Contante betaling
Zieken-Triduum.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
4jandeisavondiekcói
BEL BIJ BRAND
39 2
De mens viert feest
en ramspoed treft 't beest.
De graanoogst in Frankrijk
nog rijker dan vorig jaar.
4iet qtcte qe&ód.
T oekomstplannen
van de
Wederopbouw
Zaterdag 24 Juni 1950 No. 25
Een en Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
L EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprijs
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
.'uitsluitend vooruitbet.
buiten Venray fl 1.20
harde noodzaak en eigenbelang
Een onaangename verhouding bij over
matig gebruik
De hoge kosten van levensonder
houd, de gestegen vervangingswaarde
van de voorraden en de grote druk
van het ministerie van financiën op
de bedrijfs- en gezinshuishoudingen
zijn de oorzaken van verminderde
liquiditeit in het economisch leven.
Vooral de consumenten en vele
winkeliers gaan dagelyksgebukt onder
geldzorgen. In vele gevallen vinden
we alweer dezelfde miserabele toe
stand van voor de oorlog: met angst
en beven ziet men de komst van een
leverancier met een of andere rekening
tegemoet.
Het crediet heeft weer zyn intrede
gedaan in zijn vele vormen en helaas
de gezonde positie van vele huis
houdingen ondergraven.
Het is ook zo gemakkelijk dikwijls.
Men doet inkopen, laat het thuis be
zorgen en scheept de besteller af met
een fraaie volzin „Ik heb weinig tijd,
komt u volgende' week even terug
met de rekening
En de leverancier neemt er genoegen
mee. Hij wil niet aandringen op be
taling uit vrees zijn afnemer te ver
liezen, die elders als nieuwe klant
met bijzondere voorkomendheid wordt
ontvangen, zelfs wanneer hij crediet
wenst.
In het algemeen is men onvol
doende doordrongen van de noodzaak
om de credietverlening niet al te zeel
uit te breiden om hier nog niet te
spreken van beperken. Is nu die
credietverlening zonder meer uit den
boze
Stellig niet, mits men ervan over
tuigd is, dat er bepaalde grenzen zijn,
die men eenvoudig niet mag over
schrijden, wil men zichzelf niet in
een gevaarlijke positie begeven. Waar
liggen nu die grenzen, speciaal ten
opzichte van de consument?
Om dit te kunnen bepalen gaan we
uit van de vermogensvorming dooi
de consument. Elke arbeider, kantoor
bediende, ambtenaar verricht dagelijks
zijn arbeid om zich daarmee een in
komen te verwerven. Hii vormt ver
mogen, dat hij na verloop van een
zekere periode een week of maand
krijgt uitbetaald. Gedurende de
week of maand, waarin hij werkt,
verleent hij crediet aan zijn werk
gever.
Elke prestatie van een werknemer
is een verkoop op crediet aan zijn
afnemer, de werkgever, die hem, na
dat hij een bundel prestaties heeft
geleverd, dan ineens een som uitbe
taalt, waarna de credietverlening dooi
de werknemer weer een aanvang
neemt.
Bij deze gang van zaken is het geen
vreemd verschijnsel, dat de werk
nemer op z\jn beurt crediet vraagt
van zijn kruidenier, bakker, slager en
andere leveranciers.
Deze mensen, kunnen ook het beste
dat crediet leveren, omdat zij in de
eerste plaats de betrouwbaarheid van
hun klant en dat is de voornaamste
factor by crediet, kunnen beoordelen.
Ook behoeft die leverancier aan dat
korte crediet niet te verdienen.
Hij geniet zijn inkomen uit het
bedrijf en hoeft dus niet, zoals een
bank, rente van zijn verstrekte lening
te vragen. Bovendien brengt zo'n
crediet voor die leverancier geen grote
administratieve rompslomp met zich.
Hij noteert zijn tegoed eenvoudig in
een wïnkelboek en wacht de be
talingsdag af.
Tenslotte heeft dit gebeuren nog
het voordeel, dat een afnemer niet
regelmatig veel geld in huis hoeft te
houden om zyn leveranciers te vol
doen.
Waar ligt de grens?
