TWEEim BT.AD VAN PEEL EN MAAS Pensionaat „Jerusalem" weer herrezen Aannemingsbedrijf GEBR. DINGHS Castenray uetzoiqde in het nieuwe %iusatem ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951 No. 35 TWEE EN ZEVENTIGSTE.JAARGANG Bijna zeven jaren nadat het oude trotse Jerusalem in een zee van vlammen onderging, worden de poorten van het nieuwe pensionaat en klooster geopend. Klaar is het nieuwe machtige gebouw nog niet, twee grote vleugels moeten nog gebouwd worden, willen Zusters en leerlingen plaats genoeg hebben, maar men wilde niet langer meer wachten. Jerusalem is weer verrezen. Een groots feit in de geschiedenis van Venray en zijn wederopbouw, nu op de ruïnes van het oude, wat ten gronde ging, het nieuwe schoner en mooier verrijst. Telkens komt bij zulk een uitzonderlijke gelegenheid de tijd van 1944 weer boven, toen het einde van Venray's geschiedenis scheen gekomen. Maar telkens ook doet het vreugd te constateren, dat zelfs die alles verwoestende oorlog de levensmoed en de durf in Venray niet doven kon en dat enkele jaren nadien het verwoeste is hersteld en het oude en vertrouwde leven weer zijn gang herneemt. Naast de Grote Kerk ook nog niet klaar verrijst weer het silhouet van Jerusalem, in een nieuwere, modernere vorm, zoals het jaren het beeld van ons dorp gekenmerkt heeft. Drie jaren is er hard aan gewerkt, millioenen stenen zijn gelegd, honderden kubieke meters hout verwerkt. En langzaam maar zeker is Jerusalem weer terug gekomen en is het met Venrays kerk een der vele monumenten van de wederopbouw van onze plaats. Be Hofstede van Jan Wonders Hij, die de geschiedenis van Venray kent, kent die van „Jerusalem", want beiden zijn nauw met elkaai ver weven. In 1401 begon men aan de bouw van de kerktoren. In de Kerstnacht 1422, zaten na de Nachtmis twee brave huisvaders bij een aan de haard en bespraken het wel en wee van hun dorp, een be langrijk dorp reeds in die tijd, zoals uit de geschiedkunde blijkt. Dat Kei st gesprek had tot gevolg, dat enige Venrayse meisjes samen wonen in de hofstede van Jan Won ders, aan de voet van de toren. Zij gingen er een loven leiden, zoals dat onder de invloed van Geert Grote op zoveel plaatsen in de Lage Landen geschiedde. In een vergadering, zonder eigendom, in een rein loven en in gehoorzaamheid, als do Apostelen. De latere spreekkamers van Jerusa lem, rechts van de ingang, waren de oude vertrekken van de hofstede. Daar werd door Venray zelf het begin gelegd van het klooster Jeru salem, dat door de eeuwen heen, niet tegenstaande de veleoorlogstribulaties zou blijven bestaan tot de opheffing in 1802, om vervolgens nieuw leven te krijgen, toen de eerste ürsulinen er in 1838 haar intrek namen. De vertrekken waar de wieg stond van het oude klooster, zouden bij de ürsulinen jarenlang dionen als kapel, totdat Dr. Cuypers zijn Gotisch bede huis zou optrokken. Samen de eenwen door De Grote Kerk en Jerusalem, ze zouden staan naast elkaar, de eeuwen door, samen zouden zij werken aan het geestelijk en tijdelijk welzijn van de bevolking de Franciscanen ko men eerst in 1647 - samen zouden zij het godsdienstig centrum vormen van het grote dorp, samen luid spreken van de schoonheidszin van het Ven ray se volk. Als „De Vereniging" op de hoeve van Jan Wonders, de levenswijze van de Kanunikessen van St Augustinus aanvaardt, de „Beslutinghe" van het klooster plaats heeft en er omheen een muur wordt opgetrokken het deolte aan do Maasheeseweg werd door de Engelsen als wegpuin op geblazen, dan staat daar het „klooster van de Elfduizend Maagden en Sint .Antonius in Jherusalem bij Venray". Dat