INDUSTRIE, bittere noodzaak WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN 10 Mei 1940- 10 Mei 1949 Noorse zaken Thuisfront-Zondag De handel in herbouwplichten BUITENLAND Vrijdag 29 April 1949 No. 17 Zeventigste"Jaargang Druk en Uitgave Firma van don Munckkof Drukkerij Kantoorboek handel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 L EN MAAS Advertentieprijztn op aanvraag verstrekt Abonnementspry a per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. De diepste kern van de geestelijke vervlakking. Wanneer er in tijdschriften en weekbladen over de algemene gees telijke vervlakking geklaagd wordt, kan men steeds dezelfde opmerking beluisteren: we zyn zover van de waarheid afgedwaald, omdat we de begrippen "an rechtvaardigheid en naastenliefde verloren hebben. Zodra we deze deugden weer in beoefening brengen, is de redding in zicht en zullen al onze kwalen spoedig gene zen zijn. Het is te begrijpen, dat er zo door het gros geredeneerd wordt, want we ondervinden ieder van ons, aan eigen lichaam de pijnlijke gevolgen van de ontbrekende rechtvaardigheid en naastenliefde. Een Franse dichter, Charles Pé- quy, gesneuveld in Augustus 1014, een van de erkende woordvoerders der jonge generatie, schreef hierover in Notre Jeunesse: „Heelde zwakheid en misschien moeten we zeggen de groeiende zwakheid van de Kerk in de modei ne wereld komt niet hieruit voort, zoals men gelooft, dat de wetenschap tegen de godsdienst zogenaamd ov9rwinnelyke stelsels zou hebben opgezet, niet daaiuit, dat de wetenschap tegen de godsdienst argumenten zou hebben bedacht, zou hebben gevonden, ^redeneringen, die voor doorslaggevend doorgaan maar hieruit, dat er vandaag in hotgeen van de christenwereld over blijft, een diep gemis bestaat aan liefde. Niet de redenering ontbreekt. De liefde. Al die redeneringen, al die stelsels, al die pseudo-weten- schappelijke argumenten zouden niets zyn, zouden niet zwaar wegen, als er één onsje liefde was." We geven graag toe, dat de liefde ontbreekt en de rechtvaardigheid op de koop toe. En toch is dit niet het ergste/ Wel het. meest opvallende. We mogen niet vergeten, dat de verderfelijkste systemen de mond vol hebben en nog hebben van naas tenliefde en rechtvaardigheid, van kameraadschap en saamhorigheids- Naastenliefde en rechtvaardigheid zijn niet de oorzaak, ze zijn slechts een gevolg van onze geestelijke ver vlakking. Waar het geloof ontbreekt, hangen beide in de lucht. Soms heeft het de schijn, alsof ze werkelijk leven maar het is nooit meer dan een schjjnleven. Daarom zullen we er nooit in slagen een nieuwe maat schappij op te bouwen, als we geen andere en betere fundamenten heb ben dan de naastenliefde en recht vaardigheid. Steeds opnieuw zal de mens aan zijn idealen ontrouw worden, als hij er de kans toe krijgt. En die kans krijgt hij altijd, omdat de aandrijver in zijn eigen boezem woont. De enige garantie voor zijn standvastigheid is gelegen in de wereldbeschouwing, in het geloof van de mens. Alleen het geloof kweekt een over tuiging aan, die bestand is tegen de verleiding van de eigen bedorven natuur. Alleen het geloof schenkt, de kracht boven zijn eigen natuur uit te groeien en de zachte, dwingende stem van het geweten te volgen. Daarom is het de allereerste eis allen, die van de Kerk vervreemd zijn, tot het ware geloof terug te voeren, die in hun geloof verflauwd en verslapt zijn, tot nieuwe bezieling en levendiger overtuiging te bren gen. Alleen dit werk zal blijvende vruchten dragen, want het geloof maakt de grond van de ziel geschikt voor re edelste producten. Alleen als het geloof diep in het hart van de mens wortel heeft geschoten, als het gegroeid is tot een werkdadig vermo gen, tot een kracht, die in staat is, de wil van de mens te beheersen en te leiden, alleen dan is de mons bereid de hand te leggen aan de uitvoering van het christelijke levens program; alleen dan kan hy trachten