Het geschetste beeld is volkomen
rationeel. De arbeider, de kantoor
bediende geeft crediet en geniet cre
diet. Op de dag van de uitbetaling
lost 4ju werkgever de bestaande
schuld af by zyn werknemer, waarop
deze de schuld by bakker, kruidenier
en schoenmaker gaat delgen.
Hier vinden we de grens van het
crediet. Zodra de credietverlening de
loon- of salaristermjjn gaat overschrij
den. ontstaat een ongezonde toestand.
Gaat een werknemer, nadat hy zyn
loon heeft ontvangen er niet toe over
zyn schuld by de leveranciers te ver
effenen, dan verteert hy meer dan hij
verdient.
Aan de zijde van de leverancier
ontstaat een kiem van wantrouwen
tegenover zyn klant, die het gevaar
loopt zyn schuld niet meer af te
kunnen lossen. Want in de volgende
inkomensperiode wachten weer nieuwe
uitgaven, zodat een oude schuld bly'ft
staan.
Op deze wyze raakt men verward
in een net van schulden, waarin men
zich tenslotte voelt ingesnoerd, waar
door het leven een kwelling wordt
en men onnodige omwegen gaat ma
ker. om een bepaalde leverancier maar
niet te ontmoeten.
Wy zeidenonnodig, want men
dient ervoor zorg te dragen, dat men
met zijn verteringen het inkomen
niet overschrijdt. Dit zou onmogelijk
zijn wanneer er niet dat eenvoudige
en gemakkelijke crediet was by de
winkelier, die u de
sumptiegoederen levert.
Niet alleen zichzelf veronaange
naamd men het leven met een over
matig crediet, want ook die leveran
cier heeft zyn schuldeisers.
Hy ontvangt de goederen, die hy
aan u doorlevert, eveneens dikwyls
op crediet en de grossier of fabrikant,
waarvan hy betrekt, heelt ook be
paalde grenzen aan zyn credietver
lening gesteld t.o.v. de winkelier.
Dat moet zo'n grossier of fabrikant
wel doen, wil hij zelf r.iet in conflict
komen met zijn arbeiders en grond-
stoffenleveranciers, die ook op hun
beurt de hand weer ophouden.
Hoe laug?
De fabrikant en grossier weten, dat
een kooplustig winkelier zijn gekochte
goederen niet terstond in geld zal
hebben omgezet. Zy verlenen hem
dus crediet, dat voor elke bedrijfstak
weer anders ligt.
Zolang de winkelier de goederen
nog in zijn zaak heeft staan, is de
grossier wel bereid hem daarvoor
crediet te verlenen, ja, zelfs nog wel
langer. Zij houden er rekening mee,
dat ook de winkelier nog een korte
periode crediet moet verlenen aan de
verbruiker, maar dan is hun geduld
ook ten einde. De winkelier moet be
talen of kan anders zyn zaak wel
sluiten en zijn faillissement aan
vragen.
Zo zien we, dat de betaalkracht
van de winkelier mede afhangt van
de politiek van de gebruikers. Die
politiek dient zo te zijn, dat wij in
een gezonde maatschappij leven, ons
bewust van onze verantwoordelijk
heid voor elkaar.
De laatste jaren heeft men meer
en meer aandacht gevraagd voor de
slechte positie waarin de economisch
zwakke klasse van ons volk zich
bevinden. Do politiek van regering
en volk is gericht op het bouwen van
een gemeenschap, waarin wy ons be
wust dienen te zyn van onze ver
antwoordelijkheid voor elkander.
Die verantwóórdelijkheid blyke ook
uit onze financiële positie. Men drage
zijn steentje bij om het economisch
leven in deze gespannen tijd zo vlot
mogelijk te doen verlopen.
Men betale dus zyn leveranciers
contant, en is dat onmogelijk dan
houde men in elk geval rekening met
de richtlijnen die wy in het boven
staande trachtten weer te geven. Dat
is in het belang van producent en
verbruiker.
Enige weken geleden hadden de
eind-examens van do R.K. Handels
avondschool te Venray plaats.
27 candidaten, die gedurende drie
jaren de lessen gevolgd hadden,
waaronder enkele in het bezit van
het Mulo-diploma, namen er aan
deel.
