ZIEKEN
TWEEDE BLAD
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
De weg over de wolken
werd steeds beter geplaveid.
Verdelg de vlieg!
Duitsland wil
eigen tuinbouw
Contant betalen
De qeit kteeq
een qladde kin
Zaterdag 27 Mei 1950 No. 21
Een en Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprijs
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
Hoe de K.L.M.-service in 30 jaar groeide.
De ..moedigen", zoals men de lucht
reizigers in de jaren 1920—1021
noemde, die in deze periode met een
KL M.-vliegtuig de Noordzee over
staken, kregen bij het autoritje van
Amsterdam naar de luchthaven
Schiphol alvast een voorproefje van
wat hen in de lucht te wachten
stond.
Het was een open wagen en daar
om verstrekte de K.L.M. aan de
reizigers al direct bij het instappen
te Amsterdam' solide leren jassen.
De vliegkapjes gingen dan in één
moeite door en werden tegelijk aan
getrokken. De K.L.M. ging nl. van
het standpunt uit, dat een auto met
dergelijk uitgedoste luchtreizigers
een wel zeer spectaculaire reclame
moeBt zy'n.
Daar kwam bij, dat de chauffeur
de knalpot van de wagen met een
tweeledig doel afgenomen had en wel
in de eerste plaats om de opmerk
zaamheid van de voorbijgangers te
trekken en ten tweede om de reizi
gers alvast te wennen aan 't lawaai
dat zy straks in het vliegtuig te
verwerken zouden krijgen.
Eenmaal op Schiphol aangekomen,
moesten een paar stevige jongens dé
luchtreizigers vaak naar het vlieg
tuig dragen, want vooral bij slecht
weer stond het veld vol plassen en
het zou zeker geen goede service
geweest zijn, als de K.L.M. zijn klan
ten daar doorheen zou hebben laten
waden.
Vlak voor het instappen via een
keukentrapje in het open zeildoeken
vliegtuigje, moest eerst de vlieguit
rusting van de passagier voltooid
worden. Behalve de genoemde leren
jas en vliegkap, kreeg hij nog 6en
windbril mee, zomede een valscherm
en een zwemvest.
En als het 's winters erg koud
was, dan bracht men bij de stations
dienst een flinke ketel water aan de
kook en vulde daarmee de warm
waterstoofjes, die de voeten van de
luchtreizigers tegen al te grote koude
moesten behoeden.
En dar. kon de vlucht beginnen,
waarby het aan één ding allerminst
ontbroken heeft, nl. aan een uit
stekende airconditioning.
Nauwelijks een jaar later was men
al een flinke stap verder. De kajuitjes
waren toen gesloten en dat hele
gedoe met dikke leren jassen en
vliegbrillen kon verder achterwege
blijven. Hoewel het toch altijd ge
wenst bleef zich voor de reis lekker
in te pakken, want het kon nog
gemeen koud zijn.
En in 1925 was er al verwarming
in de kajuit en als dat apparaat al
te goed werkte en het te warm
werd in het vliegtuig, dan konden
de passagiers rustig de raampjes
open schuiven.
In die kajuitjes had men op een
goede dag iets aangebracht, wat al
een bijzondere vorm van service be
tekende. Aan een van de wanden
bevestigde men keurig gebeitste
kastjes en daarin vonden een fles
met fris drinkwater, een paar glazen
en de pannetjes voor luchtziekte een
plaats. Helaas heeft het eerste kastje
dat per vliegtuig de lucht inging,
slechts een kwartier geleefd. Door
het gedreun van de motor trilde het
los en vielen fles, glaasjes en pannen
kletterend op de vloer.
Het culinaire gedeelte van de ser
vice aan boord begon voor de K.L.M.
op de Amsterdam—Djakarta route.
De boordwerktuigkundige had deze
taak op zich genomen en zo af en
toe moest hij zijn metertjes en aan-
wijzeitjes in de steek laten om een
appel of een kop koffie aan te
bieden.