heel wat beter en edelmoediger dan in de voorbije eeuwen, de naasten liefde en de rechtvaardigheid tegen over allen en iedereen te onderhou den om op deze enige overtuigende manier zijn licht te laten schijnen voor alle mensen van goede wil. •JP. H. RONGEN, O.C.R. Weldra zullen wy met vreugde de dag van de 5de Mei 1945 herdenkon, waarop de algehele bevrijding van Nederland een feit werd. Wy hebben alle reden, daaraan nog eens met „gepaste uitbundigheid" te denken. Het was een blijde dag na ontzettend veel narigheid in èlk opzicht. Hoe hebben we enthousiast gejuicht en rondgesprongen, hoe eensgezind waren we ten aanzien van de toekomst. Ja, laat vooral dat laatste ons nog eens duidelijk voor de geest staan. We zeggen: Weet U het nog? Er zyn meer dagen en gebeurte nissen in de komende weken, die onze aandacht hebben. Wy willen speciaal eens even stilstaan by de 10de Mei 1940. Ja, weet U dat nog Die dag vroeg offers, mensenlevens, van hen die trouw aan God, Koningin en Vaderland, pal stonden tegen de Duitse invasie. Officieren en man schappen, tezamen vielen zij als de eersten voor onze vrijheid... Laat ons mogen volstaan de Dag order aan te halen van de toenmalige Opperbevelhebber van Land- en Zee macht, Z. Exc. Generaal H.G. Winkel man, gedateerd 14 Mei 1940: „Het is my nogmaals een behoefte uiting te geven aan de zeer grote erkentelijkheid en bewondering, welke ik gevoel voor de toewijding, trouw en dapperheid waarvan alle onder delen van het Koninklijk Nederlandse leger en van de Koninklijke Marine hebben blijk gegeven in den strijd, die wy tenslotte tegen de overmach tige middelen -\an de tegenstander hebben moeten staken. Ik gedenk hierbij in de aller eerste plaats de talrijke Neder landse militairen, die in trouw aan Koningin en Vaderland hun leven hebben gegeven. Officieren, onderofficieren korporaals en manschappen van de Nederlandse Weermacht, gij hebt getoond het hoogste over te hebben voor de goede zaak van Nederland. Ik weet, dat gy bereid zoudt zyn geweest de strijd voort te zetten indien ik zulks had gevergd. Ik heb dit echter niet ge vergd, omdat ik myn troepen niet langer weerloos wilde blootstellen aan vernietigende bombardementen en mitrailleuraanvallen uit de lucht en omdat ik onze steden voor totale vernietiging wenste te behoeden. De offers, welke ons volk heeft ge bracht, zijn zeker niet vergeefs ge weest, omdat Nederland aan de wereld heeft getoond voor de hoge waarde van zyn zelfstandigheid goed en bloed veil te hebben. Wat dunkt U, zyn deze woorden vandaag nog van kracht? Heeft deze Dagorder ons negen jaar later iets te zeggen J. P. DE KLERK. „En, hoe staat het er bij daar in Noorwegen, je bent er vorig jaar toch zo'n poos naartoe geweest Ja, dat krijgen we nu op ons brood. En we hadden gehoopt reeds weken achtereen, dat ons Noors bezoek ten minste géén aanslag op onze jour nalistieke pen zou uitlokken Nietwaar, Zweden, ja, daar stelt vooral de zakenman belang in, ryk land, veel handel. Denemarken, op de bodem van een diepe put, probeert omhoog te krab belen, tjonge, zo interessant, vrouwen met sigaren en Hollandse jongens op de Deense tuinen. Duitsland, nou, daar ga je eens voor verzitten en een verse sigaar opsteken. Maar... Noor wegen, waarvan we zeker de scheep vaart doodzwijgen om onze koop vaardij niet bang te maken, en over welke illegale prestaties in de oorlog we misschien zwijgen, omdat daarbij alle illegaliteit van Europa in het niet verzinkt. Noorwegen, dat maar zo'n kort zomertje en zo'n akelig lange en koude winter heeft. Noorwegen, met z'n drie-en-een-half millioen koele en sterk nationaal voelende inwoners. Daar dachten we in Nederland pas weer aan. toen in de laatste tijd de kranten vol stonden over de druk van de Sovjets en de toetreding tot het Atlantisch Pact. We hebben de natuur van Noor wegen gezien in zomerpracht. De ontzagwekkende houtvoorraden, die in de vorm van