Emigranten-zorgen
in Australië
Een streven naar
verbroedering.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
tlfyaac CkesteitóH
hats ap rnas.
h Reis naat
emep
Heerlijke rechten
De veergelden
in Noord-Limburg.
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1950 No. 47
EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhol
Drukkerij
Kantoorboekhandel
irootestraat 28 Venray
Telefoon K 4780-512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen worden ep
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prijs 8 cent.
Abonnementsprijs p. kwartaal:
voor Venray f 1.00
f bulten Venray f 1.20
uitsluitend bij vooruitbetaling.
Het probleem der aanpassing niet eenvoudig
Een katholiek specialist in emigratievraagstukken, die
onlangs van een rondreis in Australië terugkeerde, heeft
enkele interessante beschouwingen gegeven over de psycho
logische problemen, die de nïeuw-aangekomenen in dit land
moeten oplossen.
Sinds het begin van dit jaar heb
ben zich reeds meer dan 100.000
emigranten in Australië gevestigd. Ik
had de gelegenheid verscheidenen
onder hen te ontmoeten en, naar
gelang de gevallen, waren de reacties
zeer uiteenlopend.
Sommigen zyn erg tevreden, ande
ren voelen zich daarentegen niet erg
in hun schik. Daarvoor zyn verschil
lende redenen op te geven. Een ge
deelte dezer immigranten, ondermeer
de „Displaced Persons" uit Oost-
Europa, zyn in het vijfde werelddeel
aangekomen met een onvoldoende
kennis der Engelse taal. Dit is erg
jammer, want men kan niet op een
goede ontvangst in Australië rekenen,
zonder de Engelse taal grondig te
kennen. Doch ik geloof niet, aldus
deze zegsman, dat dit de voornaamste
reden is".
„Een der grootste moeilijkheden is,
zich in een wereld aan te passen
waar alles tegenovergesteld schynt;
waar het koud is in het Zuiden en
warm in het Noorden; waar men
slechts twee maaltijden per dag
neemt, namelijk des morgens en des
avonds (de ontbijten met verschillen
de gerechten, die men des morgens
opdient, vallen niet erg in de smaak
bij de nieuw-aangekomenen); een
land, waar de arenden wit zijn, de
zwanen zwart, waar Kerstmis in de
zomer valt en Pasen in de winter;
waar politieke discussies verboden
zijn, waar de paardenrennen de groot
ste gebeurtenissen van het nationale
leven uitmaken enz."
„Het is ook een feit, dat de Austra
liër niet erg vriendschappelijk tegen
over de vreemde arbeider staat. Het
is bijvoorbeeld voor een gespeci;
seerd mijnwerker, die niet in Australië
is geboren, erg moeilijk om werk in
de kolenmijn te vinden, want de
vakbonden verzetten er zich ten
stelligste tegen, alhoewel er gebrek
is aan mijnwerkers.
„De Australiër is moedig doch
oppervlakkig; het intellect boezemt
hem vrees en wantrouwen in. Dit is
een der redenen, waarom hij geen
toenadering met de Engelsen, de
Duitser of de Zwitser zoekt. Indien
hij by zijn werk ook veel goede wil
toont, toch voelt hy geen sympathie
voor degenen, die bijzonder ijverig
zijn".
„Hy heeft vooral een uitgesproken
origine-bewustzyn. Op een afstand
voelt hy reeds de nadering van een
vreemdeling, vooral van de Italianen
of de Balkan-bewonerhy staat dan
ook antipathiek tegenover verenigin
gen of groeperingen van vreemde
lingen. Het geval der Italianen van
Queensland, waarvan de groeperingen
reeds meer dan 25 jaar bestaan, is
werkelijk kenschetsend voor de locale
wrijvingen."
„Hieruit mag men echter niet be
sluiten, dat de Australiër een vreem
delingenhater is, met uitzondering
dan wel ten opzichte der Aziaten
waarvoor hy een ingeboren wantrou
wen koestert. "Wat men ook moge
zeggen, de mogelijkheden zijn voor
de emigranten zeer groot. Maar de
aanpassingsproblemen zyn moeilijker
op te lossen dan men in het begin
wel dacht."
Koninklijk Paar geeft het goede voorbeeld.
In de Kamer klonk een ander geluid...
