n
Industrie en Kapitaal.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Vier jaar Britse bezetting
Venrays Harmonie
gaat feest vieren
BEL BIJ BRAND
3 9 2
VENRAYS ALTAARSTUK
prijkt in Belgisch Tongeren
Zaterdag 19 November 1949J f No. 46
^Zeventigste Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkery
Kantoorboekhandel
Grootestraat *28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 130652
PEEL EN MAAS
Ad vertent iepry zen
op aanvraag verstrekt
Abonnementspry 8
per kwartaal:
voor Venray fl 1.00
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
Engelsen in Duitsland
Maatregelen der overwinnaars ten behoeve
van een verslagen volk
„Wir fahren gegen England", „Wir
fliegen gegen England" en „Bomben
auf England" behoorden tot de popu
laire liederen in Duitsland nog niet
erg lang geleden. Zy klonken door de
aether voor of na extra-berichten
omtrent bijzondere verrichtingen van
de duikboten of van het luchtwapen,
dat trachtte Engelse steden „aus-
zuradieren". De melodieën dienden als
muzikale illustraties by de filmrepor
tages. Engeland was een van de
vijanden waartegen ten scherpste, het
meest ongeremd werd gefulmeerd.
Gelijk in de eerste wereldoorlog
heerste de wens„Gott straffe Eng
land".
Dit is Hoofdstuk I. Hoofdstuk II
speelt na 1945. De Engelse autoriteiten
hebben een boekje het licht doen zien
„Britain in Germany, 1945 1949" een
overzicht van de maatregelen van het
Engelse bestuur tijdens de bezetting.
Als inleiding is de toespraak van
maarschalk Montgomery afgedrukt,
die hy kort na de Duitse capitulatie
tot zijn troepen en ambtenaren heeft
gericht
wy moeten de verslagen vijand hel
pen zijn huis in orde te brengen. Dan
moet hij leren zichzelf te voeden. Ook
zal hy moeten betalen voor de oorlog
die hij heeft veroorzaakt. Op het
ogenblik kan hy niet eens voor zyn
eigen onderhoud zorgen, laat staan
dat hij zy'n schulden kan voldoen.
Eerst moet hij op de been worden
gebracht en vervolgens moet hy aan
het werk worden gezet, zó, dat hy
niet alleen zijn verplichtingen kan
nakomen, maar op de duur ook zonder
hulp kan leven.
Wy zullen trachten verstandige
overwinnaars te zijn. Wij waren hard
in de strijd, wij zullen rechtvaardig
zyn in de vrede.
Dan volgt een resumé, waarin wordt
herinnerd aan de desolate toestand,
waarin Duitsland zich bevond; bestuur
posterijen, spoorwegen, enz. lagen stil,
bruggen en wegen waren vernield,
honger en epidemiën hadden drei
gende vormen aangenomen.
De industrie werkte niet. Het mili
taire bestuur moest praclische maat
regelen treffen. Alle actieve nazi's
moesten van hun functies worden
ontheven, politiek meer betrouwbare
elementen in hun plaats worden gezet.
Tot overmaat van ramp bracht 1946
de hardste winter sinds mensen
heugenis, een winter, die niet alleen
menselijk lijden veroorzaakte maar
ook productie en distributie deed
vastlopen.
In deze moeilijke tijd in 1945 en 1946
was Engeland alleen verantwoordelijk
voor de ordelijke gang van zaken in
Duitslands meest beschadigde zone.
De kosten, die Engeland heeft moe
ten dragen voor het herstel van Duits
lands bedrijfsleven en voor het voor
komen van ziekte en onrust, beliepen
tot Juni van het vorig jaar 800 mil-
lioen dollars.
Verder zorgde Engeland zelf voor
de voeding en kleding van zijn be
zettingstroepen.
Op het ogenblik, met name sedert
de Verenigde Staten om politieke
redenen de Duitsers in het Europese
herstelprogramma hebben betrokken,
gaat het de Duitsers vry goed.
In vele gevallen leven de verliezers
van gisteren beter dan de overwin
naars uit Engeland. Talrijke Tommies
zien er niet zo doorvoed uit als het
gros van de inheemse bevolking.
Vele Britse ambtenaren kunnen
wat hun kleding aangaat, die de
sporen van ouderdom dragen, niet
wedijveren met die van de wandelaars,
die 's Zaterdags en 's Zondags de
Königsallee Dusseldorf of de Kur-
fürstendam te Berlijn bevolken.
meer had bereikt dan de Labour-
regering in Engeland in de afgelopen
vier jaren.
