3e Eeuwfeest der Minderbroeders te Venray WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Volksvrienden. uw DEKEN. B» VAN CUYK TOT BAARLO Drie eeuwen geestelijke assistentie. Zaterdag 20 September 1947 No. 38 Acht en Zestigste Jaargang lp....1gaailBM nafS B-f. BBH K3& JMfl BBA Advertentieprijzen 'm' PEEL EN MAAS Telefoon K 4780 JMUaffl iJMllldffl Oh| BB Wfa V HQ HHB OGS uitsluitend vooruitb( Postrekening 150652 Bs^H ■SBMJ ffTrHMTI PWaWl w Bj A. f M. jij gelegenheid van het 300 jarig bestaan van het Minderbroeders klooster te Venray, verenigen Wy ons gaarne mot de Noord-Limburgse bevolking, om in dankbaarheid dit heugelijk feit te gedenken. Wy zijn indachtig het vele goede, dat in deze 3 eeuwen door de Minderbroeders met zoveel toewijding aan dit deel van ons Bisdom is geschonken. Op kerkelijk, liturgisch, wetenschappelijk en sociaal gebied hebben zij, ge trouw aan het devies „In sanctitate et doctrina", in heiligheid en wijs- beid zegenrijk mogen arbeiden aan de versteviging van het Godsrijk. Daarom bidden Wij gaarne om Gods zegen en die van Zijn Moeder voor de feestvierende Communiteit en hare bewoners. Roermond, 12 Sept. 1947. f GULIELMUS, Bisschop van Roermond. Van de zijde van het wereldlijk gezag in deze provincie mogen de meest hartelijke gelukwensen niet ontbreken op de dag, waar op de door Venray's burgerij geschonken kerkklokken hun feestlied zul len uitgalmen om drie eeuwen Minderbvoedersgeschiedenis in dankbaar heid te bezingen. Het fraaie gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van de herdenking dezer nederzetting ten jare 1647, heeft in onweerstaanbare aantrekkings kracht het heilzame werk der Franciscanen op godsdienstig en weten schappelijk gebied beschreven. Niet alleen Venray genoot het voorrecht de vruchten te plukken van zoveel voortreffelijke arbeid - ver over de Peolgrenzen heen heeft ook deze school van Vader Franciscus zich in dienst gesteld van de versprei ding der eeuwige waarheden onder het Ordo's devies: „In Sanctitate et Doctrina". Vele onvergankelijke verdiensten liggen besloten in drie honderd jaren onbaatzuchtige zielenijver, opgebloeid uit de stilte van de kloostercel God geve aan ons en aan ons nageslacht de eenvoud en de naasten liefde, waarmede Franciscus en zijn volgelingen de wereld willen be- De Commissaris der Koningin in de provincie Limburg, F. HOUBEN. Wy vieren feest. Waarom Uit vreugde, dat we in ons midden hebben vrienden, altijd goed, altijd blij. Hebt U wel ooit een zure Franciscaan gezien? Wat trekt zo zeer in de Minderbroeders Hierin lijken ze op hun grote Stichter, dat ze opgewekt en blij door 't leven gaan, dat ze Minnebroeders zijn, zoals de ouden zeiden en Minderbroeders, zoals wij 't nu uitdrukken. De oorlog, de invasie en de evacuatie hebben aeze trekken heel duidelijk aan 't licht gebracht. Terwijl wij soms mopperden over de on gemakken en over het verlies van vele ons zo dierbare zaken, zorgde Zuster Armoede, dat zij niet 't minste uit hun evenwicht raakten. Met evenveel oprechtheid vervolgden zij hun weg. En als ze soms door aller lei instanties in den hoek gedrukt werden, namen zij dat als Minder broeders, zonder klagen. De grote kleine Franciscus. Laat echter anderen op dit stramien verder borduren. Er zyn nog vele facetten te slijpen. Wy willen gedenken, dat deel der vriendschap, wat wy als parochie, als dekenaat, als Noord-Limburgers en Oost-Brabanders ondervonden hebben. Op onze streek ligt 't zegel, de stempel van de Orde van St. Franciscus. Wy zyn allen katholiek; daarop of daarin is gedrukt de op vatting, de ge9st van den H. Frans. Dit is zo geweest sinds de komst van de Franciscanen voor drie eeuwen terug. Maar deze laatste tijden hebben ons dat nog meer doen aanvoelen. In de nood leert men zyn vrienden kennen. In deze barre tijden danken we zoveel aan onze Paters, Geestelyk en stoffelijk hielpen ze waar ze konden. Toen de parochie van St. Petrus Banden daar totaal uitgekleed neerlag, beroofd