TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Onze toekomst Uit de geschiedenis van Venray en omgeving. 'n Oud sprookje in nieuw Nederlands. Premieverlening klein boerenbedrijf. De Klóóidócétfiótdec Van links en Rechti Uit „Peel en Maas" Uit het l^uitentand ZATERDAG 24 FEBRUARI 1951 N«.'8 TWEE EN ZEVENTIGSTE 1AARGANG Op een afstand van een paar honderd kilometer van ons verwyderd staan de voorposten van een Russisch leger, dat meer dan 175 divisies telt. De hele wereld houdt er ernstig rekening mee, dat deze monsterarmee op een kwade dag naar het Westen zou kunnen worden gestuurd op zoek naar „warme" havens, industriege bieden en grondstoffen. Daarmee leven we in een soortge lijke dreiging als in de jaren 1936- 1940. Maar er is een groot verschil in de wijze namelijk waarop de bedreigde volkeren voornemens zijn zich tegen een eventuele agressie uit het Oosten teweer te stellen. Twaalf jaren geleden durfde ons land niet eens met België te gaan praten over het totstand brengen van een aansluiting tussen de verdedi gingslinies der beide landen; twaalf jaren geleden dirigeerde onze generale staf hele regimenten naar de Noord zeekust om een mogelijke aanval van de Engelsen te weerstaan, ofschoon een kind wist, dat van die kant niet het minste gevaar te duchten was. Men ondernam deze kostbare dwaasheid eenvoudig om 'n mogelijk verwijt van meneer Hitier te ont gaan, die zo werd gevreesd, zou hebben kunnen zeggen: jullie zijn niet neutraal, want je toontje alleen maar voor mij bevreesd De neutraliteit van die jaren heb ben we gelukkig aan de kant gedaan. Door Benelux, 't Verdrag van Brus sel en het Atlantisch Pact z|jn w|j opgenomen in de r|j van landen, die van plan z|jn in nauwe onderlinge samenwerking hun vrijheden te handhaven. In de eerste paar jaren is dat allemaal nogal langzaam gegaan, nu echter schijnt er schot in de zaak te komen: Frankrijk, Italië, België en Nederland hebben een concreet defensieplan opgesteld, z|j weten nu secuur wat ze in de komende paar jaar op militair gebied te presteren zullen hebben. Min of meer terzijde blaast Enge land een ferme eigen party en ook West Duitsland zal te eniger tijd zijn bijdrage aan de gemeenschappe lijke verdediging gaan leveren. Mochten ons een paar jaar gelaten zyn, dan zou een legermacht kunnen ontstaan, die samen met Amerikanen en Canadezen en hun onuitputte lijke voorraden niet te vergeten elke aanval het hoofd zou kunnen bieden. later landen tegen landen, zo dade lijk als we niet uitkijken werelddelen tegen werelddelen. In die ontwikkeling hebben we maar één keuze en één plaats: Europa. Is Europa dan niet overbevolkt Ja en neen. De overbevolking in relatieve zin waarvoor velen nu menen te moeten uitwijken, is in een lang verleden ontstaan en is nu een on ontkoombaar feit, dat sociaal gesproken zyn consequenties heeft welke wy bepaald niet aan kunnen door met enige tienduizenden naar elders te trekken. Dan zouden we met millioenen tegelijk moeten verhuizen en dan ook de ouden van dagen, kreupelen en lammen, de luiaards en 1 au wen Nu „romen" we ons volk alleen maar af en ons nageslacht betaalt het Deze conclusie is gebaseerd op getallen van mensen en materiaal en houdt geen rekening met de belangrijke factor: zelfvertrouwen, de onontbeerlijke basis van alle militair vermogen. W|j kunnen niet ontkomen aan de indruk, dat de West Europeaan in dit opzicht een belangrijk tekort heeft. In z'n diepste grond is dit het gevolg van de omstandigheid, dat de geestelijke en sociale eenwording van Europa zich alleen nog maar op papier voltrekt en ook daar, naar veler opvatting, nog langzaam ge noeg. De Benelux-idee heeft wel eens betere dagen gekend dan op dit ogenblik; de nood waarin millioenen mensen van West Duitsland