a
Bij onze
Hollanders
in Brazilië.
Kansen voor emigranten
naar Liberia
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
nze uóöinemmó
4jd Hlieum $aaï.
■>miqceun
De mteld tend.
Zaterdag 7 Januari 1950 No. 1
Een en Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat 28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
Advertentieprijzen
op aanvraag verstrekt
Abonnementsprjj s
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
By een nieuw jaar behoren nieuwe
voornemens. Daarom ruimen we de
eerst op, die dik ondei' het stof of vol
modder zitten. Bij de heibergier be
ginnen we ook met een nieuwe,
schone lei en bij O.L.Heer ook.
We maken niet teveel voornemens.
Want anders vei drinken we erin en
raken verdwaald in ons eigen bos.
We nemen ons voor, alles wat rus
tiger, wat kalmer te doen, met meer
overleg, niet zo heet van de naald en
minder heet gebakerd.
Dan wordt het tempo van ons leven
rustiger en dat ls uitstekend voor
onze grote en kleine kwalen, om
sloohts te zwijgen van onze bloeddruk.
Dan letten we ook beter op onze
woorden en zullen daardoor onze mede
mensen veel minder dikwijls onaan
genaam bejegenen, want we letten
beter op onze woorden en gebaren.
Dan willen we liever luisteren dan
zelf voortdurend aan het woord zijn
en dat zal moeder de vrouw heel wat
leuker vinden. We zullen heel wat
minder vaak een stukje van onze
tong willen bijten, als we onze mond
voorbij gepraat hebben.
Verder zullen we minder dikwijls
over andere mensen praten, hun fouten
en onhebbelijkheden minder breed
uitmeten. Wij hebben er minstens
evenveel en daar zwijgen we toch ook
angstvallig over.
Tenslotte zullen we minder kan
keren over alles, wat we toch niet
kunnen veranderen. De wereld draait
toch. Waarom zouden we ons zo dik
maken?
Als we minder praten, wordt het
in onze omgeving rustiger en dit heb
ben wij- het hardst nodigrust en
stilte om tot bezinning te komen.
Op deze manier kan zelfs onze gekke
wereld nog half wijs worden.
In stilte en bezinning rijpen grote
gedachten in onsen anderen. God kan
alleen in ons groeien, als het stil is
en stilte is winst voor God en de
wereld.
P. H. RONGEN O.C.R.
Be kalender van 1949 is reeds be
dolven onder die van 1950. Het is de
eerste dagen een beetje onwennig
een nieuw jaartal te schrijven; de
routine doet ons zo gauw een ver
gissing
Nu echter veranderen we twee
cijfers en meteen hebben we de
eerste helft van de twintigste eeuw
om. Het is een bijzondere gebeurte
nis. Maar... als we zo naar buiten
kijken, is deze winter net als alle
winters.
De vorst heett nog niet aan onze
kolenvoorraad gevreten. We treuren
er niet om, zeker niet. Als wy het
bij dit laatste restje van bonnen voor
het zeggen hadden, zouden we ook
de beide komende maanden, „waarin
de dagen beginnen te lengen en de
winter te strengen", eenzelfde tem
peratuur wensen.
Nu heet 't: koud weer, duur weer,
en economisch zijn we nog lang niet
op rust gekomen om de extremiteiten
van een echte winter op te vangen.
Het voorbije jaar was in vele op
zichten een bewogen jaar.
Brandende kwesties vroegen om
een oplossing en als we alleen maar
de souvereiniteitsoverdracht noemen,
dan kunnen we zeggen, dat het
vruchtbaar is geweest, hoe men er
ook verder over denken mag.
Er is zo van alles gebeurd in de
afgelopen twaalf maanden veel
wat ons zorgen baarde en feite
lijk niet zo veel wat ons vreugde
schonk.
Internationaal is de wereld nog
niet tot rust gekomen. De naweeën
van de oorlog doen zich nog sterk
gevoelen. Ieder land leeft schier op
een eiland en heeft z'n deuren nog
dicht gegrendeld.
Gevaren dreigen nog, vooral uit
het Oosten, al zijn we een beetje
gewoon geraakt aan de spanning,
die er bestaat tussen het totale Rus
land c a. en de democratische landen.
"We kunnen daar sombere theorieën
over opzetten, maar we hebben voor
eerst de lealiteit te aanvaarden, in
de hoop, dat het zonder een gewa-
pond treffen zal aflopen en, dat uit
de botsing der meningen toch nog
iets goeds te voorschijn zal komen.
