TWFFTffl BI.AD VAN PEEL EN MAAS Vroeg oud zijn? Een hel van vuur en staal Gemengde Berichten Zaterdag 4 October 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 40 Nieuwe regeling der kolendistributie Bezuiniging op aanvankelijk ontworpen regeling nood zakelijk. De secretaris-generaal van het departement van Handel, Ng verheid en Scheepvaart maakt het volgende bekend intake de distributie van vaste brandstoffen Tengevolge van de z°r&e,ij}?e kolen positie is het noodzakelgk gebleken een bezuiniging in de ontworpen distribu' loregellng voor vaste brandstoffen aan te brengen. Als gevolg van deze bezuiniging zullen verschillende rantsoenen moeten worden ver minderd en voorgenomen extra verstrekkingen niet kunnen door gaan. Teneinde echter te voor komen, dat de beoogde rantsoen- vermindering op de eenecategorie verbruikers zwaarder drukt dan op de andere, is thans een nieuwe verdeeling der vermoedelijk be schikbare hoeveelheid opgesteld, waarbij getracht Is aan alle ver bruikers een rantsoen te ver strekken, waarmee aan zekere mint mum - ver warmlo gselschen kan worden voldaan. Het oorspronkelijk opgezette plan had tot doel te bereiken, dat Verbruikers ln de categorie „haar den en kachels" met 1 tm. 4 kamers één kamer gedurende den winter zou den kunnen verwarmen. Verbruikers ln de categorie „haar den en kachels" met meer dan 4 kamers één kamer gedurende den winter zouden kunnen verwarmen en zoo nu en dan ln een tweede kamer zouden kunnen stoken Verbruikers in de categorie „cen trale verwarming" hun verwarming matig zouden kunnen stoken, cok indien zy een groot huls bewonen. Bovendien zou een toeslag gegeven worden, indien een huls meer dan twee vrijstaande buitenmuren bezat, j Nieuwe regeling Thans zal evenwel getracht worden zoodanige rantsoenen te verstrekken, dat 1. Alle verbruikers in de cate gorie „haarden en kachels" één kamer gedurende den winter zullen kunnen verwarmen, zoodat geen onderscheid tusschen de verbruikers, al naar gelang bun huis 1 tot en met 4 of meer dar\ vier kamers telt, meer zal worden gemaakt. 2 Alle verbruikers ln de cate gorie „Centrale verwarming" de verwarming met betrachting van de uiterste zuinigheid zullen kun nen stoken en tijdens een even- tueele vorstperiode bevriezing van het buizennet kan worden voorkomen. De toeslag voor groote hulzen zal daarbij niet worden verstrekt: De toeslag voor de hulzen me! meer dan twee vrijstaande buiten muren ls zoowel voor de categorie „haarden en kachels" ais voor de categorie „centrale verwarming" komen te vervallen. Nog acht bonnen In verband met het bovenstaande dienen verbruikers, die een kaart J (1 tot en met 4 kamers) of K (meer dan 4 kamers) hebben ontvangen, er rekening mede te houden, dat hiervan nog ten hoogste acht bon nen, elk voor één eenheid vaste brandstoffen, zullen worden aange wezen, zoodat voor het geheele stookselzoen voor houders van kaar ten „J" maximaal elf en voor houders van kaarten „K" maximaal twaalf eenheden vaste brandstoffen zullen beschikbaar worden gesteld. Voor verbruikers, die een kaart „L" (centrale verwarming) hebben ontvangen, zullen ten hoogste nog 27 bonnen worden geldig verklaard, waardoor een maximum van 38 een heden bereikt wordt. Daar een vermindering van boven genoemde rantsoenen niet uitgeslo ten is, dient de grootste zuinigheid te worden betracht. Zooals reeds hierboven Is mede gedeeld, heeft bij de vaststelling van de rantsoenen de bedoeling voorge zeten, dat ln het algemeen alle ver bruikers één kamer zullen kunnen verwarmen. Ruimten met bijzondere doeleinden Er doen zich echter zeer vele