OOG IN OOG
De beelden uit Venrays'
Grote Kerk
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Tlaastenliefae
in het klein
IQetqadeünq KAB
Ontginningsplan Vredepeel.
VeflHy
BEL BIJ BRAND 3 9 2
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1950 No. 38
EEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
Druk en Uiigave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28 Yenray
Telefoon K 4780-512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen worden op
aanvraag gaarne verstrekt.
Losse mm-prijs 8 cent.
Abonnementsprijs p. kwartaal:
voor Yenray f 1.00
bulten Yenray f 1.20
uitsluitend bij vooruitbetaling.
met een niet weg te redeneren consequentie.
Ieder kan en moet missionaris zijn.
De WILMA-tentoonstelling die wy
in de aanstaande week houden,
confronteert ons met een zeer zorge
lijk probleem, n.l. het probleem van
de 'missionering en gelijktijdig met
de uitdrukkelijke persoonlijke plicht,
die iedere Katholiek ten opzichte
van dit probleem heeft.
Op ieder drukt de last der Kerk,
waarvan hy lid is. Dit te weten is
benauwend, doch ook als men ten
opzichte van deze waarheid het
juiste standpunt heett bepaald en
ingenomen verlossend en bevry
dend.
Het is een probleem, dat boven
alle moeilijkheden welke er zijn,
torenhoog uitsteekt. Het is hét pro
bleem van de Kerk, dus ook van
ieder, die tot de Kerk behoort, om
de zielen tot God te voeren, alle
zielen.
Wy Christenen en wij Katholieken
vooral weten, dat er na dit leven
een ander is. Wy kennen de wyze,
waarop wy ons leven moeten in
richten, om tot de zaligheid te ge
raken.
Doch honderdtallen millioener»
leven er op deze aarde, die dat alles
niet weten, die geen God als Vader
kennen, mensen, die dus leven zonder
God. Byna een derde der bewoners
van ons land kent God niet of belyüt
hem niet op de juiste wy'ze, de pro
testanten niet medegerekend.
Van de bevolking van Afrika
met zijn 150 millioen zielen heeft
slechts 4 pCt de ware God gevonden,
In Indië met zyn 80 millioen zielen,
kennen slechts 6 per duizend de ware
God. In Brits-Indië met zyn 350
millioen bewoners, is het nauwelijks
1 pCt en in China met zyn 450
millioen zelfs niet eens 1 pCt van de
bevolking, dat God kent zoals Hy is,
Elke dag worden er tienmaal
zoveel mensen geboren als er
opgenomen worden in de Kerk.
Het getal der mensen zonder God
groeit dus met de dag. Er moet
dus een oplossing in zeer korte
tijd komen, omdat er anders voor
het thans levende geslacht God
lozen of van mensen, die niet de
ware godsdienst belyden, geen
oplossing mogelijk meer is. De
kinderen der Kerk van deze
generatie moeten voor de mensen
zonder God van deze generatie
zorgen, zoals elke generatie deze
plicht voor zich zelf kent.
De Kerk heeft tot taak, de mensen,
het mensdom tot God te brengen.
Doch het tragische is, dat ondanks
alle inspanningen, welke Paus, Bis
schoppen en priesters zich getroosten
de Kerk het niet haalt.
Waarom niet
Omdat zovele gelovigen voor dit
werk niets voelen. En toch moet
ieder gelovige door zyn kindschap der
Kerk ook de last der Kerk mede
dragen. Ieder moet medewerken aan
de allergrootste opdracht der Kerk
mede dragen.
Het is een aanklacht tegen
ons, dat er nog zoveel onverlosten
zijn.
Vele van onze beste jongens en
meisjes trekken in heerlijk enthou
siasme weg uit de oude, vertrouwde
sfeer naar vreemde streken als boden
van blijdschap en geluk. Doch niet
ieder kan wegtrekken. Dit is wegge
legd voor hen, die God speciaal voor
die taak roept.
En toch moet ieder aan Missiewerk
doen. De sleutel ligt in het Hart van
Christus, Die Zijn gehele leven vol
komen gaf als een bede, als een
offer. Datzelfde moet ook de inhoud
van ons leven zyn.
