TWEEDE BLAD De jaarwisseling Een halve eeuw WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ZATERDAG 30 DECEMBER 1950 No. 52 EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Druk en Uitgave Firma van den Hunckhot Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Venray Telefoon K 4780-512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen worden op aanvraag gaarne verstrekt. Losse mm-prJJs 8 cent. Abonnementsprijs p. kwartaal: voor Venray f 1.00 buiten Venray I 1.20 uitsluitend bij vooruitbetaling. Een jaar is, in de periode der geschiedenis die wij doormaken, niet meer een afgebakend stuk cijds- leven. Wij bevinden ons zo zeer in een proces van wereldverandering, dat wij de gang der jaren niet meer kunnen bijhouden. Er geschiedt in één jaar na de tweede wereldoorlog meer dan in twintig jaren, die aan de eerste wereldbrand vooraf gingen. Waar zal die stormachtige wending heen leiden? Dat is de angstige vraag, die 1951 ons stelt. Velen leven met blinddoeken voort, maar wie de moed heeft scherp heen te kijken door de mist die ons omringt, hij ziet bepaalde contouren zich af tekenen. Hij ziet het ontwakend oosten. Hij gaat beseffen, dat de hege monie van het westen voorgoed geëindigd is. Nog weet het wes ten stand te houden op eigen terrein, nog heeft het enige voor posten buiten zijn wallen. Maar het westen is in verweer, het oosten dringt op. Wij denken hierbij niet alleen aan Rusland. Wij denken aan het chinees élan, wij denken aan de alzijdige begeerte van Azië om eigen zaken te regelen, wij denken aan de gele opmars, die India bedreigt en Indonesië; aan Zuid-Afrika, waar een beginnend verzet is der gekleurde rassen, dat ongetwijfeld door een op dringend oosten zal worden ge steund. Een verloren gaan van het laatste koloniale werelddeel Jigt in het perspectief van de dingen, die er thans in Azië geschieden, Daartegenover ontwaren wij een strijdbaar Amerika en een onthutst en verdeeld Europa. Amerika zou niet zo tot de tan den gewapend zijn, indien het niet wist. dat het voor zijn leven vocht. Het hééft zich een eeuw lang gehouden builen de wereld politiek, thans zet het zijn bloed in, zijn schatten, zijn drang op Europa. Het is geen liefhebberij, geen agressie, het is bittere nood zaak, het is de verdediging van eigen bestaan Europa nadert eindelijk de ge dachte der samenwerking, maar het put zich uit in onderlinge discussies. Straatsburg bereikte zijn doel nog niet, zelfs een natuurlijke samengang van de landen der Benelux heeft een net van moeilijkheden te door breken. Er zijn verschillen van beleid, er zijn verschillen van belangen in de Europese groepe ring. De Europese eenheid moet worden samengeweven door praten en onderhandelen, de oosterse eenheid komt voort uit een primitieve begeerte van mil- lioenen, die iedere orde verkiezen boven de honger, ellende en corruptie. Waar ligt de diepe tegenstel ling tussen de twee wereldhelften? Het oosten denkt anders dan het westen. Volken die eeuwen ge leefd hebben in onderworpen heid aan eigen en vreemde heersers, die zie China een verleden hebben van chaos en verwaarlozing, denken anders, dan volken, die eeuwen van welvaart hebben als achtergrond. In de gezegende gebieden waar voorspoed heerste, wordt de persoonlijke vrijheid als het hoogste goed aangemerkt, landen waar ieder eenling maar één begeerte heeft, zich te hand haven tegen de ondergang, zijn collectivistische neigingen even natuurlijk als individualistische in Europa. De christelijke levensovertui ging van Europa, verzet zich niet tegen de vrijwording van Azië. Maar het is meer dan de vrij wording, dat de aziatische massa's begeren, het is de macht. Bewegingen, die uit impulsen geboren zijn en onder bloed en tranen gewekt, zoals de chinese, behouden hun impulsief karakter, ook wanneer haar recht is erkend. Haar natuur is niet, zich te nes telen in een verkregen vrijheid, maar voort te stromen tot zij de wijde wereld hebben veroverd. Het westers rationalisme, kind der overweging, botst tegen het trationele, gevoelsmatige