Industrialisatie in Venray. BLEYENBEEK De Vermogensheffing WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN 't iocfiiddeesneit van ïïlaaden Schenk De belangen van de kleinen. Regering geeft geldelijke steun bij nieuwbouw. Bij brand Wacht in de Tropennacht. Acht en Zestigste Jaargang Druk. ou Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel ttrootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 Advertentieprijs 10 ct. per 3 mm. regel minimum fl 1.00 Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray fl 1.C0 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. MAAS In haar laatste vergadering besloot do (Gemeenteraad enkele terreinen te verkopen aan industriëlen, die hier hunne fabrieken willen vestigen. Ook Venray zal dus meer industrie krygen en daarmede het grote pro bleem der bevolkingstoename proberen op te lossen. Nu aan een gebiedsuit breiding naar hot Oosten, met name in Duitsland, jammer genoog niet de nodige aandacht is besteed, zal zeker de tyd niet ver meer zyn, waarin onze boeren niet weten, wat zij mot hun zoons moeten doen. Ze zitten nu eenmaal al zo dicht op elkaar, dat men zich soms met angstige verbazing afvraagt, hoe er nog een bestaan is te vinden voor vele van onze kleine boeren En de ontginningen in de Peel én de Noord-Oostpolder zijn een druppel op een glooiende plaat Niet iedereen voelt er wat voor in Brazilië of Afrika to beginnen en dus moet er naar iets anders gezocht worden. En dat is dan volgens de deskundigen: industrialisatie. Dat dit ook weer de nodige pro blemen met zich mee brengt, is te begrijpen. Minister Huysmans zajde, dat in dustrialisatie niet alleen een vraag stuk is voor de grote steden, maar ook voor het platteland en wy zou den zeggen speciaal voor 't getroffen gebied. Overal is woningtekort, maar het getroffen gebied kan haar eigen ip- woners in de verste verte nog geen woning verschaffen, laat staan fa brieken en de daarbij behorende ar beiders of arbeidsters. En als de bo- staande industriën elders al klagen, dat niet die productie behaald kan worden, die men wenst, door het probleem der volkshuisvesting, dan heeft een arbeidsspreiding, door fili alen op te richten in het getroffen gebied, al zeer weinig aanlokkelijks voor deze candidaten. Wat de industrie-terreinen betreft, staat Venray er geluktrig wat beter voor, hoewol ook hier de herverka veling nog zeer goed werk zal kun nen doen. Voorlopig kan men editor vooruit, daar de gemeente nog wat terreinen in eigen bezit lieeit. Het vervoer zal niet de grootste kwestie zyn. vooral daar men zich de indus trieterreinen in Oostrum en aan de Maashezerweg gedacht heeft, hoewel deze laatste wel verder van't station gelegen zijn. Het transport over water vraagt echter niet alleen oen haven, waar voor Wanssum dienen kan, echter ook goede wegen. Hieraan wordt go- werkt. Arbeiders zyn er waarschijnlijk voldoende, hoewel voor vele boeren jongens do omschakeling niet zal meevallen, maar aangezien geijverd wordt voor een ambachtschool en juist die industrie, die met de land bouw zal samenwerken, ligt hier voor veler, een toekomstige positie, die zij nu nooit bereiken kunnen. Grote fabrieken, als Philips o. d. zullen niet komen, dit is in do ge geven omstandigheden onmogelyk, maar juist een veelheid van ver schillende soorten industriën zal beter zyn in de toekomst, wanneer, de wereld weer wat bekomen zal zyn van de nu geleden ellendo en armoe. Er is nu een begin gemaakt, men zou hoogstens verbaasd kunnen zyn, dat de Vereniging „Venray Vooruit" in deze al het voorbereidende werk gedaan heeft, al is haar succes een felicitatie waard, en onze gemeente raad hierin zeer weinig naar voren komt We willen hopen, dat andero po gingen datzelfde