BEKENDMAKING. Bekendmaking. BINNENLAND 's-GRAVENIIAGE, 29 April. De Wehrmachtsbefehlshaber in den Nie- derlanden, General der Flieger Fr. Christiansen, maakt het volgende be kend Na de capitulatie van het Nederlandsche leger in Mei 1940 heeft de Führer en opperbevelhebber van de Duitsche weermacht bevel gegeven tot onmiddelijke invrijheidstelling van de Nederlandsche soldaten uit de krijgsgevangenschap. Deze maatregel werd vanzelfsprekend genomen op voorwaarde, dat de Nederlandsche officieren en manschappen deze groot moedige handelwijze met een dienovereenkomstige houding ten aanzien van do Duitsche bezettende macht zouden beantwoorden. Een groot ge deelte van hen heeft'aan deze verwachting voldaan; in vele gevallen is echtor onder invloed van onverantwoordelijke ophitsers een tegenoverge stelde ontwikkeling gevolgd. Reeds in Mei 1942 moesten derhalve de voormalige beroepsofficieren opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. De Duitsche weer macht heeft sindsdien bijna eon vol jaar laten verstrijken in de verwach ting, dat deze duidelijke waarschuwing zou worden verstaan. In feite hebben echter enkele lodon van het voormalige Nederlandsche leger door hun vijandig gedrag telkens opnieuw het vertrouwen, dat bij hun vrijlating in hen werd gesteld, geschonden. Dit misbruik van een volkomen vrijwillig teruggeschonken vrijheid wordt thans niet langer meer geduld. De Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden beveelt derhalve, dat de leden van het voormalige Nederlandsche leger terstond opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. Hij zal de betrokken personen in de dagbladpers tot persoonlijke aanmelding oproepen. Wie aan den oproep van den Welirmachtbefehlshaber geen gevolg geeft, of tracht zich op andere wijze aan de krijgsgevangenschap te onttrekken, moet op de strengste maatregelen rekenen. Dit geldt eveneens voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen ondersteunen. Allen, die thans in krijgsgevangenschap moeten terugkeoren, hebben dit uitsluitend aan de ophitsers te danken, die door hun misdadig gedrag dezen maatregel noodzakelijk maakten. De Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden, Generaal der vliegers F. M. Christiansen maakt bekend: Ton vervolge op de (hierboven) gepubliceerde Bekendmaking van 29 April 1943 worden hiermede opgeroepen 0111 zich te melden teneinde in krijgs gevangenschap te worden teruggevoerd Het beroepspersoneel der voormalige Noderlandsche weermacht onder den rang van officier, geboren na den datum van 31 Maart 1898, voor zoover het in Mei 1940 in actieven dienst der Nederlandsche weermacht stond. Moeten zicli aanmelden in het Wehrmachtslager te Amersfoort, Zonne bloemstraat, telkens tusschon 8 en 11 uui, zij die behooren tot: 1. het wapen der infanterie, cavalerie, artillerie, technisch personeel, politietroopen op 7 Mei 1943; 2. het wapen der gonie, pontonniers en torpedisten, den militairen ge neeskundigen dienst, de zeemacht, met de beginletters A tot H, op 10 Mei 1943. 3. allen, hierboven niet genoemde en genoemde wapens en onderdeelen en de zeemacht met de beginletters I tot Z, óp 13 Mei 1943. Bij de aanmelding moeten de persoonsbewijzen en, voor zoover nog voorhanden, militaire papieren worden overgelegd. Kleeding: zooveel mogelijk in uniform, of in burgerkleeding. Het ver dient aanbeveling een werkpak (costuum), Zondagspak, een wollen deken, ondergoed en een extra paar schoenen mee te brengen. De totale bagage mag uit ten hoogste twee handkoffers bestaan. Van do aanmelding en terugvoering in krijgsgevangenschap zijn vrij gesteld alle leden der Nederlandsche politie en haar neven-organisaties, in actieven dienst, staatsbrandweer, gemeentebrandweer, van de vrijwil lige brandweer de hoofdberoepelijke krachten of leiders, de vaste kern van den luchtbeschermingsdienst, door het Rijk bezoldigd; onder-officieren die tijdens hun actieven dienst administrateurs waren; peisonen, die als hoofdberoep bij den Nederlandsehen Arbeidsdienst werkzaam zijn; in Duitschland werkende personen. De leden van politie, brandweer en luchtbescherming moeten uiterlijk op 15 Mei 1943 een verklaring van het hoofd van den tak van dienst, waarbij zij thans werkzaam zijn, inzenden aan den Commissaris voor de belangen der voormalige Nederlandsche weermacht te Den Haag, Lange Voorhout 7. den strijd tusschen de reederijon, tusschen zeilschip en stoomboot. Sa menzweringen worden gesmeed en aanslagen gepleegd, maar aan alles komt niettemin een gelukkig slot. Men geniet