Ons bidden, ons werken, onze
zorgen, ons gehele doen en laten
moeten wy opofferen aan God.
Door onze dagtaak aan God te
offeren, heeft deze in een of
andere vorm een terugslag op de
wereld. Dit offeren maakt ons
niet neerslachtig, dit brengt in
ons een blijheid, die eigen is
aan een enthousiast diep beleefd
ideaal.
Paus Pius XI roemrijker gedachte
nis zeide meermalen: „Als ik denk
aan de honderden millioenen onver-
losten, ken ik geen rust meer 1"
Zó moeten ook wy denken. Want
het lot der onverlosten mag ook ons
niet onverschillig laten.
In de Middeleeuwen is er een
Kruistocht gepredikt. Een werelddeel
is er warm voor gelopen. Nog dit
jaar heeft Nederland binnen zyn
grenzen gehad, de prediker van een
nieuwe Kruistocht, de vermaarde
Pater Lombardi, een Kruistocht, die
tot doel heeft de Christenen wakker
te schudden uit hun loomheid.
De Geest Gods zal in ons binnenste
de ware geest moeten brengen,
willen wy komen tot waarlijk con
structieve arbeid.
Wy sommen op: ons zelf hervormen,
de maatschappij hervormen, een we
reld van mensen zonder God te win
nen voor de Kerk. Dat zyn taken,
die wy uit eigen kracht niet aan
kunnen.
Het gebed, dat ieder jaargetijde
anders klinkt, doch dat in het „Zendt
Uw Geest uit en alles zal worden
herschapen" zyn grootste nooddruft
en zyn grootste vertrouwen openbaart
moet ons op de lippen bestorven
liggen. Want zonder die hulp, de
hulp van Hem, door Wie alles zal
worden herschapen, halen wy het
niet.
Zonder de hervorming van ons zelf,
van onze eigen persoonlijkheid, slagen
wy zeker niet in het totstandbrengen
van de beide andere taken. En toch
moeten wy er in slagen, althans onze
uiterste krachten er voor inspannen
willen wy verantwoord zyn.
't Is een gedachte, waar men koud
van wordt, niet alleen voor zichzelf,
doch ook voor anderen verantwoor
delijk te zyn in die geest, dat men
zich moet inspannen, om anderen
voor Gods Kerk te redden.
Het een kan met het andere samen
gaan. Wie zich een offer getroost,
wie bidt, wie zyn dagtaak opdraagt
voor de Missie, werkt op die wijze
mede aan zyn eigen verbetering en
is op zyn of haar manier missionaris.
Zo staan wy oog in oog met een
niet weg te redenoren consekwentie,
een, die ons Christendom met zich
brengt.
Men zou het een confrontatie kun
nen noemen met zyn eigen geweten.
Laat er ons, nu de WILMA
Tentoonstelling ons tot deze
confrontatie noopt, niet aan
onttrekken. T.C.
Vaak verlangen we grote dingen te
doen, mensen van formaat te zyn.
Niet iedereen is er echter in de ge
legenheid toe of heeft er het goede
postuur voor. Het valt zelfs niet mee
grote mensen in hun grote daden na
te volgen. Hier hebt u 'een voorbeeld.
Joannes Gualbertus is in volle wapen
rusting uitgereden om zich op de
moordenaar van zyn broer te wreken.
By het eerste treffen wordt zyn
vijand ontwapend en aan zyn genade
overgeleverd. De moordenaar smeekt
hem zyn leven to willen sparen ter
herinnering aan Christus, Die die dag
het is juist Goede Vrijdag voor
alle mensen gestorven is. Joannes
onderdrukt zyn haat, vergeet zyn duur
gezworen eed en omhelst hem als zijn
broeder.
Met dergelyke heldhaftige daden
van naastenliefde is een gewoon
mensenleven niet dik bezaaid. Maar
voor onze voeten liggen wel duizend
en üog eens duizend kleine gelegen
heden tot naastenliefde, die er slechts
op wachten opgemerkt en volbracht
te worden. Er is alleen voor nodig
een fyne neus, een liefdevol hart en
een vaardige wil, die geen enkele
goede daad tot morgen wil uitstellen.