succes hebben zullen. Mede door onze ligging ten opzichte van Duitsland, kan Venray dan voor uit komen. Moge door de betrokken autori teiten wat woningbouw en fa- bneksruimteh betreft de zo nodige aandacht geschonken worden aan dit getroffen gebied, dat door industriali satie een goede kans maakt weer tot haar vroegere welvaart terug te keren. Het bood weerstand aan de moderne wapens Langs de smalle landweg, dioleidt van hot verwoesto dorp Afferden naar het meer verwoeste smokkelaarsdorp Siebengowald liggen do ruïnes van het kasteel Bleyenbeek. Troosteloos steken afgebrokkelde muren boven wildgroeiend stiuikgewas, in do mis tige herfstmorgen. Het Limburgs landschap is hier nog vlak, uitgestrekte weidevelden en pas geploegdo akkers. Tegen de achtergrond donkert het Reiehswald als een dreigend loerend gevaar. Over de velden staan hier en daar ver dwaald nog stukgeschoten en half- verbrando Engelse tanks. De hele omgeving staat nog in het teken van de oorlog, die hier in al zyn hevigheid heeft gewoed en vormt zodoende als het ware een nieuwe achtergrond voor de geschiedenis van het oude slot Bleyenboek, dat vier eeuwen lang hier een hoofdrol heeft Over ons, echter zonder ons. Vlak vóór de bijeenkomst van de plaatsvervangers der Groote Vier te Londen publiceerde do bekende Brit- sche journalist Patrik Maitland een artikel, waarin hij de rebellie der kleine naties aankondigde. Dan luidde zijn advies, dat de groote naties er niet alleen naar moesten streven, dat „een redelijk Duitschland uit de vredesonderhandelingen te voorschijn zou komen, maar evenzeer een be vredigend en tevreden Europa. Dat zou intüsschen, meende hy, den ministers van buitenlandsclie zaker. niet zoo gemakkelijk vallen. Want de gemeenschap der kleine en midden-groote naties al bindt hen geen formeele band, toch vormen zij in vele opzichten een hechte eenheid, wijl haar belangen tegen de grooten Veelal parallel loopen zou zeker protesteeren tegen een herhaling van de procedure, welke bij de vast stelling van do vredesvoorwaarden voor de satelliet staten van Duitsch land is gevolgd. t Patrik Maitland heoft met onjuist gezien. De memoranda welke de 18 kleine bondgenooten reeds hebben ingediend of nog zullen indienen, zijn naast een uiteenzetting van liun standpunten, wenschen en eisclien inzake liet Duitsche probleem, als men ze dieper doorschouwt, inder daad zeer harde protesten, waaraan men terecht den titel van „opstand" kan geven. Het verzet strijdt op twoe fronten. Men is ontevreden over de wyze waarop do Vier Duitschland aanpakken; cziet daarin veel te weinig een gï^tsche, constructieve gedachte, het is op het oogenblik, nu de bezetting al ruim twintig maanden duurt, nog bijna onmogelijk te zeggen, welk doel do bezetters ieder in hun zóne nastreven en met welke middelen zy dit doel, als het hun duidelijk voor oogen zou staan, willen nastreven. Zelfs-de Russen, van wie men aanvankelijk aannam, dat zy wisten wat zij wilden, wor den den laatsten tijd steeds onzeker der in hun po'itiek; zy schijnen te aarzelen en zyn daarmede in het ondoorzichtige vaarwater der Angel saksen gekomen. Alleen de Franschen gaan recht op hun doel: kolen en herstelbetalingen af, en bobben daar mede tot dusverre goede resultaten bereikt. Zelfs in hun verstandhouding met de Duitschers. De memoranda hot Nederland- sche heeft het naar internationale erkenning voortreffelijk gedaan brengen naar voren, waarom het eigenlijk gaat. Duitschland heeft een misdadigen oorlog ontketend, Duitsch land is totaal verslagen; maar het is tevens moreel en materieel volko men geruïneerd. Dat is het eene feit. Het andere is, dat Europa, dat zelfs de wereld geen vrede kan hebben zonder een Duitscbland, dat zijn plaats in