TWFFTffl BI.AD VAN PEEL EN MAAS
Vroeg oud zijn?
Een hel van vuur
en staal
Gemengde Berichten
Zaterdag 4 October 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 40
Nieuwe regeling der
kolendistributie
Bezuiniging op aanvankelijk
ontworpen regeling nood
zakelijk.
De secretaris-generaal van het
departement van Handel, Ng verheid
en Scheepvaart maakt het volgende
bekend intake de distributie van
vaste brandstoffen
Tengevolge van de z°r&e,ij}?e
kolen positie is het noodzakelgk
gebleken een bezuiniging in de
ontworpen distribu' loregellng
voor vaste
brandstoffen aan te
brengen. Als gevolg van deze
bezuiniging zullen verschillende
rantsoenen moeten worden ver
minderd en voorgenomen extra
verstrekkingen niet kunnen door
gaan. Teneinde echter te voor
komen, dat de beoogde rantsoen-
vermindering op de eenecategorie
verbruikers zwaarder drukt dan
op de andere, is thans een nieuwe
verdeeling der vermoedelijk be
schikbare hoeveelheid opgesteld,
waarbij getracht Is aan alle ver
bruikers een rantsoen te ver
strekken, waarmee aan zekere
mint mum - ver warmlo gselschen
kan worden voldaan.
Het oorspronkelijk opgezette plan
had tot doel te bereiken, dat
Verbruikers ln de categorie „haar
den en kachels" met 1 tm. 4 kamers
één kamer gedurende den winter zou
den kunnen verwarmen.
Verbruikers ln de categorie „haar
den en kachels" met meer dan 4
kamers één kamer gedurende den
winter zouden kunnen verwarmen
en zoo nu en dan ln een tweede
kamer zouden kunnen stoken
Verbruikers in de categorie „cen
trale verwarming" hun verwarming
matig zouden kunnen stoken, cok
indien zy een groot huls bewonen.
Bovendien zou een toeslag gegeven
worden, indien een huls meer dan
twee vrijstaande buitenmuren bezat, j
Nieuwe regeling
Thans zal evenwel getracht worden
zoodanige rantsoenen te verstrekken,
dat
1. Alle verbruikers in de cate
gorie „haarden en kachels" één
kamer gedurende den winter
zullen kunnen verwarmen, zoodat
geen onderscheid tusschen de
verbruikers, al naar gelang bun
huis 1 tot en met 4 of meer
dar\ vier kamers telt, meer zal
worden gemaakt.
2 Alle verbruikers ln de cate
gorie „Centrale verwarming" de
verwarming met betrachting van
de uiterste zuinigheid zullen kun
nen stoken en tijdens een even-
tueele vorstperiode bevriezing
van het buizennet kan worden
voorkomen. De toeslag voor
groote hulzen zal daarbij niet
worden verstrekt:
De toeslag voor de hulzen me!
meer dan twee vrijstaande buiten
muren ls zoowel voor de categorie
„haarden en kachels" ais voor de
categorie „centrale verwarming"
komen te vervallen.
Nog acht bonnen
In verband met het bovenstaande
dienen verbruikers, die een kaart J
(1 tot en met 4 kamers) of K (meer
dan 4 kamers) hebben ontvangen,
er rekening mede te houden, dat
hiervan nog ten hoogste acht bon
nen, elk voor één eenheid vaste
brandstoffen, zullen worden aange
wezen, zoodat voor het geheele
stookselzoen voor houders van kaar
ten „J" maximaal elf en voor houders
van kaarten „K" maximaal twaalf
eenheden vaste brandstoffen zullen
beschikbaar worden gesteld.
Voor verbruikers, die een kaart
„L" (centrale verwarming) hebben
ontvangen, zullen ten hoogste nog
27 bonnen worden geldig verklaard,
waardoor een maximum van 38 een
heden bereikt wordt.
Daar een vermindering van boven
genoemde rantsoenen niet uitgeslo
ten is, dient de grootste zuinigheid
te worden betracht.
Zooals reeds hierboven Is mede
gedeeld, heeft bij de vaststelling van
de rantsoenen de bedoeling voorge
zeten, dat ln het algemeen alle ver
bruikers één kamer zullen kunnen
verwarmen.