var. onderdak, zyn de Paters niet voorbij ge gaan; ze hebben haar wonden helpen helen, er olie en zalf op gedaan en haar in de herberg gebracht, waar ze nu nog verpleegd wordt met liefderijke zorg. De barmhartige Samaritaan had zulk medelijden met de verpletter den, dat hij zyn eigen leed vergat; liy dacht slechts: spoedig helpen is dubbel helpen. Zy begonnen dadelijk het parochieleven weer op te rich ten; bedenk de primitieve toestanden December '44. De parochianen en de parochie-geestelyken kunnen nooit vergelden, wat voor hen gedaan is. Ook in de geslagen parochies van het dekenaat, ja van heel Noord- Limburg en Oost-Brabant schoten de Minderbroeders te hulp. Hoe zouden we er door gekomen zyn in onze kleine zaaltjes, schuren en kippenhok ken, waar de H.H. Mysteriën gevierd worden, zonder hun bereidwaardig medewerken Wy kunnen dit nooit vergoeden. Het feest, dat nu gevierd wordt, is ons een gelegenheid, om te danken voor zoveel goedheid en onbaatzuch tige vriendschap. Hoe zouden we ook onverschillig kunnen staan tegen over hun hartelijkheid er. gulheid Ik roep my'n parochie, mijn dekenaat op, om vooral in deze feest- octaaf, Gods rijkste zegen over onze beminde jubilerende Paters af te smeken. W Venray, September 1947. Mr. A. H. M. JANSSEN, Burgemeester. Een cultureel feest, bestaande uit een Franciscaanse tentoonstelling en een Franciscus spel, dat door een Venrayse burger is geschreven en door de wakkere Venrayse toneelvereniging wordt opgevoerd. Tenslotte een jolig feest van volkse blijdschap, „Roomse deugd zoals Thym het noemde, sober gehouden naar Franciscaanse geest en zoals deze tyd het vraagt; op de eerste plaats is daarbij aandacht ge schonken aan vermaak voor de kinderen. En dit alles wordt gegroepeerd om het eerbetoon, dat de Venrayse verenigingen aan de Paters willen brengen; om de optocht door Venray's straten; om de vergadering, waar Henri de Greeve een feestrede zal uit spreken en de stoffelijke blijken van dankbare waardering zullen worden aangeboden. De verwerkelijking van dit programma eischte vanzelfspreKend veel arbeid. Het uitvoerend comité kon het werk niet alleen af, maar streefde er ook opzettelijk naar veel Venrayse mensen in de voorbereiding te betrekken. Ik kan getuigen, dat deze medewerking gemakkelyk verkre gen en enthousiast gegeven werd. Hot Comité stelt deze viering onder bescherming van de Patrones van het klooster, de lieve Moeder van Smarten. Moge onder Haar voor- spraaK dit feest ten zegen zijn van Venray en de Paters van 't Klooster^ De Voorzitter van het uitvoerend Comité, J. B. M. VERAART. '/anneer onze gemeente zich thans opmaakt voor het met grote luister vieren van de drie honderdste verjaardag van de komst van de Paters Minderbroeders in Venray, moet dit feest worden een demonstratie van de grote dankbaarheid van Venray en omgeving, voor al hetgeen de paters in de afgelopen jaren op geestelyk, cultureel en sociaal gebied voor deze streek hebben gedaan. Wie onzer zal kunnen bevroeden de omvang van het zegenrijk werk der paters in deze drie eeuwen verricht. Hoe ontelbaar velen zullen by hen niet de steun en de kracht gevonden hebben, om de strijd vol te houden of opnieuw aan te binden met de ons geestelyk heil belagende krachten. Hoevelen zullen in ziekte en lijden van deze volgelingen van St. Frans troost en opbeuring hebben gekregen; van hen geleerd hebben de grote zin en waarde van het lijden en de smart te begrijpen. Wanneer Venray met recht trots is op een grote schare van zoons en dochters, die alles verlieten om Hem te volgen, zal veel een gevolg geweest zyn van wat de Paters hen leerden en voorhielden. Denken wy slechts even ook aan de vorming, welke de Francis canen eerst in hun Latijnse school en later in hun Gymnasium aan zo velen uit Noord-Limburg en ver daarbuiten gegeven hebben. Mag en kan dan by de beschouwing van al hetgeen zy voor ons deden ik stipte er slechts een tweetal punten van aan de feest viering van Zondag een andere