het geheele levenscomplex van de volken-samenleving inneemt. Er zyn nog steeds monschen, die protesteeren, als wordt gezegd, dat Duitschland moet worden gered, maar dan beseffen zy niet, dat met Duitsch land Europa en derhalve ook Ne derland en dit waarschijnlijk onder de eerste ten gronde gaat of ge red wordt. Een ziek orgaan is steeds een ge vaar voor het gehoole lichaam; het gevaar wordt grooter, naarmate liet orgaan uitgebreider on levensbelang rijker is. Duitschland nu is ongetwij feld met zijn 66 millioen menschen met een eigen temperament en spe cifieke karaktertrekken, een vitaal deel van Europa. - Het moet geestelijk, moreel en materieel worden heropgebouwd. En dit op zich reeds onomstootelyke feit neemt nog scherper vormen aan, als men bedenkt, dat niet alleen Duitsch land, maar alle landen van Europa om ons tot dit werelddeel te be perken tenminste in een zooda- nigen toestand verkeeren, dat zij voor besmetting uiterst vatbaar zijn. Wy zouden veilig sterkere uitdrukkingen kunnen gebruiken. Daarom is een wei-overwogen, diep doordachte Duitschland-politiek een Europeesche, eon wereld-noodzaak. En het zou van zeer verdachte bijbedoel ingen -getuigen, als één of meerderen van hen, die voor een dorgelyke poli tiek vooral verantwoordelijk moeten worden geacht, de stom van het ge zond vorstand, ook als zy uit een kleine natie komt, ongehoord zouden verwaarloozen, of, erger nog, eenvou dig zouden willen overschreeuwen. Een tweede feit, waartegen de kleineren, die reeds spraken, practisch zonder uitzondering protesteeren, is, dat zij feitelijk van do opstelling van het vredesverdrag met Duitschland worden uitgesloten. Tc Londen wor den zy gehoord; to Moskou zullon hun woorden, waarvan rapport is opgemaakt, misschien worden over wogen, maar een werkelijke rol zul len zy, zooals de zaken thans staan, niet kunnen spelen. Er zal want elk vredesverdrag heeft ook voor de nabuurlanden diepgaande consequen ties - mede over hen, doch echter zonder hen worden beslist. Dat is steeds, maar heel bijzonder onder bondgenooten, een schrijnend onrecht. Want ook de kleine staten hebben tegen Duitschland gestreden; zij heb ben zwaar onder de Duitsche bezet- tingsterreur geleden; hun welvaart is vernietigd; hun toekomst in gevaar gebracht. Maar ieder van hen had zyn aandeel in de overwinning; vaak was dit niet gering; onze eigen scheep vaart heeft, om slechts op één onder deel te wyzen, de helft van de ton- nenmaat in den kamp van de zege praal prijsgegeven. Zy deelden in de offers, soms onevenredig hoog; waarom sluit men hen uit van het werk des vredes, waai'bjj zy uitstekende diensten kunnen verleenen. Want al verdedigen zij natuurlijk hun eigen belangen, te loochenen valt ander zijds niet, dat do belangen dor klei neren vooral liggen op het terrein van wohaart en geluk, dus van don vrede; terwyl die van de grooten heel vaak strategisch en tactisch, dus in een eventueelen toekomstigen oorlog worden gedacht. Dit was de man, die de geschiedenis cn roem van het slot Bleyenbeek maakte. Zijn nazaten profiteerden dankbaar van de door Maarten Schenk Rente ten deelo bijgepast. In een besluit omtrent de finan ciering van de woningbouw heeft de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw een aantal regelingen getroffen, waardoor het ook voor veel werk aan do verfraaiing en uit bouw van het kasteel. nagelaten schatten en besteedden particuliere bouwers en instellingen mogelyk is geworden by de huidige exploitatievvaarde en de sterk go- stegen bouwkosten zonder financiële Gotische stul tekorten woningen te bouwen. De opgebouwd maar m de afwerking voornaamste bepalingen van het bo- vindt men verschillende renaissance- s]ujt komen hieProp *ee, dat hetrijk