verkeren en die - continentaal gesproken - onze nood is, interesseert velen ten onzent niet. Het dreigement van 1939 is over wonnen en voor eens en altyd van de kaart, een ander, Dog meer te duchten schrikbeeld is opgekomen, maar toch redeneren velen nog: net goed, dat de Duitsers hun trekken thuis krijgen, alsof w|j hen b|j de verdediging van de West Europese vrijheid, dat is onze vrijheid, zouden kunnen missen Wy kennen, om nog andere voor beelden te noemen z.g. Europese plannen van: Schuman, Stikker, Mansholt en van Zeeland. Kan 't de massa interesseren, of daar ooit iets van komt of niets Nog pas vandaag hoorden we van een zakenman, dat de massa, daar onder ook de beter gesalarieerden van de hand in de tand leeft. Van daag gebeurd, morgen uitgegeven. Voor de toekomst, die toch voor onzeker wordt aangezien, schept men niet de minste zekerheid. Ons dunkt, dat we ook geestelijk te veel van de hand in de tand leven en van onze eigen verantwoor delijkheid weglopen. Een belangrijk percentage dergenen, die nog serieus aan de toekomst denken, reist en schrijft op en neer tussen hier en Den Haag, om naar een ander deel der wereld te emigreren. Men ziet voorbij, dat Canada op de duur geen welvaart kan hebben zonder een welvarend Europa. Of ons oude werelddeel over een halve eeuw nog zal tellen in de wereld weten wy niet. Maar met veel meer zekerheid valt te voor spellen, dat er over 50 jaar niet een blanke nog iets in Australië te ver tellen zal hebben. Reeds nu vecht de „gele" wereld op drie vier fronten voor haar recht, of voor wat daarvoor door moet gaan en voor haar eigen gebied. De evolutie is helder getekend: oudtijds vochten steden tegen steden, De oplossing is eenvoudig, zy het niet avontuurlijk of spectaculair: wy blijven zo goed als allemaal in Europa. Wy kunnen niemand missen zeker niet de lui, die zoals gezegd, in het feit, dat zy emigreren willen, het bewijs lederen, dat ze ernstig aan de toekomst denken en hard willen werken. Wy hebben onze besten broodnodig ter verdediging van hetvrye Westen dat, met zyn christelijke beschaving nog tot in lengte van jaren, de hele rest van de wereld het machtige Amerika inbegrepen zou moeten Kunnen blijven voeden met al de waarachtige rijkdom van zyn vijf en twintig eeuwen oude cultuur; we hebben de besten hier nodig tot behoud van de wereldwelvaart, waar van de sleutel nog altyd in Europa ligt. Er is zeer beslist niemand, die op economische gronden kan aanto nen, dat emigratie uit het avondland noodzakelijk is. Ook niet voor de Nederlandse boeren. Als het van alle kanten een zegen voor Frankrijk zou zijn, indien dit land morgenvroeg honderd millioen inwoners telde, dan is duidelijk, waar plaats voor de paar duizend boeren moet worden gemaakt, die Nederland jaarlijks over heeft. Dat ziet er, op dit ogenblik, niet zo aantrekkelijk uit, als emigratie naar Canada, maar op de lange afstand gezien is ordening in de bevolkingssproiding binnen Europa een zegen voor al degenen, die de aarde bevolken, alle emigratie naar gebieden buiten ons werelddeel, zal geestelijke en ^stoffelijke schade be rokkenen, ook aan alle wereldlingen. Onze toekomst in West Europa hangt af van onze verbeten wil van alle West Europeanen om onze eigen problemen zoveel mogelijk met eigen middelen te klaren. Militair zyn we goed op weg, geestelijk en maatschappelijk is er vrijwel nog niets gedaan of bereikt. H.C. P.K. Een onderwijzer in een onzer grote steden liet in z|jn klas het sprookje van de wolf en de zeven geitjes in eigen taal vertellen. Ziehier wat een der knaapjes er in goed Hollands van maakte. (Met redactionele verontschuldigingen). DE WOLLEF en DE SE VEN GEITJES Der wazze es seve geitjes en op un dag mos de ouwe geit naar de mart om der bonkaart te