TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS 1651 - 1951 Venray's Gymnasium bestaat 300 jaar Met de Ambachtsschool op stap Ketkeliik Afscheid van misóionaiiésen „De Peelparel" Nadelige invloeden van nieuwe Winstbelasting. Uit de geschiedenis van Venray en omgeving. Motor-terreinwedstrij den te Wanssum ZATERDAG 9 JUNI 1951 No. 23 TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG EEN DAG DUITSLAND „PIKKEN" Het is zo langzamerhand heel gewoon, dat iedere school elk jaar een schoolreisje maakt en gewoonlijk zijn Amsterdam of Zuid-Limburg het doel van de reis. Dit jaar is de Ambachtsschool hier vanaf gestapt en heeft 't aangedurfd om in één dag tyds een reis van meer dan soo kilometer door Duits land te maken, waardoor de jongelui niet alleen zo maar éen buitenlandse reis kregen voorgeschoteld, maar daarnaast een duidelijk beeld kresen van de situatie in deze nabuurstaat van Nederland, zowel op geestelijk, sociaal, politiek en economisch terrein. En dat dit de jongens en hun leraren best bevallen is, blijkt wel uit het feit, dat ondanks de bijna 24 uur lange reis, de stemming by de terugkeer nog opperbest was. Zondagnacht om drie uur begon de reis en aan de grens bij Kalden- kirchen kregen ze al direct te zien, dat het tegenwoordig geen wiswasje is om de grenzen over te steken. Een dik uur oponthoud hier verhin derde de jongens echter niet om goed zeven uur al de Dom van Keulen te bezichtigen. Had men van te voren nog weinig van de oorlog bemerkt, als wat ka potte huizen, de ruïnes in Keulen overdonderde de meesten toch wel en het zien van de ryen en rijen huizen, die „ausgebombt" waren, maakten hen stil. De Dom zelf werd beklommen en bekeken, nadat de H. Mis gevolgd was in een van de zijkapellen van dit machtige gebouw, dat men volop aan het restaureren is, maar waar van het uiteindelijke herstel eerst in 1965 wordt verwacht. De etalages werden bekeken en al bleek alles wel onbereikbaar te zijn voor de paar marken, die men als vacantieganger kreeg, toch bleek ook hier weer volop keuze te zijn, al liggen de prijzen van de meeste artikelen hoger als in ons land. Bij het vertrek moest nog eveh onderdak worden verleend aan een zwarthandelaar, vluchtende voor politie, die een razzia uitvoerde op deze lieren, die al vroeg aan 't vragen waren naar „Bohnenkaffee" (liefst Van Nelle's of Douwe Egbert) Dan ging de reis naar Bonn, de hoofdstad van West-Duitsland. In tegenstelling tot de Reichs- bahnen, waarover de terugweg liep, bleken de wegen nu niet bepaald prima te zijn, maar rijdende door deze mooie omgeving, met zijn karak teristieke dorpjes en plaatsen, vergat men veel van dit ongemak. Er bleek weinig gebouwd te worden en als het gebeurt, zijn de nieuwe woningen zeer klein, met weinig licht en meestal opgetrokken van een soort steen, die men heeft vervaardigd uit het puin der steden, dat dikwijls bergen hoog langs de weg ligt. In Bonn zelf had men deRegerings gebouwen, waar alle mogelijke Heren met de grootste titels het Bestuur^ over West-Duitsland regelen. Hier zag men vooV het eerst een soort systeembouw en eerlijk gezegd leek dit beter als b.v. hier het Desselke en andere producten. De omgeving deed hier echter ook een duit in het zakje. De verschillende oorlogsmonumen ten uit 1918 kregen nogal wat com mentaar, daar de meeste niet van een bepaalde pathos zijn vrij te spreken. Er waren echter ook andere oorlogs herinneringen als deze en al het puin, dat waren de oorlogsverminkten op hun krukken en wagentjes, die men onderweg nogal 'ns tegenkwam, even als zo