van prachtige opnamen van trotsehe zeilschepen, het spel der Italianen is levendig en hartstochte lijk, sommige gedeelten zyn vol span ning en sensatie en het geheel is boeiend en onderhoudend. Een film, zooals men er meer wonscht te zien. De directie van Luxor laat de be zoekers met nadruk verzoeken tijdig aanwezig te zijn, daar het programma precies op de vastgestelde uren begint en er tijdons het nieuws geen bezoe kers mogen worden binnengelaten. AMf. Vossen vangst Voor de kippenhouders van Schoor, Hoogriebroek, Castenray en Klein- Oirlo zal het een opluchting zijn te vernemen, dat aldaar in korten tijd een 6-tal vossen en 1 das gevangen werden. Groot is dan ook de schado door deze roofdieren den laatsten tijd aangericht. Vechtpartij Maandagmorgen troffen twee boeren jongens elkaar op den Merseloschen weg. De begroeting was niet bepaald hartelijk, want de een sloeg den an der met een schop. Gevolg aangifte bij de politie en Roermond. GEVONDEN Een Zondagsmissaal, terug te beko men bij J. v.d. Munckhof, Grootestr. 28 Een gulden, is bjj Baken, School straat; Een zilveren ketting met kruisje, bij J. v. Gerven, Kempweg 2; Een zilveren rozenkrans, bij Vermeu len, koster, Groote Markt; Een beurs met centen, bij L. Willems Nachte gaal M 80; Een portemonaie meteen ten Wed. Kroon, Maasheescheweg 3; Een armband en een handtaschje zijn op het politiebureau. Stamboek v. h. Nederlandscli Trekpaard. De premiekeuringen van hengsten en merries van de afdeeling Limburg, Nederl. Trekpaard, zullen gehouden worden op 8 Juni te Horst, 24 Juni te Valkenburg en 29 Juni a.s. te Roermond. Klein-seminarie 100 jaar Het Klein Seminarie van het bisdom Roermond te Rolduc zal op Dinsdag 4 Mei a.s. honderd jaar bestaan. Kerkelijk leven Men verzoekt ons te willen melden dat het aan de „Nieuwe Koerier" ontleende bericht inzake de benoe ming van een nieuwen secretaris van het bisdom Roermond in zooverre ver betering behoeft, dat de zeereerw. heer drs. P. v. Odijk tot derden secie- taris is benoemd.. De hoogeerw. hoer Th. van der Marck zal zijn functie blijven vervullen. Vreemdelingenverkeer in Limburg Ofschoon dit jaar voor vreemdelin genverkeer geen bijzondere propagan da gevoerd werd, is dit, over heel de provincie mag men wel zeggen, toch meegevallen. Zuid-Limburg heeft vrij drukke Paaschdagen beleefd. Alleen in Valkenburg registreerde men een 00-tal toeristen. Noord-Limburg was eveneens druk bezocht, zoo waren in Ai een b.v. nagenoeg alle logeergele genheden in beslaggenomen. In Zuid- Limburg hebben de gasten het wél bijzonder getroffen met den vroegen en ongemeen rijken bloei der appel- iveiden. De inzet van het seizoen stemt dus hoopgevend, niettegen staande bemoeilijkt verkeer. Ook voor 't „hoogseizoen" zijn de vooruitzich- niet ongunstig. Verbod van tewerkstelling van studeerenden. De commissaris-generaal voor het veiligheidswezon heeft om redenen van het handhaven der openbare orde o.a. bepaald: Werkgevers mogen in het bezette Nederlandsche gebied personen, die in het studiejaar 1942—'43 of latei- een Nederlandsche universiteit of hoogesehool hebben bezocht en hun studie nog niet volgens het leerplan hebben voltooid (in het vervolg stu deerenden genaamd), niet in dienst hebben. Studeerenden mogen geen werk aannemen bij werkgevers in het be zette Nederlandsche gebied of verder werk verrichten. Zij moeten de werk plaats met het van kracht worden van deze beschikking (3 Mei) verla ten. Deze bepalingen gelden niet ten aanzien van studeerenden; die een zg. loyaliteitsverklaring afgelegd heb ben of afleggen. De werkgevers zijn verplicht te onderzoeken, of zich onder hun werknemers studeerenden bevinden, die vallen onder bovengenoemde be palingen. Werknemers, die studeerenden zijn, moeten dit aan hun werkgever me- dedeelen. Dit geldt o.m. bij aanstel ling in een nieuwe positie. Verlenging van arbeidstijd toegestaan. De secretaris-generaal van het depar- meut van sociale zaken heeft een besluit uitgevaardigd, waarbij een verlenging van den arbeidstijd tot 9 3/4 uur per dag en 54 uur per week wordt toegestaan. Deze verlengde ar beidsduur geldt voor arbeiders van 16 jaar en ouder in winkels, fabrie ken of werkplaatsen, de broodbakke rijen daaronder begrepen, voor wie ingevolge de arbeidswet de maximum arbeidstijd op minder dan 9 3/4 uur per dag en 54 uur per week was vastgesteld. Ook mag, voor zoover zulks niet reeds geoorloofd was, voor zoover zulks niet reeds geoorloofd was, voor de betrokkenen de arbeid om 6 uur voormiddags aanvangen. Het vorenstaande is