ferpatse en toe see se tege de geitjes „Jonges, moe mot effe weg, geen rottigheid uithale en as de wollef komp, seg dan, as dat ie dood kan falie. Nie ope doen 1" „Das zit hardsnikke snor", seje de geitjes. „Das dan foor se ruige roodkopere, see de ouwe. „Nou de mazzel, hoor." Toen de ouwe weg was, gonge de geitjes spelletjes doen en alles was kits, tot datter op de deur wier gerammeld. „Daar hebbie et gedonder in de glaze." seje de geitjes. „Wat mot je froeg der een. „Maak de deur is effe ope, knapie", see de wollef, die buite sting en de boel wou fernagele. „Je zuster", seje de geitjes, die wel hoorde datter de wollef was. „We kyke wel uit, hoor, laser op. hufter Neem je tante in de feiling. Affyn de wollef drukte zyn porum want ie foelde wel, datte de geite in de smiese hadden, dattet een fuil bakkie was. Effe later kwam ie terug en see met een frouwestem, dat se de deur ope moste make, want de tent sat nog steeds op slot. De geitjes dachte dat alles jofel was, maar eentje was er so link om de wollef te frage sun poot te late sien. De wollef snapte dat ie fout ging, assie sun haneke liet sien, dus drukte-nie sun snor maar weer. Nouw mos8ie wat anders fersinne en ie douwde sun jatte in ut meel om se wit te late schyne. Toen de geitjes weer froege om sun gry'p- stuiters te late sien, doche se dat alles oké was en se seje: „Goeje soep jonges, ope die tent". De wollef kwam binne en see: „Nou heb ik jullie an je staart, fuile stinkers". Nog eens „De brand van Jerusalem" in 1888 We hebben al eens een verslag ge geven van de brand, die in 1888 het Venrayse Jerusalem teisterde. Een van de pensionaires zond aan het „Dagblad" als ooggetuige het volgend verslag, dat ons wel een goed denk beeld geeft van de grote ramp. Het luidt aldus De pensionnaires waren juist aan tafel gezeten voor het middagmaal, toen de schrikmare van brandbrand een ware ontsteltenis te weeg bracht. De eerste zorg was, de 130 of 140 kinderen uit het gebouw te ver wijderen en verder te redden, wat te redden viel, waarbij de algemene hulp van de ingezetenen van het dorp niet ontbrak. Een per telegraaf ontboden brandspuit uit Venlo was spoedig mede ter plaatse. Ook waren reeds vele vreemden aanwezig, voor de viering van het 50-jarig bestaan van het gesticht, die heden zou plaats hebben. De kinderen zyn allen met de treinen van circa 5 uur, onder geleide van eerwaarde zusters, in verschil lende richtingen naar huis gezonden. De zogenaamde nieuwe bouw is totaal afgebrand; het oude gedeelte, waarin de nonnen wonen, is nog behouden, ofschoon de toren van de daarbij be horende kapel reeds was vernield. De meeste bedden met toebehoren, vele kleren van leerlingen, vele piano's en meer andere meubelen werden een prooi van het vernielend element. Aan de brandweer van Venlo is het te danken, dat de kerk en het oude kloostergebouw gespaard bleven. Reeds zijn door architect Cuypers, die toevallig ter plaatse was, maat regelen genomen om terstond met de herbouw zo mogelijk 15 October het nieuwe gebouw weder te kunnen betrekken. In de nacht van Dinsdag op Woens dag, heeft de stormwind een groot gedeelte der buitenmuren, welke waren blijven staan, omvergeworpen. De brokstukken kwamen terecht op het tuinhuis, dat hiervan weinig of niets geleden heeft. Men vreest voor het omvallen van de grote achter muur. De aangerichte schade wordt op ongeveer 170.000 gld. geschat. Meester Gerrit de Well In de lijst van fundaties van de parochiale kerk te Well werd ver meld een jaargetijde voor Gerrit de Well, welke jaargetijde in de maand Januari moest gehouden worden. Het schynt, dat deze Meester Gerrit ook in Venray metterwoon gevestigd is geweest. In het kerkarchief alhier moet een boekje bestaan hebben, waarin h|j tussen de jaren 1506 en