DE TAIL is gans cm volk St. Nicolaas en Kerstmis in Korea Boeren moeten grasland scheuren! Uit „Maas en Peel" ORGELHOEKJE ZATERDAG 19 JANUARI 1952 No 3 DRIE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS XJ !A VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ABONNEMENTS SLEF. 512 GIRO 150652 PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45 DRUK EN UITGAVE FIRM GROOTESTRAAT 28 Tl voer zijn de varkens en ons pluimvee. Er zyn dus twee moge lijkheden of de varkens- en pluimveestapel moet worden ingekrompen of er moet meer voedergraan komen. De laatste oplossing is de gewenste, terwijl daarvoor tevens de mogelijkheid in ons land aanwezig is. Onze boeren moeten het grasland scheuren, dat toch niet productief is. De minister heeft uitgerekend dat de hiervoor noodzakelijke oppervlakte van 100000 ha aanwezig is. terwijl er bovendien nog wel 10OOOO ha over blijft, die geen of onvoldoende functie heeft Dit lijkt ons een redelijke eis en wy hopen dat aan dit verzoek zoveel mogeJyk zal worden voldaan. Vanzelfsprekond zette do minister de stok achter de deur door een ver plichte scheuring aan te kondigen wanneer aan de verwachting niet wordt voldaan. Levensbelang Wij kenden een tyd in Nederland, die plantsoenen tot aardappelvelden omtoverde. Dat was in de oorlog en al vonden we het jammer, ieder erkende do noodzaak om onze voed selpositie te verbeteren. Deze toestand in de voedergranen komt op hetzelfde neer. Het is een levensbelang, niet alleen voor de pluimvee- en varkenshouders, maar voor het gehele volk. Varkensvlees en eieren zyn exportproducten. De fabrikanten van conserven, de hande laren en al het bij hen werkzame personeel zyn hierbij direct betrokken. Hot achterwege blijven van export tast onze handelsbalans aan, waarmee de invoer van andere goederen weer onmogelijk wordt gemaakt. Dit ver groot opnieuw de werkloosheid en dat moet worden voorkomen. De regering nodigt de boeren uit hun improductief grasland te scheuren voor een belang waar zy zelf in de eerste plaats by gebaat zyn en daar naast het gehele volk. Laat men vrijwillig aan dit verzoek voldoen, zelfs al wordt het gevraagd dooreen minister, die mogelijk de gunst van een aantal boeren verspeeld heeft om welke reden dan ook. Zou men tot een gedwongen scheuring moeten overgaan dan is dit niet alleen onsympathiek voor degenen, die laDgs vrijwil lige weg misschien hun land voor andere doeleinden kunnen blyvon gebruiken maar dan dwingt men bovendien de staat tot controle-uitgavon, die verme den kunnen worden. Hier heeft men het aldus eens zelf in de hand om onnodige staatsuitgaven te vermijden. Dank zy onze boeren bleef ons volk in de oorlog voor 't grootste deel gespaard voor de hongerdood. Afge zien van een minderheid, die op grove wyze van de nood-toestand heeft geprofiteerd, hebben zy hun opdracht in die dagen verstaan. Laat men ook nu letterlijk de hand aan de ploeg slaan, opdat de precaire veevoederpositie van ons land zo spoedig mogelijk worde verbeterd. Dit is een landsbelang van de eerste orde. De Friese Beweging heeft de laat- ste^tyd veler gemoederen in beweging gebracht. Toen 'n rechter (zelf Fries) by een rechtzitting een Fries praten de beklaagde niet wenste te verstaan, heeft die edelachtbare van zeer vele Friezen nogal wat te horen gekregen. Zo werd ook een journalist veroor deeld die hierover misschien har der dan nodig was in zyn krant geschreven had. Toen leek, op een gegeven ogenblik, het hek van de dam en werd er tamelijk hard door de Friezen opgebokst. Eu dit alles feitelijk om een taalkwestie. Men is reeds lang in Friesland doende te werken