duizenden boomstam men op beken en rivieren naar Oslo toe drijven.Hout,hout,papier,export. Een 'jachtterrein voor ons Ministerie van Wederopbouw! Er bestaan in Noorwegen ook be palingen voor woningbouw, restricties en vergunningen. Maar er is voorlopig geen woningnood en na wat wy er in praktijk van gezien hebben, in dalen of op bergen, langs hellingen en stroomversnellingen, zal die er wel nooit komen ook. Kyk, dat zit zo, er zyn altyd enkele maanden in het jaar, dat geen ambtenaar er lust 111 heeft de landelyke dorpen en stedekes te gaan controleren, vanwege ijs, sneeuw en lawinesEn hout ligt er genoeg in de rivieren, dus... gaat Uw gang maar. De clou is, naar men lachend vertelde, hierin gelegen, dat oude huizen wel hersteld mogen worden en de meeste controleurs toch niet weten of een bepaald huis er vroeger al stond of niet Noorwegen in de zomermaanden is verrukkelijk, de lucht is zo ijl en sereen, de schakeringen en lichte kleur nuances zyn zo heel anders dan in Nederland of Engeland. Wat is zo een mens, die als een kind door de schone schepping loopt, vol vragen, vol be wondering, oneindig veel mooier dan één, die arrogant van God vervreemd, zich met deze wereld bez:'g houdt. De vriendschappelijke betrekkingen tussen Noorwegen en Nederland zyn verstevigd door bezoeken van rege ringspersonen en andere autoriteiten. Ook op cultureel gebied, waarin Rotterdam een voorname rol speelt. Nog maar kort geleden heeft het Noorse vorstenhuis zich met het Nederlandse verstaan, bij gelegenheid waarvan Prinses Martha te Araster dam een nieuw passagiersschip van de Noorwegen-Amerika-Lyn doopte. Helaas zyn de persoonlijke genegen heden van de bevolking hard terug gelopen door de verkeerd begrepen gebeurtenissen in Indonesië. Uiteraard zal dit land vele Amerikaanse opvat tingen aangaande de internationale politiek moeten delen, dus vanzelf ook in belangrijke mate de houding van de Senaat t.a.v. het Nederlands beleid in de Oost. Dat Rusland veel belang stelt in de politieke gedragingen van regering te Oslo, was te voorzien en heeft zelf in de jongste tijd gemerkt. De toetreding tot het Atlantisch Pact is Moskou tot een nachtmerrie geworden. „Een vredelievende natie wordt pro vocerend", zo meenden de opperbazen van de rode smidse te moeten zeggen. Noorwegen heeft zich gelukkig niet verder door Moskou laten afschrikken. De les van de tweede wereldoorlog heeft ons gelijkelijk wijzer gemaakt, en al maakt Zweden deel uit van de Europese Raad voor een Verenigd Europa en worden daar op het ogen blik door het hele land uitgebreide oefeningen van de burgerwacht ge houden, het wenst neutraal te blijven en heeft daardoor als bufferstaat voor Noorwegen geen waarde meer. Wat men in sommige kringen vreesde aangaande Russische maat regelen, is niets van "terecht gekomen. De honden blaften en drongen met in Finland gestationeerde Russen naar de Noorse grens op; na ondertekening van het Pact verstomde alle geluid. Het falen van geïsoleerde neutraliteit is een te duur betaalde ervaring. Het arme Finland, alhoewel er beter aan tob dan het vertrapte Polen, zit nu in een zeer benarde positie. Wat zullen de sovjets, als het er op aan komt, doen' met een legertje van 40.000 man in een geïsoleerde hoek? Het zal er toch niet hetzelfde spel letje mee spelen als het geraffineerde lokaas destijds voor Hitier werd ge maakt, alsof het Finse leger bestand was tegen het Russische Zolang het echter rustig blijft, heeft althans Noorwegenjniet zo het gevoel, tussen de tanden van een Oost-West notenkraker te zitten. Puf, puf! Het is ten enenmale onjuist te zeggen, dat de Noorse regering de deelname aan een defensieve veilig heidsunie als het „Atlantisch Pact", slechts met moeite „erdoor gesleept" zou hebben. De Ambassadeur, Morgensteirne, werd op 3 Maart weliswaar door een geheime zitting van het parlement gevolmachtigd, maar do stemming in het Noorse Storting is bekend: van de 150 leden waren 11 tegen, zynde de 11 aanwezige communisten... Dat toen het Russisch aanbod voor een non agressie-verdrag van de hand werd gewezen, spreekt vanzelf. Rond de Oslo-fjord liggen nog de historische voetstappen ven de Denen en Noormannen uit Uw en myn ge schiedenisboekje. Vlak by de haven is op een hoge rots het oude kasteel van Koning Olaf te zien, onder be waking van de militaire garde by het Paleis. Onder het kasteel, in de rots, worden tegenwoordig goederentreinen gerangeerd, anders had men het kasteel moeten opruimen! Overigens heeft de aanblik van deze Middeleeuwse burcht met zoveel ge schiedenis achter zich, ons gely k'velen, sterk geïmponeerd. Er zou een filoso fische beschouwing by passen, vooral als we de op- en neergang van dit land vergelijken met de niet minder bewogen geschiedenissen van Italiö (onder Nero), Frankrijk (met Karei de Groote), ook Engeland, Rusland, Spanje en tenslotte evenzeer het oude Neder land. Welk een macht en welk een invloed heeft elk van hen in de his torie der mensheid gehad. De Noorse bases op Spitsbergen, zijn door de houding van de Noorse rege ring kordaat uit de vingers van Stalin weggehouden. Er zyn ook nog zwakke punten in de Oostzee, doch in ver houding tot de waarde van de Noorse territoria zyn die van geen betekenis. Zo ontwikkelen zich macht tegen macht, d.w.z. hoe meer lawaai Moskou maakt, hoe harder de Europeanen in de diverse landen werken aan het veilig stellen van, ja, men zegt van have en goed. Doch wy weten, dat wy met Gods hulp, ieder op zyn wijze, bovenal onze vrijheid van leven en werken, en godsdienst willen beschut ten tegen mensen die een doel na streven, dat met dit alles spot en zegt te hebben afgerekend. Door de belangrijkheid van de prin cipiële dingen goed te beseffen, of we nu Noren of Nederlanders of Ameri kanen zyn en daarvoor op de bres te staan, volgen de materiële dingen weldra vanzelf. Als U vandaag of morgen eens een pakje vis uit Noor wegen op Uw tafel ziet, of een fles levertraan, of misschien een blocnote, weet dan weer, dat daar in het Noorden mensen wonen, kleiner in aantal, maar van eenzelfde over tuiging. J. P. DE KLERK. Gods zegen is ook voor onze mannen in Indonesië onmisbaar. Gy allen weet welke grote kracht in het H. Misoffer is gelegen. De derde Zondag van elke maand zal in geheel Nederland een H. Mis worden opgedragen voor het welzijn van de Indonesische volkeren en van onze mannen overzee. Wy sporen U daarom aan de derde Zon dag speciaal met deze intentie de H. Mis by te wonen. BIJ EEN JAARVERSLAG Het jaarverslag over 1948 van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Yenlo, waaronder ook Weert, Roermond, Bergen, Gennep en Venray ressor teren, begint met de volgehde be tekenisvolle woorden: Terwy'l de na oorlogse jaren zich kenmerkten door een grote vraag naar arbeidskrachten, waaraan slechts ten dele kon worden vol daan, werd in 1948 in nagenoeg alle bedrijfstakken een evenwichts toestand op de arbeidsmarkt van het gewest Venlo bereikt en wan neer de aanwezige tendenzen blij ven doorwerken, zal zich binnen afzienbare tijd in Noord- en Midden- Limburg een nijpend gebrek aan werkgelegenheid doen gevoelen. Begin 1048 stonden bij het Gew. Arbeidsbureau Venlo 541 personen als werkzoekend ingeschreven, in December bedroeg dit aantal 1010. Het bedrijfsleven raakt verzadigd en begint een strengel e personeels- selectie toe te passen. De verzadi ging van het bedrijfsleven stelt vooral een gebied als Noord- en Midden Limburg vooi grote moei lijkheden. De gezonde Limburgse boerenbevolking heeft een aanzien lijk geboorte-overschot en wanneer geheel Nederland om industrialisa tie roept, wordt deze roep voor het gewest Venlo welhaast een nood kreet. De landbouw biedt geen aspecten meer en wanneer de industrialisatie niet geïntensiveerd wordt, zal de emigratie, waarmee in het verslag jaar een bescheiden begin werd