ge vallen voor, waarin verwarming van meer dan één kamer noodzakelijk is, namelijk van bepaalde kamers of ruimten, welke voor bijzondere doel einden bestemd zjjn. Onder deze ruimten vóór bijzondere doeleinden worden verstaan kantoren aan huls, winkels, spreek- en behandelings- kamers van artsen enz. Voor de hulzen, die gestookt worden met haarden en kachels is de regeling voor de verstrekking voor ruimten met bijzondere doel einden reeds bekend, terwijl de regellDg voor pensionhouders en kamerverhuurders in de categorie »haarden en kachels" eenlge dagen geleden Is gepubliceerd. Centrale verwarming distributieregeling te ontwerpen. Nu echter de toeslag voor groote hulzen In de categorie „centrale ver warming" niet zal worden gegeven, is voor de extra verstrekking voor deze ruimten een nieuwe regeling gemaakt, waarin bovendien de toe wijzing voor pension an kamerver- huur ls opgenomen. Deze regeling ls eveneens van toepassing op flats, waarin 4 of minder flat- of etage woningen door middel van één cen trale verwarmingsinstallatie worden verwarmd en waarvoor tot nu toe slechts één bonkaart L ls uitgereikt. Volgens de ontworpen regeling wordt alleen een extra rantsoen ge geven voor ruimten met bijzondere doeleinden, waar radiatoren aanwezig zijn, echter slechts voor zoover de inhoud van deze ruimten samen met den Inhoud van de overige vertrek ken, waar radiatoren zijn grooter 1b dan 300 kubieke meter. Heeft men dus b.v. 'n kantoor aan huls, dat voor een extra verstrek- king in aanmerking komt, maar Ie de inhoud van kantoor en woonver trekken samen kleiner dan 300 ku bieke meter, dan wordt de toeslag niet gegeven. Is de Inhoud van kantoor en woonvertrekken samen b.v. 400 M3 terwijl de Inhoud van het kantoor 200 M3 bedraagt, dan wordt slechts een toeslag voor het kantoor gegeven op basis van 100 M3, daar de toeslag immers slechts wordt verstrekt voorzoover de Inhoud van de ruimte voor bijzondere doel einden tezamen met den inhoud van de overige vertrekken, waarin radia toren aanwezig zijn, grooter is dan 300 M3. Verbruikers In de categorie „cen trale verwarming" met ruimten voor bijzondere doeleinden, waarin geen radiatoren aanwezig zijn, vallen niet onder bovenstaande regeling. Voor hen wordt evenwel de mogelijkheid geopend om voor de ruimten met bijzondere doeleinden toch een toe slag te verkrijgen. Zij dienen zich hiertoe vóór 15 October as. tot den plaatselijken distributledienst te wen den. Zij komen evenwel alleen ln aan merking voor een extra verstrekking, Indien de Inhoud der woonvertrek ken, waarin radiatoren aanwezig zijn, tezamen met den inhoud der ruimten voor bijzondere doeleinden grooter is dan 300 M3. De verbruikers in de groep „cen trale verwarming", die volgens de oude regeling in aanmerking kwamen voor een extra toeslag voor buiten muren of huizen, waarvan de totale kubieke inhoud van de door een radiator voorziene vertrekken meer bedraagt dan 300 M3, hebben ln sommige gevallen, reeds aanvraag formulier MD 114, waarop de ge gevens, benoodlgd voor de berekening vao dezen ex*ra toeslag waren ver meld, bjj de plaatselijke distributie- diensten Ingediend. Deze aanvragen zgn thans ongel dig verklaard. In verband hiermede dienen de verbruikers ln de categorie „centrale verwarming", die op grond van het bovenstaande ln aanmerking meenen te komen voor een extra toeslag voor ruimten voor bijzondere doeleinden, een nieuw aanvraag formulier MD 120 op nader door de plaatselgke distributiediensten be kend te maken tyd3tlppen by deze diensten af te halen. In de verhandeling van Cicero over den ouderdom