DE TAIL
is gans cm
volk
St. Nicolaas en Kerstmis
in Korea
Boeren moeten
grasland scheuren!
Uit „Maas en Peel"
ORGELHOEKJE
ZATERDAG 19 JANUARI 1952 No 3
DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS XJ
!A VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ABONNEMENTS
SLEF. 512 GIRO 150652 PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45
DRUK EN UITGAVE FIRM
GROOTESTRAAT 28 Tl
voer zijn de varkens en ons
pluimvee. Er zyn dus twee moge
lijkheden of de varkens- en
pluimveestapel moet worden
ingekrompen of er moet meer
voedergraan komen. De laatste
oplossing is de gewenste, terwijl
daarvoor tevens de mogelijkheid
in ons land aanwezig is.
Onze boeren moeten het grasland
scheuren, dat toch niet productief is.
De minister heeft uitgerekend dat de
hiervoor noodzakelijke oppervlakte
van 100000 ha aanwezig is. terwijl
er bovendien nog wel 10OOOO ha over
blijft, die geen of onvoldoende functie
heeft Dit lijkt ons een redelijke eis
en wy hopen dat aan dit verzoek
zoveel mogeJyk zal worden voldaan.
Vanzelfsprekond zette do minister de
stok achter de deur door een ver
plichte scheuring aan te kondigen
wanneer aan de verwachting niet
wordt voldaan.
Levensbelang
Wij kenden een tyd in Nederland,
die plantsoenen tot aardappelvelden
omtoverde. Dat was in de oorlog en
al vonden we het jammer, ieder
erkende do noodzaak om onze voed
selpositie te verbeteren.
Deze toestand in de voedergranen
komt op hetzelfde neer. Het is een
levensbelang, niet alleen voor de
pluimvee- en varkenshouders, maar
voor het gehele volk. Varkensvlees
en eieren zyn exportproducten. De
fabrikanten van conserven, de hande
laren en al het bij hen werkzame
personeel zyn hierbij direct betrokken.
Hot achterwege blijven van export
tast onze handelsbalans aan, waarmee
de invoer van andere goederen weer
onmogelijk wordt gemaakt. Dit ver
groot opnieuw de werkloosheid en
dat moet worden voorkomen.
De regering nodigt de boeren uit
hun improductief grasland te scheuren
voor een belang waar zy zelf in de
eerste plaats by gebaat zyn en daar
naast het gehele volk. Laat men
vrijwillig aan dit verzoek voldoen,
zelfs al wordt het gevraagd dooreen
minister, die mogelijk de gunst van
een aantal boeren verspeeld heeft
om welke reden dan ook.
Zou men tot een gedwongen
scheuring moeten overgaan dan
is dit niet alleen onsympathiek
voor degenen, die laDgs vrijwil
lige weg misschien hun land
voor andere doeleinden kunnen
blyvon gebruiken maar dan
dwingt men bovendien de staat
tot controle-uitgavon, die verme
den kunnen worden. Hier heeft
men het aldus eens zelf in de
hand om onnodige staatsuitgaven
te vermijden.
Dank zy onze boeren bleef ons volk
in de oorlog voor 't grootste deel
gespaard voor de hongerdood. Afge
zien van een minderheid, die op
grove wyze van de nood-toestand
heeft geprofiteerd, hebben zy hun
opdracht in die dagen verstaan. Laat
men ook nu letterlijk de hand aan
de ploeg slaan, opdat de precaire
veevoederpositie van ons land zo
spoedig mogelijk worde verbeterd.
Dit is een landsbelang van de eerste
orde.
De Friese Beweging heeft de laat-
ste^tyd veler gemoederen in beweging
gebracht. Toen 'n rechter (zelf Fries)
by een rechtzitting een Fries praten
de beklaagde niet wenste te verstaan,
heeft die edelachtbare van zeer vele
Friezen nogal wat te horen gekregen.
Zo werd ook een journalist veroor
deeld die hierover misschien har
der dan nodig was in zyn krant
geschreven had. Toen leek, op een
gegeven ogenblik, het hek van de
dam en werd er tamelijk hard door
de Friezen opgebokst. Eu dit alles
feitelijk om een taalkwestie.
Men is reeds lang in Friesland
doende te werken aan en voor de
Friese taal en schone letteren. Een
poging, die groot succes heeft gehad.
