ZIEKEN TWEEDE BLAD WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN De weg over de wolken werd steeds beter geplaveid. Verdelg de vlieg! Duitsland wil eigen tuinbouw Contant betalen De qeit kteeq een qladde kin Zaterdag 27 Mei 1950 No. 21 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. Hoe de K.L.M.-service in 30 jaar groeide. De ..moedigen", zoals men de lucht reizigers in de jaren 1920—1021 noemde, die in deze periode met een KL M.-vliegtuig de Noordzee over staken, kregen bij het autoritje van Amsterdam naar de luchthaven Schiphol alvast een voorproefje van wat hen in de lucht te wachten stond. Het was een open wagen en daar om verstrekte de K.L.M. aan de reizigers al direct bij het instappen te Amsterdam' solide leren jassen. De vliegkapjes gingen dan in één moeite door en werden tegelijk aan getrokken. De K.L.M. ging nl. van het standpunt uit, dat een auto met dergelijk uitgedoste luchtreizigers een wel zeer spectaculaire reclame moeBt zy'n. Daar kwam bij, dat de chauffeur de knalpot van de wagen met een tweeledig doel afgenomen had en wel in de eerste plaats om de opmerk zaamheid van de voorbijgangers te trekken en ten tweede om de reizi gers alvast te wennen aan 't lawaai dat zy straks in het vliegtuig te verwerken zouden krijgen. Eenmaal op Schiphol aangekomen, moesten een paar stevige jongens dé luchtreizigers vaak naar het vlieg tuig dragen, want vooral bij slecht weer stond het veld vol plassen en het zou zeker geen goede service geweest zijn, als de K.L.M. zijn klan ten daar doorheen zou hebben laten waden. Vlak voor het instappen via een keukentrapje in het open zeildoeken vliegtuigje, moest eerst de vlieguit rusting van de passagier voltooid worden. Behalve de genoemde leren jas en vliegkap, kreeg hij nog 6en windbril mee, zomede een valscherm en een zwemvest. En als het 's winters erg koud was, dan bracht men bij de stations dienst een flinke ketel water aan de kook en vulde daarmee de warm waterstoofjes, die de voeten van de luchtreizigers tegen al te grote koude moesten behoeden. En dar. kon de vlucht beginnen, waarby het aan één ding allerminst ontbroken heeft, nl. aan een uit stekende airconditioning. Nauwelijks een jaar later was men al een flinke stap verder. De kajuitjes waren toen gesloten en dat hele gedoe met dikke leren jassen en vliegbrillen kon verder achterwege blijven. Hoewel het toch altijd ge wenst bleef zich voor de reis lekker in te pakken, want het kon nog gemeen koud zijn. En in 1925 was er al verwarming in de kajuit en als dat apparaat al te goed werkte en het te warm werd in het vliegtuig, dan konden de passagiers rustig de raampjes open schuiven. In die kajuitjes had men op een goede dag iets aangebracht, wat al een bijzondere vorm van service be tekende. Aan een van de wanden bevestigde men keurig gebeitste kastjes en daarin vonden een fles met fris drinkwater, een paar glazen en de pannetjes voor luchtziekte een plaats. Helaas heeft het eerste kastje dat per vliegtuig de lucht inging, slechts een kwartier geleefd. Door het gedreun van de motor trilde het los en vielen fles, glaasjes en pannen kletterend op de vloer. Het culinaire gedeelte van de ser vice aan boord begon voor de K.L.M. op de Amsterdam—Djakarta route. De boordwerktuigkundige had deze taak op zich genomen en zo af en toe moest hij zijn metertjes en aan- wijzeitjes in de steek laten om een appel of een kop koffie aan te bieden. De grote maaltijden werden in die dagen op de grond genuttigd. Ten slotte werd dit te druk voor de boordwerktuigkundige en trad de eerste steward in dienst. Dat was in het jaar 1932. De eerste werkelijke steward was echter ook een boord werktuigkundige, die zich volledig aan het gastheerschap in de lucht ging wijden. Men prefereerde een dergelijk persoon, omdat deze, zoals men dat noemde, luchtvast was. Later is hy' toch weer naar zy'n instrumentenbord verhuisd en thans is deze eerste steward van de K.L.M. hoofdboordwerktuigkundige. Weer enkele jaren later, om precies te zy'n in 1935, zag men de stewar dessen in de K.L.M.