d9 senectute geeft de oude Cato allerlei wyze ver maningen aan zgn jeugdige vrienden Sciplo en Laelius. Hy verheeriykt de grysheld, of liever: hy verdedigt haa*- tegen de vooroordeelen van de jeugd Werpt men op, dat de ouderdom vaak met gebreken komt, hy ant woordt, dat wel elk seizoen van het menschenleven zyn eigen bezwaren meebrengt. Zegt men, dat het geheugen van grysaards verzwakt, hy ontkent het wel niet volledig, doch beweert, dat een verzwakkend geheugen niet ar mer behoeft te zgn dan een sterk, immers een oud man (zegthy) kent niet alleen degenen, die thans leven doch hy weet bovendien, wie hun oaders waren en wanneer hy de graf schriften leest op hun zerken, gaat hy binnen in een wereld van wgse mgmering Nemen de lichaamskrach ten ln den grgsaard af: de geest kracht behoeft hen niet te volgen. En het vooruitzicht op den dood, voor jongelingen afschrikwekkend, verliest voor oude menschen zyn wreedheid. Wie echter van zyn ouder dom genieten wil, die moet zyn leef- tyd gelaten aanvaarden. „Ik ben nu vier- en-tachtig jaar" zegt Cato „en ik zou wel even als Cyrus aan den rand van het graf willen zeggen, dat ik nog even sterk ben als voorheen, maar dat gaat niet, want ik voel heel goed, dat ik zoo krachtig niet meer ben als toen ik streed In den Punischen oorlog, of toen Ik tydens dien oorlog optrad al quaestor, of toen ik consul ln Spanje werd, of toen ik vier jaar later tydens het consulaat van Mar cus Acllius Glabrio meevocht als militair tribuun by Thermopylae" (tegen den Syrischen konlog An- tiochus den Groote, bedoelt hy). „Maar gy ziet toch wel, dat de ouderdom my niet geheel heeft uit- geput en dat hy my ook niet bedroeft. De senaat, 't gerechtshof, myn v,eniraie verwarming vriendeo, myn cliënten, myn gasten Tengevolge van de omstandigheid, zijn heusch nog tevreden met de aat de verstrekking voor ruimten kracht, die ik aan den dag leg voor byzondere doeleinden voor ver- Toch ben ik het nooit eeDs ge bruikers In de categorie „centrale weest met dat oude, vaak geprezen verwarming" viel onder de regeling spreekwoord, dat ons aanspoort inzake den toeslag voor groote vroeg oud te worden, als we lang hulzen, was het aanvankeiyk niet oud willen biyven. Ik ben dan maar noodzakeiyk voor de verwarming van j liever niet zoo lang oud' Ik zou al- ruimten voor byzondere doeleindenthans geen grysaard willen zijn WO aanvulling op de bestaande voordat het moet, Daarom ontvang lk nog iedereen, die iets by my te maken heeft. Ze ker, ik ben niet meer zoo krachtig als gy Maar ls een van u zoo sterk als de honderdman Tulllus Pontlus (Deze PontluB was biykbaar een fameuze krachtpatser ln Rome). „Toch houdt gy hem niet voor méér waard dan uzelf. Laat Iemands kracht gerust wafc gematigder zyn, wanneer hy haar maar zoo goed ge bruikt als hy kan, dan zal hy niet geplaagd worden door de begeerte naar grootere kracht. Men vertelt van Mllo, dat hy ty dens de Olympische spelen een paar honderd meter liep met een leven den os op zgn schouders. Maar zou Iemand van u liever Mllo's llchaama kracht bezitten dan de geestkracht van Pythagoras Gebruik uw kracht dus maar goed, zoo lang gy ze hebt en weest niet al te bedroefd, wan neer gy ze kwgtraakt. Jonge man nen betreuren Immers niet, dat ze de puberteit te boven zyn, en vol wassenen vinden het niet erg, dat ze geen jongelingen meer zyn. De loop van het leven ls wetmatig. De natuur heeft maar één weg en die weg is eenvoudig. Aan elk seizoen van het leven werd een eigen tem peratuur toegekend. De hulpeloos heid van het kind, de felheid van den knaap, de gedegenheid van de