TWEEDE BLAD
De Sta ten-stembus
wacht
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
4}et gebed mm
de ptiedecA.
fy.it Qosteum 6
geschiedenis.
Drie Eerste H. Missen
in Venray
BEL BIJ BRAND
392
Hioobs
Jubileumrevue
Mnuiagens
De toestand in
tfndói
neSië
De kÖÖÖ gulden.
Zaterdag 15 April 1950 No. 15
Een en Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprijs
p«r irwartaal
voor Venray fl 1.00
ouitun Vtmiay 1.20
uitsluitend vooruitbet.
De Statenverkiezingen staan weer
voor de deur. Na 't vaststellen van
de candidatenlysten, wat hier en
daar nog al wat actie en teleurstel
ling gaf, is de aandacht van de grote
massa van het kiezerscorps weer
volkomen geluwd.
Op 26 April de dag van de offi
ciële stemming zal het wel even
weer spannen en dan is de zaak af.
Toch is dit niet de juiste houding
tegenover de Statenverkiezing.
Nog al te vaak ziet men deze als
een verkiezing van zeer ondergeschikt
belang, in elk geval van minder im
portantie dan de Raadsverkiezing of
de verkiezing voor de Tweede Ka
mer.
De Statenverkiezing is echter geen
graad minder belangryk dan de beide
andere democratische mogelijkheden
om zijn mening te zeggen.
Zoals bekend vormen de Provinci
ale Staten het college, dat het pro
vinciaal bestuur voor zyn rekening
neemt.
Deze Staten praten tegenwoordig
over heel wat meer zaken dan alleen
maar wegen en bruggen enz. Zy
nemen ook beslissingen in kwesties,
waarbij ook het principe een belang
rijke rol speelt.
Alleen daarom is het al verkeerd,
de komende verkiezingen minder
waarde toe te kennen.
Daar komt nog by, dat het dage
lijks bestuur der provincie, de H.H.
Gedeputeerden in deze na oorlogse
tyden zeer grote bijzondere bevoegd
heden hebben gekregen, bevoegd
heden, die zover om zich heen grijpen
dat vele raadsbesluiten eerst hun
goedkeuring behoeven om te kunnen
worden uitgevoerd.
In de practijk komt dat hierop
neer, dat de Staten meeregeren in
gemeentelijke aangelegenheden. De
belangen der gemeenten zyn dus voor
een behoorlijk deel aan de Staten
gekoppeld.
Geen wonder dus, dat de politieke
partijen hun uiterste best doen om
hun invloed in het bestuur der pro
vincie zo groot en zo effectief mogelijk
te doen zyn.
Een ander aspect van de Staten
verkiezingen, een zeer belangrijk
aspect is het, dat mei} als kiezer op
indirecte wyze zyn mening te ken
nen geeft over de landspolitiek en er
zelfs indirect een zekere invloed op
uitoefent, want om de drie jaren
treder. leden der Provinciale Staten
op als kiesmannen voor de gedeelte
ly'ke vernieuwing van de Eerste
Kamer.
Van de uitslag der Statenverkiezing
hangt dus gedeeltelijk de samenstel
ling van de Eerste Kamer at.
Deze verkiezing vormt hierdoor
voor de diverse politieke partijen een
nieuwe krachtmeting en zal ook als
zodanig gezien moeten worden.
Deze verkiezing zal ook aantonen,
of de politieke lyn, die door de kiezer
getrokken is van de Kamerverkiezing
naar de Gemeenteraadsverkiezing
doorgetrokken wordt.
Opnieuw zal moeten blijken of het
versterken van het zogenaamde mid>
denblok doorgaat en de verdere af
brokkeling van links.
Het mooiste zou zijn, indien hier,
evenals in Engeland, het communis
me volkomen uit de regering werd
weggevaagd.
Ons verkiezingssysteem is hierop
echter niet ingesteld, maar wel is
het te hopen, dat het nuchtere Ne
derlandse verstand zegeviert over die
zoete lokroep uit het Oosten.
By de Kamerverkiezingen liepen
de trawanten van Moskou 2 zetels
achteruit en by de Raadsverkiezing
bewoog zich het getal aanhangers
nog steeds in dalende lyn. Hopen lijk
laten de Statenstembussen eenzelfde
geluid horen.
