TWEEDE BLAD De Sta ten-stembus wacht WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN 4}et gebed mm de ptiedecA. fy.it Qosteum 6 geschiedenis. Drie Eerste H. Missen in Venray BEL BIJ BRAND 392 Hioobs Jubileumrevue Mnuiagens De toestand in tfndói neSië De kÖÖÖ gulden. Zaterdag 15 April 1950 No. 15 Een en Zeventigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprijs p«r irwartaal voor Venray fl 1.00 ouitun Vtmiay 1.20 uitsluitend vooruitbet. De Statenverkiezingen staan weer voor de deur. Na 't vaststellen van de candidatenlysten, wat hier en daar nog al wat actie en teleurstel ling gaf, is de aandacht van de grote massa van het kiezerscorps weer volkomen geluwd. Op 26 April de dag van de offi ciële stemming zal het wel even weer spannen en dan is de zaak af. Toch is dit niet de juiste houding tegenover de Statenverkiezing. Nog al te vaak ziet men deze als een verkiezing van zeer ondergeschikt belang, in elk geval van minder im portantie dan de Raadsverkiezing of de verkiezing voor de Tweede Ka mer. De Statenverkiezing is echter geen graad minder belangryk dan de beide andere democratische mogelijkheden om zijn mening te zeggen. Zoals bekend vormen de Provinci ale Staten het college, dat het pro vinciaal bestuur voor zyn rekening neemt. Deze Staten praten tegenwoordig over heel wat meer zaken dan alleen maar wegen en bruggen enz. Zy nemen ook beslissingen in kwesties, waarbij ook het principe een belang rijke rol speelt. Alleen daarom is het al verkeerd, de komende verkiezingen minder waarde toe te kennen. Daar komt nog by, dat het dage lijks bestuur der provincie, de H.H. Gedeputeerden in deze na oorlogse tyden zeer grote bijzondere bevoegd heden hebben gekregen, bevoegd heden, die zover om zich heen grijpen dat vele raadsbesluiten eerst hun goedkeuring behoeven om te kunnen worden uitgevoerd. In de practijk komt dat hierop neer, dat de Staten meeregeren in gemeentelijke aangelegenheden. De belangen der gemeenten zyn dus voor een behoorlijk deel aan de Staten gekoppeld. Geen wonder dus, dat de politieke partijen hun uiterste best doen om hun invloed in het bestuur der pro vincie zo groot en zo effectief mogelijk te doen zyn. Een ander aspect van de Staten verkiezingen, een zeer belangrijk aspect is het, dat mei} als kiezer op indirecte wyze zyn mening te ken nen geeft over de landspolitiek en er zelfs indirect een zekere invloed op uitoefent, want om de drie jaren treder. leden der Provinciale Staten op als kiesmannen voor de gedeelte ly'ke vernieuwing van de Eerste Kamer. Van de uitslag der Statenverkiezing hangt dus gedeeltelijk de samenstel ling van de Eerste Kamer at. Deze verkiezing vormt hierdoor voor de diverse politieke partijen een nieuwe krachtmeting en zal ook als zodanig gezien moeten worden. Deze verkiezing zal ook aantonen, of de politieke lyn, die door de kiezer getrokken is van de Kamerverkiezing naar de Gemeenteraadsverkiezing doorgetrokken wordt. Opnieuw zal moeten blijken of het versterken van het zogenaamde mid> denblok doorgaat en de verdere af brokkeling van links. Het mooiste zou zijn, indien hier, evenals in Engeland, het communis me volkomen uit de regering werd weggevaagd. Ons verkiezingssysteem is hierop echter niet ingesteld, maar wel is het te hopen, dat het nuchtere Ne derlandse verstand zegeviert over die zoete lokroep uit het Oosten. By de Kamerverkiezingen liepen de trawanten van Moskou 2 zetels achteruit en by de Raadsverkiezing bewoog zich het getal aanhangers nog steeds in dalende