Practische politiek Qnu £im{hicq&cke [anqenb met de ,,$ókan de U&itt" naai Indonesië. De problemen der oudere jeugd! Zaterdag 14 December 1946 No. 50 Zevenden Zestigste' Jaargang Druk en Uitgave Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat *28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Advertentieprijs 10 ct. per 3 mm., regel minimum fl 1.00 Abonnementsprijs por kwartaal: vcor Venray fl 1.C0 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. voor onze oorlogsgetroffenen. Op do laatst gehouden Partijraads vergadering der Katholieke Volks partij, is na een causerie over de practische politiek in het parlemen taire stelsel van onze K.V.P., naar aanleiding van de Troonrede van onze Koningin, door Prof. Romme. door het lid van den Partijraad, de heer Hovens uit Venray, het volgen de gezegd en wy meenen goed te doen, dit ter kennis te brengen voor onze oorlogsgetroffenen. Tot mijn grooten spijt heb ik in Uw prachtige causerie niet kunnen beluisteren, hoe de K.V.P.-fractie nu denkt voor hetgeen er gedaan zal moeten worden voor de oorlogsge troffenen. Het urgentie-programma leerde ons propagandisten en liet ons zien, wat door de Katholieke Volkspartij, naar voren zou worden gebracht in hun parlementaire arbeid. Punt III wees ons en hun op den wederopbouw van ons verwoeste en geschokte vaderland. Wellicht behoef ik U met te schet sen de catostrofale nood, die er in de getroffen gebieden, speciaal Noord- Limburg heerst, een nood, die geen langer uitstel meer KAN en MAG dulden. Geregeld kan men in gewes telijke en landelijke pers van dezen nood lezen' en met angstige en ge rechtvaardigde bezorgdheid gaan wy dan ook den komenden winter tege moet. Het is zo ver gekomen, dat onzen Vader Bisschop de noodklok heeft moeten luiden, om een groot gedeel te van zjjn diosecanen van den on dergang te behoeden. Dit alles echter ontslaat de Regering allerminst van den plicht hier afdoende te helpen. Vol hoop zagen deze getroffenen de bezoeken van onze Hooggeërbiedigde Koningin, van H.K.H. Prinses Juliana, van de diverse ministers en andere hoge wereldlijke autoriteiten tege moet. Hetgeen wat zij hier aan schouwden was, dat er direct daad werkelijk moest worden geholpen. Helaas, de winter staat direct voor de deur en weliswaar zijn er ver beteringen aangekondigd, die helaas met ambtelijke traagheid, wel in t nieuwe jaar zullen worden uitgevoerd. Minister-president Schermerhorn heeft vorig jaar voor de radio ons hoop gegeven, dat het een nationale schande zou zijn, wanneer de zg. krepeergevallen niet voor den winter zuuden zijn geholpen. Hij bedoelde den vorige winter.Een tweede winter staat nu voor de deur. De nationale schande is er, maar Nederland weet het niet. Men kan de betroffen ambtelijke instantie's niet laten verontschul digen, dat zij niet gewaarschuwd waren, tijdig is er gewaarschuwd, maar de hulp is uitgebleven. Wij, de oorlogsgetroffenen vragen geen medelyden, maar hulp volgens de grondbeginselen, gelijk deze zyn vastgelegd in ons urgentieplan, ge grondvest op de beginselen van de rechtvaardigheid en naastenliefde. Mogen diezelfde oorlogsgetroffenen U, geachte vergadering, dan voorstel len de volgende motie te aanvaarden en voor te leggen aan de betreffende instantie's De Partijraad der Kath. Volks partij, in vergadering te Utrecht byeen, doet een zeer dringend be roep op de Katholieke Kamerfractie om het uiterste in het werk te stellen om: 1. Dat alle beschikbare voorraad textiel onmiddellijk zal worden afge zonden naar de getroffen gebieden, die bedreigd zyn met epedemiën. 2. Onmiddellijke opname van de t.b.c.