-vliegtuigen ver schijnen. Allengs bouwde men kleine keukentjes in de toestellen, die plaats boden aan eetgerei, meegenomen voedingsmiddelen, thee en koffie, warm gehouden in thermosflessen. Met die dranken in thermosflessen heeft men aanvankelijk ook nog vreemde dingen beleefd. In de vlieg tuigen, die op het Alpentraject vlo gen, klom men tot aanzienlijke hoogte, waar de lucht zeer ijl is. De passagiers werden tegen de onge makken hiervan beschermd door zuurstofflessen,maar de koffie en thee ging door de geringere druk plotse ling weer in de thermosflessen koken tot grote verbazing van de stewar dess. De oorlogsperiode heeft voor de burgerluchtvaart een soort vacuum betekend. En de tyd na de oorlog heeft zich gekenmerkt door een geweldige groei van het burgerluchtvaartbedrijf in al zijn geledingen. Een van de pun ten, waaraan men een bijzondere aandacht is gaan besteden, is de service voor de luchtreizigers. Immers, iedere luchtvaartmaat schappij probeert het zijn passagiers zo goed mogelijk naar de zin te maken. De K.L.M. stichtte daarvoor een zgn. Civiele Dienst op Schiphol, waarvan de onderdelen stuk voor stuk belast zyn met het verzorgen van de verschillende soorten service aan luchtpassagiers. Een van deze belangrijkste onder delen is de geweldige keuken op Schiphol, waarin dagelijks grote hoeveelheden maaltijden bereid wor den om daarna in bevroren toestand meegegeven te worden aan boord van de vliegtuigen. Tijdens de vlucht kan de steward, boordkok of stewardess deze maal tijden met behulp van de oventjes, die de verschillende vliegtuigtypen in hun kombuis bezitten, warm op dienen. Een speciale dienst stewards en stewardessen is in veel grotere om vang dan voor de oorlog in 't leven geroepen en ook de taak van deze mensen is veel omvattender gewor den dan in de vooroorlogse jaren. Alleen het feit al, dat aan boord volledige lunches of diners aan 50- 60 personen tijdens de vlucht geser veerd worden, moet dit duidelijk maken. Bovendien legt de K.L.M. zich toe op het serveren van speciale maaltijden voor bepaalde bevolkingsgroepen. Zo kunnen b.v. Israëlieten Kosher voedsel krygen en op de lyn naar Lydda wordt dit zelfs door een Joodse steward geserveerd. Ook voor Mohammedanen bestaan desgewenst speciale maaltijden. Alle soorten dieetvoedsel, zomede voedsel voor vegetariërs en babies behoren eveneens tot de mogelijkheden. Een van de andere afdelingen van deze Civiele Dienst is de afdeling Reisvoorbereiding en Lectuurvoor ziening. Met alle vliegtuigen gaatbv. een koffer couranten en tijdschriften mee en bovendien verzorgt de K.L.M. nog een eigen boordcourant, die dagelijks verschijnt en het laatste nieuws brengt. Voor de kinderen zijn speelgoed en spelletjes aan boord om de tyd te verdrijven. Een speciale regeling is getroffen voor reizende priesters. Op hun verzoek stelt de K.L.M. een zgn. miskoffer, een verplaatsbaar altaar, ter beschikking, waarmede de gees telijken op de luchthavens de mis kunnen opdragen. Het spreekt wel haast vanzelf, dat bovenbeschreven opsomming slechts een zeer globaal beeld kan geven van hetgeen wordt gedaan om de lucht reizigers van dienst te zijn. Daar zijn, om nog eens enkele andere voor beelden te noemen, het korps z.g. grondstewardessen, de speciale voor zieningen voor ziekenvervoer, de autobusverbindingen in binnen- en buitenland van de luchthaven naar de nabijgelegen steden, de slaap- accomodatie aan boord van de ma chines en bovendien wordt door de Medische Dienst van de K.L.M. regel matig controle uitgeoefend op hygiëne in hotels en restaurants langs de verschillende routes. Deitig jaar geleden hielp een K.L.M.