Venray's vroede vaderen vergaderden. WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Aardappelmoeheid bedreigt onze aardappelcultuur Huurwet en huurprijzen ZATERDAG 6 JANUARI 1951 No. 1 TWEE EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Druk en Uiigave Firma van den Munckhoi Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Venray Telefoon K 4780-512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Adverientieprij'zen worden op aanvraag gaarne verstrekt. Losse mm-prijs 8 cent. Abonnemenfsprij's p. kwartaal voor Venray f 1.10 buiten Venray f 1.30 uitsluitend bij vooruitbetaling. Op het scheiden van het oude jaar, kwam Venray's Gemeenteraad byeen om in een korte vergadering nog enkele punten te behandelen, voordat men aan de begroting zal beginnen. De notulen van de vergadering van 28 November "werden zonder meer goedgekeurd, waarna de ingekomen stukken aan de beurt kwamen. Deze bestonden uit schryvens van Ged. Staten, houdende goedkeuring van de raadsbesluiten omtrent het verlenen van hypotheken, het wyzi- gen van de bouwverordening, het ver kopen en aankopen van grond en het verlenen van een salarisverhoging aan gemeentepersoneel, terwijl er boven dien een* schrijven was van de Ge meenteraad van Finsterwolde, waarin de Venrayse Raad werd uitgenodigd mede te protesteren tegen het aan stellen van een regeringscommissaris in Finsterwolde. Zoals bekend he6ft de Regering hier een commissaris aangesteld, daar door de actie van de voor het merendeel communistische raadsleden, hier niets uitgevoerd kan worden. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. B. en W. werden vervolgens ge machtigd om in 1951 hakhout, turf- slyk e.d. te verkopen, zonder de Raad daar telkens in te moeten kennen. Twee millioen gulden is de kasgeldlening groot, die de Gemeente wil sluiten, voor 1951. De verbetering der wegen, de bouw van een vijftal scholen, alsmede de mogelijke ontginning van de Vrede- peel, stellen nu eenmaal veel eisen aan de Gemeentekas en de Raad had er ook niets op tegen, maar nu het woord Viedepeel eenmaal gesproken was, wilde Fr. JANSSEN wel eens weten, hoever men eindelijk met de plannen was. De VOORZITTER vertelde hem, dat de practische verdeling klaar is en het financiële plan is opgesteld. Men wacht nu nog op de Koninklijke goed keuring. Dan zou direct aan dit grootse project begonnen worden. De autobusdiuust naar het station was het volgende punt der agenda en met de hier gevolgde handelwijze van B. en W. zyn verschillende heren het niet eens. getuige het debat dat er op volgt. Wat is nu het geval? By raadsbesluit van 17 Oct. 1946, werd aan Garage Derksen de exploita tie in handen gegeven van de z.g. Stationsbus, voor de tijd van 3 jaren, waarbij genoemde Garage de volledige inkomsten van deze dienst als ver goeding kreeg. Deze termijn werd in 1949 verlengd tot Oct. 1950 en toen weer, ondanks het feit, dat verschillende leden sputterden, dat B. en W. onderhano maar eens met andere voorstellen moesten komen, tot Jan. 1950. Nu is B. en W. dan met nieuwe voorstellen gekomen. In plaats van een openbare aan besteding, waarop door verschillende leden is aangedrongen, wil B. en W, de exploitatie weer opdragen aan Garage Derksen, tegen dezelfde voor waarden als voorheen, dus gratis. Zij is daarbij uitgegaan van de gedachte, dat -deze lijn, gezien de ervaring, thans geen winst meer oplevert, zodat slechts gereden kan worden met af geschreven materiaal. Wordt een openbare aanbesteding gehouden, dan zullen slechts onder nemers buiten Venray hieraan een kans krijgen, waardoor een Venrayse industrie verdwijnt en tevens de mo gelijkheid van groepsvervoer voortaan uitgesloten is, daar