-patiünten in sanatoria. Sturen van Rode Kruis-team ter bestrijding 2. Binnen de kortst mogelijke tijd do wet tot definitieve uitkering Oor logsschade, op een basis van recht vaardigheid en naastenliefde, ook wanneer straks de voorraden gaan komen. Ik bedoel textiel, huisraad, schoenen, die oorlogsgetroffenen niet kunnen betalen. Voorschotboekje, sal do nihil, spaargeld op en zjjn anders op liefdadigheid aangewezen. 4. Alles in het werk te stellen, dat de getroffen gebieden een behoor lijke vervoers-accomendatie krijgen en niet de touringcars gebruikt wor den voor de trajecten in Westen en Noordenen de oorlogsgetroffenen zich met vrachtwagens moeten behelpen. 5. Dat onder geen enkele voor waarde nog, waar dan ook in Neder land, ontspanningslokaliteiten worden geoouwd, zolang er nog mensen in hemelschreiende toestanden in bun kers en kippenkooien moetén ver blijven. 6. Dat met alles voorrang zal wor den verleend aan de getroffen gebie den en zy niet overgeleverd zyn aan ambtelijke bureaucratie. 7. Dat het genele volk mede den tol der bevrijding zal komen te dra gen en niet een tiende tot paupers zal worden gedoemd. 8. Dat het in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn, dat er welis waar prachtige acties op touw wor den gezet, tot leniging van de ca tastrofale nood in de getroffen gebie den, in het Westen of Noorden. Hoe goed ook bedoeld door Pater de Greve, Vader Bisschop van Roermond en vele andere. Laat dit een der zeer dringende en noodzakelyke werkzaam heden zyn van de Regerings-instan- tie's. De oorlogsgetroffenen zyn geen armlastigen, maar even zo goede Nederlanders dan de niet-getroffenen. Zy verdienen niet, dat zy aangewezen zyn op liefdadigheid. 9. Dat de woorden: onvoorziene omstandigheden voorbehouden,komen te vervallen in het woordenboek der oorlogsgetroffenenmaar kort en bon dig alle daadwerkelijke medewerking te gaan verlenen door alle overheids- instantie's. 10. Het getroffen gebied, omdat het 't slachtoffer werd der omstan digheden, trachten op een christelijke manier op te bouwen. 11. De getroffenen hebben plichten maar ook rechten, en zeker na twee jaar bevrijding. 12. Het moet uit zyn, niet alleen maar hulp beloven, betoon nu daad werkelijke hulp. 13. Met alle U ten dienste staande middelen te trachten, dat gebied wat slachtoffer werd der omstandigheden op te bouwen, schoner dan het was, met een bevolking die sterk den vaderlandse strijd met U allen zij aan zy kan strijden. U ziet uit een en ander, dat de functionarissen der party niet stil staan, maar met de gegronde verlan gens, voor een goede en gezonde wederopbouw van onze ontwichte maatschappij. U ziet hieruit, dat het meer dan ooit noodzakelijk is, om niet alleen Uw jaarlijkse contributie te betalen, maar actief mede gaan strU" den in de gelederen der party. Een zeer gemakkelijke gelegenheid wordt nu geboden en het moest eigenlyk geen aansporing behoeven om U aan te sporen hiervan gebruik te maken. Venray krijgt als eerste in Limburg de scholingscursussen voor propagan disten, bestuursleden en vanzelf sprekend voor alle leden die hiervoor interesse hebben. Vooral wil ik een aansporing geven aan de jongeren laat het standen- verschil varen, zijt gij boer, midden stander of arbeider. Gij allen hebt scholing op dat terrein nodig. Reser veer hier Uw tijd en moeite voor. Duidelijk beginnen zich af te tekenen de gigantische strijd die wij meer dan alle andere partijen te voeren zullen hebben tegen het in aantal en in vloed toenemende Communisme. Deze mannen hebben met hun geheime fondsen geen gebrek aan geld. Uw werkkracht en offervaardigheid zal voor ons het noodzakelyke financiële fonds scheppen. Niet alleen de liefde voor het be houd van ons schoon en mooi Lim burg, moet een aansporing hiervoor zyn, maar om een hechte dam op te werpen voor het rode gevaar. Wy hebben de overtuiging, dat in die geest de overwinning aan ons is. ROELAND. Het