Gouden feest in de Paterskerk WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Minister Mansholt ontvouwt zijn plannen We hebben op een vulkaan geleefd Toeslagen voor de landbouwbedrijven Zaterdag 2 October 1948 No.® 39 Negen en Zestigste Jaargang Druk en Uitgave Firma van don Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijzen op aanvraag verstrekt Abonnementsprij s per kwartaal: voor Venray fl 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. Vlaggen hebben uitgehangen. Heel Nederland vierde feest. Uitbundig. Kapitalen zijn besteed voor de versiering. Amster dam, Rotterdam, Don Haag, Eindhoven, Kerkrade, Brunssum, lichtsteden waren het in de avond. Mensen kwamen niet uit gekeken en gingen dagen achtereen dezelfde weg om het mooie en sprookjesachtige te zien. Grote optochten. Historische optochten werden gehouden. Fakkeloptochten, fantastisch in de avond. Een feest om nooit meer te vergeten. Koningin Wilhelmina. Gouden Koningin... 'n Vrouw in het goud met veel verdiensten voor het volk. YEEL YERDIENSTEN VOOR HET VOLK Op 6 October a s. zullen 9 Paters de dag herdenken, dat ze in het klooster traden. Het was in hetzelfde jaar 1898... Ook 50 jaar... Gouden feest. Nu moet ik u eerst een tafereel schilderen. Twaalf mensen geknield op 'n berg rond één in 'nzelfde pij als zij. Bruin. Een wit koord. Die éne mens daar in het midden zendt de andere twaalf weg. Elk mot dezelfde opdracht„Preek het Evangelie en heilig uzelf tot zegen van het volk. Wees het volk tot steun. Tot verheffing. Bouw opWant in een visioen had hij de stem van God verstaan „Franciscus, ga en herstel Mijn huis". Ga! Hij was gegaan. De twaalf. Duizenden na hen. De jaren en de eeuwen door tot" de dag van vandaag. En Venray zag drie eeuwen de bruine Broeders van St. Irans. Hoevelen woonden in Uw midden? Hoevelen hebt U er gekend Moet ik U namen noemen Negen namen wil ik U noemen. Negen namen van monniken in het goud, die in de vijftig jaar, dat ze het kleed van Franciscus droegen van betekenis waren voor Venray. Met veel verdiensten voor het volk. Laten we beginnen met de Venrayse pater TERENTIUS POTTEN. De oudere garde onder U kent hem goed. Heeft met hem op school gegaan. Bij hem in de klas gezeten. Weet nog, dat hij 50 jaar terug naar het klooster ging. Zijn Eerste Plechtige H. Mis meegemaakt. Misschien nog wel het huis versierd, toen hij als jong priester voor het 'eerst thuis kwam. Pater REGALATUS HAZEBROEK, ex-provinciaal der Minderbroeders, heel bijzonder bekend in Venray, omdat hij meerdere jaren directeur was van het patronaat, omdat hy het was, die het nieuwe klooster bouwde nadat U het oude had zien vergaan in een vuurgloed. Hij veranderde het „Dym" in een internaat en zorgde er voor, Jat het verheven werd tot Staatsgymnasium. Pater ANSCHARIUS VAN DER VEER, die 26 jaar lang in Venray werkte eerst als leraar en daarna als Rector van het gymnasium. Zijn beste krachten heeft hij gegeven aan het onderwijs der jeugd, en is tot de dag van vandaag secretaris penningmeester van de hoger-onderwys- stichting St. Bernardus, waar ons gymnasium ook onder ressorteert. Pator AVELLINUS VAN VLIJMEN. Wie kent hem r.iet meer, de man, die duizende stappen heeft staan in de straten van Venray? Venrayse mensen en Venrayse studenten als U over hem spreekt dan is het altijd de mens met de toewijding voor de jongens. Voor wie nooit iets te veel was. Die in de volle zin van het wooid: „altijd klaar stond". Pater IGNATIUS SMEETS en hier denken de meesten aan de evacuatie tijd. Die goedige, gezellige, oude baas met z'n meeleven met het lot en het verdriet der mensen. voor een paar maanden