Ziehier enkele voorbeelden.
De heilige Proletariër in het bekende
boek van Herwig, jaagt een paar
lastige vliegen weg, die een klein
kind uit zyn slaap houden.
Man en vrouw zyn zo juist ge
trouwd. In de consistoriekamer moet
nog het huwelyksregister getekend
worden. Beiden zetten niet meer dan
een kruisje. De vrouw die een goede
school gehad heeft, zegt later tot haar
vriendin: ik kon mijn man toch niet
blameren in het by zyn van al die
mensen: daarom heb ik maar net
gedaan, of ik niet kon schrijven.
Er was een dame in Zuid-Afrika,
die heel veel Kerstpakketten naar
Engeland stuurde, maar ook de post
bode in haar bedelingswoede niet
vergat, want zo redeneerde zy hij
heeft er dubbel werk mee gehad ze
rond te brengen en heeft dus ook wel
iets extra's verdiend.
Zouden ook wy niet dergelyke
kleine bloemetjes kunnen plukken in
onze levenstuin om er het leven van
anderen 'mee op te smukken en te
verfraaien
Hebben wii er ooit over nagedacht,
dat niets zelf zo bly en gelukkig
maakt als anderen een kleine attentie
te zyn, maar is een eenvoudig gebaar
van beleefdheid, een daad van bur
gerlijk fatsoen reeds voldoende.
Waarom zouden we ons spoor- of
buskaartje niet onder een duidelyk
uitgesproken „dank u" aannemen?
Waarom zouden we, als we in de
stad zyn en van de tram gebruik
maken, niet aanstonds doorlopen in-
plaats van op het balcon te blijven
staan en daar een opstopping te ver
oorzaken
Waarom zouden we op de weg, te
voet, per fiets of per auto ons niet
angstvallig aan alle verkeersbepa-
n-
Hebben wy voor veertien dagen de apostelbeelden van de
St. Petrus Banden beschreven, ditmaal willen wy de kleinere
heiligen beelden eens wat nader toelichten. Want onder deze
bevinden zich niet alleen beelden van een grote, zelfs onge
kende kunstwaarde, maar zy zyn de laatste herinnering aan
het ongetwijfeld groots verleden van Ven ray. Want de meeste
van hen zijn z.g. gildenbeelden, die vroeger de talrijke altaren
gesierd hebben, welke de St. Petrus Banden ryk was.
Wanneer we aan de Evangeliekant
in de kerk beginnen, dan zien we als
eerste beeldje, dat van de H. Catharina
van Alexandrië, de maagd-martelares,
met het grote boek, als tekenen van
haar grote wijsheid en de martelaren-
palm, terwyl ze keizer Maxencius
vertrapt, die zy eens beschaamd
maakte met haar wijsheid.
Daarnaast staat de beeltenis van
St. Elizabeth van Thuringen, die we
hier zien afgebeeld in haar vorstelijke
waardigheid, getuige haar rijke kle
ding en de koningskroon, die zy
draagt. Zy schenkt een aalmoes aan
de naast haar staande bedelaar die
de beeldhouwer de btdelnap omhoog
doet houden in een zielloos gebaar.
Let eens op de kapotte buis van de
bedelaar, met de winkelhaak in zyn
rug, hoe zuiver de oude kunstenaar
de sfeer in dit kleine beeld heeft
weten te treffen.
Dan zien we St. Cecilia met haar
orgel, dat we kunnen rekenen tot de
laat-gotische beelden en waarschijnlijk
afstamt uit hetzelfde atelier, als waar
uit de beelden St. Oda, St. Lucia en
St. Bernardus komen. Dit beeld stond
vroeger boven op het zwierige roccoeo-
orgel, dat in 1804 van de Dominicanen
te Calcar werd gekocht, maar dat by
de bevrijding van Venray onherstel
baar werd vernield.
Een heel ander beeld is dat van de
H. Margaretha van Schotland, die door
haar veelvuldig gebed (gevouwen
handen en kruis) de wereld (monster
aan haar voeten) heeft verzaakt en zo
heilig geworden is. Dit beeld is veel
ouder als de rest en toont b.v. geen
voeten.