gemaakt, de enige oplossing zyn voor dit nijpende vraagstuk, dat aan betekenis nog zal winnen, wanneer de demobilisatie van de expeditionaire macht een grotere omvang krijgt. De ongeschoolde arbeiders en het handels- en kantoorpersoneel waren de eersten, die in 1948 de naderen de kentering gevoelden, de vraag naar vakbekwame arbeiders bleef zij het in bepaalde bedrijfsklassen lusteloos aanwezig. Naast het bevolkingsvraagstuk zijn er uiter aard andere factoren werkzaam, die het bereiken van het verzadi gingspunt bevorderden. Het bedrijfsleven toonde zich in de na-oorlogse jaren zeer willig do vakopleiding ter hand te nemen. De Rykswerkplaatsen leverden een belangrijke bijdrage in het opheffen van het vakliedentekort; vakarbei ders van Nederlandse nationaliteit (in totaal i8i) weiden uit het Duitse grensgebied aangetrokken; de industrieën verbeterden hun machinepark en voerden de ratio nalisatie verder door; het overheids apparaat werd belangrijk inge krompen. Voor de bouwnijverheid, die werd aangepast aan de beschikbare ar beidskrachten, liggen hier belang- langrijke aspecten. De verzadiging van de overige bedrijfsklassen zal kunnen leiden tot personeelsuit breiding in deze belangrijke bedrijfs tak, mits de materiaalpositie hier niet remmend werkt. Door scholing en herscholing, o.m. op de Rykswerkplaatsen, dient het aantal bouwvakarbeiders te worden vergroot, waardoor het gedeeltelijk onproductief worden van arbeidskrachten kan worden tegen gegaan. Immers, de valide arbeider, die voor het bedrijfsleven overcompleet is, wordt in de ar beidsreserve opgenomen en tewerk gesteld by een D.U.W.-object. Helaas moesten in het verslag jaar een aantal nieuwe D.U.W.- objecten worden geopend en op 31 December waren 362 arbeiders hierby werkzaam. Het verloop van de werkeloosheid in het gewest Venlo geeft ongetwij feld reden tot ernstige bezorgdheid. Zonder industrialisatie dreigt er werkeloosheid. Zonder nu direct accoord te gaan met dat wat hier over de landbou wers gezegd wordt en over emigratie (Venray verkeert wat dit betreft in een enigzinds gunstige positie) tekent bovenstaande toch wel de ernst van de toestand. De noodzaak om industrie hier te krijgen, om behoorlijke opleiding mogelijk te maken, zegt meer dan genoeg. Aan een behoorlijke vakop leiding wordt voldaan, aan de vesti ging van industrie wordt hard gewerkt. De resultaten van dit laat ste zyn echter povertjes. Ook de grootste uitbreiding van de industrie is achter do rug en de woningnood blijft een geweldige rem. Er zal nog hard gewerkt moeten worden, maar van hogerhand mocht gerust wat meer steun komen. Den Haag heeft blyk gegeven door de oplossing van het Vredepeel geschil, dat zij de noden van Noord Limburg kent en daarvoor ook wat doen wil. Laat zy dan ook eens denken aan Noord-Limburg als industriegebied. De waarschuwende woorden van bovenstaand verslag spreken een zeer duidelijke taal. Het is een opmerkelijk verschijnsel dat de verwoestingen, die de oorlog aanrichtte onder woningen, boerderij en en bedrijven oorzaak zyn gewor den van een levendige handel. Een handel in zogenaamde herbouwplich ten. In verband met enkele nieuwe bepalingen ten aanzien van deze handel bestaat er alle aanleiding om hierover iets te zeggen. Een oorlogsgetroffene heeft voor zyn vernielde pand als iegel een rijks bijdrage in de geleden oorlogsschade ontvangen. Die rijksbijdrage is inge schreven in het Grootboek voor de Wederopbouw. Dat Grootboek gaat pas dan tot betaling van^de rijksbij drage over, wanneer de rechthebben de zyn herbouwplicht vervult en het geld dus nodig heeftom de herbouw te bekostigen. Nu zyn er oorlogsslachtoffers, die om enigerlei reden niet tot herbouw willen overgaan Zy achten terecht of ten onrechte de lasten die aan deze herbouw vastzitten te zwaar of zij geven voorrang aan hun wens om reeds nu in contanten over hun bij drage te beschikken. De eenvoudigste oplossing