terug hebben we hem eehuldigd met zijn diamanten priesterfeest. Nu geven we hem de kroon van „Gouden Minderboeder". Pater RUMOLDUS PEETERS, misschien is hij wel hoi. langst onder ons Venrayers. Jaren lang tot op dag van vandaag leraar aan het gym nasium. Met pater Botton zouden we hem haast een Venrayer noemen zo lang is hy al onder ons. Als je langs de Leunseweg loopt en je kijkt even op zij in de tuin van het gymnasium, negen van de tien keer zie je hem lopen brevieren. Pater GERLACH ROYEN, ruim drie jaar stond ook hij in het „Gym" voor de klas. In Venray begon zijn loopbaan tot hoogleraar. Ook hy komt naar Venray om de gouden kroon te ontvangen. Pater PACIFICUS VRIEND en pater ANICETUS JONG zyn waar schijnlijk onbekend voor de Venrayse bevolking. Toch ook aan Venray verbonden. Eén jaar, maar misschien ook wel een bijzonder jaar te noemen. Hun eerste preek als jong Pater hebben ze afgestoken in de oude Paters kerk. De plek waar je zó voor de eerste keer staat vergeet te niet gauw. NEGEN mensen die de kroon ontvangen. NEGEN mensen in het goud. BELANGSTELLING a.s. Woensdag 6 October zal deze plechtigheid in de Paterskerk ge beuren. Een plechtigheid, zoals deze hier nog nooit is voorgekomen, maar omdat het merendeel der gouden jubilarissen een stuk van hun levens werk in Venray haddon, en één van hen zelfs Venrayer van geboorte, heeft de Hoogeorw. Provinciaal der Minderbroeders beslist, dat Venray de plaats van het gouden feest zou zyn, omdat zij het meeste recht kon doen gelden van al de plaatsen in Nederland. Voor ons een EER, maar een eer met EREPLICHT. Het zou van ons Venrayers, niet fijn aangevoeld zyn, wanneer wy deze dag ongemerkt lieten gaan en geen belangstelling en erkentelijkheid toonden. Die belang stelling verwachten wy by de plechtigheid op 6 October. Neen, geen cadeaux verwachten zy van U, maar dat U Uw waardering toont voor al hetgeen zij voor Venray deden door op hun gouden dag in de kerk aanwezig te zyn. Plaats is er ruimschoots. Mannen komt U gerust naar boven. Nu de brug in de xerk weg is kunt U van boven prachtig de plechtigheid volgen. Met een ruim en goed gezicht op het altaar. 6 October half negen Solemnele Hoogmis opgedragen door Pater Rega- latus Hazebroek, de bouwer van het klooster. Na de H. Mis de plechtig heid van de kroning door de Hoogeerw. Pater Provinciaal. Gelegenheid om de jubilarissen persoonlijk geluk te wensen staat open by de receptie van 11 12 uur in het Patersklooster. En moge Venray meevieren HET GOUDEN FEEST IN DE PATERSKERK. Landbouwbegroting voor 1949 BESTAANSZEKERHEID EN MEER BEDRIJFSVRIJHEID De begroting 1949 van het departe ment van Landbouw, Vissery en Voedselvoorziening vertoont een eind cijfer van f 126.387.829 en wel voor de gewone dienst f 87.391.029 en voor de buitengewone dienst f 38.996.800. In de memorie van toelichting merkt de minister op, dat de huidige regering een landbouwpolitiek, welke is gericht op de verhoging van een rationele bodemproductie, die ook aan de welvaart en aan de bestaanszeker heid der producenten ten goede kan komen, als onmisbaar beschouwt. Het landbouw- en voedselvoorzienings- beleid zal derhalve in het algemeen een voortzetting zyn van de lyn, welke door de voorgaande regeringen werd getrokken. Het tot dusverre in de landbouw gevoerde beleid is voornamelijk onder hevig geweest aan de grote schaarste aan grondstoffen en consumptiegoede ren, die na de laatste oorlog alom in de wereld bestond. De gevolgen van deze schaarste hebben zich in velerlei opzicht in Nederland doen gevoelen Dank zy de vry gunstige vooruit zichten welke de binnenlandse land bouwproductie in