Practische politiek
Qnu £im{hicq&cke [anqenb met de
,,$ókan de U&itt" naai Indonesië.
De problemen der
oudere jeugd!
Zaterdag 14 December 1946 No. 50
Zevenden Zestigste' Jaargang
Druk en Uitgave
Firma van den Munckhof
Drukkerij
Kantoorboekhandel
Grootestraat *28
Telefoon K 4780 512
Postrekening 150652
PEEL EN MAAS
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Advertentieprijs
10 ct. per 3 mm., regel
minimum fl 1.00
Abonnementsprijs
por kwartaal:
vcor Venray fl 1.C0
buiten Venray fl 1.20
uitsluitend vooruitbet.
voor onze oorlogsgetroffenen.
Op do laatst gehouden Partijraads
vergadering der Katholieke Volks
partij, is na een causerie over de
practische politiek in het parlemen
taire stelsel van onze K.V.P., naar
aanleiding van de Troonrede van
onze Koningin, door Prof. Romme.
door het lid van den Partijraad, de
heer Hovens uit Venray, het volgen
de gezegd en wy meenen goed te
doen, dit ter kennis te brengen voor
onze oorlogsgetroffenen.
Tot mijn grooten spijt heb ik in
Uw prachtige causerie niet kunnen
beluisteren, hoe de K.V.P.-fractie nu
denkt voor hetgeen er gedaan zal
moeten worden voor de oorlogsge
troffenen.
Het urgentie-programma leerde ons
propagandisten en liet ons zien, wat
door de Katholieke Volkspartij, naar
voren zou worden gebracht in hun
parlementaire arbeid.
Punt III wees ons en hun op den
wederopbouw van ons verwoeste en
geschokte vaderland.
Wellicht behoef ik U met te schet
sen de catostrofale nood, die er in de
getroffen gebieden, speciaal Noord-
Limburg heerst, een nood, die geen
langer uitstel meer KAN en MAG
dulden. Geregeld kan men in gewes
telijke en landelijke pers van dezen
nood lezen' en met angstige en ge
rechtvaardigde bezorgdheid gaan wy
dan ook den komenden winter tege
moet.
Het is zo ver gekomen, dat onzen
Vader Bisschop de noodklok heeft
moeten luiden, om een groot gedeel
te van zjjn diosecanen van den on
dergang te behoeden. Dit alles echter
ontslaat de Regering allerminst van
den plicht hier afdoende te helpen.
Vol hoop zagen deze getroffenen de
bezoeken van onze Hooggeërbiedigde
Koningin, van H.K.H. Prinses Juliana,
van de diverse ministers en andere
hoge wereldlijke autoriteiten tege
moet. Hetgeen wat zij hier aan
schouwden was, dat er direct daad
werkelijk moest worden geholpen.
Helaas, de winter staat direct voor
de deur en weliswaar zijn er ver
beteringen aangekondigd, die helaas
met ambtelijke traagheid, wel in t
nieuwe jaar zullen worden uitgevoerd.
Minister-president Schermerhorn
heeft vorig jaar voor de radio ons
hoop gegeven, dat het een nationale
schande zou zijn, wanneer de zg.
krepeergevallen niet voor den winter
zuuden zijn geholpen. Hij bedoelde
den vorige winter.Een tweede winter
staat nu voor de deur.
De nationale schande is er, maar
Nederland weet het niet.
Men kan de betroffen ambtelijke
instantie's niet laten verontschul
digen, dat zij niet gewaarschuwd
waren, tijdig is er gewaarschuwd,
maar de hulp is uitgebleven.
Wij, de oorlogsgetroffenen vragen
geen medelyden, maar hulp volgens
de grondbeginselen, gelijk deze zyn
vastgelegd in ons urgentieplan, ge
grondvest op de beginselen van de
rechtvaardigheid en naastenliefde.