details, die erop wpzen, dat het kas- d0 rent6 ovor het bedrag dat ligt t'Vrw™.tussen d;> rendabele bouwkosten en uiterlyk, zoals het nog tot voor deworkelïike bouwkosten iaarliiks '/al oorlog was, dateeit uit 1738 toen aan veiïoodon DoUW*osten Jaarl«ks zal do voortdurende verbouwingen en Bleyenbeek was in de Middeleeuwen de zetel van den heer van A tierden, die van hieruit zyn heerlijkheid be- stuurde en zyn uitvallen deed naar het Duitse land, Brabant en Gelder land. Hot kasteel, met de bouw waar van ongeveer in het begin van 1500 werd begonnen, kreeg een heel bij zondere klank door Maarten Scheuk van Nideggen. Deze Maarten Schenk, die in 1549 geboren werd, uit een aanzienlijk Gelders, maar zeer arm geslacht, heeft in de vaderlandse ge schiedenis een grote rol gespeeld. Hy was in zijn jaren nu eens staatsvijand no. 1 om zijn gangsterstrooptochten, dan weer veldmaarschalk in dienst van do staat. Op zeer jeugdige leeftijd reeds, nog jongen eigenlijk, was hy kapitein van Eukhuizen en heer van IJsselstein. Als een soort Don Quiehotte trad hij met zijn heele bezit van twee paarden in dienst van Oranje en ontving daar zijn militaire scholing in zoverre hy daar nog behoefte aan had. Na de pacificatie van Gent werkte hy voor eigen rekening en veroverde voor zich het kasteel Bleyenbeek, dat aan zyn neef Huyn van Afterden toebehoorde. Hierom en omdat hy een Stichtsen vaandrig in eën persoonlijke ruzie doodgestoken had, was er voor hem by do Staatsen geen 'plaats meer. Hy sloot zich aan bij den Spaansen stadhouder Parma, die hem een blanco volmacht gaf om Gelder to brand schatten, waaraan hy zich met jeug dig vuur wijdde. Zyn strooptochten strekten zich uit over geheel Oost- Nederland. In 1579 veroverde hij do Deut- chouw, hetgeen hem rijke buit bracht. In 158Ó leverde hy een complete veld slag by Hardenberg vlak by Zwolle tegen den graaf van Hokenlo, wiens legermacht hij totaal in de pan hakte. Hij veroverde Koevorden en hield een joyeuze entree in Groningen. Hy was geen zachtaardig heer en zijn faam verspreidde zich alom. Zoals de ge schiedschrijvers van die dagen hem beschrijven bezat hy iets van het Duitse militaire sadisme: „Eenen aerd van dartele wreedheid toonde Schenk aan de gevangenen, want nadat hy hen, door wel voedren en verbandt hunner wonden, met hoop cn smaak aan het leven vervuld had, deed hy hen, bedaardes moods, ombrengen. In .1582 echter raakte Maarten in het nauw en werd door de Staatse bezetting van Geld.-r gevangen geno men. Hoge heren bijten elkaar echter niet, en Schenk werd tegen een hoog losgeld, dat hy zich intussen al wel byeen had gestolen in vrijheid ge steld. By deze gelegenheid verzoende hy zich tevens met de Staatsen, die hem een functie van veldmaarschalk met oen salaris vau f 1250.— per maand beloofden, on hem in ruil voor Bleyenbeek met inkomsten een soort gelijke heerlijkheid in Holland ef Zeeland aanboden. Bleyenbeek met inkomsten werd in die jaren op f 4000.— per jaar ge schat. Schenk trad dus weer toe tot de Staatsen en ontruimde Bleyenbeek wel, maar de Staatsen hebben het nooit in bezit overgenomen. Hy veroverde voor zichzelf spoedig hot slot Overassolt by Grave. Het grootste wapenfeit uit zijn ge schiedenis leverde Maarten Schenk in 15S6 toen hy in Westphalen de Stad Werle veroverde, natuurlijk leegplun derde en de dertig rijkste burgers als gijzelaars meevoerde. Om dit feit werd hij door Leicester tot, ridder geslagen. In 1587 veroverde hy zelfs de stad Bonn, maar in feite werd dit een fiasco, want slechts ter nauwernood kon hijzelf het vege lyf redden, toen de Spanjaarden hem op hun beurt hier kwamen belegeren en de Staat sen hem niet tor hulp snelden. Hy kreeg hierom weer onenigheid met de Staatsen, wier zaak