het huidige oogst jaar vertoont zal de schaarste-economie tot het verleden gaan behoren. Ofschoon nu in geen enkel opzicht met zekerheid kan worden vastge steld, hoe de productie in de wereld zich zal ontwikkelen en welke in de toekomst de afzetmogelijkheden voor de Ned. landbouwproducten zullen zyn, moet men in Nederland komen tot een goed gefundeerde bestaans zekerheid voor de werkers in de goed geleide land- en tuinbouwbedrijven, Met name wordt hierby gedacht aan diegenen, die in het verleden het zwaarst getroffen zyn door de econo mische crisis en de verstoring der afzetverhoudingen, nl. de kleine boe ren en tuinders. De ontwikkeling van het te voeren beleid in land- en tuinbouw zal-in nauw overleg met het georganiseerde bedrijfsleven kunnen plaats vinden. Grotere vrijheid voor de ondernemer Er dient te worden gestreefd naar een stelsel, waarin soepelheid in de uitvoering van de door de regering te trekken lijnen van beleid gepaard gaat aan een grotere mate van vrij heid van de ondernemer. Voorop zij hierbij evenwel gesteld, dat op den duur directe steun aan de land- en tuinbouw dient te worden vermeden. Het zal nodig zijn in samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven regelingen te treffen, waarbij voor zover dit mogelijk is, meer ruimte wordt gelaten aan de ontplooiing van het uit het bedrijfsleven voortkomen-' de initiatief. Beweeglijker prijsstelsel Het prijsbeleid van de afgelopen jaren, hetwelk in het verleden heeft geleid tot een stelsel van richtprijzen, die in sommige gevallen als garantie prijzen werden opgevat, dient plaats te maken voor een beweeglijker stel sel, dat de boer in ruimer mate vrij heid laat bij zijn bedrijfsindeling en bedrijfsvoering. Gedacht wordt hierby aan een stelsel, waarbij voor enkele producten richtprijzen worden vast gesteld. Deze richtprijzen zullen op zodanige wijze moeten worden bere kend, dat de bestaanszekerheid der werkers in de goed geleide land tuinbouwbedrijven in voldoende mate wordt verzekerd. Het bovenbedoelde stelsel zal niet ten gevolge mogen hebben, dat door een, uit sociaal oogpunt onverant woordelijk stijgen der prijzen een zodanig prijspeil voor de eerste levens behoeften zou ontstaan, dat het even wicht tussen lonen en prijzen ver broken zou kunnen worden. Vooral ook in verband met de exportmoge lijkheden van verschillende producten in de eerstkomende jaren, dient wel te worden bedacht, dat een prysbe- heersing als in bovenstaande regelen gesteld, slechts kan worden uitgevoerd het kader van productie marktordening. Benelux Bij het overwegen van de maat regelen, die in het komende begro tingsjaar dienen te worden getroffen, dient voorts ernstig te worden over wogen, dat van nu af aan de Ned. landbouwpolitiek slechts kan worden gevoerd in nauw overleg met cle regeringen van België en Luxemburg. Hierdoor is 't zaak zo spoedig mogelyk te komen tot een wijziging in het systeem van subsidiëring der consumentenprijzen en tot een ophef fing van de bestaande rantsoenering, waar zulks mogelijk is. De minister acht het noodzakelijk, dat zo spoedig mogelijk zal worden gebroken met het systeem van quo teringen, zowel voor wat betreft de productie als ook de afzet. In ieder geval zal er zorg voor gedragen moeten worden, dat het stelsel van bedrijfsvergunningen en erkennings reglementen geen belemmering kan vormen voor een rationele ontwikke ling van productie en afzet. Ruimer export? De stimulering van de export van landbouwproducten, speciaal ook ter verkrijging van de nodige vreemde valuta, heeft voortdurend de byzondere aandacht van de minister. Er is reden om aan te nemen, dat zich