Mogen diezelfde oorlogsgetroffenen
U, geachte vergadering, dan voorstel
len de volgende motie te aanvaarden
en voor te leggen aan de betreffende
instantie's
De Partijraad der Kath. Volks
partij, in vergadering te Utrecht
byeen, doet een zeer dringend be
roep op de Katholieke Kamerfractie
om het uiterste in het werk te
stellen om:
1. Dat alle beschikbare voorraad
textiel onmiddellijk zal worden afge
zonden naar de getroffen gebieden,
die bedreigd zyn met epedemiën.
2. Onmiddellijke opname van de
t.b.c.-patiünten in sanatoria. Sturen
van Rode Kruis-team ter bestrijding
2. Binnen de kortst mogelijke tijd
do wet tot definitieve uitkering Oor
logsschade, op een basis van recht
vaardigheid en naastenliefde, ook
wanneer straks de voorraden gaan
komen. Ik bedoel textiel, huisraad,
schoenen, die oorlogsgetroffenen niet
kunnen betalen. Voorschotboekje, sal
do nihil, spaargeld op en zjjn anders
op liefdadigheid aangewezen.
4. Alles in het werk te stellen,
dat de getroffen gebieden een behoor
lijke vervoers-accomendatie krijgen
en niet de touringcars gebruikt wor
den voor de trajecten in Westen en
Noordenen de oorlogsgetroffenen zich
met vrachtwagens moeten behelpen.
5. Dat onder geen enkele voor
waarde nog, waar dan ook in Neder
land, ontspanningslokaliteiten worden
geoouwd, zolang er nog mensen in
hemelschreiende toestanden in bun
kers en kippenkooien moetén ver
blijven.
6. Dat met alles voorrang zal wor
den verleend aan de getroffen gebie
den en zy niet overgeleverd zyn aan
ambtelijke bureaucratie.
7. Dat het genele volk mede den
tol der bevrijding zal komen te dra
gen en niet een tiende tot paupers
zal worden gedoemd.
8. Dat het in de toekomst niet
meer mogelijk zal zijn, dat er welis
waar prachtige acties op touw wor
den gezet, tot leniging van de ca
tastrofale nood in de getroffen gebie
den, in het Westen of Noorden. Hoe
goed ook bedoeld door Pater de Greve,
Vader Bisschop van Roermond en
vele andere. Laat dit een der zeer
dringende en noodzakelyke werkzaam
heden zyn van de Regerings-instan-
tie's. De oorlogsgetroffenen zyn geen
armlastigen, maar even zo goede
Nederlanders dan de niet-getroffenen.
Zy verdienen niet, dat zy aangewezen
zyn op liefdadigheid.
9. Dat de woorden: onvoorziene
omstandigheden voorbehouden,komen
te vervallen in het woordenboek der
oorlogsgetroffenenmaar kort en bon
dig alle daadwerkelijke medewerking
te gaan verlenen door alle overheids-
instantie's.
10. Het getroffen gebied, omdat
het 't slachtoffer werd der omstan
digheden, trachten op een christelijke
manier op te bouwen.
11. De getroffenen hebben plichten
maar ook rechten, en zeker na twee
jaar bevrijding.
12. Het moet uit zyn, niet alleen
maar hulp beloven, betoon nu daad
werkelijke hulp.
13. Met alle U ten dienste staande
middelen te trachten, dat gebied wat
slachtoffer werd der omstandigheden
op te bouwen, schoner dan het was,
met een bevolking die sterk den
vaderlandse strijd met U allen zij aan
zy kan strijden.
U ziet uit een en ander, dat de
functionarissen der party niet stil
staan, maar met de gegronde verlan
gens, voor een goede en gezonde
wederopbouw van onze ontwichte
maatschappij. U ziet hieruit, dat het
meer dan ooit noodzakelijk is, om niet
alleen Uw jaarlijkse contributie te
betalen, maar actief mede gaan strU"
den in de gelederen der party. Een
zeer gemakkelijke gelegenheid wordt
nu geboden en het moest eigenlyk
geen aansporing behoeven om U aan
te sporen hiervan gebruik te maken.