De grote maaltijden werden in die
dagen op de grond genuttigd. Ten
slotte werd dit te druk voor de
boordwerktuigkundige en trad de
eerste steward in dienst. Dat was in
het jaar 1932. De eerste werkelijke
steward was echter ook een boord
werktuigkundige, die zich volledig
aan het gastheerschap in de lucht
ging wijden. Men prefereerde een
dergelijk persoon, omdat deze, zoals
men dat noemde, luchtvast was.
Later is hy' toch weer naar zy'n
instrumentenbord verhuisd en thans
is deze eerste steward van de K.L.M.
hoofdboordwerktuigkundige.
Weer enkele jaren later, om precies
te zy'n in 1935, zag men de stewar
dessen in de K.L.M.-vliegtuigen ver
schijnen. Allengs bouwde men kleine
keukentjes in de toestellen, die plaats
boden aan eetgerei, meegenomen
voedingsmiddelen, thee en koffie,
warm gehouden in thermosflessen.
Met die dranken in thermosflessen
heeft men aanvankelijk ook nog
vreemde dingen beleefd. In de vlieg
tuigen, die op het Alpentraject vlo
gen, klom men tot aanzienlijke
hoogte, waar de lucht zeer ijl is. De
passagiers werden tegen de onge
makken hiervan beschermd door
zuurstofflessen,maar de koffie en thee
ging door de geringere druk plotse
ling weer in de thermosflessen koken
tot grote verbazing van de stewar
dess.
De oorlogsperiode heeft voor de
burgerluchtvaart een soort vacuum
betekend.
En de tyd na de oorlog heeft zich
gekenmerkt door een geweldige groei
van het burgerluchtvaartbedrijf in
al zijn geledingen. Een van de pun
ten, waaraan men een bijzondere
aandacht is gaan besteden, is de
service voor de luchtreizigers.
Immers, iedere luchtvaartmaat
schappij probeert het zijn passagiers
zo goed mogelijk naar de zin te
maken.
De K.L.M. stichtte daarvoor een
zgn. Civiele Dienst op Schiphol,
waarvan de onderdelen stuk voor
stuk belast zyn met het verzorgen
van de verschillende soorten service
aan luchtpassagiers.
Een van deze belangrijkste onder
delen is de geweldige keuken op
Schiphol, waarin dagelijks grote
hoeveelheden maaltijden bereid wor
den om daarna in bevroren toestand
meegegeven te worden aan boord
van de vliegtuigen.
Tijdens de vlucht kan de steward,
boordkok of stewardess deze maal
tijden met behulp van de oventjes,
die de verschillende vliegtuigtypen
in hun kombuis bezitten, warm op
dienen.
Een speciale dienst stewards en
stewardessen is in veel grotere om
vang dan voor de oorlog in 't leven
geroepen en ook de taak van deze
mensen is veel omvattender gewor
den dan in de vooroorlogse jaren.
Alleen het feit al, dat aan boord
volledige lunches of diners aan 50-
60 personen tijdens de vlucht geser
veerd worden, moet dit duidelijk
maken.
Bovendien legt de K.L.M. zich toe op
het serveren van speciale maaltijden
voor bepaalde bevolkingsgroepen.
Zo kunnen b.v. Israëlieten Kosher
voedsel krygen en op de lyn naar
Lydda wordt dit zelfs door een Joodse
steward geserveerd.
Ook voor Mohammedanen bestaan
desgewenst speciale maaltijden. Alle
soorten dieetvoedsel, zomede voedsel
voor vegetariërs en babies behoren
eveneens tot de mogelijkheden.
Een van de andere afdelingen van
deze Civiele Dienst is de afdeling
Reisvoorbereiding en Lectuurvoor
ziening. Met alle vliegtuigen gaatbv.
een koffer couranten en tijdschriften
mee en bovendien verzorgt de K.L.M.
nog een eigen boordcourant, die
dagelijks verschijnt en het laatste
nieuws brengt.
Voor de kinderen zijn speelgoed en
spelletjes aan boord om de tyd te
verdrijven. Een speciale regeling is
getroffen voor reizende priesters. Op
hun verzoek stelt de K.L.M. een zgn.
miskoffer, een verplaatsbaar altaar,
ter beschikking, waarmede de gees
telijken op de luchthavens de mis
kunnen opdragen.