was in 1467. In 1462 begint men aan de bouw van de Grote Kerk, zoals wij ze tot voor enkele jaren hebben gekend. Verzamelplaats van kunst Do Grote Kerk en Jerusalem het tweede natuurlijk in meer bescheiden mate zullen verzamelplaatsen wor den van kunstuitingen onzer voor ouders, die het schone lief hadden en voortbrachten. De Grote Kerk en Jerusalem, samen hebben zij de klokken geluid als er in Venray hoogtij was; samen hebben zij gejubeld en samen geschreid. Al wat er ooit aan krijgsverrich tingen geschiedde in de Nederlanden, werd voor een groot gedeelte afge speeld in deze streken. En vriend en vijand kwamen en eisten, persten stalen en brandden. Maar de Grote Kerk bleef staan en breidde zich uit. Samen hadden zij ook dezelfde HemelvriendonAntonius Abt was een van de hoofdpatronen, ook van Jerusalem, hij troonde boven het oude poortje aan het kerkpad en hij was een van de Heiligen, aan wie het hoofdaltaar by de Augustinessen was toegewijd. Jerusalem was een kind van de eigen grondde Augustinessen had den e9n flinke boerderij, evenals de ürsulinen na hen.' Meer dan vyf eeuwen reeds be bouwt Jerusalem de Venrayse grond en Antonius Abt krijgt tot op heden zyn kaarsen. Sint Antonius Abt en Sint Oeike In een van de rondschryfbrieven van de eerste Overste van de ürsu linen in Venray lezen wij, dat er een legende de ronde deed, hoe by een pestziekte die in dorp en klooster veel doden eiste, St Antonius Abt werd aangeroepen. En daar verscheen de ±ieilige aan de hemel en zegende otA^ay' *en de ziekte hield op van stonde af aan. iö het een van de rectors van nS lnm' die de devotie tot Sint oW riSpreiïde* Sint 0eike die vo1- tuÜj-q legende gewoond had op de hirf LTan 1 f klooster die voorspeld had, dat er laterzusters zouden wonen, 9inf °??18j08 zouden opvoeden; nmUo? !f ,.er weggegaan was omdat jonge edellieden het haar lastig maakten, en op haar reis naar elders, zich op de binnenweg naar Merselo, omkeerde om Venray te zegenen. Sint Oeike hielp Weer was er pest in Venray en op aanraden van Rector Reinieri werd Sint Oeike aangeroepen. En Sint Oeike hielp. Uit dankbaarheid bouwde de Rector op de Merselose binnenweg 'n heiligen- huisje. En sindsdien werd St Oeike's feest plechtig gevierd en trok ieder die in nood zat naar het kapelleke. Niettegenstaande de ellende van de oorlog blijft haar devotie levendig tot op deze dag. Bij al de Heiligen die er in en rondom Venray vereerd wer den bracht Jerusalem als nieuweling: Sint Ursula. Een nieuwe patrones Vanaf het allereerste begin der stichting kreeg zy in Venray burger recht want het huis stond onder haar hoede. Zij was ook de patrones van de kapel, welke op Sint Franciscusdag 1435 gewy'd werd. Het zegel van het oude Jerusalem toont haar met enige van haar Gezellinnen, en als in 1838 de ürsulinen haar intredo doen in de eerbiedwaardige gebouwen dan staat daar het 16de eeuwse beeld van Sint Ursula, met een schaar van haar Maagden, onder de uitgespreide man tel, dat welkom heet. In 1802 wordt de communiteit van de Augustinessen verdreven on het klooster gesloten. Dan voegen de laatste zes zusters zich bij de laatste Rector van het huis in het oude rectoraat. Het tegenwoordige „glazen paleis". De gebouwen raken in verval. De kapel wordt gesloopt. Maar het orgel der Augustinessen zal tot 1020 blyven zingen in de kerk van do H. Willibrordus te Geysteren; en het tabernakel van het hoogaltaar vindt zijn weg naar Swolgen. Als Rector Saedt, die de gebouwen heeft opgekocht, ziet, dat de Kanoni kessen niet meer terug zullen komer. in haar eigen bezit, stipuleert hij in zijn testament, dat