Venray krijgt als eerste in Limburg
de scholingscursussen voor propagan
disten, bestuursleden en vanzelf
sprekend voor alle leden die hiervoor
interesse hebben.
Vooral wil ik een aansporing geven
aan de jongeren laat het standen-
verschil varen, zijt gij boer, midden
stander of arbeider. Gij allen hebt
scholing op dat terrein nodig. Reser
veer hier Uw tijd en moeite voor.
Duidelijk beginnen zich af te tekenen
de gigantische strijd die wij meer dan
alle andere partijen te voeren zullen
hebben tegen het in aantal en in
vloed toenemende Communisme. Deze
mannen hebben met hun geheime
fondsen geen gebrek aan geld. Uw
werkkracht en offervaardigheid zal
voor ons het noodzakelyke financiële
fonds scheppen.
Niet alleen de liefde voor het be
houd van ons schoon en mooi Lim
burg, moet een aansporing hiervoor
zyn, maar om een hechte dam op te
werpen voor het rode gevaar. Wy
hebben de overtuiging, dat in die
geest de overwinning aan ons is.
ROELAND.
Het wordt weer
gewoon
Morgen zal het dan gebeuren, voor
de laatste maal zal morgenavond
Joosten's Salon-Pulmann-Car-Verhois-
wagen stoppen aan het Station, op de
Markt. Voor de laatste maal zullen
dan de [reizigers enkel kaartjes 3de
klas kunnen nemen in het café hoekje
van de Zwaan en voor de laatste
maal zullen morgen de chauffeurs
hun Zondags borreltje kunnen pikken
op de aloude pleisterplaatsen tussen
Vento en Nijmegen.
Er was trouwens de laatste tyd
niet veel meer aan te beleven. De
wegen werden al wat beter. De wa
gens werden helemaal dichtgemaakt,
je kreegt er een deurtje en een
trapje aan en een miezzeltje glas.
BEL bij Brand
518 (Sirene)
392 (Politie) of
380 (Conidt. Brandweer)
Het tochtte alleen nog maar door de
vloer, waar je de weg onder je zag
wegschieten en door een enkel gat
in het zeil.
Hoe was het deze zomer toch
Knarsend en piepend stopte een
open vrachtwagen, je werd er zo
heerlijk in gestuwd en net als je
dacht: dadelijk springt het zaakje uit
elkaar en ik sta op vyf, zes voeten,
dan duwden ze de laatste vyf erin
en schoten we gelyk haringen in een
ton de Hofstraat in, om na de be
werking ondergaan op doMaasheezer
weg, in Maashees zo vast en compact
opeen te staan, dat er in „Beek" nog
wel een stuk of wat smokkel-wijven
uit Nijmegen, rustig werden byge-
pakt, benovens hun eieren, groenten
en ander materiaal.
Zo kon 't gebeuren, dat je aan elk
eer een boodschappentas had hangen
n met je neus in de nek van je
Het is een indrukwekkend oogen-
blik wanneer het stoomschip „Johan
de Witt" langzaam en statig weg
glijdt van de kade, bemand met ruim
1700 flinke Hollandsche soldaten.
Kerels, waarvan de moesten hun
plicht hebben begrepen en die er
trotsch op gaan, ondanks mogelijke
gevaren, hun vaderland te dienen,
ver van huis, ver van hun dierbaren,
die zy voor bepaalde tyd hebben
moeten achterlaten.
Zeventien honderd jonge soldaten,
grootendeels afkomstig uit Brabant
en Limburg. De Zuiderlingen hebben
inderdaad de overhand en we besef
fen dat ook aanstonds, als bjj het
afvaren uit honderden kelen het zoo
schoone en alom bekende Limburg-
sche volkslied over het water klinkt.
Een moment worden we er stil van,
maar dan zingen we, nee brullen we
uit volle borst mee. Het klinkt als
een oeresaluut aan het dierbaar Lim
burg, het klinkt als een hartelijk
„Tot weerziens" aan hun geliefde ge
boortegrond.