wordt weer gewoon Morgen zal het dan gebeuren, voor de laatste maal zal morgenavond Joosten's Salon-Pulmann-Car-Verhois- wagen stoppen aan het Station, op de Markt. Voor de laatste maal zullen dan de [reizigers enkel kaartjes 3de klas kunnen nemen in het café hoekje van de Zwaan en voor de laatste maal zullen morgen de chauffeurs hun Zondags borreltje kunnen pikken op de aloude pleisterplaatsen tussen Vento en Nijmegen. Er was trouwens de laatste tyd niet veel meer aan te beleven. De wegen werden al wat beter. De wa gens werden helemaal dichtgemaakt, je kreegt er een deurtje en een trapje aan en een miezzeltje glas. BEL bij Brand 518 (Sirene) 392 (Politie) of 380 (Conidt. Brandweer) Het tochtte alleen nog maar door de vloer, waar je de weg onder je zag wegschieten en door een enkel gat in het zeil. Hoe was het deze zomer toch Knarsend en piepend stopte een open vrachtwagen, je werd er zo heerlijk in gestuwd en net als je dacht: dadelijk springt het zaakje uit elkaar en ik sta op vyf, zes voeten, dan duwden ze de laatste vyf erin en schoten we gelyk haringen in een ton de Hofstraat in, om na de be werking ondergaan op doMaasheezer weg, in Maashees zo vast en compact opeen te staan, dat er in „Beek" nog wel een stuk of wat smokkel-wijven uit Nijmegen, rustig werden byge- pakt, benovens hun eieren, groenten en ander materiaal. Zo kon 't gebeuren, dat je aan elk eer een boodschappentas had hangen n met je neus in de nek van je Het is een indrukwekkend oogen- blik wanneer het stoomschip „Johan de Witt" langzaam en statig weg glijdt van de kade, bemand met ruim 1700 flinke Hollandsche soldaten. Kerels, waarvan de moesten hun plicht hebben begrepen en die er trotsch op gaan, ondanks mogelijke gevaren, hun vaderland te dienen, ver van huis, ver van hun dierbaren, die zy voor bepaalde tyd hebben moeten achterlaten. Zeventien honderd jonge soldaten, grootendeels afkomstig uit Brabant en Limburg. De Zuiderlingen hebben inderdaad de overhand en we besef fen dat ook aanstonds, als bjj het afvaren uit honderden kelen het zoo schoone en alom bekende Limburg- sche volkslied over het water klinkt. Een moment worden we er stil van, maar dan zingen we, nee brullen we uit volle borst mee. Het klinkt als een oeresaluut aan het dierbaar Lim burg, het klinkt als een hartelijk „Tot weerziens" aan hun geliefde ge boortegrond. Wy beseffen plotseling hoe ver knocht we zyn aan dit schoone stukje Nederland, we bemerken hoe moeilijk het eigenlyk is om dit kleine stukje van ons Vaderland te gaan verlaten, al is het dan slechts voor korte tyd. „Waar in het bronsgroen eiken hout..." Ze zingen het als een groet aan vrouw en kinderen, aan moeder, vader, broers en zusters er. zwaaien uit alle macht, alsof ze hun dierbaren mee op de boot willen trekken. Langzaam glijden we verder over het water; de tonen van de muziek op de kade sterven weg. Ja, we zjjn op weg, op weg naar Indonesië Wy blijven nog wat kijken op het dek en dan zoeken we onze makkers op. Onze boot is eigenlyk een drijvende kazerne en we voelen ons er al heelemaal thuis. Rustig varen we door het Noord zeekanaal naar IJmuiden, waar we moeten meeren. Eerst als we des morgens wakker worden zijn we in volle zee. Door het deinen van de boot zyn we gewekt en we ontdek ken al gauw verschillende van onze makkers, die meer of minder last hebben van zeeziekte. Er zijn er, die al heel wit zien om hun neus; an deren moeten even over de reeling gaan hangen, vanwege het draaierige gevoel in hun maag, waarvan ze dan toch grootendeels verlost zijn.'-5* Die eerste dag aan boord heerscht er een drukte van belang. Stelt U zich even voor, die moeten eten, dienst doen, slapen enz. Er komt werkelijk heel wat voor kyken. We mogen echter niet klagen. Het eten en drinken is best en dat kunnen we ook goed gebruiken, want de zeelucht maakt hongerige magen. 