Ruimten met bijzondere
doeleinden
Er doen zich echter zeer vele ge
vallen voor, waarin verwarming van
meer dan één kamer noodzakelijk is,
namelijk van bepaalde kamers of
ruimten, welke voor bijzondere doel
einden bestemd zjjn. Onder deze
ruimten vóór bijzondere doeleinden
worden verstaan kantoren aan huls,
winkels, spreek- en behandelings-
kamers van artsen enz.
Voor de hulzen, die gestookt
worden met haarden en kachels is
de regeling voor de verstrekking
voor ruimten met bijzondere doel
einden reeds bekend, terwijl de
regellDg voor pensionhouders en
kamerverhuurders in de categorie
»haarden en kachels" eenlge dagen
geleden Is gepubliceerd.
Centrale verwarming
distributieregeling te ontwerpen.
Nu echter de toeslag voor groote
hulzen In de categorie „centrale ver
warming" niet zal worden gegeven,
is voor de extra verstrekking voor
deze ruimten een nieuwe regeling
gemaakt, waarin bovendien de toe
wijzing voor pension an kamerver-
huur ls opgenomen. Deze regeling ls
eveneens van toepassing op flats,
waarin 4 of minder flat- of etage
woningen door middel van één cen
trale verwarmingsinstallatie worden
verwarmd en waarvoor tot nu toe
slechts één bonkaart L ls uitgereikt.
Volgens de ontworpen regeling
wordt alleen een extra rantsoen ge
geven voor ruimten met bijzondere
doeleinden, waar radiatoren aanwezig
zijn, echter slechts voor zoover de
inhoud van deze ruimten samen met
den Inhoud van de overige vertrek
ken, waar radiatoren zijn grooter 1b
dan 300 kubieke meter.
Heeft men dus b.v. 'n kantoor aan
huls, dat voor een extra verstrek-
king in aanmerking komt, maar Ie
de inhoud van kantoor en woonver
trekken samen kleiner dan 300 ku
bieke meter, dan wordt de toeslag
niet gegeven. Is de Inhoud van
kantoor en woonvertrekken samen
b.v. 400 M3 terwijl de Inhoud van
het kantoor 200 M3 bedraagt, dan
wordt slechts een toeslag voor het
kantoor gegeven op basis van 100
M3, daar de toeslag immers slechts
wordt verstrekt voorzoover de Inhoud
van de ruimte voor bijzondere doel
einden tezamen met den inhoud van
de overige vertrekken, waarin radia
toren aanwezig zijn, grooter is dan
300 M3.
Verbruikers In de categorie „cen
trale verwarming" met ruimten voor
bijzondere doeleinden, waarin geen
radiatoren aanwezig zijn, vallen niet
onder bovenstaande regeling. Voor
hen wordt evenwel de mogelijkheid
geopend om voor de ruimten met
bijzondere doeleinden toch een toe
slag te verkrijgen. Zij dienen zich
hiertoe vóór 15 October as. tot den
plaatselijken distributledienst te wen
den.
Zij komen evenwel alleen ln aan
merking voor een extra verstrekking,
Indien de Inhoud der woonvertrek
ken, waarin radiatoren aanwezig zijn,
tezamen met den inhoud der ruimten
voor bijzondere doeleinden grooter
is dan 300 M3.
De verbruikers in de groep „cen
trale verwarming", die volgens de
oude regeling in aanmerking kwamen
voor een extra toeslag voor buiten
muren of huizen, waarvan de totale
kubieke inhoud van de door een
radiator voorziene vertrekken meer
bedraagt dan 300 M3, hebben ln
sommige gevallen, reeds aanvraag
formulier MD 114, waarop de ge
gevens, benoodlgd voor de berekening
vao dezen ex*ra toeslag waren ver
meld, bjj de plaatselijke distributie-
diensten Ingediend.
Deze aanvragen zgn thans ongel
dig verklaard. In verband hiermede
dienen de verbruikers ln de categorie
„centrale verwarming", die op grond
van het bovenstaande ln aanmerking
meenen te komen voor een extra
toeslag voor ruimten voor bijzondere
doeleinden, een nieuw aanvraag
formulier MD 120 op nader door de
plaatselgke distributiediensten be
kend te maken tyd3tlppen by deze
diensten af te halen.
In de verhandeling van Cicero over
den ouderdom d9 senectute
geeft de oude Cato allerlei wyze ver
maningen aan zgn jeugdige vrienden
Sciplo en Laelius. Hy verheeriykt de
grysheld, of liever: hy verdedigt haa*-
tegen de vooroordeelen van de jeugd
Werpt men op, dat de ouderdom
vaak met gebreken komt, hy ant
woordt, dat wel elk seizoen van het
menschenleven zyn eigen bezwaren
meebrengt.