Al met al doen deze verkiezingen
dus zeker niet onder in belangryk
heid voor de overige verkiezingen in
ons land. Moge de Nederlandse kie
zer ook nu zijn democratische plicht
verstaan.
Waarom is het nog nodig, zoveel
voor de priesters te bidden, als die
van binnen door de genade en van
buiten door welwillend toezicht tegen
alle hinderlagen en valstrikken van
de duivel zo deugdelijk beschermd
.worden
Op het eerste gezicht lykt het ook
volkomen overbodig, daar ze zelf mid
den in het. heiligdom en vlak naast
de bronnen staan, waar ze over het
levende water kunnen beschikken om
hun dorst te lessen, zoveel ze ver
kiezen.
Als we echter wat dieper op de
zaak ingaan, zien we duidelijk in,
hoe noodzakelijk onze voorbede voor
hen is.
De priester moet ons tot de vol
maaktheid brengen. Daar niemand
geeft, wat hy zelf niet heeft, zal de
priester dus op de eerste plaats zelf
volmaakt moeten zyn, of er althans
ernstig naar moeten streven.
Want meer vraagt God zelfs niet
van ons, dan dat we er ons serieus
op toeleggen volmaakt te worden.
Zo wordt van allen, die naar het
klooster gaan, niet gevraagd, of ze
volmaakt zyn, maar of ze hun best
zullen doen volmaakt te worden. Als
de priester zelf volmaakt is, zal zijn
zielenijver des te groter zyn, zal zijn
priesterwoord meer indruk maken,
zullen wy, de gelovigen, in hem ons
voorbeeld „Christus" gemakkelijker
terugvinden.
De priester leeft midden onder zijn
volk, in het hart van onze zondige
wereld vol materialisme en zinnen-
lust. Ondanks zya wijding is hij mens
gebleven, staat dus open als ieder
ander mens voor alle indrukken van
buiten.
Zyn ziel is gevoelig gebleven voor
het kwaad. De zondige neigingen van
zyn natuur zyn niet gestorven. Van
de zeven hoofdzonden is er niet één
met wortel en tak uitgeroeid. Ook
hy wordt door de grote verleider
benaderd in verschillende gedaanten
en iedere gestalte is gemaskerd en
geen enkele laat bokspoten en klauw-
vingers duidelijk zien.
Ook hy is een kind van zyn eeuw,
een vrucht van zyn tijd. Ook hy
redeneert niet altijd zuiver geestelijk,
ook hij is niet altijd even sterk in
zyn aspiraties op het Godsrijk inge
steld. Ook hij is een kind van de
wereld en niets van al het mense
lijke is hem vreemd.
Er zyn nog bijzondere gevaren, die
hem als priester dreigen.
Zyn houding moet eenvoudig en
nederig zyn en steeds voelt hij in
zich iets, dat hem aandrijft zelfver
zekerd en uit de hoogte te zyn. Hy
voelt zich hoog boven de gewone leek
verheven en meent daarom tegen
over hem altijd gelijk te moeten
hebben. Hy wordt vaak gevierd en
gevleid en moet er bescheiden onder
blyven.
Zeer velen komen tot hem om
steun en bemoediging, om troost in
hun harteleed en hy moet zyn eigen
hart vasthouden, dat het niet naar
het al te menselijke overhelt, dat
het niet week en zwak wordt. Hy
hepft succes en is zo graag geneigd
zichzelf ook iets van de eer toe te
schrijven, of juist omwille van het
succes dit met goedkope sensatie
trachten te kopen.
De priester is de uitdeler, de over
brenger van Gods genaden. Over
hoe meer genaden de priester de
vrije beschikking heeft, des te vrucht
baarder, des te gezegender wordt
zyn priesterleven.
We zyn er heilig van overtuigd
dat de welsprekendste priester niets
kan uitrichten, dat zyn bezield woord
niets meer is dan een holle en luid
ruchtige fanfare, zonder de genade.
Wat een priester in de zielen tot
stand brengt, heeft hij aan de genade
te danken en aan niets anders.