De Friezen hebben inderdaad hun
taal zodanig weten te bewaren, dat
op dit moment zowel boer, zakenman
en arbeider of professor de Friese
taal spreekt en in vele gevallen ook
schrijft, vooral in onderling verkeer.
Het feit dat 'n rechter de Friese
taal niet wenste te verstaan, is voor
de Friezen aanleiding geweest tot 't
maken van tumult, omdat zy meen
den, dat de aantasting van hun taal
een aantasting is van hun waardig
heid. Als goed lid van 't Koninkrijk
der Nederlanden, zo zeggen zy, zijn
wy ook goede Friezen en waarom
moet do Hollandse taal in Friesland
hoogtij vieren indien we zelf een
pracht taal hebben, die iedere
Fries spreekt en verstaat.
Waarom is het dan niet mogelijk
dat 'n eed in het Fries wordt uitge
sproken en waarom moet met alle
geweld het hoog Hollands de voer
taal zijn. Do Friezen zien dit als een
vervlakking der cultuur en 'n gees
telijke gelijkschakeling die onnodig is.
Daarom gaat deze stryd niet tegen
een rechter, maar om de culturele
bloei van Friesland, in het rijke ge
heel van het cultuurgebied dat nog
steeds het „Koninkrijk der Neder
LANDEN,, heet.
Hoewel hot zeer verleidelijk is, om
over deze kwestie nog verder uit te
wijden, omdat een taalverlies inder
daad gelijkschakeling en vervlakking
betekent die niet anders dan nadelig
kan werken, willen we er verder
het zwijgen toedoen. Ook over andere
aspecten, als de zo zeer gesmade
„Hollandse overheersing", waar nog
veel over te schrijven zou zyn.
We willen ons beperken tot de
doelstellingen van de Friese Bewe
ging zelf. Zy bevordert o.m. het ge
bruik van eigen taal in eigen land.
Het is hierop dat wy m bijzonder
willen wyzen, omdat een dergelijke
beweging ook in Limburg werkt en
steeds propaganda maakt voor het
gebruik van eigen dialect, (als men.
niet van taal wil spreken).
„Veldeke,, is op dit gebied in ons
Limburg, wat de Friese Beweging
in Friesland is. We geloven echter
niet dat men hier even ver komt of
hetzelfde kan beleven als wat we bv
in Leeuwarden hebben gezien.
Ook ,.'t Veldeke" doet zeer veel en
goed werk, maar daarvan profiteert
Noord Limburg jammer genoeg niet.
In tegenstelling met het Zuiden is er
in het Noorden een zekere schuwheid
wat het dialect betreft, ook hier in
Venray 1 Velen vinden het boers, dat
plat Venrays, en zo onbeschaafd, dat
eigenlyk alleen geschikt is voor een
Oarnavalsklup. Desnoods ook voor 't
doodgewone mannetje dat geen ver
der onderwijs genoten heeft en zich
niet in beschaafd Nederlands (hoog
Hollands) weet uit te drukken.
In tegenstelling met andere zien
zovele in ons dialect een vernederend
iets, iets dat als folklore wel aardig
is, maar ons verder weinig meer
zegt, omdat we immers zo „be
schaafd" spreken.
We mogen echter een voorbeeld
nemen aan de Friese Beweging die
voor het handhaven van hun taal,
offers weten te brengen. Die er op
staan dat in Friesland Fries gespro
ken en verstaan wordt, ook door hen
die er krachtens hun ambt vari hoger
hand worden aangesteld.
Ook de Zuid Limburger verlochent
zyn taal niet en waar twee van deze
praten klinkt het dialect, of ze nu
burgemeester of arbeider zyn, zy
vinden dat doodgewoon en heel
natuurlijk. Wy hier in Venray scha
men ons daarvoor.
Ons dialect is geen levend bestand
deel meer van ons gemeenschaps
leven, integendeel, langzaam maar
zeker sterft het uit en spreken we
hoog Hollands. We vinden dat van
die Friezen maar flauwe kul en het
dialect spreken van onze Zuidelijke
broeders maar verwaandheid en we
durven tegenover een buitenstaander
kwalijk meer te erkennen, dat ook in
Venray eeD dialect wordt gesproken.
Men ziet dan echter do oude Ven-
rayse aard verloren gaan, we zien
hier de gelijkschakeling al komen,
waardoor veel schoons verloren gaat.