tevens van toe passing op arbeiders van 16 jaar en ouder, voor wie ingevolge de Stuwa doorswet een maximum arbeidstijd van korteren duur gold en de thans vastgestelde. Dit besluit treedt on middellijk in werking. Varkenspest overgebracht bij tatoueering Het Haagsche Gerechtshof heefj arrest gewezon in een procedure tus schen den veehouder A. de B. te Rockanje en de stichting Landbouw crisis-Organisatie voor Zuid-Holland. De veehouder is aangesloten bij voornoemde organisatie en heeft bij dertien van zijn varkens door iemand in Vierpolders, die in dienst was van bovengenoemde organisatie, oormer ken laten aanbrengen o.m. door mid del van tatoueering. Eenige dagen na deze behandeling zijn alle varkens ziek geworden, waarna nagenoeg de geheele varkensstapel van de B. aan varkenspest is gestorven. Voor de rechtbank eischto do B. schadevergoeding, stellende, dat het namens de gedaagde verstrekte mid del, waarmede het merken is ge schied, ondeugdelijk was, althans de vereischte zorgvuldigheid door den merker niet in acht is genomen. De gedaagde ontkende, dat het ta- toueeringsmiddel ondeugdelijk was en achtte hot uitgesloten, dat dit de oor zaak zou zjjn van do uitgebroken varkenspest. De rechtbank wees de vordering af en nu heeft het gerechtshof het standpunt der rechtbank niet juist geoordeeld. Nadere beslissing volgt. HIJ HAD ER TABAK TAN.... Het gebeurde in een der buurt schappen onder den rook der stad. Oudergewoonte had Johannes reeds in den prillen ochtend de beddekoets verlaten, om buiten, in Gods vrije natuur, poolshoogte te nemen. Alles ademde rust en vrede. Door de nog bladeflooze twijgen lispelde zachtkens de adem van de komende lente en Johannes, die al de dagen van zijn meer dan dertig levensjaren door bracht aan de oude beukenlaan, ge noot reeds bij voorbaat van den tijd die komen ging. En over het gladde plaveisel van den verkeersweg naderde een eenden- paar. Oogenschijnlijk heel gewoon voor een landelijke omgeving. Voor Johannes echter niet gewoon, want hjj had reeds aanstonds gezien, dat ze tot een wild ras behoorden, 't Ging er nu maar om, om de juiste methode te vinden, waardoor het mogelijk zou blijken het tweetal in de wacht te sleepen. Johannes ma noeuvreerde manoeuvreerde en zie daar, het plan gelukte. Althans ten deele. Het wijfje, blijk baar beter uitgeslapen aan haar echt vriend, verkoos de wijde luchten, ter wijl het mannetje in gevangenschap werd weggevoerd. En in de ruime keuken van het oude huis genoten Johannes en zijn wederhelft reeds bjj voorbaat van een malschen eenden bout. Het duurde niet lang of de wilde mannetjes-eend stapte parman tig en fier, zooals het een onafhan- keljjken bewoner van oenzame moeras gronden en hooge wijde luchten be taamt door het vertrek. Doch plot seling rechtte zich dat eendelijf en voordat Johannes, of deszelfs vrouw, nog maar een kik vermochten te geven, stoof de vogel met kracht door de groote keukenruit die „in gruze lementen" ging. En even later reisde een oenzame vogel door het lucht ruim, op zoek naar zijn wijfje, ter wijl in de keuken met het gansch ontredderde raam een kijvend men- schenpaar achterbleef. Johannes en zjjn lnilpe tegenover hem waren een illusie armer en een ervaring rijker geworden. Want glasruiten zjjn duur of in 't geheel niet te krijgen. En de eendenbout ging hun neus voorbij... Ir. Louwes over de voedsel voorziening. Eenigen tijd geleden heeft ir. S. L. Louwes een toespraak gehouden tot de hoofden van alle diensten, betrokken bjj het voedselvoorzienings apparaat, waarin hij do gevaren schotste welke ons volk bedreigen, een openhartig relaas gaf van de on gunstige positie, waarin ons land verkeert en met klem opwekte tot een onvermoeide strijd tegen den zwarten handel. Over de maatregelen t.a.v. vee sprak ir. Louwes Deze zijn voor de boeren ongetwijfeld het hardst. De kippen verdwijnen, wij hebben geen voer en dat is de eenige, maar ook afdoende motiveering. Do varkens verdwijnen goeddeels. Het ergst voor den boer is evenwel de vee-inkrim ping. De moeilijkheid is hierbij, dat ieder tracht om zooveel in zjjn ver mogen ligt den veestapel aan te hou den. Men heeft tegenwoordig liever goederen dan geld. Dit als primaire reden en daarnaast komen er nog, die welke nu eigenlijk bij iederen boer leven en vooral bjj den veeboer, nl. dat het zijn geheele leven door zijn streven was, zijn veestapel niet alleen op peil te houden, maar ook uit te breiden. Het is zijn bezit, zijn bron van in komen, voor een goed deel de grond

Peel en Maas | 1943 | | pagina 2