Zegt men, dat het geheugen van
grysaards verzwakt, hy ontkent het
wel niet volledig, doch beweert, dat
een verzwakkend geheugen niet ar
mer behoeft te zgn dan een sterk,
immers een oud man (zegthy) kent
niet alleen degenen, die thans leven
doch hy weet bovendien, wie hun
oaders waren en wanneer hy de graf
schriften leest op hun zerken, gaat
hy binnen in een wereld van wgse
mgmering Nemen de lichaamskrach
ten ln den grgsaard af: de geest
kracht behoeft hen niet te volgen.
En het vooruitzicht op den dood,
voor jongelingen afschrikwekkend,
verliest voor oude menschen zyn
wreedheid. Wie echter van zyn ouder
dom genieten wil, die moet zyn leef-
tyd gelaten aanvaarden.
„Ik ben nu vier- en-tachtig jaar"
zegt Cato „en ik zou wel even
als Cyrus aan den rand van het graf
willen zeggen, dat ik nog even sterk
ben als voorheen, maar dat gaat niet,
want ik voel heel goed, dat ik zoo
krachtig niet meer ben als toen ik
streed In den Punischen oorlog, of
toen Ik tydens dien oorlog optrad
al quaestor, of toen ik consul ln
Spanje werd, of toen ik vier jaar
later tydens het consulaat van Mar
cus Acllius Glabrio meevocht als
militair tribuun by Thermopylae"
(tegen den Syrischen konlog An-
tiochus den Groote, bedoelt hy).
„Maar gy ziet toch wel, dat de
ouderdom my niet geheel heeft uit-
geput en dat hy my ook niet bedroeft.
De senaat, 't gerechtshof, myn
v,eniraie verwarming vriendeo, myn cliënten, myn gasten
Tengevolge van de omstandigheid, zijn heusch nog tevreden met de
aat de verstrekking voor ruimten kracht, die ik aan den dag leg
voor byzondere doeleinden voor ver- Toch ben ik het nooit eeDs ge
bruikers In de categorie „centrale weest met dat oude, vaak geprezen
verwarming" viel onder de regeling spreekwoord, dat ons aanspoort
inzake den toeslag voor groote vroeg oud te worden, als we lang
hulzen, was het aanvankeiyk niet oud willen biyven. Ik ben dan maar
noodzakeiyk voor de verwarming van j liever niet zoo lang oud' Ik zou al-
ruimten voor byzondere doeleindenthans geen grysaard willen zijn
WO aanvulling op de bestaande voordat het moet,
Daarom ontvang lk nog iedereen,
die iets by my te maken heeft. Ze
ker, ik ben niet meer zoo krachtig
als gy Maar ls een van u zoo sterk
als de honderdman Tulllus Pontlus
(Deze PontluB was biykbaar een
fameuze krachtpatser ln Rome).
„Toch houdt gy hem niet voor
méér waard dan uzelf. Laat Iemands
kracht gerust wafc gematigder zyn,
wanneer hy haar maar zoo goed ge
bruikt als hy kan, dan zal hy niet
geplaagd worden door de begeerte
naar grootere kracht.
Men vertelt van Mllo, dat hy ty
dens de Olympische spelen een paar
honderd meter liep met een leven
den os op zgn schouders. Maar zou
Iemand van u liever Mllo's llchaama
kracht bezitten dan de geestkracht
van Pythagoras Gebruik uw kracht
dus maar goed, zoo lang gy ze hebt
en weest niet al te bedroefd, wan
neer gy ze kwgtraakt. Jonge man
nen betreuren Immers niet, dat ze
de puberteit te boven zyn, en vol
wassenen vinden het niet erg, dat
ze geen jongelingen meer zyn. De
loop van het leven ls wetmatig. De
natuur heeft maar één weg en die
weg is eenvoudig. Aan elk seizoen
van het leven werd een eigen tem
peratuur toegekend. De hulpeloos
heid van het kind, de felheid van
den knaap, de gedegenheid van de
gevorderde leeftyd, de rijpheid van
den ouderdom, het zgn natuuriyke
verschynselen, die vanzelf wel komen
op hun aangewezen tyd.
In zulk een bladzyde toont niet
alleen Cicero zich een groot kunste
naar, die precies den toon weet te
treffen van een waardigen, deftigen
8n toch wel wat praatgragen ouden
heer. maar hy toont ook Cato als
een voorbeeldigen wgze.