De Piëta, die naast de biechtstoel
is opgesteld, is ook e6n van de oudste
beelden en ook hier heeft de kunste
naar de sfeer zeer goed weten te
treffen, in de alles overheersende
smart van de Moeder Gods.
Daarnaast staat het geheel gerestau
reerde beeldje van Christus op de
koude steen, die hier na de geseling
wacht om voorgeleid te worden aan
Pilatus, een devotie tot de Heiland die
hier vroeger in Limburg veelvuldig
is geweest. Dit beeld heeft men weer
teruggevonden op de zolder van het
oude Dekenaat en nu het gerestau
reerd is, is het een van de mooiste
beelden onzer kerk.
Het beeldje van St. Barbara is weer
van een geheel ander genre. Naast
haar staat de toren met de drie
vensters, waar haar vader, jaloers
over haar schoonheid, haar in opsloot.
Ook zy draagt de martelaren-palm en
leest in het Evangelieboek.
Ook het bekende beeld van St Oda,
de patrones van Yenray, is weer ge
heel gerestaureerd teruggekomen, hier
kunnen we echter de nieuwe kleuren
niet waarderen.
Bij St Lucia, die voor naast het
Maria-altaar is opgesteld, zien we de
sierlijkheid en de charme van deze
maagd en martelares, wel zeer
duidelyk naar voren gebracht.
De gildebeelden
Aan de andere zyde van de Evan
geliekant, heeft men tegen de ko
lommen de gildebeelden aangebracht
en van voren naar achteren zien we
dan Chrispinus en Chrispinanus, met
hun els en hamer, als patroon der
schoenmakers. Zyn de andere beelden
van hart hout, deze twee zyn geheel
van zacht hout gekapt een wonder
dat beide .beeldjes de verwoesting nog
zo hebben overleefd.
Dan staat er de H. Ambrusius, met
zijn bisschopsstaf en de bijenkorf, als
herinnering aan het feit, dat hy
lingen houden om het wegverkeer
veilig te houden?
Waarom zouden we in de kerk
niet voor in de bank blyven zitten,
maar aanstonds naar achteren door
schuiven
O.L.Heer hoort en ziet ods ook van
die plaats. Waarom zouden we onze
radio niet wat zachter zetten, als er
by onze buurman een zware zieke ligt,
voor wie rust en stilte de grootste
weldaden zyn?
Waarom zouden we onze kippen
de toegang tot de tuin van onze
buurman niet versperren, als ons dit
dit slechts een kleine moeite en een
beetje kippengaas kost?
Waarom zouden onze opgroeiende
kinderen niet wat meer beleefdheid
en fatsoen bijbrengen, die alleen in
staat zyn de stroom van straat
schenderij in te dijken?
En zo zyn er honderd voorbeelden
meer, te veel om op te noemen.
Maar nergens is de wereld armer
aan geworden dan aan deze kleine
staaltjes van fijnvoelendheid, van
eerlijkheid, van verdraagzaamheid.
We moeten als mensen op deze
aarde samenleven, niet als wilde, ver
scheurende dieren.
t R. H. RONGEN O.C.R.
kerkleraar-bisschop was. Hy is de
patroon der imkers, omdat de legende
verhaald, dat toen hjj klein was een
zwerm byen zich neerzette op zijn
lippen terwyl hij sliep, daarmede aan
duidende, dat wat hy zeggen zou
zoeter zou zyn als honing.
Hier is de restaurateur verbeterend
opgetreden, want voor de restauratie
was zyn linkerhand leeg, terwyl
duidelyk bleek aan de uitholling, dat
hier vroeger iets geweest was.
Nu heeft de H. Ambrosius dan ook
de roede in de hand, waarmede hij
vroeger ook werd aangeduid, om zyn
beslistheid en zyn krachtdadigheid
tegenover de ketters te beduiden.
Het beeldje van St Cornelis is ook
by bovengemelde schoonmaak terug
gevonden en geeft de heilige weer
met de koehoorn in de hand, daar
mede aanduidend zyn patroonschap
over het hoornvee, een devotie, die
vooral in Frankryk(Bretagne) zeer
groot is.
