TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Onze toekomst
Uit de geschiedenis
van Venray en omgeving.
'n Oud sprookje in
nieuw Nederlands.
Premieverlening
klein boerenbedrijf.
De Klóóidócétfiótdec
Van links
en
Rechti
Uit „Peel en Maas"
Uit het l^uitentand
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1951 N«.'8
TWEE EN ZEVENTIGSTE 1AARGANG
Op een afstand van een paar
honderd kilometer van ons verwyderd
staan de voorposten van een Russisch
leger, dat meer dan 175 divisies
telt.
De hele wereld houdt er ernstig
rekening mee, dat deze monsterarmee
op een kwade dag naar het Westen
zou kunnen worden gestuurd op zoek
naar „warme" havens, industriege
bieden en grondstoffen.
Daarmee leven we in een soortge
lijke dreiging als in de jaren 1936-
1940. Maar er is een groot verschil
in de wijze namelijk waarop de
bedreigde volkeren voornemens zijn
zich tegen een eventuele agressie
uit het Oosten teweer te stellen.
Twaalf jaren geleden durfde ons
land niet eens met België te gaan
praten over het totstand brengen van
een aansluiting tussen de verdedi
gingslinies der beide landen; twaalf
jaren geleden dirigeerde onze generale
staf hele regimenten naar de Noord
zeekust om een mogelijke aanval
van de Engelsen te weerstaan,
ofschoon een kind wist, dat van die
kant niet het minste gevaar te
duchten was.
Men ondernam deze kostbare
dwaasheid eenvoudig om 'n mogelijk
verwijt van meneer Hitier te ont
gaan, die zo werd gevreesd, zou
hebben kunnen zeggen: jullie zijn
niet neutraal, want je toontje alleen
maar voor mij bevreesd
De neutraliteit van die jaren heb
ben we gelukkig aan de kant gedaan.
Door Benelux, 't Verdrag van Brus
sel en het Atlantisch Pact z|jn w|j
opgenomen in de r|j van landen, die
van plan z|jn in nauwe onderlinge
samenwerking hun vrijheden te
handhaven.
In de eerste paar jaren is dat
allemaal nogal langzaam gegaan, nu
echter schijnt er schot in de zaak te
komen: Frankrijk, Italië, België en
Nederland hebben een concreet
defensieplan opgesteld, z|j weten nu
secuur wat ze in de komende paar
jaar op militair gebied te presteren
zullen hebben.
Min of meer terzijde blaast Enge
land een ferme eigen party en ook
West Duitsland zal te eniger tijd
zijn bijdrage aan de gemeenschappe
lijke verdediging gaan leveren.
Mochten ons een paar jaar gelaten
zyn, dan zou een legermacht kunnen
ontstaan, die samen met Amerikanen
en Canadezen en hun onuitputte
lijke voorraden niet te vergeten
elke aanval het hoofd zou kunnen
bieden.
later landen tegen landen, zo dade
lijk als we niet uitkijken
werelddelen tegen werelddelen. In
die ontwikkeling hebben we maar
één keuze en één plaats: Europa.
Is Europa dan niet overbevolkt
Ja en neen.
De overbevolking in relatieve
zin waarvoor velen nu menen te
moeten uitwijken, is in een lang
verleden ontstaan en is nu een on
ontkoombaar feit, dat sociaal
gesproken zyn consequenties heeft
welke wy bepaald niet aan kunnen
door met enige tienduizenden naar
elders te trekken.
Dan zouden we met millioenen
tegelijk moeten verhuizen en dan
ook de ouden van dagen, kreupelen
en lammen, de luiaards en 1 au wen
Nu „romen" we ons volk alleen maar
af en ons nageslacht betaalt het
Deze conclusie is gebaseerd op
getallen van mensen en materiaal
en houdt geen rekening met de
belangrijke factor: zelfvertrouwen, de
onontbeerlijke basis van alle militair
vermogen.