I5U diverse aantekeningen gemaakt heeft. Deze aantekeningen waren deels van huiselijke aard, maar ook deels van ambtelijke. Want onze Gerrit, die zich noemt „officialis foraneus in concilio Cuykensi" was een geestelijke rechtsverzorger. Hy had dus een zekere gedele geerde macht om beslissingen te nemen in huwelijksaangelegenheden, beneficiën, tiendenvraagstukken enz. Zo gaf hy in Januari 1506 een dispensatie in de roepen b|j een huwelijk, wat hy aldus aantekende: Dispen satio pro duobus ban nis (voor twee roepen) matrimonii (van een huwelijk) ad pastores de Bree et Wansem pro N.N. et N. Zoals in 1950 zal de dienst kleine boerenbedrijven van het ministerie van landbouw ook in 1951 de ratio nalisatie van de kleine boerenbedrijven blyven stimuleren door middel van premieverlening. Ü6 richtlijnen hier voor zyn thans gereed gekomen. De eerste en voornaamste voor waarde voor het verkrijgen van een premie is, dat het gebruik van het ter beschikking gestelde geld moet leiden tot verbetering van bedrijfs voering. Daarnaast moet de boer nog voldoen aan drie voorwaarden: Z|jn hoofdberoep moet landbouwer zyn, zijn vermogen mag niet groter zyn dan f 25.000 en zijn bedrijf moet kleiner z|jn dan 10 ha. cultuurgrond. Als basis voor de premieverlening wordt genomen de Mei-inventarisatie van 1948. Er is thans 2 millioen gulden voor het verlenen van premies beschik baar. Daarnaast kan men rekenen behoudens goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer op een bedrag van 3 millioen gulden uit de Marshallhulp. In 1951 kan voor belangrijk meer objecten subsidie worden verleend dan vorig jaar. De 'premieverlening voor mestplaten is echter vervallen. Aankoop en inzaai van een gras en klaverzaadmengsel, alsmede de pre mieverstrekking aan werktuigencoö peraties zyn voor alle provincies verplicht gesteld. Yoor de aankoop van rundvee mogen alleen in Drenthe, Overijssel, Noord Holland en Limburg premies worden verstrekt. De geite schrokke sich et ape lazerus. De wollef sloeg ze hallef lens en frat se op. Alleen ut sefende geitje was so link om in de klok te duike en bleef daar sitte tot de wollef pleite ging. Affijn, 's aves kwam de ouwe geit hardstikke in de lorum thuis en ut kleine geitje see, dat die rotwollef de andere ses in sun muil geduwd had. „Soon stuk schorum", see de ouwe, die er meteen de schurft in kreeg, „die rotgeintjes sal ik die goser es effe aflere". De ouwe nam en end hout en gong mee ut geitje naar ut hol van de wollef, die met suil folie pens foor pampus op sun fiooiebunker lag te snurke. „Mot jij m'n kindere opfrete, loeder, schreeuwde de ouwe. De wollef wier wakker en schrok se eige rot. „Beje belazerd," sei die gauw. „Ik beb geen poot buite de deur geset." „Hy liegt dat ie barst," riep ut geitje, „ik heppet self gesien." De ouwe sprong naar de wollef toe en sloeg um met een opdonder de harses in. De wollef lag meteen kassie ses en was in een mum fan tyd de pijp uit. De ouwe nam een neiffie en snee de pens fan de wollef ope. De ses geitjes spronge er meteen uit en songe: „Daar benne me weer". „Jullie kenne fan geluk spreke", see de ouwe, „daar was je by na de pienut gewees." Affijn, om kort te gaan, se douwde de bast fan de wollef fol met keije en se laserde um in de majen. de geite leefden nog lang en geluk kig. (Overgenomen uit het personeelblad van de N.V. HandelMy R. S. Stokvis en Zn. te Rotterdam). Er is Venray wel e9ns verweten, dat men zo spektakelde over grond voor de jonge boeren, maar dat men toch maar bitter weinig van die jonge boeren naar de Noord-Oost polder zag trekken, om daar te wer ken en zo een boerdery te verdienen. Bij informatie ter bestemde plaatse bleek men inderdaad weinig voor de Noord-Oost-polder te voelen, niet alleen omdat men uit de meer