gevorderde leeftyd, de rijpheid van den ouderdom, het zgn natuuriyke verschynselen, die vanzelf wel komen op hun aangewezen tyd. In zulk een bladzyde toont niet alleen Cicero zich een groot kunste naar, die precies den toon weet te treffen van een waardigen, deftigen 8n toch wel wat praatgragen ouden heer. maar hy toont ook Cato als een voorbeeldigen wgze. Het is heelemaal niet zoo onpret tig oud te zgn, wanneer men het maar op tyd Is ziedaar de strek king van het heele betoog. Doch de verdediger der grgze haren legt er nadruk op, dat hy niets voelt voor het spreekwoord: „Wie lang oud wil blgven, die moet het vroeg worden Een voortydige ouderdom is even ongewenscht als een te lang gerekte kwajongensleeftyd. Gun aan de din gen hun tyd, die de natuur bepaalt Niet alleen, meent Cato, bereidt men zich het best voor op een moolen ouderdom door zoo passend mogelgk den leeftyd te beleven, dien men heeft, maar op deze wgze bereidt men zich ook het waardigst voor op zgn eeuwigheid. Want de lange mo noloog van den ouden man een meesterstukje van klassiek psycho logisch realisme besluit met oen p'eldool voor de onsterfeiykheld van de ziel. ,Ik geloof" zoo zegt Cato ver derop „dat men pas genoeg be gint te krijgen van het leven, wan neer de lust ln al het andere ver gaan is. Kinderen hebben hun eigen ver langens: vindt men die nog by groote jongens En de begeerten van den jongeling, gaan ze niet voorby, wan neer men volwassen is Datgene, waarnaar de volwassene streeft, ver liest zgn belang voor den grgsaard. „Sunt extrema q ïedam studla senec- tutis"Dan zgn er nog wat grgsaards liefhebberyen, de laatste... zy dooven up, als die van de vroegere jaren. Wanneer het zoover ls, dan kondigt de verzadigdheid des levens het rgp- geworden doodsuur aan. Sterker dan al die strevingen ls echter het onultbluschbaar verlangen naar de onaterfeiykheld. Dit vraagt het voedsel onzer vólle dagen. Het beste leven wordt geleefd op zulk een wyze, dat het dit blgvende ver langen het zaligst bevredigt. Door te lang jong te willen biyven of door te vroeg een oude man te willen zyn, verknoeit men kansen, die men waarnemen moet voor de onsterfe- lykheld. By Petersburg, bg Moskou, tus schen Dnjepr en Don, by Odessa, daar bulderen de kanonnen, daar ratelen de machinegeweren, daar denderen de gevechtswagens den vgand tegemoet, daar ls de hel los gebroken, een hel van vuur en staal. Sinds 22 Juni van dit jaar, dus ruim 3 maanden reeds volgen de gevechtshandelingen elkaar ln een razend tempo op. Vesting na vesting is het doel van harden stryd, bun- kerstelllng na bunkerstelling wordt doorbroken, steden en dorpen wordeD bezet. Steeds verder gaat de op- marsch. En eerst als het doel ls bereikt, zullen de kanonnen en machinegeweren zwggen. Eerst dan zullen de tanks ophouden met langs de wegen en door de velden te denderen. Eerst dan zal er weer rust heerschen, waar nu de grond dreunt van het geweld der wapenen. Maar zoolang het doel niet is be reikt, zoolang zal destrgd voortduren, hard en onverbiddelgk. Zoolang zal de dood rondwaren, zoolaDg zal een hel van vuur en staal duizenden vernietigen en vreeselgke wonden slaan. De oorlog ls wreed, wy weten het uit de berichten ln de bladen, de verslagen door de radio, da foto pagina's en de film. Maar hoe wreed de oorlog ln werkeiykheld is, hoe ontzettend de feiten zgn, dat besef fen duizenden van ons zelfs niet bij benadering. Wat de oorzaken zyn, die dit alles ten gevolge hebben, men kan hier over van meening verschillen, maar dit neemt niet weg dat de feiten er zyn en dat het onzen dureD plicht is, hiermede