W|j kunnen niet ontkomen aan de
indruk, dat de West Europeaan in
dit opzicht een belangrijk tekort
heeft.
In z'n diepste grond is dit het
gevolg van de omstandigheid, dat
de geestelijke en sociale eenwording
van Europa zich alleen nog maar
op papier voltrekt en ook daar, naar
veler opvatting, nog langzaam ge
noeg.
De Benelux-idee heeft wel eens
betere dagen gekend dan op dit
ogenblik; de nood waarin millioenen
mensen van West Duitsland verkeren
en die - continentaal gesproken -
onze nood is, interesseert velen ten
onzent niet.
Het dreigement van 1939 is over
wonnen en voor eens en altyd van
de kaart, een ander, Dog meer te
duchten schrikbeeld is opgekomen,
maar toch redeneren velen nog: net
goed, dat de Duitsers hun trekken
thuis krijgen, alsof w|j hen b|j de
verdediging van de West Europese
vrijheid, dat is onze vrijheid, zouden
kunnen missen
Wy kennen, om nog andere voor
beelden te noemen z.g. Europese
plannen van: Schuman, Stikker,
Mansholt en van Zeeland. Kan 't
de massa interesseren, of daar ooit
iets van komt of niets
Nog pas vandaag hoorden we van
een zakenman, dat de massa, daar
onder ook de beter gesalarieerden
van de hand in de tand leeft. Van
daag gebeurd, morgen uitgegeven.
Voor de toekomst, die toch voor
onzeker wordt aangezien, schept men
niet de minste zekerheid.
Ons dunkt, dat we ook geestelijk
te veel van de hand in de tand
leven en van onze eigen verantwoor
delijkheid weglopen. Een belangrijk
percentage dergenen, die nog serieus
aan de toekomst denken, reist en
schrijft op en neer tussen hier en
Den Haag, om naar een ander deel
der wereld te emigreren.
Men ziet voorbij, dat Canada op de
duur geen welvaart kan hebben
zonder een welvarend Europa.
Of ons oude werelddeel over een
halve eeuw nog zal tellen in de
wereld weten wy niet. Maar met
veel meer zekerheid valt te voor
spellen, dat er over 50 jaar niet een
blanke nog iets in Australië te ver
tellen zal hebben.
Reeds nu vecht de „gele" wereld
op drie vier fronten voor haar recht,
of voor wat daarvoor door moet
gaan en voor haar eigen gebied.
De evolutie is helder getekend:
oudtijds vochten steden tegen steden,
De oplossing is eenvoudig, zy het
niet avontuurlijk of spectaculair:
wy blijven zo goed als allemaal in
Europa. Wy kunnen niemand missen
zeker niet de lui, die zoals gezegd,
in het feit, dat zy emigreren willen,
het bewijs lederen, dat ze ernstig
aan de toekomst denken en hard
willen werken.
Wy hebben onze besten broodnodig
ter verdediging van hetvrye Westen
dat, met zyn christelijke beschaving
nog tot in lengte van jaren, de hele
rest van de wereld het machtige
Amerika inbegrepen zou moeten
Kunnen blijven voeden met al de
waarachtige rijkdom van zyn vijf
en twintig eeuwen oude cultuur; we
hebben de besten hier nodig tot
behoud van de wereldwelvaart, waar
van de sleutel nog altyd in Europa
ligt. Er is zeer beslist niemand, die
op economische gronden kan aanto
nen, dat emigratie uit het avondland
noodzakelijk is.
Ook niet voor de Nederlandse
boeren.
Als het van alle kanten een zegen
voor Frankrijk zou zijn, indien dit
land morgenvroeg honderd millioen
inwoners telde, dan is duidelijk,
waar plaats voor de paar duizend
boeren moet worden gemaakt, die
Nederland jaarlijks over heeft.
