesje, om tenminste zyn eigen stem te horen. De stilte beklemt ook my. Alles is gevlucht, Batavia is al gevallen en wij staan hier maar. Hy fluistert over zyn zieke vrouw en nu pas besef ik, hoe erg bang deze man moet zyn; dat hy nu pas het gevaar beseft en de angst voelt, waar ik al maanden tegen vecht. Stotterend vraagt hy telkens weer, wat ik doen zal, als de Jappen gaan komen. Ik geef maar antwoorden, varieerend van vechten tot vluchten. Ik zeg maar wat om hem te sussen. Als het te bar wordt, stuur ik hem naar de kapitein. „En bljjf daar maar want hier is niets meer te doen." Dan klinkt voor het eerst zyn stem vastberaden: „Nee, baas, ik blijf, dan sterven we samen". „Ouwe vriend, jy bent eeu held, jy Zondagmorgen hing de vlag uit in Huize Servatius en om 11 uur trok er de fanfare van Servaas naar de hoofdbouw, waar een groot gezelschap by elkaar was. Hier stonden o.m. de heer Burge meester, Vader Overste met verschil lende van zyn medebroeders, alsmede het Bestuur van het Ned. Rode Kruis afd. Venray. Het eerste sprak de heer Laurensse, als voorzitter van het Rode Kruis en hy onthulde dat dit gezelschap samen gekomen was, om aanwezig te zijn by de uitreiking van het Herinnerings- kruis 1940—1945 aan Broeder Adel- bertus als Overste van de inrichting St. Servatius. Hiermede wil het Ned. Rode Kruis enigszins de verdieDsten eren, die Huize Servatius zich gedurende de oorlog heeft verworven, toen zy bin nen haar muren honderden vluchte lingen gastvrij opnam. Wat dat betekende, kunnen het beste zy getuigen, die gedurende de bevrijdings dagen in Huize St. Servatius hebben vertoefd. Ook de heer Burgemeester gaf op welsprekende wyze de dank weer, die Venray aan de Broeders en ver plegend personeel van Servatius verschuldigd is. Ondanks het feit dat zy de handen leeds vol hadden aan de evacuees van eigen inrichtingen van elders uit den lande, hebben zy, toen de nood aan de man kwam, hun poorten gastvrij opengezet voor de vele vluchtelingen uit Overloon en verdere omgeving en niet in het minste voor de vele Venrayse fami lies, die verdreven van eigen hof en haard hier een veilig onderdak kregen. Wat dat gekost heeft zou misschien het best Broeder Krul hebben kunnen zeggen, wiens ver diensten men reeds eerder heeft ge- eerd met een onderscheiding. Maar naast Broeder Krul stonden de vele ongekenden, die dikwijls hun leven waagden voor de getroffen medemens. Het was hem als Burgemeester dezer Gemeente dan ook een grote voldoening deze decoratie uit te kunnen reiken aan de Overste van St. Servatius, daarmede allen erende, die zich toen met de inzet van hun gehele persoon hebben ingezet voor de leniging van al het leed, dat aan honderden onschuldigen was bereid. zou je plicht doen, rillend van angst. We trekken verder terug, Soeka- boemi binnen. Geen Jappen, maar zodra Japanse vliegtuigen ons ont dekken, weer bommen. Ze slaan met hels lawaai in, vlak by. We zyn aan veel gewend. Die drie dagen en nachten in Bantam heeft een onop houdelijke regen van kogels, bommen en granaten ons bestookt. Maar hier is geen ruimte. In plaats van soldaten sterven 106 kinderen. Een der bom men trof een school, wy zaten onder de bomen op de speelplaats. Ook hier geen moment rust. Verder dus. We bereiken de volgende dag Tjirandjang, de grens van de stelling Bandoeng. Weer een bombardement: 1 doode. In Radja Mandala kunnen we niet meer. Het is nu 6 dagen, dat we geen bed gezien hebben, noch een behoorlijk maal hebben gegeten. Je slaapt af en toe even in het gras. Ja eet hier een vrucht, daar een maïskolf. Alleen de sterkste knapen zyn tegen deze zenuwslopende stryd bestand. We krygen even rust, in afwach ting op nadere orders uit Bandoeng. '8 Morgens weer een verkenner boven de kampong. Een fanatieke Menado- nees steekt zyn mitrailleur omhoog en jaagt een band kogels de lucht in. Nog geen half uur later duiken 3 Stukabombers op ons neer. Ik duik met een stel jongens in een overdekte loopgraaf. Het dak van klapperstam- men waggelt en wordt uit elkaar geslagen door de luchtdruk van do inslaande bommen. Men zwygt, zweet en bidt. Ik hoor luidkeels een weesgegroet bidden door een knaap, waarvan ik nimmer heb geweten, dat hy katholiek was. Door het gat in het dak steekt ineens een hoofd naarbinnen: „Is hier geen verpleger Er liggen veel gewonden buiten". De stem van Pater Kuypere rustig en zeker.

Peel en Maas | 1952 | | pagina 5