Wy beseffen plotseling hoe ver
knocht we zyn aan dit schoone
stukje Nederland, we bemerken hoe
moeilijk het eigenlyk is om dit
kleine stukje van ons Vaderland te
gaan verlaten, al is het dan slechts
voor korte tyd.
„Waar in het bronsgroen eiken
hout..." Ze zingen het als een groet
aan vrouw en kinderen, aan moeder,
vader, broers en zusters er. zwaaien
uit alle macht, alsof ze hun dierbaren
mee op de boot willen trekken.
Langzaam glijden we verder over
het water; de tonen van de muziek
op de kade sterven weg. Ja, we zjjn
op weg, op weg naar Indonesië Wy
blijven nog wat kijken op het dek
en dan zoeken we onze makkers op.
Onze boot is eigenlyk een drijvende
kazerne en we voelen ons er al
heelemaal thuis.
Rustig varen we door het Noord
zeekanaal naar IJmuiden, waar we
moeten meeren. Eerst als we des
morgens wakker worden zijn we in
volle zee. Door het deinen van de
boot zyn we gewekt en we ontdek
ken al gauw verschillende van onze
makkers, die meer of minder last
hebben van zeeziekte. Er zijn er, die
al heel wit zien om hun neus; an
deren moeten even over de reeling
gaan hangen, vanwege het draaierige
gevoel in hun maag, waarvan ze dan
toch grootendeels verlost zijn.'-5*
Die eerste dag aan boord heerscht
er een drukte van belang. Stelt U
zich even voor, die moeten eten,
dienst doen, slapen enz. Er komt
werkelijk heel wat voor kyken. We
mogen echter niet klagen. Het eten
en drinken is best en dat kunnen
we ook goed gebruiken, want de
zeelucht maakt hongerige magen.
's Avonds kunnen we de krijtrot
sen al zien van Dover. We geven
onze oogen goed de kost. Scheper,
varen seinend en loeiend voorbij en
uit honderden kelen wordeij ze goe
dendag toegeschreeuwd. - We hebben
zwemvesten nog om, want in deze
omgeving bestaat nog mijnengevaar
en de boot vaart op halve klacht.
Zwaar van de slaap kruipen we in
de kooi en spoedig maften we als
marmotjes.
DONDERDAG 24 OCTOBER.
Wy lezen de H. Mis. De jongens
drommen er om heen en O.L. Heer
komt middemop zee; het schip deint
rustig en zoo zat ook Hy weleer met
Zyn Apostelen en het was Hem een
genot en geluk.
Overdag zien we er weer verschei-
deneu bleek worden en naar bed
verdwijnen, maar ons gaat het nog
best. We voelen ons al echte zee
rotten.
VRIJDAG 25 OCTOBER.
De ochtend begint steeds met het
H. Misoffer. De dag wordt wonder
mooi als de zon uit het zilte nat
opduikt. We varen door de Golf van
Biscaye, het zeemanskerkhof. Vervol
gens langs de Portugeesche kust.
Er zyn gelukkig maar weinig jon
gens die last hebben van heimwee.
Wy gaan ze opkikkeren en ook de
zieken krygen een beurt.
's Middags wordt er gemeld, dat
er een zeilende viermaster in zicht
is. Een ieder gaat aan dek. Wy
draaien by. Het is een wondermooi
voorman stond, die zich dien morgen
maar half gewassen had.
Tegen dat je in Boxmeer was, was
ieder gelyk, het was één grys besto
ven massa, terwijl de buurt je broek
zo had afgetrapt, dat je bly mocht
zijn enkel de zoom kwyt te zyn.
Maar dat mocht niet hinderen.
Overstappen was het geblazen en
aangezien de andere wagen al half
vol zat uit Boxmeer, begon hetzelfde
liedje. Hier is een tijdlang een be
stuurder geweest, die als zyn wagen
volzat en nog passagiers overbleven,
een eind wegreed en dan plotseling
zoo hevig stopte, dat er plaatsen
genoeg vrijkwamen.