Wederom brengen H.M. de Koningin
en Prins Bernard een staatsiebezoek
aan een vreemde mogendheid: thans
Engeland.
Een vorige maal waren zy de gast
van de Franse Republiek. Hun bezoek
aan Frankrijk heeft overal gunstige
reacties opgeroepen. De banden tus
sen dit land en het onze werden
nauwer aangehaald. Bij het bezoek
aan Engeland zal dit ook geschieden.
En dit is nodig
Door de houding van Engeland bij
het Nederlands-Indonesische conflict
is de verstandhouding tussen beide
landen althans tussen de bevol
kingen niet verbeterd.
Er bestaat in ons land een zeker
gevoel van rancune ten opzichte van
de Engelsen. Het is door" dit bezoek
van koningin Juliana en de prins
gemaal, dat betrekkingen verbeterd
moeten worden.
In Europa immers hebben wy een
innige samenwerking nodig en deze
is ondenkbaar, wanneer sommige
bevolkingsgroepen nog achterdochtig
en met rancuneuse gevoelens tegen
over elkaar staan.
Eveneens ter verbetering der be
trekkingen, vertrekt in Maart Z.K.H.
Prins Bernard, op verzoek der re
gering naar Zuid-Amerika, waar hy
een bezoek zal brengen aan Argen
tinië, Chili en Uruguay.
Deze reis zal waarschijnlijk geheel
per vliegtuig gaan, dit in tegenstel
ling met het huidige bezoek aan
Engeland, waarbij gebruik gemaakt
werd van H. M. „Heemskerck".
In dit verband herinneren wij aan
de reis, die prins Bernard in Januari
van dit jaar naar Zuid-Amerika
maakte. Toen bezocht hij oa. de Ned.
Antillen, Curacao, Brazilië, Mexico
enz. enz.
Deze reis heeft veel goed gedaan
en het is daarom wellicht, dat de
prins-gemaal een tweede maal een
opdracht tot zo'n vermoeiende taak
aangenomen heeft.
Een nieuwe minister?
In de Tweede Kamer heeft prof.
Romme(K.V.P.) aan de regering te
verstaan gegeven, dat hy (en zyn pary)
het niet eens is met de huidige sa
menstelling van het kabinet. Dit in
verband met de ministerwisseling aan
oorlog en marine.
Prof. Romme wilde voor 1932 het
kabinet terug gebracht zien tot op
de basis van 1948.
In zyn antwoord op de rede van
prof. Romme, wees de minister
president, dr. Drees, diens verzoek
af. Hy vond het onjuist, om een van
de huidige partijloze ministers te
verzoeken plaats te maken voor een
lid van de christelijke historische
unie.
Evenmin voelde hij er iets voor,
een man uit deze party aan te stellen
als minister zonder portefeuille of
om het departement van oorlog te
splitsen, om zo een plaats te ruimen
voor een nieuwe C.H.-minister.
Na deze redevoeringen werden de
beschouwingen geëindigd. Niemand
had meer de gelegenheid op de woor
den van dr. Drees in te gaan. Het
zal echter de vraag zyn. of de K.V.
P. hiermee genoegen neemt.
Nog geen straal-KLM'ers
Nadat de spoorwegen dezer dagen
enkele nieuwe treinstellen in gebruik
hebben genomen, blykt thans ook,
dat de KLM niet achter wil blijven
en een plan heeft geprojecteerd veor
een vernieuwing van de luchtvloot.
Voorlopig znllen vyf DC4 en C54
toestellen vervangen worden door
vyf DCöb toestellen en vijf constel
lations LL749 door een gelyk aantal
„super constellations". De kosten
van dit plan bedragen ruim 50 mil-
lioen gulden.
De vernieuwing en modernisering
zal geleidelijk voltrokken moeten
worden in 1952 en in de eerste
maanden van 1953. Het aantal vlieg
tuigen blijft gelijk, zodat de vloot
dus niet uitgebreid wordt. Voorlopig
acht men het nog niet verantwoord
om passagiersvliegtuigen met straal
aandrijving in gebruik te nemen.
Blinden vragen
Vertegenwoordigers van vijfduizend
blinden uit ons land deden een be
roep op de leden van de Staten
Generaal om met klem op de verbe-
ring der positie en sociale voorzie
ningen voor blinden aan te dringen.