ge moedelijker sfeer van Limburg naar het wat stuggere Noorden moest maar ook omdat men de belofte van die boerderijen niet al te hard ver trouwde. En eerlijk is eerlijk, men gaat zich geen drie jaren practisch levend begraven, zonder voldoende vastigheid. De uitgifte van bedrijven in de Noord Oost Polder zal wel iedere keer tot moeilijkheden aanleiding geven, zolang de overheid niet in overleg met de volksvertegenwoordiging tot vaste regels dienaangaande zal zyn gekomen. Zoals het nu is, heeft de directie van de N.O.P. in feite vry spel en kan de Tweede Kamer alleen maar wat naprut telen. Het gaat b|j de uitgifte van de polderbedryven om het recht van de z.g. pioniers boerenzoons, die zich de opofferingen van het polderleven getroost hebben in de hoop en in de verwachting, dat een deel van het land, dat zy helpen maken, hun ten gebruike zal worden gegeven. Dit pioniersrecht is door de Directie zelve erkend voor hen, die op 1 Jan. 1945 gedurende ten minste twee jaren in de polder hadden gewerkt. Degenen, die daarna in de polder gekomen zyn, worden maar gewoon „werkers" genoemd. En of schoon de Directie zich aanvankelijk ten opzichte van deze werkers in geen enkel opzicht verplicht voelde, worden zy thans in de officiële stukken als zodanig aangeduid. W|j en met ons zeer velen menen, dat zy, die de polder mee helpen in cultuur brengen, na veiloop van enige jaren zich zekere pioniers rechten veroveren, welke hun priori teit geven op hen, die by de uitgifte zo maar meedingen en dit kunnen doen, omdat zy op de meeste pioniers en werkers dit voor hebben, dat z|j over voldoende kapitaal beschikken. De Directie van de N.O.P. heeft iets tegen het bevolken van de polders met uitsluitend pioniers en werkers en is er blykbaar opuit allerlei andere titels, welke recht op prioriteit zouden kunnen geven, te scheppen. En zo hebben wy de zogenaamde „gedupeerden" geboren zien worden; boeren, die in het algemeen belang Walcheren, vliegterrein-aanleg, stadsuitbreiding enz. - van hun be- dryf verdreven zyn. Niemand, die daar enig redelijk bezwaar tegen kan aanvoeren Natuurlijk niet: want wanneer het algemeen belang eist, dat z|j hun be drijf °P het oude land prys geven, dan eist de rechtvaardigheid ook, dat zy schadeloos gesteld worden. En dat kan alleen maar ten volle gelijkwaar dig gebeuren, indien hun een bedrijf wordt aangeboden. Genoemde Directie heeft echter nog een ander soort titel uitgevonden, waarom aan buitenstaande boeren van het oude land prioriteit zelfs op de pioniers en werkers zou moeten worden gegeven, nl. de evenwichtige bevolkingsopbouw van de polder. Wanneer alleen maar pasgetrouwde jonge boeren de polder zouden be volken, dan zou daaruit een eenzijdige gemeenschap ontstaan. Dus moeten er oudere boeren van het land komen om een zekere evenwichtigheid tot stand te brengen. Dit argument lijkt erg gewichtig, maar snijdt o.i. alleen maar hout, indien de „aanvullende" boeren, oudere boeren z|jn met minstens zes kinderen In feite gebeurt dat echter niet. Integendeel: want uit vragen in de Tweede Kamer aan de minister van Waterstaat gesteld, blijkt duidelijk, „oudelandscandidaten" aan wie een bedrijf is toebedacht, even jong z|jn als de pioniers, nog afgezien van het feit, dat 1/3 van hen uit de provincie Groningen afkomstig is. Al b|j al gaat het er om, dat men vr|j van iedere binding de polder zou willen bevolken. Welke bevolkings opbouw er dan zal komen, laat zich gemakkelijk raden. Men mag dan hier wol eens go- spektakel d hebben, maar wy ver moeden dat er nu door die pioniers nog wel harder gespektakeld wordt. Maar bij diezelfde informatie gaven de jonge boeren te kennen, dat zij geen N.O.