Hieruit blijkt afdoende, dat er
nooit genoeg voor de priesters kan
gebeden worden, dat ze steeds ge
nade tekort komen.
Dat hier voor alle mensen van
goede wil, voor alle brave en vrome
zielen,, een arbeidsveld open ligt,
even groot en wyd als de wereld,
want alle mensen, zonder onder
scheid zyn tot de genade van Chris
tus geroepen. De velden staan wit
voor de oogst, maar het zijn de
bidders, die de oogst werkelijk bin
nenhalen op de schouders der pries
ters.
Hoe meer dat zij door het werk
van hun zielzorg in beslag genomen
worden, hoe minder tijd er voor hen
overblijft om te bidden, des te meer
moet er door ons voor hen gebeden
worden, opdat door hun ministerie
het Rijk Gods tot alle mensen moge
komen.
P. H. RONGEN, O.C.R.
Oude mensen spreken dikwijls by
voorkeur over „die goeie ouwe tijd".
Was die oude tijd dan werkelijk zo
goed Ja en neenl
De oude tyd was goed, omdat de
mensen met heel weinig tevreden
waren, ook omdat ze niet beter wis
ten. In die oude tyd was er heel
weinig geld en veel werd dan ook in
natura betaald.
In de historie van Oostrurn, ge
schreven door de ZEw. heer Mart. J.
Janssen z.g., destijds kapelaan te Well,
later pastoor te Meerlo, lezen wij, dat
in 1759 „ene sterke boerenkoemeid,
die tevens alle ander werk verrichten
moest" per jaar verdiende, als loon,
13 gulden permissie en als „toebaat"
een tierteye schort, twee ellen grof
wercke doek, acht ellen hemdendoek,
een paar klompen, een paar socken,
een paar hosen (kousen) en een flessen
(van vlas), schortel (voorschoot).
Yoor dit loon moest dit meisje
gaan dorsen (alles gebeurde toen met
de vlegel). Om„zes uur moest ze gaan
melken en om zever, uur ontbijt (pap
met roggebrood). Dit brood werd door
de boeren zelf gekneed en gebakken.
Als kwajongen heeft schrijver dezes
nog gezien, dat zo iemand met blote
voeten in een groten trog zijn deeg
stond te kneden; dat is nu dan een
veertig jaren geleden.
Nu nog vindt men by oude boer
derijen een klein huisje met een
schoorsteen erop, dit zyn de z.g.
„bakhuuskes". Boter werd er door de
boeren niet gebruikt dan met kermis
of bruiloft en al evenmin suiker.
Zoals het loon der dienstboden in
natura of toebaat werd betaald, zo
gebeurde het met veel, wanneer er
betaald moest worden. De kasteelheren
hadden „tienden" van de rogge, gerst
of haver, van al hun verpachte gron
den, evenals de kerken.
De gronden van de Kapel Oostrum
zyn grotendeels geschonken door
Ridder Jan van Broekhuizen in het
jaar 1450, toen genoemde ridder -
wiens huwelijk kinderloos was - zyn
testament of uiterste wilsbeschikking
maakte, alvorens als kruisridder naar
het Heilig Land te vertrekken.
Ridder Jan wenste dit te volbrengen
tot lof en eer van God en zaligheid
van eigen ziel en de zielen van zyn
ouders, voorvaderen en zyn echtgenote
vrouwe Anna van der Straeten.
Zeer vele goederen werden aan de
kerken vermaakt by testament, maar
de voornaamste stichting, die Jan van
Broekhuizen tot stand bracht, was
het klooster der Reguliere Koorheren
te Oostrum, dat later het zusters
klooster Bethlehem was, waarover
reeds eerder werd geschreven.
Zeer vermoedelijk is ridder Jan in
het jaar van zyn reis naar het Heilig
Land op 17 December 1450 aldaar
overleden. Zyn weduwe Anna stichtte
in de kerk van Horst tot troost en
heil van haar huisheer zaliger en de
zielen van haar en hun beide ouders
en de voorouders, een jaargetijde,
waartoe zij 100 overlandse Rynsche
guldens besteedde.
Bij testament schonk zy de Cam
beekse hoeve en meerdere kleinoden
aan het Oostrumse klooster.