90 pet. der blinden kan niet voor
zich zelf zorgen. Zij zyn thans aan
gewezen op steun van particulieren,
want de staatssteun is geheel
onvoldoende, aldus ds. de Wit, die
zelf ook blind is. Blinden werken
graag, zo vervolgde hy, en het is
onjuist te beweren, dat een periodieke
ondersteuning hen zou afhouden van
het werk. By aanhouden zal zeker
nog wel resultaat van de pogingen
der blinden om regeringssteun te
verkrijgen, bereikt worden. De hulp
van de leden der Staten Generaal is
daarby echter onontbeerlijk.
4ld St. llicotaaógesckenk
VISITEKAARTJES
in alle maten
soorten
kleuren,
de uitgebreidste collectie
Fa, van den Munckhof heeft ze
In de „Goschiedenisvan mijn leven"
door Chesterton, een boek, dat men
langzaam moet lezen en zelfs herlezen
om er al het fijne aroma van te
proeven, staat een zeer rake passage
over alles, waar de schrijver trots
op was.
„Als apologeet ben ik een
verdediger, maar een verdediger
die het niet zoekt in verontschul
digen, die geen goedprater is.
Voor zoverre iemand trots kan
zijn op een godsdienst, die wor
telt in de nederigheid, ben ik
zeer trots op mijn godsdienst.
Ik ben vooral zeer trots op die
gedeelten, die men het vaakst
bijgeloof noemt. Ik ben er trots
op gebonden te zijn door ver
ouderde dogma's en geknecht
door dode geloofsbelijdenissen,
want ik weet heel goed, dat het
juist de ketterse geloofsbelyde-
n;ssen zyn, die dood zyn en dat
alleen een redelyk dogma zo
lang kan bestaan, dat men het
verouderd kan heten. Ik ben zeer
trots op wat de mensen priester
kunsten noemen, want zelfs dat
toevallige scheldwoord bewaart
de middeleeuwse waarheid, dat
een priester, zoals eenieder, een
kunst of vak behoort te verstaan.
Ik ben zeer trots op wat men
Maria-verering noemt, omdat het
in de donkerste eeuwen bij de
godsdienst dat ridderlijke element
invoerde, dat men nu te laat en
te slecht verstaat onder de vorm
van het feminisme.
Ik ben er zeer trots op, dat ik
orthodox ben wat de geheimen
van de H. Drievuldigheid of van
de H. Mis betreft, ik ben er trots
op. dat ik nan het Pausdom
geloof."
Zo schrijft een man, die wel nie
mand voor een achterling verslijten
zal, die meer boeken geschreven
heeft dan de doorsnee gelezen heeft,
die ieder publiek, al was het nog zo
verwend, wist te boeien. Wat doet
tegenover deze mannelijke taal het
gekef van allerhande leeghoofden
belachelijk aan
Zy zijn te geleerd om neg te kun
nen geloven; zy zyn te belezen en
te critisch om zich beet te laten
nemen. Zy geloven niet meer, omdat
het zo hopeloos ouderwets staat.
Zy geloven
alleen alleen in hun eigen onfeil
baarheid, die het topunt is van de
menselijke dwaasheid.
f P. H. RONGEN O.C.R.
„Modern snelverkeer"
Zondag jl. wilde ik voor een fami
liebezoek een dagje naar Gennep
gaan, zoals U wei weet, op circa
22 Km. van Venray gelegen.
Gewapend met een dienstregeling
van de Spoorwegen en een dito van
de Zuidooster, maakten wy Zaterdag
alvast een paar uur vry, om de beste
en snelste reis te berekenen. Mogen
wy U het resultaat van onze bevin
dingen over de heenreis over de
terugreis praten we maar niet eens
mededelen.
Voor de hand lag 't na Derksen
onze klandizie te hebben gegund tot
aan 't Station Venray de trein te
pakken naar Boxmeer, om dan de
bus te nemen naar Oeftelt-Veer. Daar
overgezet, konden wy dan wel een
kwartier later op onze bestemming
komen.
