Gemeenschap. DIE LAATSTE DAGEN WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN I& aatmminqm m qedackten. a iutee (aim &wii{d D PROGRAM MA „Het Nieuwe Schouwtooneel" tymtetijjken Qcdoqstiid Vrijdag 18 October 1946 No. 42 Zeven en Zestigste Jaargang Druk en Ditgavo Firma van den Munckhof Drukkerij Kantoorboekhandel Grootestraat 28 Telefoon K 4780 512 Postrekening 150652 PEEL EN MAAS Advertentieprijs 10 ct. per 3 mm.;regel minimum tl 1.00 Abonnementsprijs per kwartaal: vcor Ven ray n 1.00 buiten Venray fl 1.20 uitsluitend vooruitbet. de Maasbode van 30 Sept. ƒ.1. lees ik: „Eens heeft de Deken van Venray tijdens de bezetting op den kansel gestaan en in een stampvolle, maar muisstille pa rochiekerk moedig verkondigd, dat in de afgelopen week de grootste ramp over het dorp gekomen was, welke het tot nu toe, tijdens de oorlog ge troffen had. De klokken waren wegge haald, die eeuwenlang hun lied van vreugd en rouw over de omgeving hadden uitgebeierd. Hoe weinig vermoedde de geestelijke Herder, dat hem en zijn kudde een nog veel grotere ramp zou treffen. Want nu staat in Venray geen 'toren en zelfs geen kerk meer. De ver- nieriging van dit middeleeuwse bouwwerk, dat met zijn hoge ramen en ranke gewelven iets van een kathedraal bezat, be^ tekent het GROOTSTE verlies, dat HET BISDOM ROER MOND geleden heeft". Wat is Venray's trots gehavend en verminkt 1 Hoe hebben velen hun tranen niet kunnen bedwin gen, toen voor het laatst al onze klokken hun afscheidsgroet de lucht ingalmden. Van toen af waren het geen blijde klokken- klanken meer, maar alleen loeien de sirenen, ronkende motoren en blaffende kanonnen, die de stilte verscheurden. Iedere Zondag werd er gebeden tot Sint Petrus, de patroon der Parochie, dat Hij toch de klokken, die zo heerlijk den Kerstnacht verkondigden in de voorbije eeuwen, zou terug voeren. Er wachtte ons nog groter leed. Het najaar van 1944 is getuige geweest van een ramp zo groot, dat we erdoor versuften. Toen de verslagen Duitsers vanuit Bel gië en Frankrijk ook door onze streken ordeloos en radeloos naar de grenzen vluchtten, dachten vele op een glorieuze bevrijding. De leider der parochie sprak reeds van een dankprocessie- in grootse stijl naar Oostrum, de vlaggen lagen reeds klaar, Oranje lag gereed. Er was een stemming als vlak na een heerlijk concert. Hoe heel anders is het gelopen. Venray, de poort der Peel-Raam- stelling was in 1940 gespaard, maar in October 1944 is ze ge rammeid als nooit te bevroeden was. De ontzettende brand van „Jerusalem", de vernietiging van de toren en de verwoesting der kerk waren wel hoogtepunten. Wij zijn bevrijd, maar tot welke prijs Wij waren blij van de futie der Germaanse barbaren verlost' te zijn, wijl het onder hen geen leven was. Wij waren wel dankbaar en hadden diep medelijden met de geallieerde soldaten, die het leven gaven voor onze verlossing... Zoo hadden wij het echter niet verwacht. Er wapperde geen vlag gen en er schetterde geen muziek. Als wezenloos stolpernen wij weg over de puinen in onze straten en als onnozele kinderen lieten wij ons eetwaren en sigaretten in de hand stoppen door onze bevrijders. En nog waren wij niet aan het eind van ons lijden. Uit oorlogsnoodzaak werd ons dorp vernield, uit oorlogsnood zaak werden wij van huis en hof verdreven. Voorspraak mocht niet baten. Weg moest het volk, hun have en goed bleef onbeheerd en onbeschut in de heel of half vernietigde huizen, overgeleverd aan de willekeur 'van mens en natuur. Het'gieren en huilen der gra naten, het geknetter der machine geweren, het fluiten en neerplof fen der bommen was nog te verdragen daar kon men