-polder nodig hadden, maar dat z|j hier bij huis evengoed een polder hadden, waarvan ook een goed stuk land te maken was, waar ook voor verschillende van hen plaats was, mits dezelfde steun van hoger hand gegeven wordt, die men de Noord-Oost-polder zo rijkelijk schijnt te geven. Zy wezen daarbij op de Peel en in 't bijzonder de Vredepeel. De laatste begroting geeft al enige hoop, maar ook voor de rest hoopt men op een vlugge en degelijke afwerking. En met dit laatste be doelen wy de boerderijenbouw, waar van men de nieuwe richtlijnen nu al meer dan een half jaar lang wach tende is. Wat in de Noord Oost-polder kan, aldus onze zegsman, kan hier ook en misschien dat men zich hier wel aan beloften houdt. We zullen dat inderdaad maar hopen Een rare aanbesteding De aanbesteding van de oude marechaussee-kazerne met bijgebou wen te Horst, leverde merkwaardige resultaten op. Er waren 22 inschrijvingen. De fa. N.V. De Akker te Zoeterwoude wilde het karwei voor f 100 opknapper., de fa. De Waard te Gouda voor f 990 on de overige inschrijvers voor bedragen variërend van f 1023 tot f 17.756. Het record werd geslagen door de fa. J. Klompjan te Hulst by Zwolle met een bedrag van f 18.500. Te Horst zal op 1 Maart a.s. de aanbesteding plaats hebben van de nieuwe kerk, die op dezelfde plaats zal verrijzen. De Nationale Herdenking zal ook dit jaar op Vrydag 4 Mei ge houden worden. Behalve voor gerst zal ook een beperkte inleveringsplicht voor haver worden ingesteld. Hiervan zyn vrij gesteld de provincies Drenthe, Over- rysel, Noordoostpolder, Gelderland, Utrecht en Limburg. Uitgegaan wordt van een leverings plicht van 2500 kilogram gerst en 2500 kilogram haver per hectare. Eerst zal de haver en dan de gerst worden ingenomen. x De tentoonstellling van motors, scooters, carriers en bromfietsen, die Zondag in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam gesloten werd, is door 91.165 personen bezocht. Het Tegelse Passiespel heeft in 1950 een record aan belangstelling getrokken. De 35 opvoeringen van het Passiespel brachten 130.000 bezoekers naar Tegelen. Deze lieten daar een som achter van f 432.900,—, waarvan als belasting in de gemeentkas vloeide de som van f 56.091.—. De harde wind, die Zaterdag over ons land waaide heeft in de tuinderyen van Westland voor f 30.000,- schade aangericht. Voor dienstneming by het Neder landse detachement voor Korea, kun nen zich ook aanmelden zy dié niet of nog geen 12 maanden als militair hebben gediend. De gelegenheid is opengesteld tot 5 Maart a.s. Voor de elfde keer in vijftien jaar behaalde Venlo het Hockey-kampioen schap in Nederland. Voetballen en vechten Tijdens de derde klasse voetbal wedstrijd tussen Nieuwenhagen en Heerlen heeft zich Zondagmiddag een incident voorgedaan, waarbij het publiek en de spelers slaags raakte en verschillende personen verwon dingen opliepen. De politie moest handelend optreden. Rijk door de wol. Dank z|j de wol heeft Nieuw Zeeland op het ogenblik millioenen dollars meer aan inkomsten dan het uitgeeft. Wanneer de prijzen van wol en van andere exportartikelen ongeveer op het huidige niveau blyven, zou het dollaroverschot over 1951 by na 30 millioen dollars gaan bedragen. voor 50 jaren terug No. van 23 Febr. 1901 De Vastenavonddagen verliepen zeer kalm. Het weer was slecht en er heerste een bittere koude. Twee avonden gaf de Fanfare „Eutorpe" welgeslaagde concerten. Als toneelspelers traden met veel succes op de Gebroeders J. en A. Ver heugen, de heren Jean Kemps en Alphons Sanders. By de landbouwer H. Smits aan het Overbroek werd een krulstaart geslacht van slechts 11 maanden, die schoon aan de haak het respec tabel gewicht had van 550 pond. By W. van den Munckhof was verkrijgbaar: Do Vriend van den H. Antonius van Padua, door de Wel- eerw. Pater S. Bennenbroek, Minder broeder, Kapelaan te