's Avonds kunnen we de krijtrot sen al zien van Dover. We geven onze oogen goed de kost. Scheper, varen seinend en loeiend voorbij en uit honderden kelen wordeij ze goe dendag toegeschreeuwd. - We hebben zwemvesten nog om, want in deze omgeving bestaat nog mijnengevaar en de boot vaart op halve klacht. Zwaar van de slaap kruipen we in de kooi en spoedig maften we als marmotjes. DONDERDAG 24 OCTOBER. Wy lezen de H. Mis. De jongens drommen er om heen en O.L. Heer komt middemop zee; het schip deint rustig en zoo zat ook Hy weleer met Zyn Apostelen en het was Hem een genot en geluk. Overdag zien we er weer verschei- deneu bleek worden en naar bed verdwijnen, maar ons gaat het nog best. We voelen ons al echte zee rotten. VRIJDAG 25 OCTOBER. De ochtend begint steeds met het H. Misoffer. De dag wordt wonder mooi als de zon uit het zilte nat opduikt. We varen door de Golf van Biscaye, het zeemanskerkhof. Vervol gens langs de Portugeesche kust. Er zyn gelukkig maar weinig jon gens die last hebben van heimwee. Wy gaan ze opkikkeren en ook de zieken krygen een beurt. 's Middags wordt er gemeld, dat er een zeilende viermaster in zicht is. Een ieder gaat aan dek. Wy draaien by. Het is een wondermooi voorman stond, die zich dien morgen maar half gewassen had. Tegen dat je in Boxmeer was, was ieder gelyk, het was één grys besto ven massa, terwijl de buurt je broek zo had afgetrapt, dat je bly mocht zijn enkel de zoom kwyt te zyn. Maar dat mocht niet hinderen. Overstappen was het geblazen en aangezien de andere wagen al half vol zat uit Boxmeer, begon hetzelfde liedje. Hier is een tijdlang een be stuurder geweest, die als zyn wagen volzat en nog passagiers overbleven, een eind wegreed en dan plotseling zoo hevig stopte, dat er plaatsen genoeg vrijkwamen. De spoorlijn in Oeffeit werd geno men, dat de sterren je voor de ogen dansten. Vanuit Cuyck ging het met ware doodsverachting naar de Maas, waar de pont natuurlijk net aan dé andere kant lag en Katwyk lag ver gezicht en een daverend „ahoi" gaat van boord tot boord. Het weer wordt milder, we kruipen de zon tegemoet. De dag worde be sloten met een film aan dek. Tegen elf uur is het rustig aan boord. ZATERDAG 26 OCTOBER. Om kwart over zes maakt de aal moezenier het altaar gereed. Degene, die steeds het eerst aanwezig is, is de Commandant. Voorwaar, een mooi voorbeeld Het wordt steeds warmer en mooier, We laten de uniformjassen uit, stro pen de mouwen op en blakeren in de zon. Jullie zitten nu achter de kachel en wy worden bruin van de zon. Om 12 uur varen we de Middel- landsche Zee binnen. Het is schit terend! Aan de oone kant Europa, aan de andere kant Afrika. We varen kort langs de kust bij Kaap Vincent. Steile rotsen peilen de zee in en boven op dehooge rotsen schittert een helderwit klooster in de fonkelende zon. Het is een gezicht om nooit tl vergeten Op het dek heerscht intusschen groote bedrijvigheid. Dejongens moe ten de voeten wasschen en by dit warme weer blijkt dit voor velen inderdaad geen overbodige luxe te zyn. De avond is prachtig. Wy zitten op het sloependek naar de sterren te kijken en naar de rots van Gibraltar, die we nu passeeren. ZONDAG 27 OCTOBER. De eerste Zondag aan boord. De H. Missen zyn 's morgens met twee te gelijk en om 9 uur op het grootste dek de Hoogmis. Alles tjokvol. Het Gloria en het Credo galmt over de zongevulde wateren, dat hier hemels blauw is. Het is een echte Zondagen er hangt een feestelijke stemming aan boord. De zon hangt al vroeg in de lucht te bakken, het is midzomer warm. De jongens hebben een orkest ge vormd en spelen leuke wijsjes en by een bekend liedje slaan alle kelen aan het zingen, zoo, dat hooren