We kunnen van onze Zuiderburen
en de Friezen nog een hele hoop
leren, maar of we 't doen zullen, is
een andere vraag
Op de laatste dag van het oude
jaar, terwijl het buiten vriest dat de
barometer bedenkelijk dicht naar de
30 graden orider nul schiet, wil ik
dan nog gauw even mijn laatste
avonturen beschrijven, die tevens de
avonturen zijn van het Nederlandse
detachement in deze contreien.
Einde rust
In Fwachon hebben we, zoals ik
reeds eerder schreef, onze rusttijd
doorgebracht, met veel slapen en
luieren. Het St. Nicolaasfeest bracht
daar echt wat afwisseling in liet
eentonig rustleven.
Van vrienden en kennissen uit
Nederland hadden de verschillende
koks amandelspijs gekregen en zo
werd dan op St. Nicolaasavond boter
letter en gevulde speculaas met
ruime hand uitgedeeld.
Bovendien had Schiedam voor goede
gave gezorgd, zodat daar ver in
Korea, terwijl buiten de wind loeide
en het vroor dat het kraakte, in
on?e tenten een echte gezellige
warmte en huiselijke St.Nicolaassfeer
heerste.
We luierden door tot 17 December
toen een officier van de S 2—3 ons
tentenkamp binnenstapte en wy
wisten dat het goede leven zyn einde
nam. Deze officier kwam ons name
lijk vertellen welke nieuwe plannen
het hoofdkwartier van de U.N.O.-
legers voor ons had uitgebroed. Uit
zyn deftige speech bleek, dat we
uitverkoren waren om de Turkse
brigade de snorrenbrigade, vanwege
hun prachtige snorren moeten gaan
aflossen.
Dat is bedenkelijk, want deze
Turken liggen als een speerpunt in
de vijandelijke linie, zodat ze voor,
links en rechts van hen Chinezen en
Noord-Koreanen hebben liggen.
Als opwekkende mededeling wordt
er verder aan toegevoegd, dat, als de
wapenstilstand niet doorgaat, het
niet bepaald rustig op dat stukje
Koreaanse grond zal blyven.
Ondanks dat minder prettig voor
uitzicht blyft onze stemming goed
en als we op weg naar het front zyn
wordt er zelfs gezongen. Wy ouderen
doen dat tevens voor de pas aange
komen Nederlanders, die nu onher
roepelijk hun vuurdoop tegemoet
gaan en waarvan sommigen nu
tamelijk stil op de botsende wagens
zitten. We rijden dooi een tamelijk
vlak gedeelte en zien daar de grote
Amerikaanse tanks opgesteld, die
een eventuele terugtocht moeten
dekken.
Na enkele uren ryden men kan
beter hobbelen zeggen houden we
in een kleine vallei halt en krijgen
we plaatsen aangewezen voor het
bouwen van bunkers in de heuvels.
Dit is geen gemakkelijke karwoi,
want de aardkorst is bevroren en de
grond is bovendien erg rotsachtig.
Voor de bedekking van de bunkers
kappen we bomen, waar dan asfalt-
papier en een laag aarde van 70 cm
over heen komt. Dat is ons prefab-
systeem en het biedt uitstekend
dekking tegen mortiervuur.
We graven als volleerde D.U.W.-
mensen en als we twee uren op deze
karwei gezwoegd hebben komt er
een ordenans vertellen dat we op de
verkeerde plaats bezig zyn en oen
halve mijl verder moeten.
De duisternis is intussen gevallen
en er stijgt een waar gehuil op voor
deze zakelijke maar minder prettige
mededeling. Onder ontzaggelijk ge
kanker laten we onze prefabs achter
om een halve myl verder de nacht
door te brengen in de open lucht in
onze slaapzakken.
0ndank3 het mortiervuur snurken
enkele oudgedienden een half uur
daarna al stukken uit de hemel,
's Morgens tegen het eerste morgen-
kriekt U, dat hier gewoonlijk bar koud
is, stoken we onze vuurtjes. Er wordt
geen eten gebracht en we kankeren
dus weer eens heerlijk.
Heuvel 503
De plaats waar we feitelijk naar
toe moeten weet geen mens en zo
hangen we de hele dag rond, terwijl
de gezonde soldatenmaag luid om
eten knort.