aan en voor de Friese taal en schone letteren. Een poging, die groot succes heeft gehad. De Friezen hebben inderdaad hun taal zodanig weten te bewaren, dat op dit moment zowel boer, zakenman en arbeider of professor de Friese taal spreekt en in vele gevallen ook schrijft, vooral in onderling verkeer. Het feit dat 'n rechter de Friese taal niet wenste te verstaan, is voor de Friezen aanleiding geweest tot 't maken van tumult, omdat zy meen den, dat de aantasting van hun taal een aantasting is van hun waardig heid. Als goed lid van 't Koninkrijk der Nederlanden, zo zeggen zy, zijn wy ook goede Friezen en waarom moet do Hollandse taal in Friesland hoogtij vieren indien we zelf een pracht taal hebben, die iedere Fries spreekt en verstaat. Waarom is het dan niet mogelijk dat 'n eed in het Fries wordt uitge sproken en waarom moet met alle geweld het hoog Hollands de voer taal zijn. Do Friezen zien dit als een vervlakking der cultuur en 'n gees telijke gelijkschakeling die onnodig is. Daarom gaat deze stryd niet tegen een rechter, maar om de culturele bloei van Friesland, in het rijke ge heel van het cultuurgebied dat nog steeds het „Koninkrijk der Neder LANDEN,, heet. Hoewel hot zeer verleidelijk is, om over deze kwestie nog verder uit te wijden, omdat een taalverlies inder daad gelijkschakeling en vervlakking betekent die niet anders dan nadelig kan werken, willen we er verder het zwijgen toedoen. Ook over andere aspecten, als de zo zeer gesmade „Hollandse overheersing", waar nog veel over te schrijven zou zyn. We willen ons beperken tot de doelstellingen van de Friese Bewe ging zelf. Zy bevordert o.m. het ge bruik van eigen taal in eigen land. Het is hierop dat wy m bijzonder willen wyzen, omdat een dergelijke beweging ook in Limburg werkt en steeds propaganda maakt voor het gebruik van eigen dialect, (als men. niet van taal wil spreken). „Veldeke,, is op dit gebied in ons Limburg, wat de Friese Beweging in Friesland is. We geloven echter niet dat men hier even ver komt of hetzelfde kan beleven als wat we bv in Leeuwarden hebben gezien. Ook ,.'t Veldeke" doet zeer veel en goed werk, maar daarvan profiteert Noord Limburg jammer genoeg niet. In tegenstelling met het Zuiden is er in het Noorden een zekere schuwheid wat het dialect betreft, ook hier in Venray 1 Velen vinden het boers, dat plat Venrays, en zo onbeschaafd, dat eigenlyk alleen geschikt is voor een Oarnavalsklup. Desnoods ook voor 't doodgewone mannetje dat geen ver der onderwijs genoten heeft en zich niet in beschaafd Nederlands (hoog Hollands) weet uit te drukken. In tegenstelling met andere zien zovele in ons dialect een vernederend iets, iets dat als folklore wel aardig is, maar ons verder weinig meer zegt, omdat we immers zo „be schaafd" spreken. We mogen echter een voorbeeld nemen aan de Friese Beweging die voor het handhaven van hun taal, offers weten te brengen. Die er op staan dat in Friesland Fries gespro ken en verstaan wordt, ook door hen die er krachtens hun ambt vari hoger hand worden aangesteld. Ook de Zuid Limburger verlochent zyn taal niet en waar twee van deze praten klinkt het dialect, of ze nu burgemeester of arbeider zyn, zy vinden dat doodgewoon en heel natuurlijk. Wy hier in Venray scha men ons daarvoor. Ons dialect is geen levend bestand deel meer van ons gemeenschaps leven, integendeel, langzaam maar zeker sterft het uit en spreken we hoog Hollands. We vinden dat van die Friezen maar flauwe kul en het dialect spreken van onze Zuidelijke broeders maar verwaandheid en we durven tegenover een buitenstaander kwalijk meer te erkennen, dat ook in Venray eeD