Jerusalem zal ge geven worden aan een onderwysorde van zusters. In 1838 komen er de ürsulinen. Sint Ursula eist haar burgerrecht weer op. 20 September 1838 kwamen er zes ürsulinen in een huifkar van Tbil- donck (België) naar Venray. Zij namon haar intrek in de vervallen gebouwen van Jerusalem. Do huifkar zal het symbool blijven van de geest van armoede en sober heid, welke allen, die na hen zouden komen, kenmerkte. Al degenen die in de loop der jaren, uit hoofde van hun bediening, of ook al wegens verplichte werkzaamheden binnen het Slot moesten zyn, werden steeds getroffen door de grote sober heid en armoede, die er heerste in de gangen, zalen en cellen. De vertrekken waar de kinderen verbleven en waar hun ouders werden ontvangen, waren echter ingericht volgens de eisen des tyds. En naar gelang er meer welvaart in 't klooster kwam, kon hieraan meer zorg worden besteed. Ontwikkeling van de schoonheids zin by de jeugd door op haar om geving het stempel van ware schoon heid te drukken, is steeds het streven van Jerusalem geweest. Zelfs in obscure kroegen Het eerst echter wat de ürsulinen in Venray deden, was het oprichten van een armenschool in het oude Rectorshuis. Een daarmede aanvaar den zy tevens de armenzorg voor Venray zelf, waarvan zy een groot gedeelte vrywillig op zich namen. De armenmoeder wie herinnert zich niet Mere Augustine, Mère Berchmans, Mère Henriëtte was alle uren van de dag voor iedereen te bereiken. Was haar beurs leeg en haar voor raad op, dan ging ze naar de Overste. Zolang de ürsulinen in Venray zyn, is er dagelijks een aantal „armen- keteltjes" klaar gemaakt voorde vaste klanten, en de onbekende arme drom mels, die zonder meer om eten kwamen vragen, kregen een portie die ze vroegen. Dat was zo sterk, dat een twintig jaar geleden de burgemeester van Venray van de Amsterdamse politie de waarschuwing ontving, dat in een obscure kroeg aldaar, Jerusalem werd aanbevolen als een goed kosthuis voor wie eten wilde hebben. Voortaan kregen de zusters veilig heidshalve het verbod aan niemand anders voedsel te verstrekken, dan aan Venrayse inwoners. En 't waren heus niet alleen de heel armen, die in Jerusalem ondersteuning vonden. Vcol omvattend onderwijs De armenschool was de eerste onder wijsinrichting, welke de ürsulinen in Venray oprichtten, later zouden vrij wel alle Venrayse meisjes naar het rectoraat komen. Steeds bleef de lagere school zich uitbreiden totdat in 1922 de St Ursula- school werd geopend met dubbele klassen. De ürsulinen openden in 1840 een pensionaat. In de loop der jaren nam het aantal leerlingen steeds toe, zodat sedert een zestig jaar het gemiddelde aantal op 140 mag geschat worden. Daarnaast kwam er al spoedig een Normaal-school, die later in kweek school werd omgezet, terwijl de op leiding voor diploma's Lager- en Middelbaar-onderwijs in de diverse moderne talen eveneens ter hand werd genomen. In 1916 volgde de oprichting van het Gymnasium Sint Angela, de pensionaatsmulo, die er naast stond, werd in 1928 omgezet in een Middel bare meisjesschool. De opvoeding van Jerusalem bad altyd ten doel: degelijke katholieke vrouwen te vormen voor kerk en maatschappij. De meeste oud-leerlingen zyn pracht- huismoeders geworden, een groot aantal heeft een voorname plaats in genomen op sociaal gebied; velen zyn op haar beurt bij de ürsulinen in getreden. Toen kwam do oorlog De pensionaires die voor do inval in Mei 1940 tijdig naar huis haddon kunnen gaan. kwamen na enkele weken voltallig terug en namen de studie weer op. Do tyd die nukomen ging, bracht voor Jerusalem alle ellende, welke