rekening te houden en alles ln het werk te stellen om te helpen waar dit mogelgk is. Ja, er moet geholpen worden, zoo wel vriend als vyand, zoowel Boldaat als burger. Daarom trokken de ambulances naar het front, daarom wapperen op alle fronten de witte vlaggen met het bekende roode kruis. Knappe chirurgen. bggeBtaan door uiterst deskundig personeel, werken dag en nacht. Leed wordt verzacht, geslagen wonden geheeld, levens worden gered. Het is een werk dat waard is dat er veel voor wordt ge offerd, niet eenmaal, maar door loopend, want dit werk verslindt geld en het moet voortgang vinden. Alle beschaafde volken spannen zich ln om te bereiken, dat de hulp die daar aan het Oostfront geboden wordt, de beste is die maar denk baar kan zgn. Alle beschaafde volken, dus ook het Nederlandsche volk. Dit heeft bovendien nog een traditie op te houden, want van ons wordt ver wacht, dat wg alles wat wy op dit gebied reeds presteerden, zullen slaan. Daarom wordt er hard ge werkt aan de Nederlandsche ambu lance voor het Oostfront. Daarom leest U telkens weer de oproepen om op de girorekening van deze ambulance iets meer te storten dan U eigenlgk missen kunt. Daarom herhalen wg ook nu weer het ver zoek gedenkt girorekening 87600 t.n. van de Nederlandsche Ambulance, Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage. Daar in het Oosten gaan mUlioenen menschen door een hel van vuur en staal. Daar ln het Oosten zal ook de Nederlandsche Ambulance werken en wat zg daar prestoeren zal, dat zal afhangen van de offervaardigheid van de Nederlaaders, dus ook van U. Daarom Nederlanders doet Uw plicht een deel van het werk over te ne men, hetgeen dan, als eenlge col lega's dit doen tot een goed resul taat kan komen. Wie met open oogen door het leven gaat, heeft dagelgks gelegen heid de helpende hand te bieden. Of het er nu om gaat, op straat een oude dame by het oversteken te lelden, of voor een jonge moeder den kinderwagen de trap af te dra gen, zyn wg aan onszelf verplicht hem of haar te helpen. Zulke kleine attenties dragen, hoe merkwaardig het misschien ook klinkt, hun dank reeds ln zich. zy maken biy en werpen een zonnestraal over ons leven. Zg dragen er toe bg, dat wg ons mede verantwoord voelen voor den mensch, die naast ons leeft. Wy kunnen voor hen, reeds met een weinig liefde en bereidheid tot hulp, de kleine moellgkheden des leveoB uit den weg ruimen. VOOR DE VROUWEN PRIJSOPDRIJVING Het weekblad „Handelsbelangen" stelt ln het nummer van 17 Septem ber de handelwyze van sommige zakenlieden aan de kaak, die het publiek in den waan willen brengen, dat de gulden na den oorlog totaal waardeloos zou zyn. zy trachten daarmede de koopers aan te moedi gen tot het koopen van waren, zon der op den prgs te Ietten. Het aanvoeren van grondstoffen en het transport hebben een prys- stgglng onvermgdelgk gemaakt. Negentig procent der bevolking moet daardoor heel voorzichtig met het inkomen omspringen. Toch schamen a-soclale elementen zich niet, de prgzen te verhoogen om zoodoende oorlogswinst te kunnen maken. Zg hebben daartoe al boeken vervalBcht, goederen verstopt, hun employé'sdle om wille van hun betrekking niet durven spreken, tot medeplichtigen gemaakt of bewgsmaterlaal laten verdwgnen enz. Een slechts zelden gebrandmerkte soort van zulke a-soclale machinaties bestaat ln een fluistercampagne, waardoor het publiek de overtuiging moet krygen, dat de gulden na den oorlog niets meer zou waard zyn. Wat ls er Indertgd niet met den Roebel en de Mark gebeurd en reken maar, dat we met den gulden na den oorlog hetzelfde zullen beleven' zoo