dat de oosterse massa's stuwt, die zich van nature in het gelid laten dringen. Dat is de wending der tijden, waarvan 1951 een schakel vormt. Zal het het jaar worden van de derde wereldoorlog Er is, aan het einde van 1950, geen ont spanning gekomen van de vrees, die ons het hele jaar heeft over meesterd, toen het bloed in Korea begon te vloeien. Maar ook als er geen oorlog ligt in een nabij verschiet, dan de fundamentele crisis, waarin de wereld gevangen is, niet op geheven. Wij zullen goed doen, in het nieuwe jaar de vrees weg te nemen uit onze ziel. Waarom zullen wij voortgaan, onszelf op te winden, door voortdurend ons vast te klampen aan het begrip crisis Wat wij beleven, wat wij crisis noemen, is een historisch ver schijnsel, dat God ons te dragen gegeven heeft, omdat Hij ons geplaatst heeft in deze tijd. Tegen het godsvertrouwen breekt het crisis-besef aan stukken. Indien wij met optimisme het nieuwe jaar ingingen, zouden wij stuiten op het verzet onzer lezers. Zij zouden ons tegenwerpen, dat wij ons nog steeds bevinden in een wereld vol dreiging en aan de grens van ons bestaan. Reeds een blik op ons eigen land, zo als het in 1950 zich voor deed, maakt ons bezorgd voor wat volgen kan. Wij schamen ons voor het drama op Ambon, de verhouding met Indonesië is vol problemen en gevaren. Zal men de laatste resten van ons konink rijk in Azië, Nieuw Guinee, ver loren zien gaan? 1951 begint met een vraagteken. De militaire uitgaven plegen roofbouw op de volkswelvaart, de fiscale schroef boort ons volk dood. Velen, wanhopig, hunkeren naar landverhuizing. De zaken gaan slecht, de prijzen rennen omhoog. De belastingverminde ringen bleken niet van reële aard. Er dreigde een regeringscrisis, overal wrikken de dingen los. Er staan bemoedigende ver schijnselen tegenover. De Konin gin won de sympathie voor Nederland, eerst te Parijs, daarna te Londen. De Nederlandse volks kracht openbaarde zich in de doortastende voortgang der drooglegging van het IJsselmeer. De sociale vrede in Nederland bleef onaangetast. Men kan zeg gen, dat ons volk zwaar beproefd, niet dat het gebroken is. In die ongebrokenheid behoort de stevigte te liggen van Neder land, van het westen. Ondanks de drang van het oosten, is zich het westen nog zijn waarde be wust en houdt het stand. Ondanks ellende en nedergang brengt Nederland nog opbouwende krachten voort. Laat ons niet al te zeer ont moedigd zijn. En laat ons op de eerste dag van het nieuwe jaar God danken voor alle goeds wat Hij ons in het afgelopen jaar gegeven heeft en laten we Hem kracht en sterkte vragen voor 1951. Kracht en sterkte en een groot vertrouwen op Hem, die alles ten beste leidt. Niet alleen voor ons zelf, maar ook voor Limburg, voor Nederland voor de gehele wereld. Met de klokslag van twaalf zal de eerste helft van de twintigste eeuw zijn verstreken. Een merkwaardig tijdperk is daarmee van ons heengegaan. Het is voor de tijdgenoot on mogelijk, de betekenis van hetgeen nog onbestorven historie is op zijn juiste betekenis te schatten, maar in het onder havige geval zal de geschiedschrijver van honderd jaar later de indruk van het nu levende geslacht ongetwijfeld bevestigen, wanneer dit de thans beëindigde periode kenschetst als een tijd van een bijna volstrekte omwenteling. Een omwenteling, waarbij wij op het middelpunt dezer eeuw nog slechts de overgang beleven. De tegenstelling tussen iooo en 1950 wordt wel het duidelijkst uitge drukt door een vergelijking te maken met de toestand van onze gemeente, toen de nieuwe eeuw geboren werd en de toestand op vandaag. Voor ons hebben we enkele foto's liggen, waarop een gezapig paarden- trammetje en een postkoetsje al het verkeer uitmaakte, maarmede Ven- rays jeugd in kuitbroek en lange, vier, vijfdubbele rokken werd bedreigd. We zien de hobbelige keien in de straten, waarlangs de huisjes laag en benepen liggen, we zien de ruige Peel met vennen en moeras, we zien de kleine kerkdorpjes met hun enkele boerderijen, een kerk, een winkel er. een café. We zien dit plekje