Dat ziet er, op dit ogenblik, niet
zo aantrekkelijk uit, als emigratie
naar Canada, maar op de lange
afstand gezien is ordening in de
bevolkingssproiding binnen Europa
een zegen voor al degenen, die de
aarde bevolken, alle emigratie naar
gebieden buiten ons werelddeel, zal
geestelijke en ^stoffelijke schade be
rokkenen, ook aan alle wereldlingen.
Onze toekomst in West Europa
hangt af van onze verbeten wil van
alle West Europeanen om onze eigen
problemen zoveel mogelijk met eigen
middelen te klaren.
Militair zyn we goed op weg,
geestelijk en maatschappelijk is er
vrijwel nog niets gedaan of bereikt.
H.C. P.K.
Een onderwijzer in een onzer grote
steden liet in z|jn klas het sprookje
van de wolf en de zeven geitjes in
eigen taal vertellen.
Ziehier wat een der knaapjes er in
goed Hollands van maakte. (Met
redactionele verontschuldigingen).
DE WOLLEF en DE SE VEN GEITJES
Der wazze es seve geitjes en op un
dag mos de ouwe geit naar de mart
om der bonkaart te ferpatse en toe
see se tege de geitjes „Jonges, moe
mot effe weg, geen rottigheid uithale
en as de wollef komp, seg dan, as
dat ie dood kan falie. Nie ope doen 1"
„Das zit hardsnikke snor", seje de
geitjes.
„Das dan foor se ruige roodkopere,
see de ouwe. „Nou de mazzel, hoor."
Toen de ouwe weg was, gonge de
geitjes spelletjes doen en alles was
kits, tot datter op de deur wier
gerammeld.
„Daar hebbie et gedonder in de
glaze." seje de geitjes.
„Wat mot je froeg der een.
„Maak de deur is effe ope, knapie",
see de wollef, die buite sting en de
boel wou fernagele.
„Je zuster", seje de geitjes, die
wel hoorde datter de wollef was.
„We kyke wel uit, hoor, laser op.
hufter Neem je tante in de feiling.
Affyn de wollef drukte zyn porum
want ie foelde wel, datte de geite
in de smiese hadden, dattet een fuil
bakkie was. Effe later kwam ie
terug en see met een frouwestem,
dat se de deur ope moste make,
want de tent sat nog steeds op slot.
De geitjes dachte dat alles jofel
was, maar eentje was er so link om
de wollef te frage sun poot te late
sien. De wollef snapte dat ie fout
ging, assie sun haneke liet sien, dus
drukte-nie sun snor maar weer.
Nouw mos8ie wat anders fersinne
en ie douwde sun jatte in ut meel
om se wit te late schyne. Toen de
geitjes weer froege om sun gry'p-
stuiters te late sien, doche se dat
alles oké was en se seje:
„Goeje soep jonges, ope die tent".
De wollef kwam binne en see: „Nou
heb ik jullie an je staart, fuile
stinkers".
Nog eens „De brand van
Jerusalem" in 1888
We hebben al eens een verslag ge
geven van de brand, die in 1888 het
Venrayse Jerusalem teisterde. Een
van de pensionaires zond aan het
„Dagblad" als ooggetuige het volgend
verslag, dat ons wel een goed denk
beeld geeft van de grote ramp. Het
luidt aldus
De pensionnaires waren juist aan
tafel gezeten voor het middagmaal,
toen de schrikmare van brandbrand
een ware ontsteltenis te weeg bracht.
De eerste zorg was, de 130 of 140
kinderen uit het gebouw te ver
wijderen en verder te redden, wat te
redden viel, waarbij de algemene hulp
van de ingezetenen van het dorp niet
ontbrak. Een per telegraaf ontboden
brandspuit uit Venlo was spoedig
mede ter plaatse. Ook waren reeds
vele vreemden aanwezig, voor de
viering van het 50-jarig bestaan van
het gesticht, die heden zou plaats
hebben.
De kinderen zyn allen met de
treinen van circa 5 uur, onder geleide
van eerwaarde zusters, in verschil
lende richtingen naar huis gezonden.