zyn dan de laaiende uiting van een grote dankbaarheid ten aanzien van de Paters Franciscanen, een dank aan God, die deze mannen aan ons schonk en voor ons behield, een vurige bede tevens om hen en hun werk in rijke mate te willen zegenen. De Paters zyn.driehonderd jaar in Venray gevestigd. Dat is een opmerkelijk lange tijd. De betekenis van dit verblijf gedurende drie eeuwen is echter ge legen in hun uitgebreide werkzaamheid op godsdienstig en cultureel gebied, welke door innige verbondenheid met de Venrayse bevolking ze ker zeer ingrijpend is geweest. DAAROM MOET DIT DERDE EEUWFEEST EEN GROOT FEEST ZIJN VOOR DE GEHELE BEVOLKING VAN VENRAY. Een kerkelijk feest bestaande uit een plechtig triduum en culmine rend in de H. Mis, welke Vader Bisschop zal komen opdragen uit waar dering voor alle medewerking, welke uit het Venrayse klooster by de zielzorg in het Noord-Limburgse is gegeven. zielenyver werkte voor de patiënten, wier leider en raadgever hy was en die hun moeilijkheden oploste, verminderde of dragelijker maakte. Na zyn overplaatsing kwam de goede Pater Gustaaf, thans nog in Venray woonachtig. St. Servaas was echter stilaan groter geworden en ook de werkzaamheden. Hij kreeg in Pater Adelmuse een helper van de beste soort in de moeilijke bezettingsjaren. Toen Pater Gustaaf zieke lijk weid, gaf hy zich voor honderd procent. Tijdens de oorlogshandelin gen in Venray, de kelderperiode en de gevechten boven zijn hoofd, bleef Pater Aldelmus met doodsgevaar op zyn post. By de evacuatie trok hij met de zieken naar Weert, toen naar België. Na den terugkeer heeft hy met zorg waargenomen tot begin 1947. Toen werd Pater Adelmus vervangen door Pater Ludger, die evenals zijn voorganger een man van plicht en zielenijver. Een woord van hulde en dank aan de Paters Franciscanen is hier zeker op zijn plaats. Thans is het ruim veertig lange jaren, dat ze zich hebben gekweten van hun taak, geestelyko leiding en zielzorg. Wy hopen, dat dit in ^de toekomst zo zal blijven. Wy wensen de Francis canen by hun 300-jarig jubileum van harte proficiat 1 Moge de goode God ook in de toekomst hun werken zegenen Br. ABRAHAM, Overste. Ingetrouwd in een familie, waaruit sinds de terugkeer der Paters in 1844, steeds de Syndicus werd gekozen en zelf vanaf de herope ning van het klooster, na de brand in 1925, als arts aan het klooster verbonden, heb ik veel van het intieme leven van de Paters gehoord en persoonlijk meegemaakt. Het meest heeft me steeds getroffen, de geest, die in het klooster heerste. Het was ceze geest, die gedurende al die jaren voor onze familieleden de omgang met de Paters maakte tot een oase in de beslommeringen des levens. Het betrekkelijk weinige wat onze familie in al dien tijd voor de Paters heeft kunnen doen, werd door hun gebed, hun medeleven, hun belangstelling, hun steun en hun omgang ruimschoots beloond. Het was voor ons leken, die in het volle leven stonden, een ongekend genoegen om in het discretorium, de zaken en de dagelijkse gang van het klooster te bespreken. De prettige toon, de gezonde humor en de goede geest die daar heersten, maakten deze bijeenkomsten tot iets onvergetelijks. Ze gaven ons steun en kracht in het doen van onze wereldlijke zaken. Het was ook die geest, die de heer van Gooi in zijn mooie artikelenreeks in „Peel en Maas" doet spreken over het klooster als „een huis van vreugde" en die ik als medicus ontmoette by de vele patiënten, die ik in al die jaren, soms gedurende een zeer langdurig ziekbed, heb behandeld. Deze geest bevorderde ongetwijfeld de genezing en maakte het ziekenbezoek voor mij tot een ontspanning. Als er evenwel geer. genezing kwam en God de zielen van de vaak zeer jeugdige patiënten tot Zich riep, dan was het deze geest, die hun blijmoedig het offer van hun leven deed brengen en hun afsterven maakte tot een stichtend voorbeeld van vertrouwen, overgave en liefde. Dat deze geest, die de geest is van Vader Franciscus, moge blyven heersen in Uw klooster, dat