hier meer mogelijkheden zullen voordoen dan in 1948 het geval was. Het is noodzakelijk tot een verdere uitbouw van de wetgeving ten aan zien van het gebruik van de grond te komen, welke is gericht op de be vordering van een doelmatig gebruik van de bodem. Onder meer wordt hierby gedacht aan een verbetering van de wetgeving op het gebied van de ruilverkaveling. Ook zal een we tenschappelijke commissie ingesteld worden welke de regering van advies moet dienen over de vraag welke maatregelen genomen zullen moeten worden teneinde een verbetering te brengen in de verhouding van de be- dryfsinkomsten, enerzijds op vrucht baar en anderzijds op onvruchtbaar land. In het vervolg zal de arbeidsreserve in de landbouw weliswaar op cultuur technische werken tewerk gesteld blijven, doch zy zal worden geleid volgens de algemene voorschriften der arbeidsbemiddeling. Onze (o Hqd&ewaaldei Op 2 October viert onze Moeder de H. Kerk het feest van de H.H. Engel bewaarders met de bedoeling in ons de herinnering aan onze hemelse be schermers te verlevendigen en het vertrouwen op hun machtige voor spraak te versterken. De gedachte aan onze Engelbewaar der is zo gezegend en vruchtbaar, omdat ze niet alleen heel ons leven omvat, maar ook ieder onderdeel van dit leven gunstig kan beinvloeden. Wat is het heerlijk en geruststel lend te denken, dat O. L. Heer ons niet aan ons eigen lot heeft over gelaten te midden van de woelingen dezer wereld, maar een goede vriend naast ons heeft geplaatst, die over onze schreden waakt, onze gang door het leven leidt en richt, ons tegen alle gevaren beschermt, het goede in ons tot bloei brengt, het kwad6 in ons beknot en uitroeit, ons in de be koring en de storm de hand boven het hoofd houdt en ons helpt onze plannen en ondernemingen tot een goed einde te brengen. Onze Engelbewaarder zorgt niet alleen voor onze ziel, maar ook ons lichaam heeft zijn voortdurende aan dacht. Iemand schreef eens„O. L. Heer zorgt altijd voor de kinderen, de dronkaards en de Verenigde Staten", maar dit geldt van iederen mens in ieder land, want volgens de algemene opinie bezit niet alleen iedere mens maar ook ieder land zijn eigen Engelbewaarder. Onze Engelbewaarder is de stille, onzichtbare getuige van al ons doen en la^en. Hy, die alles weet, ziet en hoort in harten en nieren, doorgrondt, leent al onze gedachten, woorden en werken, zelfs de geheimste roerselen van onze ziel. We zyn nooit alleen, ook niet in de duisternis van de nacht, zelfs niet in de diepste schach ten der aarde, want het oog van onze Engelbewaarder volgt ons overal. Alles neemt hij waar, wat er zich in ons hart afspeelt aan leed en verdriet, aan vreugde en hoop. Onze Engelbewaarder is onze grote vermaner. Hoe vaak moet hij zijn gelaat niet van ons afwenden Hoe dikwijls trekt er nieteeii blos van schaamte over zyn gelaat!' Wat ligt er niet zelden een zorgen een onrust in zyn blik, als wy niet naar zijn vermaningen w'llen luis teren, de goede weg verlaten, de ver boden vrucht willen grijpen en de bloemen gaan plukken, die aan de rand van de afgrond bloeien 1 Hoe zeldzaam trilt zijn hart van vreugde, als wy resoluut met de zonde willen breken, het oog uitrukkend dat ons ergert, do hand afkappend, waar mee wij de zonde willen bedrijven 1 Hoe heel anders zou onze naasten liefde geaard zijn, als wij steeds aan de Engel dachtpn, welke naast de mensen staat, die wy aansnauwen, bedroeven of onrechtvaardig behan delen, vooral naast hem of haar, waar mee wy zondigen. Ook in de duistere uren van ons leven is hij aanwezig om eens de wrekende getuige van onze verkeerde daden te zyn voor Gods troon. Wy vergeten