nu en dan een klein neger halfbloedje. Van BoDn uit ging het de Eifel in, langs de beroemde en beruchte haar- speltbochten van het Eifelgebergte, waartegen de wijnakkers met de duivenranken hangen. Deze tocht door een van de mooiste streken van Duitsland toonde, dat Zuid-Duitsland, wat de Eifel betreft weinig van de oorlog heeft gemerkt en dat de toeristen deze schone streek alweer komen opzoeken, want het was er druk. Al slingerend ging het door het Eifelgebergte naar Bad Neuenahr, waar het hoofdkwartier van de Franse bezettingszone ligt. Het is gevestigd in het schitterend mooie Cassino van deze stad en de Franse verkeersagenten hadden druk bekijks. Via Neuenahr ging het langs de mooiste plekjes van de Ry"n op Kö- ningswiater aan. Een kort bezoek werd gebracht aan Remagen waar generaal Pattons tanks als eerste de Ryn overtrokken by de verovering van Duitsland. Dat hiervoor eerst nog wat puin gemaakt moest worden is wel duidelijk. In Köningswinter ging het de brede Ryn over en enkele minuten daarna waren de jongens reeds begonnen aan de bestijging vah de Drachenfels de ruïne van een oude roofburcht aan de Rijn. Die nog marken had ging met de kabelbaan en boven had men een groots gezicht over de Ryn en omgeving. Hier werden enkele gezellige uren doorgebracht, waarna de reis werd voortgezet naar de andere berg, waar boven het Allied Head Command, het geallieerde hoofdkwartier is gevestigd in een groots hotel, boven op de berg, waar het een af- en aanrijden is van alle mogelijke hoge heren, die in naam der geallieerden het ver slagen Duitsland besturen. Dan ging het naar de grote Reichs- ban, die linia-recta naar Dusseldorf loopt. Op deze wegen schieten de watervlugge Volkswagens en raasden de kleine Mercedes wagentjes, terwijl men by na geen enkele zware Ameri kaanse wagen ziet en dan is hij nog van een buitenlander. De grote vracht wagens ryden altijd met een aan hanger, dikwijls zelfs twee. Boven dien wordt nog veel gereden op samengeperst gas, zodat de Duitsers nu zo ver zyn als wy in 1943. Intussen zag men ook nu weer de talloze zgn. ontmantelde fabrieken in het Ruhrgebied volop aan het werk, terwijl de lange schoorstenen bij tientallen tegelijk hun dikke rook de hemel in spuwden. Tegen de schemer was men in Dusseldorf, dat met zijn bonte licht reclames en zyn schitterende etalages een waarlyk feëenryke aanblik gaf. Maar keek men boven de lichtrecla mes en de schone en overyolle etala ges naar boven dan staken tegen de donkere hemel de skelletten af van wat eens de tweede, derde en meer dere etages waren geweest, terwijl verder hele stukken uit een straat waren weggehapt. Ook hier achter het klatergoud van schone schijn de duistere werkelijkheid van een ver slagen land. Dan ging het huistoe en even over twaalf werd de Duitse grens weer gepasseerd. Om goed half twee waren we weer thuis, van een reis, die mede door het goede weer zo buiten gewoon is geslaagd en voor buiten staanders weer eens te meer het bewijs leverde, dat en leerlingen en leraren een goede teamgeest hebben en dat hun verhouding onder elkaar prima is. in de Paterskerk Drie fraters naar de Missie van Pakistan Op Woensdag 13 Juni zal in de Paterskerk het kerkelijk afscheid plaats hebben van een vijftal mis sionarissen nl. voor de missie Pakistan de Weleerw. Pater Gervasius (w. J. Janssen uit Nijmegen) en de Eerw. Fraters fr. Anicetus (Adriaan Broers uit Arnhem) fr. Firminus (Toon Jans uit Overloon) en fr. Carolus (Antoon van Hoof uit Afferden) en voor de missie in Nieuw-Guinea de Weleerw. Pater Justus