hij sinds dien zoveel mogelijk afbreuk deed. Echter opnieuw vestigde hy zich op Huisvlijt is iets moois VOOl' Bleyenbeek, vanwaar uit hy opnieuw allen, allerlei strooptochten ondernam. Bij P1. njlll 7ftl TT bevallen één hiervan tegen Nijmegen, die hij "?g'n e.f aan> 1 ?.al V, pei boot uitvoerde vanaf de door hem j 1Ilt gij geen prijs, t allen tijd intussen gebouwde Schonkerschans. Wint gij in liuis gezelligheid, viel hy echter in de Waal en ver- dronk op veertigjarige leeftijd. vergrotingen een einde kwam. Als een reus lag het slot toen in het vlakke landschap, dat het naar alle zijde kon overzien en beheersen. In alles ademdo het naar buiten het roofriddersnest met zijn brede grach ten en sterke muren. De muren van de grote kelders, die vermoedelijk nog uit vroeger eeuwen dan 1500 date ren, zijn ruim 2 meter dik on boden dekking tegen ieder geschut. Ook de inwendige structuur was op degelijkheid gericht. Grote zware moerbalken schraagden de zolderin gen van paradijszaal en ridderzaal. De gesneden friezen en do zolder beschilderingen, die uit het einde van de 17e eeuw dateerden, waren de enige luxe. De grote open schouwen op ge torste zuilen of zoals in do paradijs zaal karyatido pilaster maken do indruk van kracht en eenvoud. Eeuwen is het kasteel in bezit geweest van de familie Schenk, die door Maarten Schenk geparenteerd was aan het geslacht Hoensbroek. De laatste adelyke bezitter, Markies von und zu Hoensbroek, verkocht in 1920 hot kasteel aan de familie Jur- gens, die thans nog do eigenaar is van de ruïnes. Verschillende belegeringen heeft Bleyenbeek in zyn bestaan meege maakt, maar steeds bood het weer stand ook aan de meest verwoede stormlopen. Tweemaal werd Afferden reeds verwoest maar Bleyenbeek bleef be staan. Een moderne oorlog was noo- dig, om do kracht van deze burcht te breken. Na de invasie in Normandië en do doorbraak van Montgomery naar het Noorden, hadden de Duitsers dit oude roofriddersnest in beslag genomen en als eon kleine vesting ingericht, in de omliggende landen hadden zy 10.000 landmynen, tankmijnen en booby-traps verborgen. Toen in Februari 1945 eindelijk de Engelsen tot Afferden waren door gedrongen lag in Bleyenbeek een Duitse bezetting van honderd man. Do Britten meenden de tegenstand snel te kunnen breken, tanks en stoottroepen, voorafgegaan door een bombardement van de zware artillerie, rukten op, maar Bleyenbeek hield stand. De Engelse aanvallen werden door de Duitsers afgeslagen, steeds opnieuw probeerden de Tommies door to breken, echter steeds zonder suc ces. Rondom op de weilanden lagen de stuk geschoten Engelse tanks, motorwagens en gedode soldaten. Bleyenbeek hield stand ook tegen een met moderne wapens uitgerust leger. Vier golven zware bommenwerpers vernielden tenslotte de totale boven bouw van het kasteel, maar konden de kelders, waarin de Duitsers ver scholen zaten niet treffen. Na twaalf dagen tenslotte stand gehouden te hebben, moesten de Duitsers aftrek ken omdat in do kelders brand was ontstaan. Bleyenbeek was een rokende ruïne geworden. Vijf dagen lang brandden de kelders de zware moerbalken, maar de kelders hielden stand. Zo is bet einde van Bleyen beek in de stjjl geweest van den groten roofridder Maarten Schenk, het is bezweken in actieve dienst op het. veld van eer. Een nieuwe sage is hier geboren in het zo legenderyke Limburgse land. Het was het einde van een roemrijk verleden in het moderne heden. Of Bleyenbeek herbouwd zal wor den of als ruïne bewaard zal blijven voor de toekomst is tot nu toe niet bekend. Herbouw in de oude stijl zal echter mooilyk te bereiken zyn, omdat het schatten zou kosten. BEL 392 vergoedon. Deze bijdrage zal worden uitgekeerd gedurende een tijdvak van 10 