iedere rechtgeaarde Nederlander jarenlang heeft meege maakt. Menige keer bestond er ge gronde vrees, dat het gohele complex gebouwen in beslag zou worden genomen. In Januari 1944 kwam er inderdaad een bezetting in een deel van de gebouwen waaronder al de scholen, als bergplaats voor de in diverse landen bijeengegaarde textiel. En de bezetting zou blijven tot hot einde. Toch konden èn de dorpsscholen (uitgezonderd de bewaarscholen) cn de pensionaten doorgaan, zij het dan ook met zeer veel behelpen, zowel van de kant der leerlingen als der zusters. Toen kwam de zomervacantie 1944. De kinderen waren thuis. De krijgs verrichtingen kwamen steeds naderbij, zodat van Jerusalem begin September aan alle leerlingen de order werd doorgegeven„voorlopig thuis te blijven". Wie kon er vermoeden dat dat „voorlopig" zo lang zou duren.... Dan volgt de inval van de Geallieer den in Nederland, de formatie van de corridor in Noord-Brabant, de opmars naar de Maas? Op weg daar heen zou de machtige slag om Venray geleverd worden. In de nacht van 26 op 27 Septem ber zetten de Geallieerden hun offen sief tegen het door de Duitsers zwaar versterkte Overloon in. Alle boeren uit de omtrek moesten huis en have in de steek laten en met hun talrijke gezinnen naar Vonray vluchten, dat op 6 Km afstand lag. Men had in Jerusalem op de vluchtelingen ge rekend. Er was een hulpbrigade onder de zusters opgericht en alles was voor de vluchtelingen in gereed heid gebracht. Terstond vonden zy onderdak in de pensionaatsgebouwen en werden zoveel mogelijk per familie in de diverse lokalen ingedeeld. Ze hadden een gemeenschappelijke eet zaal. Een staf zusters stond voor hen klaar. Tragiek der vluchtelingen En de vluchtelingenstroomden toe. Ze kwamen, behalve van Overloon, ook van Mill en Stevensbeek. Daar was een familie uit Stevensbeek met zes kinderen, die drie dagen gelopen hadden en drie nachten hadden ge slapen in de greppels. Er was zoveel aangrijpende tragiek onder deze vluch telingen. Een jonge vrouw met zes kinderen had zonder haar man moeten vertrekken. Ze wist niet, dat die man zwaar gewond naar het zieken huis van Venray was vervoerd, en hoorde eerst in Jerusalem, dat haar echtgenoot daar was gestorven. Aanvankelijk kookte Jerusalem voor al die vluchtelingen. Later werd bij Christ Goumans de centrale keuken opgericht. Sindsdien werd het eten, hetzij vanuit Jerusalem zelf gehaald hetzy door Goumans zelf gebracht, ook onder het gieren van granaten, zodat het vaak levensgevaarlijk werd. Op 5 October 1944 was de eerste granaat op het terrein van Jerusalem gevallen, de vrouw en het dochtertje van de electriciën van het klooster waren op slag dood. Toen kregen de evacué's hun plaats in de stevige kelders van het klooster en pensio naat. Begin October was er vanuit het dorp een vluchtelingen-comité opge richt, dat in Jerusalem zetolde. Be sloten werd Jerusalem, dat door de stroom evacué's overbevolkt was te ontlasten en als doorgangshuis te gebruiken. De vluchtelingen werden ondergebracht bij diverse families in het dorp, die zich bereidwillig be schikbaar hadden gesteld. Hulpvaardige zielen Toch zyn er nog altyd veel vluch telingen op Jerusalem gebleven en toen op 12 October Venray vanuit de lucht werd gebombardeerd, stroom den ze letterlijk de kelders binnen. Daar zaten ze bijeen met wat kaars en carbidlicht, daar werd hardop gebeden en een van de zusters of huisvader bad voor. En zelfs op ver zoek der vluchtelingen werd er gezongen. En zo hadden ze een soort lof zonder uitstelling, waarbij de gewone Gregoriaanse gezangen wer den uitgevoerd. By de vele