De zogenaamde nieuwe bouw is totaal
afgebrand; het oude gedeelte, waarin
de nonnen wonen, is nog behouden,
ofschoon de toren van de daarbij be
horende kapel reeds was vernield.
De meeste bedden met toebehoren,
vele kleren van leerlingen, vele
piano's en meer andere meubelen
werden een prooi van het vernielend
element. Aan de brandweer van Venlo
is het te danken, dat de kerk en het
oude kloostergebouw gespaard bleven.
Reeds zijn door architect Cuypers,
die toevallig ter plaatse was, maat
regelen genomen om terstond met de
herbouw zo mogelijk 15 October het
nieuwe gebouw weder te kunnen
betrekken.
In de nacht van Dinsdag op Woens
dag, heeft de stormwind een groot
gedeelte der buitenmuren, welke
waren blijven staan, omvergeworpen.
De brokstukken kwamen terecht op
het tuinhuis, dat hiervan weinig of
niets geleden heeft. Men vreest voor
het omvallen van de grote achter
muur. De aangerichte schade wordt
op ongeveer 170.000 gld. geschat.
Meester Gerrit de Well
In de lijst van fundaties van de
parochiale kerk te Well werd ver
meld een jaargetijde voor Gerrit de
Well, welke jaargetijde in de maand
Januari moest gehouden worden.
Het schynt, dat deze Meester Gerrit
ook in Venray metterwoon gevestigd
is geweest. In het kerkarchief alhier
moet een boekje bestaan hebben,
waarin h|j tussen de jaren 1506 en
I5U diverse aantekeningen gemaakt
heeft. Deze aantekeningen waren deels
van huiselijke aard, maar ook deels
van ambtelijke. Want onze Gerrit,
die zich noemt „officialis foraneus in
concilio Cuykensi" was een geestelijke
rechtsverzorger.
Hy had dus een zekere gedele
geerde macht om beslissingen te
nemen in huwelijksaangelegenheden,
beneficiën, tiendenvraagstukken enz.
Zo gaf hy in Januari 1506 een
dispensatie in de roepen b|j een
huwelijk, wat hy aldus aantekende:
Dispen satio pro duobus ban nis (voor
twee roepen) matrimonii (van een
huwelijk) ad pastores de Bree et
Wansem pro N.N. et N.
Zoals in 1950 zal de dienst kleine
boerenbedrijven van het ministerie
van landbouw ook in 1951 de ratio
nalisatie van de kleine boerenbedrijven
blyven stimuleren door middel van
premieverlening. Ü6 richtlijnen hier
voor zyn thans gereed gekomen.
De eerste en voornaamste voor
waarde voor het verkrijgen van een
premie is, dat het gebruik van het
ter beschikking gestelde geld moet
leiden tot verbetering van bedrijfs
voering. Daarnaast moet de boer nog
voldoen aan drie voorwaarden:
Z|jn hoofdberoep moet landbouwer
zyn, zijn vermogen mag niet groter
zyn dan f 25.000 en zijn bedrijf moet
kleiner z|jn dan 10 ha. cultuurgrond.
Als basis voor de premieverlening
wordt genomen de Mei-inventarisatie
van 1948.
Er is thans 2 millioen gulden voor
het verlenen van premies beschik
baar. Daarnaast kan men rekenen
behoudens goedkeuring door de
Tweede en Eerste Kamer op een
bedrag van 3 millioen gulden uit de
Marshallhulp.
In 1951 kan voor belangrijk meer
objecten subsidie worden verleend
dan vorig jaar. De 'premieverlening
voor mestplaten is echter vervallen.
Aankoop en inzaai van een gras en
klaverzaadmengsel, alsmede de pre
mieverstrekking aan werktuigencoö
peraties zyn voor alle provincies
verplicht gesteld.
Yoor de aankoop van rundvee
mogen alleen in Drenthe, Overijssel,
Noord Holland en Limburg premies
worden verstrekt.