- employé de passagier in zyn zware leren jas, thans is een charmante stewardes de passagiers behulpzaam by het ontdoen van mantel of jas, er is wel het een en ander veranderd in de burgerluchtvaart. Eerste Ned. K.L.M,-passagier deed het nog eens over Ter gelegenheid van het 30-jarig jubileum van 's werelds oudste be staande luchtlijn, de K.L.M.-verbin- ding Amsterdam—Londen v.v., waar mee de geschiedenis van Schiphol als burgerluchthaven werd ingeluid, heeft de eerste Nederlandse K.L.M.-passa- gier, die dertig jaar geleden in een DH-16 toestelletje van de Amster damse luchthaven vertrok, op Woens dag 17 Mei wederom een vlucht naar Londen gemaakt. Het was de heer M.J. v.d. Biggelaar, die indertijd als jong redacteur van de Maasbode de vlucht over het Kanaal „aandurfde". Op 18 Mei 1920 werd hy in Mansion House door de Lord Mayor ontvangen, aan wie hy een, ter gelegenheid van deze eerste vlucht vanaf Schiphol, door de burge meester van Amsterdam geschreven brief overhandigde. Donderdag 18 Mei 1950 heeft weer een ontvangst in Mansion House plaatsgevonden, waarby de jonge generatie, nl. de 25-jarige zoon van de heer van de Biggelaar, die met zy'n vader per Convair naar Londen vliegt, eveneens een brief van de burgemeester van Amsterdam aan de Lord Mayor aangeboden heeft. De directeur van Schiphol, de heer Ü.F.M. Dellaert, overhandigde deze brief aan de heer van de Biggelaar Sr. voor diens vertrek naar Londen. In Londen werden de beide passagiers ontvangen door Captain Spry Leverton Hoofdvertegenwoordiger van de K.L.M in het Verenigd Koninkrijk, die ook dertig jaar geleden by de ontvangst van de eerste passagiers uit Neder land aanwezig was. Captain Spry Leverton bood namens de K.L.M. aan de Lord Mayor een model aan van de DH-16, het'toestel, waarmee de eerste vlucht op deze lyn is uitgevoerd. Tweede emigrantenvlncht naar Anstralië Heden Zaterdag zal de K.L.M. wederom een groep Nederlandse emi granten naar Sydney in Australië vervoeren. Dezegroep, welke ongeveer 55 man groot is, zal 'smoigens om 6 uur van Schiphol vertrekken met een speciaal voor emigrantenvervoer ingerichte Skymaster. De reis, welke zes dagen zal duren, gaat via Rome, Cairo, Basra, Karatsji, New Delhi, Calcutta, Singapore, Port Darwin naar Sydney. De Skymaster zal alleen overdag vliegen, zodat gedurende de tocht vijfmaal zal worden overnacht. Van deze groep, welke bestaat uit personen van diverse beroepen, zullen vier passagiers doorgaan naar Nieuw Zeeland. Zij veroorzaakt vele ziekten Een moordenaar met duizend ogen, zó wordt wel eens de vlieg beschreven, Die gewoDe huis-, tuin- en keuken- vlieg waar we allemaal in 't voorjaar last van krygen en die we soms toch maar stil laten vliegen omdat zo'n vlieg geen kwaad doet. Geen kwaad doet? Weet TT dat zeker? Helaas hebben de onderzoe kingen en ondervindingen da1> wel anders bewezen Hier zy'n dan enkele cijfers over de dodelijke terreur van dit venijnig monster; else vlieg di& u in het voor jaar niet doodslaat, kan in September het leven hebben geschonken aan 5.598.720 millioen vliegen. Elke vrouwelijke vlieg legt nl. 5 tot 6 maal 120 tot 150 eieren tegelijk. De maden, die uit deze eitjes komen, zyn in enkele dagen volwassen vliegen, die na twee weken al eieren kunnen leggen. Met haar poten, voorzien van kle verige bortels, wandelt de vlieg het liefst door vuil en afval. Elke voet stap laat een spoor na van milioenen schadelijke kiemen. Als zij zich de poten wast, likt ze al de kiemen op en komt de verderfelijke bacteriën- spijs via haar maag weer in ons voedsel. Want als een vlieg gaat eten, spuwt ze eerst haar speeksel in de spijs en slurpt deze daarna op als door een rietje. U kunt dus wel eens een vlieg van Uw bord of jampot verjagen, maar vraag dan niet hoeveel bacteriën in middels al in het eten zyn terecht gekomen Om maar te zwijgen van een vlieg in Uw soep. En zo veroorzaakt de vlieg kinder verlamming, typheuse koortsen, dy senterie, cholera en de zgn. zomer diarrhee, waaraan tal van baby's sterven tengevolge van het drinken van besmette melk. Zo is de vlieg de