Het spreekt wel haast vanzelf, dat
bovenbeschreven opsomming slechts
een zeer globaal beeld kan geven van
hetgeen wordt gedaan om de lucht
reizigers van dienst te zijn. Daar zijn,
om nog eens enkele andere voor
beelden te noemen, het korps z.g.
grondstewardessen, de speciale voor
zieningen voor ziekenvervoer, de
autobusverbindingen in binnen- en
buitenland van de luchthaven naar
de nabijgelegen steden, de slaap-
accomodatie aan boord van de ma
chines en bovendien wordt door de
Medische Dienst van de K.L.M. regel
matig controle uitgeoefend op hygiëne
in hotels en restaurants langs de
verschillende routes.
Deitig jaar geleden hielp een K.L.M.-
employé de passagier in zyn zware
leren jas, thans is een charmante
stewardes de passagiers behulpzaam
by het ontdoen van mantel of jas, er
is wel het een en ander veranderd
in de burgerluchtvaart.
Eerste Ned. K.L.M,-passagier
deed het nog eens over
Ter gelegenheid van het 30-jarig
jubileum van 's werelds oudste be
staande luchtlijn, de K.L.M.-verbin-
ding Amsterdam—Londen v.v., waar
mee de geschiedenis van Schiphol als
burgerluchthaven werd ingeluid, heeft
de eerste Nederlandse K.L.M.-passa-
gier, die dertig jaar geleden in een
DH-16 toestelletje van de Amster
damse luchthaven vertrok, op Woens
dag 17 Mei wederom een vlucht naar
Londen gemaakt.
Het was de heer M.J. v.d. Biggelaar,
die indertijd als jong redacteur van
de Maasbode de vlucht over het
Kanaal „aandurfde". Op 18 Mei 1920
werd hy in Mansion House door de
Lord Mayor ontvangen, aan wie hy
een, ter gelegenheid van deze eerste
vlucht vanaf Schiphol, door de burge
meester van Amsterdam geschreven
brief overhandigde.
Donderdag 18 Mei 1950 heeft weer
een ontvangst in Mansion House
plaatsgevonden, waarby de jonge
generatie, nl. de 25-jarige zoon van
de heer van de Biggelaar, die met
zy'n vader per Convair naar Londen
vliegt, eveneens een brief van de
burgemeester van Amsterdam aan de
Lord Mayor aangeboden heeft.
De directeur van Schiphol, de heer
Ü.F.M. Dellaert, overhandigde deze
brief aan de heer van de Biggelaar Sr.
voor diens vertrek naar Londen. In
Londen werden de beide passagiers
ontvangen door Captain Spry Leverton
Hoofdvertegenwoordiger van de K.L.M
in het Verenigd Koninkrijk, die ook
dertig jaar geleden by de ontvangst
van de eerste passagiers uit Neder
land aanwezig was.
Captain Spry Leverton bood namens
de K.L.M. aan de Lord Mayor een
model aan van de DH-16, het'toestel,
waarmee de eerste vlucht op deze lyn
is uitgevoerd.
Tweede emigrantenvlncht
naar Anstralië
Heden Zaterdag zal de K.L.M.
wederom een groep Nederlandse emi
granten naar Sydney in Australië
vervoeren. Dezegroep, welke ongeveer
55 man groot is, zal 'smoigens om
6 uur van Schiphol vertrekken met
een speciaal voor emigrantenvervoer
ingerichte Skymaster. De reis, welke
zes dagen zal duren, gaat via Rome,
Cairo, Basra, Karatsji, New Delhi,
Calcutta, Singapore, Port Darwin naar
Sydney. De Skymaster zal alleen
overdag vliegen, zodat gedurende de
tocht vijfmaal zal worden overnacht.
Van deze groep, welke bestaat uit
personen van diverse beroepen, zullen
vier passagiers doorgaan naar Nieuw
Zeeland.