tegen op door gewoonte maar weg gejaagd worden uit ons eigendom, dat ging boven onze krachten.... God zij dank, dat ons volk een gelovig volk was, anders hadden wij het niet bestaan. Twee jaren zijn nu over die vreeselijke dagen heengegaan; de wonden zijn echter nog niet gesloten. Enkele willen feestop de bevrijding, maar de meesten zien dit als een ontwijding. Er is ook geen reden tot fees ten en uitbundige jubel. Daaraan hebben onze dooden niets en de overledenen zouden het aanvoe len als een maskerade op Asch- Woensdag, als een danspartij Op het kerkhof. Herdenken in stille weemoed ligt en past ons beter. Herden ken doet gedenken onze eigen doden, onze doden der bevrijding, ja, zelfs de doden van de vijand. Niet een Te Deum, maar een Miserere en den De Profundis komen op onze lippen. Herdenken doet ook bedenken en bezinnen. Vooral zij, die nog de lidtekens van dien ontzetten de strijd in hun lichaam dragen, kunnen deze dagen niet als een feest aanvaarden. Maar ook heel het volk van Venrode, dat uit de ballingschap is teruggekeerd, naar zijn verwoeste en geplun derde haardsteden, zal moeilijk in feestroes geraken. De gezin nen, die een of meer leden be treuren, verwachten, dat wij ook egards hebben voor hun smarten, Zij verwachten van ons troost en een hartelijk gebed. In October en misschien nog beter op 2 November voor de volgende jaren herdenken wij hen, die vielen, onze helden en onze martelaren. In Mei kunnen wij dan met heel Nederland de bevrijding vieren. De overlevenden hebben hun rechten, maar even goed de doden... D. Morgen Zaterdag zullen wij dan het feit herdenken, dat Ven ray op 18 October 1944, na wekenlange gevechten, bevrijd werd van het Duitsche slavenjuk. Onwillekeuring slaan wij enkele bladzijden terug in de geschie denis en zien wij weer voor ons het beeld van verwoesting, zooals zich dit op 18 October 1SH4 aan onzen blik ontrolde, toen wij na doorgestane doodsangsten met een gevoel van opluchting den schuilkelder eindelijk konden ver laten. In gedachten doorleven wij weder een oogenblik de ver schrikkingen van bombardemen ten en granaatvuur en vanzelf sprekend denken wij op dezen dag piëteitvol aan onze dierbare dooden. Aan al die slachtoffers onder de burgerbevolking, aan onze gestorvenen in gevangenis of concentratiekamp, en niet het minst aan de helden, die van ver gekomen hier den dood vonden vóór onze vrijheid. Diep uit ons hart welt een gebed op totGod, den Heer over leven en dood, opdat hij hun moge geven het loon voor het door hen gebrachte offer de eeuwige rust. Bij het werpen van een terug blik op de achter ons liggende jaren, komt men vanzelf tot het maken van een vergelijking tus- schen toen en nu. En wanneer wij dan terugdenken aan den chaotischen toestand van 18 Oct. 1944, aan onze kerken, inrichtin gen, scholen en gebouwen, die in puinhopen waren veranderd en waarvan wij thans nog steeds de diepe sporen in ons dorps beeld kunnen zien, dan moeten wij toch erkennen, dat er in de afgeloopen 2 jaren veel ten goede is veranderd. Zoo zien wij, dat van de 2066 door oorlogshandelingen verniel de of beschadigde woningen er in den loop van deze twee jaren 1438 voorloopig en 467 definitief werden hersteld. Bovendien wer den er geplaatst 124 noodwo ningen, 80 noodboerderijen en 82 noodstallen. Met den bouw van 52 woningwetwoningen is men thans bezig en het zal aan het groote gebrek van bouwma terialen en arbeidskrachten tc wijten zijn, wanneer deze wo ningen in 1946 niet meer afge werkt zullen kunnen worden. Wat onze kerken betreft zien wij, dat waar de gebouwen niet meer bruikbaar waren, noodker ken zijn tot stand