oorzaak van tuberculose, meningitis, diphterie en roodvonk in uw familie. En |toch zou u die „onschuldige" vliegjes laten vliegen... Zeren middelen Geen enkel middel mag de huis vrouw onbeproefd laten om deze huis plaag uit te roeien. Wat kunnen wy doen? Ten eerste op de plaatsen, die steeds door vliegen bezocht worden, een mengseltje stryken van wonderolie en hars. Ten tweede zoveel mogelyk vliegen vangen met bekende vliegenvangers. Hebt u deze niet voorhanden, dan maakt u reepjes papier of u zet scho teltjes neer, bestreken met een meng sel van een theeplepel formaline, 2 theelepeltjes suiker en een glaasje warm water. Ten derde door de vliegen van aan recht,'tafel, provisiekast e.d. vandaan te houden. We zetten daartoe een een doos neer met een doodgewone spons erin, die we even drenken in lavendel- of pepermuntolie. Ten vierde door alle etenswaren voortdurend te bewaken. Dus als u ze niet gebruikt, direct wegsluiten, Gebruikt eetgerei onmiddelly'k af wassen en hebt u daarvoor geen tyd - in elk geval in het water zetten. T9n vy'fde door tomatenplanten neer te leggen op plaatsen of in een bloempot te kweken op plaatsen, die u niet geregeld kunt bewaken. Vliegen verdragen de geur hiervan niet. Ten zesde door een schoteltje azyn te verhitten, indien ondanks alle maatregelen plaatselijk vliegen bly'ven nestelen. Als u dan het raam openzet, zullen zy er onmiddelly'k door ver dwijnen. Ten zevende door uw vuilnisbak met creoline te besprenkelen. Dan komen daar geen insecten op af. En de beruchte hor? Laat u die maar heel rustig op zolder staan. Vliegen nestelen in huis of buitens huis, maar de loeders die u eenmaal binnen hebt en zich daar rustig ver menigvuldigen, krijgt u met een hor toch niet naar buiten. Integendeel, u belet ze uw huis te verlaten Hebt u véél vliegen in huis Grijp dan de flitspuit. Begin een offensief. Maar doe iets. In het belaner van uw gezin, uw kinderen en uzelf! Streven naar onafhan kelijkheid Tan Nederland Wanneer de plannen, die West- Duitsland koestert, om de tuinbouw op grote schaal te intensiveren, door gang zal vinden, zal over vijf, ten hoogste tien jaar, elke import van groenten en fruit, met name uit Ne derland overbodig worden. Dit verklaarde dr Hans Möhring, directeur van het proefstation voor de tuinbouw en de school ter opleiding van „Meistergiirtner" te Friesdorf. In de omgeving van Keulen, Bonn, Siegburg en Bergheim, het bruinkool- gebied, zullen over een oppervlakte van verscheidene honderden vierkante kilometers kassen worden gebouwd, die verwarmd zullen wor den door middel van de hete dampen, welke door de bruinkoolindustrie te Knapsack worden afgevoerd en door verwarmingsbuizen geleid. Deze plannen staan niet op zich zelf want ook elders tracht men door uitschakeling van de zeer dure cokes, welke voor de verwarming van de kassen gebruikt worden, de productie kosten te verlagen. In plaats van cokes gebruikt men hier en daar al generatorturf (o.a. in Wiesmoor), waardoor de verwarmings- kosten met 30—40 pet. worden ver minderd. De bestaande ketelinstallaties be hoeven daartoe niet te worden ver bouwd. Het is voldoende een voorzet- ketel te plaatsen. De intensivering van de tuinbouw, die men op het oog heeft, wordt noodzakelyk geacht als bydrage tot oplossing van het vluchtelingen probleem. De enige mogelykheid om een deel dezer vluchtelingen een be staan te geven, is tewerkstelling in de tuinbouw. Dit wil zeggen, dat de beschikbare grond zo intensief mogelyk dient te worden bewerkt en daartoe opent de gebruikmaking van de warme gassen van bruinkoolindustrie een gunstige gelegenheid. De Duitse autoriteiten zyn ervan overtuigd, dat de doorvoering van dit plan in een tijdsbestek van vyf tot tien jaar volledig tot stand kan komen. In „Het Gezin" is een lezer aan het woord, die uit hoofde van zy'n beroep heel veel met mid denstandszaken te maken heeft, en die daarin constateert, dat er onder het