Paulissen. Het bijzondere is wel, dat er drie fraters vanuit het klooster in Venray, waar zii hun phi'osophie-studie heb ben beëindigd, nu reeds naar de missie gaan en daar hun theologische studies maken. De bedoeling hiervan is vooral om de nog kleine klassen van inheemse fraters in het theologicum der Paters Franciscanen in de missie van Pakistan aan te vullen. Verder biedt dit een voordeel voor de fraters dat zy, als zy priester gewijd worden reeds ver trouwd zullen zyn met het land, het volk en de taal, zodat zy dan aan stonds het missiewerk kunnen be ginnen. Het zal deze keer weer een echt afscheid zyn in deze zin, dat de mis sionarissen voor Pakistan na de plech tigheid aanstonds op reis gaan naar hun missie. Zy vertrekken vanuit de kerk per auto naar Roermond, stappen daar op de internationale trein naar Genua, waar zij op de boot gaan. Steeds is het een mooie en ont roerende plechtigheid, het afscheid van missionarissen. Ongetwijfeld zul len velen dit eens willen meemaken en ook komen bidden om Gods zegen over de grootse maar zware toekomst, welke deze jonge idealisien tegemoet gaan voor de uitbreiding van Christus' Rijk op aarde. De plechtige Hoogmis begint om acht uur. Daarna zal de Hoogeerw. Pater Provinciaal zyn vertrekkende broeders toespreken. Vervolgens wordt de bijstand van de H. Geest afgebeden met een Veni Creator, waarna de zendingsbrieven van de Generaal der Orde worden voorgelezen, welke ieder9 missionaris persoonlijk in ontvangst neemt en eveneens daarna het missiekruis. De missionarissen stellen zich onder de bijzondere bescherming van Maria en van hun Vader Franciscus en zingen dan het kerkelyk reisgebed. Daarna wordt het Allerheiligste uitgesteld en de Zegen gegeven. Tenslotte nemen de tnissionaiissen afscheid van hun medebroeders en onder het zingen van het Magnificat trekken zij de kerk uit en aanvaarden de grote reis als emigranten voor God. De School in de Franse tijd. Stoomwasserij is steeds tot uw dienst Kampweg 15-23a Tal. 586 De wet van 1 September 1796 zonderde van de suppressie die kloosterlijke instellingen uit, die zich bezig hielden met openbaar onderwijs, de verzorging vAn zieken of andere practische arbeid. Die wet was een van die sinistre, die vanaf vanaf de Franse Revolutie in 1789 het Katholicisme bedreigden. Uit de wet zelf echter zouden wij besluiten moeten, dat voor de Ven- rayse Latijnse School geen onmid dellijk gevaar dreigde. Toch zou zy als slachtoffer vallen. Om de gang van zaken goed te begrijpen, moeten wy even ons ge heugen opfrissen over enige feiten. Na de gruwelijke moord op Koning Lodewyk XVI, 21 Januari 1793, brak een oorlog uit tussen Spanje, Portu gal, Nederland, Engeland en byna alle Duitse en Italiaanse Staten enerzijds en Frankrijk anderzijds. Met afwisselend succes werd er gevochten. Daarbij gelukte hst de Franse generaal Dumouriez aanvan kelijk ver in ons land tot aan het Hollands Diep door te dringen, maar hy werd later gedwongen terug te trekken. Het Pruisisch gebied en dus ook Venray had zijn vrijheid nog behouden. Maar op het einde van 1793 keerde de krijgskans wederom ten voordele van Frankrijk. Na de slag van Fleurus, op 26 Juni 1794, werden hun tegenstanders gedwongen België te ontruimen en zich terug te trekken over de Ryn. Zegevierend trad Pichery Nederland binnen. Het Overkwartier van Gelder dus ook Venray kwam in Franse handen. Op 5 April 1795 werd te Bazel een verdrag gesloten. Pruisen gaf toe stemming tot eventuele afstand van de gehele linker Rijnoever. Zo werden de Fransen bevestigd in