lyn. Hopen lijk laten de Statenstembussen eenzelfde geluid horen. Al met al doen deze verkiezingen dus zeker niet onder in belangryk heid voor de overige verkiezingen in ons land. Moge de Nederlandse kie zer ook nu zijn democratische plicht verstaan. Waarom is het nog nodig, zoveel voor de priesters te bidden, als die van binnen door de genade en van buiten door welwillend toezicht tegen alle hinderlagen en valstrikken van de duivel zo deugdelijk beschermd .worden Op het eerste gezicht lykt het ook volkomen overbodig, daar ze zelf mid den in het. heiligdom en vlak naast de bronnen staan, waar ze over het levende water kunnen beschikken om hun dorst te lessen, zoveel ze ver kiezen. Als we echter wat dieper op de zaak ingaan, zien we duidelijk in, hoe noodzakelijk onze voorbede voor hen is. De priester moet ons tot de vol maaktheid brengen. Daar niemand geeft, wat hy zelf niet heeft, zal de priester dus op de eerste plaats zelf volmaakt moeten zyn, of er althans ernstig naar moeten streven. Want meer vraagt God zelfs niet van ons, dan dat we er ons serieus op toeleggen volmaakt te worden. Zo wordt van allen, die naar het klooster gaan, niet gevraagd, of ze volmaakt zyn, maar of ze hun best zullen doen volmaakt te worden. Als de priester zelf volmaakt is, zal zijn zielenijver des te groter zyn, zal zijn priesterwoord meer indruk maken, zullen wy, de gelovigen, in hem ons voorbeeld „Christus" gemakkelijker terugvinden. De priester leeft midden onder zijn volk, in het hart van onze zondige wereld vol materialisme en zinnen- lust. Ondanks zya wijding is hij mens gebleven, staat dus open als ieder ander mens voor alle indrukken van buiten. Zyn ziel is gevoelig gebleven voor het kwaad. De zondige neigingen van zyn natuur zyn niet gestorven. Van de zeven hoofdzonden is er niet één met wortel en tak uitgeroeid. Ook hy wordt door de grote verleider benaderd in verschillende gedaanten en iedere gestalte is gemaskerd en geen enkele laat bokspoten en klauw- vingers duidelijk zien. Ook hy is een kind van zyn eeuw, een vrucht van zyn tijd. Ook hy redeneert niet altijd zuiver geestelijk, ook hij is niet altijd even sterk in zyn aspiraties op het Godsrijk inge steld. Ook hij is een kind van de wereld en niets van al het mense lijke is hem vreemd. Er zyn nog bijzondere gevaren, die hem als priester dreigen. Zyn houding moet eenvoudig en nederig zyn en steeds voelt hij in zich iets, dat hem aandrijft zelfver zekerd en uit de hoogte te zyn. Hy voelt zich hoog boven de gewone leek verheven en meent daarom tegen over hem altijd gelijk te moeten hebben. Hy wordt vaak gevierd en gevleid en moet er bescheiden onder blyven. Zeer velen komen tot hem om steun en bemoediging, om troost in hun harteleed en hy moet zyn eigen hart vasthouden, dat het niet naar het al te menselijke overhelt, dat het niet week en zwak wordt. Hy hepft succes en is zo graag geneigd zichzelf ook iets van de eer toe te schrijven, of juist omwille van het succes dit met goedkope sensatie trachten te kopen. De priester is de uitdeler, de over brenger van Gods genaden. Over hoe meer genaden de priester de vrije beschikking heeft, des te vrucht baarder, des te gezegender wordt zyn priesterleven. We zyn er heilig van overtuigd dat de welsprekendste priester niets kan uitrichten, dat zyn bezield woord niets meer is dan een holle en luid ruchtige fanfare, zonder de genade. Wat een priester in de zielen tot stand brengt, heeft hij aan de genade te danken en aan niets anders. Hieruit blijkt