Het was een ongemotiveerde aan
val op de politiek van 'n vreemde
regering alweer van Adenhauer
kort geleden in een verkiezings
vergadering in Hamburg, toen de
bondskanselier (en hy constateerde
daarby met nadruk, dat hy als zo
danig sprak en niet als partyman)
de Engelse regering verweet, dat zy
moeilijkheden als gevolg van de oor
log- trachtte op ce lossen op een
„stijfkoppige doctrinaire en socialis
tische wijze", waardoor het land
steeds dieper in de afgrond viel.
Wat zou dr. Adenauer als politicus
zonder enige terughouding wel heb
ben gezegd, vraagt men zich af.
Onlangs hoofdstuk IV heeft
Sir Brian Robertson, de Engelse
Hoge Commissaris 2000 van zijn amb
tenaren toegesprpken. Een rondvraag
onder de Duitse bevolking heeft ge
toond, aldus Robertson, dat de Duit
sers vooral klagen.over de Engelse
arrogantie.
Hij gaf het advies nauwer met de
Duitsers samen te werken en hen
met respect te behandelen. Vriend
schappelijke omgang zou zeer worden
toegejuicht.
En nu de Duitse commentaar daar
op: eindelijk de Duitse Europeaan.
Eindelijk is dat gezegd, wat bij de
bespreking in 1945 al duidelijk had
moet worden gemaaxt, namelijk dat
men in een Europees land kwam, zy
het dan ook een overwonnen land.
De in het buitenland verkerende
Engelsman is toch al gesloten en
van een enigszins gesloten koelheid:
voelt hy zich evenwel als vertegen
woordiger van de Engelse koloniale
mogendheid, dan denkt hy door een
onoverbrugbare kloof van de inlan
ders te zyn gescheiden.
Het zy buiten beschouwing gelaten
of Engeland door deze houding niet
reeds vele vijanden heeft geschapen,
zeker is in ieder geval, dat in Duits
land zulk een „koloniale houding"
zich ontzettend zou wreken.
De vraag is echter, of niet reeds
te veel porcelein is stuk geslagen en
of een menselijke geste als van
Robertson de Engelse demonterings-
politiek kan doen vergeten.
Of niet veeleer deze politiek tot
een innerlijk verzet jegens de bezet
tende mogendheid heeft geleid, die
ook in de persoonlijke omgang tussen
deze en de inheemse bevolking zyn
uitdrukking heeft gevonden.
Dankbaarheid niet verwacht
Men schijnt dit is Hoofdstuk III
van een volk in zyn geheel niet
te kunnen verwachten, dat het met
dankbaarheid is vervuld over hetgeen
de overwinnaar in de periode van de
diepste ineenstorting heeft gemeend
te moeten verrichten en voor do offt
die hij zich heeft getroost. Integen
deel, men hecht veeleer geloof aan
geruchten.
Men gelooft veeleer verhalen om
trent wat de bezetter allemaal zonder
afrekening zou exporteren en wat hii
onderneemt om het land economisch
te knechten.
Hoe gaarne heeft men geluisterd
naar de verhalen van mensen, die
met „eigen oren" hebben gezien, dat
Engelse schepen met Duitse boterde
haven van "Hamburg verlieten.
Wat men echter wel mag verlangen,
is, dat de Duitse politici en voor
lichters meewerken. Dat dr. Adenauers
sympathieën niet aan de zijde van
Engeland liggen, is bekend.
Het was echter een politieke mis
stap, toen hij in zyn eerste rede als
hondskanselier in de regeringsver
klaring de grote tactloosheid beging
alleen de Verenigde Staten voor hun
hulp te bedanken en Engeland niet
te noemen.
Het was een misplaatste uiting
van domme zelfingenomenheid en
zelfoverschatting van Erhard, de mi
nister van economische zaken, toen
hij verklaarde, dat Duitsland door
zyn economische politiek in één jaar
Wie over industrievestiging in
onze gemeente spreekt, krygt nog
al eens een keer te horen, dat er
uit Venray zelf zo weinig initiatief
komt, terwijl er hier voor verschil
lende handwerklieden toch mogelijk
heid tot uitbreiding is en ook een
toekomst zit.