Plaats noch eten bereiken wy die
dag. Terwy'l de barometer 23 graden
onder nul aan wyst, slapen we ook
de tweede nacht onder de blote
hemel en 's anderdaags hebben we
yspinnen aan ons neus hangen. Maar
dan weten we waar de Turken zitten
en trekken we op om hen af te
lossen.
De Turken, die ware vechters zyn
als ik hen zie, denk ik altyd aan
de Kruistochten hebben hier vier
maanden letterlijk *en figuurlijk de
spits afgebeten en de Chinezen heb
ben ontzaggelijk respect voor deze
snorrenmannen.
De aflossing die in het duister
gebeurt, is plechtig. De Turken geven
ons allemaal een hand en bemoedi
gende schouderklopjes. Met hetzelfde
plechtige gebaar nemen de kanonnen
afscheid. Ieder vuurt nog enkele
schoten op de Chinezen en dan zitten
wy Nederlanders aan welhaast een
van de uiterste puntjes van het front.
Op de stafkaart in het hoofdkwartier
zal wel gemeld zyn dat de Neder
landers heuvel 503 zonder verliezen
van de Turken, mannen met een
zeer hoog moreel en buitengewone
tucht, hebben overgenomen.
We krijgen de oude Turkse bun
kers en voelen ons koningen te ryk.
Daarnaast witte mantels, van binnen
met dikke pels, en sneeuwschoenen,
om minder op te vallen in dit be
sneeuwde landschap.
De eerste dag blyft het kalm, maar
de volgende dag moeten we contact
patrouille gaan lopen, om eens te
zien wat voor vlees we in de kuip
hebben, of liever hoe groot en hoe
sterk de vijand is waartegen we
zullen moeten boksen.
Hendrik is ook van de party en
tegen het ochtenduur vertrekken we
met 22 man, die zich later in ver
schillende groepen splitsen. Door de
sneeuw gaan we langzaam vooruit.
Het is tamelijk licht door de maan
en sterke schijnwerpers die tegen de
wolken voor indirecte verlichting
zorgen.
Schrik
Met vier man slopen we zo dicht
mogelyk langs de helling, totdat ik
plotseling myn eigen styf schrik.
Achter een vooruitspringende rots
punt gluurt een Chinezengezicht.
Ik heb eerlyk nooit begrepen, waar
de uitdrukking verlamd van schrik
vandaan kwam. Toen wist ik het.
Ik kon totaal niets doen en was
gewoon verlamd van schrik. Het
duurde eeuwen voordat ik mijn
karabijn omhoog had en hem in de
wilde weg leeg kon schieten, terwijl
ik hals over kop dekking zocht. Ook
myn kameraden reageerden op
dezelfde wijze. Later blijkt dat alles
nog geen twee minuten heeft geduurd,
maar dit duurde voor ons eeuwen.
Na enige tyd sluipen we naar de
Chinees toe, wiens hoofd maar achter
die rotsblok uit blyft loeren. By
nader onderzoek bleek het een lyk
te zyn. Hy is waarschijnlijk terwijl
hij in gevechtspositie stond door een
vliegtuig een „ridel" mitrailleurs
kogels in zyn rug geschoten en is
zo blyven hangen. Later hebben we
om dit hele geval hartelyk gelachen,
maar op dat moment, midden in die
vijandelijke stellingen, was er weinig
aardigheid aan.
Als we bijna tërug zyn, krygen
Chinezen ons in de gaten en dan is
het gedonder in de glazen. Onze
karabijnen doen hun plicht en als de
groep Chinezen terugtrekt hebben we
een gewonde krijgsgevangene.
Doordat we maar langzaam vooruit
kunnen, duurt het lang voor we in
de bunkers terug zyn en ondanks
het feit, dat er geen vuur is, geen
koffie en geen brood, zyn we alle
maal blij weer veilig „thuis" te zyn.
Zaterdagmorgen komen er tanks
en kruipen we er op om een heuvel
in de nabijheid eens nader te be
kijken. Terwy'l mortier en granaat-
vuur ons dekt, gaan ook wy schietende
en vechtende deze heuvel op. De
Chinezen, die in open stellingen de
heuvel verdedigen, hebben vele doden
en gewonden. Om 2 uur is de heuvel
in „ons" bezit. Onze nieuwe kolonel
Christensen leidde voor het eerst de
gevechten en deze actie mag succes
vol genoemd worden.