het bezit van de veroverde land streken. Overal in het land werden de Fransen met uitbundigheid ontvangen en overal in het land waren zij de grote heilbrengers van „Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap". En om de vrijheidsbomen danste het volk in kortzichtigheid zyn dwaze vreug de uit. Er is geen rede om te veronder stellen, dat dit in Venray niet zou gebeurd zijn Maar men zou spoedig ondervinden wat de Fransen van toen verstonden onder vrijheid. De draconische wetten waaronder zy zelf leefden, werden ook toegepast op de overwonnenen. Zo ging het by decreet van 2 Juni 1802 met de bovengenoemde wetten, waarby o.a. de kerkelijke goederen werden geconfiskeerd, het dragen van het kloosterkleed werd verboden enz. enz. Reeds op 15 September 1802 werd het onrechtvaardig besluit in Venray tot uitvoering gebracht. Zoals alle kloosterlingen, deelden ook de Minderbroeders in 't trieste lot. Zy moesten het Franciscaans habijt afleggen en hun klooster en kerk werden gesloten. Het College bleef toen nog bestaan maar het is duidelijk, dat van grote bloei geen sprake meer kon zyn. Welke ouders van buiten Venray zouden in deze troebele tijden hun kinderen naar elders hebben durven sturen Toch trachtten de Minderbroeders het onderwijs voort te zetten. En al moest de toenmalige Rector, Pater Petrus van Soest, ook in een werelds pak rondlopen, hij bleef ijveren voor een inrichting, die zo zeer met Ven ray was samengegroeid. Maar de Latijnse school was ten dode opgeschreven I De „Consul" Napoleon, die weldra na zijn verheffing met onderwijs hervorming begon, vond in Venray een medestander in de toenmalige burgemeester, Leonard Urlings, een Akenaar. Zeker met zyn medewerking kwam het keizerlijk decreet van 15 April 1805 af. De oude Latijnse School werd opgeheven en een zogenaamde communale secundaire school kwam in haar plaats. Uiteraard kon men de Paters op deze school niet handhaven. Er moesten mannen komen, die meer en beter zouden arbeiden in de geest van de anti-kerkelijke regering. De nieuwe school werd gevestigd in de ziekenafdeling van het Paters- klooster, dat te dien einde aan de gemeente in eigendom werd afge staan. „Maar" zegt Pastoor Lambertus van Elsberg in een officieel document „het min voorbeeldig gedrag der toen nieuw aangestelde professoren, hunne onkunde met den geest onzer natie, de vreemde manier van onder wijs en meer anderezaken stremden den toevloed der kwekelingen en stelden welhaast de leeraars zonder leerlingen; een zeer hoog salaris aan die professoren geaccordeerd en der gemeente alleen tot last gelegd, stelden deze in de onmogelijkheid om aan deszelfs betaling altoos prompt te kunnen voldoen". De School bleek weldra totaal overbodig. Op verzoek van het gemeentebe stuur hief de Grootmeester der Uni versiteit op 11 April isio de secun daire school op. Zo was Venray zonder Gymnasi um, maar ook zonder een inrichting, die het enigszins kon vervangen. C. S. GROTE BEDRIJVEN GROEIEN, DE KLEINE WORDEN NOG MEER GEREMD. Het jongste Regeringsvoorstel met betrekking tot de hogere belasting van winsten boven de f 8000.