afdoende, dat er nooit genoeg voor de priesters kan gebeden worden, dat ze steeds ge nade tekort komen. Dat hier voor alle mensen van goede wil, voor alle brave en vrome zielen,, een arbeidsveld open ligt, even groot en wyd als de wereld, want alle mensen, zonder onder scheid zyn tot de genade van Chris tus geroepen. De velden staan wit voor de oogst, maar het zijn de bidders, die de oogst werkelijk bin nenhalen op de schouders der pries ters. Hoe meer dat zij door het werk van hun zielzorg in beslag genomen worden, hoe minder tijd er voor hen overblijft om te bidden, des te meer moet er door ons voor hen gebeden worden, opdat door hun ministerie het Rijk Gods tot alle mensen moge komen. P. H. RONGEN, O.C.R. Oude mensen spreken dikwijls by voorkeur over „die goeie ouwe tijd". Was die oude tijd dan werkelijk zo goed Ja en neenl De oude tyd was goed, omdat de mensen met heel weinig tevreden waren, ook omdat ze niet beter wis ten. In die oude tyd was er heel weinig geld en veel werd dan ook in natura betaald. In de historie van Oostrurn, ge schreven door de ZEw. heer Mart. J. Janssen z.g., destijds kapelaan te Well, later pastoor te Meerlo, lezen wij, dat in 1759 „ene sterke boerenkoemeid, die tevens alle ander werk verrichten moest" per jaar verdiende, als loon, 13 gulden permissie en als „toebaat" een tierteye schort, twee ellen grof wercke doek, acht ellen hemdendoek, een paar klompen, een paar socken, een paar hosen (kousen) en een flessen (van vlas), schortel (voorschoot). Yoor dit loon moest dit meisje gaan dorsen (alles gebeurde toen met de vlegel). Om„zes uur moest ze gaan melken en om zever, uur ontbijt (pap met roggebrood). Dit brood werd door de boeren zelf gekneed en gebakken. Als kwajongen heeft schrijver dezes nog gezien, dat zo iemand met blote voeten in een groten trog zijn deeg stond te kneden; dat is nu dan een veertig jaren geleden. Nu nog vindt men by oude boer derijen een klein huisje met een schoorsteen erop, dit zyn de z.g. „bakhuuskes". Boter werd er door de boeren niet gebruikt dan met kermis of bruiloft en al evenmin suiker. Zoals het loon der dienstboden in natura of toebaat werd betaald, zo gebeurde het met veel, wanneer er betaald moest worden. De kasteelheren hadden „tienden" van de rogge, gerst of haver, van al hun verpachte gron den, evenals de kerken. De gronden van de Kapel Oostrum zyn grotendeels geschonken door Ridder Jan van Broekhuizen in het jaar 1450, toen genoemde ridder - wiens huwelijk kinderloos was - zyn testament of uiterste wilsbeschikking maakte, alvorens als kruisridder naar het Heilig Land te vertrekken. Ridder Jan wenste dit te volbrengen tot lof en eer van God en zaligheid van eigen ziel en de zielen van zyn ouders, voorvaderen en zyn echtgenote vrouwe Anna van der Straeten. Zeer vele goederen werden aan de kerken vermaakt by testament, maar de voornaamste stichting, die Jan van Broekhuizen tot stand bracht, was het klooster der Reguliere Koorheren te Oostrum, dat later het zusters klooster Bethlehem was, waarover reeds eerder werd geschreven. Zeer vermoedelijk is ridder Jan in het jaar van zyn reis naar het Heilig Land op 17 December 1450 aldaar overleden. Zyn weduwe Anna stichtte in de kerk van Horst tot troost en heil van haar huisheer zaliger en de zielen van haar en hun beide ouders en de voorouders, een jaargetijde, waartoe zij 100 overlandse Rynsche guldens besteedde. Bij testament schonk zy de Cam beekse hoeve en meerdere kleinoden aan het Oostrumse klooster. De tienden, welke op