Zij veroorzaakt vele ziekten
Een moordenaar met duizend ogen,
zó wordt wel eens de vlieg beschreven,
Die gewoDe huis-, tuin- en keuken-
vlieg waar we allemaal in 't voorjaar
last van krygen en die we soms toch
maar stil laten vliegen omdat zo'n
vlieg geen kwaad doet.
Geen kwaad doet? Weet TT dat
zeker? Helaas hebben de onderzoe
kingen en ondervindingen da1> wel
anders bewezen
Hier zy'n dan enkele cijfers over de
dodelijke terreur van dit venijnig
monster; else vlieg di& u in het voor
jaar niet doodslaat, kan in September
het leven hebben geschonken aan
5.598.720 millioen vliegen.
Elke vrouwelijke vlieg legt nl. 5
tot 6 maal 120 tot 150 eieren tegelijk.
De maden, die uit deze eitjes komen,
zyn in enkele dagen volwassen vliegen,
die na twee weken al eieren kunnen
leggen.
Met haar poten, voorzien van kle
verige bortels, wandelt de vlieg het
liefst door vuil en afval. Elke voet
stap laat een spoor na van milioenen
schadelijke kiemen. Als zij zich de
poten wast, likt ze al de kiemen op
en komt de verderfelijke bacteriën-
spijs via haar maag weer in ons
voedsel. Want als een vlieg gaat eten,
spuwt ze eerst haar speeksel in de
spijs en slurpt deze daarna op als
door een rietje.
U kunt dus wel eens een vlieg van
Uw bord of jampot verjagen, maar
vraag dan niet hoeveel bacteriën in
middels al in het eten zyn terecht
gekomen Om maar te zwijgen van
een vlieg in Uw soep.
En zo veroorzaakt de vlieg kinder
verlamming, typheuse koortsen, dy
senterie, cholera en de zgn. zomer
diarrhee, waaraan tal van baby's
sterven tengevolge van het drinken
van besmette melk. Zo is de vlieg de
oorzaak van tuberculose, meningitis,
diphterie en roodvonk in uw familie.
En |toch zou u die „onschuldige"
vliegjes laten vliegen...
Zeren middelen
Geen enkel middel mag de huis
vrouw onbeproefd laten om deze huis
plaag uit te roeien. Wat kunnen wy
doen?
Ten eerste op de plaatsen, die steeds
door vliegen bezocht worden, een
mengseltje stryken van wonderolie
en hars.
Ten tweede zoveel mogelyk vliegen
vangen met bekende vliegenvangers.
Hebt u deze niet voorhanden, dan
maakt u reepjes papier of u zet scho
teltjes neer, bestreken met een meng
sel van een theeplepel formaline, 2
theelepeltjes suiker en een glaasje
warm water.
Ten derde door de vliegen van aan
recht,'tafel, provisiekast e.d. vandaan
te houden. We zetten daartoe een
een doos neer met een doodgewone
spons erin, die we even drenken in
lavendel- of pepermuntolie.
Ten vierde door alle etenswaren
voortdurend te bewaken. Dus als u
ze niet gebruikt, direct wegsluiten,
Gebruikt eetgerei onmiddelly'k af
wassen en hebt u daarvoor geen
tyd - in elk geval in het water
zetten.
T9n vy'fde door tomatenplanten
neer te leggen op plaatsen of in een
bloempot te kweken op plaatsen, die
u niet geregeld kunt bewaken. Vliegen
verdragen de geur hiervan niet.
Ten zesde door een schoteltje azyn
te verhitten, indien ondanks alle
maatregelen plaatselijk vliegen bly'ven
nestelen. Als u dan het raam openzet,
zullen zy er onmiddelly'k door ver
dwijnen.
Ten zevende door uw vuilnisbak
met creoline te besprenkelen. Dan
komen daar geen insecten op af.
En de beruchte hor? Laat u die
maar heel rustig op zolder staan.
Vliegen nestelen in huis of buitens
huis, maar de loeders die u eenmaal
binnen hebt en zich daar rustig ver
menigvuldigen, krijgt u met een hor
toch niet naar buiten. Integendeel, u
belet ze uw huis te verlaten
Hebt u véél vliegen in huis Grijp
dan de flitspuit. Begin een offensief.