dan de bussen van Garage Derksen verdwijnen. Bovendien worden dan 3 chauffeurs werkloos. Dit alles was voor B. en W. aan leiding om voor te stellen deze Garage weer voor drie jaren met de exploi tatie te belasten. De heer VERMEULEN vraagt zich met verwondering af, of B. en W. voor al deze overpeinzingen nu een jaar en drie maanden nodig had. By hem geldt slechts de vraag of deze voor gestelde regeling billijk is tegenover anderen, die toch ook een kans moeten krijgen. B. en W. zegt nu wel, dat de dienst, wanneer ze niet door Garage Derksen wordt uitgevoerd, door buiten Venrayers wordt gedaan, maar wie bewijst dat? Een openbare aanbe steding zal bewijzen, dat het anders is. Ook de heer SELDER is van mening, dat openbare aanbesteding van deze dienst moet geschieden. De heef VAN HAAREN verwijt B. en W., dat zij hier iets gaat ver pachten, waarvan ze de waarde niet kent. Vroeger wist de Gemeente, doordat zij zelf de kaartj es gaf. precies hoeveel er verdiend werd, daarover heeft zy nu niet de minste controle. Hij sluit zich aan by de vorige sprekers en vraagt zich ook af, waar B. en W. de wetenschap vandaan haalt, dat er in Venray geen andere liefhebbers zijn. Dat is helemaal niet geprobeerd. Bovendien begrijpt hij niet waarom met afgeschreven materiaal gereden moet worden. Nieuwe bussen zullen wel niet komen, maar er zyn toch tweede-hands bussen te krijgen. De chauffeurs, die werkloos zouden worden, zouden overgenomen kunnen worden. Hy benadrukt dan, dat hij niet het minste aan te merken heeft op wat Garage Derksen in deze jaren gedaan heeft, maar hij begri.pt niet, dat B. en W. zo plotseling met alle geweld voor Venrayse mensen in de bres'springt, in andore gevallen merkt men daar zo weinig van. Spreker is voor een openbare aan besteding. Desnoods verlengt men deze concessie nog enkele maanden, maar dan kan een openbare aanbe steding rustig worden gedaan. Als er voor de gemeente geld uit gehaald kan worden, dan moet men dit zeker doen. De heer Fr. JANSSEN heeft eens geïnformeerd en is daarby tot de volgende conclusies gekomen. In 1947 was de opbrengst van deze dienst f 24.000,-, in 1948 f 18.000,-, in 1949 f 17.000,- en in 1950 f 16,000,-, dit terwijl de exploitatiekosten meer dan f 20000,— bedragen. Afgezien van het feit, dat hy er van overtuigd is, dat een semi-overheidsinstelling deze dienst gaat overnemen by een openbare inschrijving, meent by, dat er ook een morele kant aan de zaak zit. Als men onder zeer moeilijke omstandigheden door iemand zeer coed is bediend en men heeft geen klachten, dan vindt spreker onbillijk, dat in normaler tijden zo iemand juist gelijk geschakeld wordt met iedere andere ondernemer. Nu men toch over dit punt aan het praten is, wil spreker tevens eens wijzen op de meer dan gebrekkige service van d9 Spoorwegen in deze streek. Het is zo ongelukkig gesteld, dat reizigers, die naar het westen moeten, nergens heen kunnen zonder uren te wachten. Van Cuyck tot Reuver geloven de Spoorwegen het wel. Wethouder REINTJES onderstreept nog eens de mening van B. en W., dat de exploitatie buiten Venray zal gaan. maar krijgt dan de heer ODENHOVEN tegen, die zeker weet, dat Venrayse mensen deze dienst graag willen hebben. Hy is altyd voorstander geweest voor openbare aanbesteding en zou ook nu graag deze zien. De heer de BRUYN meent, dat men niet naar persoonlijk belang moet kyken, maar naar het belang dei- Gemeente. Kan deze wat aan deze dienst verdienen, dan dient zy open baar aan te besteden. De VOORZITTER onderstreept nog eens wat B. en W. reeds bij het voor stel gezegd heeft. Hij wyst de heer van Haaren er op, dat de Gemeente bliksems gosd weet wat er is om gezet, omdat zy