BUITENLAND BINNENLAND Officieele Landbouw- mededeelingen Teeltplan 11)44. DAGORDER van den FiiHRER AAN DE WEERMACHT. Politieke moord. BEKENDMAKING DE NEDERLANDSCHE PAARDENFOKKERIJ Verschillende typen. Overheidsbemoeiing. voor de Provincie Limburg Reeds oorder werd hierop Uw aan dacht gevestigd. De belangrijkste wij zigingen zijn de verbouw van peul vruchten (uitgezonderd Waalsche Roonen) on haver is geheel vrij Waalsche boonen mogen slechts ver bouwd wordon indien een contract is afgesloten en de teler hiervoor een teeltvergunning heelt. Behalve voor suikorbiotenverbouw zal dit jaar ook voor aardappelen oen suikerpremie worden gegovon. De oppervlakte boek weit mag per bedrijf niet meer zijn dan 5 are. Ook de teelt van land- bouwzaden is vrij tot een oppervlakte van are. Voor een grootere oppor vlakte is oen teeltvergunning noodig, Afmaaien van onrijp graan en olie houdende gewassen is verboden. Snijrogge moet vóór 10 Mei 1944 ge maaid zijn. Afmaaien of omploegen van oliehouder.de zaden mag alleen na schriftelijke toestemming van den Productie Commissaiis. De oppervlak te ruwvoedergewassen mag niet groo- ter zijn dan in 1943. Verboden ge wassen zijn spelt en evene. Aanvragen voor afwijkingen van het „Teeltplan 1944" moeten worden ingodiend bii den Provincialen Voed- selcommissaris Afd. Bodemproductie en wel voor afwijkingen ten aanzien voor oliehoudende gewassen vóór 1 Februari a.s. voor mislukking van wintergewassen vóór 1 April a.s. en voor mislukking van zomergewassen vóór 1 Juli 1944. De P.V.C. voor Limburg. Bij de jaarwisseling heeft de Fiihrer een speciale dagorder uitgevaardigd tot de soldaten van de weermacht en het leger. In deze dagorder wordt er op gewezen, dat de plutocratische tegenstanders werden bewogen door twee verwachtingen: Een ineenstor ting, die het Duitsche Rijk eener nieuwe socialistische idee definitief zou vernietigen en ons volk in de oude slavernij zou terugvoeren en in de tweede plaats een zoo lang mo gelijken oorlog, om de kapitalistische investeeringen van de oorlogsophit sers rentedragend te doen worden en te kunnen aflossen. De feiten hebben geleerd, dat deze verwachtingen niet in vervulling zijn gegaan. Gewezen wordt er op, hoe in korten tijd het meest dreigende gevaar in hot Oosten, in het Noorden en het Westen werd overwonnen. Gememoreerd wordt de waardige houding van het vaderland. De dagorder maakt melding van de ernstige crisis in de wintermaanden van December '41 tot Maart '42, toen aan het Duitsche front een Napo leon istisch lot te wachten scheen. Desondanks is het aan de boven- menschelijke inspanning van allen gelukt, deze allesverschrikkelijkste crisis te boven te komen en het front weer in orde te brengen. Het jaar 1943 zal in de geschiede nis moeten worden opgeteekend als het tweede jaar van een groote crisis die begon met sabotage in Italië, verraad van Fransche generaals, het uitvallen van Italië als bondgenoot, en haar einde vond met den helden- strijd van Stalingrad. Op den Balkan en in Italië moes ten bandieten van allerlei slag wor den overwonnen en ontwapend en in hetzelfde tijdvak was het tevens noodig. om in ieder geval het drei gende Russische offensief nog in den zomer uit zijn tent te lokken, ten einde zijn kracht voor het intreden van den winter zooveel mogelijk te verbruiken. In het vaderland zelf moesten de maatregolon voor don afweer van vijandelijke bomaanvallen worden ge controleerd en verbeterd. Er moesten nieuwe aanvals- en afweerwapenen worden ont wikkeld, de methoden van hun gebruik bestudeerd en tenslotte practisch beproefd. Dank zij de dapperheid, de toewij ding en de offervaardigheid van het front en van het vaderland, dank zij den ijvèr van onze arbeiders is het gelukt, ondersteund door onze bond- genooten in Oost-Azië en onze mede strijders in Europa deze geweldige vraagstukken op te lossen. Don zwaarsten last dragen echter in Europa zooals van het begin af aan - 't Duitsche volk en dt Duitsche soldaten. Er bestaat niet de geringste twijfel over, dat dit grootste crisisjaar in OQze geschiedenis, waarvan do En gelsehen en de bolsjewieken rotsvast overtuigd waren, dat hot met oen volledige Duitsche ineonstorting zou eindigen, een groot historisch succes geworden is. Al zijn gevechten in het Oosten nog zoo hevig geweest en zullen zij hevig blijven, hot bolsje wisme heeft zijn doel niet bereikt De plutocratische woreld mag in het Westen haar landingspoging, waar mede zij dreigt, ondernemen waar z.jj wil: zij zal mislukken. Achtereenvolgens