om de herhouwplicht kwyt te raken en daardoor tevens in het bezit van het geld te komen, is dan wel de Groot boekinschry ving te \ei kopen. Tot voor kort leverde dat weinig moeilijkheden op. De overdracht van herbouwplicht behoefde weliswaar de goedkeuring van het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw, maar in de regel werd die goedkeuring vlot verleend. Bovendien bleken er altyd wel koopkrachtige liefhebbers te zyn, de laatste tyd was de vraag zelfs groter dan het aanbod, zodoende behoefde de oorlogsslachtoffers, die hun her bouwplicht wilden verkopen, over de mogelijkheden daartoe niet in de war te zitten. Nu hebben de Minister en het Col lege van Algemene Commissarissen daar echter een stokje vooi gestoken. Er zyn beperkende bepalingen ver schenen, waardoor de overdracht van herbouwplichten zo al niet onmoge lijk dan toch wel erg moeilyk is geworden. De herbouwplicht van een boerderij bijvoorbeeld kan niet worden ver kocht wanneer de tot het bedrijf behorende gronden reeds zyn ver vreemd. De herbouw van een boer derij waar geen grond by behoort, heeft immers geen zin meer. Ook wanneer de eigenaar van een ver woeste boerderij voor de uitoefening van zyn bedrijf nog voldoende ruimte heeft overgehouden, is de overdracht van de herbouwplicht niet toege staan. In zo'n geval betekent de herbouw alleen maar een zekere verspilling, die nooit te verantwoorden valt en zeker niet, zolang getroffen boeren het nog met ontoereikende noodbe- drijfsruimte moeten stellen. In het algemeen kunnen we zeg gen, dat overdracht van herbouw plicht voor boerderijen slechts dan wordt goedgekeurd, wanneer met de bijdrage voor de verwoeste opstallen tevens de daarbjj behorende gronden worden overgedragen. De verkoop van rijksbijdragen voor verwoeste woningen zal als regel niet meer worden toegestaan. Alleen wanneer zo'n herbouwplicht behoort tot een onverdeelde erfenis, kan teneinde de deling van de nalaten schap mogelijk te maken de rijks bij diage nog worden overgedragen aan een der deelgerechtigde erfgena men. Natuurlijk hebben we al enige brieven ontvangen, waarin oorlogs getroffenen de overheid verwijten, dat hun nu zelfs een redelijke kans om over hun geld te beschikken wordt ontnomen. Die briefschrijvers achten daarom deze nieuwe beperkende bepalingen uit den boze. Wy kunnen gelukkig duidelijk maken, dat deze bezwaar den de zaak met goed hebben begre pen en dat daarom hun oordeel op z'n minst wat voorbarig is. Waarom bestaat er by velen zo grote belangstelling voor die zoge naamde woning-herbouwplichten Toch heus niet alleen om de arme oorlogsslachtoffers aan hun geld te helpen. De kopers zien er ook voor zichzelf blijkbaar enig voordeel in We zullen tot goed begrip van zaken eens enkele van die voorbeelden op noemen. Er bestaat een financieringsregeling voor particulieren niet getroffenen, die een woning willen bouwen. De betrokkenen dienen zelf voor het bouwkapitaal te zorgen, hetzij uit eigen middelen, hetzy door middel van leningen. Bezit men evenwel een herbouwplicht, dan kan men een beroep doen op de financieringsmo gelijkheden, die er voor de herbouw bestaan. Voor die herbouw verstrekt het rijk credieten. Een getroffene wordt dit uiteraard graag gegund, een koper van een herbouwplicht kan dit recht evenwel bezwaarlijk worden aangemeten. Ook de kwestie van het bouwvo lume speelt in de ogen van de koop lustigen dikwijls een rol. Velen menen namelijk, dat men met een herbouwplicht in de hand een gemeentebestuur eerder tot be schikbaarstelling van wat bouwvo lume zal kunnen bewegen dan wan neer men dit vraagt als particulier zonder herbouwplicht. Wy voor ons menen, dat dit voor deel slechts denkbeeldig is, wanneer tenminste het gemeentebestuur zich op het enig juiste standpunt stelt, dat iemand die een herbouwplicht heeft gekocht, ten aanzien van het bouwvolume in principe dezelfde rechten heeft als hy, die op grond