is de wens van al Uwe vrienden in Venray en ver daar buiten. Het is ook die geest, die ieder van hun op zijn manier heeft ondervonden, zoals ik hem voor onze familie hierboven beschreef. Het is dezelfde geest, die U al Uwe moeilijkheden, rampen en tegen spoeden gedurende al die eeuwen heeft doen te boven komen, die U de liefde en eerbied van de gehele bevolking deed winnen en hun in alles met U deed medeleven. Het is als dank daarvoor, dat er zo'n groots feest wordt gevierd. Dat het zo moge blyven A. VERCAUTEREN, hoc tempore Syndicus Apostolicus. »ij gelegenheid van het derde eeuwfeest der Paters Franciscanen, zal hun werken in Venray wel van alle kanten worden be licht. Doch hun verdiensten beperken zich niet tot deze plaats. Zy strek ken zich uit tot de gehele streek. Wy' denken hier bijzonder aan de hulp, die zy verleend hebben aan de Heren Pastoors en Rectoren in den omtrek. Wanneer de parochiegeestelijken het werk niet af konden bij de grote feesten van het kerkelijk jaar, by bijzondere vieringen, dan werd altijd een beroep op hen gedaan. En wanneer het ook maar enigszins mogelijk was, werd de gevraagde hulp altijd bereidwillig verleend. Dit assisteren in de parochie's is aanmerkelijk toegenomen na do bevrijding. In de meeste parochie's was de kerk verwoest of onbruikbaar geworden. De H. Diensten moesten in een noodgebouw gehouden worden. Bijna overal is deze noodkerk veel te klein, zodat het aantal Missen dikwijls moest verdubbeld worden. Om dit mogelijk temaken, hebben vele Heren Pastoors een beroep gedaan op de Paters van Venray en zo zijn er Zaterdagavond of Zondagmorgen vele Paters op wer naar de verschil lende parochie's om hulp te verlenen. Jubilerende Paters, wij zijn blij, dat we nu eens de gelegenheid heb ben, om U, in naam van al die Pastoors en Rectoren te danken voor de hulp, die gij ons geboden hebt. Wy zyn er ons goed van bewust, dat het over het algemeen geen aangename taak is, om nu eens bier en dan weer daar assistentie te verlenen. Gy mist de menselijke voldoening van het aanschouwen van de vruchten van Uw werken. Gy moet U telkens aanpassen aan de plaatselijke gebruiken en toestanden, die plaats voor plaats verschillen. Gy moet U telkens aanpassen aan de eigen sfeer van parochie en pas torie, die in vele opzichten anders is als die van een klooster. Wy zyn er ons good van bewust, dat het geen lichte taak is, die gij op U neemt, telkens wanneer gy daags voor een groot feest plaats neemt in de z.g. patersbiechtstoel van onze kerken. En ontelbare malen zullen vélen onder U in de late avonduren doodmoe naar huis zyn gegaan. Wy zyn er ons goed van bewust, dat wy wellicht ooit lastig zijn geweest, maar weest dan zo goed, ons dit niet al te zwaar aan te reke nen. Gy leeft in een kloostergemeenschap en wy eenzaam en alleen op onze pastorie. Onwillekeurig heeft dat invloed op ons beider karakter vorming en wordt deze in tegenovergestelde richting beïnvloed. Jubilerende Paters, weest ervan overtuigd, dat wy Uw hulp ten zeerste waarderen. Wy zyn bly, dat wy dit by gelegenheid van Uw eeuwfeest openlijk mogen getuigen. En wy sluiten met de wens, dat Gods bijzondere zegen moge rusten op het klooster van Venray en hare bewoners. Th. J. H. M. DEBYE, Horst, 13 Sept. 1947. Deken. De Zeereerw. Paters Franciscanen en „St. Servatius". Vanaf het begin der stichting werd door de Paters Minderbroeders alhier de zielzorg uitgeoefend. Deze zeer mooie, doch moeilijke taak by onze zieken, werd in het begin reeds, d.w.z. in 1906, uitgeoefend door Pater Alphonsus. Met veel tact en medeleven wist hy zich beminnelijk te maken; hy was voor hen als een vader en met de hem eigen sponta niteit en blyde glimlach, vervulde hy zyn taak. Prettig was zyn omgang met de zieken, uveral en voor iedereen had hy troostende en opbeurende woorden en wie eens met hem gesproken had, verlangde weer opnieuw met hem in aanraking te komen. Ook in materieel opzicht behartigde hy de belangen van St. Serva