De tienden, welke op de gronden
van kerken en kasteelheren rustten,
waren tot een vijftig, zestig jaren
geleden nog geldend. Thans zyn
deze byna allemaal uitgekocht of in
vergetelheid geraakt.
Vroeger jaren stond in ieder dorp
de zogenaamde tiendschuur. Zo'n
schuur bestond uit vier zware palen
met gaten, waarin eiken peggen
waren gestoken (te vergelijken met
zware nagels) waarop een spits toe
lopend dak van stro. Dit dak rustte
op de bedoelde peggen en kon zodoende
hoger of lager gesteld worden, naar
gelang er meer koren was.
De tienden betalen betekende, dat
een tiende gedeelte van de oogst door
de pachters van de gronden moest
worden gegeven aan de eigenaars der
gronden, te weten de kerken of de
kasteelheren.
Deze tienden werden gerekend van
de gast (een hoopje garven). Doch de
pachters waren vroeger ook al niet
anders als de mensen \an vandaag
en ze maaiden dan de tiende garve
veel dunner dan de andere.
Vroeger, naar men zegt althans, zei
een Rector op de preekstoel des
Zondagsmorgens: Laat ons nog een
Vaderons bidden voor die ongelukkige
kantgarv9, die altijd in de tiendgast
valt.
Ging dat dan allemaal zo maar
met die dunne garven
Neen, integendeel, ook daar waren
maatregelen voor. Daarvoor had men
de gezworen tellers van tienden,
deze mensen waren beëdigd, gingen
de akkers af met bosjes berkenrijs,
waarvan ze er op de tiende hoop een
neerstaken, als teken, dat deze dan
moest blijven staan.
Was nu die tiende gast van die
ongelukkige dunne garven ofwel zg.
kantgarven, dan nam hy de negende
of de elfde en zorgde zo, dat zyn
heer niet te kort kwam.
Al waren er vroeger niet zoveel
wetten en politie als tegenwoordig,
toch was er ook toen orde en recht
spraak en deze lag ook veel in handen
der oude kasteelheren. P. en P.
De schone traditie van een Eerste
H. Mis met Pasen, werd dit jaar wel
bijzonder in ere gehouden door de
3 jonge priesters, die resp. in Leunen
en Venray-kom, gedurer.de de Paas
dagen hun eerste plechtige H. Mis
opdroegen.
By de indrukwekkende lijst zijn
weer drie namen toegevoegd en wy
mogen verwachten, dat ook zy Ven-
rays naam zullen hoog houden.
Zeer Eerw. Heer B. Goumans
Terwy'l Zondagmorgen het weer wel
buitengewoon slecht was, trok deze
neomist langs de versierde straten in
een feestelijke stoet, voorafgegaan door
bruidjes en Harmonie, naar de Sint
Petrus Banden, waar om 10 uur het
plechtig Misoffer aanving.
Het kerkkoor zong de Missa Infes-
torum van Palestrina en aalmoezenier
Sehreurs, hield de gloedvolle feest-
predicatie, waarin hy wees op de be
tekenis van de waardigheid van het
priesterschap.
De priester werd bij de H. Mis ge
assisteerd door de Hoog Eerw. Heer
Deken, de Zeer Eerw. Heren van
Leipzig, v.d. Pasch en Keyzers.
Na de H. Mis ging het naar de
ouderlijke woning, waar de neomist
door Dr. Sala en de heer Gooren werd
toegesproken, die de felicitaties aan
boden van Harmonie, Mannenkoor en
van geheel Venray.
Twee kleine bruidjes vertolkten de
gevoelens van de buurt.
Verschillende geschenken werden
verder aangeboden en de receptie die
er op volgde was zeer druk bezocht.
In zyn vlot dankwoord wees ook de
Zeer Eerw. Heer Goumans op de be
tekenis van deze dag voor een jonge
priester en- hij dankte allen zeer har
telijk voor de steun, hem bij het
volgen van zyn roeping gegeven.
Zeer Eerw. Heer v. Kempen
Leunen had zich wel bijzonder op
gemaakt voor zyn neomist de Zeer
Eerw. Heer van Kempen. Want in
een grote stoet, tvaarin o.a. de school
jeugd, de fanfare, Jong Nederland en
den ruiterclub aanwezig waren, werd
de jonge priester ter kerke geleid,
waar het koor op buitengewone wijze
Paas-Maandag „draaide" zoals
de eigenaardige technische uitdruk
king heet Hioob de premiere van
haar se revue „Naag Nel".