de gronden van kerken en kasteelheren rustten, waren tot een vijftig, zestig jaren geleden nog geldend. Thans zyn deze byna allemaal uitgekocht of in vergetelheid geraakt. Vroeger jaren stond in ieder dorp de zogenaamde tiendschuur. Zo'n schuur bestond uit vier zware palen met gaten, waarin eiken peggen waren gestoken (te vergelijken met zware nagels) waarop een spits toe lopend dak van stro. Dit dak rustte op de bedoelde peggen en kon zodoende hoger of lager gesteld worden, naar gelang er meer koren was. De tienden betalen betekende, dat een tiende gedeelte van de oogst door de pachters van de gronden moest worden gegeven aan de eigenaars der gronden, te weten de kerken of de kasteelheren. Deze tienden werden gerekend van de gast (een hoopje garven). Doch de pachters waren vroeger ook al niet anders als de mensen \an vandaag en ze maaiden dan de tiende garve veel dunner dan de andere. Vroeger, naar men zegt althans, zei een Rector op de preekstoel des Zondagsmorgens: Laat ons nog een Vaderons bidden voor die ongelukkige kantgarv9, die altijd in de tiendgast valt. Ging dat dan allemaal zo maar met die dunne garven Neen, integendeel, ook daar waren maatregelen voor. Daarvoor had men de gezworen tellers van tienden, deze mensen waren beëdigd, gingen de akkers af met bosjes berkenrijs, waarvan ze er op de tiende hoop een neerstaken, als teken, dat deze dan moest blijven staan. Was nu die tiende gast van die ongelukkige dunne garven ofwel zg. kantgarven, dan nam hy de negende of de elfde en zorgde zo, dat zyn heer niet te kort kwam. Al waren er vroeger niet zoveel wetten en politie als tegenwoordig, toch was er ook toen orde en recht spraak en deze lag ook veel in handen der oude kasteelheren. P. en P. De schone traditie van een Eerste H. Mis met Pasen, werd dit jaar wel bijzonder in ere gehouden door de 3 jonge priesters, die resp. in Leunen en Venray-kom, gedurer.de de Paas dagen hun eerste plechtige H. Mis opdroegen. By de indrukwekkende lijst zijn weer drie namen toegevoegd en wy mogen verwachten, dat ook zy Ven- rays naam zullen hoog houden. Zeer Eerw. Heer B. Goumans Terwy'l Zondagmorgen het weer wel buitengewoon slecht was, trok deze neomist langs de versierde straten in een feestelijke stoet, voorafgegaan door bruidjes en Harmonie, naar de Sint Petrus Banden, waar om 10 uur het plechtig Misoffer aanving. Het kerkkoor zong de Missa Infes- torum van Palestrina en aalmoezenier Sehreurs, hield de gloedvolle feest- predicatie, waarin hy wees op de be tekenis van de waardigheid van het priesterschap. De priester werd bij de H. Mis ge assisteerd door de Hoog Eerw. Heer Deken, de Zeer Eerw. Heren van Leipzig, v.d. Pasch en Keyzers. Na de H. Mis ging het naar de ouderlijke woning, waar de neomist door Dr. Sala en de heer Gooren werd toegesproken, die de felicitaties aan boden van Harmonie, Mannenkoor en van geheel Venray. Twee kleine bruidjes vertolkten de gevoelens van de buurt. Verschillende geschenken werden verder aangeboden en de receptie die er op volgde was zeer druk bezocht. In zyn vlot dankwoord wees ook de Zeer Eerw. Heer Goumans op de be tekenis van deze dag voor een jonge priester en- hij dankte allen zeer har telijk voor de steun, hem bij het volgen van zyn roeping gegeven. Zeer Eerw. Heer v. Kempen Leunen had zich wel bijzonder op gemaakt voor zyn neomist de Zeer Eerw. Heer van Kempen. Want in een grote stoet, tvaarin o.a. de school jeugd, de fanfare, Jong Nederland en den ruiterclub aanwezig waren, werd de jonge priester