nu evenals vroeger ook de kaartjes uitgeeft. De boek- controle, die heeft plaats-gehad, wijst onomstotelijk uit, dat hier met ver lies wordt gewerkt. Verder wyst Spr. er op, dat men een andere ondernemer niet kan dwingen het personeel over te nemen, omdat deze niet in dienst der gemeente staan. B. en W. kan niet geloven, dat er in deze dure tyd nog Venrayse mensen gevonden worden, die hier voor een drietal bussen aanschaffen. De heer FR. JANSSEN wilde nog opmerken, dat hij geenszins onder persoonlijke invloed van wie ook staat, maar de cijfers hebber, hem er van overtuigd dat B. en W. het juiste voorstellen. Weth. WINTELS is ook van mening dat het voor eenHwoede niet mee zal vallen om deze busdienst te be ginnen, vooral nu de benzineprijzen hoger worden. De heer VAN HAAREN wyst er op, dat verhoging van de benzineprijs nog altyd een voordeel is geweest voor bus- en treindiensten, daar velen juist hierom hun wagen laten staan. Bovendien heeft het gesprokene hem er nog steeds niet van overtuigd, dat er geen meer liefhebbers zyn, men kan dat wel denken, en men kan dat wel raden, maar wat is de prak tijk? Die kan men slechts onder zoeken door een openbare aanbeste ding. En daar blijft spreker voor. De heer SFLDER vindt het sneu, dat Garage Derksen met verlies rijdt, maar zou door een openbare aanbe steding een ander graag de kans geven Garage Derksen van dit ver lies te verlossen. De VOORZITTER meende, dat ver der praten toch niet zou baten en bracht het voorstel van B. en W. in stemming. De heren Maas, van Haaren, Derks, Vermeulen, de Bruyn, Camps, Oden- hoven en Selder waren tegen, zodat het voorstel, zij het dan met de hak ken over de sloot, er door ging. Zo zal Garage Derksen dus weer voor 3 jaren gratis deze busdienst kunnen uitvoeren. Enkele partieele wijzigingen in het uitbreidingsplan voor de gemeente Venray, waarbij de bestemming van de grond in hoofdzaken is aangegeven, moeten worden aangebracht. Zo o.a. van a. de bebouwde kern Castenray b. bebouwing aan de Hoender straat en aan de Smakterweg c. bebouwde kom Oostrum d. bebouwde kern Oirlo Opdat ondanks deze wijzigingen, die nog moeten worden aangebracht, toch gebouwd kan worden, gaf de Raad de wettelijk voorgeschreven verklaring, dat deze wijzigingen in voorbereiding zyn. Verpachtingen Een gedeelte van Kavel 3 van vak II groot 2 ha was verpacht aan P.J. van Rjjswyck, Ysselsteyn I 104. Deze pacht verliep op 31 October jl. en in verband met de toekomstige ontgin ning van dit stuk stelde B. on W, voor dit stuk opnieuw te verpachten voor f 40.- per ha, van jaar tot jaar. Hetzelfde vroeg zij' voor een perceel van 4.20 ha in diezelfde kavel te verpachten van jaar tot jaar aan G. H. In 't Hulst voor f 45,— per ha. De Raad keurde dit goed. Kappers Dinsdagsmiddags vrij Een b6zetticgsmaatregel, waarbij de kappers by gemeenteverordening verboden was Dinsdagsmiddags 06 zaak geopend te hebben, is op 1 Dec. jl. vervallen. Blijkens de kappers zelf zou men deze verordening graag ver lengd zien en de Raad vond het best. Armbestuur Door het vertrek van Dr. A. J. J. Janssen is een vacature ontstaan in het Algemeen Burgerlijk Armbestuur. Als candidaten stelde B. en W. aan de Raad voor de doktoren H. Kort man en A. Hillebrand, maar de Voor zitter deelde mede, dat laatsgenoem- de een benoeming op dit tydstip niet gaarne zou aanvaarden. Nadat de heer VERMEULEN uit de mond van de VOORZITTER had gehoord, dat de heren H. Sala, H. Wismans, H. Goumans, J. Ariaens, Ponjee, J. van Gerven en H. Martens lid waren van het Armbestuur werd er gestemd en Dr. Kortman kreeg 11 stemmen voor, Dr. Hillebrand 3 en 3 blanco, waarmede Dr. Kortman zitting krygt in dit Armbestuur. Plafonds