Met de trein vertrekkend om 9.12
konden wij te Boxmeer om 9 31 aan
komen. Maar de „aansluitende" bus
van Boxmeer-Oeffelt was toen al 21
minuten op stap. De eerstvolgende
vertrok om 11.10 en arriveerde 10
min. later te Oeffelt. Echter de bus,
die ons naar Oeffelt Veer brengen
kon, had dan zyn tocht al om 11.15
aanvaard
Met de ongunstige weervoorspelling
in 't geheugen, zochten we dus een
andere gelegenheid. We zouden in
plaats van de trein de bus naar
Boxmeer nemen. Die bus vertrekt op
Zondag om 8.35 en komt te Boxmeer
om 9.20, maar de bus Boxmeer—
Oeffelt ging, zich om ons niets be
kommerend, om 9.15 naar Oeffelt.
We konden dus weer wachten als
boven met dezelfde plezierige gevol
gen in Oeffelt zelf.
Misschien echter zou de route over
Wanssum uitkomst brengen? We
konden uit Venray vertrekken om
9.25 en waren dan in Wanssum om
9.40. De Maas overstekende zouden
we dan de bus Venlo—Nymegen
nemen. Maar als ge om 9.40 in
Wanssum bent, kan men pas 11.40
uit Well weg, om zo 12.10 te Gennep
te arriveren. Wy kunnen het net
zo gauw lopen!
We gingen dus weer ons geluk
beproeven in 't spoorboekje. De trein
immers vervoert je veilig, maar niet
vlug en óók niet goedkoop. De trein,
die om 9.12 uit Venray vertrekt,
arriveert te Nymegen om 9.56. Daar
wacht ons dan de bus Nymegen—
Gennep, die echter de vriendelijkheid
heeft om te vertrekken om 9.55.
Geen zorg, om 1055 gaat er weel
een, die je waarerapel al om 11.30 in
Gennep deponeert. En „geld speelt
geen rol".
Maar over Venlo dan De trein
naar Venlo van 9.29 arriveert daar
9.56. Daar is dan de bus Venlo-
Gennep om 11.05 vertrokken. Met die
bus kan men ook mede, als men de
bus Venray—Venlo pakt. Men hoeft
dan in Venlo maar 20 minuten te
wachten.
Tenslotte leek het 't beste via
Vierlingtbeek te reizen. Vertrek hier
8.35, aankomst Vierlingsbeek 9 uur,
vertrek Bergen 10.50. Maar in die
50 minuten moet je ook geluk heb-
beu. De wandeling is 2 Km. en de
pont meent 't goed, kan je in 5 min.
overzetten, doch 't kan ook 30 min.
en langer duren.
Maar in elk geval: iemand, die een
dagje naar Gennep wil, wete, dat hij
er uit Venray wel omstreeks 12 uur
met de openbare middelen van ver
voer arriveren kan.
Een en ander no6mt men „modern"
Snelverkeer I Gezegend daarom zyn
dé bromfietsen. Niet om die herrie-
makende instrumenten op zichzelf.
Maar zy geven ons tenminste de
gelegenheid om te „brommen" en
met goede redenen.
^6n andere vraag echter:
Als onze treinen en bussen op
sommige lynen niet rendabel blyken,
willen dan de heren reisgidsopstellers
niet eens overwegen, of zij mogelijk
de hand niet moeten steken in eigen
boezem
En kan ons actief gemeentebestuur
of V.V.V. er niets aan doen, dat hier
wat verbetering komt. Heus, met
één goede morgengelegenheid heen
en één goede avondgelegenheid terug
op Zondagen zyn wy al dubbel en
dwars tevreden.
UMBRATICUS.
In oude tijd werd de boer „gedrukt"
door „heerlyke rechten", welke wy
het beste nog kunnen distilleren uit
verkoopbiljetten van de Heerlijkheden
en dan variëren deze rechten nog naar
de aard der heerlijkheid.
Deze „rechten", welke de heer op
de pachter van zyn landerijen legde,
waren weinig bevorderlijk voor de
ontwikkeling van de boerenstand, om
dat ze niet zeiden een drukkende last
waren voor de plattelande.
Daar waren b v. beden, tienden (van
varkens, ganzen, lammeren, hennep,
koren, enz.) En bleef de boer in
gebreke, dan betaalt hij, of moest hy
althans op de volgende „vervaldag"
het dubbele betalen.
Zo bestond er in de 17e eeuw b.v.
nog het pluimgraafsrecht. Zonder ver
gunning van de pluimgraaf mocht
niemand zwanen houden of vervoeren.