De examens stonden onder toezicht
van een gecommiteerde, benoemd
door de Centrale voor Katholiek Han
delsonderwijs te Den Haag. Voor het
eerst was het vak Godsdienst en
Maatschappijleer onder de examen
vakken opgenomen.
Na afloop der examens had een
bijeenkomst plaats in Lunchroom
Verheugen. Aanwezig waren de heren
C. Smarius uit Roermond, Ryksge-
committeerde, het bestuur der school,
de leraren, de heren gecommitteerden
en de geslaagde leerlingen.
De voorzitter van het schoolbestuur
de heer J. Derksen, richtte zich met
een pittig toespraakje tot de geslaag
den. Ook de directeur en de heer C.
Smarius spraken de gelukkige diplo
ma-bezitters toe.
Namens de leerlingen sprak Jules
Coenen een dankwoordje tot leraren
en gecommiteerden.
De heer H. Verheugen reikte toen
aan de 22 geslaagden het diploma uit.
Zoals bekend, geeft dit diploma
vrijstelling van het complete examen
voor het Middenstandsdiploma.
De geslaagden waren
Joos Baken, Mart. Claessens, Jules
Coenen, Truus Custers, Lies Geurts,
Dora Hermans, Jan Hulsman uit Oir-
lo, Riek In de Rijp, Mia Kateman,
Theo Kronenberg, Joop Laurensse,
Tony Maas uit Oostrum, Nelly van
Opbergen, Annie Sybers, G. Stevens
uit Oirlo, Mieny Schaeffers, Theo
Schaeffers, To Tacken (met lof), Wim
Vermeulen, Piet Vermeulen uit Oos
trum, P. Verrijdt uit Oostrum, Ant.
v.d. Waeter. Jammer genoeg moesten
5 candidaten worden afgewezen.
Het nieuwe schooljaar begint 1
September a.s. Belangstellenden ver
wijzen we naar de advertentie die
binnenkort in dit blad zal verschijnen
Hoenderpest grijpt om zich heen.
Jubileum Kalverstraat, Damstadt,
Holland Festival en Rotterdam Ahoy
zetten thans aan de twee grootste
steden van ons land een zeldzame
luister bij.
'Al deze feesten worden in grootse
styl gevierd, zodat de bezoekers
zeker niet teleurgesteld naar huis
zullen gaan.
Zo ook met de Arnhemse tentoon
stelling „Mijlpaal 1050". Ook daar
kan men uitstekende prestaties aan
schouwen, zowel op artistiek als
organisatorisch gebied. By de laatst
genoemde tentoonstelling valt wel
bijzonder „Parijs in Arnhem" op,
dat geheel op particulier initiatief
tot stand kwam.
De commerciële zijde van deze
feesten biedt goede perspectieven.
Het bezoek aan organiserende steden
zal ongetwijfeld sterk toenemen, wat
aan de winkeliers etc. stellig geen
windeieren zal leggen.
Dat bezoek zal hopenlyk niet alleen
uit Nederlanders bestaan. Men wenst
ook de komst van buitenlanders te
stimuleren, want genoemde categorie
brengt ons de zo begeerde deviezen.
In het afgelopen jaar bezochten
naar schatting 315.000 buitenlanders
ons land, wat ons f 35.000.000 op
leverde.
Een goed gevoerde reclame-cam
pagne kan dit aantal nog doen toe
nemen en wanDeer er dan in onze
grote steden nog bijzonderheden als
bovengenoemde plaats vinden, zal
dit zeker het toerisme in de komen
de jaren bevorderen.
Ziet het er voor het toerisme nog
al gunstig uit, voor de vrijwillig
verzekerden in de ziekenfondsen zijn
de vooruitzichten minder prettig. De
ziekenfondsraad heeft namelyk be
richt ontvangen van de Minister, dat
er zijnerzijds geen bezwaar bestond
tegen het verhogen van de premie.
De reden tot verhoging is het
tekort van 17 millioen voor het jaar
1950, dat op geen andere wyze kon
overbrugd worden.