Dan volgt nog het zwierige Maria-
beeldje, dat een opmerkelyke schoon
heid en elegance bezit en afkomstig
is van het grote Maria-altaar, waar
van de panelen zo jammerlyk zyn
verwoest.
Het barokke beeld van St Antonius
Abt sluit dan de rjj en dit geeft wel
een goede gelegenheid om een ver
gelijking te maken met de Antonius
Abt, die achter in de kerk staat op
gesteld, met het varken en de duivel
St Anthonius Abt, wordt afgebeeld
in kluizenaarskleren, het T-kruis in
de hand, waarmede men zyn hoge
ouderdom aangaf.
De duivel, die hem lastig viel in de
woestijn, maar die hy overwon, is
wel een baarlijk gedrocht, terwijl het
zwyn, met de bel om de nek (hier
mede gaf men aan, dat het zwyn be
stemd was voor de ziekenhuizen en
mocht 't vrij over de straat lopen en
werd 't door het publiek gevoed)
daarentegen sierlijk is uitgebeeld. Let
ook op het bedelaarszakje, het boek
in de boekentas en de gebedsriem
onder zjjn bezwerende hand.
Dit zeer oude beeld is een der
mooiste die we in onze kerk hebben
en een van de weinigen met een
hoed op.
Waarschijnlijk heeft de oude beeld
houwer hem deze fez opgegeven als
een beklemtoning van zijn loven in
de woestijn.
Do Epistelzijde
Ook aan de Epistolzyde vinden we
weer de talrijke gildebeelden uit het
verleden en van achter naar voren
gezien, vinden we eerst de H. Severus,
die niet alleen een naamsverandering
heeft ondergaan, maar waar nu tevens
is vastgesteld, dat in de loop der jaren
de gelovigen zich hebben vergist.
Vroeger stelde dit beeld n.l. de H.
Severinus voor, afgebeeld als abt, wat
hy ook was, doch... met een schiet
spoel in zyn hand, daarmede hem ver
heffende tot patroon der wevers. Dit
laatste is absoluut onjuist, want de
H. Severinus heeft nooit iets met
wevers uit te staan gehad. Wel was
er een reden om een heilige tot
woverspatroon te hebben (het wevers-
gilde heeft waarschijnlijk ook een
altaar gehad waarop dit beeld prijkte)
want in een kroniek van Jeruzalem
van omstreeks 1500 lezen we, dat de
eerste kloosterlingen, die zelf nog
geen eigen kapel bezaten, zodat zy
de diensten bijwoonden in „die hoeghe
kereke", in hun levensonderhoud
voorzagen door linnen te weven, welk
feit zozeer het misnoegen der plaat
selijke wevers opwekte, dat zy zich
om de vermeende concurrentie niet
ontzagen de zusters menigmaal onheus
te behandelen.
Er is dus een plaatselijk wevers-
gilde geweest en deze zullen hun
altaar dus gesierd hebben met hun
patroon, de H. Severus, die in zijn
jeugdjaren inderdaad wever is ge
weest, maar later Bisschop werd.
De H. Severinus is dus weer deH.
Severus geworden, terwyl de abtstaf
met de binnenwaartse krul veranderd
is in een bisschopsstaf met de buiten
waartse krul.
Hebt U ook wel eens gelet op St.
Joris en de draak boven de biecht
stoel, een zeer mooi beeldje, waarbij
de kunstenaar te werk 'is gegaan
volgens een schilderij en zodoende
het gravinnetje even klein gemaakt
heeft als op de verschillende schil
derijen door het perspectiéf is af
gebeeld.
De hoed van St. Joris'is weer ver
vangen door een helm, terwijl de
draax zyn muil en klauwen nieuw
kreeg aangepast.
De H. Laurentius en St Eloy zijn
twee schitterende beelden, de plooival
der kleren is overvloedig rijk en de
gelaatsuitdrukking is sprekend ge
troffen. Laurentius de aartsdiaken met
zyn rooster en Evangelieboek, heeft
het strenge gezicht van de asceet.