Maar doe iets. In het belaner van uw
gezin, uw kinderen en uzelf!
Streven naar onafhan
kelijkheid Tan Nederland
Wanneer de plannen, die West-
Duitsland koestert, om de tuinbouw
op grote schaal te intensiveren, door
gang zal vinden, zal over vijf, ten
hoogste tien jaar, elke import van
groenten en fruit, met name uit Ne
derland overbodig worden.
Dit verklaarde dr Hans Möhring,
directeur van het proefstation voor de
tuinbouw en de school ter opleiding
van „Meistergiirtner" te Friesdorf.
In de omgeving van Keulen, Bonn,
Siegburg en Bergheim, het bruinkool-
gebied, zullen over een oppervlakte
van verscheidene honderden
vierkante kilometers kassen worden
gebouwd, die verwarmd zullen wor
den door middel van de hete dampen,
welke door de bruinkoolindustrie te
Knapsack worden afgevoerd en door
verwarmingsbuizen geleid.
Deze plannen staan niet op zich
zelf want ook elders tracht men door
uitschakeling van de zeer dure cokes,
welke voor de verwarming van de
kassen gebruikt worden, de productie
kosten te verlagen.
In plaats van cokes gebruikt men
hier en daar al generatorturf (o.a. in
Wiesmoor), waardoor de verwarmings-
kosten met 30—40 pet. worden ver
minderd.
De bestaande ketelinstallaties be
hoeven daartoe niet te worden ver
bouwd. Het is voldoende een voorzet-
ketel te plaatsen.
De intensivering van de tuinbouw,
die men op het oog heeft, wordt
noodzakelyk geacht als bydrage tot
oplossing van het vluchtelingen
probleem. De enige mogelykheid om
een deel dezer vluchtelingen een be
staan te geven, is tewerkstelling in
de tuinbouw.
Dit wil zeggen, dat de beschikbare
grond zo intensief mogelyk dient te
worden bewerkt en daartoe opent de
gebruikmaking van de warme gassen
van bruinkoolindustrie een gunstige
gelegenheid.
De Duitse autoriteiten zyn ervan
overtuigd, dat de doorvoering van
dit plan in een tijdsbestek van vyf
tot tien jaar volledig tot stand kan
komen.
In „Het Gezin" is een lezer aan
het woord, die uit hoofde van
zy'n beroep heel veel met mid
denstandszaken te maken heeft,
en die daarin constateert, dat er
onder het publiek een ontstellend
groot gebrek blykt te komen aan
verantwoordelijkheidsgevoel met
betrekking tot het stipt voldoen
aan zijn betalingsverplichtingen.
Het lijkt ons nuttig, de korte in
houd van zy'n betoog aan onze
lezers voor te leggen.
Niemand minder dan schrijver
dezes is overtuigd, dat het leven
thans verontrustend duur is.
Maar we zullen er allen toch ook
een beetje rekening mee moeten
houden, dat ook de draagkracht van
de leveranciers betrekkelijk is en dat
zii maar in zeer beperkte mate ere-
diet kunnen geven, willen zy zelf
niet in betalingsmoeilijkheden gaan
komen.
De lange lijsten van faillissemen
ten spreken in dit opzicht een dui
delijke taal. Het is voor het publiek
verleidelijk, als men bij zijn bakker,
kruidenier en anderen op crediet
terecht kan. Komt men dan aan 't
einde van de week betalen, dan is
de rekening meestal groter dan
waarop men met zijn geld gerekend
heeft.
Gevolg, dat mon maar laat „over
staan", straks met de kinderbijslag
zal men wel afrekenen.
Doch komt die kinderbijslag, dan
blykt de schuld alweer ook boven
dit bedrag uit te gaan. Daardoor be
antwoordt ook de kinderbijslag niet
meer aan het doel, waarvoor zy in
feite werd ingesteld, nl. de kinder
rijke gezinnen in de gelegenheid te
stellen, om uit de K.B. de „grote
stukken" (kleding, schoeisel e.d.) aan
te schaffen, waarvan de uitgaven in
derdaad ver boven een normaal week-
inkomen uitgaan.