Zo nu en dan vreesde men het
ergste, doch dank zij de verbonden
heid van het democratische bloc
zette de Russische beer geen stap
verder in Westelijke richting.
Hopen we, dat het zo zal blijven.
In het Verre Oosten vielen intus
sen de slagen dubbel hard. China is
nagenoeg helemaal communistisch en
onder de voet gelopen. Om dat\r het
gevaar te keren, heeft ons land op
aandringen van de grote machten,
spoed gemaakt met aan Indonesië
zelfstandigheid te geven.
Dit vooral heeft een grote rol ge
speeld in de vroege souvereiniteits
overdracht.
Moge het offer dat ons land bracht
er daadwerkelijk toe medewerken,
dat het extreme gevaar ook daar
ingedamd wordt.
Er zy'n nog vele, zij het kleinere
geschilpunten, die de wereld in be
roering brachten, doch deze vallen in
het niet bij dit ééne: een halt toe
te roepen aan het communistische
gevaar.
Over politiek kan de geschied
schrijver, die 1949 bekijkt, heel wat
schrijven. Wij zullen het bij deze
summiere opsomming laten.
Bezien we hoe ons land er econo
misch voor staat, dan hebben we ook
voor 1950 weinig reden om bijzonder
optimistisch te zijn.
De diefstal van 25 milliard harde
Nederlandse guldens, die Duitsland
pleegde, ligt ons nog zwaar op de
maag. Om het duidelijker te zeggen:
we zitten nog in de put!
Onze uiterlijke welstand we
willen dit woord nog eens gebruiken,
ook al moesten we er eigenlijk een
ander voor in de plaats stellen
drijft voor een belangrijk deel op
de Marshall-hulp
Als die in 1952 afloopt, moeten we
op eigen benen staan. Het is te be
grijpen, dat er dan nog heel wat
gebeuren moet, dat er dan nog heel
wat ten goede moet veranderen.
Zeker, we doen diligente pogingen
daartoe, maar men kan nu een
maal van een kikvors geen veren
plukken.
In heo streven onze staathuishoud
kunde in orde te maken, moeten we
ons grote lasten opleggen. Moeten
we sober leven en hard werken.
Speciaal de laatste maanden van
het voorbije jaar hebben we dat
weer aan den lijve kunnen onder
vinden. De Regering is er noodge
dwongen toe moeten overgaan de
subsidies op verschillende artikelen
te laten vervallen, hetgeen betekent
dat deze duurder zijn geworden, zö
duur, dat het voor vele gezinnen
uiterst moeilijk is de eindjes aan
elkaar te knoptn.
Een opsomming te geven van die
artikelen lykt ons, gezien deze over
bekend zyn, niet nodig. We worden
gedwongen sober en zuinig te leven
De hutspotten van Egypte zullen
in het pas begonnen jaar steeds
verder van ons verwijderd worden.
Minister Mansholt heeft het dezer
dagen nog eens gezegd, dat 1950 ons
op de proef zou stellen. Hopen we
intussen, dat de economische toe
stand van ons land zodanig zal ver
anderen, dat we in de nabije toe
komst een meer optimistische klank
kunnen laten horen.
Bij alle schaduwen, die over ons
land trekken, is er voor duizenden
gezinnen één lichtpunt. En dat is:
dat de 'zorgen voor onze jongens, die
in het hartje van de smaragd ver
blijven, minder worden. Zy zullen
allen repatriëren.
Al zullen dan ook nieuwe moge
lijkheden het gevolg van zyn de
vrees is toch weggenomen.
Yan de andere kant dringt het
probleem van overbevolking steeds
sterker naar voren. We doen ons
best onze industrie uit te breiden,
om te trachten daar voor velen em
plooi te verschaffen, doch ook dat
kan ons niet volledig redden.
Vooral voor boeren en tuinders is
er voor vele duizenden maar één
weg: de emigratie.
Als we dan tenslotte, nog 'n enkel
woord aan eigen huis mogen wijden,
dan is't dit, dat we wat huisvesting
betreft, aardig uit de knoei beginnen
te komen. Er is véél gebouwd.
Venray speciaal krijgt al weer een
fleurig aanzien en ook in de, laten
we zeggen agrarische bouwsector
begint schot te komen.