zegt men dan. Als die overtuiging eenmaal veld wint, dan ls de bereidheid, om voor allerlei waren fantastische prgzeD te betalen nog slechts een kwestie van tgd. Wie geld heeft en gelooft, dat dit bezit automatisch waardeloos zal wordeD, vraagt dan niet langer meer of hy teveel betaalt, doch meeat, dat hg door het koopen van goederen, wat hy ec ook voor moge betalen, toch nog altyd iets aan zh'a geld heeft. Door dit sprookje over de toekomst van den gulden, worden ook degenen, die geen kapitaal terzgde kunnen leggen getroffen. Het ls dus dulde- Igk, dat degenen, die deze fluister campagne tegen dea gulden aan het rollea brengen, zelf maar al te graag hun buidels met diezelfde guldéns spekken. Ook dit ls dus weer een gebied, waarop men vooral zgn gezond ver stand moet laten werken en zich niet laten opschroeven en aanzetten tot het dolzinnig uitgeven van veel geld voor soms de zonderlingste, onnoodlge zaken. En vooral late men zich onder het motto van zooge naamde waardeloosheid van den gulden niet verleiden tot het betalen van fantastische prgzen. Sommigen zijn zoo vurig ln het waardeloos verklaren van den gulden, dat het wel een wonder heeten mag, dat zg nog ooit geld willen aanne men en zoo maar hun kostbare goederen afgeven, ln ruil voor geld, dat zg zelf waardeloos noemen. Een beter bewys voor de dwaas heid hunner beweringen ls wel niet noodlg. WASCHBEHANDELING Het gevaar van te veel en te sterk bleeken Alle textiel waren siyten door het gebruik, maar vaak nog meer door de waachbehandellng. En- één der gevaarlgkste karweitjes ten opzichte van de sterkte van de vezel is 't bleeken. Juist omdat de BChade. door het bleeken veroorzaakt, niet te constatearen ls, kan het bleek proces zoo nadeellg werken. De textlelvezels worden er door aange tast, beschadigd en gaan kapot al naarmate het bleekproces te l&Dg of te hevig Inwerkt. De belangrgkste slgtage en achter uitgang van het goed ls op rekening te schrgven van hot bleeken. Daarom doet men goed momenteel, iedereen zuinig op den Inhoud der linnenkast ls zoo weinig mogeiyk te bleeken. Daaruit volgt dus, dat men niet te hooge eischen aan de helder heid van 't goed mag stellen. De hoofdzaak blgft, dat het waschgoed schoon en frlsch is. Zoo wit als sneeuw... gaat nu niet. Men bedenke oók wel, dat de wasschergeD, die nu nog hun wasschen hagelwit afleveren voor dezen tyd te scherpe bleek middelen gebruiken. (Overigens is juist de klacht, die men van de wasscheryen hoort de verzuchting dat de hulsvrouwen niet tevreden zyn, wanneer 't linnengoed niet een witte kleur heeft en de wasch industrie daarom juist genoodzaakt wordt Intens te bleeken). Voor de hulshoudwasch geldt nu dus het paroolbleek weinig en alleen wanneer het hoogst noodza kelgk ls. Het minst schadelgk ls de Datuur- bleek, het bleeken ln de open lucht op het groene grasveld. Het is goed, goedkoop en gemakkei gk Helaas is het niet mogeiyk alle hulsvrouwen van 'n bleekveldje te voorzien. By ben moet het bleekpoeder of bleek- water te hulp komen. Wees zeer voorzichtig met het gebruik van chloorkalk. Ook al gebruikt men het zoo, dat het poeder zelf niet in het water komt, dan ls toch het risico te groot, want ook door de mazea van een dun lapje kan de chloorkalk by het bleekgoed komen zoo'n korreltje tast onverbldde lgk het goed aan en veroorzaakt kleine gaatjes, Maakt van het poeder bleekwater of koop het kant en klaar. Bleek nooit met water dat lauw of warm Is. (Het bleekproces werkt dan zeer heftig). Bleek nooit langer dan twee of drie uur en zorg dat al het waschgoed onder water Ugt. Een half uur