tius. Na meerdere jaren hard gewerkt te hebben, moest Pater Alfonsus zich wegens te drukke bezigheden terugtrekken. In zyn plaats word benoemd Pater Liberatus. Deze heeft lang de zielzorg uitgeoefend in Sint Servatius. De jaren van de eerste wereldoorlog, die zoveel moeilijk heden meebrachten, waren hem toevertrouwd. Veel leed moest verzacht, veel ellende weggeholpen worden, vooral in 't laatste oorlogsjaar, 1918, toen de gevreesde griep-epidemie optrad en hier ve'.e slachtoffers vielen. Onvermoeid was Pater Liberatus op zijn post en niets was hem te veel. Na jaren voor het geestelyk welzijn onzer stichting hard gewerkt te hebben werd Pater Liberatus benoemd tot pastoor te Lichtenvoorde en moest hy zijn geliefd Sint Servaas verlaten. Zijn opvolger werd Pater Benjamin, die met even grote liefde en „Ook is in 1647 te Venray, in het Land van Kessel, een klooster der Minderbroeders van de Orde van Sint Franciscus gesticht, dank zij de offers der gelovigen: by dit klooster is vervolgens een voortreffelijke kerk gebouwd, waar de Minderbroeders God trcuw en ijverig dienen, terwijl zy in dit zeer volkrijke dorp Venray, evenals in de dichtbijgelegen plaat sen, tot zelfs in Cuyck, steeds gereed staan om aan de pastoors niet geringe hulp te bieden, zowel wat betreft het verkondigen van Gods Woord, alsook wat betreft het biechthoren". Met deze eenvoudige doch duidelijke woorden getuigt de Heidense pastoor-deken Joannes Knippenberch in 1719 van zyn grote waardering voor het voortreffelijke werk der paters Franciscanen van het klooster te Venray. Zy stonden steeds gereed om te helpen met preken en biechthoren! Beseffen wy, wat dat betekent? Denk U eens 50 of 100 jaren terug! Het is in de donkere dagen voor Kerstmis. Koude wind en striemende regen wisselen af met natte sneeuw of kletterende hagelbuien; onbegaan baar zyn de wegen onder de eentonig-gryze, soms met wild-varende wolken bedekte lucht. Doch daags voor Kerstmis ziet men reeds in alle vroegte bruine paters trekken, in alle windrichtingen moedig voortstap pend naar Horst en Sevenum, naar Maasbree en Baarlo, naar de Maas dorpen ten Westen van de Maas, door het hele land van Cuyck, ja dwars door de woeste Peel naar Deurne en Liessel en Vlierden. Uren ver gaan soms wegschietend in een modderkuil, soms tot de knieën wadend door de sneeuw, soms in doorweekte pijen ronddolend in de met turfgaten overdekte woestenij van de Peel. De gelovigen zullen Kerstmis vieren met biecht en H. Communie en een extra preek, de pastoors komen krachten te kort, een beroep op de Franciscanen is niet tevergeefs, zy kennen hun plicht en beleven hun devies van nederig dienen. De paters bezetten de biechtstoelen in een wijde omtrek, van de voormiddag tot uiep in de avond. Doch Kerstdag 's morgens zyn zy weer present in de nachtmis; H. Communie uitreiken, onafgebroken in de weer, soms nog preken bovendien en nuchter blyven tot de dagdiensten, als zy zelf het H. Misoffer opdragen. Het wordt zo vanzelfsprekend gevonden, doch hoeveel wordt gevergd voor deze taak; de moeilijkste biechtgevallen komen vaak nog by de onbekende paters terecht, voor wie ook de parochie, menselijkerwijs ge sproken, een onbekende akker is. Maar als heelmeesters der zielen zyn zy nergens vreemd en do liefde tot Christus noopt hen tot onverdroten arbeid, blijmoedig en gestaag. Alleen in Christus ook vinden zy hun troost en opbeuring, daar menselijke voldoening hun bij dit „gelegen heidswerk" in vrywel onbekende parochies uiteraard minder ten deel valt. Zoals do paters met Kerstmis gaan, zo gaan zy met Pasen en Pink steren, zo gaan zy met Allerheiligen en Allerzielen vaak, zo gaan zij voor bijzondere predikaties, vooi een triduum, voor do H. Kindsheid of-ander bijzonder feest, zo gaan zy bij ziekte of afwezigheid van pastoor of ka pelaan, zo assisteren zy geregeld in de drukke weken in bedevaartplaat sen als Tienrav, Oostrum en Smakt, zo zyn zy present bij begrafenis- en huwelijksdiensten En er was