ter kerke geleid, waar het koor op buitengewone wijze Paas-Maandag „draaide" zoals de eigenaardige technische uitdruk king heet Hioob de premiere van haar se revue „Naag Nel". Ondanks het ^eer slechte weer was de zaal goed bezet en was er een talrijk publiek. Na het gebruikelijke Venrayse half uur, werd dan begon nen met een tamelijk slap begin, waarin de uitdrukking Naag Nel haar ontstaan vindt. De familie Hekkegat met vader, Flora, Maan en Mathies belanden op de maan, op een schip, op een walvis en in Italië en dat alles op zulk een vreemde wyze, dat men over'veel fantasie beschikken moest om het gehele verhaal teï)lyven volgen. Ondanks allo critiek is ook deze revue het bezien zeker waard. Want in de grote hoop liedjes b.v. zyn er enkele zeer goede, zoals„As Venray Brabants was", „We gaan pikkeniere" en „Wat en water wor Vader". Bovendien is de familie Hekkegat weer in optima forma en haar milde critiek op Venrays doen en laten. Verschillende aardige idees heeft men hiervoor uitgewerkt en het gelach was dan ook niet van de lucht. Hioobs Jubileumrevue, die op vlotte wyze muzikaal omlynd werd dooi de Peelzwervers, had een betere voor bereiding en uitvoering verdiend, maar bezat toch vele taferelen die een bezoek overwaard zyn. De bloemen die de heer J. Rutten aan het gezel schap aanbood waren dan ook wel verdiend. Geen woonwagen of woonschip dat aan de wettelyk. voorgeschreven nor men voldoet, zal de toegang tot de Nederlandse gemeenten geweigerd kunnen worden. Wel mogen de ge meenten ingrypen voor wat betreft de plaats, welke de voer- of vaartui gen in de gemeente of standplaats dienen in te nemen. Beperkende politieverordeningen voor deze stand plaats kunnen slechts van kracht zyn, indien de gemeente een bruik baar terrein voor het parkeren van woonwagens beschikbaar heeft ge steld. Dit zyn de voornaamste con clusies, welke uit de overwegingen van mr. L. Bronsgeest, kantonrechter te Maastricht, getrokken kunnen worden en die geleid hebben tot ontslag van rechtsvervolging van enkele woonwagenbewoners, die een willekeurige standplaats in de ge meente Maastricht hadden ingenomen, toen in het woonwagenkamp geen plaats meer was. een meerstemmige Mis ten gehore bracht. Geassisteerd door de Zeer Eerw. Heer Pastoor, Pater Sergius Emonds O.F.M. en zyn Heerneef, voltrok de nieuwe priester hier het H. Offer, waaronder zyn heerneef de feestpredikatie hield Na de H. Mis werd de Z.E. Heer, weer met dezelfde feestelijke stoet weer naar zyn ouderlijke woning ge bracht waar de heer Weys, hem namens geheel Leunen hartelijk geluk wenste met zyn wijding. Ook hier dankte de jonge priester aangedaan voor de vele hartelijke bly'ken van belangstelling. Was het weer Zondag zeer slecht en hadden wind en regen veel afbreuk gedaan aan de schitterende versie ringen, die door de verschillende buurten waren verzorgd, ook Maandag was het niet prettig toen de Zeer Eerw. Heer Lemmen begeleid door bruidjes familie en geestelijkheid naar de Sint Petrus Banden trokken. Geassisteerd door de Hoog Eerw, Heer Deken, de Z.E. Heer Keyzers. Pater Isidorus Lemmen, Pater Claes- sens "en zyn neef droeg de jonge priester zyn Eerste H. Mis op, waarby het kerkkoor weer een meerstemmige Mis ten gehore bracht. Zijn heerbroer Pater Isidorus hield een boeiende feestpredicatie. Na afloop van de mooie plechtig heden werd de neomist door Harmonie en Mannenkoor naar het feestelijk versierde Brukske geleid, waar de heren Vercauteren en Gooren, weer de tolk van geheel Venray waren by