kinderen waren er die ziek werden en het was een geluk dat het op een gegeven moment in de lucht rustig was, zodat allen naar buiten konden gaan en de zusters met bereidwillige dames, de kelders eens grondig konden schoonmaken. De Rector van Jerusalem, pater Ephrem Sloots O.F.Mlas iedere morgen in de kelder de H. Mis. Een klein vortrek was ingericht als kraam kamer. Zuster Poels beoordeelde, wanneer het moedertje naar het ziekenhuis moest worden gebracht. Dat werd dan een gevaarlijke tocht voor de leden van het Rode Kruis. Er lag in deze bange dagen een moeder van elf kinderen, die vlak voor haar vlucht een tweeling had gekregen en die kostbare schat mee bracht naar Jerusalem. Vandaar werden de borelingskes naar de Grote Kerk gebracht om gedoopt te worden. En de zusters hielpen en voorzagen in alles. Alles ging en alles kon. Jerusalem in brand Toen op 14 October, 's avonds om half zes ongeveer kwam het laatste bombardement, heviger dan ooit te voren. Velen stonden in het souster rein van het kloostergebouw „Saint Michel". Ze hadden juist het rozen hoedje gebeden, toen er een ver schrikkelijke inslag kwam. Allen wierpen zich op de grond. Alleen Rongen bleef staan. Hij werd getroffen aan het hoofd en was op slag doo l. Deze werkman was in deze zware dagen niet by zyn Moeder blijven wonen, omdat hij wist, dat Jerusalem zijn diensten nodig had. Zijn laatste rustplaats werd dan ook Jerusalem, waar hy ligt begraven op het kerk hof van de zusters. Ja, hot huis stond in brand. En toen zag men het wonderlijke, dat honderden en honderden mensen, zusters en vluchtelingen rustig langs dezelfde keldertrap naar boven gingen. Geen duwen, geen botsen. En buiten viel een hevige granaatregen, Het begin ran het einde October 1944, de tyd van de eva cuatie en de daarop volgende ver spreiding dèr zusters over de verschil lende ürsulinen communiteiten. De gebouwen van Jerusalem brand den nagenoeg geheol uit, zonder dat er iets noemenswaardig gered kon worden. En daarnaast stond de massale stukgeschoten Grote Kerk, waarvan de Duitsers de hoge toren' nog hadden laten springen. De Grote Kerk en Jerusalem samen hadden ze gewerkt voor de glorie van God, samen werden verwoest. Er is een Fransman die w heeft„Les belles choses font de~belles ruines." Daar stonden de puinen van Jerusalem„het mooiste puinen- complex in Nederland", in al zijn tragische schoonheid. De Gothische bouw van de Augustinessen met de kleine cellonvenstertjes aan de voor zijde de cour met de geweldige kastanjebomen aan de achterzijde, het machtige pensionaatgebouw, de kapel en het kloostergebouw Saint Michel, beiden van de grote Cuypers, het pas door "Wielders gebouwde Gymnasium, dit alles was het slacht offer geworden van de bevrijding en stond hulpeloos en wachtte, wachtte, om zo spoedig mogelijk weer inge schakeld te worden in het leven, dat op 14 October 1944 zo gruwzaam afgebroken was. Men keerde terug Einde October moesten al de nog overgebleven inwoners van Venray de plaats verlaten en het duurde weken en weken voor ze weer terug mochten komen, het dorp lag in de frontlijn en het leven was er te gevaarlijk. De Engelsen bliezen een groot gedeelte van de nog overeind staande muren op om puin te krijgen. Verschillende boeren hadden zich over het nog juist op tyd geredde vee ontfermd en van bevriende zyde werd later ook het pluimvee opge haald en bewaard. En nu kwam dat alles zo langzamerhand terug, ook het personeel. Daar werd weer ge werkt tussen de puinen, daar kwamen weer kuikens, daar sprong weer jong vee. De rest zou spoedig volgen zo meende men. De vijf zusters die