onze Engelbewaarder gemakkelijk, als wy de kinder schoenen ontgroeit zyn. Het is een mooi en stichtelijk verhaal voor de kleuterkamer, maar niet voor ons, volwassenen, die prat gaan op onze zelfstandigheid en aan geen vreemde leiband meer willen lopen. Iu sommige streken van Frankrijk, o.a. in Bretagne, is de Engelbewaarder met heel de levensopvatting als het ware vergroeid. Als een bezoeker tegen valavond een huis binnentreedt, waar aan de haard in zijn leunstoel slechts een oude grootvader gezeten is, groet hij hem steevastBonsoir la compagnie, goeieavond samen, want daar is niet alleen de grootvader, maar ook zijn Engelbewaarder aanwezig. Mogen wij ons spiegelen aan dit sterke en schone geloof! P. H. RONGEN O.C.R. Mechanisatie Het landbouwonderwijs zal door uitbreiding van de Landbouwhoge school te Wageningen, stichting van 2 rykslandbouwwinterscholen en 29 nieuwe lagere landbouwscholen wor den gestimuleerd. Yoor de geldelijke bijdragen ter bevordering van de mechanisatie en de rationalisatie van de kleine boeren bedrijven over 1049 en afgesloten dienstjaren wordt f 2.000.000 aange vraagd. Getracht wordt de rationali satie van de kleine bedrijven te doen plaats vinden in het kader van de rationalisatie van de bedrijven in de streek, waardoor wordt vermeden, dat de kleine boeren zich als „ge steunde" zullen gevoelen. De opzet is, dat de genomen maatregelen uitein van Gods Zoon, de Hulp der Chris tenen, de Smekende Almacht, de Koningin van de vrede. Het beste middel nu, om ons haar hulp te verzekeren is de Rozenkrans, dat machtige wapen bij Haar, die zich noemtde Koningin van de H. Rozen krans. Sinds de 16e eeuw kennen wy reeds de viering van het Rozenkransfeest op 7 October, de viering van de Oe- tobermaand,de Rozenkransmaand. En ds zo dikwijls heeft het geregeld bidden van de Rozenkrans uitkomst gebracht. Ook nu wëer verwachten wij weer Moeders Hulp, nu, nu de wereld kookt, verwachten wy, dat Maria voor ons van God kan verkrijgen vrede, liefde en rechtvaardigheid in deze wereld, die ligt op het hellend vlak der onenigheid. "Wij weten, hoe hard gebed nodig is. Misschien zyn er behalve dit wereld gebeuren nog moeilijkheden en lijden in gezin en familie.... En toch, hoe veel gezinnen zijn er nog, waar niet trouw iedere avond volgens oud, en geenszins ouderwets, gebruik heel het gezin neerknielt, om in verenigd gebed door de Rozenkrans Moeders hulp af te smeken. Onmogelijk? Lastig met denkleine kinderen? Och kom, waar 'n wil is is 'n weg. Als 's avonds de allerkleinsten naar bed zijn is de tijd gunstig. Maar vergeet daarby niet, dat 't gebed van de kinderen God en zyn Moeder zeer aangenaam is Weer is het October. Maria's beeld staat in de kerk en in de huiskamer weer temidden van de laatste bloemen van het jaar. Begin vanavondsteek een kaars aan voor Moeders beeld en knielt gezamenlijk neer en bidt, bidt om de vrede die de wereld niet geven kan. Bidt, om Uw eigen geestelijke en tijdelijke belangen. En knieltiedere dag de hele Octobermaand, neer, met 't gebedssnoer in Uw hand en houdt dat vol, ook als de Rozenkransmaand voorbij is. Dan zegent U en Uw gezin Zy „die bidt voor ons zondaars, nu en in 't uur van onze dood". JUD. v.d. WIEL. Fosforgranaten in 'n kleerkast. Een pantservuist als stamper bij de was!' Onbegrijpelijke roeke loosheid welke vele levens had kunnen kosten. Qdó&eimaand... Do oorlog is voorbij, althans in ons werelddeel. Maar weer hangt er een bedreiging over Europa, over het ge schonden Europa, Een bedreiging, die, als ze losbarst., de grootste verschrik kingen zal teweegbrengen die wij ooit hebben gekend. Menselijke krachten