Jammer genoeg sneuvelde by ons
sergeant Teunissen, die posthuum de
Silver Star van de Amerikanen kreeg.
We hadden ook een twaalftal ge
wonden, die snel werden afgevoerd.
Wy hadden 17 Chinezen krijgsgevan
gen gemaakt, slecht geklede, schuw
loerende kerels, die naar het Regi
mentshoofdkwartier werden overge
bracht.
We vermisten een man bij onze
troep en de volgende dag wordt een
patrouille uitgestuurd om hem te
zoeken, maar deze keert laat terug
met niets anders als zijn helm en
jacket, maar van de vermiste verder
geen spoor.
Kerstmis
Opzij van ons gaan dan de Ameri
kanen tot de aanval over, natuurlijk
onder hels kanonnenvuur en een
macht van vliegtuigen. Ondertussen
is het Kerstmis geworden en op
eerste Kerstdag is het betrekkelijk
kalm. Zo nu en dan schieten de
kanonnen en er is weinig van een
Vredesboodschap te bekennen. Voor
on8 is het een dag als alle dagen,
maar tegeD de middag komen de
Kerstpakketten van het Ned. Rode
Kruis. Iedereen is vol lof over de
nuttige inhoud daarvan en met een
kop warme koffie, die wat naar
benzine smaakt, omdat hy in benzine-
blikken naar boven gebracht is, viert
iedereen dan Kerstmis met zijn eigen
gedachten.
In de tweede Kerstnacht moet ik
op patrouille en keer weer moe en
koud terug, na door onze eigen
troepen nog onder vuur genomen te
zyn. Iedereen heeft de pest in. In
het voorterrein zijn namelyk verklik
kers met microfoons opgesteld die
practisch alle geluiden, als het
breken van takjes e.d. overbrengen
aan de luisterposten.
Onze radioposten hadden echter
niet tydig doorgegeven, dat wy zelf
er op uittrokken en toen deze ver
klikkers onze aanwezigheid verraadde,
dacht men op het comp. kwartier,
dat de vyand in aantocht was, met
het gevolg, dat ze even een stoot
machinegeweervuur weg gaven, dat
ons hals over kop dekking deed
zoeken. Gelukkig kregen de radio
mensen wat in de gaten, maar al die
tyd hadden wy water en bloed
gezweet.
Tot overmaat van ramp vliegt
's nachts onze bunker in brand. We
hadden van een mortierbus een
kachel gefabriceerd, maar deze brandde
zo goed, dat we Tweede Kerstnacht
in de openlucht kunnen slapen. We
beginnen ook last te krijgen van
onbekende zwarte vliegtuigen, die
bommen gooien, de B.-Compagnie
heeft hierdoor al zes gewonden
moeten afvoeren. Ook wordt herhaal
delijk gewaarschuwd, dat Chinezen
in burgerkleding de frontlijn proberen
te passeren, maar wy merken daar
niets van, hier op de top van onze
26 Januari 1889
Op de Jaarmarkt van 21 Januari
waren aangevoerd 16O stuks hoornvee
en 100 biggen; de handel was zeer
levendig.
Er werd per advertentie gevraagd
een vrije kamer met kost en bewas-
sing af 15 per maand.
van 18 Januari 1890
Aan F. A. J. Corbey, ontvanger van
de directe belastingen, werd een
pensioen verleend van f 666.—.
25 Januari 1890
Op de Jaarmarkt van 20 Januari
werden aangevoerd 139 stuks hoorn
vee; de prijzen varieerden tussen
f 80.— en f 280. De prijzen van de
108 biggen lagen tussen 8 en 11 gul
den.
Op 19 Januari overleed te Venray
Pastoor L J. Claessens.
1 Februari 1890
De Weleerw. Heer Litjens, Pastoor
te Beegden, vroeger gedurende 14
jaren rector te Castenray, werd van
de laatste H.H. Sacramenten voor
zien.
Prijken nu ln alle huiskamers de
orgelbusjes Ja Toch niet oveial
want men ziet ze ook hier en daar
staan in de winkels en cafó's. Dit is
echter niet de bedoeling.
De busjes zyn bedoeld als GEZINS-
busjes en niet voor de klanten, die
een zaak bezoeken.