—de verhoging van de Vennootschapsbelasting en de wijziging met betrekking tot de waardering van de bedrijfsvoorraden is nog niet defi- tief in de wet vastgelegd. Al moet men toegeven, dat de slechte toestand van 's lands financiën een nieuwe stijging van lasten byna onvermijdelijk maakt, toch dient men de komende maatregelen ook uit een oogpunt van bedrijfsbelang te bezien. Een kritisch oog ziet terstond, dat men opnieuw ons bedrijfsleven bedreigt, waar andere groepen van ons volk, die nieuwe directe belasting; druk niet te dragen krijgen. Dat wil niet zeggen, dat een gedeelte van de burgers geen grotere druk zou voelen. De hogere prijzen op velerlei gebied leren wel anders. Wy willen liever de vraag stellen of deze nieuwe lasten de werkzaam heid van het bedrijfsleven zullen bevorderen. Men zal by aanwezigheid van ruime middelen, dat verwachte inkomen niet te jaag stellen. Is de kasvoor- raad klein, dan zal men die Komende verdiensten onderschatten. De voorlopige aanslag is laag, met het gevolg, dat bij het bestaande progressieve systeem de definitieve aanslag erg hoog zal zyn. Op dat laatste moment heeft men in tijden van geldnood de lopende inkomsten reeds verteerd dan wel voor andere doeleinden aangewend en men zit plotseling in de grootste moeilijkheden. Dit bezwaar, dat tot nu toe zich reeds ernstig deed gevoelen, zal in de komende tijden zich nog in heviger mate doen gelden. Er zal dus in de wyze van belasting innen spoedig wijziging moeten komen. De inspectie zal met de voorlopige aanslagen zo juist mogelijk de wer kelijkheid moeten benaderen. Dat kan gebeuren door een critische be schouwing van de cijfers in het verleden vry nauwkeurig geschieden al zal men de aard van het bedrijf in aanmerking moeten nemen. De inkomsten fluctuatie verschilt sterk naar bedrijfstak, maar ook naar de aard van de onderneming binnen elke bedrijfstak. Er is jaren gesproken over de belastingdruk, die reeds tot op heden al te zwaar werd gevoeld. Dit is ook wel toegegeven in over heidskringen. Dan is ook duidelijk, dat met het komende de grens zal worden overschreden. Wy wyzen in dit verband op het geweldige gebrek aan liquiditeit in het bedrijfsleven, die momenteel al bestaat. De belastingachterstand uit de reeds vervlogen jaren is nog niet ingehaald. Men hoopt deze nu spoedig in te vorderen. Gezien de ellende, die uit deze gang van zaken reeds voortvloeit, zullen vele zakenmensen in de nabije toekomst voor grote tekorten komen te. staan, die hen naar de ondergang zullen slepen. By een bestaande belastingschuld, ook al heeft men de aanslag nog niet ontvangen, behoort men voor die komende betalingen het bedrag te reserveren. Gebruikt men dat geld voor be drijfsdoeleinden, dan financiert men in werkelijkheid met overheidsgeld. Deze moeilijkheid wordt slechts ten dele door de voorlopige aanslagen opgevangen. Deze worden opgelegd naar de opgave van het verwachte inkomen. Waar moet het geld yandaan komen Van het grootste belang is echter, dat vooral de ondernemers zelf hun toekomstige belastingplicht ernstig gaan betrekken by de beschouwing van hun financiële positie. Dat geldt vooral voor de kleinere zakenmensen, die steeds een geringe of geen financiële reserve hebben. Dit vraagstuk moet niet worden verwaarloosd nu de credietmogelyk- heden geringer zyn geworden. Het is een bekend hedendaags verschijnsel, dat het innen van vor deringen steeds stroever verloopt. Het verkrijgen van bankcrediet stuit op grote moeilijkheden en kosten. Waar bovendien de consump tiebeperking nu reeds hier en daar tot dalende omzetten leidt en een prijsdaling in vele sectoren vaD het economisch leven wordt verwacht, is vaneen nogverdere verhoging van vermogens- en inkomstenbelasting een sterk deprimerende invloed te verwachten. Bij de grote en zeer grote bedrijven spelen al deze bezwarende factoren een veel ondergeschikter rol door de grotere financiële weerstand en veel soepeler wyze van credietverlening. Wy achten daarom de extra be lasting by