Deze verhoging zal wel tot gevolg
hebben, dat de minder draagkraeh-
tigen de verzekering zullen verlaten
en juist voor hen toch is het
ziekenfonds zo'n prachtig middel om
te allen tijde verzekerd te zijn van
een goede geneeskundige verzor
ging.
Waar komen deze mensen nu
terecht
Er moet voor hen gezorgd worden
en dus komen zij uiteindelijk toch
weer op kosten van de Staat.
Waarom heeft nu de Staat geen
grote subsidie gegeven, -waardoor de
premie gehandhaafd kon worden
Zaak Westerling.
Een open vraag blijft ook de zaak
Westerling, die, hoewel feitelijk een
buitenlandse kwestie, toch nauw met
ons land verbonden is.
De rechtbank te Singapore heeft
uitstel verleend om de' verdediging
in staat stellen een belangrijke ge
tuige op te roepen. Deze getuige, de
heer Thiessen (geen onbekende in
de Indonesische kwestie) is per
vliegtuig naar Singapore vertrokken,
terwijl hij uitgeleide gedaan werd
door prof. Gerbrandy.
Vanzelfsprekend kon hij geen in
lichtingen geven, doch wel wist hij
te vertellen, dat reeds verschillende
landen zich bereid verklaarden aan
Westerling asyl te verlenen.
Westerling wordt dus niet in alle
landen als een ..misdadiger" be
schouwd, zoals mén hem in Indo
nesië betitelt.
Pseudo-hoenderpest.
Een vreselijke „pest" blyk toch de
hoenderziekte, die momenteel op de
Veluwe duizende slachtoffers maakt.
Meende men eerst het optreden
beperkt te hebben tot het zuiden
van ons land, thans is wel duidelijk
gebleken, dat geen enkel gedeelte
van Nederland er veilig voor is.
Het vervoerverbod heeft naar
het er thans uitziet slechts in
zoverre succes, dat het het voort
schrijden der ziekte belemmert, doch
niet verhindert.
In de besmet verklaarde bedrijven
moeten de kippen gedood worden.
Dat dit doden niet altijd op even
snelle en afdoende wijze geschiedt,
blijkt wel uit de protesten van de
dierenbescherming.
Men heeft er nu verbetering in
gebracht en onder toezicht der politie
worden de dieren afgemaakt.
Ondanks alle maatregelen is de
pseudo-hoenderpest overgeslagen naai
de provincie Utrecht, waar de eerste
gevallen geconstateerd zijn.
Men vraagt zich met bezorgdheid
af waar dit heen moet.
Nog steeds is er geen onschadelijk
serum gevonden, dat of de besmette
dieren geneest of de gezonde dieren
na inenting immuum maakt.
Gaat de ziekte voort, zonder dat
er iets aan gedaan kan worden, dan
ziet het er slecht uit voor onze
pluimveehouders.
Boeren en tuinders echter ongerust.
Het graan staat te rypen onder
een stralende hemel, 't Vroege
zachte en toch vochtige voorjaar
het warme weer in Juni, het zo
nu en dan wat verfrissende regen
buitje veroorzaakte een vroege en
ryke oogst.
Tenzij de voortekenen bedriegen,
belooft de graanoogst in Frankrijk dit
jaar alle records te verbeteren, hoe
wel nochtans ook de oogsten in 1949
uiterst bevredigend waren.
Toen bracht het graan niet minder
dan 300 milliard francs op en volgens
landbouwdeskundigen kan de op
brengst dit jaar nog 20 percent hoger
liggen.
De belangstelling om graan te ver
bouwen, is bij de Franse boer zeer
groot, omdat hij hierbij weinig lisico
loopt en vooral ook omdat de Staat,
die alle granen opkoopt, een goed
betaler is.
Jaarlyks wordt de graanprys op
nieuw vastgesteld en daar de pacht
betaald moet worden in een bepaald
aantal zakken graan, dekt de Franse
boer zich jaar in, jaar uit met deze
gouden rijkdom.
Hoe de graanprys dit jaar zal zyn,
is thans nog niet bekend.
Men vermoedt evenwel, dat er geen
veranderingen van betekenis zullen
plaats vinden.
Geen optimisme.