De geite schrokke sich et ape
lazerus. De wollef sloeg ze hallef
lens en frat se op. Alleen ut sefende
geitje was so link om in de klok te
duike en bleef daar sitte tot de
wollef pleite ging.
Affijn, 's aves kwam de ouwe geit
hardstikke in de lorum thuis en ut
kleine geitje see, dat die rotwollef
de andere ses in sun muil geduwd
had.
„Soon stuk schorum", see de ouwe,
die er meteen de schurft in kreeg,
„die rotgeintjes sal ik die goser es
effe aflere".
De ouwe nam en end hout en gong
mee ut geitje naar ut hol van de
wollef, die met suil folie pens foor
pampus op sun fiooiebunker lag te
snurke.
„Mot jij m'n kindere opfrete, loeder,
schreeuwde de ouwe. De wollef wier
wakker en schrok se eige rot.
„Beje belazerd," sei die gauw. „Ik
beb geen poot buite de deur geset."
„Hy liegt dat ie barst," riep ut
geitje, „ik heppet self gesien."
De ouwe sprong naar de wollef
toe en sloeg um met een opdonder
de harses in. De wollef lag meteen
kassie ses en was in een mum fan
tyd de pijp uit.
De ouwe nam een neiffie en snee
de pens fan de wollef ope. De ses
geitjes spronge er meteen uit en
songe: „Daar benne me weer".
„Jullie kenne fan geluk spreke",
see de ouwe, „daar was je by na de
pienut gewees."
Affijn, om kort te gaan, se douwde
de bast fan de wollef fol met keije
en se laserde um in de majen.
de geite leefden nog lang en geluk
kig.
(Overgenomen uit het personeelblad
van de N.V. HandelMy R. S. Stokvis
en Zn. te Rotterdam).
Er is Venray wel e9ns verweten,
dat men zo spektakelde over grond
voor de jonge boeren, maar dat men
toch maar bitter weinig van die
jonge boeren naar de Noord-Oost
polder zag trekken, om daar te wer
ken en zo een boerdery te verdienen.
Bij informatie ter bestemde plaatse
bleek men inderdaad weinig voor de
Noord-Oost-polder te voelen, niet
alleen omdat men uit de meer ge
moedelijker sfeer van Limburg naar
het wat stuggere Noorden moest
maar ook omdat men de belofte van
die boerderijen niet al te hard ver
trouwde. En eerlijk is eerlijk, men
gaat zich geen drie jaren practisch
levend begraven, zonder voldoende
vastigheid.
De uitgifte van bedrijven in de
Noord Oost Polder zal wel iedere keer
tot moeilijkheden aanleiding geven,
zolang de overheid niet in overleg
met de volksvertegenwoordiging tot
vaste regels dienaangaande zal zyn
gekomen. Zoals het nu is, heeft de
directie van de N.O.P. in feite vry
spel en kan de Tweede Kamer alleen
maar wat naprut telen.
Het gaat b|j de uitgifte van de
polderbedryven om het recht van de
z.g. pioniers boerenzoons, die zich
de opofferingen van het polderleven
getroost hebben in de hoop en in de
verwachting, dat een deel van het
land, dat zy helpen maken, hun ten
gebruike zal worden gegeven.
Dit pioniersrecht is door de Directie
zelve erkend voor hen, die op 1 Jan.
1945 gedurende ten minste twee jaren
in de polder hadden gewerkt.
Degenen, die daarna in de polder
gekomen zyn, worden maar
gewoon „werkers" genoemd. En of
schoon de Directie zich aanvankelijk
ten opzichte van deze werkers in geen
enkel opzicht verplicht voelde, worden
zy thans in de officiële stukken als
zodanig aangeduid.
W|j en met ons zeer velen
menen, dat zy, die de polder mee
helpen in cultuur brengen, na veiloop
van enige jaren zich zekere pioniers
rechten veroveren, welke hun priori
teit geven op hen, die by de uitgifte
zo maar meedingen en dit kunnen
doen, omdat zy op de meeste pioniers
en werkers dit voor hebben, dat z|j
over voldoende kapitaal beschikken.