Het is heelemaal niet zoo onpret
tig oud te zgn, wanneer men het
maar op tyd Is ziedaar de strek
king van het heele betoog. Doch de
verdediger der grgze haren legt er
nadruk op, dat hy niets voelt voor
het spreekwoord: „Wie lang oud wil
blgven, die moet het vroeg worden
Een voortydige ouderdom is even
ongewenscht als een te lang gerekte
kwajongensleeftyd. Gun aan de din
gen hun tyd, die de natuur bepaalt
Niet alleen, meent Cato, bereidt men
zich het best voor op een moolen
ouderdom door zoo passend mogelgk
den leeftyd te beleven, dien men
heeft, maar op deze wgze bereidt
men zich ook het waardigst voor op
zgn eeuwigheid. Want de lange mo
noloog van den ouden man een
meesterstukje van klassiek psycho
logisch realisme besluit met oen
p'eldool voor de onsterfeiykheld van
de ziel.
,Ik geloof" zoo zegt Cato ver
derop „dat men pas genoeg be
gint te krijgen van het leven, wan
neer de lust ln al het andere ver
gaan is.
Kinderen hebben hun eigen ver
langens: vindt men die nog by groote
jongens En de begeerten van den
jongeling, gaan ze niet voorby, wan
neer men volwassen is Datgene,
waarnaar de volwassene streeft, ver
liest zgn belang voor den grgsaard.
„Sunt extrema q ïedam studla senec-
tutis"Dan zgn er nog wat grgsaards
liefhebberyen, de laatste... zy dooven
up, als die van de vroegere jaren.
Wanneer het zoover ls, dan kondigt
de verzadigdheid des levens het rgp-
geworden doodsuur aan.
Sterker dan al die strevingen ls
echter het onultbluschbaar verlangen
naar de onaterfeiykheld. Dit vraagt
het voedsel onzer vólle dagen. Het
beste leven wordt geleefd op zulk
een wyze, dat het dit blgvende ver
langen het zaligst bevredigt. Door
te lang jong te willen biyven of door
te vroeg een oude man te willen
zyn, verknoeit men kansen, die men
waarnemen moet voor de onsterfe-
lykheld.
By Petersburg, bg Moskou, tus
schen Dnjepr en Don, by Odessa,
daar bulderen de kanonnen, daar
ratelen de machinegeweren, daar
denderen de gevechtswagens den
vgand tegemoet, daar ls de hel los
gebroken, een hel van vuur en staal.
Sinds 22 Juni van dit jaar, dus
ruim 3 maanden reeds volgen de
gevechtshandelingen elkaar ln een
razend tempo op. Vesting na vesting
is het doel van harden stryd, bun-
kerstelllng na bunkerstelling wordt
doorbroken, steden en dorpen wordeD
bezet. Steeds verder gaat de op-
marsch. En eerst als het doel ls
bereikt, zullen de kanonnen en
machinegeweren zwggen. Eerst dan
zullen de tanks ophouden met langs
de wegen en door de velden te
denderen. Eerst dan zal er weer
rust heerschen, waar nu de grond
dreunt van het geweld der wapenen.
Maar zoolang het doel niet is be
reikt, zoolang zal destrgd voortduren,
hard en onverbiddelgk. Zoolang zal
de dood rondwaren, zoolaDg zal een
hel van vuur en staal duizenden
vernietigen en vreeselgke wonden
slaan.
De oorlog ls wreed, wy weten het
uit de berichten ln de bladen, de
verslagen door de radio, da foto
pagina's en de film. Maar hoe wreed
de oorlog ln werkeiykheld is, hoe
ontzettend de feiten zgn, dat besef
fen duizenden van ons zelfs niet bij
benadering.
Wat de oorzaken zyn, die dit alles
ten gevolge hebben, men kan hier
over van meening verschillen, maar
dit neemt niet weg dat de feiten
er zyn en dat het onzen dureD plicht
is, hiermede rekening te houden en
alles ln het werk te stellen om te
helpen waar dit mogelgk is.
Ja, er moet geholpen worden, zoo
wel vriend als vyand, zoowel Boldaat
als burger. Daarom trokken de
ambulances naar het front, daarom
wapperen op alle fronten de witte
vlaggen met het bekende roode kruis.