Ten aanzien van de toekomst is
de Franse boer echter niet optimis
tisch gestemd.
Hij weet, dat de Staat van de
vorige oogst nog acht millioen ton
over heeft en wanneer nu inderdaad
de oogst van dit jaar nog rijker gaat
worden, zou het totale surplus wel
oorzaak kunnen zijn van een prijs
daling.
Dat deze prijsdaling binnen enkele
jaren zal komen, staat voor de door
snee boer al vast. Hy maakt zich
geen illusies.
Practisch over de gehele linie is
het beeld nagenoeg gelijk: overvloe
dige oogsten, overschotten, dalende
prijzen.
Boos op Amerika.
Het ligt voer de hand, dat men
onder de huidige omstandigheden
zeer gevoelig is voor allerlei berich
ten omtrent de buitenlandse markt.
De Franse boer en tuinder zoeken
naarstig naar afzetgebied buiten hun
grenzen, doch ontmoetten daarbij nog
grotere moeilijkheden, dan hun
vrienden in Nederland.
Cripps, aldus een Frans blad. is
een inkoper zonder sentiment, zonder
voorkeur.
In Nederland koopt hij boter, om
dat men dit product in Nederland
iets goedkoper kan afstaan dan in
Frankrijk; vlees importeert hy uit
Argentinië, ook alom dezelfde reden
en zelfs Polen kan gecollectiviseerde
varkens naar Londen sturen, terwyï
Frankrijk er mee vol zit.
Dan zyn de Fransen zeer boos op
Amerika.
Voor de oorlog had men een goed
afzetgebied in Duitsland, doch thans
kan men slechts weinig aan de
Duitsers kwijt, niet zo zeer, omdat
de Duitsers geen Franse akkerbouw-
of akkerbouwproducten willen heb
ben, dan wel omdat Amerika op de
Duitse landbouwmarkt eer. voor ge
heel West Europa zeer gevaarlijke
dumpingspolitiek aan het voeren Is.
Er waait over hoel Frank: ijk toch
al sedert twee jaar een uitgesproken
anti Anglo Saksische wind, die niet
alleen dag in dag uit venijniger wordt
door de Britse obstructie tegen het
plan Schuman, doch die ook op het
platteland steeds wordt aangewak
kerd, door de visie der franse land
bouwers als zouden de Amerikanen
er ten dele voor verantwoordelijk
zyn, dat Frankrijk zyn landbouw- en
tuinbouwproducten-overschot niet
meer kan kwijtraken aan de duit-
sers.
Kwetsbaar
„Exporter ou mourir" (exporteren
of sterven) geldt zeer zeker voor de
Franse land- en tuinbouw. Bovendien
en dat is het ergste - is de door
snee Franse boer veel kwetsbaarder
dan de doorsnee Nederlander
Sedert jaar en dag legde men een
spreexwoordelyk geworden slordig
heid aan de dag, voor wat betreft
onderhoudswerkzaamheden, tengevol
ge waarvan de inventaris vaak slecht
KNOR-KNOR.
Dat kunnen ze in Italië wel en in de Rivièra, maar dat kunnen we
hier niet volhouden. Wat En dan zal je juist zien, precies als we het
nodig hebben, dan is het huilen met de pet op. Wat Wel het
mooie weer. Het is in Nederland, precies als met de vacantiedagen, zo
veel in het jaar en dan is het op.
Hebt U al eens gehoord, hoe het komt, dat we in ons kikkerlandje
zo'n rommeltje hebben, wat het weer betreft
Toen Ons Lieve Heer al die landen gemaakt had, ging Hy ze aan
kleden, die bomen, die bloemen, die planten, die bergen. Ieder kreeg zyn
eigen soort. Elk zo zyn apartje en dat ging ook met het weer. Laat er
nu met de verdeling van het weer een grote vergissing gebeuren. Dat
kleine stukje Nederland werd over het hoofd gezien.
Alles was verdeeld en juist toen de engelen de lege kisten en dezen
naar de hemelzolder moesten brengen, zei er in eens een bij-de-handte
engel: „Ons Lieve Heer, U hebt wat vergeten".
„Vergeten
„Ja, U hebt Nederland nog geen „weer" gegeven."