De spoorlijn in Oeffeit werd geno
men, dat de sterren je voor de ogen
dansten. Vanuit Cuyck ging het met
ware doodsverachting naar de Maas,
waar de pont natuurlijk net aan dé
andere kant lag en Katwyk lag ver
gezicht en een daverend „ahoi" gaat
van boord tot boord.
Het weer wordt milder, we kruipen
de zon tegemoet. De dag worde be
sloten met een film aan dek. Tegen
elf uur is het rustig aan boord.
ZATERDAG 26 OCTOBER.
Om kwart over zes maakt de aal
moezenier het altaar gereed. Degene,
die steeds het eerst aanwezig is, is
de Commandant.
Voorwaar, een mooi voorbeeld
Het wordt steeds warmer en mooier,
We laten de uniformjassen uit, stro
pen de mouwen op en blakeren in
de zon. Jullie zitten nu achter de
kachel en wy worden bruin van de
zon. Om 12 uur varen we de Middel-
landsche Zee binnen. Het is schit
terend! Aan de oone kant Europa,
aan de andere kant Afrika.
We varen kort langs de kust bij
Kaap Vincent. Steile rotsen peilen de
zee in en boven op dehooge rotsen
schittert een helderwit klooster in de
fonkelende zon. Het is een gezicht
om nooit tl vergeten
Op het dek heerscht intusschen
groote bedrijvigheid. Dejongens moe
ten de voeten wasschen en by dit
warme weer blijkt dit voor velen
inderdaad geen overbodige luxe te
zyn.
De avond is prachtig. Wy zitten
op het sloependek naar de sterren te
kijken en naar de rots van Gibraltar,
die we nu passeeren.
ZONDAG 27 OCTOBER.
De eerste Zondag aan boord. De H.
Missen zyn 's morgens met twee te
gelijk en om 9 uur op het grootste
dek de Hoogmis. Alles tjokvol. Het
Gloria en het Credo galmt over de
zongevulde wateren, dat hier hemels
blauw is.
Het is een echte Zondagen er hangt
een feestelijke stemming aan boord.
De zon hangt al vroeg in de lucht
te bakken, het is midzomer warm.
De jongens hebben een orkest ge
vormd en spelen leuke wijsjes en by
een bekend liedje slaan alle kelen
aan het zingen, zoo, dat hooren en
zien vergaat.
We steken nu de Middellandsclie
Zee over naar de Afrikaansche kust
en we zien de gansche dag niets dan
water. Tegen den avond komt er een
flinke deining opzetten en menigeen
krygt het helaas te kwaad en ver
dwijnt krytwit naar de reeling of
naar een andere gelegenheid. Wij
voelen ons nog steeds best en we
beginnen al op zeemanswijze te loo-
pen: by het opwaarts gaan knieën
door laten zakken en bij het neer
gaan wat achterover hangen.
MAANDAG 28 OCTOBER.
De dagen beginnen steeds mooier
en warmer. Wanneer we in de vroeg
te aan dek komen, strekt de Afri
kaansche kust zich gigantisch voor
ons uit. Prachtig plooien de bergen
zich langs de zee met bosschen op
de hellingen en hier en daar een
dorpje met platte witte huisjes en
een moskee in het midden. De gan
sche morgen houden wy de kust vast
en staan wy te genieten van de heer
lijke natuur.
's Middags hebben we Maleische
les. Straks gaan we weer blokken.
Niets dan woordjes van buiten loeren
en dan kun je je al heel goed ver
staanbaar maken, 's Avonds op de
dekken is het reuze gezellig. Ik kruip
midden tusschen de jongens en we
doen allerlei spelletjes. Het gaat er
wel wat soldaatachtig naar toe, zoo,
dat menig keer het hemd uit de
broek hangt, maar we amuseeren
ons best.
Iedere avond om kwart over acht
bidden we de rozenkrans op het
sloependek met het avondgebed; het
is steeds een stukje zaligheid met de
klare sterrenhemel, de zingende ,zee
en onze biddende stemmen.