De Directie van de N.O.P. heeft iets
tegen het bevolken van de polders
met uitsluitend pioniers en werkers
en is er blykbaar opuit allerlei andere
titels, welke recht op prioriteit zouden
kunnen geven, te scheppen.
En zo hebben wy de zogenaamde
„gedupeerden" geboren zien worden;
boeren, die in het algemeen belang
Walcheren, vliegterrein-aanleg,
stadsuitbreiding enz. - van hun be-
dryf verdreven zyn. Niemand, die
daar enig redelijk bezwaar tegen kan
aanvoeren
Natuurlijk niet: want wanneer het
algemeen belang eist, dat z|j hun be
drijf °P het oude land prys geven,
dan eist de rechtvaardigheid ook, dat
zy schadeloos gesteld worden. En dat
kan alleen maar ten volle gelijkwaar
dig gebeuren, indien hun een bedrijf
wordt aangeboden.
Genoemde Directie heeft echter nog
een ander soort titel uitgevonden,
waarom aan buitenstaande boeren
van het oude land prioriteit zelfs op
de pioniers en werkers zou moeten
worden gegeven, nl. de evenwichtige
bevolkingsopbouw van de polder.
Wanneer alleen maar pasgetrouwde
jonge boeren de polder zouden be
volken, dan zou daaruit een eenzijdige
gemeenschap ontstaan. Dus moeten
er oudere boeren van het land komen
om een zekere evenwichtigheid tot
stand te brengen.
Dit argument lijkt erg gewichtig,
maar snijdt o.i. alleen maar hout,
indien de „aanvullende" boeren, oudere
boeren z|jn met minstens zes kinderen
In feite gebeurt dat echter niet.
Integendeel: want uit vragen in de
Tweede Kamer aan de minister van
Waterstaat gesteld, blijkt duidelijk,
„oudelandscandidaten" aan wie een
bedrijf is toebedacht, even jong z|jn
als de pioniers, nog afgezien van het
feit, dat 1/3 van hen uit de provincie
Groningen afkomstig is.
Al b|j al gaat het er om, dat men
vr|j van iedere binding de polder zou
willen bevolken. Welke bevolkings
opbouw er dan zal komen, laat zich
gemakkelijk raden.
Men mag dan hier wol eens go-
spektakel d hebben, maar wy ver
moeden dat er nu door die pioniers
nog wel harder gespektakeld wordt.
Maar bij diezelfde informatie gaven
de jonge boeren te kennen, dat zij
geen N.O.-polder nodig hadden, maar
dat z|j hier bij huis evengoed een
polder hadden, waarvan ook een
goed stuk land te maken was, waar
ook voor verschillende van hen plaats
was, mits dezelfde steun van hoger
hand gegeven wordt, die men de
Noord-Oost-polder zo rijkelijk schijnt
te geven. Zy wezen daarbij op de
Peel en in 't bijzonder de Vredepeel.
De laatste begroting geeft al enige
hoop, maar ook voor de rest hoopt
men op een vlugge en degelijke
afwerking. En met dit laatste be
doelen wy de boerderijenbouw, waar
van men de nieuwe richtlijnen nu al
meer dan een half jaar lang wach
tende is. Wat in de Noord Oost-polder
kan, aldus onze zegsman, kan hier
ook en misschien dat men zich hier
wel aan beloften houdt.
We zullen dat inderdaad maar hopen
Een rare aanbesteding
De aanbesteding van de oude
marechaussee-kazerne met bijgebou
wen te Horst, leverde merkwaardige
resultaten op.
Er waren 22 inschrijvingen. De fa.
N.V. De Akker te Zoeterwoude wilde
het karwei voor f 100 opknapper., de
fa. De Waard te Gouda voor f 990 on
de overige inschrijvers voor bedragen
variërend van f 1023 tot f 17.756.