een inkomen van f 8000 niet verantwoord, omdat deze winst- grens te laag is gesteld. De groei en de levenszekerheid van het kleine en middelbedryf worden hier ten zeerste door belemmerd. In deze middensector speelt de strijd om expansie of behoud wel zeer sterx. Heeft men daarentegen een bepaalde bedryfsgrootte bereikt, waar het inkomen niet meer zozeer voor directe of iadirecte bedrijfs doeleinden behoeft te worden aange wend, dan kan men veel beter een voorlopige extra last verdragen. Waar ligt de grens Het is niet gemakkelijk om die grens vast te stellen, temeer daar deze voor elke bedrijfstak nogal verschilt. In het algemeen zouden wy dit extra belaste inkomen op f 15000 of f 20.000 willen zien gesteld. Welke normen heeft de minister aangelegd by het vaststellen van die grens Wellicht zal de nog komende be handeling in de Kamer hier nog opheldering brengen. De nadelen van dit belastingsys teem liggen vooral in een verstarring van het bedrijfsleven. Men wordt door het wegzuigen van de noodzakelijke middelen be perkt in zyn activiteit, die de kleine I goden uit het bedrijfsleven tot gro- jten moet doen groeien. Deze mobiliteit is nodig voor het behoud van een gezond economisch apparaat. Meer en meer ziet men in de laat ste jaren de grote bedrijven uitgroeien tot geweldige lichamen, die het hele economisch leven overvleugelen. Het is teleurstellend, dat ook de belastingwetten nu nog deze tendenz gaan versterken. Pastoors te Yenray Na de dood van Matthias Roebroeck werd te Venray pastoor Wilhelmus Sonnemans, die als missionaris in de Hollandse zending had gearbeid. Na zyn dood in 1742 regeerde Ja cobus Timmermans tot 1768. Toen kwam de oud-pastoor van Herten. Deze Christianus Hoeben, was in 1733 geboren te Roermond en overleed er in 1805. In dat jaar leverde Venray een eigen zoon als Pastoor in Petrus- Driessens, die er in 1734 geboren was. Priester gewyd was hy in 1758 on fungeerde enige tyd als kapelaan. Hy overleed in 18I6. Toen zocht hier zyn arbeidsterrein Lambertus van Elsbergh, die vanaf 1793 pastoor was geweest in Arcen. Hy was in 1763 geboren te Hönnepel, priester gewyd in 1787 en hy over leed in 1836. De volgende pastoor bleef slechts vier jaar hier, want toen hem in 1840 het pastoraat en det dekenaat van het florissante stedeke Weert werd aan geboden, liet hy de „Parel van de Peel" aan een ander over. Hy was Hermanus Janssen, die in isoo te Oeffelt was geboren. Het schijnt wel een flinke man geweest te zyn. Want in 1823 werd hy priester gewyd en benoemd tot kapelaan te Mierlo, waar hy al in 1825 pastoor was. Van 1836 tot 1840 was hy dan pastoor te Venray. Hy werd m 1859 kanunnik en overleed in 1863. Eén jaar vroeger, in 1861, overleed zyn opvolger, die een hele carrière gemaakt heeft. Hy was Petrus Ver heggen, geboren te Buggenum in 1802, priester gewyd in 1825. Hy was rector te Asselt, kapelaan te Blerick, pastoor te Sevenum(i833), pastoor te Venray, deken te Horst en Gennep en in 1859 werd hy kannunnik. Dan kwamen de bekende Henricus Wilhelmus Hubertus van Haeft, die geboren was te Mierlo en in 1887 Wilhelmus Notermans, die 13 Januari 1836 te Roosteren geboren was. Vroeger was by rector geweest van de Munsterkerk te Roermond. Joannes Verheijen Deze is pastoor geweest in Broek huizen, dit blijkt uit een gebrand schilderd glas van 1719. Wilhelmus Eymaels De laatste Rector van het zusters- klooster te Oostrum, is geweest Wil helmus Eymaels. Hy was geboren te Heythuysen in 1754. Hy moest de opheffing van het klooster op 15 Sep tember 1802 meemaken. Evenals de