dialect wordt gesproken. Men ziet dan echter do oude Ven- rayse aard verloren gaan, we zien hier de gelijkschakeling al komen, waardoor veel schoons verloren gaat. We kunnen van onze Zuiderburen en de Friezen nog een hele hoop leren, maar of we 't doen zullen, is een andere vraag Op de laatste dag van het oude jaar, terwijl het buiten vriest dat de barometer bedenkelijk dicht naar de 30 graden orider nul schiet, wil ik dan nog gauw even mijn laatste avonturen beschrijven, die tevens de avonturen zijn van het Nederlandse detachement in deze contreien. Einde rust In Fwachon hebben we, zoals ik reeds eerder schreef, onze rusttijd doorgebracht, met veel slapen en luieren. Het St. Nicolaasfeest bracht daar echt wat afwisseling in liet eentonig rustleven. Van vrienden en kennissen uit Nederland hadden de verschillende koks amandelspijs gekregen en zo werd dan op St. Nicolaasavond boter letter en gevulde speculaas met ruime hand uitgedeeld. Bovendien had Schiedam voor goede gave gezorgd, zodat daar ver in Korea, terwijl buiten de wind loeide en het vroor dat het kraakte, in on?e tenten een echte gezellige warmte en huiselijke St.Nicolaassfeer heerste. We luierden door tot 17 December toen een officier van de S 2—3 ons tentenkamp binnenstapte en wy wisten dat het goede leven zyn einde nam. Deze officier kwam ons name lijk vertellen welke nieuwe plannen het hoofdkwartier van de U.N.O.- legers voor ons had uitgebroed. Uit zyn deftige speech bleek, dat we uitverkoren waren om de Turkse brigade de snorrenbrigade, vanwege hun prachtige snorren moeten gaan aflossen. Dat is bedenkelijk, want deze Turken liggen als een speerpunt in de vijandelijke linie, zodat ze voor, links en rechts van hen Chinezen en Noord-Koreanen hebben liggen. Als opwekkende mededeling wordt er verder aan toegevoegd, dat, als de wapenstilstand niet doorgaat, het niet bepaald rustig op dat stukje Koreaanse grond zal blyven. Ondanks dat minder prettig voor uitzicht blyft onze stemming goed en als we op weg naar het front zyn wordt er zelfs gezongen. Wy ouderen doen dat tevens voor de pas aange komen Nederlanders, die nu onher roepelijk hun vuurdoop tegemoet gaan en waarvan sommigen nu tamelijk stil op de botsende wagens zitten. We rijden dooi een tamelijk vlak gedeelte en zien daar de grote Amerikaanse tanks opgesteld, die een eventuele terugtocht moeten dekken. Na enkele uren ryden men kan beter hobbelen zeggen houden we in een kleine vallei halt en krijgen we plaatsen aangewezen voor het bouwen van bunkers in de heuvels. Dit is geen gemakkelijke karwoi, want de aardkorst is bevroren en de grond is bovendien erg rotsachtig. Voor de bedekking van de bunkers kappen we bomen, waar dan asfalt- papier en een laag aarde van 70 cm over heen komt. Dat is ons prefab- systeem en het biedt uitstekend dekking tegen mortiervuur. We graven als volleerde D.U.W.- mensen en als we twee uren op deze karwei gezwoegd hebben komt er een ordenans vertellen dat we op de verkeerde plaats bezig zyn en oen halve mijl verder moeten. De duisternis is intussen gevallen en er stijgt een waar gehuil op voor deze zakelijke maar minder prettige mededeling. Onder ontzaggelijk ge kanker laten we onze prefabs achter om een halve myl verder de nacht door te brengen in de open lucht in onze slaapzakken. 