Ondanks het ^eer slechte weer was
de zaal goed bezet en was er een
talrijk publiek. Na het gebruikelijke
Venrayse half uur, werd dan begon
nen met een tamelijk slap begin,
waarin de uitdrukking Naag Nel
haar ontstaan vindt.
De familie Hekkegat met vader,
Flora, Maan en Mathies belanden op
de maan, op een schip, op een walvis
en in Italië en dat alles op zulk een
vreemde wyze, dat men over'veel
fantasie beschikken moest om het
gehele verhaal teï)lyven volgen.
Ondanks allo critiek is ook deze
revue het bezien zeker waard. Want
in de grote hoop liedjes b.v. zyn er
enkele zeer goede, zoals„As Venray
Brabants was", „We gaan pikkeniere"
en „Wat en water wor Vader".
Bovendien is de familie Hekkegat
weer in optima forma en haar milde
critiek op Venrays doen en laten.
Verschillende aardige idees heeft men
hiervoor uitgewerkt en het gelach
was dan ook niet van de lucht.
Hioobs Jubileumrevue, die op vlotte
wyze muzikaal omlynd werd dooi
de Peelzwervers, had een betere voor
bereiding en uitvoering verdiend, maar
bezat toch vele taferelen die een
bezoek overwaard zyn. De bloemen
die de heer J. Rutten aan het gezel
schap aanbood waren dan ook wel
verdiend.
Geen woonwagen of woonschip dat
aan de wettelyk. voorgeschreven nor
men voldoet, zal de toegang tot de
Nederlandse gemeenten geweigerd
kunnen worden. Wel mogen de ge
meenten ingrypen voor wat betreft
de plaats, welke de voer- of vaartui
gen in de gemeente of standplaats
dienen in te nemen. Beperkende
politieverordeningen voor deze stand
plaats kunnen slechts van kracht
zyn, indien de gemeente een bruik
baar terrein voor het parkeren van
woonwagens beschikbaar heeft ge
steld. Dit zyn de voornaamste con
clusies, welke uit de overwegingen
van mr. L. Bronsgeest, kantonrechter
te Maastricht, getrokken kunnen
worden en die geleid hebben tot
ontslag van rechtsvervolging van
enkele woonwagenbewoners, die een
willekeurige standplaats in de ge
meente Maastricht hadden ingenomen,
toen in het woonwagenkamp geen
plaats meer was.
een meerstemmige Mis ten gehore
bracht.
Geassisteerd door de Zeer Eerw. Heer
Pastoor, Pater Sergius Emonds O.F.M.
en zyn Heerneef, voltrok de nieuwe
priester hier het H. Offer, waaronder
zyn heerneef de feestpredikatie hield
Na de H. Mis werd de Z.E. Heer,
weer met dezelfde feestelijke stoet
weer naar zyn ouderlijke woning ge
bracht waar de heer Weys, hem
namens geheel Leunen hartelijk geluk
wenste met zyn wijding.
Ook hier dankte de jonge priester
aangedaan voor de vele hartelijke
bly'ken van belangstelling.
Was het weer Zondag zeer slecht
en hadden wind en regen veel afbreuk
gedaan aan de schitterende versie
ringen, die door de verschillende
buurten waren verzorgd, ook Maandag
was het niet prettig toen de
Zeer Eerw. Heer Lemmen
begeleid door bruidjes familie en
geestelijkheid naar de Sint Petrus
Banden trokken.
Geassisteerd door de Hoog Eerw,
Heer Deken, de Z.E. Heer Keyzers.
Pater Isidorus Lemmen, Pater Claes-
sens "en zyn neef droeg de jonge
priester zyn Eerste H. Mis op, waarby
het kerkkoor weer een meerstemmige
Mis ten gehore bracht.
Zijn heerbroer Pater Isidorus hield
een boeiende feestpredicatie.