laatste moeder van het convent overleed hy te Geysteren en wel in 1822. Onde uithangborden Een kastelein langs de weg van Venray naar Leunen, was het einde van de vorige eeuw volgens zyn uit hangbord „Schoenmaker, Winkelier, herberg en tappery", en had afbeeldingen van al die waardigheden voor zyn woning hangen. Uitstekend rijden der Gebr. Aben Mede dank zy het zeer fraaie zomer weer was het gehele circuit, midden in de prachtige bossen van Geysteren, Zondag bevolkt met duizenden be langstellenden, die enerzijds waren gekomen om kennis te maken met de nog onbekende motorsport in Noord-Limburg, anderzijde om het mooie doel te steunen, daar het batig saldo bedoeld was voor de weder opbouw van Wanssums verwoeste kerk. Het circuit in de bossen had tal van natuurlijke hindernissen, terwyl een rechte weg liep dwars door gol vende korenvelden. Het veld van renners had reeds naam met derge lijke wedstrijden gemaakt. De organi satie was in handen van de Venlose auto- en motorclub „Gaef um gaas" en wy kunnen niet anders dan vol lof zyn over de organisatie, die op alle punten precies volgens schema klopte. De wedstrijden werden verre den onder auspiciën van de Katho lieke Zuid-Nederlandse Motor Bond. De terrein-commissie was volledig voor haar taak berekend; van de diensten van de Venrayse Rode Kruis- colonne behoefde geen gebruik te worden gemaakt. Junioren 125 c.c. Nadat Pastoor Hoefnagels een dank woord had gesproken, alsmede de voorzitter van de Z.N.M.B. de heer Jelsma, startten 11 junioren op dit zware circuit. Al direct maakte zich een kopgroep los, bestaande uit J. Janssen, Salet, Meusen en de veel belovende v.d. Elzen. De voorsprong van deze vier renners werd nog ver groot naarmate het einde naderde. Het was jammer dat toen er nog twee ronden te ryden waren,-Salet met een defecte motor verder moest ryden. Deuitslag: 1. J. Janssen, Helmond; 2. v.d. Elzen, Gemert; 3. Th. van de Veerdonk; 4. v.d Koedyk, Oisterwyk; 5. Salet, Leeuwen (Gld.) Junioren 350 en 500 c.c. Het veld renners was hier veel groter. Opmerkelijk was hier het ryden van v. Balkom. v. d. Heuvel, de 34-jarige van de Wal en de met pech kampende Elieëns uit Volkel. De uitslag: 1. Fr. v. Balkom, Beek en Donk; 2. Boogers, Eindhoven; 3. v.d. Heuvel, Berlicum; 4. H. Vermulst, Gemert; 5. M. Kooien, Vught. Senioren 125 c.c. De gebr. Aben behoorden onmisken baar tot de favorieten. Hun styl van ryden moet wel de harten van het duizendkoppige publiek veroverd heb ben. Opmerkelijk waren hier de presta ties van de jeugdige Smits uit Vol kel. De kopgroep werd al direct van start gevormd door van Oorschot, Smits, Aben en Thijssen. Jammer was het, dat Smits kwam te vallen, waardoor hy achter raakte. Koos Aben wist stil aan op te klimmen van no. 3 tot no. 1. Uitslag: 1. K. Aben, Volkel; 2. P. van Oorschot, Valkenswaard; 3. Thys- sen, Veghel; 4. Erkens, Geleen; 5. Smits, Volkel. Snelste tyd 1 min. 50 sec.; circuit I600 meter. Senioren 350 en 500 c.c. Wegens een ongeval kon J. Clink uit Helmond niet aan de start ver schijnen. Th. Aben moest dus zijn rivaal missen, maar het heeft des ondanks niet aan stryd ontbroken. Tijden werden gemaakt van 1.40 tot 1.38, maar het was al reeds vroeg te zien, dat Aben w nnaar zou worden. Van den Oever bleef steeds volgen met Smits in zyn spoor; helaas kreeg v.d. Oever met pech te kampen toen er nog maar drie ronden te rijden waren. Onbedreigd snorde Th. Aben uit Ledenacker als eerste door de flni8ch, gevolgd door W. Smits. Vol kel; 3. A. Smits, Volkel; 4. van Oor-

Peel en Maas | 1951 | | pagina 3