Knappe chirurgen. bggeBtaan door
uiterst deskundig personeel, werken
dag en nacht. Leed wordt verzacht,
geslagen wonden geheeld, levens
worden gered. Het is een werk dat
waard is dat er veel voor wordt ge
offerd, niet eenmaal, maar door
loopend, want dit werk verslindt
geld en het moet voortgang vinden.
Alle beschaafde volken spannen
zich ln om te bereiken, dat de hulp
die daar aan het Oostfront geboden
wordt, de beste is die maar denk
baar kan zgn.
Alle beschaafde volken, dus ook
het Nederlandsche volk. Dit heeft
bovendien nog een traditie op te
houden, want van ons wordt ver
wacht, dat wg alles wat wy op dit
gebied reeds presteerden, zullen
slaan. Daarom wordt er hard ge
werkt aan de Nederlandsche ambu
lance voor het Oostfront. Daarom
leest U telkens weer de oproepen
om op de girorekening van deze
ambulance iets meer te storten dan
U eigenlgk missen kunt. Daarom
herhalen wg ook nu weer het ver
zoek gedenkt girorekening 87600
t.n. van de Nederlandsche Ambulance,
Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage.
Daar in het Oosten gaan mUlioenen
menschen door een hel van vuur en
staal. Daar ln het Oosten zal ook de
Nederlandsche Ambulance werken en
wat zg daar prestoeren zal, dat zal
afhangen van de offervaardigheid
van de Nederlaaders, dus ook van U.
Daarom Nederlanders doet Uw
plicht
een deel van het werk over te ne
men, hetgeen dan, als eenlge col
lega's dit doen tot een goed resul
taat kan komen.
Wie met open oogen door het
leven gaat, heeft dagelgks gelegen
heid de helpende hand te bieden. Of
het er nu om gaat, op straat een
oude dame by het oversteken te
lelden, of voor een jonge moeder
den kinderwagen de trap af te dra
gen, zyn wg aan onszelf verplicht
hem of haar te helpen.
Zulke kleine attenties dragen, hoe
merkwaardig het misschien ook
klinkt, hun dank reeds ln zich. zy
maken biy en werpen een zonnestraal
over ons leven. Zg dragen er toe bg,
dat wg ons mede verantwoord voelen
voor den mensch, die naast ons leeft.
Wy kunnen voor hen, reeds met een
weinig liefde en bereidheid tot hulp,
de kleine moellgkheden des leveoB
uit den weg ruimen.
VOOR DE VROUWEN
PRIJSOPDRIJVING
Het weekblad „Handelsbelangen"
stelt ln het nummer van 17 Septem
ber de handelwyze van sommige
zakenlieden aan de kaak, die het
publiek in den waan willen brengen,
dat de gulden na den oorlog totaal
waardeloos zou zyn. zy trachten
daarmede de koopers aan te moedi
gen tot het koopen van waren, zon
der op den prgs te Ietten.
Het aanvoeren van grondstoffen
en het transport hebben een prys-
stgglng onvermgdelgk gemaakt.
Negentig procent der bevolking moet
daardoor heel voorzichtig met het
inkomen omspringen. Toch schamen
a-soclale elementen zich niet, de
prgzen te verhoogen om zoodoende
oorlogswinst te kunnen maken. Zg
hebben daartoe al boeken vervalBcht,
goederen verstopt, hun employé'sdle
om wille van hun betrekking niet
durven spreken, tot medeplichtigen
gemaakt of bewgsmaterlaal laten
verdwgnen enz.
Een slechts zelden gebrandmerkte
soort van zulke a-soclale machinaties
bestaat ln een fluistercampagne,
waardoor het publiek de overtuiging
moet krygen, dat de gulden na den
oorlog niets meer zou waard zyn.
Wat ls er Indertgd niet met den
Roebel en de Mark gebeurd en reken
maar, dat we met den gulden na
den oorlog hetzelfde zullen beleven'
zoo zegt men dan.
Als die overtuiging eenmaal veld
wint, dan ls de bereidheid, om voor
allerlei waren fantastische prgzeD te
betalen nog slechts een kwestie van
tgd. Wie geld heeft en gelooft, dat
dit bezit automatisch waardeloos zal
wordeD, vraagt dan niet langer meer
of hy teveel betaalt, doch meeat, dat
hg door het koopen van goederen,
wat hy ec ook voor moge betalen,
toch nog altyd iets aan zh'a geld
heeft.