Na afloop van de mooie plechtig
heden werd de neomist door Harmonie
en Mannenkoor naar het feestelijk
versierde Brukske geleid, waar de
heren Vercauteren en Gooren, weer
de tolk van geheel Venray waren by
hun felicitatie van de jonge priester
en zyn familie.
De Z.E. Heer Lemmen, was in zyn
vlot dankwoord zeer dankbaar voor
alles wat hem was bereid en speciaal
zyn Roods woord tot de bewoners van
het Brukske was zeer sympathiek.
Zo was ondanks het gure weer,
ondanks de verregende Pasen, blijd
schap in vele harten om de grote uit
verkiezing van deze Venrayse jonge
mannen tot de eer der altaren.
In dit principieel proces, dat door
mr. W. Dassen te Maastricht aan
hangig is gemaakt, werden depositie
van woonschepen en woonwagens
nog eens volledig uit de doeken ge
daan. En dat is nodig in deze tyd
van woningnood nu vele gezinnen
uit barre nood hun toevlucht hebben
gezocht in woonschip of woonwagen
Vóór 1918 kon elke gemeente elk
woonschip en elke woonwagen de
toegang weigeren. Maar nadat in
1918 de wet op woonwagens en
woonschepen van kracht werd en de
wet normen voorschreef, waaraan
deze voer- of vaartuigen moesten
voldoen, wilden zy als woning in
aanmerking genomen worden, zyn
de tot dan toe steeds aangevoerde
gronden van weigering vervallen.
„Zodat aan deze medeburgers gelijke
vrijheid verleend moest worden, om
tydelyk6 verblijfplaats te kiezen als
ieder ander burger". Zo luidt het in
de memorie van toelichting op deze
wet.
Willen de gemeenten niet voor het
feit geplaatst worden, dat elke woon
wagen of elk woonschip zich op
iedere willekeurige plaats in de ge
meente nestelt, dan dienen de ge
meentebesturen een bruikbare plaats
aan te wyzen, welke als standplaats
gekozen moet worden.
Het is al weer enkele weken ge
leden, dat wy voor onze lezers een
overzicht gaven van h6t gebeuren in
Indonesië, dat reeds door het feit dat
vele van onze jongens daar vertoe
ven, dikwijls in het middelpunt der
belangstelling staat. Dit is niet ge
beurd omdat in Indonesië nu alles
zo schitterend verloopt, maar hoofd
zakelijk omdat de berichten uit dit
verre land niet alleen weinig, maar
ook dikwijls zo eenzijdig mogelijk
zijn.
Intussen zijn er weer verschillende
belangrijke feiten gebeurd, die mis
schien in de toekomst verstrekkende
gevolgen kunnen hebben. We hebben
na een deviezenregeling gezien, dat
het binnenlandse geld plotseling
middendoor wordt gescheurd enprac-
tisch de helft meer waard was. Dat
door deze handeling niet de Indone
siër, die practisch voor 90 pet. van
de enen dag in de andere leeft,
getroffen wordt, is wel logisch. De
Nederlandse ambtenaar, die hun hulp
aan de Indonesische regering ver
strekken, zijn hiervan de dupe, zoals
zy ook de dupe zyn, van het gros
der maatregelen der Indonesische
regering.
Ziet men van de ene kant de ver
klaring van een minister van Onder
wijs, dat men zelfs de Nederlandse
onderwijzers niet kan missen, aan de
andere kant probeert men, hetzy
onbewust, hetzy met opzet de Neder
landers zo klein mogelijk te krygen.
Het was dan ook wel logisch dat
dit punt op de Unie-conferentie zou
besproken worden. Een drietal Neder
landse Ministers hebben in Djacarta
geconfereerd met hun ambtsgenoten
van de R.V.I. en zyn weer met een
buitengewoon optimisme in Neder
land teruggekomen. Intussen heeft
het verleden geleerd, dat het opti
misme van onze ministers, zeker op
dit gebied, nog niet altijd gerecht
vaardigd is, integendeel.
Toch beeft men wel resultaten
kunnen bereiken getuige onderstaande
opsomming.