gekomen. Van de zwaar beschadigde kerken is men met herstel bezig te Venray- dorp, Oirlo en Oostrum. in welke laatstgenoemde plaats de herstel werkzaamheden inmiddels reeds zoover gevorderd zijn, dat de kerk weer sedert eejiige weken in gebruik is genomen kunnen worden. Overal waar de schoolgebou wen in onbruikbaren staat waren komen te verkeeren, zijn nood- scholen geplaatst, zoodat het onderwijs normaal voortgang kan hebben. Onze gestichten herstellen zich langzaam aan van de wonden hun toegebracht, en ook hier was weder vooral het gebrek aan materiaal de sta in den weg voor een vlugger herstel. Roepen wij ons even in herinnering den toe stand, waarin onze wegen en waterlossingen verkeerden in den winter 1944—1945, dan kunnen wij constateeren, dat ook op dit gebied toch reeds heel wat ver beterd is. De bruggen in de hoofdwegen zijn weer definitief hersteld, terwijl de overige opge blazen bruggen zijn vervangen door Baileybruggen, die, alhoewel zij goede diensten bewijzen, naar wij hopen, weer spoedig de plaats zullen moeten ruimen voor hare meer met de vredessfeer over eenstemmende soortgenooten Wanneer wij bij bovenstaande opsomming bedenken, met welke ontzettende moeilijkheden men bij het tot stand brengen van het een en ander heeft te kampen gehad, dan meen ik dat wij op dezen herdenkingsdag alhoe wel nog niet tevreden toch dankbaar mogen zijn voor hetgeen hier in onze gemeente in de afgeloopen twee jaren ten-goede is verricht. Dankbaar gestemd jegens God gaan wij dan thans het derde bevrijdingsjaar tegemoet, waarin Gods zegen rijkelijk op ons aller werk moge rusten en waarin door eendrachtig samenwerken weer veel goeds moge worden tot stand gebracht op alle gebied, Venray, 15 Oct. 1946 Mr. A. H. M. JANSSEN Burgemeester Gelijk de dode steen, door meesterhand bewerkt, wordt tot een beeld, dat leeft, Gelijk eerst de soldaat, met wapenen versterkt, den vijand wederstreeft, Gelijk muziek niet klinken kan uit een viool als zij niet wordt bespeeld, Gelijk de geestdrift nodig is voor het parool, een_ wond voor wie haar heelt: Zo groeit en rijpt een mens, die niet alleen blijft staan, maar leeft in het geheel, Geadeld en gevormd, van eigenwaan ontdaan en 't nodeloos teveel, door leed en strijd, door liefde, niet door haat gehard, geraakt, doch niet gedeerd, vindt door den mens de mens zich eerst, als 't eigen hart tot andere wederkeert. Rs. Twee jaar gingen voojjtiy sinds de dag van het licht, een nieuwe dageraad aanbrak over 'n geschon den en gekerfd Venrays land, sinds 'n nieuw leven zich ontsloot voor 'n zwaar getroffen Venrays volk. 18 October! Is er wel één dag-aan te wfizen in de geschiedenis van lijden en geluk onzer kleine Venrayse ge- moenschapj die zo getokend is als deze? De dag waarop alles wal voor ons het leven zo dierbaar maakt, weer zin en betekenis kreeg. Men zegt, dat de conventie eist, dat een dag als deze herdacht wordt met stemmige redevoeringen, bloemenhul- des, vredesvlammen en zoo meer. De mens heeft nu eenmaal behoefte aan uiterlijke materiele dingen om daarmee 'n zekere innerlijke geestes houding te manifesteren. Moge men in deze geest deze regels aanvaarden over die laatste dagen, van den Octobermaand 194-4, die ons Venrayers In 't hart gesclireven staan. Wanneer men nu op 'n afstand van twee jaar terugblikt op die afgelopen bange jaren lijkt het alsof de verwoede bevrydingstrijd om Venray grootse apotheose vormde van 'n aangrijpend drama, waarbij ver woesting dood en verderf de mens aangreep en verpletterde, maar uit eindelijk deze mens in al zijn groot heid diep geslagen maar ongebroken de triomf behaalde. Gezien in