En... als we dan nog iets blijvends
willen schenken aan onze nakome
lingen, ondanks dekommervolle
tijdsomstandigheden, dan is het een
nieuwe kerktoren I
Dan zullen we voldaan zyn en
een beetje trots om dit kostbare
bezit.
Moge het zo zyn I
Bij het afscheid van 1949 heeft de
Regering de derde loonronde aange
kondigd, die een loonsverhoging van
5 pet. inhoudt en tevens het parool
uitgeeft van harder en efficiënter
werken.
Het zou wel eens interessant zyn
om de vele gevolgen van deze derde
loonronde te bespreken, maar wy
willen nu enkel de nadruk leggen op
een van de vele consequenties.
Langzaam maar zeker stijgt het
aantal werklozen, langzaam maar
zeker stijgt het aantal werkzoekenden.
En al zyn we, Goddank, nog niet zo
ver als voor de oorlog, we zyn reeds
lang over het hoogtepunt van de
arbeidsvraag heen en er worden weer
eisen gesteld, waaraan men twee, drie
jaren geleden nog niet durfde denken.
Geeft men het parool uit van harder
en langer werken, dan zal men niet
de arbeiders treffen, maar ook weel
de poort sluiten voor vele werk
zoekenden.
Het is als een kringgang, waarin
het een het ander naloopt.
Slechte een grote industrialisatie
en een sterk verhoogde export, kan
hieraan een gunstige wending geven.
En hiervan hebben we na de oorlog
weinig bespeurd.
Zeker onze export is gestegen, onze
industrie breidt zich uit, maar niet
in die mate als gewenst is, men kan
nu eenmaal geen ijzer met handen
breken. We zien dat in onze eigen
gemeent6, waar men veel moeite doet
voor industrie, gunstige voorwaarden
heeft geschapen, maar waar in al die
naoorlogse jaren nog te weinig is
gebeurd. En het zyn vooral onze jonge
boerenmensen, die hiervan de dupe
zullen worden. Want wat te doen
met deze jonge kerels, die gehecht
aan de landarbeid toch al zo moeilijk
kunnen overschakelen naar industrie
en handel
De grond is verdeeld, vaak reeds
in te kleine stukken en kans op uit
breiding is er maar weinig, ook door
de Peelontginningen. Maar er is niet
voldoende. Er bestaan jammer genoeg
geen juiste gegevens over het aantal
boerenjongens die thuis of elders
werken in de hoop later'eens een
eigen bedrijf te beginnen. We zyn er
van overtuigd, dat men van het aan
tal zal schrikken.
Men kan er zich niet mee van af
maken, door te zeggen, dat het toch
de schuld is van de mensen zelf, die
geen rekening houden met de be
staande feiten. Men moet gelegenheid
scheppen en daardoor deze mensen
een bestaan mogelijk maken ."Daarvoor
is nodig een snellere ontginning van
de daarvoor geschikte grond en emi
gratie, terwijl voor de toekomst een
beroepsvoorlichting in de meest uit
gebreide zin van het woord, dringend
nodig zal zijn.
Over de Peelontginningen, alsmede
over de beroepsvoorlichting willen we
het nu niet hebben, wel echter over
de emigratie. Het heeft bjj vele boeren
bevreemd, dat de regering voor los-
arbeiders de gelegenheid schept tot
emigratie, zonder hoge kosten, ter
wijl men de landbouwers rustig hun
eigen boontjes laat doppen en daar
door dikwijls grote sommen gelds ge
vraagd moeten worden om te kunnen
emigreren.
Intussen is echter gebleken, dat
van de organisaties uit hard gewerkt
wordt om ook voor de landbouwers
een behoorlijke regeling te scheppen,
zodat ook voor hen een „goedkopere"
emigratie mogelijk is.
Verder worden studiecommissies in
het leven geroepen, die overal ter
wereld de mogelijkheden voor vesti
ging onderzoeken en wordt deskun
dige voorlichting gegeven. Beide ar
tikelen, over Afrika en Brazilië in
dit blad zyn daar een sprekend voor
beeld van.
We hebben Venray se mensen reeds
weg zien trekken naar Frankrijk,
Canada. Argentinië en Brazilië, maar
meerderen zullen hun voorbeeld moe
ten volgen. Men kan het betreuren,
dat we zo goede krachten kwijt wor
den, maar voor hun eigen toekomst
en voor die van ons land is dit de
beste weg.