Gewoonlijk worden dan nog de
sterke verhalen verteld over hbt ont
staan van de Philipsfabrieken en de
van Doom's Aanhangwagenfabrieken
te Eindhoven, die beide zijn gegrond
vest door doodgewone werkmensen-
afstammelingen van arbeidersgezin,
nen.
Dat klinkt dan wel zeer optimis
tisch, maar door dezelfde sprekers
Als men de geschiedenis van eën
Philips en van een van Doorn hoort,
dan treft 't altijd weer, dat zy zyn
kunnen beginnen, doordat de een of
andere „zo gek was" om zijn centen
te wagen aan het initiatief en de durf
van enkele jonge mannen, die slechts
konden wijzen op vakmanschap en
een paar knuisten om mee te werken.
Zo is practisch met iedere industrie
gegaan, groot of klein, want het zijn
er slechts enkele, die bij hun oprich
ting reeds direct volop kunnen leveren
en grote winsten kunnen maken.
Bovendien heeft de ervaring wel
De gemeente heeft nu reeds tamelijk
strenge voorschriften in deze en dus
zal het particuliere kapitaal moeten
bijspringen.
Zien wy het goed, dan zal in die
plaatsen, waar het particuliere kapi
taal, om wat voor reden ook, gemak
kelijk te kry'gen, ook de meeste nieuwe
industrie komen, terwijl andere
daarentegen niet veel kans krijgen.
Dit aspect is een nadere bestu
dering waard, speciaal voor onze ge
meente, waar het particuliere kapitaal
nog steeds de oude vertrouwde weg
gaat. Moed, durf en initiatief zal zeker
gevraagd worden van onze vaklui,
maar ook moed en durf van -hen, die
over geld beschikken.
Voorop gesteld natuurlijk, dat zy
geleerd, dat het allemaal geen goud i de bittere noodzaak inzien van een
is wat er blinkt en
wyls een droeve
dat velen dik-
geleerd, waar-
aai een
nieuwe maa>
tschappii
wordt er dan niet by verteld, hoevelen door men wel voor herhaling past.
in den lande eon poging gewaagd - En toch, wil men tot industrie
hebben, om ondanks hard werken, vestiging komen, dan zal er nood
zakelijk kapitaal moeten komen, ook
in onze gemeente. Kapitaal dat niet
Overal wordt met grote woorden
geschermd, maar de daden laten op
zich wachten. En toch moeten wy
naar eem nieuwe, een betere maat
schappij, naar een maatschappij, die
het communisme overbodig maakt,
omdat zy gegrondvest is op de recht
vaardigheid en de naastenliefde, om
dat zy bezield is met een diep en
oprecht medelijden met de armen en
de noodlijdenden, omdat zy allen
zonder onderscheid een dienende rol
toekent en oplegt: de dienst aan de
gemeenschap.
Er zyn altijd blinden, die niet wil
len zien en doven, die niet willen
horen. Er zijn altijd eenkennigen, die
alle schuld en iedere verantwoording
van zich afschuiven. Er zyn altijd
roekelozen, die in hun onnadenkend
heid beweren, dat Let hun tijd nog
wel zal duren, dat het zo'n vaart
niet zal lopen.
Er zyn altijd dwazen, die op d6
vulkaan blijven dansen, al dreigt de
aarde iedere minuut voor hun voeten
open te splijten.
Als de stormwind voortdurend in
kracht en snelheid toeneemt, moeten
alle hens aan dek, wacht iedereen
zijn eigen werk, zyn eigen taak. Als
allen de handen in elkaar slaan,
groeit het vertrouwen op de over
winning.
Steen voor steen moet het nieuwe
huis van de mensheid opgebouwd
worden van de fundamenten af tot
de vlag op de nok geplant kan wor
den. De kleinste bijdrage, de onhan
digste opperman is goud waard.
Niemand kan gemist worden: het
hoofd niet, de handen niet, het hart
niet.
Wat zou het een enorme verbeter
ing zijn, als alle fabrikanten hun
arbeiders als gelijkwaardige en ge
lijkberechtigde mensen gingen be
schouwen, als hun gelyke voor God
en de Kerk, als ze niet langer op
hen neerzagen als op wezens van
mindere kwaliteit, loonslaven, huur
lingen, maar hen volmondig en over
tuigd erkenden als hun beste en
trouwste medewerkers.
De gunstige resultaten van d
nieuwe mentaliteit zouden werkelijk
verrassend zjjn. De fabrikant zou een
heel andere toon aanslaan tegenover
ploeteren en zorgen, toch over de kop
te gaan.