de afstand van twee jaar ry'zen die ramp^lige Octoberdagen voor ons op als een tyd, waarin te midden der verwoesting en het steeds dreigende gevaar de mens zich uit richtte boven 't klein alledaagse en zich groots toonde tegenover zichzelf en zijn naaste. Toen had men alles voor den ander over, toen was hot gebod der naastenliefde een levende werkelijkheid, toen keck men niet naar' de naam van de persoon, die eten of onderdak vroegWaarom doet men dit nu wel Is het dan werkelijk waar, dat de mens om groots en koninklijk te leven aan de rand van 't graf moet staan in 't aangezicht van de dood? Wij herinneren ons nu al die ge beurtenissen weer zo goed, het leeft opnieuw. Wij zien weer in de verte de Typhoons zich neer storten op de Overloonse bossen en 't geluid dorgiorende granaten klinkt soms nog vertrouwd. Weer doemt voor ons op het beeld van dien vuur rode avond, op den 14o October, toen hoog tussen twee vuurzeeën in de Kerk van St. Petrus, de omgeving in zy'n laatste infernale verlichting. Nog wordt 't aanzwellond geronk der neerduikende bommenwerpers ge hoord, die op dien 12 October de slot akte der bevrijding inluidden met hun fel gierende bommen!.Dit alles leeft nog zo fel in ons... Iedereen ziet nog die vrijwilligers gewonden wegbrengen naar 't Zieken huis door granaatvuur, men ziet weer die onverschrokken kerels graven, graven tot alle hoop op leven te ver geefs blijkt te zy'n. Weer trekt aan ons voorbij de priester, Ons Hdfcr dragend van kelder tot kelder, waal mensen wonen als ratten. Even voelen wii dan 't grootse 't heilige van deze daad, bewondering ryst in ons op voor 't heldendom van die tallozen, voor de liefde waarmee onze kloosters de honderde daklozen opnamen en verzorgden. Menselijke grootheid leefde temid den van. puin en vernieling. it is het wat ons allen zo sterk 1 ontroert, als wy denken aan die dagen van 1944. Menselijke groot- der Herdenkings-plechtigheden Zaterdag 19 October op Q iiiif PONTIFICALE H.MIS, opgedragen door Mgr. P. Vor- 14114 riot, ter gedachtenis van hen. die violen bij dobovry- ding van Venray. In het koor mag niemand plaats nemen, terwijl de stoelen tussen koor en kerk gereserveerd zijn voor go- nodigden. Dus achter de communiebanken plaats nomen. 11^ imr Opstelling van de stoet op het Ilonseniusplein. Volgorde van de stoet: a. Militaire kapel b. Eerewacht territoriale troepen c. B. on W. met de raadsleden d. Geestelijken, G.O.I.W. en genodigden e. Schutterij 't Zandakker f. Venrayse harmonie en alle Venrayse Verenigingen; g. Fanfare Merselo met alle Verenigingen van Merselo en Casten) ay h. Fanfare Leunen met alle Verenigingen van Leunen, Heide en Veulen; I. Harmonie Oostrum met alle Verenigingen van Oirlo, Smakt en Ysselsteyn k. Schutterij St. Anna. Volgorde der stoet: Henseniusplein, Grotestraat, Markt straat en Hoenderstraat. J?6? wor(^. dringend verzocht do aanwyzirtgen der Orde-Commissarissen (kenbaar aan witte rozet) stipt na te volgen, zoodat de stoet tydig en geordend ver trokken kan. De diverse verenigingen moeten om KWART OVER EEN AANWEZIG ZIJN. 1111 r BLOEMENHULDE AAN ALLE OORLOGSSLACHT- UUI OFFERS OP HET ENGELSE KERKHOF NABIJ DE St. ODA-KAPEL. Opening met ..Het Wilhelmus" en het Engelse Volks lied door de Militaire Kapel, hyschen der vlaggon door de Verkenners en Kranslegging door de Kerkdorpen. Saluut der Eerewacht. SPREEKBEURT van den Heer Burgemeester, gevolgd door Kranslegging namens de Gemeente Venray. 