wordt in de dag order den hoogsten lof gebracht aan leiding en soldaten der geheele weer macht voor den strijd aan het Oos telijk front: aan de marine wier prestaties niet minder groot zijn en aan de luchtmacht, die aan alle fron ten strijdt en bovendien de taak heeft den vaderlandsehen bodem te verde digen. Dankbaar wordt het werk ge memoreerd van Waffen S.S., mannen en vrouwen van het Roode Kruis; van den Rijksarbeidsdienst, van de O. T. en de Duitsche Spoorwegen. Het jaar 1944 zal zeer hard zijn. Het isechter onze gemeenschappelijke taak in het nieuwe jaar de periode van de verdediging zonder meer weer te boven te komen en den tegenstan der met zware slagen zoo lang toe te takelen tot eindelijk het uur komt, waarop de Voorzenigheid de over winning kan geven aan het volk, dat haar het meeste verdient. Wanneer ik echter den blik werp op u, Duitsche soldaten, mij herinner uw heldendom, uw dapperheid en uw moed en de offers en de prestaties van het vaderland afweeg dan wordt mijn vertrouwen tot de onwrikbare zekerheid: Meer kan geen volk pres toeren, verduren en verdragen. Wan neer derhalve de Voorzienigheid 't leven als prijs schenkt aan hem, die het op de dapperste wijze bevecht en verdedigt, dan zal ons volk genade vinden bij Hem, die als Rechtvaar dig Rechter te allen tijde altijd nog de overwinning gegeven heeft aan dengene, die haar het meest waardig was. In dezen strijd om zijn of niet zijn zal Duitschland tenslotte zege vieren. Nieuwjaarsreceptie bij den Rijkscommissaris, De Rijkscommissaris voor de bezette Nederlandsche gebieden, rijksminister dr. Seijs Inquart, ont ving op Nieuwjaarsdag vertegenwoordigers der weermacht en zijn naaste medewerkers. (Stapf/Reijnhoudt Pax s) Op 23 December, des avonds om streeks zeven uur, is de buurtboeren- leider van den Nederlandschen Land stand in Son (N.Br. J. van Eek, door twee onbekend gebleven personen in zijn woning overvallen en neerge schoten. De daders waren binnengedrongen in het vertrek, waar de heer Van en diens echtgenoote aan tafel zaten. Z|j trokken een revolver en losten eenige schoten op den heer Van Eek, die zwaar gewond werd en den vol genden dag in het ziekenhuis te Eind hoven overleed. Het slachtoffer was 45 jaar en vader van 9 kinderen. Over dezen aanslag kan nog nader worden gemeld: Toen de twee moor denaars de woonkamer binnen dron gen, bevonden zich daar behalve het slachtoffer nog zijn echtgenoote en 3 kinderen van respectievelijk 7, 3 en I1/» jaar. De onbekenden, die naar schatting slechts 18 tot 20 jaar oud waren en een zwart masker droegen, riepen „Handen omhoog" en losten op hetzelfde oogenblik eenige scho ten op den buurtboerenleider, die zwaar gewond ineen zakte. Eenige dagen te voren hadden twee jonge lui van denzelfden leeftijd een bezoek gebracht aan de boerderij van het slachtoffer, waar zij voorgaven konij nen te willen koopen. Men vermoedt, dat deze jongens identiek zijn met- de dadors. Het SS-Ersatzkommando Nieder- lande deelt mede: Met ingang van 15 Januari 1944 is het wederom mogelijk als hulpzuster tot het Duitsche Roode Kruis toe te treden. Aan alle Nederlandsche meisjes in den leeftijd van 20—30 jaar, die de Duitsche taal begrijpen, wordt hier mede de gelegenheid geboden actief in lazaretten, ziekenhuizen of soort gelijke instellingen werkzaam te zijn. Men kan zich aanmelden b|j SS-ersatzkommando Niederland, Korte Vijverberg 5, Den Haag. Nebenstelle Amsterdam, Dam 4, Nebenstelle Heerlen, Saroleastraat 25 Nebenstelle Enschede, Hengelosche- straat 30. Reeds zeer vroeg is het paard door ons tot huisdier gemaakt. De wilde voorouders van onze tegenwoordige paarden zjjn bijna uitgestorven. In Mongolië en Turkestan komen even wel nog vertegenwoordigers van het wilde paard voor. De plaatselijk in de pampa's -van Zuid-Amerika voorko mende troepen,verwilderde" paarden zijn te beschouwen als afstammelin gen van in vroegere eeuwen door de Spanjaarden aan de Oostkust van Zuid-Amerika losgelaten dieren. Er komt op aarde een groot aantal paardenrassen voor. Deze kunnen op verschillende manieren worden inge deeld, zoo bijvoorbeeld op grond van hun afstamming in „„Oostersche" en „Westersche" rassen. De beroemdste en edelste vertegenwoordiger van de Oostersche rassen is het „Arabisch volbloed". Door kruising van Arabi sche volbloed-hengsten met inheemsch merriemateriaal ontstond het Éngelsch volbloed. Dit beroemde renpaardenras heeft op zyn beurt weer gediend tot veredeling van een groot aantal edele Europeesche rassen. Ook de