een tyd, waarin deze bijstand der paters veel dringender nodig was dan thans! In de 17o en 18e eeuw by v., toen door de protestantse overheersing in Meierij en Land van Cuyck het tekort aan priesters daar vaak ontstellend groot was en toen ook in het Land van Kessel de parochiegeestelijken hun uitgebreide taak bjj lange niet konden vervullen als thans. Voor het jaar 1668 vinden wy zo genoteerd, dat toen het catechis musonderricht te Venray „pro Deo" gegeven werd door de Minderbroe ders van een tot twee uur namiddag op alle Zon- en Feestdagen. En de populariteit der „Venrayse paters" in de Meierij blijkt wel uit de hon derden eenvoudig gelovige Meieryers, die op hun jaarlijkse beevaart naar Kevelaer te Venray by de paters kwamen biechten. Waar hun hulp gevraagd wordt, daar staan en stonden de paters, reeds 300 jaren lang, steeds gereed, in zomer en winter, by storm en kou. Wie zal de betekenis van deze gestage geestelijke arbeid beschrijven? Wie zal de diepte peilen van hun geestelijke invloed in de landen van Kessel en Cuyck en een deel der Meierij Hoe groot is hun aandeel in het behoud van veel echt Franciscaanse eenvoud in deze streken Wat heeft Venray in het bijzonder, ook in de nieuwere tyd, niet aan de paters te danken, waar iedere Zaterdag hun kerk gevuld is met biechtelingen, waar tallozen hun kerkdiensten bywonen en hun geeste lijke onderrichtingen aanhoren, waar de geestelijke verzorging van ge huchten als Ysselsteyn en Heide geruime tyd aan hen waren toever trouwd, waar zy de leiding op zich namen in patronaatswerk, liturgische onderrichting en tal van religieuze uitvoeringen, waar de bloeiende Derde Orde talloos velon opvoedt in vroomheid, eenvoud en hartelijk heid 1 Doch de grootste eer en dank komt aan de paters toe, omdat zy door woord en voorbeeld de eeuwen door by zovele edele jongelingen uit Venray en omstreken het zaad der priesterroeping tot ontkieming hebben gebracht. Behoren thans niet zeker een tiental Venrayers tot de Orde van St. Franciscus En toch geldt dit niet slechts voor de laatste 150 jaren, sinds de paters de leiding hebben van Latijnse School en Gymnasium, neen ook vóór die tyd waren vele Franciscanen uit deze streek afkomstig. Van de tien paters, die in 1802 door de Franse bepa lingen in hun geestelijke bediening werden gehinderd, waren er twee geboortig uit Venray, een uit Sevenum, een uit Boxmeer en verder uit Venlo, Geldern, Wissel by Cleef, Den Bosch, Canne by Maastricht en Lanaeken bij Maastricht. Wat de paters door hun gymnasium betekend hebben voor onder wijs en opvoeding in Venray en omgeving, zal wel door anderen belicht worden, vóór alles moeten wy echter duidelijk beseffen, dat in 't bijzon der hun geestelijke invloed, door hun echt priesterlijke bediening, voor ons dorp en onze streek van de allerhoogste betekenis is geweest. Toen 300 jaren geleden de Gardiaan der Minderbroeders te Weert aan „Sche penen en Gosworen Raeden" van Venray verlof vroeg alhier een woning als convent te mogen inrichten, wees hy er op, dat de heren Pastoors van het Land van Kessel en Cuyck wegens de groto afstand van Weert, „gene bequame dinsten van onse Religieusen en konnen hebben, als sy het meeste hebben van doen" en dat hun klooster zou wezen „particu- lierlijk tot dynst endo favour deser Gemeynte, als sonderlingë tot in structie vande jonckhoyt inde Christelycke leoringe, troost ende bijstandt van alle die gene, die onse dienste ofte hulpe sullen begeren oft ver- soecken". De paters hebben woord gehouden. Terecht maakt Venray zich thans op om dank te brengen aan de Minderbroeders van St. FranciscusIn de thans levenden danken en eren wy ook al hunne voorzaten in het Venrayse klooster. De komst der Franciscanen heeft bewezen een grote weldaad te zijn geweest voor ons dorp. Lof en dank zij hiervoor gebracht aan God, Wien alle eer toekomt en door Wiens onmetelijke goedheid aan Venray deze grote gunst is ten deel gevallen. w. J.

Peel en Maas | 1947 | | pagina 1