grond midden in de bossen, waarop de mannen met smalle broeken en reuze snorren, kienen en drinken en statige vrouwen voort zeilen in hun knoopschoenen over de stuntelige straten, met hoeden, waarop hele kilo's fruit liggen uitge stald, een en ander vastgestoken aan de hoog opgewerkte haardotten, ter wijl de lange rokken door het stof slepen. We zien er de daghuurders in hun sober pakje, de boerenvrouwen met hun toeren en grote karbiezen, die uren en uren lopen naar markten en kermissen. En wie vandaag onze gemeente ziet, vijftig jaar later, met een be volking die verdriedubbeld is, met een wegenplan, dat zich kilometers ver uitstrekt, met zakenpanden, die die van een stad evenaren, met een in cultuur gebrachte Peel, met boer derijen, die klinken als een klok, met een verkeer, dat er zijn mag, met een busstation, met treinverbindingen, met groeiende kerkdorpen, met de groeiende industrie, die weet, dat er iets veranderd is. Twee wereldoorlogen zijn in die tijd over Venray heengetrokken, hebben hun sporen daarop achter gelaten en van het vredig dorpje, dat honderden jaren rustig gelegen beeft aan de rand van de Peel, is het een kleine stad geworden, een grote gemeente met ontzaggelijk veel problemen, waar onze grootvaders in de goede oude tijd nog niet aan dachten. Petroleumlampen zijn verdwenen, electriciteit is gekomen, de mestvaalt midden in de straat is niet meer, de riolering voert alles netjes af. De binnenwegen zijn, ondanks het geklaag heerbanen geworden, tegen over de enkele karrensporen die vroeger de weg vormden. Ons dorp is veranderd en wij ook. Gelachen heeft men toen de eerste de Peel in trok, om daar nieuwe grond voor hem en zijn gezin te winnen, maar nu zitten jonge boeren met rode koppen te werken aan hun vreemde talen, omdat zij weg moeten het land uit naar elders. Onze arbeiders zfin van manusje van-alles, gespecialiseerde vaklui ge worden en onze middenstanders, waar men vroeger naast spek, petroleum en dikke gebreide sokken verkocht, in kleine donkere winkeltjes, hebben nu grote zaken, waarin ieder volgens zijn vak, een uitgebeide keuze heeft. Toer en klompen zijn verdwenen, evenals de paardentram, kunstmest is gekomen, gas, electriciteit en water leiding. Een verandering heeft de wereld en onze gemeente ondergaan in dit korte tijksbestek van 50 jaren, waar men vroeger eeuwen voor nodig had. Onze gemeente is veranderd en wij m9t haar. Het klasseverschil is dieper en intenser geworden, de sociale veranderingen zijn aan ons dorp niet voorbij gegaan. Het snelverkeer heeft onze mensen in gelegenheid gesteld andere landen te bezoeken, andere culturen te zien. andere denkbeelden op te doen. De mens van heden is veel dynamischer als zijn voorganger, die geen motoren kende, geen vliegtuigen, geen electri citeit, geen radio. De omwenteling in deze laatste halve eeuw is mede oorzaak, dat een oorlog, die we slechts kende uit ge schiedenisboeken, over ons zelf heen is gekomen en wat niemand ooit vermoed zou hebben, we hebben hem overleefd ook. Deze omwenteling brengt ook voor ons zijn gevaren mede, op godsdiens tig, op sociaal, op economisch terrein, Nieuwe denkbeelden duiken op, nieuwe verwachtingen worden ge kweekt, nieuwe aspecten openen zich. Onze jonge boeren vinden geen land meer, onze jonge arbeiders geen werk meer, wij moeten omschakelen van landbouw naar industrie, we moeten werk zoeken en werk verschaffen aan vele handen, die het zelf niet meer vinden. De oude tijd, waarin slechts enkele families het beleid in onze gemeente in handen hadden, is verdwenen, de arbeidersklasse is ontwaakt, zoals men dat gewoonlijk zegt, en eist haar deel van de zeggingschap naast andere standen op. De scholen bieden meer ontwikkeling en het gemecha niseerde leven van vandaag eist meer ontwikkeling en vakkennis. Dit alles heeft onze gemeente niet onberoerd gelaten en dat is ook niet erg. Er zijn nieuwe waarden gevonden en nog te vinden. Maar hierbij moeten we oppassen geen oude waarden te loor te doen gaan. Behoud van het oude, voor zover dit