jaar, waarbij uiteraard telkens als de ex- ploitatiewaardo van de woning wijzi ging ondergaat als gevolg van een veranderde huurprijs de bijdrage in overeenstemming zal worden gebracht met de gewijzigde omstandigheden. Na afloop van dit tijdvak zal de minister bepalen, of dan een uitkering ineens zal plaats vinden ter grootte van het alsnog bestaande verschil tussen de oxploitatiewaarde en de bouwkosten, of wel, dat een jaarlijkse vergoeding van de rente nog ton hoogste vijf jaar zal voortduren. Na dit ty'dvak zal de uitkering ineens dan automatisch plaats vinden. Exploitatie-lasten. Van de door den minister vastge stelde huur mogen als exploitatie lasten behalve de gebruikelijke kos ten van belasting, waterverbruik, assurantiën, huurderving en incasse ook worden gerekend 12 percent van de huur voor onderhoud en 7 percent van de huur voor risico. De netto huuropbrengst wordt dan geacht te zyn de annuïteit over 50 jaren van de rendabele bouwkosten tegen een door den minister vastge stelde rentevoet. Deze rentevoet zal zooveel mogelijk gelijk zyn aan do gemiddeld geldendo hypotheekrente. De rente over het verschil tussen de op deze wyze vastgestelde oxploita tiewaarde en de werkelijke bouw kosten zal dus door liet rijk worden vergoed. Na 10, dan wel ten hoogste 15 jaar zal een uitkering van het op dat tydstip alsnog bestaande verschil plaats vinden. Het besluit dat getiteld is „finan cieringsregeling woningbouw 1947" en dat in werking zal treden op de dag zijner afkondiging in do Staats courant, vermeld voorts naast allerlei andere bepalingen, de regelingen, die getroffen zyn voor het verlenen van voorschotten ten behoeve van het verstrekken van geldleningen onder verband van tweede hypotheek en voorde wyze van aanvragen dor bij dragen en voorschotten. Het toekennen van de bijdragen on het verlenen van de voorschotten zullen geschieden bij beschikking van den minister. In de regel, zoo staat vermeld, zullen de bijdragen en voor schotten slechts worden vorst rekt voor woningen, die niet grooter zyn dan 500 kubieke meter. Ook voor woningen met bedrijfsruimten kan dit besluit worden toegepast, maar dan zal de bedrijfsruimte oveneens niet meer dan 500 kub. M. mogen zyn. Aanvragen op grond van deze re geling moeten worden ingediend by de gemeenten, waar men wil gaan bouwen. De gemeentebesturen zullen enkele weken na de bekendmaking van dit besluit over de nodige for muiieren kunnen beschikken. Donker is de nacht als ik het wachtlokaal verlaat. Enigszins aar zelend zoek ik de weg, met behulp van m'n zaKlantaarn, naar de brer.- post om m'n voorganger af te lossen. Grillig als reusachtige waaiers steken de palmboomen zich af tegen sterrenhemel, terwyl een zacht, koel windje ruist door de klapper bladeren, waarvan sommigen oen lengte van drie Meter halen. Mijn voetstappen schijnen dubbel luid te klinken in de nachtelijke stilte, die slechts onderbroken wordt door hot eentonig gesjierp van dui- zende krekels. Dan doemt eensklaps de zandzak ken-barricade op, met daarnaast de vage silhouet van m'n kameraad. Enige korte woorden van de wacht- consignes en met „alles oké" ver dwijnt hij in het nachtelijk duister, nog slechts even het geluid van z'n voetstappen nalatende. Dan ben ik alleen, alleen met vele gedachten, met vele geluiden en myn bren in de tropennacht. Ik begin mijn wake, mijn wake voor de veiligheid van de omgeving en voor m'n kameraden, die nu een welverdiende rust genie ten na een zware dag. 