Grote stukken grond liggen braak
in de wereld, terwijl men hier vecht
om een hectare zandgrond, grote mo
gelijkheden liggen ter wereld nog
open, terwijl hier alles is uitgeput.
We hopen van harte, dat vele
Venrayse jonge boeren bij hun orga
nisaties eens aan zullen kloppen om
inlichtingen en, dat zy de moed zul
len hebben de grote sprong te wagen.
Dan alleen is een oplossing mogelijk,
dan alleen is een verdere splitsing
van de boerderijen tot oneconomische
bedrijven te vermijden.
Tenslotte hopen we, dat de regering
het belang van een goede emigratie
in ziet, wat ook blijkt uit de reeds
getroffen maatregelen, maar dat daar
naast voor onze jonge boeren ook
kansen geschapen worden.
De jonge boeren zullen zich op de
emigratie moeten instellen, zij moeten
zichzelf „ryp" daarvoor maken, hun
tekort aan vorming op godsdienstig
en zedelijk gebied aanvullen, hun vak
kennis verbeteren, talen leren, zich
instellen op een sober en hard leven.
Laten zy er veel over denken en
spoedig tot een beslissing komen. De
nood dwfngt...
Ir. J. G. Heymeyer staat aan het
hoofd van ton, nu reeds vrij grote
Nederlandse kolonie: de „Fazenda
Ribeirao" waar al eens eerder over
gesproken is in ons blad en waar
verschillende Venrayse boerenfami-
lie's naar toe getrokken zyn.
Ir. Heymeijer is enkele dagen voor
zaken in ons land en bleek bereid
iets te vertéllen van zyn ervaringen
interessante, moeizame en hoop
volle, aan „De Tyd", waaraan wy 't
volgende ontlenen:
450 Nederlanders zitten er nu en
zoals bekend werden deze emigran
ten geselecteerd door de Katholieke
Boeren- en Tuindersbond. Daarnaast
is er een honderdtal Brazilianen op
de Fazenda, dat hoofdzakelijk werkt
in de bouwvakken.
Men zou daarvoor natuurlijk ook
Nederlanders kunnen aantrekken,
maar deze onderneming is zeer seri
ens opgezet en wil dus geen mensen
opnemen, die het risico zouden lopen
op den duur geen
heid te vinden in Brazilië.
Aanvankelijk werd als 'te verwach
ten bevolkingscijfer voor deze neder
zetting het aantal van rond isoo
emigranten genoemd; ir. Heymeyer
ziet nu echter verder en rekent op
wat langere duur op een groei tot
3 a 4000 zielen.
Men hoopt namelijk een zekere
industrie te kunnen ontwikkelen
geen grote, op zichzelf staande pro
jecten, maar ondernemingswerk,
waardoor de Fazenda Ribeirao min of
meer self-supporting ^zal worden,
Niet alleen landarbeiders zullen op
deze katholieke kolonie een plaats
kunnen vinden ook om maar een
paar voorbeelden te noemen lei
dinggevenden op landbouwtechnisch
gebied, zakenmensen, een leraar, een
accountant enz.
Om een bestorming door gegadigden
van het emigratiebureau van de Ka
tholieke Boerenbond op de Badhuis
weg in Den Haag te voorkomen, zy
er by gezegd, dat maar niet lukraak
Jan en alleman geaccepteerd wordt.
Men zoekt doorgaans mensen, ge
schikt voor de vervulling van speci
ale functies.
Op grond van zyn ervaringen
meent ir. Heymeyer ook wel te kun
nen zeggen, dat in het algemeen
voor de landen van Zuid-Amerika
emigratie zonder een dergelijke solide
basis onbegonnen werk is.
De individuele Nederlandse emi
granten, die berooid naar de groep
hunner landgenoten toe kwamen en
daarin thans zyn opgenomen, weten
daarvan mee te praten.
Wie in Brazilië in dienstverband
begint, komt veelal niet verder. In
anderelanden, bijvoorbeeld in Canada
of Nieuw Zeeland, liggen de verhou
dingen wat dat betreft, veel gun
stiger.
Op de Fazenda Ribeirao vormen
de emigranten een coöperatie, straks
zullen zij echter een deel van het
ontgonnen gebied als eigen bedrijf
kunnen exploiteren.