DINSDAG 29 OCTORER.
Om 9 uur begint voor de jongens
de dienst. Geweerpoetsen, gymnastiek,
wasschen op het acliterdex enz.
's Middags circa 4 uur zullen we
Malta passeeren. En ja, omstreeks
dien tyd duikt het bolwerk der En-
gelschen uit de zee op. Een vliegtuig
cirkelt boven ons om te kyken wat
voor soort lui we zyn. Het schijnt
in orde te zyn, want tevreden bromt
hy weg.
dronxen in de stofwolken van onze
trein.
Op de pont kreeg er een de kans
(hoe bestaat *t) om op zyn horloge te
kijken en dan bleek, dat er nog ruim
vyftien minuten zyn om de trein in
Nijmegen te halen. Maar voor een
paar sigaretten wist de chauffeur
nog wel een middeltje.
Bespaar me een beschrijving van
dat laatste stuk, je hoorde de bomen,
maar zien deed je ze niet. En als je
met een ferme zWaai het stations
plein te Nijmegen opzwaaide, dan
was het haast-je-iepjo naar de trein.
En eenmaal daar, niesde je voor de
eerste keer en was je het eerste uur
zoet met je wat te fatsoeneeren. En
's avonds niesde je voortdurend. Twee
dagen, dagen in midden-zomer had je
griep.
Ja, er is veel veranderd, we kregen
zelfs een bus. De lol en het plezier
Meer dan drieduizend maal is dit
eiland door de Duitschers gebombar
deerd, maar nimmer hebben zy het
kunnen veroveren. Een reusachtige
stad zien we op do berghelling lig
gen en door de kykers ontdekken
we, dat er heel wat kapot is.
Kanonnen kyken ons dreigend aan.
De zon daalt achter het eiland de
zee in en steekt nog een straal van
rozigo vingers de hemel in. Het is
een pracht gezicht en lang kijken
we nog hot steeds kleiner wordende
Malta na en dan draaien we ons om.
Nu zien we tot Vrijdagmorgen niets
meer dan zee en nog eens zee.
WOENSDAG 30 OCTOBER.
Wy zyn verbrand in ons gezicht
en bij het opstaan doet het ons een
beetje pyn Ja, we zyn wat roekeloos
met de lieve zon. Wo zetten iederen
dag de klok een half uur vooruit,
omdat we steeds naar het Oosten
gaan. Het heelo schip zit al vol
spanning uit to zien naar de haven
van Port-Saïd, vanwege de post, die
daar uit Nederland op ons ligt te
wachten. Niemand mag daar echter
van boord.
De kennissenkring is nog steeds
groeiende. In de gang voor de rook
salon, waar ik zit te schrijven, hoor
ik een soldaad in liet Venraysch
praten. Ik kijk op en ziode zoon van
„Pietje Bottermelk". We hebben ge
zellig met elkaar gepraat, dat kunt
U begrypen.
Nu nog één dag on dan zyn wo in
Port-Saïd.
Tot de volgende keor
C. JANSSEN,
Kapt. Aalm. 111-14 RJ.
Ouders, helpt mede bij de oplossing hiervan
Er is hier in Venray een jeugd-
comité, dat wil zorgen voor een goede
leiding aan onze jongens en meisjes,
wanneer deze op het punt staan de
lagere school te verlaten of reeds ver
laten hebben.
Bedoeld is hiermede de jeugd van
12 16 jaar, waarvan een groot deel
niet verder studeert en dus practisch
alleen hun weg moeten zoeken in
do wereld. Men wil deze jeugd
organiseren in Verkennersgroepen en
z.g. jeugd-clubs, opdat onder bevoegde
en deskundige leiding b.v. door het
beoefenen van sport, huisvlijt, natuur
kunde e.d. de vrye tyd nuttig en
aangenaam wordt besteed, en zo ook
nog leiding gegeven kan worden by
de verdere geestelijke ontwikkeling
van de jeugd. Iedereen, die de nood
van onze jongere jongens on meisjes
kent zal overtuigd zijn van de nood
zaak ener dergelijke leiding.