Arabier is hiervoor, veelal naast het Engelsc'n volbloed, gebruikt. Tot de westersche rassen worden gewoonlijk de zware, vooral in West-Europa gefokte rassen gerekend. Een andere indeeling, die vaak wordt gebezigd, is de onderscheiding in Warmbloed- en Koudbloed rassen. Deze indeeling houdt verband met het temperament. Een derde indee ling vinden we in de indeeling in zware-, in middenzware-, lichte- en zeer lichte of ponie-rassen. Een vierde manier van de indeeling is die, welke rekening houdt met groote geschikt heid voor bepaalde diensten, welke van het dier verlangd worden. De paarden worden buiten het boe renbedrijf hoofdzakelijk gebruikt als rijdier, voor de koets of een licht wa gentje of voor het verslepen van zware vrachten. Door zorgvuldige teeltkeus d.w.z. door het streng selecteeren in be paalde richting, m.a.w. door het vol gen van een bepaald fokdoel, zijn er langzamerhand verschillendegebruiks- typen ontstaan, waarvan de voor naamste, onlangs in een radiolezing van de Directie van den Landbouw werden genoemd, n.l.: Het rijpaarden type, dat vóór alles geschikt is om te worden gebruikt onder den man. Het fokken van rij paarden is in verschillende landen door de overheid sterk in de hand gewerkt. Hoofddoel van de overheid was dan veelal het beschikbaar krij gen van goedsoortig materiaal voor de remonte, d.w.z. voor de eavalerie- en voor de artillerie. Het tuigpaardentype is zeer ge schikt om te dienen voor koetspaard. Het fokken van tuigpaarden is in vele streken van ons land vanouds de fok- richting geweest. De vraag naar koets paarden was vóór den oorlog in ons sterk afnemend, doordat de stedeling die vroeger een span fraaie koets paarden hield, inplaats daarvan zich een luxe-aute aanschafte. Ook bjj tal van de vroegere stalhouderijen kwam de auto in de plaats van een belang rijk deel der koetspaarden. De sterk verminderde vraag naar koetspaarden heeft de richting in de tuigpaardfokkerij in ons land in ons land niet onbelangrijk beinvloed. Dit geldt voornamelijk voor de fokinrich- ting, die stoelt op de Groninger- Oldenburger fokkerij. Deze richting, die in de warmbloed fokkerij in ons land snel veld wint, streeft vóór alles naar het fokken van een voldoend zwaar paard, met ruimen stap en draf en rustig temperament. Wel wordt bij deze fokrichting sterk gelet op groote geschiktheid voor het verrich ten van zwaar werk op het boeren bedrijf. De Geldersche richting in de tuig paardfokkerij streeft nog steeds naar het produceeren van een meer typisch tuigpaard, doch ook deze richting houdt tegenwoordig meer dan voor heen rekening met de eischen die het boerenbedrijf zelf aan het paarden- materiaal stelt. Tot de tuigpaard-fokkerjjrichting moet in ons land ook gerekend wor den de fokkerij van het inlandsche Friesclie paard, dat voornamelijk wordt gefokt in het Friesche weide gebied. Verder is er het trekpaarden type. Dit is vóór alles geschikt voor be- verrichten van zeer zware trekdiens- ten. Ook hiernaar was vóór den oor log een vrjj sterk verminderde vraag, daar de paardentractie hoe langer hoe meer verdrongen werd door vracht auto. Ook bij deze fokrichting, die in ons land vooral in de Zuidelijke pro vincies werd gevolgd, wordt in steike mate rekening gehouden met de eischen die het boerenbedrijf zelf stelt. Reeds vroeger was het in sommige provincies, althans meermalen, ver boden andere dan goedgekeurde hengsten voor den openbaren dek- dienst te gebruiken. Sedert 1901 be staat in ons land een zgn. verplichte hengstenkeuring. Bij de uitvoering van deze verplichte Rjjkshengsten- keuring werden de fokkersorganisaties (stamboeken) slechts in geringe mate gekend. Bij de Paardenwet 1939 is hierin verandering gebracht. De uit voering van de verplichte hengsten keuring berust thans in handen van de paardenstamboeken zelf. Dit geldt tenminste voor het bii die stam boeken geregistreerde hengsten- materiaal. De verplichte hengstenkeuring, mits zoodanig uitgevoerd, dat hooge eischen worden gesteld aan den hehgst, ook wat het foktype betreft, kan zeer veel invloed uitoefenen op de verdere verbetering van den Nederlandschen paardenstapel. Het Rijk stimuleert deze fokkerij en de fokrichting door het verstrekken van een jaarlijksche subsidie. Ook de provincies geven jaarlijks voor de paardenfokkerij sub sidies. Hierdoor en door het toezicht op de uitvoering van de paarden wets bepalingen houdt de overheid, wat de richting in de fokkerij betreft, mede de touwtjes in handen.

Peel en Maas | 1944 | | pagina 4