hun felicitatie van de jonge priester en zyn familie. De Z.E. Heer Lemmen, was in zyn vlot dankwoord zeer dankbaar voor alles wat hem was bereid en speciaal zyn Roods woord tot de bewoners van het Brukske was zeer sympathiek. Zo was ondanks het gure weer, ondanks de verregende Pasen, blijd schap in vele harten om de grote uit verkiezing van deze Venrayse jonge mannen tot de eer der altaren. In dit principieel proces, dat door mr. W. Dassen te Maastricht aan hangig is gemaakt, werden depositie van woonschepen en woonwagens nog eens volledig uit de doeken ge daan. En dat is nodig in deze tyd van woningnood nu vele gezinnen uit barre nood hun toevlucht hebben gezocht in woonschip of woonwagen Vóór 1918 kon elke gemeente elk woonschip en elke woonwagen de toegang weigeren. Maar nadat in 1918 de wet op woonwagens en woonschepen van kracht werd en de wet normen voorschreef, waaraan deze voer- of vaartuigen moesten voldoen, wilden zy als woning in aanmerking genomen worden, zyn de tot dan toe steeds aangevoerde gronden van weigering vervallen. „Zodat aan deze medeburgers gelijke vrijheid verleend moest worden, om tydelyk6 verblijfplaats te kiezen als ieder ander burger". Zo luidt het in de memorie van toelichting op deze wet. Willen de gemeenten niet voor het feit geplaatst worden, dat elke woon wagen of elk woonschip zich op iedere willekeurige plaats in de ge meente nestelt, dan dienen de ge meentebesturen een bruikbare plaats aan te wyzen, welke als standplaats gekozen moet worden. Het is al weer enkele weken ge leden, dat wy voor onze lezers een overzicht gaven van h6t gebeuren in Indonesië, dat reeds door het feit dat vele van onze jongens daar vertoe ven, dikwijls in het middelpunt der belangstelling staat. Dit is niet ge beurd omdat in Indonesië nu alles zo schitterend verloopt, maar hoofd zakelijk omdat de berichten uit dit verre land niet alleen weinig, maar ook dikwijls zo eenzijdig mogelijk zijn. Intussen zijn er weer verschillende belangrijke feiten gebeurd, die mis schien in de toekomst verstrekkende gevolgen kunnen hebben. We hebben na een deviezenregeling gezien, dat het binnenlandse geld plotseling middendoor wordt gescheurd enprac- tisch de helft meer waard was. Dat door deze handeling niet de Indone siër, die practisch voor 90 pet. van de enen dag in de andere leeft, getroffen wordt, is wel logisch. De Nederlandse ambtenaar, die hun hulp aan de Indonesische regering ver strekken, zijn hiervan de dupe, zoals zy ook de dupe zyn, van het gros der maatregelen der Indonesische regering. Ziet men van de ene kant de ver klaring van een minister van Onder wijs, dat men zelfs de Nederlandse onderwijzers niet kan missen, aan de andere kant probeert men, hetzy onbewust, hetzy met opzet de Neder landers zo klein mogelijk te krygen. Het was dan ook wel logisch dat dit punt op de Unie-conferentie zou besproken worden. Een drietal Neder landse Ministers hebben in Djacarta geconfereerd met hun ambtsgenoten van de R.V.I. en zyn weer met een buitengewoon optimisme in Neder land teruggekomen. Intussen heeft het verleden geleerd, dat het opti misme van onze ministers, zeker op dit gebied, nog niet altijd gerecht vaardigd is, integendeel. Toch beeft men wel resultaten kunnen bereiken getuige onderstaande opsomming. Er wordt een gemengde commis sie benoemd, die het vraagstuk Nieuw-Guinea zal bestuderen en die uiterlijk i Juli haar rapport zal moeten indienen by de beide regeringen. Nederland zal Indo nesië twee honderd millioen gul den