Trouwens, de feiten bewijzen, dat
ook in Yenray nog durf en initiatief
genoeg zit om de grote sprong te
maken van allemanszaak tot klein-
industrie 1
Wat zyn dan echter veelal de oor
zaken, dat vele zaken niet verder
vooruit komen en zich niet verder
uitbreiden, niet alleen in onze ge
meente, maar ook overal elders
Wy voor ons menen sleur en
kapitaal gebrek.
Het oude spreekwoord „beter kleine
baas, als grote knecht", is voor velen
een welkome aanleiding om nog maar
steeds op de oude voet door te gaan
en zich te houden aan het bekende,
aan het vertrouwde, aan de zekerheid
die men reeds jaren kent en heeft.
En de nood moet dikwijls al hoog
gestegen zyn voordat men eens gaat
uitzien naar andere mogelijkheden.
In zekere zin hebben zij, die zo
redeneren, gelijk, dit is immers de
gemakkelijkste weg. Men weet wat
men heeft en waarom dan dat in de
waagschaal gaan stellen?
Maar toch zal men en juist dikwijls
de jeugd het er lang niet altijd mee
eens kunnen zijn.
Avonturenlust, durf, moed en hard
werken, hebben ontelbare voorbeelden
doen zien van grootse daden en van
grootse ondernemingen.
Werelddelen zijn er door ontdekt,
steden door geschapen. Daarvoor is
naast die durf nog nodig: crediet, de
nodige centen, zonder welke de aarde
nu schijnbaar niet draaien kan.
Zo kan men prachtige toekomst
plannen hebben, kunnen er inderdaad
nog vele mogelijkheden liggen, wan
neer de ondernemer het geld niet
heeft en krijgen kan, dan zal alles
vergeefse moeite zijn. Ook door en
misschien wel voornamelijk door deze
reden blijven vele initiatieven be
graven en komen niet tot leven.
Zeker, men heeft banken, die geld
voorschieten, maar voor velen zijn de
hoge kosten daaraan verbonden te
groot. En de particuliere geldschieter
vindt het veiliger, zyn met hard
werken verdiende centen, in vaste
eigendommen, stevige hypotheken of
goede effecten te zetten.
Het zyn er weinigen, die hun centen
durven steken in een nieuwe industrie,
die nog niet alle waarborgen geven
kan, die men elders vinden kan.
Dat, is niet alleen in Yenray, maar
in alle andere plaatsen van ons land,
waar het gehele kapitaal voor het
overgrote deel bestaat uit met hard
werken en een beetje geluk verdiende
centen.
altijd door de banken geboden of van
de banken gevraagd kan worden. En
wat dan....
bredere industrieregeling van deze
streken. Bovendien zal het uit deze
streken gewonnen geld nieuwe wel
vaart ter plaatse kunnen brengen.
Ook hieraan zal de nieuwe raads
commissie zeker aandacht besteden,
maar of zy een oplossing vinden zal,
is een vraag, waaraan wy twijfelen
nu het geld weer zeldzamer gaat
worden.
Oude leden worden gehuldigd
Venrays Harmonie heeft het de
afgelopen jaren niet gemakkelijk ge
had. Door oorlogsgeweld waren zij
een goed deel van hun instrumenten
Immers het is Dr. Sala's stokpaardje
dat de Venrayse Gemeenschap meer
daadwerkelijke belangstelling moet
tonen voor het werk der muziek-
kwijt, terwijl het vele andere werk1 zanggezelschappen. Morele steun door
zyn arbeiders; hy zou ook tegen hen
de burgerlijke beleefdheid in acht
nemen, meer eerbeid hebben voor hen
individuele persoonlijkheid, meer
waardering tonen voor hun werk
en hen zonder innerlijke tegenzin
een redelyk en billijk loon uitkeren.
In één woord: hij zou hen alle
menselijke en sociale rechten toe
kennen, die logisch uit hun staat
van medewerker voortvloeien.
Menige ondernemer is van mening,
dat hy zijn arbeiders alleen de baas
kan bly'ven met behulp van de harde
hand en de snauwende mond en ziet
in gemoedelijkheid en vertrouwelijk
heid de ondergang van zyn bedrijf.