Het record werd geslagen door de
fa. J. Klompjan te Hulst by Zwolle
met een bedrag van f 18.500.
Te Horst zal op 1 Maart a.s. de
aanbesteding plaats hebben van de
nieuwe kerk, die op dezelfde plaats
zal verrijzen.
De Nationale Herdenking zal
ook dit jaar op Vrydag 4 Mei ge
houden worden.
Behalve voor gerst zal ook een
beperkte inleveringsplicht voor haver
worden ingesteld. Hiervan zyn vrij
gesteld de provincies Drenthe, Over-
rysel, Noordoostpolder, Gelderland,
Utrecht en Limburg.
Uitgegaan wordt van een leverings
plicht van 2500 kilogram gerst en
2500 kilogram haver per hectare. Eerst
zal de haver en dan de gerst worden
ingenomen. x
De tentoonstellling van motors,
scooters, carriers en bromfietsen, die
Zondag in het R.A.I.-gebouw te
Amsterdam gesloten werd, is door
91.165 personen bezocht.
Het Tegelse Passiespel heeft in
1950 een record aan belangstelling
getrokken. De 35 opvoeringen van het
Passiespel brachten 130.000 bezoekers
naar Tegelen. Deze lieten daar een
som achter van f 432.900,—, waarvan
als belasting in de gemeentkas vloeide
de som van f 56.091.—.
De harde wind, die Zaterdag over
ons land waaide heeft in de tuinderyen
van Westland voor f 30.000,- schade
aangericht.
Voor dienstneming by het Neder
landse detachement voor Korea, kun
nen zich ook aanmelden zy dié niet
of nog geen 12 maanden als militair
hebben gediend. De gelegenheid is
opengesteld tot 5 Maart a.s.
Voor de elfde keer in vijftien jaar
behaalde Venlo het Hockey-kampioen
schap in Nederland.
Voetballen en vechten
Tijdens de derde klasse voetbal
wedstrijd tussen Nieuwenhagen en
Heerlen heeft zich Zondagmiddag
een incident voorgedaan, waarbij het
publiek en de spelers slaags raakte
en verschillende personen verwon
dingen opliepen. De politie moest
handelend optreden.
Rijk door de wol.
Dank z|j de wol heeft Nieuw
Zeeland op het ogenblik millioenen
dollars meer aan inkomsten dan het
uitgeeft.
Wanneer de prijzen van wol en
van andere exportartikelen ongeveer
op het huidige niveau blyven, zou
het dollaroverschot over 1951 by na
30 millioen dollars gaan bedragen.
voor 50 jaren terug
No. van 23 Febr. 1901
De Vastenavonddagen verliepen
zeer kalm. Het weer was slecht en
er heerste een bittere koude.
Twee avonden gaf de Fanfare
„Eutorpe" welgeslaagde concerten.
Als toneelspelers traden met veel
succes op de Gebroeders J. en A. Ver
heugen, de heren Jean Kemps en
Alphons Sanders.
By de landbouwer H. Smits aan
het Overbroek werd een krulstaart
geslacht van slechts 11 maanden,
die schoon aan de haak het respec
tabel gewicht had van 550 pond.
By W. van den Munckhof was
verkrijgbaar: Do Vriend van den H.
Antonius van Padua, door de Wel-
eerw. Pater S. Bennenbroek, Minder
broeder, Kapelaan te Rotterdam.
Dit gebedenboek van 330 bladzijden
kostte in linnen band f 0.50.
RUSLAND
Aan het einde der vorige week
heeft Stalin in een interview met de
Prawda een felle aanval gedaan op
de Verenigde Naties en op Engeland.
Hy wijdde zich aan het onvermogen
van de V.N., om de Koreaanse
kwestie op te lossen (welke hy
natuurlijk in voor de Chinezen voor
delige zin wil zien beslist) en op de
Britse politiek, om d^ herbewapening
van West-Europa op te voeren.