en zien vergaat. We steken nu de Middellandsclie Zee over naar de Afrikaansche kust en we zien de gansche dag niets dan water. Tegen den avond komt er een flinke deining opzetten en menigeen krygt het helaas te kwaad en ver dwijnt krytwit naar de reeling of naar een andere gelegenheid. Wij voelen ons nog steeds best en we beginnen al op zeemanswijze te loo- pen: by het opwaarts gaan knieën door laten zakken en bij het neer gaan wat achterover hangen. MAANDAG 28 OCTOBER. De dagen beginnen steeds mooier en warmer. Wanneer we in de vroeg te aan dek komen, strekt de Afri kaansche kust zich gigantisch voor ons uit. Prachtig plooien de bergen zich langs de zee met bosschen op de hellingen en hier en daar een dorpje met platte witte huisjes en een moskee in het midden. De gan sche morgen houden wy de kust vast en staan wy te genieten van de heer lijke natuur. 's Middags hebben we Maleische les. Straks gaan we weer blokken. Niets dan woordjes van buiten loeren en dan kun je je al heel goed ver staanbaar maken, 's Avonds op de dekken is het reuze gezellig. Ik kruip midden tusschen de jongens en we doen allerlei spelletjes. Het gaat er wel wat soldaatachtig naar toe, zoo, dat menig keer het hemd uit de broek hangt, maar we amuseeren ons best. Iedere avond om kwart over acht bidden we de rozenkrans op het sloependek met het avondgebed; het is steeds een stukje zaligheid met de klare sterrenhemel, de zingende ,zee en onze biddende stemmen. DINSDAG 29 OCTORER. Om 9 uur begint voor de jongens de dienst. Geweerpoetsen, gymnastiek, wasschen op het acliterdex enz. 's Middags circa 4 uur zullen we Malta passeeren. En ja, omstreeks dien tyd duikt het bolwerk der En- gelschen uit de zee op. Een vliegtuig cirkelt boven ons om te kyken wat voor soort lui we zyn. Het schijnt in orde te zyn, want tevreden bromt hy weg. dronxen in de stofwolken van onze trein. Op de pont kreeg er een de kans (hoe bestaat *t) om op zyn horloge te kijken en dan bleek, dat er nog ruim vyftien minuten zyn om de trein in Nijmegen te halen. Maar voor een paar sigaretten wist de chauffeur nog wel een middeltje. Bespaar me een beschrijving van dat laatste stuk, je hoorde de bomen, maar zien deed je ze niet. En als je met een ferme zWaai het stations plein te Nijmegen opzwaaide, dan was het haast-je-iepjo naar de trein. En eenmaal daar, niesde je voor de eerste keer en was je het eerste uur zoet met je wat te fatsoeneeren. En 's avonds niesde je voortdurend. Twee dagen, dagen in midden-zomer had je griep. Ja, er is veel veranderd, we kregen zelfs een bus. De lol en het plezier Meer dan drieduizend maal is dit eiland door de Duitschers gebombar deerd, maar nimmer hebben zy het kunnen veroveren. Een reusachtige stad zien we op do berghelling lig gen en door de kykers ontdekken we, dat er heel wat kapot is. Kanonnen kyken ons dreigend aan. De zon daalt achter het eiland de zee in en steekt nog een straal van rozigo vingers de hemel in. Het is een pracht gezicht en lang kijken we nog hot steeds kleiner wordende Malta na en dan draaien we ons om. Nu zien we tot Vrijdagmorgen niets meer dan zee en nog eens zee. WOENSDAG 30 OCTOBER. Wy zyn verbrand in ons gezicht en bij het opstaan doet het ons een beetje pyn Ja, we zyn wat roekeloos met de lieve zon. Wo zetten iederen dag de klok een half uur vooruit, omdat we steeds naar het Oosten gaan. Het heelo schip zit al vol spanning uit to zien naar de haven van Port-Saïd, vanwege de post, die daar uit Nederland op ons ligt te wachten. Niemand mag daar echter van boord. De kennissenkring is nog steeds groeiende. In de gang voor de rook salon, waar ik zit te schrijven, hoor ik een soldaad in liet Venraysch praten. Ik kijk op en ziode zoon van „Pietje Bottermelk". We hebben ge zellig met