Het zou in ieder geval de moeite
lonen eens een proef te nemen, die
telkens opnieuw deze oude waarheid
zou bevestigen, dat de productie van
een bedrijf volgt de stijgende of
dalende lyn van de behandeling, die
de arbeiders ondergaan: hoe beter
behandeling, hoe accurater werk.
Deze verbetering zou nog heel wat
duurzamer en vruchtbaarder zyn, als
de fabrikant zyn opgroeiende kin
deren van jongsaf eerbied en achting
inprenten voor degenen, die met hun
zweet de rijkste bijdrage geleverd
hebben by de opbouw van het fami
lievermogen.
Dergelijke voorlichting is onmis
baar, daar de jeugd uit de villawijken
van zulk steile hoogte op de arbei
ders neerziet, dat de sociale span
ningen en tegenstellingen in een
volgende generatie eerder versterkt
dan verzwakt zullen zijn.
Deze nieuwe jeunesse doré vergeet
dat. de arbeidersjeugd er diep van
overtuigd is, minstens 'even gezond
stel hersens te bezitten dan de zwie
rige heertjes van de tennisbaan en
hockeyveld.
P. H. RONGEN, O.C.R.
de opbouw en het herstel van Ven
rays Harmonie tegenhield en verhin
derde. Hierover zijn dikwijls harde
woorden gevallen, ook in het open
baar, maar het is nu eenmaal zo, dat
een harmonie of fanfare in welke
plaats men ook komt, automatisch
in het middelpunt der belangstelling
staat. Deze vereniging immers geeft
fleur en kleur aan het dagelijkse
leven, is een der voornaamste repre
sentanten der gemeente en kan node
gemist worden by welke openbare
gebeurtenis dan ook.
Juist bjj zulke verenigingen ziet
men niets door de vingers. Er is
echter een gelukkige kentering geko
men en langzaam maar zeker gaat
Venrays Harmonie de zware weg
weer naar omhoog, naar de top,
waarop zy vroeger zo dikwijls stond.
Als zy in 1950 haar 90 jaar bestaan
viert, dan zal ook zy, naar wy hopen,
schoner en mooier als voorheen, ver
rezen zyn. En het feest van Zaterdag
alvast een vooruitlopen op dit
grootse jubileum, want Zaterdag by
eid van het 25-jarig Presi
dentschap van Dr. Sala gaat men de
bloemetjes weer eens buiten zetten
en met hem al die leden huldigen,
die meer dan 30 jaren lief en leed
van de vereniging hebben meege
maakt.
Jos. Ariaens herdenkt dan tevens
de dag dat hy meer dan een mensen
leeftijd lang, nl. 70 jaren lid is van
Venrays Harmonie. Piet Siebers 47,
Hub. Lucassen 35, Frans v. Bergen
en Alfons Sybers Kz. 33, Th. v. Els
31, en Piet Janssen 27 jaren.
Ontstaan
Geen van hen heeft het ontaan
van Venrays Harmonie in i860 mee
gemaakt," toen de Fanfare Euterpe
werd opgericht, maar de rest van de
geschiedenis der Harmonie kennen
zy uit eigen ervaring. In 1911 voegde
Euterpe en Cecilia zich samen en
verscheen onder de nieuwe naam van
Venrays Fanfarekorps, een naam die
in 1934 veranderde in Venrays Har
monie, toen de lang verwachte reor
ganisatie in de vereniging was
gekomen.
Zy hebben de successen meege
maakt in Weert waar in 1923 de
Ereprijs werd behaald in de 2e Afd.
In 1924 te Venlo waar de ie prijs in
de ie Afd. werd gewonnen en verder
het grote succes in Zetten met de
ie prijs in de afd. Uitmuntendheid
met lof der Jury en twee ie prijzen
voor het hoogst aantal punten.
Na omvorming tot harmonie werd
de 2e prys in de ie afd. te Tilburg
behaald terwijl in 1948 te Roermond de
2e prijs in de 2e afd. opleverde.