kunnen de pro blemen niet meer oplossen. Onze enige hoop is: Gods hulp, Gods barmhartig heid. Maar om de hulp van God te verkrijgen is nodig een grote menigte mensen, biddende en offerende men sen. En als wy dan God vragen dit wonder voor ons te doen: afwending van alle gevaren, wat ligt er dan meer voor de hand, dan dat we ons tot God wenden door Maria, de Moeder Wie mocht denken dat met het einde van de oorlog nu ook alle ge vaar voorgoed geweken was, is wel bedrogen uitgekomen. Want de slag velden lagen immers bezaaid met gevaarlijk oorlogstuig door de stry- 'dende legers achtergelaten. Hoeveel ongelukken zijn sedertdien niet ge beurd? Hoeveel mensenlevens zyn niet te betreuren geweest sedert het ogenblik waarop de kanonnen zwe gen En hoeveel van deze ongelukken zyn niet te wijten geweest aan roekeloosheid, slordigheid, nieuwsgie righeid? Herhaaldelijk, dag in dag uit is er tegen gewaarschuwd, in krant en tijdschriftBlijf er af Heeft het gebaat Het mocht wat Het is nu bijna vier jaren geleden, dat de gemeente Overloon frontgebied was, men mocht dus wel zoetjesaan aannemen dat het nu daar „schoon schip" was. Maar de feiten leren anders. De Hulpverleningsdienst, wei voor de gemeente Vierlingsbeek steeds een byzondere belangstelling heeft gehad, omdat hier de oorlog gewoed heeft, heeft kort geleden een zuiveringsactie op touw gezet. WiltU weten wat het resultaat was Zie hier de buiten, welke het zy nog niaals gezegd by na vier jaren na de oorlog bij de diverse inwoners is opgespoord 12455 geweerpatronen, 177 mortier granaten, 241 andere granaten, 66 2cm granaten, 48 handgranaten, 63 schokbuizen, 4 bazooka-projectielen, 11 geweren, 12 Piat-granaten, 6 nevel- potten, 11 raketbommen, 3 fosforbom- men. 1 lichtkogel. 40 kg buskruit. Pantservuisten, 12 Pantserschrik-pro jectielen, 86 diverse ontstekers, 33 geweergranaten, 15 landmijnen, pl.m- 600 granaathulzen (nog niet gen). Deze oogst was net genoeg om de helft van de gemeente in de lucht te laten vliegen. Vele van deze gevaarlijke spullen werden bewaard als souvenir. Ver beeldt U een raketbom als souvenir Ergens anders werd als stamper voor de was een pantser vuist, geladen en wel, gebruikt't Is een beetje cru. maar men zou byna geneigd zyn te zeggen dat het zonde is van het goeie wasgoed. Beweren we teveel als we zeggen, dat we op een vulkaan geleefd heb ben „Ons Eigen Erf/ Door de Maatschappij tot bevor dering der Bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten (B.N.A.)zyn 1932 algemene regelingen betref fende de honorering van de architect de verdere rechtsverhoudingen tussen opdrachtgever en architect vastgesteld, kortweg genoemd „A.R. 1932". Deze honorariumregeling is nog van kracht, evenwel inachtneming van de vigerende prysvoorschriften. Voor de architecten bestaat nog geen prijsvaststelling (de Wederop- bouwregeling 1946 buiten beschou wing latende) zodat de „A.R. 1932" kunnen worden aangehouden, echter met inachtneming van het gestelde de nog steeds van kracht zynde „prijzenbeschikking 1940 No. 1". Volgens artikel 4 van deze beschik king is de inhoud daarvan ook van toepassing op het verrichten van diensten. Hoewel de bouwkosten in lonen thans heel anders liggen dan bij het totstandkoming van de Algemene Regelen 1932, wordt er slechts een honorarium toegestaan, gelijk aan het absolute bedrag, dat de architect op 9 Mei 1940, voortvloeiende uit de percentageberekening, voor een soort gelijke opdracht zou hebben berekend. Uit de verhoging van de sedert 9 Mei 1940 gestegen factoren als bouw som of aanlegkosten, mag dus geen verhoging van het honorarium voort vloeien. Het College van