Bisschop Eloy daarentegen, het knoes
tige van de smid.
Dan volgt Jacobus de mindere, met
de grote reisstaf, een beeld van heel
andere hoedanigheden. Hierop staat
de pelgrim, die als patroon van de
hoedenmakers zelf zyn grote hoed
draagt.
Dat deze hoedenmakers vroeger in
Venray bekend waren, blykt niet
alleen uit oude overeenkomsten, maar
ook uit het feit, dat de naam Hoede-
makers in verschillende vormen nog
veelvuldig hier voorkomt.
St. Nicolaas, de patroon van de
handel, heeft eveneens een zeer mooi
beeld en we betreuren het slechts, dat
de restaurateur ook hier niet heeft
ingegrepen. Want uit de bouw van
het gehele beeld spreekt duidelyk,
dat de heilige iets in zijn handen ge
dragen heeft, voor zyn borst, waar
schijnlijk een kerk of de kuip met de
3 kinderen. Ook hier treffen we weer
de ryke klederval.
Dan St Rochus, de patroon tegen.de
pest, als de zieke ryke jongeling met
de wonde in de dy en het hondje,
dat hem iedere dag brood kwam
brengen.
De St Bernardus figuur is in al zyn
eenvoud zeer sober en kenmerkt zich
ook weer door de zwierige lyn en de
goed getroffen klederval.
Tenslotte is er nog het kleine beeld
van StAnna met drieën, Moeder Anna,
met O.L.Vrouw en haar kind, waar
voor in deze streken reeds lang een
byzondere devotie bestaat, getuige
ongeveer dezelfde beelden op het
Brukske en in Veltum.
Hiermede hebben wy dan een po
ging gedaan onze beeldenschat iets
meer te doen leven voor onze lezers.
In een volgend artikel hopen wy
nog wat te vertellen over de altaren
en de daarbij behorende beelden.
Een kleine honderdtal leden van
de 800, die de K.A.B. in Yenray telt,
waren Dinsdag j.l. bijeengekomen in
zaal Schellen om een nieuw bestuurs
lid te kiezen in plaats van de heer
W. Selder, die wegens te drukke
werkzaamheden en teleurstellingen als
secretaris had bedankt.
Voor het echter zo ver was, wees
de voorzitter L. Janssen op verschil
lende wetenswaardige dingen.
Zo wordt er in 1951 ter gelegen
heid van de 60ste verjaardag van
Rerum Novarum en de 20ste van
Quadragesimo Anno een K.A.B.-
bedevaart naar Rome georganiseerd,
waarvoor nu al gespaard kan worden.
Bijzondere aandacht vestigde hy op
de retraites van 21-23 en van 28-31
October alsmede van 25—28 November
a.swaarvoor de arbeider slechts de
reis behoeft te betalen, de rest is
gratis. Propagandisten zullen nog
rondkomen voor deelnemers aan deze
retraites.
Verder vestigde hij de aandacht op
het pas ingestelde psychologisch
instituut in Heerlen, waar de ouders
gebruik van kunnen maken voor een
luttel bedrag, t.o.v. wat anders wordt
gevraagd. Hy prees dit hulpmiddel
zeer aan en vertrouwde aat vele
ouders van deze prachtinstelling ge
bruik zouden maken. Iedere ie en 3e
Woensdag van de maand zyn hier
over in het Groene Kruisgebouw
inlichtingen te bekomen.
Ook de aanstaande K.A.B.-tentoon-
steliing hier in Venray werd bespro
ken en het bleek dat deze van
21—23 Oct. a.s. gehouden zou worden.
De entrée zal 20 cent per lid bedra
gen. Verder waarschuwde spr. tegen
enveloppen van een priesterstudie
fonds, deze waren niet van het fonds
der K.A.B. afkomstig, hiervoor zouden
de bodes rondkomen. De ouden van
dagen gaan nu Zaterdag naar Groeno-
woud en zullen daar gastvry worden
onthaald. Voor enkele personen is er
nog plaats over.