Sjonge, sjonge, en alles was op.
Wat nu gedaan
O. L. Heer weet overal raad op en zei: „Komen jullie eens allemaal
hier met die kisten en dozen. Schrap ze allemaal leeg.',
Overal kwam een beetje overschot uit. Dat heeft Hy by elkaar ge
daan en aan Nederland gegeven. Nu hebben we van alles wat, zo'n
allegaartje.
Daar zitten we nu lelijk mee te kijken. Je kunt er gewoonweg geen
staat op maken. Wil je een'poosje mooi weer hebben, dan maak je
meteen alles op.
Maar er is nog MEER RAAD op. Voor zeven eeuwen terug ging er
een heilig mens dood. Die heette Clara. O. L. Heer heeft toen tegen haar
gezegd: Clara, ik benoem U tot een bijzondere patrones voor Nederland.
Als de mensen daar mooi weer willen hebben, dan moeten ze bidden en
tot U. Wanneer ze dan beloven om een worst te zullen geven aan arme
mensen en U komt My om mooi weer vragen, dan zal Ik Uw vraag
zeer gunstig zijn."
Bent U daar van de week ook langs gekomen
Ik kwam van de week langs een boerderij en daar was me een
varken geweldig aan het knorren. KNOR KNOR. Even kijken. Het was
een dik, vet varken. Alweer een slachtoffer voor het Ziekentriduum. Hy
wist het al van hem wordt de worst gemaakt voor Sinte Clara. Dat
weten we alvast en nu nog bidden voor het mooie weer
DE KLOKKELUIER.
is en dringend vernieuwing behoeft.
Bovendien ging de Fransman onge-
mechaniseerd de jongste wereldoorlog
Weliswaar maakte hy in de oor
logsjaren stevige winsten, doch deze
werden keurig afgeroomd, terwijl de
hardnekkige propaganda voor mecha
nisatie hem deed besluiten om het
niet afgeroomde deel van de winst
te steken in aankoop van nieuwe
machines, landbouwtractoren enz.
Bovendien toonde men aanvankelijk
een grote souplesse in de crediet-
verschaffing, wanneer het ging om
overbruggingen, nieuwbouw enz. Veel
boeren zijn hierdoor de positie van
de doorsnee Franse landbouwer of
tuinder, vooral by verdere prysval,
wankel is.
Reeds thans is men zover, dat tal
van boeven geen reserve meer hebben
en zo diep „in de schuld zitten", dat
ze door een misoogst of een prijsval
worden geruïneerd.
In 1948 schatte men de totale
schuld van de Franse landbouwers
nog op 75 milliard. In 1949 was deze
gestegen tot 120 milliard en thans,
medio 1950 bedraagt ze reeds meei
dan 150 milliard francs.
Het gevolg is, dat thans ook de
hausse in landbouwwerktuigen, trac
toren enz. voorbij is. De koopkracht,
of juister gezegd, de investerings
kracht der Franse boeren is thans
reeds zo sterk afgenomen, dat sedert
enige maanden 25 pet. der Franse
tractoren onverkocht blijven.
Niettemin blijft er ten aanzien van
de „verjonging" van de landbouw
nog veel te wensen over. Achttien
percent der boerderijen hebben geen
electriciteit en tachtig percent bezit
ten zelfs geen stromend water. Vele
gebouwen verkeren in staat van
ergerlijk verval.
Alle geboden van het Christendom
zijn tot een enkel terug te brengen
bemin de Heer uw God m6t geheel
uw verstand, met geheel uw ziel,
met geheel uw hart en met al uw
krachten, want het gebod, dat Chris
tus hierop laat volgen: bemin uw
evennaaste als u zelf, is niets anders
dan het verlengstuk en de logische
conclusie van het eerste.
Door dit gebod wordt ons leven
theocentriseh, bij uitstek op God ge
richt. die de oorsprong en het eind
doel van ons leven is. Het vervaagt
alle bijzaken, alle zijwegen om alle
aandacht te vragen voor de hoofdzaak,
voor de hoofdwegGod. Het bundelt
alle zedelijke en verstandelijke krach
ten van de mens samen tot dit ene
primaire doel van alle redelijke schep
selen God te beminnen en Hem
met heel het hart te beminnen.