'n Zeker gevoel van verantwoordelijkheid komt over je, als je alles goed overweegt en tersluiks kijk je naar je bren, die in zulke uren je beste vriend is er. wiens loop dreigend over de zand zakken hoon loert. Ja, voor de veilig heid van je kameraad, ongeacht of het nu de majoor, de luit, of je „slapie" is. En vastberadener doorboren je ogen de duisternis, de rechtervinger dicht de buurt van de trekker, de lin kerhand by de vuurregelaar, om, zo 't nodig zou zyn enkel, ofwel auto matisch schot te geven en sta zo gereed voor elke actie, by iedere verdachte beweging. Binnen do lichtcirkel scharrelt een hond, een kikker wipt met grote sprongen langs de stelling, een aap krijst vlakbij in een nootmuskaat boom en enkele vleermuizen flad deren rond de schijnwerper, om de het licht opzoekende ongedierte te verschalken. Het zijn intussen alle maal bekende en vertrouwde dingen geworden, waar je al bijna niet meer op let. Wel laat je uw blikken gaan over de prikkeldraadversperring, links en rechts het veld in. dat hel verlicht wordt door de sterke lamp, terwyl je zelf in de veilige duisternis, buiten de lichtkring staat. En terwijl men zo waakt, gaan je gedachten naar vele dingen. Onwille keurig gaan je gedachten naar huls. De nacht leent er zich bij uitstek voor, om over die dingen te gaan mijmeren, over jo Holland, over je eigen dorpje, zo in stilte en duister nis, onder de sterrenhemel in Java. De nacht, de rust stemt tot na denken. Vooral aan huis donk je. Wat zullen ze op het oogenblik doen? In Holland is het nu 7 uur en hier al half 2. We zyn hier immers 61/» uur voor Hollandse tyd. Bam Daar gyoit me die ver velende aap ook nog een klapper naar beneden. Die zou ik niet graag dp m'n hoofd hebben. Was mo dat een schrikken Ja, in Holland zal het nu al wel knap koud zyn. En het doet je wel vreemd nu je hier onder de tropen zon leeft en werkt. Wat is da wereld toch wonderlyk. Je wordt 'n beetje sentimenteel. Maar nee, weg daarmee, schudt die gedachte weer van je af. Je bent een Hollands soldaat en kent je plicht. Je hebt een taak te vei vullen, de ordo en veiligheid te herstellen en te handhaven in dit mooie, maar zo arme land. verscheurd door opgezweepte hartstochten en fanatieke haatgevoolens. Je bent hier om mee te helpen, have en goed te beschermen van duizenden weerlozen, opdat dit land weor eens een tyd van vivdo en wol vaart zal beleven. Zo denk je dan op jo post in -i tropennacht en opnieuw tuur je dan de prikkeldraadversperring af, opnieuw gaan jo blikken rond, gereed voor actie, 'n Koel windje strijkt over de duistere sawali's De bladeren der palmen ritselen geheimzinnig. Voetstappen komen nader. De aflossing is in aantocht Dpi. soldaat J. L. KOENEN, 2-III Prinses Irene Veldpost BATAVIA. Voor- en tegenstanders in de Tweede Kamer tegen heffing ineens. Aan het voorloopig verslag betref fende het wetsontwerp „Vermogons- heffing ineens" is het vólgende ont leend: By de beoordeeling van het onder havige wetsontwerp was het vele leden opgevallen, dat de minister in de memorie van toelichting de moti- veering dor heffing uitsluitend op financieel© gronden doet rusten, te weten do monetaire saneering, de budgetaire saneering en de saneering niet betrekking tot de staatsbalans. Deze leden waren echter van mee ning, dat dit vraagstuk ook een be langrijken economischen kant heeft- welke vooral in do huidige omstan dighedon, alle aandacht verdient Voor hen rijzon ernstige bezwaren juist in de economische sfeer. In het algemeen geformuleerd, komen deze hierop neer, dat de spaarders door deze heffing ineens ten onrechte opnieuw een gevoeli ge n klap zouden krijgen n dat ue liquiditeit van het bedrijfsleven en do mogelijkheid tot investeoring in gevaar worden gebracht in dezen tyd, die juist als 't ware schreeuwt om uitbreiding en vernieuwing van het industrieel apparaat. Tenslotte ontwikkelden deze leder- nog do gedachte, dat de oiur-'u ook aan de vermogens aanwas-l>u las-

Peel en Maas | 1947 | | pagina 1