op 2.60 M. De bouwverordening moet weer eens gewijzigd worden. Van Maas tricht uit heeft men te verstaan ge geven dat 2.6O M. plafondshoogte voldoende is evenals de ouderkant van de fundamenten, die maar 60 cm in de grond behoeven te zitten. In de bouwverordening van onze Gemeente staat vermeld 2.70 M en 70 cm. Terwyl men het over de fundament diepte zonder meer eens was, kreeg de plafondhoogte van de zyde van de heer FR. JANSSEN nogal wat critiek te horen, daar volgens hem, al deze maatregelen er maar op bedacht waren het bouwen zo goedkoop mogelijk te maken. De heer VERMEULEN daarentegen vond een laag plafond gezellig, terwyl de heren VAN HAAREN en ODEN- HOVEN van mening waren, dat dit toch inderdaad kosten- en ruimte- besparend werkte, dus er zich goed mee konden verenigen. P© heer FR. JANSSEN bleef echter by zyn mening en vroeg hoofdelijke stemming, waar hy netjes alleen bleef staan. Beplanting In de rondvraag deed de heer VER MEULEN een dringend beroep op een doelmatige beplanting van ons dorp, vooral de weg naar het Engelse Kerkhof, waardoor hier eon zeer mooie wandellaan zou ontstaan. De VOORZITTER antwoordde, dat met man en macht gewerkt wordt aan een behoorlijk plan en hy was er van overtuigd, dat de komende begroting ongetwijfeld aan veler ver langen in deze zou tegemoet komen. Dit ook als antwoord op eenzelfde wens geuit door de heer VAN HAAREN. KrepeergevnIIen Harde woorden vielen er toen de heer WISMANS vroeg hoe het stond met de woning van Potten en de boerdery van Heidens, waar vooral het laatste een dringend krepeergeval is. Het bleek, dat het plan voor de woning van Potten in den Haag was, maar dat voor Heidens geen kans was, daar de boerderij bouw totaal stop ligt en men moet afwachten wat de nieuwe regeling hiervoor doet. De heer VERMEULEN merkt dan op, dat men de ontginningen dan ook maar stop moet zetten, want hier worden door de Gemeente krepeer- gevallen geschappen. In de polders, waar het Rijksontginningen zyn, worden boerderijen als kastelen ge bouwd, maar hier kunnen de jonge boeren, die de ontginningen intrek ken, maar zien dat ze onder Gods wyde hemel terecht komen. De heer WISMANS vroeg dan of er geen mogelijkheid was deze nieuwe boerderijen meteen op te nemen in het ontginningsplan en uit het ant woord van de VOORZITTER blijkt dan, dat dit zeker zal gebeuren, maar men wacht eerst af hoe den Haag reageert op de plannen voor de ont ginning in de Vredepeel, waar de boerderij bouw in het plan zelf is opgenomen. Gaat den Haag hiermede accoord, dan zal ook voor de andere ontginningen eenzelfde mogelijkheid geschapen worden. Dus afwachten. De heer OUSTERS hoopte, dat den Haag evenveel begrip zou hebben voor de Peelontginningen als voor de polders. Dezelfde spreker had met verwondering gezien dat men in Oostrum aan het station opgehouden was met zandstrooien tegen de glad heid van de weg en vroeg of achter Oostrum de wegen dan niet meei glad waren. Weth. WINTELS dacht van wel, maar aangezien Gemeentewerken niet alomtegenwoordig kan zyn, verzocht hy de heren Raadsleden Gemeente werken op te bellen en even een cinwyzing te geven waar het gevaar lijk is, dan zullen zeker maatregelen genomen worden. De heer ODENHOVEN zou graag willen weten waar de nieuwe jongens school komt te liggen en kreeg als antwoord, aan de nieuwe straat, die loopt van de Hofstraat naar de Mgr. Nolensstraat. De heer FR. JANSSEN vroeg, mede naar aanleiding van de stationsbus, of er geen mogelijkheid bestond om gezamenlijk met de andere gemeen ten hier in de buurt by de Ned. Spoorwegen eens aan te kloppen om een betere regeling van de diensten op het baanvak Nijmegen-Roermond. Verdor vestigde