Zy hebben een Mgr. Nolens als
Erevoorzitter gehad, een Jan Poels
als Beschermheer, kortom zy hebben
het gehele verenigingsleven der laat
ste dertig jaren meegemaakt, zy
hebben de up en downs gekend, die
zy meer nog dan iedere andere ver
eniging, nu eenmaal ondervind. Zy
hebben echter ook gekend
Dr. Sala, 25 jaren President
Als opvolger van zyn voorgangers
Vic. Fonck Sr., Th. v.d. Boogaart en
Tos. Aerts werd Dr. Sala in 1924
tegelijk met Dr. Struben gekozen als
President der Fanfare. Na het ver
trek van Dr. Struben in 1928 kreeg
hy alleen de leiding en heeft deze
tot nu toe, 25 jaren lang bewaard en
behouden
Zo zal dan Dr. Sala, die zo vele in
de bloemen gezet heeft bij serenades
en andere plechtigheden, nu zelf
eens in de bloemetjes komen en
Venray zal tonen dat het zyn aan
sporingen van lange jaren ook met
terdaad kan omzetten.
het aandachtig beluisteren der muziek,
maar ook financiële steun. Want het
gaat met een muziekgezelschap als
met ieder andere zaak, de muzikan
ten kunnen niet op hun vingers
blazen.
En dit is waar, Dr. Sala zal dat
zeker ondervonden hebben in zyn
25 jaren President zyn. Zo zal dan
Zaterdag op de receptie ook het
Venrayse publiek ongetwijfeld blijk
geven van de waardering voor het
vele en schone werk van onze Har
monie, en het is terecht dat Venrays
Harmonie, die klaar staat voor de
gemeenschap in blijde en droeve
dagen, dezelfde geste nu vraagt van
die Gemeenschap.
Ook onze gelukwensen aan de
jubilarissen en een prettige feestdag
voor de Harmonie.
GROETEN UIT HILVERSUM.
Klanken en stemmen van bekende
radiofiguren dringen dagelijks door
tot in de huiskamer. Menig luisteraar
zou echter ook wel eens „in levenden
lyve" met zyn „radio-huisgenoten"
kennis maken. De K.R.O. komt aan
dit verlangen tegemoet met haar
nieuwe winter-tournée: „Groeten uit
Hilversum".
Onder dit motto worden U een
serie prentbriefkaarten gezonden door
bekende K.R.O. medewerkers. De
namen van deze afzenders staan borg
voor een keurig verzorgd en smaak
vol amusements-programma.
Het „Orkest Zonder Naam", o.l.v.
Ger de Roos, met medewerking van
„De Drie Musketiers", zal U, bijge
staan door het trio Roland Wagter,
Toby Rix en Dick Harris, een geheel
nieuw programma presenteren.
Woensdag 30 November a.s. wordt
Venray onder deze stapel K.R.O.-
prentbriefkaarten bedolven.
Heeft U reeds eerder van de K.R.O.
wintertournée's genoten, dan komtü
dit jaar zeker weer 1 Heeft U nog
nooit zo'n avond meegemaakt, benut
dan deze keer de kans om ook op
deze wyze kennis te maken met Uw
K.R.O.
POLLY PERKINS VEROVERT
ALLER HARTEN.
Het is tegenwoordig voor iedereen
moeilijk, een keuze te maken, wan
neer het erom gaat, welke uitvoerin
gen te Venray men zal bezoeken en
van welke uitvoeringen men ook
plezier zal beleven.
Als men echter de gelegenheid
krygt de liefdesgeschiedenis van Pol
ly Perkins mede te beleven en dit
kind-vrouwtje haar eigen affaire tot
een goed einde ziet brengen, dan zal
toch wel geen enkele man dit willen
verzuimen; temeer nu hij door een
bezoek aan Polly tevens Venray's
Harmonie een ruggesteuntje geeft.
Wie uitbundig wil lachen, een
hoogstaand spel wil zien en de eigen
onmisbare harmonie een goed hart
toedraagt, brenge een bezoek, aan
Polly Perkins op Zondag 27 Novem
ber a.s. in Zaal Schaeffers.
In hot illustratieblad „Zuid" van
afgelopen week troffen wy onder
bovenstaande titel enkele foto's aan
van een schitterend Maria-altaar.
De oudsten onder ons zullen de
verschillende bijzonderheden van het
daarby geschreven artikel, wat wy
hier laten volgen, wel eens meer ge
hoord hebben. Wy waren niet'in de
'gelegenheid te onderzoeken of alles
op waarheid berust maar laten het
geheel voor rekening van de schrijver.
De redactie van „Zuid", danken wy
voor de bereidwillige toestemming
om onderstaand artikel in ons blad
over te nemen.
Het spijt ons slechts, dat wy door
verschil in druktechniek de bijbe
horende foto's van het altaar niet
konden plaatsen.