goed is, behoort eveneens tot de taak van de naar een betere toekomst strevende mens. Tot die oude waarden rekenen wij bijvoorbeeld de godsdienstzin, die onze voorvaderen een tempel als de Sint Petrus Banden deed bouwen, de ijzeren werklust, die een Peel bedwong die op moerassen en vennen een nieuw dorp stichtte, gehechtheid aan huis en hof, liefde voorde evenmens, die wij vinden in de burenhulp en de buurtschappen. Verwaarloost de nieuwe tijd niet veel van deze begrippen, die men voor ouderwets uitscheld in c harde tijd, maar zonder dewelke ook een technisch volmaakte en -organi satorisch vlot functionerende samen leving in onze gemeente ondragelijk blijft Nieuwe waarden winnen en oude waarden behouden, dit lijkt ons het wachtwoord bij de overgang van de eerste naar de tweede helft der twin tigste eeuw. [aai is uieec aóciii[ Een jaar is weer voorbij, I95i is in het zicht. En niemand begrijpt, hoe de tijd toch zo vlug opschiet. Staat men er voor, dan lijken de drie hon derd vyf en zestig dagen een zee van tijd, maar nu we op het punt staan afscheid te nemen van dit jaar, nu is het zo snel vergaan in de ry der jaren. Toch is er weer veel lief en leed geweest in het achter ons liggende jaar. Er zyn grote moeilijkheden ge weest en dagen waarvan men God dankte ze mee te mogen maken. Dat is in ieder mensenleven, by jong en oud, by rijk en arm, ieder heeft nu eenmaal zijn kruisjes te dragen, hetzy groot of klein en iedereen krygt op tyd een opdoffer van Hierboven. En achteraf gezien is dat maar goed ook. Zo weet men dat men leeft, zo weet men waarvoor men leeft. Wat by ieder mens in het afge lopen jaar is voorgekomen, komt ook vanzelfsprekend voor in de gemeen schap van die mensen, in onze meente. Onze Gemeente heeft ook het a lopen jaar weer voor en tegenspoed gekend, weer moeilijkheden, maar ook luisterrijke dagen. En het is goed op de drempel van het nieuwe jaar nog eens even een blik terug te werpen, en geleerd door de fouten van het verleden, gehard door de moeilijkheden toen ondervonden, met nieuwe moed het jaar 1951 in te gaan, dat ondanks het sombere aspect wat de wereld biedt, toch ook onge twijfeld veel goede dagen met zich brengen zal. Op godsdienstig terrein is 1950 wel bijzonder vruchtbaar weest voor onze gemeente. De onlangs gehouden Missietentoonstelling ..De W.I.L.M.", die wel buitengewoon groots was georganiseerd in onze gemeente, heeft de missieliefde van onze burgers weer eens overduidelijk aangetoond in het medeleven en de offers, die zyn gebracht, waardoor het kleinste dekenaat van Limburg meer dan vijftienduizend gulden aan het diocesaan Missie-comité kon over dragen. Daarnaast heeft Oostrum het 6de eeuwfeest als Genadeoord van O.L. Vrouw feestelijk gevierd, fees ten, die weliswaar niet een financieel succes waren, maar toch nog eens even hebben onderstreept de liefde tot Moeder Maria die in deze streken gelukkig nog leeft. De viering van het H. Jaar heeft ook in onze gemeente in alle parochies met de grootste luister plaats gehad. De herbouw van de kerk in Oirlo, waarmede men onlangs is begonnen zal een einde maken aan de nood kerken. Naast de meer gewone godsdienstige acties, dient ook nog even geatten deerd te worden op de huwelijks conferenties, die door Pater Magister werden gegeven en door practisch alle paartjes werd bezocht. De wyding 6D eerste mis van een drietal neo misten, t.w. de heren Goumans, Lem men en van Kempen werd op de gebruikelijke wijze gevierd. De ver siering der verschillende kerken werd nog voor kort reeds in dit blad ge memoreerd. Op sociaal terrein heeft het afgelopen jaar Venray het Sociaal Charitatief Centrum gebracht, dat een overkoepelingsorgaan van alle verenigingen is, die zich op dit gebied beijveren en waarvan wy grote verwachtingen hebben voor de toekomst. Op het terrein van de Wederopbouw kan genoemd worden het in gebruik nemen van de piefabs op het Dessel- ke, waarmede het huisvestings probleem inderdaad een stuk verlicht werd. Intussen heeft de Gemeente al weer 42 andere woningen