het eerst weer op hun post waren, woonden er zeer bekrompen, zeer armoedig, in het huisje van het personeel. In de wei, vlak by het huis, lag de munitie- voorraad langs de Heuvelweg, lagen de granaten opeengestapeld. De brand had het gymnastiek lokaal van het Gymnasium St. Angela gespaard. Daar had men in de som bere dagen vóór de bevrijding de doden van Venray heengebracht. Het was onmogelijk die toen te begraven. Van de 17 doden was er voor slechts twee een kist beschikbaar. Na de komst van de Engelsen werden de stoffelijke resten in de wei van het Ursulinen-klooster, grenzend aan het Gymnasium, begraven. Nieuwsgierige voorbijgangers werden gerequireerd om daarbij te helpen. Een pater Fransiscaan ryt het Sint Jozefsklooster zegende het graf in. De doden werden voorzichtig op rijen gelegd, terwy'l de namen werden genoteerd. Als later de tyden rustiger werden, dan zouden ze worden over gebracht naar hun plaats op het dorpskerkhof. Begin van wederopbouw Langzamerhand kwamen er meer zusters op Jerusalem terug, nu in de Landbouwhuishoudschool en het aan grenzende „Freulekeshuis" die beiden „voorlopig hersteld" waren. De Sint ürsulaschool en de school in Leunen konden beginnen. In Venray begon de opbouw van de Grote Kerk, zoals onze voorouders ze hadden ontworpen (met Kerstmis 1948 in gebruik ge nomen). En Jerusalem wachtte... „God alleen kent de weeön van een nieuwe geboorte". In Mei 1947 werden de puinen aanbesteed en de la. de Waard uit Gouda sloopte ze in de vooruit bepaalde tyd. Eind October stond er niets meer van die pracht dan het onogeljjke gebouwtje van de bakkerij, dat wonderwel te midden van vier brandende percelen gespaard was gebleven. En dan komt de aanbesteding van het Gymnasium, dat wordt gebouwd door de fa. H. Oudenhoven Lzn. In dezelfde tyd wordt de nieuwe boer derij gebouwd door de firma Gebrs. Dinghs te Castenray, die later ook het ziekenhuis van de zusters ürsu linen aan de Mersel. weg bouwde. In 1949 volgt dan de bouw van Jerusa lem zelf, het pensionaat en het klooster. In verwonderlijk korte tyd verrijst volgens een modern ontwerp van architect Wielders het nieuwe Jerusalem. De ontwerper heeft zyn werk niet mogen voltooid zien, maar andere handen namen het over en heden gaat de vlag in top. We zeiden reeds, klaar is Jerusalem nog lang niet. Beide vleugels zal men nog hard missen, vooral als de leerlingen half September terug komen, maar de Zusters willen en zullen beginnen. Feest En daarom zal er feest zyn, wan neer volgende week Donderdag 6 September Mgr. Lemmens de nieuwe, wondermooie kapel komt consacrei en. Daarna zal de heer Deken er de eerste plechtige H. Mis opdra gen met pontificale assistentie van Vader Bisschop. En daarom zullen op dien dag vele hoge autoriteiten het nieuwe Jerusalem komen bezoe ken en de Zusters ürsulinen komen feliciteren met wat zy hebben tot stand gebracht. Daarom zullen uit alle streken van ons land de vele vrienden en weldoeners van Jerusalem weer naar Venray komen en zullen de oud-leerlingen aanwezig zyn by dit feestelijk gebeuren. Dan is Ven ray weer een stuk cultuurgoed ryker geworden, dat op waardige wijze het verlorene goed vervangt en het oude vertrouwde beeld van Jerusalem met zijn pensionaires zal weer een teken temeer zyn van de vooruitgang van Venray's opbouw. Het nieuwe Jerusalem zij onder Gods rijkste zegen een lang en vrucht baar bestaan toegewenst. Een gedeelte van het oude Jerusalem met de grote inrijpoort. (Op de achtergrond de Parochiekerk). G6-9 Telefoon 708 de inrichting der KAPEL BOERDERIJ ZIEKENHUIS GALERIJ

Peel en Maas | 1951 | | pagina 3