In de O. L. Vrouwe Basiliek van
het oude Belgische stadje Tongeren,
bevindt zich een der schoonste altaar
stukken van West-Europa.
Het dateert uit het begin van 1500
en werd vervaardigd door een on
bekende meester uit Antwerpen, die
lid was van het beroemde St. Lueas-
gilde aldaar.
Dit altaar-stuk of retabel is van
eikenhout. 4.70 meter hoog en 3.20
meter breed en het stelt in negen
grote taferelen en nog een dozijn
kleinere het leven voor van de H.
Maagd. Dit zyn heel in het kort de
technische gegevens.
De artistieke waarde van het retabel
kan moeilijk overdreven worden. Het
beeldhouwwerk is inderdaad van een
adembenemende schoonheid.
De drie hoofdtaferelen stellen voor
de verloving van de H. Maagd met
de H. Joseph, de geboorte van Jezus
in de stal te Bethlehem en de aan
bidding van de Drie koningen. Hier
onder ziet men de boodschap van de
engel Gabriël en het bezoek van de
H. Maagd aan haar nicht Elisabeth,
de besnijdenis van Christus en een
huiselijk tafereeltje uit Nazareth. Het
hoogste tafereel in het midden van
het altaar stelt de dood voor van de
H. Maagd en haar glorierijke ten hemel
opneming.
Al deze grote taferelen worden om
geven door een menigte kleinere voor
vallen uit het leven van de H. Maagd
en een weelde van gotische orna
menten. Ieder figuurtje, ieder onder
deeltje is door de kunstenaar uitge
werkt met een zorg en nauwkeurig
heid, met een liefde en een kunste
naarsschap, die wel haast volmaakt
genoemd kunnen worden. De gelaats
expressie van alle personen, die hier
worden uitgebeeld, en dat zyn er
enkele honderden beantwoordt zo
volkomen aan de omstandigheden,
waarin zy worden voorgesteld, dat
het niet anders kan, of de maker
moet van het leven van de H. Maagd
een zeer diepe studie hebben gemaakt.
Over de ontzaggelijke waarde van
dit cultuur-bezit is wel iedereen het
eens. Het is natuurlijk volkomen
dwaasheid het begrip geld hieraan te
verbinden, om de eenvoudige reden,
dat dit retabel geen handels-object is,
doch wil men absoluut het geld als
maatstaf nemen voor de belangrijk
heid van een voorwerp, dan mag
gerust verklaard worden, dat dit
altaarstuk in Tongeren de waarde
vertegenwoordigt van ettelijke hon
derdduizenden guldens.
Het is nog eerst ruim honderd
jaar geleden, dat dit onvergetelijk
schone altaarstuk prijkte in de
kerk van St. Petrus Banden te
Yenray.
Ongeveer drie eeuwen lang had het
hier gestaan aan de Evangelie-zyde,
niet als hoofd-altaar, doch slechts als
zy^altaar. Het stof en de spinne-
webben van vele eeuwen hadden er
zich in vastgezet en hier en daar
waren sommige figuurtjes door on
liefdevolle behandeling enigszins be
schadigd.
Op een goede dag in het jaar 1830
betrad een zekere Francois Malfait,
een beeldhouwer uit Brussel, de kerk
te Venray en hy bleef lange tijd in
diepe bewondering voor het altaar
stuk staan. Hier trof hem de pastoor
van Venray, die een praatje maakte
met de deftige bezoeker.
Zo langs zyn neus weg informeerde
Mr. Malfait, of de pastoor dit altaar
niet wilde verkopen. Zyn vriend Z.K.
Hoogheid Prins Soltikoff, die in Pary's
woonde, een neef van Z. Majesteit de
Czaar aller Russen, verzamelde nu
eenmaal deze dingen en had hem uit
gestuurd om eens naar de prys te
vragen. Veel was het natuurlijk niet
meer waard... Mynheer Pastoor moest
het maar eens door een taxateur, die
verstand had van deze dingen, laten
schatten en dan zou hy, Mr. Francois
Malfait, over enkele weken nog eens
komen horen, omdat hy hier toch
voorbijkwam.
De pastoor van Venray, die een zeer
goed priester en een zeer ijveiig
zielenherder was, maar een ongelofelijk
slechte kunstkenner, was door het
aanbod van de Russische Prins zeer
vereerd, hoewel hij niet begreep, dat
iemand aan deze „poppenkast", zoals
hy het altaar noemde, zoveel waarde
kon hechten.