0ndank3 het mortiervuur snurken enkele oudgedienden een half uur daarna al stukken uit de hemel, 's Morgens tegen het eerste morgen- kriekt U, dat hier gewoonlijk bar koud is, stoken we onze vuurtjes. Er wordt geen eten gebracht en we kankeren dus weer eens heerlijk. Heuvel 503 De plaats waar we feitelijk naar toe moeten weet geen mens en zo hangen we de hele dag rond, terwijl de gezonde soldatenmaag luid om eten knort. Plaats noch eten bereiken wy die dag. Terwy'l de barometer 23 graden onder nul aan wyst, slapen we ook de tweede nacht onder de blote hemel en 's anderdaags hebben we yspinnen aan ons neus hangen. Maar dan weten we waar de Turken zitten en trekken we op om hen af te lossen. De Turken, die ware vechters zyn als ik hen zie, denk ik altyd aan de Kruistochten hebben hier vier maanden letterlijk *en figuurlijk de spits afgebeten en de Chinezen heb ben ontzaggelijk respect voor deze snorrenmannen. De aflossing die in het duister gebeurt, is plechtig. De Turken geven ons allemaal een hand en bemoedi gende schouderklopjes. Met hetzelfde plechtige gebaar nemen de kanonnen afscheid. Ieder vuurt nog enkele schoten op de Chinezen en dan zitten wy Nederlanders aan welhaast een van de uiterste puntjes van het front. Op de stafkaart in het hoofdkwartier zal wel gemeld zyn dat de Neder landers heuvel 503 zonder verliezen van de Turken, mannen met een zeer hoog moreel en buitengewone tucht, hebben overgenomen. We krijgen de oude Turkse bun kers en voelen ons koningen te ryk. Daarnaast witte mantels, van binnen met dikke pels, en sneeuwschoenen, om minder op te vallen in dit be sneeuwde landschap. De eerste dag blyft het kalm, maar de volgende dag moeten we contact patrouille gaan lopen, om eens te zien wat voor vlees we in de kuip hebben, of liever hoe groot en hoe sterk de vijand is waartegen we zullen moeten boksen. Hendrik is ook van de party en tegen het ochtenduur vertrekken we met 22 man, die zich later in ver schillende groepen splitsen. Door de sneeuw gaan we langzaam vooruit. Het is tamelijk licht door de maan en sterke schijnwerpers die tegen de wolken voor indirecte verlichting zorgen. Schrik Met vier man slopen we zo dicht mogelyk langs de helling, totdat ik plotseling myn eigen styf schrik. Achter een vooruitspringende rots punt gluurt een Chinezengezicht. Ik heb eerlyk nooit begrepen, waar de uitdrukking verlamd van schrik vandaan kwam. Toen wist ik het. Ik kon totaal niets doen en was gewoon verlamd van schrik. Het duurde eeuwen voordat ik mijn karabijn omhoog had en hem in de wilde weg leeg kon schieten, terwijl ik hals over kop dekking zocht. Ook myn kameraden reageerden op dezelfde wijze. Later blijkt dat alles nog geen twee minuten heeft geduurd, maar dit duurde voor ons eeuwen. Na enige tyd sluipen we naar de Chinees toe, wiens hoofd maar achter die rotsblok uit blyft loeren. By nader onderzoek bleek het een lyk te zyn. Hy is waarschijnlijk terwijl hij in gevechtspositie stond door een vliegtuig een „ridel" mitrailleurs kogels in zyn rug geschoten en is zo blyven hangen. Later hebben we om dit hele geval hartelyk gelachen, maar op dat moment, midden in die vijandelijke stellingen, was er weinig aardigheid aan. Als we bijna tërug zyn, krygen Chinezen ons in de gaten en dan is het gedonder in de glazen. Onze karabijnen doen hun plicht en als de groep Chinezen terugtrekt hebben we een gewonde krijgsgevangene. Doordat we maar langzaam vooruit kunnen, duurt het lang voor we in de bunkers terug zyn en ondanks het feit, dat er geen vuur is, geen koffie en geen brood, zyn we alle maal blij weer veilig „thuis" te zyn. Zaterdagmorgen komen er tanks en kruipen we er op om een heuvel in de nabijheid eens nader te be kijken. Terwy'l mortier en granaat- vuur ons dekt, gaan ook wy schietende en vechtende deze heuvel op. De Chinezen, die in open stellingen de heuvel verdedigen, hebben vele doden en gewonden. Om 2 uur is de heuvel in „ons" bezit. Onze nieuwe kolonel Christensen leidde voor het eerst de gevechten en deze actie mag succes vol genoemd worden. Jammer genoeg sneuvelde by ons sergeant Teunissen, die posthuum de Silver Star van de Amerikanen kreeg. We hadden ook een twaalftal ge wonden, die snel werden afgevoerd. Wy hadden 17 Chinezen krijgsgevan gen gemaakt, slecht geklede, schuw loerende kerels, die naar het Regi mentshoofdkwartier werden overge bracht. We vermisten een man bij onze troep en de volgende dag wordt een patrouille uitgestuurd om hem te zoeken, maar deze keert laat terug met niets anders als zijn helm en jacket, maar van de vermiste verder geen spoor. Kerstmis Opzij van ons gaan dan de Ameri kanen tot de aanval over, natuurlijk onder hels kanonnenvuur en een macht van vliegtuigen. Ondertussen is het Kerstmis geworden en op eerste Kerstdag is het betrekkelijk kalm. Zo nu en dan schieten de kanonnen en er is weinig van een Vredesboodschap te bekennen. Voor on8 is het een dag als alle dagen, maar tegeD de middag komen de Kerstpakketten van het Ned. Rode Kruis. Iedereen is vol lof over de nuttige inhoud daarvan en met een kop warme koffie, die wat naar benzine smaakt, omdat hy in benzine- blikken naar boven gebracht is, viert iedereen dan Kerstmis met zijn eigen gedachten. In de tweede Kerstnacht moet ik op patrouille en keer weer moe en koud terug, na door onze eigen troepen nog onder vuur genomen te zyn. Iedereen heeft de pest in. In het voorterrein zijn namelyk verklik kers met microfoons opgesteld die practisch alle geluiden, als het breken van takjes e.d. overbrengen aan de luisterposten. Onze radioposten hadden echter niet tydig doorgegeven, dat wy zelf er op uittrokken en toen deze ver klikkers onze aanwezigheid verraadde, dacht men op het comp. kwartier, dat de vyand in aantocht was, met het gevolg, dat ze even een stoot machinegeweervuur weg gaven, dat ons hals over kop dekking deed zoeken. Gelukkig kregen de radio mensen wat in de gaten, maar al die tyd hadden wy water en bloed gezweet. Tot overmaat van ramp vliegt 's nachts onze bunker in brand. We hadden van een mortierbus een kachel gefabriceerd, maar deze brandde zo goed, dat we Tweede Kerstnacht in de openlucht kunnen slapen. We beginnen ook last te krijgen van onbekende zwarte vliegtuigen, die bommen gooien, de B.-Compagnie heeft hierdoor al zes gewonden moeten afvoeren. Ook wordt herhaal delijk gewaarschuwd, dat Chinezen in burgerkleding de frontlijn proberen te passeren, maar wy merken daar niets van, hier op de top van onze 26 Januari 1889 Op de Jaarmarkt van 21 Januari waren aangevoerd 16O stuks hoornvee en 100 biggen; de handel was zeer levendig. Er werd per advertentie gevraagd een vrije kamer met kost en bewas- sing af 15 per maand. van 18 Januari 1890 Aan F. A. J. Corbey, ontvanger van de directe belastingen, werd een pensioen verleend van f 666.—. 25 Januari 1890 Op de Jaarmarkt van 20 Januari werden aangevoerd 139 stuks hoorn vee; de prijzen varieerden tussen f 80.— en f 280. De prijzen van de 108 biggen lagen tussen 8 en 11 gul den. Op 19 Januari overleed te Venray Pastoor L J. Claessens. 1 Februari 1890 De Weleerw. Heer Litjens, Pastoor te Beegden, vroeger gedurende 14 jaren rector te Castenray, werd van de laatste H.H. Sacramenten voor zien. Prijken nu ln alle huiskamers de orgelbusjes Ja Toch niet oveial want men ziet ze ook hier en daar staan in de winkels en cafó's. Dit is echter niet de bedoeling. De busjes zyn bedoeld als GEZINS- busjes en niet voor de klanten, die een zaak bezoeken. Leest men ook geregeld de slagzin, die op de busjes staat: Bouwt mee aan UW orgelDeze slagzin heeft ook de aandacht getrokken van de jeugd en hoe kan 't anders, 't eerst de aandacht van die jeugd, die opge leid wordt tot bouwer. Wie dat zyn Wel de leerlingen van de Am bachtschool. Deze worden immers opgeleid tot vaklui, die later zullen bouwen (fabriceren, construeren, re pareren enz.) Van die leerliDgen mochten wy een bedrag ontvangen van f 50.