Er wordt een gemengde commis
sie benoemd, die het vraagstuk
Nieuw-Guinea zal bestuderen en
die uiterlijk i Juli haar rapport
zal moeten indienen by de beide
regeringen. Nederland zal Indo
nesië twee honderd millioen gul
den lenen. Er is een nieuw
betalingsaccoord overeengekomen
wat voorziet voor hec komende
halfjaar in een exportmogelykheid
van Nederland naar Indonesië
van 126 millioen gld. De export
van Indonesië naar Nederland zal
op de huidige basis in het ko
mende halfjaar ongeveer 175
millioen gld. bedragen. De rege
ring der V.S.I. zal een commissie
in het leven roepen, waarin de
Nederlandse ambtenaren vertegen
woordigd zullen zyn, en die een
nader onderzoek zal instellen
naar de van de zyde der Neder
landse ambtenaren naar voren
gebrachte moeilijkheden. De Ne
derlandse militaire missie mag
de 800 man niet te boven gaan.
In afwachting van de reorganisatie
van het K.N.I.L. en van de terug
voering van de Nederlandse
strijdkrachten uit Indonisië zal
onmiddellyk een voorlopige Ne
derlandse militaire missie worden
gevormd. Ook zy zal de 800 man
niet te boven gaan.
Hoewel verschillende andere punten
van bovenstaande lyst een bespreking
waard zyn, willen wy ons nu beper
ken tot de kwestie Nieuw Guinea
en de reorganisatie van de K.N.I.L.
Het bliikt, dat de Indonesische
regering haar wensen inzake Nieuw-
Guinea een heel stuk gematigd heeft,
tenminste niet meer zo hard aandringt
op een zo snel mogelijke vereniging
met de Verenigde Staten.
Het gedrag van Australië, Amerika
en Engeland zal hier niet vreemd aan
zyn.
Ook de binnenlandse toestand van
de nieuwe staat is nog allesbehalve
veilig. Dat blijkt o.a., ook wel uit de
gebeurtenissen van Makassar deze
week, waar de mensen van Oost-
Indonesië, ondanks de eenstemmige
vóór beslissing van hun parlement
zich weigeren aan te sluiten en in
vereniging met oud-soldaten van de
K.N.I.L., ontevreden over de nog
steeds niet uitgevoerde beloften,
troepenschepen der Republiek terug
zonden.
Dat men het ook in de regering
zelf niet eens is over de geprojecteerde
eenheidsstaat, blykt bovendien nog
uit de arrestatie van een minister
Sultan Hamid, die in verbinding
schijnt gestaan te hebben met Wes
terling.
Resumerend kan men dus zeggen,
dat inderdaad pogingen gedaan wor
den om dit ryke land er weer boven
op te helpen, pogingen, die echter
aan de andere kant weer worden
tegen gewerkt door de pogingen van
de Repoebliek om tegen beter weten
in, een grote eenheidsstaat van de
Verenigde Staten te maken.
Hierdoor ontstaat op politiek terrein
een tweedracht, die ook het econo
mische leven verlamd, terwy'l boven
dien de goede hulp der Nederlanders
niet naar waarde wordt geschat en
gewaardeerd.
Dit zijn droeve feiten en de oplos
sing van de talrijke moeilijkheden
worden hierdoor voor een groot deel
verijdeld.
Van verschillende zyden hebben
ons reacties bereikt over het voor
naamste punt van de vorige week
Donderdag gehouden Raadsverga
dering, namelijk het verleende crediet
aan B. en W. van f 4000.—ter
gelegenheid van het bezoek van H.
M. de Koningin en Z.K.H. Prins
Bernhard aan gemeente.
Daar alle practisch op hetzelfde
neerkomen, mogen wy volstaan met
een korte samenvatting van al do
bezwaren, die men heeft tegen deze
zogenaamde credietverlening.
Het zyn grotendeels ook de bezwa
ren, die in de Raad naar voren zyn
gekomen, maar de weerlegging daar
van is misschien niet duidelijk ge
noeg geweest. En om op dit punt
geen misverstand te laten bestaan,
komen wy er nog even op terug.
Het Konink'.yk bezoek, zo redeneert
men, komt een half uur in Venray,
de reis met instijgen, uitstappen e.d.
duurt een kwartier, 5 minuten kan
men tellen voor gemeentehuis en
kerk, zodat er nog 5 minuten over-