Maar de oudere jeugd
De oudore jeugd kan zich organi
seren op de eerste plaats in de ver
schillende geestelijke vereenigingen
en daarenboven nog in de diverse
standsorganisaties, als Katholieke
Jonge Middenstand, Kajotters, Jonge
Werkman en Jonge Boeren, die allen
niet alleen voor geestelijke leiding,
maar ook voor ontwikkeling en ont
spanning zorg dragen. En het over
grote deel heeft zich ook werkelijk
als lid van een dezer organisaties en'
verenigingen opgegeven.
De geestelijke overheid zorgt verder
nog voor verschillende cursussen, die
een inleiding vormen tot en inzicht
geven op het volle leven. Dus men
zou kunnen zoggen, dat het jeugd
probleem hier in Venray, is opgelost.
Tenminste wat de organisatie betreft.
De rest zal de jeugd zelf in orde
moeten brengen.
En dat is op het ogenblik het pro
bleem.
Wanneer we ons tot de oudere
jeugd beperken, dan blijkt, dat het
overgrote deel zich absoluut niet
interesseert noch voor hun organisa
tie noch voor wat voor hen wordt
gedaan.
Het gesprek met Sint Nicolaas, dat
vorige week gepubliceerd werd, mag
misschien scherp zyn geweest in zyn
oordeel over de Jonge Middenstand,
zeker is, dat de Heilige, man uitsprak
wat reeds velen allang met bezorgd
heid gadeslaan en niet alleen by de
Jonge Middenstand, müar over het
algemeen by onze jonge mensen.
Men kan er van overtuigd zyn, dat
een enquete onder onze oudere jeugd
over communisme, nationaal-socialis-
me, godsdienstige en sociale problemen
fterum Novarum, Quadragesimo
Anno, organisatieleven, over alles wat
de jonge mens by zyn intrede in het
volle leven kennen, weten en onder
scheiden moet, bedroevend is de
onwetendheid van het overgrote deel
onzer opgroeiende jeugd.
Degene, die het verenigingsleven
van de cudere jeugd kent, vraagt
zich telkenmale met angst af, waar
het feitelyk op uit zal draaien.
Praat over een fuif, praat over voet
bal, ge hebt hun volle interesse, maar
praat over thuisfront, praat over een
Kerstavond en men kykt U aan en
zegt„nu, ik heb geen tyd".
Leiders gevraagd voor de jeugdclubs,
geen enkele is er te vinden.
De oudere jeugd vindt het wel goed
en heeft geen tyd om aan ernstiger
dingen te denken dan aan voetbal en
dansen. "Want de vyf verloren oorlogs
jaren moeten nog ingehaald worden
en een vergadering van do organi
satie, waar je lid van bent, kost teveel
tyd en is toch flauwekul.
Een enkeling uitgezonderd, biedt do
oudere jeugd eon droevig beeld. Er
is niets tegen voetballen, dansen of
wat ook, mits er niets anders onder
lüdt.
En dat iets anders js do voorbe
reiding op hot leven van straks. Dan
komt men er niet met voetballen en
dansen.
Deze tijden zyn zwaar. Het Com
munisme, dat erger is als nationaal-
socialisme, dringt steeds verder door,
ook in Nederland en het is deze jeugd
die wellicht straks op leven en dood
er tegen vechten moet, terwijl het mi
de wapens niet leert hanteren, niet
Wil leren.
De tyd zal offers, groote otl'ers vra
gen en de jeugd kan zo niet brengen
omdat zy egoistiscli, geen offeren go-
leerd heeft.
Deze jeugd zal de mannen en vrou
wen moeten levorer. die over enige
tyd in Venray, in Nederland moe
zullen spreken, terwijl z(j niets weten
over sociale toestanden, over de ge
schiedenis van hun plaats, hun land,
omdat zy niet hebben willen leren.