hy de aandacht er op, dat de nieuwe stenen voor de Hofstraat wel eens lang konden uit blijven, reden waarom B. 6n W. hier bij moesten opblijven, opdat de stenen aan de fabriek staan blijven en niet voor andere doeleinden worden ge bruikt. Eu als waardig slot van het oude jaar informeerde hy voor de zoveelste maal naar de plannen voor de ambachtsschool. De VOORZITTER beloofde een actie eens te overwegen, hem was wel bekend dat de Kamer van Koophan del hiermede reeds doende was. Over de stenen zou men eens gaan praten en ^hopelijk zou dat gunstige resul taten hebben. Wat de ambachtsschool betreft, de laatste nieuwe plannen zyn alweer in den Haag en hebben daar al verschillende instaties gepas seerd en het laatst zyn ze gesigna- liseerd bij de Rijksgebouwendienst, dus maar weer rustig afwachten En daarmede was het slot van de laatste openbare Raadsvergadering van 1950 gekomen, de heren gingen nog verder voor de belastingaanslagen, maar dat. wordt verder per aanslag biljet afgehandeld. Aardappelmoeheid is momenteel de gevaarlijkste en meest hardnekkige plaag van de aardappelteelt. De ziekte werd voor het eerst in Duitsland ontdekt, nl. in 1Q13 by Rostock. Sindsdien werd zy achtereenvolgens geconstateerd in Engeland, Zweden, Denemarken en op een eiland voor de kust van New-York. In Neder land werd de aantasting voor het eerst in 1941 geconstateerd. De ernst van deze aardappelziekte bly'kt wel uit hot feit, dat zij door het voortdurend veroorzaken van misgewassen in veel buitenlandse aardappeldistricten de intensieve teelt van aardappelen onmogelijk heeft gemaakt. Vóór het optreden van deze ziekte kou men zonder be zwaar om het andere jaar ol zelfs elk jaar aardappelen verbouwen op hetzelfde perceel. Thans is dit in bepaalde landen nog slechts ééns in de vier of vyf jaren mogelijk en ook dan nog is de opbrengst minder dan normaal en treden nog herhaaldelijk misgewassen op. Bestaan aardappeltelers wordt bedreigt Aardappelmoeheid is veel erger dan de andere tot nu toe bekende aardappelziekten: door het voortdu rend veroorzaken van misoogst be dreigt ze het bestaan van vele aard appeltelers. Voor Nederland komt daar nog het grote gevaar voor exportbelemmeringen by, daar geen enkel land gesteld is op landbouw producten, die met de aanhangende grond de ziekte kunnen overbrengen. De ziekte wordt veroorzaakt, door dat ongeveer V, mm grote larven van het zg. aardappelaaltje de jonge aardappel wortels binnendringen en deze vernietigen of buiten werking stellen. Afhankelijk van het aantal van deze aaltjes kan het gewas meer of minder in zijn groei worden ge remd of zelfs geheel ten gronde gaan. Reeds na één jaar misoogst De verschijnselen van deze ge vreesde ziekte beginnen als regel met enkele onschuldig uitziende, slecht- groeiende plekjes in het gewas. Reeds het volgende jaar kan het aardappelgewas op zo'n perceel een volledig misgewas zyn met een opbrengst, die soms niet groter is dan de hoeveelheid pootgoed, die is gebruikt. De financiële schade is dan ook, vooral wanneer het om grote percelen gaat, aanzienlijk. Een ziek gewas bestaat uit kleine, armoedig ontwikkelde plantjes, die verhongeren en verdrogen. De wor tels zyn nl. buiten werking gesteld door de aaltjesaantasting. In het loof kunnen daarby verschillende gebreks verschijnselen optreden, die alle het gevolg zijn van de slechte werking van het wortelstelsel. Het is nog niet mogelijk om de aardappelmoeheid op dezelfde wijze te bestrijden als andere aardappel ziekten. Een goed werkend chemisch of ander bestrijdingsmiddel is nl. nog niet gevonden. Ook ontbreken onvat bare rassen, zoals dat byv. bij de wratziekte het geval is. Beroep op^ verant