van de particuliere financieringsrege ling een huis wil laten bouwen. Hoe dit zy, men meent dua in bepaalde gevallen ook in dit opzicht door het kopen van een herbouw plicht een zekere voorrang te kunnen verwerven. Is het nu in het algemeen ge sproken ook voor de oorlogs slachtoffers voordelig om hun her bouwplicht te verkopen Wy kunnen geen voordelen zien. De groo. boekinschry ving behoudt haar waarde en geeft nog altyd 4 pet rente per jaar. In het Wetsontwerp op de Materiële Oorlogascnade ia voor een bepaalde categorie getroffe nen een vergoeding naar vervangings waarde voorzien. Zy, die intussen hun Grootboekinschryving hebben verkocht, kunnen op die voordelige vergoeding geen aanspraak maken. In dit opzicht kan de overdracht van herbouwplicht voor de getroffe nen zelfs een strop zyn. Natuurlijk blijft de mogelijkheid bestaan, dat een getroffene in het bezit van een herbouwplicht, om contanten verlegen is. Voor hem ia het jammer, dat hy niet meer direct zyn Rijksbijdrage kan verzilveren. Voor hem is het wellicht 'n pleister op de wonde te vernemen, dat het Wetsontwerp op de Materiële Oor logsschade doet verwachten, dat de vervreemding van de Rijksbijdragen straks veel gemakkelijker zal gaan worden. Weliswaar zullen de getroffenen, blijkens de bepalingen var. dit Wets ontwerp genoegen moeten nemen met betaling in zg. opbouwobligaties, maar deze obligaties zullen vry ver handelbaar zyn. Zy moeten door de uiteindelijke bezitter in de herbouw worden belegd, waardoor deae mid delen tenslotte toch ten behoeve van onroerende goederen zyn gereserveerd. Er is met deze kwestie nog één belang, speciaal voor de geteisterde gebieden, gemoeid. Zo enigszins mogelijk dient de herbouw in de getroffen steden en dorpen plaats te vinden. Komen veel herbouwplichten in vreemde handen, die hun verworven plicht buiten de getroffen gebieden gaan vervullen, dan betekent dit een groot verlies voor de gebieden, die door de oorlog toch reeds zo zwaar hebben geleden. Geldt dit al voor de herbouw van woningen, het is nog van groter belang voor de herbouw van be drijven. Vandaar dan ook, dat een van de nieuwe bepalingen overdracht van herbouwplicht voor bedrijfsgebouwen slechts toestaat, wanneer de herbouw van het desbetreffende bedrijf met terdaad plaats vindt in een gemeen te, waarvoor een herbouwplan is of zal worden vastgesteld. Een gemeente dus, waar oorlogs schade is geleden van betekenif Bovendien zal by overdracht van herbouwplicht voor bedrijven serst advies worden gevraagd aan het bestuur der gemeente, waar het ver woeste pand was gevestigd. Het is een heel verhaal geworden. Het is echter goed, dat de belang hebbenden weten waarom en met welk doel deze nieuwe bepalingen zijn uitgevaardigd. Heus nier met de bedoeling om de getroffenen re pla gen, zoals iemand in een bui van boosheid en wanbegrip wilde be we ren. Wij zouden willen zeggen: in tegendeel Eerder om de belangen van de getroffenen zelf, van de eigenlijke wederopbouw en van de geteisterde gebieden te dienen. Dnitsland Wit gehelmde marechaussees, amb tenaren en persmensen hebben einde vorige week als nieuwe bezettings troepen de stukken van Duitsland binnengetrokken, die ons op de Paryse conferentie zyn toegewezen. De geprojecteerde grenscorrecties werden Zaterdag in alle vroegte vol trokken. De voornaamste daarvan zijn die te Elfen met een bevolking van c.rca 3300 zielen en die by Sit- tard, waar meer dan 5000 Duitsers administratief naar ons land over gingen. Dit laatste is een gebied van 41.34 km2, omvattende de dorpen Schel- bruch, Isenbruch, Havert, Millen Höngen, Tüddern, Wehr, Süsterseel en Hillensberg. Het gebied van Elten - met d« mooie Elterberg is by na 20 km2 groot. Nergens ging deze bestuursover- dracht met enige moeilijkheden ge- paard. De inheemse bevolking onder ging de bestuurswisseling gelaten. Zelfs toonde men hier en daar zijn

Peel en Maas | 1949 | | pagina 1