Het programma voor de ontwik-
kelingsavonden is ook klaar. Naast
de film die vertoond wordt, zal ook
gesproken worden over de K.A.B.,
over de industrie in Noord-Limburg
en het hiervoor benodigde onderwijs,
over het verschil tussen lonen en
prijzen en over het bestuur van 011s
land.
De voorzitter deed een dringend
beroep op alle leden, deze avonden,
die uiterst leerzaam zyn, allen te
bezoeken. Plannen voor 'n bedevaart
naar Kevelaer per fiets zyn in de
maak en men moet zich hiervoor zo
spoedig mogelyk opgeven by de bo
des.
Plannen voor het a.s, St. Nicolaas-
feest zullen op de Centrale eerst be
sproken worden, maar de financiële
lasten zullen een viering als vorige
jaren wel onmogelijk maken.
Hy herinnerde de leden bovendien
nog aan het voorlichtingsbureau in
zake oorlogsschade, dat iedere ie en
3de Dinsdag van de maand hier zit
ting heeft en waar de leden rustig
hun moeilijkheden ter oplossing kun
nen voorleggen.
De K.A.B.-kalenders en agenda is
ook uit en verkrijgbaar bij de gewone
adressen. Spr. deed een dringend be
roep op de aanwezigen, zich aan te
sluiten by het boekenfonds, dat
23 cent per week ^kost en waardoor
iedereen om de drie maanden een
goed boek thuis krijgt.
De dan volgende bestuursverkiezing
bracht nogal enige strubbelingen,
maar tenslotte werd de heer Jac.
Peters met 32 stemmen gekozen als
opvolger van de heer W. Selder. De
voorzitter dankte deze laatste voor
't vele werk voor de K.A.B. gedaan.
De geestelijk adviseur sprak nog
een opwekkend woord, waarin hy de
leden verzocht niet te verzwakken
en een gezonde K.A.B. op te bouwen.
Een der voornaamste hulpmiddelen
daarvoor was de beoefening der naas
tenliefde, zonder welke elke gemeen
schap ten gronde gaat. Hy spoorde
de leden aan de leiderscursussen, de
recollectiedagen, ontwikkelingsavon
den en retraite's by te wonen.
Nadat in de rondvraag verschillen
de leden hun hart nog eens hadden
uitgestort, een kolenfonds is er waar
schijnlijk het resultaat van, sloot de
voorzitter de vergadering.
'JSELSte.j^
(Cliché Gazet van^Limburg)
Zoals wy reeds voor veertien
dagen meldden, zyn de plannen voor
de ontginning van de Vredepeel in
zoverre gereed, dat ze door de inter-
piovine.ale commissie goedgekeurd en slechts de zyn goedkeuringen van
net Ryk, Provinciën en Gemeenten nog nodig zyn om een werkelijk ge
durfd plan te verwezenlyken.
Gezien de plannen, welke in de Troonrede worden aangegeven tot
verdere ontginning van stukken grond, maakt dit plan dus een zeer
grote kans, in korte tyd doorgevoerd te worden.
Het dorp zonder naam (zie 1) dat de kern gaat vormen van de nieuwe
gemeenschap komt te liggen op het kruispunt van nieuwe wegen, die
van de Rips naar Venray (4) en van Ysselsteyn naar Wosterbeek-Oploo
(zie 3) lopen.
By dat kruispunt is ook de nieuwe kerk geprojecteerd.
Ob bovenstaand kaart.ÏA ÏS 8a nrnflnarlnr, 1
j «ai wuiapuui ia uuk ue nieuwe xerx geprojecteerd.
Op bovenstaand kaartje is de groepering der 44 boerderijen duidelyk
te zien en valt tevens op de reeds aangegeven groenbeplanting, die we
m Ysselsteyn zo node missen, maar hier waarschijnlijk voorschrift wordt.
Ook naar de kant van Venray krygen we een groene wal, want
hier worden maar liefst 200 ha. bossen geplant.
Zoals Dien kan zien, is het plan zeer sober gehouden met een twee
tal secundaire wegen. Intussen kunnen we slechts hopen, dat mot do
uitvoering van deze plannen niet lang meer gewacht wordt. De nood is
immers groot onder onze jongere boeren en de kansen zo klein.