Streng hield men de hand aan dit
zeer oude „recht". Eigenaardige ge
bruiken heersten er soms by over
treding van een heerlijk recht.
Wie b.v. toch zwanen hield, zonder
's graven toestemming werd, ver
oordeeld de zwanen in een grote zaal
aan de zolder op te hangen, zodanig,
dat de vogels een voet boven de grond
hingen. De overtreder moest dan de
dieren geheel „overgieten" met schone
rode tarwe uit eigen bezit. Was dit
geschied, dan werd het koren ver
beurd verklaard en ging het over in
handen van do pluimgraaf.
Cijnsmalen
Dat onze voorouders zeer vinding
rijk waren in het „gezellig" maken
van het cynsmaal, dat gehouden werd,
wanneer de boeren de cyns kwamen
betalen, moge blyken uit het volgende:
Voor het voldoen der „pacht" op
11 November kwamen de boeren uit
St. Michielsgestel, St. Oedenrode,
Scliyndel en Boxtel elk jaar op de
grote „Wielsche Hoeve" bijeen.
Wanneer de betaling had plaats
gevonden, wachtte hem in de stal
een flinke maaltijd, bestaande uit
groenten, vlees, witte bonen en kren
ten, kaas, brood, bier enz.
Om de pret te verhogen, moest b.v.
een der boeren met zijn portie achter
de koeien, die aan de ene zijde ston
den van de stal, gaan zitten en het
daar met de staart van een rund om
zyn hals geslagen, opeten.
Een ander moest op de mesthoop
plaats nemen en daar zyn deel van
de feestmaaltijd verorberen, terwijl
een derde moest eten met een bril
op de neus en twee brandende kaar
sen by zich, net alsof hy het voedsel
niet goed kon zien. In isos werden
echter zowel de St. Maartens cynzen
als de cynsmaaltyden afgeschaft.
In Holland werden boerendiensten
eerder afgeschaft, dan in het Oosten
van het land, waar men nog geruime
tijd veel persoonlijke onvrijheid van
de boer bleef bestaan.
Op de Veluwe moest 'szomera de
boer niet zelden, na een lange dag
taak te hebben verricht nog de ge
hele nacht wacht houden op zyn
akkers, om daar de wilde zwijnen en
herten te verdrijven.
Als uitvloeisel van de nog lang be
staande fendale verhouding in Gelder
land, mochten andere boeren wel hun
land verbeteren, onder voorwaarde
evenwel, dat de landheer de erfenis
na hun doodmocht „bescheren", d.w.z.
het beste paard, dat de gestorvene
naliet, in beslag nemen
Zo bleven dus nog lang bewaarheid
d9 regels uit de 17e eeuwse „Boeren-
Litany".
„In 't sweet ons aengesiclits,
wy d'armen kost besueren,
Na d'aerde, vroech end laet,
neerbuygend onse neck".
Het nieuwe systeem
der telefoongidsen
De directeur-generaal der PTT, de
heer L. Isehor, heeft medegedeeld, dat
de gepubliceerde voornemens met be
trekking tot de telefoongidsen vele
pennen in beweging hebben gebracht
en men z.i. de plannen met altya
goed begrepen heeft.
De kwestie is op de helling ge
bracht door het ten einde lopen van
een bepaald drukxerscontract. Er
diende nu een opdracht te worden
gegeven, die de ontvangers daarvan in
staat stelt, zo economisch mogelijk
te werken. Als men ziet wat er thans
aan locale gidsen wordt geproduceerd,
dan moet vanzelf de vraag opkomen,
of niet meer concentratie mogelijk
en gewenst is.
Er zyn 133 locale- en sectorgidsen
en 131 kaartgidsen voor de kleinste
netten. Er zullen nu 16 gidsen komen,
waaronder drie van de grote steden.
Een aangeslotene heeft als regel
aan een klein locaal gidsje niet ge
noeg. Hy krygt nu gratis de beschik
king over de nummers van alle aan
geslotenen in zyn district.
De interlocals gids wordt, door het
wegvallen yan de nummers der drie
grootste steden, meer hanteerbaar en
olyft beschikbaar voor hen, die haar
bestellen. Voorts kan men iedere
aparte gids afzonderlijk bestellen, en
voorts op een bepaalde wyze gebun
delde exemplaren.