elkaar gepraat, dat kunt U begrypen. Nu nog één dag on dan zyn wo in Port-Saïd. Tot de volgende keor C. JANSSEN, Kapt. Aalm. 111-14 RJ. Ouders, helpt mede bij de oplossing hiervan Er is hier in Venray een jeugd- comité, dat wil zorgen voor een goede leiding aan onze jongens en meisjes, wanneer deze op het punt staan de lagere school te verlaten of reeds ver laten hebben. Bedoeld is hiermede de jeugd van 12 16 jaar, waarvan een groot deel niet verder studeert en dus practisch alleen hun weg moeten zoeken in do wereld. Men wil deze jeugd organiseren in Verkennersgroepen en z.g. jeugd-clubs, opdat onder bevoegde en deskundige leiding b.v. door het beoefenen van sport, huisvlijt, natuur kunde e.d. de vrye tyd nuttig en aangenaam wordt besteed, en zo ook nog leiding gegeven kan worden by de verdere geestelijke ontwikkeling van de jeugd. Iedereen, die de nood van onze jongere jongens on meisjes kent zal overtuigd zijn van de nood zaak ener dergelijke leiding. Maar de oudere jeugd De oudore jeugd kan zich organi seren op de eerste plaats in de ver schillende geestelijke vereenigingen en daarenboven nog in de diverse standsorganisaties, als Katholieke Jonge Middenstand, Kajotters, Jonge Werkman en Jonge Boeren, die allen niet alleen voor geestelijke leiding, maar ook voor ontwikkeling en ont spanning zorg dragen. En het over grote deel heeft zich ook werkelijk als lid van een dezer organisaties en' verenigingen opgegeven. De geestelijke overheid zorgt verder nog voor verschillende cursussen, die een inleiding vormen tot en inzicht geven op het volle leven. Dus men zou kunnen zoggen, dat het jeugd probleem hier in Venray, is opgelost. Tenminste wat de organisatie betreft. De rest zal de jeugd zelf in orde moeten brengen. En dat is op het ogenblik het pro bleem. Wanneer we ons tot de oudere jeugd beperken, dan blijkt, dat het overgrote deel zich absoluut niet interesseert noch voor hun organisa tie noch voor wat voor hen wordt gedaan. Het gesprek met Sint Nicolaas, dat vorige week gepubliceerd werd, mag misschien scherp zyn geweest in zyn oordeel over de Jonge Middenstand, zeker is, dat de Heilige, man uitsprak wat reeds velen allang met bezorgd heid gadeslaan en niet alleen by de Jonge Middenstand, müar over het algemeen by onze jonge mensen. Men kan er van overtuigd zyn, dat een enquete onder onze oudere jeugd over communisme, nationaal-socialis- me, godsdienstige en sociale problemen fterum Novarum, Quadragesimo Anno, organisatieleven, over alles wat de jonge mens by zyn intrede in het volle leven kennen, weten en onder scheiden moet, bedroevend is de onwetendheid van het overgrote deel onzer opgroeiende jeugd. Degene, die het verenigingsleven van de cudere jeugd kent, vraagt zich telkenmale met angst af, waar het feitelyk op uit zal draaien. Praat over een fuif, praat over voet bal, ge hebt hun volle interesse, maar praat over thuisfront, praat over een Kerstavond en men kykt U aan en zegt„nu, ik heb geen tyd". Leiders gevraagd voor de jeugdclubs, geen enkele is er te vinden. De oudere jeugd vindt het wel goed en heeft geen tyd om aan ernstiger dingen te denken dan aan voetbal en dansen. "Want de vyf verloren oorlogs jaren moeten nog ingehaald worden en een vergadering van do organi satie, waar je lid van bent, kost teveel tyd en is toch flauwekul. Een enkeling uitgezonderd, biedt do oudere jeugd eon droevig beeld. Er is niets tegen voetballen, dansen of wat ook, mits er niets anders onder lüdt. En dat iets anders js do voorbe reiding op hot leven van straks. Dan komt men er niet met voetballen en dansen. Deze tijden zyn zwaar. Het Com munisme, dat erger is als nationaal- socialisme, dringt steeds verder door, ook in Nederland en het is deze jeugd die wellicht straks op leven