— Mooi zo, jongelui. Van harte dank Wie volgt dat voorbeeld. Bouwt mee aan Uw orgel heuvel. Daags voor oude jaar gaan de Chinezen tot een aanval over op onze heuvel. We zien zo'n kleine honderd man de heuvel opstormen, zwaaiend en roepend, maar halver wege beginnen onze mitrailleurs hun dodelyk werk en het duurt niet lang of de Chinezen trekken af. s doden blyven achter, maar de gewonden sleuren ze zelf mee, voor zover het maar enigszins kan. Verder blyft het kalm, alleen heb ben we zo net een ongeluk gehad, toen een wacht op een buitenpost de aflosser om zyn wachtwoord vroeg. Deze heeft de wachter waarschynlyk niet verstaan door zyn bontmuts, waarop deze een handgranaat gooide. De aflosser is zwaar gewond en zo juist afgevoerd. En zo zitten we dan te wachten hier in onze bunker op het jaar dat komen gaat. Zal het een einde bren gen aan dit vechten in een vreemd land of heeft er nog niet genoeg bloed gevloeid over de dorre Koreaan se bodem Hier midden in het front beseft men pas welk een grote mis lukking, welk een grote dwaasheid oorlog is. HENDRIK AARTS Nieuws uit Venray en Omgeving Zondagsdienst Doktoren. Van Zaterdagavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur Dr. BLOEMEN Telef. 465 Alléén voor spoed gevallen. Visites moeten aangevraagd worden vóór 12 uur. GROENE KRUIS Donderdag 24 Januari: Consultatiebureau voor zuigelingen uit de Kerkdorpen VERBOD tappen sterke drank op Haandag 21 Januari a.s. Venrays' Allemansmarkt De Burgemeester van Venray her innert aan het bepaalde in art. 126 der Algemene Politieverordening van Venray; waarby het verboden is op Maandag 21 Januari a.s. (Allemans markt) na een uur des namiddags in localiteiten, waarvoor vergunning is verleend tot verkoop van sterke drank in het klein, sterke drank te koop aan te bieden, te verkopen, te ver ruilen, af te leveren, ter beschikking te stellen, ten geschenke te geven, te gebruiken of toe te staan dat al daar sterke drank verbruikt wordt. By overtreding zal onmiddelyk 'n proces-verbaal worden opgemaakt. Venray 15 Januari 1952. Bekendmaking Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat zy besloten hebben, zulks ter uitvoering van het besluit van de raad dier gemeente van 17 October 1946, aan het bestuur der R. K. Lagere Meisjesschool te Venray— Oirlo medewerking te verlenen voor de heraanschaffing en reparatie van diverse tengevolge van het oor logsgeweld verloren gegane of bescha digde schoolmeubelen en leer- en hulpmiddelen en daartoe een bedrag van ten hoogste f 2224.65 uit de ge meentekas ter beschikking hebben gesteld. Venray, 8 Januari 1952. Burgemeester en Wethouders A.H.M. Janssen, burgemeester H. Vorst, secretaris. Hontbewerkersbond Maandag a.s. zullen de houtbewer kers feest vieren ter gelegenheid van het eerste lustrum van hun bond. Opgericht na de bevrijding is men met 13 leden begonnen. Thans zyn alle beroepsgenoten lid van deze ver eniging, die zich in 'n goede belang stelling mag verheugen. Zo worden bv. de opkomst by vergaderingen en de samenwerking met de weikgevers voorbeeldig te noemen. Het is dan ook geen wonder dat men dit eerste lustrum niet ongemerkt voorbijgaat- Wordt 1953 een crisisjaar voor onze vee voederpositie Het agrarisch belang is in Nederland wel in 