De boekjes zullen iedere 8 maanden
vernieuwd worden, maar niet alle
gelijktijdig. Dit laatste uit bedrijfs
economisch oogpunt, aangezien het
drukkersbedryf dan permanent zal
worden belast.
Als verder voordeel deelde de heer
Neher mede, dat het in de districts
gidsen mogelijk zal worden een be
roepenlyst toe te voegen. Het ren
dement van de telefoonaansluiting
zal met de voorgenomen wijzigingen
groter worden.
Het betreft hier een weloverwogen
oplossing, aldus de heer Neher, en
verwacht wordt, dat het totale papier-
gebruik van de PTT niet groter zal
worden. Hy sprak als zyn vaste over
tuiging ^uit, dat het nieuwe gereed
schap in veel grotere mate zal worden
gewaardeerd dan het huidige.
De Kuikentoewijzingen
voor 1951
Ten behoeve van de verjonging en
de uitbreiding van de pluimvee
stapel, zullen voor 1951 onvoor
ziene omstandigheden voorbehouden
21 Va millioen kuikens mogen
worden uitgebroed.
De verdeling van de kuikens zal
evenals vorige jaren - geschieden
via de Provinciale Yoedselcommis-
sarissen en hun Plaatselyke Bureau
houders, welke daartoe terzijde
worden gestaan door de adviescom
missies van de Stichting voor de
Landbouw.
De kuikentoewyzingen voor de
fok- en vermeerderingsbedry ven zullen
worden uitgegeven door het Bedrijf
schap voor Pluimvee en Eieren.
In afwijking van het vorige jaar,
zal ditmaal geen enquête onder de
pluimveehouders worden gehouden
van het aantal kuikens, dat zy zouden
willen ontvangeD.
In het algemeen zullen de pluim
veehouders voor 1951 een toewijzing
kunnen ontvangen, welke maximaal
gelijk is aan de toewijzing van 1930.
De kuikentoewyzingen van hen, die
de vorige jaren de aan hen toege
wezen kuikens niet, of niet volledig
voor eigon bedrijf hebben benut, zul
len aan een nader onderzoek worden
onderworpen.
Binnenkort zullen de pluimvee
houders, die in 1950 een toewijzing
voor kuikens hebben ontvangen, een
oproep ontvangen om de voor 1951
voor hen vastgestelde toewijzing te
komen afhalen.
Bij de P.B.H. geregistreerden, die
voor 1950 geen kuikentoewijzing heb
ben ontvangen en hiervoor thans
wél in aanmerking wensen te komen,
kunnen vóór 1 December 1950 een
desbetreffend schriftelijk verzoek
indienen bij hun Plaatselyke Bureau
houder. Hierbij moet worden opge
geven welk aantal kuikens zy zouden
willen ontvangen. By het opgeven
van het gewenste aantal kuikens,
dient men zich ernstig af te vragen
of men, tezamen met het toe te
wijzen distributievoeder, over vol
doende voedermiddelen uit eigen
bedryf zal kunnen beschikken voor
het aanhouden van de kuikens en de
daaruit opgroeiende hennen.
Voor elk kuiken, dat wordt toege
wezen, is een heffing van 4 cent
verschuldigd, welk bedrag bij het in
ontvangst nemen der toewijzing dient
te worden voldaan.
Het overdragen van toewijzingen
en/of kuikens aan derden, is verbo
den. Wél mogen de kuikens door
anderen worden opgefokt tot uiterlijk
1 Augustus 1951.
Voorts wordt er de aandacht op
gevestigd, dat voor het aanhouden
van kuikens, welke op natuurlijke
wyze zijn gebroed, geen vergunning
is vereist, voorzover dit een aantal
betreft van 30 stuks en minder.
Kunstmatig gebroede kuikens en een
aantal van meer dan 23 jonge hen
nen, mogen alleen worden aangehou
den, wanneer de betrokkene in het
bezit is van een aanhoudvergunning.
Als zodanig wordt daarvoor de be
stelbon gebruikt. Men dienter daarom
zorg voor te dragen, dat de bestelbon
aanwezig is op het adres, waar zich
de kuikens, resp. jonge hennen be
vinden.
Op de Zaterdag in National te Venlo
gehouden vergadering van de Werk
gemeenschap Limburg is nogmaals
het brandend probleem der veergelden
in Noord-Limburg ter sprake ge
komen.