500 kinderen leggen bloemen op de Ooalheordo graven, terwijl het -Mannenkoor zingt. SPREEKBEURT van den Heer Deken en vorder ge nodigden, waaronder de Militaire Autoriteiten. Kranslegging van de afgevaardigden dor divorso Ver enigingen. Daarna vertrekt de Militaire Kapel mot do genodigden en bestaat voor particulieren gelegenheid bloemon te leggen op de graven. Nogmaals wordt dringend verzocht, zich stipt te houden aan de aanwijzingen der Ordo-Commissanssen, opdat de plechtigheden een waardig on vlot verloop hebben. ff ori VOLKSCONCERT te géven door de Militaire Kapel der Gezagstroepen uit Den Bosch op het Henseniusplein. R 11111* HERDENKINGSAVOND in Huize St. Servatius". Het kj uua Niouwe Schouwtoneel voert op: GEESTELIJKEN IN OORLOGSTIJD, bewerkt door Frans Bogaert. Kaarten hiervoor zy'n verkrijgbaar in voorverkoop van half elf tot half twaalf. VLAGGEN UIT MORGEN 19 OCTOBER I BLOEMEN OP ALLE GRAVEN 1 beid en edolmoedigheid. Is het dan werkelijk toen zó geweest, of ideali seren wjj in onze behoefte aan goed heid en schoonheid steeds een ver verleden Zeker is, dat 't besef van de na derende dood do mens de kleinheid van zijn dagelijks handelen Iaat zien en zijn blik licht op dat wat het wezenlijke is, dat wat essentieel zin en betekenis heeft in dit leven. Daardoor leefden in die dagen onze mensen werkelijk in een sfeer van echtheid en eenvoud, waarnaar wy nu soms zo vurig verlangen. Het is wellicht tragisch, maar dat wat wy van de bevrijding hoopten te ontvan gen, schonk ons die duisternis van bezetting en oorlogsgevaar. Nooit meer. sinds die laatste dagen, is ons Venrayse volk er in geslaagd, zo'n eensgezindheid en geest van saamhorigheid te tonen. t V Het moet daarom van groot nut zijn, dat wjj ieder jaar een dag stilstaan om ons weer te bezin nen op dat wat het loven zo goed en edel maakte in die vernieling en ver woesting. Het isom menselijke groot heid dier dagen, dat wy, beseffende, dat de méns tot deze groote dingen in staat is, moeten trachten in deze van duizende zorgen vervulde tijd, die zelfde grote waarden te beleven in hoogste vorm. Ook deze tyd vraagt zelfverloochening, odelmoedigheid en altmiime Hebben wy na 18 October 1944 nog ooit die hoogte bereikt Zjjn wy er nog ooit in geslaagd smds deze dag, om gezamenlijk do handen ineen te slaan en iedere mens in nood, volledig by te staan Of was het zo, dat wij van dien dag af weer ons eigen paadje insloegen on een ander maar alleen verder lieten tobben Was het sinds die 18e October soms niet zo, dat wy, die oen huis over hadden, niet thuis bloken to zy'n voor hen, die niet zoveel geluk had? Leeft in onze woningen nog die geest van naastenliefde en Gods vertrouwen Wy staan stil by den 18o October, wy herdonken door bloemen- -redevoeringen en muziek. Het is onontbeerlijk, hot is goed en nood zakelijk. Maar denken wy vandaag ook, ieder voor zich, even aan die kelder, waar iedere dakloze gastvrij werd opgenomen, waar samen het brood werd gedeeld voor allen. Denken wy terug aan die kerel, die dagen groef om zy'n reeds gestor ven medemens, toch nog oen waar dige begrafenis te geven. Bezinnen wy ons op die grootheid en rijkdom dier laatste dagen! Moge deze overweging 't voornemen by ons allen versterken in ons be- vryde Venray, weer 't stralend licht te ontsteken van dit waaracht ig mens zijn. Zo heeft alles zin en betekenis. P.W. Feestzaal St. Servatius Venray. Zaterdag 19 en Zondag 20 October 8 uur Ut (Het Offer van Broeder Benedictus) Drama in 3 bedrijven bewerkt door Frans Bogaert. Een diep ontroerend verhaal, dat U in boeiende en aangrijpende tooneelon de opofferingen toont van onze Geestelijken tijdens do oorlogsdagen van Mei 1940. Prijzen der plaatsen f 1.75 en f 1.50 Plaatsbespreken Zaterdag half 11-12 uur by Fa. v.d. Munckhof.

Peel en Maas | 1946 | | pagina 1