U behoeft niet te schrikken, lezer
of lezeres, indien ik U zeg, dat er
zaken zy'n, die per cliënt f70 totfso
tegoed hebben, terwijl de „cliënt"
maximaal (met zyn kinderbijslag) dit
bedrag per week verdient. Hoevelen
zy'n er weer niet verslaafd aan het
Moeten we hier verder nog iets boven zetten
Deze tekening zegt U al genoeg. Elke mens raadt hierbij Uw ge
dachte. Blye herinnering. Dat niet alleen, maar cok mooie herinnering.
Verleden jaar hebt U gezegd: ik zou wel willen, dat die dagen
langer duurden dan drie. U had er wel een week willen blyven.Zo mooi
was het daar. Zo goed. U hebt daar kracht gehaald. Sterkte om te
dragen en te lyden. Uw kruis was lichter en Uw ziek zy'n en Uw
ouderdom hebben hun betekenis gekregen.
Ziekentriduum heeft U ook dit gezegd: het was het geschenk van
de gezonden aan U. En het was een geschenk, gedragen door allen, die
met U meeleven om het U te geven met een warm en een beminnend
hart.
Ziekentriduum heeft U nog meer gezegd. Wat beloofde Pater Lohuis
verleden jaar Ik kom terug. En wat hy belooft, dat doet hij. Hy komt
terug.
11, 12 en 13 Juli Zieken-triduum op „St. Anna*'
door Pater Gilbertus Lohuis O.F.M.
Kyk iedere Zaterdag in „Peel en Maas" op deze plaats en we gaan
er weer samen over praten. Alles komt wéér prachtig van elkaar. Voor
twee jaar was het goed. Verleden jaar beter en dit jaar best
Weer hebben de zusters hun schort al voor. Weer staan de helpers
en helpsters te popelen. En U
GEZONDEN Kunnen we weer op U rekenen als de vorige jaren
Zo spontaan Wat een vraag U bent weer bereid
en steekt Uw handen uit. Helpende handen. Schenkende handen. Ver
zorgende handen. Het wordt weer het grote geschenk VAN ONS GE
ZONDEN AAN DE ZIEKEN.
Een practisch puntje (voor de gezonden), verleden jaar hebben we als
devies genomen: een tientje per zieke. We doen het samen. Om het te
vergemakkelijken zyn er donateurskaarten gemaakt en als die wordt
aangeboden, dan geeft U vol goedheid een zieke een warme hand.
DE KLOKKELUIER.
kopen op gemakkelijke afbetalings-
„voorwaarden", nemen deel aan zgn.
„uitlotingspaarkassen" voor aanschaf
fen van rijwielen, hulpmotoren etc.?
De toegenomen zucht naar ontspan
ning, luxe en genotmiddelen speelt
hierby stellig een grote rol.
Het is dan ook stellig in 't belang
van de kopers zelf, dat sterk gepropa
geerd wordt: betaal toch contant!
En dat onze middenstanders dit
devies van hart ondersteunen behoeft
geen betoog voor degenen, die weten
hoeveel zakenmensen door het euvel
van „het poffen" met financiële
moeilijkheden tobben.
Het sikken-weitje van Jan-Willem
lag wat bezijden het huis, niet zicht
baar door het raam van de keuken
waar de familie de dagen doorbrengt.
Elke morgen bracht hy Spirella zo
heette de sik naar dat weitje. En
iedere morgen stonden dan de beide
jongens van de buurman klaar om
„Bè" tegen Jan-Willem en Spirella te
roepen. Maar Jan-Willem en zyn geit
gaven geen asem. Ze liepen door
gelijk dat grote mensen betaamt. En
ze lieten de jongens van de buurman
maar blaten.