bleeken is beter dan twee uur. Steekt het linnengoed boven water uit, dan vindt het z.g. over- bleeken plaats, wat zeer schadelgk is. Gebruik Blechts een kopje bleek water op een emmer water. Spoel het bleekmiddel zeer goed uit, gebruik ln het eerste spoelwater anti-chloor en spoel zoolang totdat geen bleeklucht meer aan het goed hangt. AANPAKKEN I Ia dezen tyd van de hoogste krachtsinspanning hebben wg allen geleerd, dat het op de daad en niet op veel woorden aankomt, dat net belangrgker ls, een moellgke opgave met frlsschen moed aan te pakkeD, dan lang het hoe en wanneer te overwegen. Hoe sterk zulk een biymoedlge daadkracht ons ln het dageiyksch leven helpt, ondervinden wy prac- tisch eiken dag. We behoeven alleen maar aan ons beroep te denken als voorbeeld. Hoe dikwgls komt het niet voor, dat plotseling een collega weggaat, ziek thuis blgft of dat het werk hem te veel wordt. Wie zou In zoo'n geval eerst lang overleggen, of het werkelgk noodlg ls, dat wy helpend ingrgpen Wie zou zich schouderophalend omdraaien en zeggen: „Dat ls myn werk niet." Menschen, die zoo denken maken zich onbemind. Hoeveel prettiger ls het niet, stllzwygend ln te grypen, Burgemeestersbenoemingen in Limburg Het rykscommlssarlaat maakt be kend De commissaris-generaal voor Be stuur en Justitie heeft op grond van art. 3 der verordening nr. 108/40 (4a verordening over bestuursrechteiyke maatregelen) te zamen met artikel 4 lid 1 der verordening nr, 3/40 over de uitoefening der regeerlngsbevoegd- held ln Nederland den burgemeester in Heer en Cadler en Keer, mr. A. M. P. Thomassen, onder geiyttydig eervol ontslag uit deze functie, tot burgemeester In Kerkrade benoemd. Voorts heeft de secretaris-generaal voor Bestuur en Justitie tot burge meesters benoemd: de heer M. F. L. A. Welters ln Tegelen tot burge meester van Slttard, mr. J. H Zan ders, advocaat en wethouder te Venlo, tot burgemeester van Venlo, den heer A. den Rooyen, gemeente ambtenaar en leider van het distri butiebureau ln Roermond, tot burge meester van Echt, den heer J. Roesener-Manz in Valkenburg tot burgemeester van Heer en Cadler en Keer, en den heer A. M. J. A. Regout in Utrecht tot burgemeester van Maasbree. Tevens heeft de commissaris- generaal voor Bestuur en Justitie den burgemeester, mr. A. M. P. Thomassen, belast met de voorlooplge waarneming der zaken van den burgemeester in Schaeaberg en in Ubach over Worms, den burgemees ter M, F, L. A, Welters met de voorlooplge waarneming der zaken van den burgemeester ln Broekslt- tard en in Nleuwstad, enden burge meester A. den Rooyen met de voorlooplge waarneming der zaken van den burgemeester Id Stevens- weert en ln Ohe en Laak. Doodelijk ongeluk te Weert. De heer van de Pas te Weert, had in zyn woning het ongeluk door het openen eener verkeerde deur In den kelder te vallen. Zgn toestand was zoo ernstig, dat hg ln 't St. Jans- Gasthuis moest worden opgenomen, waar hy na enkele uren Is overleden. De overledene was ongeveer 30 jaar oud en sinds kort ln 't huweiyk ge treden. Knaapje veroorzaakt ontploffing Te Maastricht ls het twaalfjarig zoontje van de familie F. H., by een ontploffing dusdanig gewond, dat hy naar het ziekenhuis Calvarlë moest worden overgebracht. Het jongetje had in bed liggen spelen met een batterg en een gevonden slagpypje. Hy kreeg wonden aan keel, borst en rechterhand; de kracht van de explo sie had hem alle tanden uit den mond gerukt. PERSOONSBEWIJZEN NA 1 JANUARI Tot dien datum oude identiteitsbewijzen geldig De Becretarlssen-generaal der mi nisteries van Blnnenlandsche Zaken en van Justitie hebben