Christelijke leven vraagt van de
mens een totalitaire instelling op
God. Hy is het centrum, het brand
punt van ons leven. Hem behoort
ons verstand, onze ziel, ons hart.
Hem moeten we met al onze krach
ten dienen, verheerlijken, aanbidden
en liefhebben. Hij vraagt niet de
afval en het overschot van onze tafel,
maar de beste en edelste gerechten
zijn voor Hem bestemd.
We mogen er niet mee volstaan
God de tienden te geven van onze
gewassen, onze vruchten en de eerste
lingen van ons vee, want Hy legt
beslag op de hele mens, op alles wat
in ons, is, op al onze krachten en
vermogens. Hij wil door ons gediend
worden alle dagen van ons leven,
niet alleen in de onschuldige jaren
van onze jeugd of enkel in de vrome
naherfst van ons levenHii vraagt
om het volle pond, om de volle dag.
God is er niet mee tevreden, als
wij Hem met de lippen vereren, als
wy Hem met onze handen dienen,
maar Hij eist, dat ons hart deel heeft
aan de lof van onze lippen, aan do
dienst van onze handen. Hem be
haagt alleen, wat opwelt uit de
zuiverste bronnen van ons hart, uit
de diepste schachten van ons wezen;
wat gedolven wordt, moet zuiver
goud zijn.
Daarom juist legt Christus de na
druk op de liefde. Waar de liefdo
heerst, krijgt de kleinste daad, het
onbeduidenste offer eeuwige waarde.
Wie waarlijk liefheeft, is tot alles in
staat, denkt aan alles, wordt nooit
moe, zegt nooit het is teveel, wil
steeds meer geven, verlangt steeds
beter te dienen, vergeet zijn kleine
gevoeligheden, zyn luttele gehecht
heden. Hij is zo vrij als een vogel in
de lucht, omdat hy zyn vleugels kan
uitslaan op de drift van de liefde,
omdat de liefde zelf hem vry maakt
van alle aardse banden.
Heiligen waren mensen, die voort
durend en in zeer hevige mate ver
liefd waren op God. Wy, gewone
mensen van de koude grond, in de
ascetische literatuur veirykt met de
titel „cummune martyrum", zyn juist
het tegendeel van de heiligen. Wij
zyn lauw, koud en traagwe schrik
ken terug voor ieder oilerwe denken
aanstonds, dat God zyn ejsen veel
te hoog stelt; we willen ook wel
iets voor ons zelf hebben. Kleine
schuilhoeken, die voor God verboden
toegang zyn, schuilhoeken, die te
donker zyn, dat we Gods licht nog
knnnen zien. Het is onze py'n en
onze straf, dat de liefde Gods niet in
onze harten brandt.
P. H. RONGEN O.C.R.
Dr. Ir. Z. IJ van der Meer, directeur-
generaal van de Volkshuisvesting, be
handelde deze week enige actuele
vraagpunten van woningbeleid.
Voor de normale groei van de be
volking zullen in de komende 15 jaren
500.000 woningen moeten worden ge
bouwd, het thans bestaande woning
tekort wordt geraamd op 250.000; in
het komende tijdperk van 15 jaren
zullen zeker 50 a 100.000 krotwoningen
motten worden opgeruimd, zodat in
totaal zullen moeten worden gebouwd
800 a 850.000 woningen of 50 it 60.000
woningen per jaar. Dit is technisch
mogelijk.
De totale woningvoorraad bedraagt
nu 2 millioen, na 15 jaren zal deze
voorraad met 40 pet. zyn toegenomen.
De politiek van de lage huren moet
op de duur het woningpeil aantasten.
Het indexcijfer van de bouwhosten
is 300, dat van de kosten van levens
onderhoud ruim 225; het is dus ver
klaarbaar, dat de bouwkosten van
woningen voor een groot deel onren
dabel zyn.
In 1949 heeft het ryk 500 millioen
in de woninbouw geïnvesteerd, waar
van de helft onrendabel was; dat kan
zo niet doorgaan.
Over het bouwvolume sprekende,