Hy zweeg daarby over Duitsland,
hoewel het vraagstuk der Duitse
herbewapening de Sovjetstaten in
hoge mate interesseert.
Maar Maandag hebben Frankrijk,
Engeland en de Ver. Staten hun
nota's overhandigd aan Rusland over
dit probleem en daarom zal Stalin er
over hebben gezwegen.
Hy heeft vooral nu voor binnen
lands gebruik en voor de Oost-Euro-
pese staten, die zich zware lasten
moeten getroosten de schuld der
herbewapening geweten aan het
Westen. Maar hy achtte een oorlog
niet onvermijdelijk.
In Russische ogen zyn de voor
waarden daartoe tweeërleigeen
aanval der Ver. Staten op China en
geen nationaal Duits leger. Daar
Engeland in West-Europa grote in
vloed kan hebben inzake de conti
nentale defensie, vichtte Stalin zich
tot Engeland.
De Engelsen hebben tegelijk ge
antwoord z|j moesten nog een nota
weerleggen, waarin Moskou hen ver
wijt, het vriendschapsverdrag var.
1942 te hebben geschonden, en heb
ben daarop meteen gerepliceerd. Zy
betogen dat Rusland in Korea,
Griekenland, Berlijn (de blokkade) en
Malakka heeft geinterveniëerd met
vyfde colonnes, een vredesverdag met
Oostenrijk heeft verhinderd en het
werk der V.N. heeft gesaboteerd.
Maar beide partyen z|jn bereid tot
overleg, zodat men niet te veel
waarde moet hechten aan dit orato
rische steekspel.
korea
In werkelijkheid staat de zaak zo,
dat Rusland en Amerika de twee
landen, die een wereldoorlog kunnen
ontketenen zeer gereserveerd doen,
om de conflicten van kleinere niet-
communistische staten met Russische
vazallen te localiseren.
In Korea nu bestaat voorlopig nog
een soort stilzwijgende afspraakdo
Russen hinderen de Amerikanen niet
(die met vloot en luchtmacht vryelyk
opereren in de aan Ruslandgrenzen-
de wateren) zolang Je Ver. Staten
geen aanvallen doen op China zelf.
Zou dit gebeuren dan kan Moskou er
moeilijk meer buiten blyven. De
soldaten der Ver. Naties in Korea
strijden dus om oen soort golvende
grenslijn in stand te houden, by
gebrek aan een staken van het
vuren.
Een ellendige situatie, zowel voor
soldaten als burgers (hun leed is
oubeschryfelyk groot) omdat op die
manier de oorlog maanden kan wor
den gerekt. De nieuwe V.N.-o, omissie
voor goede diensten hoopt dan ook
via de Indische en Zweedse ambas
sadeurs te Peking nog contact te
krygen met de rode Chinese regering,
om althans aan dit nutteloze vechten
een einde te maken. Dan zou dus
practisch de toestand vóór de agressie
van Noord-Korea worden hersteld.
Nu heeft Acheson verleden week
Vrijdag ook verklaard, dat de Ame
rikaanse troepen in Europa die
met vier divisies zullen worden ver
sterkt bedoeld z|jn om „verborgen
agressie" van Russische 'satellieten
te verhinderen. Zy z|jn dus niet
tegen Rusland gericht. Door deze
formulering blyft de weg tot overleg
open. Men weet dat de westelijke
grote drie met Rusland ook over
andere problemen dan dat van Duits
land willen spreken.
frankrijk
In Franse kringen meent men dat
Amerika en Ruland uit elkaar ge
houden kunnen worden door een
aparte positie van het West-Europese
vasteland. Dit aanvaardt natuurlijk
graag de bescherming van de Ver.
Staten, maar wil overigens even
gaarne een oorlog vermijden.
Als het prijsgeven van de idee der
Duit se herbewapening tot ontspan
ning kan leidon. zyn vele leidende
Fransen bereid tot deze concessie.