publiek een ontstellend groot gebrek blykt te komen aan verantwoordelijkheidsgevoel met betrekking tot het stipt voldoen aan zijn betalingsverplichtingen. Het lijkt ons nuttig, de korte in houd van zy'n betoog aan onze lezers voor te leggen. Niemand minder dan schrijver dezes is overtuigd, dat het leven thans verontrustend duur is. Maar we zullen er allen toch ook een beetje rekening mee moeten houden, dat ook de draagkracht van de leveranciers betrekkelijk is en dat zii maar in zeer beperkte mate ere- diet kunnen geven, willen zy zelf niet in betalingsmoeilijkheden gaan komen. De lange lijsten van faillissemen ten spreken in dit opzicht een dui delijke taal. Het is voor het publiek verleidelijk, als men bij zijn bakker, kruidenier en anderen op crediet terecht kan. Komt men dan aan 't einde van de week betalen, dan is de rekening meestal groter dan waarop men met zijn geld gerekend heeft. Gevolg, dat mon maar laat „over staan", straks met de kinderbijslag zal men wel afrekenen. Doch komt die kinderbijslag, dan blykt de schuld alweer ook boven dit bedrag uit te gaan. Daardoor be antwoordt ook de kinderbijslag niet meer aan het doel, waarvoor zy in feite werd ingesteld, nl. de kinder rijke gezinnen in de gelegenheid te stellen, om uit de K.B. de „grote stukken" (kleding, schoeisel e.d.) aan te schaffen, waarvan de uitgaven in derdaad ver boven een normaal week- inkomen uitgaan. U behoeft niet te schrikken, lezer of lezeres, indien ik U zeg, dat er zaken zy'n, die per cliënt f70 totfso tegoed hebben, terwijl de „cliënt" maximaal (met zyn kinderbijslag) dit bedrag per week verdient. Hoevelen zy'n er weer niet verslaafd aan het Moeten we hier verder nog iets boven zetten Deze tekening zegt U al genoeg. Elke mens raadt hierbij Uw ge dachte. Blye herinnering. Dat niet alleen, maar cok mooie herinnering. Verleden jaar hebt U gezegd: ik zou wel willen, dat die dagen langer duurden dan drie. U had er wel een week willen blyven.Zo mooi was het daar. Zo goed. U hebt daar kracht gehaald. Sterkte om te dragen en te lyden. Uw kruis was lichter en Uw ziek zy'n en Uw ouderdom hebben hun betekenis gekregen. Ziekentriduum heeft U ook dit gezegd: het was het geschenk van de gezonden aan U. En het was een geschenk, gedragen door allen, die met U meeleven om het U te geven met een warm en een beminnend hart. Ziekentriduum heeft U nog meer gezegd. Wat beloofde Pater Lohuis verleden jaar Ik kom terug. En wat hy belooft, dat doet hij. Hy komt terug. 11, 12 en 13 Juli Zieken-triduum op „St. Anna*' door Pater Gilbertus Lohuis O.F.M. Kyk iedere Zaterdag in „Peel en Maas" op deze plaats en we gaan er weer samen over praten. Alles komt wéér prachtig van elkaar. Voor twee jaar was het goed. Verleden jaar beter en dit jaar best Weer hebben de zusters hun schort al voor. Weer staan de helpers en helpsters te popelen. En U GEZONDEN Kunnen we weer op U rekenen als de vorige jaren Zo spontaan Wat een vraag U bent weer bereid en steekt Uw handen uit. Helpende handen. Schenkende handen. Ver zorgende handen. Het wordt weer het grote geschenk VAN ONS GE ZONDEN AAN DE ZIEKEN. Een practisch puntje (voor de gezonden), verleden jaar hebben we als devies genomen: een tientje per zieke. We doen het samen. Om het te vergemakkelijken zyn er donateurskaarten gemaakt en als die wordt aangeboden, dan geeft U vol goedheid een zieke een warme hand. DE KLOKKELUIER. kopen op gemakkelijke afbetalings- „voorwaarden", nemen deel aan zgn. „uitlotingspaarkassen" voor aanschaf fen van rijwielen, hulpmotoren etc.? De toegenomen zucht naar ontspan ning, luxe en genotmiddelen speelt hierby stellig een grote rol. Het is dan ook stellig in 't belang van de kopers zelf, dat sterk gepropa geerd wordt: betaal toch contant! En dat onze middenstanders dit devies van hart ondersteunen behoeft geen betoog voor degenen, die weten hoeveel zakenmensen door het euvel van „het poffen" met financiële