Welke hun zorgen zyn
Ir. Heymeyer vertelt ons even het
I verloop van de laatste dag voor zijn
vertrek, 's Morgens, midden onder
een bespreking over het werk, komt
er een aanhollen met het nieuws van
een bevalling er worden 15 babys
verwacht op de Fazenda. Daar moet
een regeling voor getroffen worden,
want de moeder zou naar het zie
kenhuis in Campina, de dichtstnabye
stad gaan. Auto kapot, auto laten
maken.
Dan het bericht, dat er een stier
gestorven is. Waaraan Men consta
teert de beet van een insect, dat een
besmettelijke ziekte overbrengt. Dan
volgen vele moeilijkheden een vrij
gebrekkige telefoonverbinding om
het serum te pakken te krygen en
zomaar door.
„Senor Presidente" heeft aan zyn
zyde een medebestuurslid, een een.
voudige boerenzoon van een jaar oi
dertig, in letterlijke en figuurlijke zin
een man van formaat, .die geknipt is
voor zyn taak. Het gezag door de
leiding van de coöperatie uitgeoefend
is onherroepelijk en dat moet ook
wel by een zo grootscheepse onder
neming, die een vaste bestuurshand
vraagt.
Onder de hoofdleiding staan ver
schillende chefs, die op onderscheiden
taken akkerbouw, ontginning-
veehouderij, tuinbouw, civiele bouw
inkoop supervisie uitoefenen.
Er zijn ook boeren, die by de bou
wery meehelpen en het is frappant
hoe snel die zich het metselen heb
ben eigen gemaakt. De huizen zyn
eenvoudig maar zien er fris uit.
Brazilianen uit de omgeving hebben
veel belangstelling voor allerhande
zaken: de goedverzorgde kleding van
de boerendochters, de wandversiering
in de huizen, een naaimachine, sty ten
langs de deuren, een rode keuken-
uitzet en een ouderwetse petroleum
lamp.
Wel om de maand verschijnt er in
een of andere krant een reportage
en die brengt dan weer nieuwe kykers
op de Nederlandse nederzetting.
Op den duur wil men dan ook een
restaurant inrichten om de bezoekers,
die nu mevrouw Heymeyer gezel
schap komen houden, te ontvangen.
Ook belangstelling van hoge we
reldlijke en kerkelyke autoriteiten is
er geweest of nog te verwachten.
Al met al kan men zeggen, dat
zich een zekere Nederlandse faam
gevestigd h9eft, maar die geeft ook
verplichtingen. Als er dus boter
wordt afgeleverd, dan moet men
wel alle zeilen byspannen om de
kwaliteit van dit product te ver
hogen.
De boter wordt verkocht, dit wil
zeggen, dat de emigranten zelf vet
gebruiken, dat zy en hier ziet
men even de positie van de pion-
niers in Nederland wel niet op
hun brood zullen hebben gegeten.
Er zyn natuurlijk ook grotere
moeilijkheden: er is twee keer
mond- en klauwzeer geweest en
men heeft pech gehad met de aard
appelen.
Er moet hard gewerkt worden
Tydens de bloedige slaventijd, waar
in Afrika's zonen en dochteren nog als
handelswaar werden beschouwd, tra
den onder de eerste kolonisten twee
mannen met een bijzondere karakter-
aanleg naar vorenLot Carey, een
vroom aanhanger van de Baptisten
Eljjan Jahnson, een moedige strijder,
die al vlug tot leider van de groep
werd bevordeid.
Dat was in 1822. Vyf en twintig
jaar hebben deze vryheidspioniers
stand gehouden, zowel tegen de hun
als indringers beschouwende stam
hoofden van dat stuk West-Afrika
waar zij geland waren, als tegen een
honende wereld, die met een sma
lende glimlach toekeek en wel heel
weinig verwachtte van de stichting
van een negerrepubliek. Doch men
streed niet voor niets en thans is het
al weer 102 jaar geleden, dat de on
afhankelijkheid van de republiek
Liberia werd uitgeroepen en door de
wereld, met Engeland als eerste,
erkend.
Het is de republiek waarover
Graham Greene, de Engelse anteur
van formaat, zyn „Journey without
maps" schreef.
Er zyn meer lezers geweest, die
hun interesse voor emigratie naar dit
land getoond hebben, dan verwacht
mocht worden.