woordelij kheidsgevoel De besmetting van gezonde grond door verspreiding der aaltjes moet tot elke prys worden voorkomen, want na de geringste besmetting kan men er zeker van zyn, dat de ziekte met elk nieuw aardappelgewas toe neemt. Het is gebleken, dat deze toename vrij wel ongedaan kan worden gemaakt, indien in de twee a drie volgende jaren geen aardappelen woraen verbouwd. Op elk onbesmet terreif moet daarom ter voorkoming van de ziekte een vruchtwisseling met hoogstens ééns in de drie jaren aardappelen, gehandhaafd worden, hetgeen dan ook by de Wet Bestrij ding 'Aardappelmoeheid is voorge schreven. Elke verbouwer van aardappelen, op boe geringe oppervlakte ook, en daarbij hiet in het minst de volks tuinder en de amateur-tuinder, die verantwoordelijkheidsgevoel voor de toekomst heeft, dient het optreden van de aardappelmoeheid op zijn bedry'f te voorkomen door het hand haven van een gezonde bedrijfs voering met hoogstens één keer in de drie jaar aardappelen op hetzelfde terrein. Ook zy, die na ons komen, moeten aardappelen kunnen verbouwen; de aardappelmoeheid is een ziekte, die de voeding van het volk ernstig in gevaar brengt en die daarom de aan dacht eist van allen, die hetzij beroepshalve, hetzij uit liefhebberij, aardappelen telen. Alleen indirecte bestrijding mogelijk Omdat het aaltje dus niet recht streeks kan worden bestreden, wan neer het éénmaal in een gebied vaste voet heeft gekregen, moet al het mogelijke gedaan worden, om het indirect aan te vallen. Dit kan met succes geschieden, door het aaltje op de reeds besmette terreinen volledig uit te hongeren. Het middel hiertoe ligt in de verbouw van gewassen, die niet kunnen worden aangetast. Ge zien het noodlottige karakter van de ziekte zal men dit middel met kracht moeten aangrijpen. Een groot voordeel by de bestrij ding van d9 aardappelraoeheid is, dat er, behalve aardappel en tomaat, geen voor deze ziekte vatbare gewas sen en zelfs ook geen vatbare inheemse onkruiden zijn. Het is dus mogelyk de grond weer gezond te maken door de verbouw van aardap pelen on tomaten na te laten. Hoe is de situatie na 1 Januari? Nu de Eerste en Tweede Kamer de wetsontwerpen tot verlaging van de inkomsten- en loonbelasting hebben goedgekeurd, kan op i Januari a.s. de Huurwet in werking treden. In verband hiermede laten wij hieronder een overzicht volgen van de belang rijkste bepalingen van deze wet en de daarop steunende uitvoeringsvoor schriften. De verhoging van de huurprijs waar over deze wet handt, heeft alleen be trekking op;de -naakte" huurprijs, dat wil zeggen dé huurprijs met aftrek van vergoedingen voor de levering van gas, water, electriciteit en het gebruik van meubilair, stoffering, centrale verwarming en soortgelijke bijkomende voorzieningen. Hiervoer gelden afzonderlijke voor schriften. De huurwet geeft geen voor schriften voorpachtprijzen en pension- prijzen. De daarvoor geldende bepalingen bly'ven van kracht. De wet brengt ook geen verandering in de huurprijs van ongebouwd onroerend goed. In het algemeen kan worden ge zegd, dat de op 31 December 1950 geldende huurprijs van woningen, die vóór 27 December 1940 zyn gereed gekomen, met 15 pet. wordt verhoogd, onafhankelijk van hetgeen in het huurcontract is bepaald. Deze .15 pet. moet dus worden berekend over de „naakte" huurprijs. Voor woningen en bedrijfsruimten, die op of na 27 Dec. 1940 zijn gereed gekomen, blijft de op 31 Dec. 1950 geldende huurprije van kracht. Inwoning Indien de huurder var. een huis (huurbewoner) inwoning heeft, van personen, die niet tot zijn gezin be horen, kan de verhuurder van het huis een toeslag leggen op de huur prijs (verhoogd met 15 pet die do hoofdbewoner