Rotterdam. Dit gebedenboek van 330 bladzijden kostte in linnen band f 0.50. RUSLAND Aan het einde der vorige week heeft Stalin in een interview met de Prawda een felle aanval gedaan op de Verenigde Naties en op Engeland. Hy wijdde zich aan het onvermogen van de V.N., om de Koreaanse kwestie op te lossen (welke hy natuurlijk in voor de Chinezen voor delige zin wil zien beslist) en op de Britse politiek, om d^ herbewapening van West-Europa op te voeren. Hy zweeg daarby over Duitsland, hoewel het vraagstuk der Duitse herbewapening de Sovjetstaten in hoge mate interesseert. Maar Maandag hebben Frankrijk, Engeland en de Ver. Staten hun nota's overhandigd aan Rusland over dit probleem en daarom zal Stalin er over hebben gezwegen. Hy heeft vooral nu voor binnen lands gebruik en voor de Oost-Euro- pese staten, die zich zware lasten moeten getroosten de schuld der herbewapening geweten aan het Westen. Maar hy achtte een oorlog niet onvermijdelijk. In Russische ogen zyn de voor waarden daartoe tweeërleigeen aanval der Ver. Staten op China en geen nationaal Duits leger. Daar Engeland in West-Europa grote in vloed kan hebben inzake de conti nentale defensie, vichtte Stalin zich tot Engeland. De Engelsen hebben tegelijk ge antwoord z|j moesten nog een nota weerleggen, waarin Moskou hen ver wijt, het vriendschapsverdrag var. 1942 te hebben geschonden, en heb ben daarop meteen gerepliceerd. Zy betogen dat Rusland in Korea, Griekenland, Berlijn (de blokkade) en Malakka heeft geinterveniëerd met vyfde colonnes, een vredesverdag met Oostenrijk heeft verhinderd en het werk der V.N. heeft gesaboteerd. Maar beide partyen z|jn bereid tot overleg, zodat men niet te veel waarde moet hechten aan dit orato rische steekspel. korea In werkelijkheid staat de zaak zo, dat Rusland en Amerika de twee landen, die een wereldoorlog kunnen ontketenen zeer gereserveerd doen, om de conflicten van kleinere niet- communistische staten met Russische vazallen te localiseren. In Korea nu bestaat voorlopig nog een soort stilzwijgende afspraakdo Russen hinderen de Amerikanen niet (die met vloot en luchtmacht vryelyk opereren in de aan Ruslandgrenzen- de wateren) zolang Je Ver. Staten geen aanvallen doen op China zelf. Zou dit gebeuren dan kan Moskou er moeilijk meer buiten blyven. De soldaten der Ver. Naties in Korea strijden dus om oen soort golvende grenslijn in stand te houden, by gebrek aan een staken van het vuren. Een ellendige situatie, zowel voor soldaten als burgers (hun leed is oubeschryfelyk groot) omdat op die manier de oorlog maanden kan wor den gerekt. De nieuwe V.N.-o, omissie voor goede diensten hoopt dan ook via de Indische en Zweedse ambas sadeurs te Peking nog contact te krygen met de rode Chinese regering, om althans aan dit nutteloze vechten een einde te maken. Dan zou dus practisch de toestand vóór de agressie van Noord-Korea worden hersteld. Nu heeft Acheson verleden week Vrijdag ook verklaard, dat de Ame rikaanse troepen in Europa die met vier divisies zullen worden ver sterkt bedoeld z|jn om „verborgen agressie" van Russische 'satellieten te verhinderen. Zy z|jn dus niet tegen Rusland gericht. Door deze formulering blyft de weg tot overleg open. Men weet dat de westelijke grote drie met Rusland ook over andere problemen dan dat van Duits land willen spreken. frankrijk In Franse kringen meent men dat Amerika en Ruland uit elkaar ge houden kunnen worden door een aparte positie van het West-Europese vasteland. Dit aanvaardt natuurlijk graag de bescherming van de Ver. Staten, maar wil overigens even gaarne een oorlog vermijden. Als het prijsgeven van de idee der Duit se herbewapening tot ontspan ning kan leidon. zyn vele leidende Fransen bereid tot deze concessie.

Peel en Maas | 1951 | | pagina 3