Leest men ook geregeld de slagzin,
die op de busjes staat: Bouwt mee
aan UW orgelDeze slagzin heeft
ook de aandacht getrokken van de
jeugd en hoe kan 't anders, 't eerst
de aandacht van die jeugd, die opge
leid wordt tot bouwer.
Wie dat zyn
Wel de leerlingen van de Am
bachtschool. Deze worden immers
opgeleid tot vaklui, die later zullen
bouwen (fabriceren, construeren, re
pareren enz.) Van die leerliDgen
mochten wy een bedrag ontvangen
van f 50.—
Mooi zo, jongelui. Van harte dank
Wie volgt dat voorbeeld. Bouwt mee
aan Uw orgel
heuvel.
Daags voor oude jaar gaan de
Chinezen tot een aanval over op
onze heuvel. We zien zo'n kleine
honderd man de heuvel opstormen,
zwaaiend en roepend, maar halver
wege beginnen onze mitrailleurs hun
dodelyk werk en het duurt niet lang
of de Chinezen trekken af. s doden
blyven achter, maar de gewonden
sleuren ze zelf mee, voor zover het
maar enigszins kan.
Verder blyft het kalm, alleen heb
ben we zo net een ongeluk gehad,
toen een wacht op een buitenpost de
aflosser om zyn wachtwoord vroeg.
Deze heeft de wachter waarschynlyk
niet verstaan door zyn bontmuts,
waarop deze een handgranaat gooide.
De aflosser is zwaar gewond en zo
juist afgevoerd.
En zo zitten we dan te wachten
hier in onze bunker op het jaar dat
komen gaat. Zal het een einde bren
gen aan dit vechten in een vreemd
land of heeft er nog niet genoeg
bloed gevloeid over de dorre Koreaan
se bodem Hier midden in het front
beseft men pas welk een grote mis
lukking, welk een grote dwaasheid
oorlog is.
HENDRIK AARTS
Nieuws uit
Venray en Omgeving
Zondagsdienst Doktoren.
Van Zaterdagavond 8 uur tot
Maandagmorgen 8 uur
Dr. BLOEMEN
Telef. 465
Alléén voor spoed gevallen.
Visites moeten aangevraagd worden
vóór 12 uur.
GROENE KRUIS
Donderdag 24 Januari:
Consultatiebureau voor zuigelingen
uit de Kerkdorpen
VERBOD
tappen sterke drank op
Haandag 21 Januari a.s.
Venrays' Allemansmarkt
De Burgemeester van Venray her
innert aan het bepaalde in art. 126
der Algemene Politieverordening van
Venray; waarby het verboden is op
Maandag 21 Januari a.s. (Allemans
markt) na een uur des namiddags in
localiteiten, waarvoor vergunning is
verleend tot verkoop van sterke drank
in het klein, sterke drank te koop
aan te bieden, te verkopen, te ver
ruilen, af te leveren, ter beschikking
te stellen, ten geschenke te geven,
te gebruiken of toe te staan dat al
daar sterke drank verbruikt wordt.
By overtreding zal onmiddelyk 'n
proces-verbaal worden opgemaakt.
Venray 15 Januari 1952.
Bekendmaking
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat zy besloten hebben,
zulks ter uitvoering van het besluit
van de raad dier gemeente van 17
October 1946, aan het bestuur der R.
K. Lagere Meisjesschool te Venray—
Oirlo medewerking te verlenen voor
de heraanschaffing en reparatie van
diverse tengevolge van het oor
logsgeweld verloren gegane of bescha
digde schoolmeubelen en leer- en
hulpmiddelen en daartoe een bedrag
van ten hoogste f 2224.65 uit de ge
meentekas ter beschikking hebben
gesteld.
Venray, 8 Januari 1952.
Burgemeester en Wethouders
A.H.M. Janssen, burgemeester
H. Vorst, secretaris.
Hontbewerkersbond
Maandag a.s. zullen de houtbewer
kers feest vieren ter gelegenheid van
het eerste lustrum van hun bond.