hem verschuldigd is. Deze toeslag varieerde vroeger van 5 tot 30 pet. al naar gelang van het aantal inwonende personen. Deze percentageregeling wordt thans door de volgende vervangen Indien er vier of vyf personen inwonen wordt de huurprijs van de gehele woning verhoogd met 4 pet, d.w.z. met 4 pet van 1*5 pet. van de oude "naakte" huurprijs. Bij een inwoning van zos of zevon personen geldt een toeslag van 8,". pet, ingeval acht of meer personen inwonen 13 pet. Uitzonderingen Op de hier boven geschetste alge mene regeling bestaan verscheidene uitzonderingen. 1. Wanneer by de bepaling van de oude huurprijs van een bedrijfs ruimte stand en ligging van over wegende betekenis zyn geweest, kan de minister de nieuwe huurprijs op een lager bedrag stellen, dan de oude huurprijs plus 15 pet. 2. Onbewoonbaar verklaarde huizen worden niet in prijs verhoogd. 3. Voor woningen of bedrijfs ruimten, welke op of na 5 Mei zyn tot stand gekomen zonder financiële steun van de overheid geldt de huur prijs, welke huurder en verhuurder met elkaar overeen komen. Dit be tekent dus, dat deze huurprijzen prac- tisch vry zyn. 4. Voor woningen of bedrijfsruim ten, welke op of na 5 Mei 1945 zonder overheidssteun zyn gebouwd, kan de minister de op 31 December geldende huurprijs verhogen, ofschoon deze woningen ingevolge de algemene voorschriften van de 15 pet. huurver hoging zyn buitengesloten. 5. Voor de woningen of bedrijfs ruimten, welke op of na 27 December zijn gebouwd of die nog zullen wor den gebouwd met financiële steun van de overheid., is de minister bevoegd de huurprijs vast te stellen. Woekerprijzen na onmogelijk In de nieuwe huurwet is een aantal bepalingen opgenomen ten aanzien van de huurprijs die inwonenden aan de houfdbevvoner verschuldigd zyn. Deze bepalingen beogen een einde te maken aan het vragen van buiten sporige huurprijzen, waaraan som mige hoofdbewoners zich schuldig maken. Do wet bepaalt, dat de huurprijs voor het gehuurde gedeelte voortaan in dezelfde verhouding moet staan met de hnurprys van de gehele woning als hot gebruiksgenot van het gedeelte staat tot het gebruiks genot van de gehele woning. Heeft men dus de helft van de woning in onderhuur, dan betaalt men de helft van de huurprijs aan de hoofdbewoner. By de beoordeling van de onderlinge verhouding moet niet alleen rekening worden gehouden met de grootte van geheel en gedeelte, maar moet tevens rekening worden gehouden met omstandigheden als ligging, gerief e.d., die het -gebruiks genot" bepalen. De hoofdbewoner mag echter als vergoeding voor het ongerief dat hy van de inwoning ondervindt, de huur prijs verhogen met 20 pet. Wordt dus een wonii g, waarvan de huur prijs 60 gulden bedraagt, door twee gezinnen bewoond, (ieder de helft) dan betaalt de enderhuurder de helft van 60 gulden plus 20 pet. dus 36 gulden aan de hoofdbewoner. Wat de vergoedingen voor de bij komende voorzieningen betreft be paalt de wet, dat de werkelijke kosten of de naar redelijkheid ge schatte kosten moeten worden bere kend. Voor het gebruik van meubelen of stoffering mag een bedrag worden .berekend gelijk aan 20 pet. per jaar van de verkoopwaarde op het ogenblik van ingebruikgeving. Over duurte gesproken de prijzen gaan omlaag J-J'er 15 een lichtpuntje voor het begin üan het nieuwe jaar: De Gruylcr heeft 49 prijzen Verlaagd! Op de nieuwe prijzen BLIJFT 10 korting ge handhaafd. Nu is het de hoogste tijd om de knoop eens door te hakken en Uw eigen belang vóór te laten gaan; nu zult U toch be sluiten om óók De Gruyter- klant te worden Betere waar, verlaagde prijzen en I0°/o korting; kan 'n Huis- vrouw in deze tijd nog méér verlangen

Peel en Maas | 1951 | | pagina 1