Verschillende brieven kwamen bin
nen van doktoren, waaronder twee
van semi artsen, die op korte termijn
willen gaan trouwen en hun vrouw
mee naar Liberia nemen. Vele van
hun vragen zyn ook voor andere
aspirant emigranten van belang.
"VVe zyn van plan een stel kin
deren te hebben. Hoe zijn de opvoe
dingsmogelijkheden in Liberia?
De kinderen in Europa of Amerika
op een kostschool doen, willen wy
niet. Voor een universitaire opleiding
zou dit niet zo erg zyn. Met 19 en
20 jaar kunnen zy op eigen benen
staan. Zo schrijft een semi arts.
In de republiek zyn een 250 lagere
scholen, waarby' men echter die in
het binnenland vanwege de primi
tiviteit zowel in onderwijs als in ac
commodatie - rustig kan uitscha
kelen.
De enige instelling waar m.ï. de
kinderen voor een goede lagere school
opleiding in aanmerking komen, is
die der katholieke Missie in Onrava.
De leerkrachten zyn er de Ierse
paters van de Orde der Afrikaanse
Missiën (dezelfde orde, die wy in Lim
burg, in Cadier en Keer, hebben,
waarvan echter de missionarissen in
de Goudkust verblijven) en enkele
door hen opgeleide Liberiaanse onder
wijzers.
Na beëindiging van deze eerste cur
sus kunnen de ouders voor een ver
dere opleiding kiezen tussen drie
middelbare scnolen, die alle drie een
goede indruk maken, doch waarvan
ik meen, dat degene van de Ameri
kaanse methodistische missie, het
„College of West Africa", debsste is.
De twee andere zynhet „Liberia
College", opgericht door de staat en
onder zwarte leiding en een pas ont
luikende middelbare school van de
Ierse paters. Een met goede gevolgen
afgelegd eindexamen by een dezer
Leergangen geeft toegang tot alle
Amerikaanse universiteiten.
Elimaat en gezondheid
Het klimaat in de Liberia, dat niet
zo heel ver van de evenaar ligt, is
uit de aard der zaak tropisch.
De ongezondste periode van het
jaar, zo werd my vóór myn vertrek
gezegd, was net d6 tyd, dat ik er ver
bleef en de overgang van het natte
naar het droge seizoen plaats heeft.
Dat was October. Doch ook dit valt
erg mee.
Dit in October ingaande „warme
tijdperk" duurt ongeveer tot ir. Mei
waarop de regentijd aanvangt, die
echter tussen Juli en Augustus weer
door de „middle-dry", enkele kurk
droge weken, onderbroken wordt.
In de meest noordelijk gelegen
plaats, by de Franse grens, Sanquelli,
vinden de zwarten zelf het te koud.
De temperatuur lijkt veel op die
in ons land, terwijl er tussen Novem
ber en Februari zes dagen zyn, dat
de „liarmattan" loeit on iedereen voor
deze uit de Soedan -komende droge
wind binenshuis vlucht.
Hoewel de temperatuur in Liberia
zeer vochtig is en myn lakens 's mor
gens by het ontwaken dikwijls nat
waren van een warme dauw. is er in
Monrovia geen muskiet te bekennen
en men kan er dan ook met een go-
rust hart zonder een afwerend en be
nauwend net, dat als een troonhemel
boven het bed hangt, gaan slapen.
ïk zou echter niemand aanraden
ook zo in het binnenland te doen; hy
zal deze roekeloosheid evenzeer be
treuren als uw correspondent, die in
Kaketa de eerste nacht in binnen
landse richting de volgende morgen
eruit zag of hy zyn hoofd en hele
lichaam in een bijenkorf gestoken
had!
Naast malaria kon ik maar zelden
constateren, dat er gele koorts voor
kwam.
Alle blanken, die ik ontmoette,
dronken slechts tweemaal gekookt en
gefilterd water en nog steeds is het
my een raadsel hoe de zwarten zich
konden wassen en drinken van kleine,
soms met watervliegjes overdekte
plassen, zonder typhus te krijgen. Het
enige, dat de Liberiaanse regering van
iedere nieuwaangekomene bij zyn ont
scheping eist, is een „pokken-briefje".
Over water, licht en voedsel
Net zomin als een spoorweg kent
het land nog een waterleiding en een
rioleringssysteem. Men behelpt zich
echter met het slaan van een put,
van waaruit het water in een tank
op het dak van het huis wordt ge
pompt. Zo kan men toch „stromend
water" en „een doorspoelend toilet"
creëren.