't bijzonder een volks belang. De tyd is voorbij dat wy kunnen spreken van Nederland als een landbouwende natie, waarby de tuinbouw en veeteelt dan ook gerekend worden. Toch vindt een groot deel van onze bevol king nog een bestaan in landbouw en veeteelt 8D aan deze geluk kige omstandigheid danken wy onze goede voedselpositie, die in de wereld in 't algemeen niet zo gunstig is. Het is minister Mansholt die in de regering de landbouwbelangen vertegenwoordigt en hoewel er onder zyn politieke voor- en tegen standers wel eens ferme critiek op zyn beleid wordt uitgeoefend, over 't algemeen geeft hy blijk van kennis der landbouw-aangelegen- heden. Zyn bestuur, waarin hy voor de boeren op de bres staat, moet passen in het algemeen economisch plan, dat de regering nastreeft. Daarbij moet ook het landbouwbelang wel eens wijken voor het geheel en speciaal op het gebied van de pry zen leidt dit soms tot ernstige strubbelingen. Wij denken aan de melk- en bloem- prijs, die beide zo grote invloed uitoefenen op de kosten van het levensmiddelenpakket, zodat hier voortdurend sprake is van wikken en wegen. Nu eens moeten de boeren een veer laten, dan weer het consu merend publiek. Ook de export-activiteit op het terrein van landbouw en veeteelt dient de aandacht te hebben van de minister. Wy geloven dat deze zodanig is, dat de producenten hier over in 't algemeen niet te klagen hebben. De Nederlandse consument daarentegen heeft op dit punt nogal eens critiek, welke gerechtvaardigd lijkt wanneer men slechts naar een bepaald onderdeel kijkt, maar die dikwijls onvermijdelijk is in het licht van de handelsbalans en devie- zenpositie. De goede voedseltoestand van ons land danken wy stellig in de eerste plaats aan de activiteit der boeren, maar het departement van landbouw speelt daarby stellig niet de slechtste rol in ons bestuurs apparaat. Helaas zyn wy ook op agrarisch terrein niet onafhankelijk van het buitenland. Onze broodgraanproductie is onvoldoende voor de consumptie en daarin zal voorlopig wel geen verandering kunnen komen. Voor de oorlog was dit niet zo erg als nu, want toen konden wij invoeren wat wij wilden. De valutapositie van ons land was gunstig. Een andere kwetsbare plek is echter die van het voedergraan, want zelfs indien hiervoor vreemd geld beschik baar is, kan men het niet of met grote moeite kopen. De minister heeft terecht in de Kamer met grote nadruk op dit probleem gewezen. De bevolking in de wereld steeg sinds 1938 met 13 pet, de voedselproductie nam echter slechts toe met 9 pet. In het byzonder wérd dit tekort veroor zaakt door de onvoldoende productie van veevoeder. Belangrijker echter nog is bet gebrek aan samenwerking onder de agrarische landen. Waar dit gebrek aan internationale coöperatie op industrieel gebied reeds zo funest is, kan dit op agrarisch gebied zelfs oorzaak zyn dat duizenden mensen verhongeren. Dit wordt onvoldoende beseft, niettemin worden daardoor de problemen niet opgelost. En Nederland heeft een voedselprobleem voor zyn vee van de eerste rang, waar het bovendien zelf nog veel aan kan doen. Meer voer of minder ree? Onze invoer aan voedergraan moet in 1952 ongeveer 800.000 ton bedragen. Tot op heden heeft de regering 600.000 ton gekocht. Zy kan er niet in slagen de rest by te kopen, zodat op de aanwezige voorraad moet worden ingeteerd. Voor het jaar 1953 zien de omstandigheden er nog ongunstiger uit. By zo'n schaarste lopen de. pry zen op, zodat het land bouw-egalisatiefonds redding moet brengen. Natuurlijk kan dit slechts gedurende korte tyd. De grootste consumenten van dit

Peel en Maas | 1952 | | pagina 1