aanbesteed, terwijl verschillende zakenpanden ook dit jaar een einde zagen komen aan noodwinkels e.d., doordat zü een nieuwe flinke zaak konden betrekken. Ook de kloosters bouwen nog volop en speciaal Jerusalem is dit jaar een heel stuk verder gekomen met de verwezenlijking van de plannen. Ook Venray's Gemeentehuis heeft een goede beurt gehad en straalt weer in zijn oude glorie. De straten en pleinen zyn dan ook eindelijk eer.s onder handen genomen en speciaal in de kom is men dit jaar een heel eind gevorderd. Verschillende nieuwe straten zyn aangelegd, terwijl de entree van ons dorp via de Leunseweg, door de aan leg van een plein aan de Paterskerk inderdaad aan waarde wint. Of men dat ook kan zeggen van het nieuwe Postkantoor, zullen we maarafwach ten. Intussen is nog lang niet alles zo rooskleurig op Wederopbouwgebied als de vooruitgang in het afgelopen jaar wel doet vermoeden. Nog al te velen moeten wachten op de goed keuring van hun plannen en op een behoorlijke financiële regeling, die nog steeds achterwege bly'ft, doordat alle mogelijke ambtelijke instanties nog steeds hun fiat hierover moeten geven. Op cultureel gebied kunnen we in het afgelopen jaar op enkele belangrijke feiten wijzen. Zo was er het jubileum van Venray's Mannenkoor en de Zangvereniging „Het Heidebloempje", welke jubilea zyn gevierd met concourssen en festivals, met recepties en galacon certen. We hebben O. en O. haar programma af zien werken en een nieuw zien beginnen, een programma dat aan do doelstelling dezer vereni ging beantwoordt en zich in een grote belangstelling terecht mag ver heugen. Op toneelgebied was het Hioob dat de toon aangaf o.a. met Maria Gorretti maar daarnaast mag het werk van de verdere amateur toneelspelers niet vergeten worden, die vooral op de kerkdorpen goed werk verrichten! De langverwachte vermakelijkheids belasting-wijziging zal er mede toe bydragen, dat op dit gebied in de toekomst nog meer gepresteerd zal worden. Iets nieuws was ook de eerste schilderijententoonstelling in het Raadhuis, waarop de jonge Venrayse kunstenaar P. Vermeulen zyn werken toonde. Scholen Venray heeft op het gebied van onderwys een naam te verliezen, maar hiervoor zyn scholen nodig. Is van de eene kant het treurig dat de nieuwe ambachtsschool nog steeds niet is gebouwd kunnen worden, ondanks het groot aantal leerlingen dat zich aanmeldt, van de andere kant kunnen we wyzen op de nieuwe landbouwhuishoudschool, de nieuwe school in Oostrum, de herbouw van Jerusalem, de B L.O. school in Sint Jozef en de toewijzingen die voor enkele weken terug afkwamen, als mede de aanbesteding van de eerste nieuwe school in Venray-kom. Ook op dat terrein betoont men dus de nodige activiteit al zal een Mater Amabilisschool voor de werkende jeugd zeker geen overbodige luxe zyn. Op het gebied van landbouw en veeteelt is 1950 voor Venray van groot belang geweest. De ontginning in Peelplan Zuid vordert gestadig en nieuwe kavels zyn ook dit jaar weer uitge geven. De plannen voor de Vredepoel zyn in een vergevorderd stadium en zijn we goed ingelicht dan zal de nieuwe begroting hierover meer kun nen vertellen. Op zuivelgebied is men begonnen met de Kunstmatige Inseminatie en de eerste berichten luiden hoopvol. De kringvorming, die in het begin van het jaar in deze sector nogal de aandacht trok schynt verder weinig meer op de voorgrond te komen. De verstuivingen in de Peel, de grondvoorziening voor onze jonge boeren, een uitbreiding van de teelt vergunningen, het zyn allemaal pun ten, die de aandacht van onze land bouwers voorlopig wel gevangen zullen houden. Industrievestiging Voor de industrievestiging is hard gewerkt, maar jammer genoeg zyn de resultaten maar pover. Met de vestiging van het confectie-artelier Fr. Beeren uit Weert is echter weer een goede stap in de richting gezet, al hebben vele huismoeders misschien liever industriën, voor mannen. Intussen is het aantal werklozen Goddank nog weinig omhoog gelopen, maar men zal hier moeten blyven uitzien. Misschien dat dit gebied van Noord-Limburg