Nu was Jan-Willem een geduldig
man, dat dient erkend. Want de hele
vorige zomer hadden de jongens ..Bè"
tegen hem en Spirella gezegd, zonder
dat hy iets terug zei. In het najaar
gapten ze zyn appels. Jan-Willem
zweeg. Deze winter gooiden ze nu en
dan vuurwerk tussen zy'n kolen zodat
het fornuis soms raar begon te sis
sen en te knisperen. Maar Jan-Willen
zei niets. Toen werd het voorjaar en
de knapen begonnen weer aan hun
dagelijks „Bè". Jan-Willem liep zwij
gend door. Zoals hy' had gezwegen
toen ze het ventiel uit zyn banden
wagen hadden losgedraaid. En toen
een paar weken na het ploegen op
het aardappelland in grote groene
letters van bitterkers „J w iZ gEK"
kwam te staan. En dat, terwijl Jan-
Willem niet eens bitterkers lust.
Doch zie, zelfs aan Jan-Willem-
geduld kwam plotseling een einde.
Dat was toen de jongens van de
buurman hem in het diepst van zy'n
ziel troffen. Ze hadden namelijk de
sik van de geit afgeknipt. Toen Jan-
Willem die avond naar het sikken-
weitje ging om het beest binnen te
halen - want geiten kunnen slecht
tegen de kou bleek het dier
zonderling toegetakeld. Aan de staart
zat een lichtblauw lint geknoopt.
Een oude jas, die de apen van een
vogelverschrikker hadden gegapt,
hadden ze het beest aangetrokken.
Met door iedere mouw een voorpoot.
De rug was er uit gescheurd. Dat
hadden ze met touwtjes weer wat
vastgebonden,
Toen zag hy plotseling het euvel
van de afgeknipte sik.
En daarop heeft Jan-Willem een
heel lelyk woord gezegd. Hy' heeft
de geit fn het weitje laten staan met
de jas nog aan. En met grote passen
is hy dwars door het klaverland naar
de buren gelopen.
Onderweg kwam hy de oudste
belhamel tegen. „Jan-Willem, da's
van oe", riep dié uit de verte. Hy
legde een geel pakje op een paal en
maakte zich rap uit de voeten. Jan
Willem keek in dat pakje. De afge
knipte sik zat er in. Toen beende hy
verder naar het huis van de buurman.
Daar haalde hy de beide knapen uit
een lege hooimyt en tracteerde ze
op een aframmeling, die de heugenis
aan de sik lang levend zal houden.
Op het geschreeuw en gekerm
kwam de buurman aangelopen. „Wat
is er an de hand „Mien sikke",
schreeuwde Jan Willem, „Mien sik".
Buurman snapte er niet veel van,
maar hy' pakte een eindje hout en
hielp wat by de behandeling en
opvoeding van zyn spruiten.
Toen kwam er een meneer aan
fietsen. „Niet een van by ons, maar
zo'n 8ajetspringer uit de stad. En die
riep „Houdt op mensen, houdt op!"
„Wie houwen d'r ok op man!" riep
buurman vroly'k terug en hy ranselde
lustig voort op zyn jammerlijk nage
slacht.
De stadse meneer, niet overtuigd
van het nut van dit alles, sprong er
tussen. Zodat de woede van Jan-
Willem en de buurman zich nu tegen
hem keerde. De woordenwisseling
was maar heel kort. Wat daarna
kwam trouwens ook. Het duurde
maar een paar minuten. Toen fietste
de meneer weer naar de stad terug.
Op lege banden, want de jongens
waren niet zo geschrokken of ze
lieten de banden nog gauw even
leeglopen. Onderweg vertoonde 'smans
linkeroog afwisselend van die pastel
tinten, die tegenwoordig zo in da
mode zyn.
0—
„Die meneer meende het goed", zei
de rechter.
„Ik ook," sprak Jan-Willem, terwyl
hy langs zyn snor veegde.
„,t Is toch geen werk om iemand
zonder aanleiding zo te lyf te gaan
„Ik doch, da't een konteleur was."
„Wat heeft dat er nou mee te
maken
„Anders ha'k neet zo h&rd gé-
slagen".
Toen hebben ze Jan-Willem maar