6XceLsis öc°x Hei feesi tfOf* de &*$de ItustnuMnev Peet evi Itlaas ^^erstmis is het feest van de reine, zuivere, zelfloze liefde. Christus is als kind onder ons verschenen om ons in te wijden in het geheim van de liefde, om ons de ware liefde te leren, om ons te overtuigen van Zijn liefde voor ons, om ons koud hart te verwarmen, om in onze doffe ogen de vonken van de zuivere liefde te ontsteken, om onze ziel te stemmen tot edelmoedigheid en offervaardigheid. Christus is als kind onder ons .ver schenen om ons vertrouwd te maken met God zelf. Hij troonde zo hoog in het Oude Verbond, Hij woonde zo ver bij het fronsen van zijn wenkbrauwen beefde de aarde als God voorbijkwam, trok de mens zich angstig terug. Hij wist, dat hij God niet in het gelaat mocht zien, dat Zijn majesteit te ver heven was om door mensen benaderd te worden. Maar thans is God een klein kind geworden, een kind zoals wij allen gens geweest zijn, een klein kind, dat slaapt en weent en beide handjes uit strekt naar de mensen van goede wil, die neerknielen bij Zijn kribbe. Christus is als kind onder ons ver schenen om ons dichter tot onze broe ders en zusters te brengen. Hij is mens geworden, niet alleen voor de rijken en de rechtvaardigen, maar- evenzeer voor de armen en de zondaars, misschien nog het meest voor hen. In Hem zijn wij allen broeders en zusters van elkander geworden, want Hij heeft ons vlees aangenomen en is in alles aan ons gelijk geworden. Christus is als kind onder ons ver schenen om alle haat en afgekeerdheid uit onze harten weg te nemen, om alle vijanden met elkander te verzoenen, om een eind te maken aan alle twist en tweedracht, om alle ruwheid en gevoel loosheid uit de wereld te verbannen, om de liefde te laten zegevieren in de harten van alle mensen. Christus is als kind onder ons ver schenen, opdat wij de moed zouden hebben altijd kinderlijk en vertrouwe lijk met God om te gaan, steeds zonder angst en beven tot Hem zouden durven naderen en niet van Hem verwijderd zouden blijven, als we in de zonde ver strikt raken of afgedwaald zijn van de goede weg. Christus is als kind onder ons ver schenen, om ons hart te vertederen en ons tot medelijden en barmhartigheid op te wekken jegens allen, die naar ziel of lichaam beproefd worden, die hon ger, koude en gebrek lijden, allen die geen plaats in de herberg vinden en moederziel alleen in het leven staan. Ondanks de komst van Christus is er Een mens heeft niet veel nodig om zielsgelukkig te zijn, maar het zuiverste geluk zal hij slechts vinden in zijn gods dienstige aandoening, in de vreugde, die haar klankbodem vindt in zijn ziel. Zong de dichter niet, dat ons hart da gen lang honger kan lijden, als het een druppel van die hemelse vreugde ge proefd heeft En is ook dit niet de betekenis van de Kerstnacht, dat we, het hart vol geestelijke vreugde uit de Nachtmis huiswaarts keren om er dagen en we ken lang van na te genieten en zo ons levenskruis lichter en blijmoediger te dragen Kerstmis is ook het feest van al het nieuwe en jonge in de natuur en in de veel koudheid en hardheid in onze hedendaagse wereld gebleven. Dit kan slechts anders worden, als wij ons ern stig op de diepere betekenis van het Kerstfeest bezinnen. In het Kerstfeest ligt niet alleen een rijke lering, maar ook een rijke troost opgesloten. Daar is op de eerste plaats de men selijke troost. Mogen wij nog klagen over de vele grote en kleine offers, die het leven dagelijks van ons vraagt, als Christus, onze oudere Broeder, van al het leed der wereld Zijn vorstelijk deel gedragen heeft Als Zijn leven van de kribbe tot aan het Kruis vol beproevin gen, teleurstellingen en miskenningen is geweest Als Hij ons door het voor beeld van Zijn leven heeft willen leren, dat wij slechts door het lijden met Hem tot de heerlijkheid kunnen ingaan In de Kerstnacht denken wij zo wei nig aan deze harde waarheid. Wij horen de engelen zingen en zien de kaarsen flakkeren, maar vergeten dat dit kind zal opgroeien tot de Man van Smarten, die bezwijkt onder de last van ónze zonden. Hebben wij dan het recht te eisen, dat er slechts bloemen mogen groeien op onze levensweg, dat ons iedere pijn en verdriet gespaard moet blijven Daar is op de tweede plaats de gees telijke troost. Kerstmis is het feest van het godsdienstige gevoel, van de mooie geestelijke stemmingen. Hoe diep het leed ons grieft, in de Kerstnacht is onze ziel vol vrede en vreugde. De tranen kunnen nog aan onze wimpers hangen, maar ons hart zingt mee met het lied, dat klonk boven de velden van Beth lehem. Mannen, ook als ze godsdienstig zijn, staan te zeer met hun beide voeten op de grond om veel ophef te maken van het religieuse gevoel. Maar ook zij zijn gevoelig voor de intieme sfeer van de Kerstnacht, voor de klokken, die in ieder Christenhart instemmen met de beierende klokken van de kerktorens. mens. Daarom schiet mij hier een citaat te binnen uit een brief, die een Joego slavische patriot aan de vooravond van zijn dood schreef aan zijn zoon, die nog geboren moest worden „Mijn kind, dat nu nog slaapt in de duisternis en kracht verzamelt voor de vermoeienis van je geboorte ik wens je alles wat goed is. Nog heb je niet de vorm van een levend mens aangeno men, nog adem je niet, nog ben je blind. Maar niettemin zal je, wanneer je tijd gekomen is, jouw tijd en die van je moeder, die ik zo van harte liefheb, de kracht in je voelen om te strijden voor lucht en licht. Dat is je erfenis, dat is de bestemming van ieder kind, dat uit een vrouw wordt geboren te strijden voor het licht en vol te houden zon der te vragen naar het waarom Behoud je'liefde voor het leven, doch ontdoe je van de vrees voor de dood. Men moet het leven liefhebben, anders is het waardeloos, maar men mag het nooit té zeer liefhebben Bewaar in je hart de 'honger naar waarheid blijf de leugen haten en be waar je vermogen, om verontwaardigd te zijn. Nu weet ik dat ik sterven moet en dat jij geboren zult worden om te staan op de puinhopen van mijn fouten. Ik schaam me, jou achter te laten in een ordeloze, vijandige wereld. Het is ech ter niet anders. In gedachten kus ik je voorhoofd mijn laatste zegen. Ik wens je een goede nacht, een 'goede morgen, en een stralende dageraad." Al ontbreek in dit citaat ook ieder religieus gevoel, toch past het volko men in het beeld van onze Kerststem ming, omdat het zijn hoop bouwt op de jeugd, die een betere wereld in het leven moet roepen, een wereld, die de vreugde en de vrede, de goedheid en de liefde van Kerstmis onder de mensen draagt. P. H. Rongen O.C.R. Heden is Christus ge boren; heden is de Verlosser verschenen; heden zingen op aarde de Engelen, verheugen zich de Aartsengelen; heden juichen de ge rechten zeggendeEre aan God in de Hoge. Alleluja

Peel en Maas | 1947 | | pagina 3