moeilijkheden tobben. Het sikken-weitje van Jan-Willem lag wat bezijden het huis, niet zicht baar door het raam van de keuken waar de familie de dagen doorbrengt. Elke morgen bracht hy Spirella zo heette de sik naar dat weitje. En iedere morgen stonden dan de beide jongens van de buurman klaar om „Bè" tegen Jan-Willem en Spirella te roepen. Maar Jan-Willem en zyn geit gaven geen asem. Ze liepen door gelijk dat grote mensen betaamt. En ze lieten de jongens van de buurman maar blaten. Nu was Jan-Willem een geduldig man, dat dient erkend. Want de hele vorige zomer hadden de jongens ..Bè" tegen hem en Spirella gezegd, zonder dat hy iets terug zei. In het najaar gapten ze zyn appels. Jan-Willem zweeg. Deze winter gooiden ze nu en dan vuurwerk tussen zy'n kolen zodat het fornuis soms raar begon te sis sen en te knisperen. Maar Jan-Willen zei niets. Toen werd het voorjaar en de knapen begonnen weer aan hun dagelijks „Bè". Jan-Willem liep zwij gend door. Zoals hy' had gezwegen toen ze het ventiel uit zyn banden wagen hadden losgedraaid. En toen een paar weken na het ploegen op het aardappelland in grote groene letters van bitterkers „J w iZ gEK" kwam te staan. En dat, terwijl Jan- Willem niet eens bitterkers lust. Doch zie, zelfs aan Jan-Willem- geduld kwam plotseling een einde. Dat was toen de jongens van de buurman hem in het diepst van zy'n ziel troffen. Ze hadden namelijk de sik van de geit afgeknipt. Toen Jan- Willem die avond naar het sikken- weitje ging om het beest binnen te halen - want geiten kunnen slecht tegen de kou bleek het dier zonderling toegetakeld. Aan de staart zat een lichtblauw lint geknoopt. Een oude jas, die de apen van een vogelverschrikker hadden gegapt, hadden ze het beest aangetrokken. Met door iedere mouw een voorpoot. De rug was er uit gescheurd. Dat hadden ze met touwtjes weer wat vastgebonden, Toen zag hy plotseling het euvel van de afgeknipte sik. En daarop heeft Jan-Willem een heel lelyk woord gezegd. Hy' heeft de geit fn het weitje laten staan met de jas nog aan. En met grote passen is hy dwars door het klaverland naar de buren gelopen. Onderweg kwam hy de oudste belhamel tegen. „Jan-Willem, da's van oe", riep dié uit de verte. Hy legde een geel pakje op een paal en maakte zich rap uit de voeten. Jan Willem keek in dat pakje. De afge knipte sik zat er in. Toen beende hy verder naar het huis van de buurman. Daar haalde hy de beide knapen uit een lege hooimyt en tracteerde ze op een aframmeling, die de heugenis aan de sik lang levend zal houden. Op het geschreeuw en gekerm kwam de buurman aangelopen. „Wat is er an de hand „Mien sikke", schreeuwde Jan Willem, „Mien sik". Buurman snapte er niet veel van, maar hy' pakte een eindje hout en hielp wat by de behandeling en opvoeding van zyn spruiten. Toen kwam er een meneer aan fietsen. „Niet een van by ons, maar zo'n 8ajetspringer uit de stad. En die riep „Houdt op mensen, houdt op!" „Wie houwen d'r ok op man!" riep buurman vroly'k terug en hy ranselde lustig voort op zyn jammerlijk nage slacht. De stadse meneer, niet overtuigd van het nut van dit alles, sprong er tussen. Zodat de woede van Jan- Willem en de buurman zich nu tegen hem keerde. De woordenwisseling was maar heel kort. Wat daarna kwam trouwens ook. Het duurde maar een paar minuten. Toen fietste de meneer weer naar de stad terug. Op lege banden, want de jongens waren niet zo geschrokken of ze lieten de banden nog gauw even leeglopen. Onderweg vertoonde 'smans linkeroog afwisselend van die pastel tinten, die tegenwoordig zo in da mode zyn. 0— „Die meneer meende het goed", zei de rechter. „Ik ook," sprak Jan-Willem, terwyl hy langs zyn snor veegde. „,t Is toch geen werk om iemand zonder aanleiding zo te lyf te gaan „Ik doch, da't een konteleur was." „Wat heeft dat er nou mee te maken „Anders ha'k neet zo h&rd gé- slagen". Toen hebben ze Jan-Willem maar

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1