hiervoor op een urgentielyst komt, waardoor steun van hogerhand gegeven zal worden. Het jubilé van de Fa. J. P. A. Nelissen is door vele aangegrepen om de eerste „vreemde industrie" die zich na de oorlog in Venray vestigde eens danig in de bloemen te zetten. Op politiek terrein leverde 1950 de Provinciale Staten verkiezing, waarby Venray probeerde een tweetal candidaten uit onze Ge meente hierin te krygen. Dit mocht jammer genoeg niet lukken, maar met de gekozen candidaten kan iedereen genoegen nemen. Verder is de laatste tyd een actie gaande t6gen de uitvoering van de nieuwe huis raadschaderegeling, maar voor de rest is het kalm op alle fronten. Op het gebied der hygiëne werd vooruitgang geboekt door de opening van het pompstation op de Breeheid, waardoor het eerste hoofd stuk ban afgesloten worden van de waterleidinggeschiedenis m Venray. Velen, die waterleiding hebben geno men krygen als presentje een gratis leiding tot in huis, een attentie, die wel wordt gewaardeerd. Verder zorgde de Raad voor een nieuwe vuilnis wagen en verplichte vuilnisemmers, zodat de Parel der Peel ook op dit terrein zyn glans niet verliest. Met het zwembad en douchegelegenheid sukkelen we nog altyd, maar mis schien dat 1951 Maar hopen... Verschillende grote gebeurtenissen hebben 1950 gekenmerkt. Hierboven zyn er reeds verschillende besproken. Zo is er verder nog de Vastenavond viering o.l.v. Prins Jan I, die dit jaar weer goed verzorgd was en waarvan de organisatie in goede handen schynt. Venray verloor weer een van zyn grote mannen door het overlijden van oud-burgemeester Oscar van de Loo. De Katholieke Sport van Limburg gaf op de sportdag, die 0, zo warm was, in het byzyn van Vader Bisschop, staaltjes van haar kunnen. Het bezoek van H.M. Koningin Juliana en Prins Bernhard aan Ven ray was een der hoogtepunten van 1950 en het deed weldadig aan, de spontane samenwerking te zien, die dit bezoek in zo'n echt prettige sfeer deed verlopen. De illuminatie van ons gemeentehuis is een aparte ver melding waard. Op de Smakt kwam verder het nieuwe Studie-centrum der Paters Carmelieten klaar en het Ziekentri- duum had, dank zy aller medewer king, een vlot verloop. De Burgemeester werd ter gelegen heid van zyn koperen jubileum en zyn zilveren huwelijksfeest in de bloemen gezet. Dan was er nog een fikse brand met Venrayse kermis, die dank zy het kordate optreden van onze brandweer, die dit jaar in capaciteit nog meer vooruitging, werd bedwongen. Ysselsteyn kreeg een nieuwe pastoor en in* de grote Kerk kwamen eigenlyk en ten lange leste de gerestaureerde beelden terug. De sport vroeg ook in 1950 de aandacht al is er weinig groot nieuws van te mel den. S.V.V. groeide in ledenaantalen kunnen, maar kon niet de successen behalen waarop het had gehoopt. De. handboogsport wordt steeds meer beoefend en een tweetal van de in Venray bloeiende handboog schutteryen hielden by gelegenheid van hun 25jarig bestaan zeer goed ~eslaagde concoursen. Er werd gebeugeld, geschaakt, etc. Slechts de hockeyclub leidde door gebrek aan speelvelden een armtierig bestaan. De vooruitzichten zyn echter op alle fronten nu heel wat gunstiger en we zullen hopen het volgend jaar meer en beter nieuws hierover te kunnen vertellen. Vol vertrouwen, ondanks de som ber ly kende toekomst, gaan we daarom het nieuwe jaar in, waarin het 350 jaar geleden zal zyn, dat Godfried Hensen werd geboren. Ook het komende jaar zal zyn zorgen brengen, maar als alle eensgezind samenwerken met een vast vertrou wen op God en Zyn H. Moeder, dan zal ongetwijfeld ook 1051 voor ons zelf en voor onze gemeente een goed jaar worden. Wij zyn vol goede moed voor het komende jaar en zeer erkentelijk aan al onze medewerkers. Wy danken onze lezers en adverteerders voor hun vertrouwen en hopen ook in het komende jaar Peel en Maas weer te stellen in het belang en in de be langstelling van alle inwoners van onze gemeente en ook daarbuiten. Wy wensen hen allen een zalig en voorspoedig nieuw jaar.

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1