een besluit uitgevaardigd, waardoor de verorde ning nummer 132/1940 over den Identificatieplicht gewijzigd wordt. Dienovereenkomstig wordt aldus een desbetreffende officleele commen taar de geldigheden van de tot dusver geldende voorlooplge Identi teitskaarten verlengd tot het Inwer king treden van de algemeene ver plichting inzake het bezit van een ldentiteitsbewgs, d.w.z. tot 1 Januari 1942, aangezien tegen dien datum de uitreiking van de nieuwe Identltelts- bewyzen zal zyn geschied. De voor looplge Identlteltsbewyzen waren volgens de oude verordening hoogs tens een jaar geldig. Deze geldigheid wordt nu verlengd tot zestien maan den. Oude voorlooplge identlteits- bewgzen zyn dus nog geldig tot 1 Januari 1942 wanneer zg niet ouder dan zestien maaDden zgn. Na dien datum moeten zy echter door de nieuwe persoonsbewgzen vervan gen zgn. Ontsmetting van tarwe met warm water. Bg enkele oriënteerende proeven is geblekeD, dat dit jaar verschil lende partyen tarwe de warmwater behandeling niet verdragen. Klem- kracht-verlagingen van 75 procent en meer kwamen voor. Vandaar, dat de Piantenzlektekun- dige Dienst er nogmaals de aandacht op veBtlgt om, alvorens tot behan deling van een party over te gaan, een klein monster te behandelen en hiervan de kiemkracht te bepalen. Verder kan aangenomen worden dat partgen waarin schot optreedt zeer gevoelig zgn zoodat het aanbeveling verdient deze direct reeds van de be handeling uit te sluiten. Geschiedt dit niet dan moet ln leder geval vooraf onderzocht worden of ze een behandeling kunnen verdragen. Een goed seizoen voor de Veluwe voorbij. Het levendige seizoen van het vreemdelingenverkeer op de Veluwe is vooiby. Reeds vroegtydlg waren de hotels en de pensions voor de zomermaan den besproken. De vacantlegangers hadden zich vooral op fietstochten gespitst, maar ook de Veluwsche autobusdiensten vervoerden veel pas sagiers. Het zgn vooral de stadamen- schen, die 's zomers de schoonheid van de Veluwe komen zleD. In veel Veluwsche plaatsen herschiepen zy de anders stille hotelkamers en cafézaaltjos tot centra van gezellig familieleven. Ook dit jaar ls weer de klacht geuit, dat de Veluwe behalve haar schoonheid weinig afleiding voorden vacantleganger biedt. Het ls echter moeiiyk voor elk wat wils te orga. niseeren, terwyi ook gaarne de stel ling verdedigd wordt, dat men de stil e van de Veluwe niet door luid ruchtige klanken van vermaak moet storen. Het sluitstuk van het vreemdelin genverkeer op de zomersche Veluwe vormt het bezoek aan de bloelende heide, dat ook dit jaar velen getrok ken heeft. De Veluwsche zakenmen- schen hebben van het drukke vreem- delingverkeer ruimschoots hun voor deel gehad. Oud-Hollandsche wijsheid voor dezen tijd. Wg vonden dezer dagen ln een oud geschrift een berymde oud-Holland- sche wgsheld, welke waarschuwt tot groote zorg over verworven bezit. Wg lateD ze hier volgen: Heeft Iemand duyven op het kot, Of spreeuwen in een vogel-pot, Hy dient gewis, met alle vlyt Te passen op den vluggen tyt; Want zoo by 't wat te lange maeckt, Tot eens de rappe jeught genaeckt. Hg sal voorzeker op het lest Niet vinden, als het leege nest, Ea slet, dan ls 't laet gesucht, De vogels swleren ln de lucht. Deze wgsheid moge vooral ook In onzen tyd betracht worden, nu niet de „rappe jeugd" maar dieven het gemunt hebben op letterlgk elk bezit van hun medeburgers. Vooral zy mogen dit betrachten, die ondanks alle waarschuwingen nog maar steeds geen voorzorgen nemen tegen „den vluggen tyt"! Fietsen staan ongesloten en onbo-

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5