Algemene Com missarissen voor de Wederopbouw heeft in 1946 met de Bond van Ne derlandse Architecten besprekingen gevoerd over het honorarium. Na deze besprekingen heefc het college bepaald, dat voor bepaalde wederopbouw werken de „A.R. 1932" zal worden toegepast, waarbij echter enige wijzigingen zyn aangebracht. Wat het honorarium betreft, is de voornaamste wijziging, dat dit niet wordt gebaseerd op de werkelijke bouwkosten, maar op een fictieve bouwsom. Deze wordt gevonden door de ver menigvuldiging van de raming der bouwkosten op basis van de prijzen van 1937—1939 met de factor 1.75. Dit komt thans neer op de deling van de werkelijke bouwsom door 3.5 en vermenigvuldiging met 1.55, het geen betekent halvering van de wer kelijke bouwkosten. Deze regeling komt ons billijk voor in verband met de verhoging der lonen door de Overheid en in de particuliere bedrijven. Voor de oorlog werd de honorari umregeling A.R. 1932 in de meeste gevallen niet door de architecten toegepast, maar werd genoegen ge nomen met het honorarium, dat van te voren, in afwijking van de Alge mene Regelen, werd overeengeko men. De toepassing van de honora riumregeling A.R. 1932, waartegen op het ogenblik niemand bezwaren heeft, heeft voor de architect toch al zijn voordelen. Geheel anders berekende een archi tect het honorarium voor een oor logsgetroffene, door voor architecten honorarium in rekening te brengen 7.5 pet. van de aannemingssom ad f 23000.— en doodleuk f 1725.— trachtte te toucheren. Hy zal zich echter tevreden moe ten stellen met hoogstens f 825.50, welk bedrag, zoals we hierboven zagen, nog komt te liggen boven het bedrag, dat zou berekend mogen worden volgens de prijs op 9 Mei 1940. Het percentage, dat in het alge meen berekend mag worden, wisseR zich natuurlijk in verhouding van de werkelijke bouwsom en daalt naar gelang de bouwsom stijgt. Het verdient wellicht aanbeveling, dat de toch al gedupeerde bouwers by een te hoge honorariumbereke ning zich tot de Tuchtrechter voor de Pryzen wenden, die dan wel zal vaststellen het honorarium, dat voor de betreffende bouw berekend mag worden. En indien er reeds mochten zyn, die argloos reeds te hoge honorarium kosten hebben betaald, dan is hierin het middel gelegen om het teveel betaalde terug te kry'gen. Bergen (L) September 1948 P. J. WIJNHOVEN, Voorzitter Stichting N.-Limburg voor Oorlogsgetroffenen. delyk tot gevolg zullen hebben, dat een zo groot mogelyk deel van de kleine boeren volwaardig en op eigen kracht aan het productieproces zal kunnen deelnemen. Architecten enkóden Eén van de puzzles, waarmede vooral de oorlogsgetroffenen hebben te kampen door particulieren wordt er immers bijna niet gebouwd zyn de architectenkosten, die schijnbaar door vele architecten niet volgens de geldende regelen berekend kunnen worden. Een verdelingsplan voor de toeslag van f 40.ooo.ooo voor onvoldoende bedryfsuitkomsten op de lichtere gronden in 1947, is in overleg met de Stichting voor de Landbouw totstand gekomen. Het doel is daarby geweest in het bijzonder het kleine bedrjjf tegemoet te komen. Vandaar, dat naast een compensatie-toeslag voor alle bedry- ven van 1 ha of meer gelegen op zandgrond, een overbruggingstoeslag zal worden verstrekt voor de bedrij ven van 1—8 ha, welke gelegen zyn op niet-zeekleigronden. De eerste toeslag bedoelt tegemoet te komen aan de volgens de cal culaties van het L.E.I. over het geheel genomen onvoldoende bedryfs uitkomsten van de bedrijven op zandgrond gelegen. By de bepaling, welke bedryven voor deze toeslag in aanmerking komen, worden grote moeilijkheden ondervonden.

Peel en Maas | 1948 | | pagina 1