Een electriciteitsnet heeft Monrovia
wel. Het was tydens myn bezoek
echter een zeldzaamheid wanneer dit
het niet een of tweemaal per avond
begaf. Als plaatsvervanger en stroom-
versterker worden dan ook veelal op
benzine werkende electriciteitsopwek-
kers gebruikt, z.g. „powerplants".
Door de medewerking van reed»
meer dan tien jaar daar wonende land
genoten kon ik een lijstje samen
stellen van de levensmiddeienpryzeu
ir. Liberia.
Doordat het land zelf by lange na
niet aan de vraag naar voedsel kan
voorzien, moet 13 tot 20 pet. worden
ingevoerd.
De prijzen van deze, meestal uit
Amerika, geïmporteerde goederen zijn,
in vergelijk met voor de oorlog, met
ruim 200 pet. en die der in het eigen
land voortgebrachte producten met
350 pet. gestegen. Kleding en dranken
gingen 200 pet. omhoog, waarnaast
de lonen met 100 pet. stegen.
Een en ander komt er^i neer, dat
de kosten voor levens<floerhoud in
Liberia voor de blanken die niet
als een neger in de binnenlanden van
van ryst en apennoten kan leven
hoger zyn dan in Nederland.
Naast dit alles mag echter niet
vergeten worden, dat in deze in haar
belangrykste overgangsperiode ver
kerende jonge negerrepubliek, alle
lonen in U.S.A.-dollars worden uit
betaald. En al zijn de lonen, in tegen
stelling met vele andere zaken, slechts
met 100 pet. gestegen, het vroegere
peil waar zy op stonden was meer
dan het dubbele, in ons land.
En als er één land in West-Afrika
onze sympathie en hulp verdient, in
ruil waarvoor het c a volledige vrij
heid en grote financiële mogelijkheden
vcor de daarheen gaande emigranten
biedt zonder fiscale uitknjjpery, dan
is het wel de negerrepubliek Liberia.
en het is bepaald geen luilekker
land op de Fazenda Ribeirao, waar
van thans ïooo hectaren ontgonnen
zyn. Maar men ondervindt mede
werking van allerlei kanten en er
zit toekomst in de onderneming.
Er is een (verloren)voetbalwedstryd
gespeeld tussen een elftal uit Campi
nas en de Nederlanders. De kinderen
op school leren van de Nederlandse
zusters, die met Braziliaans onder
wijspersoneel samenwerken naast het
Nederlands de Portugese taal en
straks alleen nog maar de taal van
hun nieuwe vaderland.
Het Nederlands zullen ze thuis wel
horen en is een boerenjongen geschikt
om naar een landbouwschool hier
gestuurd te worden, dan zal hy het
schrijven van de taal zijner ouders
wel apart moeten leren.
Zo groeit een nieuwe generatie op,
langzamerhand eenwordend met de
grond, waarop jonge Katholieke Ne
derlandse gezinnen naar nieuwe
mogelyxheden zochten.
CHINA.
Rond de verwikkelingen in China
hangt een geheimzinnige waas.
Amerika heeft bekend gemaakt dat
China om hulp heeft verzocht voor
de verdediging van Formosa, het
laatste bolwerk wat de nationalisten
nu nog over hebben.
Eu het is bekend, dat verschillen
de partyen in Amerika daar wel wat
voor voelen, terwjjl anderen daaren
tegen het nationale China reeds
hebben afgeschreven en er voor zyn
om het voorbeeld van Engeland te
volg9n.
Engeland, wiens handel in Hon-
kong door de communistische ver
overingen totaal is lamgelegd en die
nu willen proberen door een erken
ning van het communistisch bewind
weer de wind in de zeilen te krygen.
Principieel is dit natuurlijk aller
minst, maar het hemd is Engeland
schijnbaar nader als de ro.k.
Wat er ook van zy, Amerika staat
op een tweesprong. Verdedigt het
Formosa, dan komt het in conflict
met Engeland en het is een vraag,
of deze verdediging nut zal hebben,
daar de Chinese legers in zich niet
te vertrouwen zyn.
Verdedigt men hot niet, dan is
definitief een streep gezet onder de
grootse plannen, die Amerika in de
naoorlogse jaren met Azië had en
heeft het hier inderdaad het hoofd
moeten buigen voor Ruslands opper
heerschappij, twee feiten, die Amerika