Opgericht na de bevrijding is men
met 13 leden begonnen. Thans zyn
alle beroepsgenoten lid van deze ver
eniging, die zich in 'n goede belang
stelling mag verheugen. Zo worden
bv. de opkomst by vergaderingen en
de samenwerking met de weikgevers
voorbeeldig te noemen. Het is dan
ook geen wonder dat men dit eerste
lustrum niet ongemerkt voorbijgaat-
Wordt 1953 een crisisjaar voor onze vee
voederpositie
Het agrarisch belang is in Nederland wel in 't bijzonder een volks
belang. De tyd is voorbij dat wy kunnen spreken van Nederland
als een landbouwende natie, waarby de tuinbouw en veeteelt dan
ook gerekend worden. Toch vindt een groot deel van onze bevol
king nog een bestaan in landbouw en veeteelt 8D aan deze geluk
kige omstandigheid danken wy onze goede voedselpositie, die in
de wereld in 't algemeen niet zo gunstig is.
Het is minister Mansholt die in de regering de landbouwbelangen
vertegenwoordigt en hoewel er onder zyn politieke voor- en tegen
standers wel eens ferme critiek op zyn beleid wordt uitgeoefend,
over 't algemeen geeft hy blijk van kennis der landbouw-aangelegen-
heden. Zyn bestuur, waarin hy voor de boeren op de bres staat,
moet passen in het algemeen economisch plan, dat de regering
nastreeft. Daarbij moet ook het landbouwbelang wel eens wijken
voor het geheel en speciaal op het gebied van de pry zen leidt dit
soms tot ernstige strubbelingen.
Wij denken aan de melk- en bloem-
prijs, die beide zo grote invloed
uitoefenen op de kosten van het
levensmiddelenpakket, zodat hier
voortdurend sprake is van wikken en
wegen. Nu eens moeten de boeren
een veer laten, dan weer het consu
merend publiek.
Ook de export-activiteit op het
terrein van landbouw en veeteelt
dient de aandacht te hebben van de
minister. Wy geloven dat deze
zodanig is, dat de producenten hier
over in 't algemeen niet te klagen
hebben. De Nederlandse consument
daarentegen heeft op dit punt nogal
eens critiek, welke gerechtvaardigd
lijkt wanneer men slechts naar een
bepaald onderdeel kijkt, maar die
dikwijls onvermijdelijk is in het
licht van de handelsbalans en devie-
zenpositie. De goede voedseltoestand
van ons land danken wy stellig in
de eerste plaats aan de activiteit der
boeren, maar het departement van
landbouw speelt daarby stellig niet
de slechtste rol in ons bestuurs
apparaat.
Helaas zyn wy ook op agrarisch
terrein niet onafhankelijk van het
buitenland. Onze broodgraanproductie
is onvoldoende voor de consumptie
en daarin zal voorlopig wel geen
verandering kunnen komen. Voor de
oorlog was dit niet zo erg als nu,
want toen konden wij invoeren wat
wij wilden. De valutapositie van ons
land was gunstig.
Een andere kwetsbare plek is echter
die van het voedergraan, want zelfs
indien hiervoor vreemd geld beschik
baar is, kan men het niet of met
grote moeite kopen. De minister
heeft terecht in de Kamer met grote
nadruk op dit probleem gewezen. De
bevolking in de wereld steeg sinds
1938 met 13 pet, de voedselproductie
nam echter slechts toe met 9 pet. In
het byzonder wérd dit tekort veroor
zaakt door de onvoldoende productie
van veevoeder.
Belangrijker echter nog is bet
gebrek aan samenwerking onder de
agrarische landen. Waar dit gebrek
aan internationale coöperatie op
industrieel gebied reeds zo funest is,
kan dit op agrarisch gebied zelfs
oorzaak zyn dat duizenden mensen
verhongeren. Dit wordt onvoldoende
beseft, niettemin worden daardoor de
problemen niet opgelost. En Nederland
heeft een voedselprobleem voor zyn
vee van de eerste rang, waar het
bovendien zelf nog veel aan kan
doen.
Meer voer of minder ree?
Onze invoer aan voedergraan moet
in 1952 ongeveer 800.000 ton bedragen.
Tot op heden heeft de regering
600.000 ton gekocht. Zy kan er niet
in slagen de rest by te kopen, zodat
op de aanwezige voorraad moet
worden ingeteerd. Voor het jaar 1953
zien de omstandigheden er nog
ongunstiger uit. By zo'n schaarste
lopen de. pry zen op, zodat het land
bouw-egalisatiefonds redding moet
brengen. Natuurlijk kan dit slechts
gedurende korte tyd.
De grootste consumenten van dit