lenen. Er is een nieuw betalingsaccoord overeengekomen wat voorziet voor hec komende halfjaar in een exportmogelykheid van Nederland naar Indonesië van 126 millioen gld. De export van Indonesië naar Nederland zal op de huidige basis in het ko mende halfjaar ongeveer 175 millioen gld. bedragen. De rege ring der V.S.I. zal een commissie in het leven roepen, waarin de Nederlandse ambtenaren vertegen woordigd zullen zyn, en die een nader onderzoek zal instellen naar de van de zyde der Neder landse ambtenaren naar voren gebrachte moeilijkheden. De Ne derlandse militaire missie mag de 800 man niet te boven gaan. In afwachting van de reorganisatie van het K.N.I.L. en van de terug voering van de Nederlandse strijdkrachten uit Indonisië zal onmiddellyk een voorlopige Ne derlandse militaire missie worden gevormd. Ook zy zal de 800 man niet te boven gaan. Hoewel verschillende andere punten van bovenstaande lyst een bespreking waard zyn, willen wy ons nu beper ken tot de kwestie Nieuw Guinea en de reorganisatie van de K.N.I.L. Het bliikt, dat de Indonesische regering haar wensen inzake Nieuw- Guinea een heel stuk gematigd heeft, tenminste niet meer zo hard aandringt op een zo snel mogelijke vereniging met de Verenigde Staten. Het gedrag van Australië, Amerika en Engeland zal hier niet vreemd aan zyn. Ook de binnenlandse toestand van de nieuwe staat is nog allesbehalve veilig. Dat blijkt o.a., ook wel uit de gebeurtenissen van Makassar deze week, waar de mensen van Oost- Indonesië, ondanks de eenstemmige vóór beslissing van hun parlement zich weigeren aan te sluiten en in vereniging met oud-soldaten van de K.N.I.L., ontevreden over de nog steeds niet uitgevoerde beloften, troepenschepen der Republiek terug zonden. Dat men het ook in de regering zelf niet eens is over de geprojecteerde eenheidsstaat, blykt bovendien nog uit de arrestatie van een minister Sultan Hamid, die in verbinding schijnt gestaan te hebben met Wes terling. Resumerend kan men dus zeggen, dat inderdaad pogingen gedaan wor den om dit ryke land er weer boven op te helpen, pogingen, die echter aan de andere kant weer worden tegen gewerkt door de pogingen van de Repoebliek om tegen beter weten in, een grote eenheidsstaat van de Verenigde Staten te maken. Hierdoor ontstaat op politiek terrein een tweedracht, die ook het econo mische leven verlamd, terwy'l boven dien de goede hulp der Nederlanders niet naar waarde wordt geschat en gewaardeerd. Dit zijn droeve feiten en de oplos sing van de talrijke moeilijkheden worden hierdoor voor een groot deel verijdeld. Van verschillende zyden hebben ons reacties bereikt over het voor naamste punt van de vorige week Donderdag gehouden Raadsverga dering, namelijk het verleende crediet aan B. en W. van f 4000.—ter gelegenheid van het bezoek van H. M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard aan gemeente. Daar alle practisch op hetzelfde neerkomen, mogen wy volstaan met een korte samenvatting van al do bezwaren, die men heeft tegen deze zogenaamde credietverlening. Het zyn grotendeels ook de bezwa ren, die in de Raad naar voren zyn gekomen, maar de weerlegging daar van is misschien niet duidelijk ge noeg geweest. En om op dit punt geen misverstand te laten bestaan, komen wy er nog even op terug. Het Konink'.yk bezoek, zo redeneert men, komt een half uur in Venray, de reis met instijgen, uitstappen e.d. duurt een kwartier, 5 minuten kan men tellen voor gemeentehuis en kerk, zodat er nog 5 minuten over-

Peel en Maas | 1950 | | pagina 1