En zy hebben het aan zichzelf te
wyten. Nu ligt or een matheid on
een lusteloosheid over onze jougd zo
gauw het om iets hogers en iets
beters gaat. Ontwikkeling zoekt /.ij
niet meer, ontspanning des to meer.
Ze loopt niet meer warm voor iets.
dat eens een klein offer vraagt aan
vrye tyd. Het vuur en hot enthousias
me, wat de jeugd eigen is, is weg.
wanneer hun organisatie of wanneer
het verenigingsleven hen nodig heeft,
wanneer er plannen gemaakt moeten
wortien voor iets anders dan een fuif!
Ouders, Uw kind beseft, ofwel wil
misschien nog niet beseffen in wat
voor tyd we leven, wat er nu reeds
nodig is en straks zeer zeker.
Op LT rust allereerst de plicht Uw
kinderen gereed te maken voor de
grote levensstrijd, die zy straks mis
schien nog harder en feller dan U,
uit moeten vechten.
Maarjaat U daarbij helpen door de
verenigingen en organisaties, dio
speciaal voor de oudero jeugd opge
richt zyn en waarvan het bestuur een
programma klaar heeft, dat naast de
ontspanning onze jonge mensen ook
de zo dringend nodige ontwikkeling
geeft. Zorgt ervoor, dat. zy niet alleen
de pretjes nalopen, zy zijn hun van
harte gegund, maar ook de ernst niet
vergeten. De ernst, die het. leven zelf
is. Dan zullen zy straks niet met
lege handen staan, maar de handen
mee uit de mouwen kunnen steken
voor de opbouw van het lar.d. Dat zij
zo hodig verdedigen, kunnen tegen
vreemde invloeden, omdat zii mede
door U, de wapens hiertegen hebben
leren hanteren.
was er af, je kon nu nog eens gaan
zitten. Het avontuur van nu eens
zonder op je tenen getrapt te worden,
dit traject af te leggen, ligt verloren
tussen de naden van de lange vloer
der grote trailers. Hoogstens kon je
een uur of wat midden op de Maas
staan te kyken, omdat de pont in
Katwijk de drukte niet meer kon
verkroppen en staakte.
Er. nu morgenavond gaat dat alles
verdwijnen. Dan kan een Hollander
zyn neus niet meer heel hoog op
halen, zoals vroeger, op de altijd
loshangende trap van de „veevervoer"
racewagen. Neen, vanaf Maandag kan
hij zelfs tweede klas reizen. En jongo
dames mogen nu niet meer by de
machinist mee reizen, zoals vroeger
voor bij de chauffeur. Neen, Noord-
Limburg raakt weer wat romantiek
kwijt. We gaan al langer hoe meer
gewoon doen...
De Kapel op de (jit-cMctj
ho&( de Ctaljenhut.
In de nieuwe Venrayscho Revue,
welke thans wordt opgevoerd, wordt
ook gewag gemaakt van Pastoor
Jacobs, die op Venraysch gebied na
bij de Crayenhut oen kapel bouwde.
Wellicht is het voor velen wel
interessant hieromtrent iets naders
te vernemen.
Veewagen,- veel is op je gekankerd
en veel beeft je baas aan je verdient,
maar je hebt je deel bijgedragen aan
myn voortijdige dood en ook aan de
wederopbouw van deze streek, van
wiens armoede on ellende je een
rijdende afspiegeling was.
Je hebt de handelsman gelegenheid
gegeven om zyn verbroken relaties
weer aan te knopen, de stadsmovrouw
om nog wat eieren en groenten te
krygen. Grootvador en grootmoeder
konden hun getrouwde kinderen op
zoeken en do jeugd kon opVierlings-
beekse kermis gaan dansen.
Ondanks al ons gefoeter, ondanks
je tocht, je levensgevaarlijke toeren,
heb je een steentje bijgedragen aan
de wederopbouw van Venray on daar
ging het toch om.
Onze dank daarvoor!
Rydende doodskist, tot na de vol-
oorlog!