en dood er tegen vechten moet, terwijl het mi de wapens niet leert hanteren, niet Wil leren. De tyd zal offers, groote otl'ers vra gen en de jeugd kan zo niet brengen omdat zy egoistiscli, geen offeren go- leerd heeft. Deze jeugd zal de mannen en vrou wen moeten levorer. die over enige tyd in Venray, in Nederland moe zullen spreken, terwijl z(j niets weten over sociale toestanden, over de ge schiedenis van hun plaats, hun land, omdat zy niet hebben willen leren. En zy hebben het aan zichzelf te wyten. Nu ligt or een matheid on een lusteloosheid over onze jougd zo gauw het om iets hogers en iets beters gaat. Ontwikkeling zoekt /.ij niet meer, ontspanning des to meer. Ze loopt niet meer warm voor iets. dat eens een klein offer vraagt aan vrye tyd. Het vuur en hot enthousias me, wat de jeugd eigen is, is weg. wanneer hun organisatie of wanneer het verenigingsleven hen nodig heeft, wanneer er plannen gemaakt moeten wortien voor iets anders dan een fuif! Ouders, Uw kind beseft, ofwel wil misschien nog niet beseffen in wat voor tyd we leven, wat er nu reeds nodig is en straks zeer zeker. Op LT rust allereerst de plicht Uw kinderen gereed te maken voor de grote levensstrijd, die zy straks mis schien nog harder en feller dan U, uit moeten vechten. Maarjaat U daarbij helpen door de verenigingen en organisaties, dio speciaal voor de oudero jeugd opge richt zyn en waarvan het bestuur een programma klaar heeft, dat naast de ontspanning onze jonge mensen ook de zo dringend nodige ontwikkeling geeft. Zorgt ervoor, dat. zy niet alleen de pretjes nalopen, zy zijn hun van harte gegund, maar ook de ernst niet vergeten. De ernst, die het. leven zelf is. Dan zullen zy straks niet met lege handen staan, maar de handen mee uit de mouwen kunnen steken voor de opbouw van het lar.d. Dat zij zo hodig verdedigen, kunnen tegen vreemde invloeden, omdat zii mede door U, de wapens hiertegen hebben leren hanteren. was er af, je kon nu nog eens gaan zitten. Het avontuur van nu eens zonder op je tenen getrapt te worden, dit traject af te leggen, ligt verloren tussen de naden van de lange vloer der grote trailers. Hoogstens kon je een uur of wat midden op de Maas staan te kyken, omdat de pont in Katwijk de drukte niet meer kon verkroppen en staakte. Er. nu morgenavond gaat dat alles verdwijnen. Dan kan een Hollander zyn neus niet meer heel hoog op halen, zoals vroeger, op de altijd loshangende trap van de „veevervoer" racewagen. Neen, vanaf Maandag kan hij zelfs tweede klas reizen. En jongo dames mogen nu niet meer by de machinist mee reizen, zoals vroeger voor bij de chauffeur. Neen, Noord- Limburg raakt weer wat romantiek kwijt. We gaan al langer hoe meer gewoon doen... De Kapel op de (jit-cMctj ho&( de Ctaljenhut. In de nieuwe Venrayscho Revue, welke thans wordt opgevoerd, wordt ook gewag gemaakt van Pastoor Jacobs, die op Venraysch gebied na bij de Crayenhut oen kapel bouwde. Wellicht is het voor velen wel interessant hieromtrent iets naders te vernemen. Veewagen,- veel is op je gekankerd en veel beeft je baas aan je verdient, maar je hebt je deel bijgedragen aan myn voortijdige dood en ook aan de wederopbouw van deze streek, van wiens armoede on ellende je een rijdende afspiegeling was. Je hebt de handelsman gelegenheid gegeven om zyn verbroken relaties weer aan te knopen, de stadsmovrouw om nog wat eieren en groenten te krygen. Grootvador en grootmoeder konden hun getrouwde kinderen op zoeken en do jeugd kon opVierlings- beekse kermis gaan dansen. Ondanks al ons gefoeter, ondanks je tocht, je levensgevaarlijke toeren, heb je een steentje bijgedragen aan de wederopbouw van Venray on daar ging het toch om. Onze dank daarvoor! Rydende doodskist, tot na de vol- oorlog!

Peel en Maas | 1946 | | pagina 1