De heer Van Rens uit Ottersum
- onvermoeid strijder tegen deze
economische paskwil heeft aan de
hand van de sprekende cyfers aan
getoond, welk een zware druk de
overzet-veren in Noord-Limbu j op
het economische leven leggen.
Op grond van officiële gegevens
heelt de heer van Rens berekend, dat
de drie particuliere veren, gelegen
tussen Mook en Bergen op de om
wonenden een „belasting" leggen van
rond f 226.000,—. Het gemeente
bestuur van Cuyk(N.-Br-) hield by 44
in haar gemeente gevestigde bedrijven
een enquête.
Deze vervoeren per jaar grotendeels
via de vei en Katwyk-Mook en
Cuyk—Middelaar, rond 51.000 ton
goederen en tellen daarvoor neer de
somma van rond 28.500 gulden a3n
veergelden. Het tijdverlies veroor
zaakt door het wachten by de veren,
bedroeg voor diezolfde bedrijven 9.629
uren per jaar.
Door iets meer dan honderd leer
lingen, die gebruik maken van par
ticuliere veren om onderwijsinstel
lingen te bezoeken te Boxmeer, Gen
nep en Cuijk, moest in het jaar 1049
een bedrag van f 5.693,60 betaald
worden.
De heer Van Rens heeft zyn uit
eenzetting besloten met een herhaling
van de reeds eerder in een rapport
neergelegde conclusiesverlaging,
resp. opheffing der veergelden.
De spreker deelde voorts nog mede,
dat de Kamer van Koophandel en
Fabrieken ln Limburg in contact is
getreden met de Kamer in Noord-
Brabant, teneir.de zo mogelyk geza
menlijk op te treden in deze aange
legenheid.
BELASTINGDEBAT
EN GROOT GEZIN
In „Het Gezin", orgaan van de
Kath. Bond „Voor het gezin", publi
ceert de bonusvoorzitter, de heer J.
W. F. van Meegeren, een nabeschou
wing over de jongste Kamerdebatten
ten betoge, dat zoals ook wy reeds
aanstipten „het grote gezin er be
kaaid is afgekomen".
In zyn conclusie heet het o.m.
„Maar waar is plotseling de liefde
voor het grote gezin gebleven
Ineens horen we er niet meer van.
Van het se kind af zou nog een extra
reductie gegeven worden. Over dat
punt zwygt men nu in alle toonaarden
en dat terwyl de getallen duidelijk
aanwyzen, dat het grote gezin het
minst is toegedacht van al de ver
minderingen.
„Laten we er voor waken, dat het
grote gezin een voorwerp wordt van
marchanderen; daarvoor is het ons te
dierbaar. Dat gesol met onze belangen
heb ik bij deze discussies niet kunnen
bewonderen.
„Belastingvermindering? Ja, by de
directe belastingen; maar wat met de
ene hïfnd gegeven is, wordt met de
andere hand teruggenomen. De in
directe belastingen worden met een
zelfde bedrag bedrag verhoogd, waar
mede de directe zijn verlaagd.
Er is dus eenvoudig verschuiving.
Alleen de indirecte belasting (omzet
belasting en weeldebelasting) heeft
men voor een zeker deel in zyn macht.
Men kan zyn uitgaven vooral op
luxe artikelen beperken en daar
door minder aan deze belasting bij
dragen. Maar dat gaat toch maar tot
zekere grens.
Er is natuurlijk ook zeer vrucht
baar overleg geweest met de Kamer,
dat geleid heeft tot het intrekken van
het wetsontwerp tot het leggen van
opcenten op de personele belasting.
Gelukkig maar, want de per .iele
belasting is een echte gezinsbei..sting
en als zodanig moet ze tot het uiterste
minimum beperkt blyven.
Summa Summarum. Het grote ge
zin, vooral met het kleine inkomen
kan onmogelykt bly, laat staan dank
baar zyn voor deze belastinghervor
ming. Het kan alleen maar meer be
talen in de vorm van meer indirecte
belastingen. Het is te hopen, dat
binnenkort een goede oplossing ge
vonden kan worden om voor deze
categorie van mensen de huurver
hoging van 1 Januari 1951 op te
vangen, anders worden ze helemaal
het kind van de rekening.