Door dit sprookje over de toekomst
van den gulden, worden ook degenen,
die geen kapitaal terzgde kunnen
leggen getroffen. Het ls dus dulde-
Igk, dat degenen, die deze fluister
campagne tegen dea gulden aan het
rollea brengen, zelf maar al te graag
hun buidels met diezelfde guldéns
spekken.
Ook dit ls dus weer een gebied,
waarop men vooral zgn gezond ver
stand moet laten werken en zich
niet laten opschroeven en aanzetten
tot het dolzinnig uitgeven van veel
geld voor soms de zonderlingste,
onnoodlge zaken. En vooral late men
zich onder het motto van zooge
naamde waardeloosheid van den
gulden niet verleiden tot het betalen
van fantastische prgzen.
Sommigen zijn zoo vurig ln het
waardeloos verklaren van den gulden,
dat het wel een wonder heeten mag,
dat zg nog ooit geld willen aanne
men en zoo maar hun kostbare
goederen afgeven, ln ruil voor geld,
dat zg zelf waardeloos noemen.
Een beter bewys voor de dwaas
heid hunner beweringen ls wel niet
noodlg.
WASCHBEHANDELING
Het gevaar van te veel en te
sterk bleeken
Alle textiel waren siyten door het
gebruik, maar vaak nog meer door
de waachbehandellng. En- één der
gevaarlgkste karweitjes ten opzichte
van de sterkte van de vezel is 't
bleeken. Juist omdat de BChade.
door het bleeken veroorzaakt, niet
te constatearen ls, kan het bleek
proces zoo nadeellg werken. De
textlelvezels worden er door aange
tast, beschadigd en gaan kapot al
naarmate het bleekproces te l&Dg of
te hevig Inwerkt.
De belangrgkste slgtage en achter
uitgang van het goed ls op rekening
te schrgven van hot bleeken. Daarom
doet men goed momenteel,
iedereen zuinig op den Inhoud der
linnenkast ls zoo weinig mogeiyk te
bleeken. Daaruit volgt dus, dat men
niet te hooge eischen aan de helder
heid van 't goed mag stellen. De
hoofdzaak blgft, dat het waschgoed
schoon en frlsch is. Zoo wit als
sneeuw... gaat nu niet. Men bedenke
oók wel, dat de wasschergeD, die nu
nog hun wasschen hagelwit afleveren
voor dezen tyd te scherpe bleek
middelen gebruiken. (Overigens is
juist de klacht, die men van de
wasscheryen hoort de verzuchting
dat de hulsvrouwen niet tevreden
zyn, wanneer 't linnengoed niet een
witte kleur heeft en de wasch
industrie daarom juist genoodzaakt
wordt Intens te bleeken).
Voor de hulshoudwasch geldt nu
dus het paroolbleek weinig en
alleen wanneer het hoogst noodza
kelgk ls.
Het minst schadelgk ls de Datuur-
bleek, het bleeken ln de open lucht
op het groene grasveld. Het is goed,
goedkoop en gemakkei gk Helaas is
het niet mogeiyk alle hulsvrouwen
van 'n bleekveldje te voorzien. By
ben moet het bleekpoeder of bleek-
water te hulp komen. Wees zeer
voorzichtig met het gebruik van
chloorkalk. Ook al gebruikt men
het zoo, dat het poeder zelf niet
in het water komt, dan ls toch het
risico te groot, want ook door de
mazea van een dun lapje kan de
chloorkalk by het bleekgoed komen
zoo'n korreltje tast onverbldde
lgk het goed aan en veroorzaakt
kleine gaatjes,
Maakt van het poeder bleekwater
of koop het kant en klaar. Bleek
nooit met water dat lauw of warm
Is. (Het bleekproces werkt dan zeer
heftig). Bleek nooit langer dan twee
of drie uur en zorg dat al het
waschgoed onder water Ugt. Een
half uur bleeken is beter dan twee
uur. Steekt het linnengoed boven
water uit, dan vindt het z.g. over-
bleeken plaats, wat zeer schadelgk
is.
Gebruik Blechts een kopje bleek
water op een emmer water.
Spoel het bleekmiddel zeer goed
uit, gebruik ln het eerste spoelwater
anti-chloor en spoel zoolang totdat
geen bleeklucht meer aan het goed
hangt.
AANPAKKEN I
Ia dezen tyd van de hoogste
krachtsinspanning hebben wg allen
geleerd, dat het op de daad en niet
op veel woorden aankomt, dat net
belangrgker ls, een moellgke opgave
met frlsschen moed aan te pakkeD,
dan lang het hoe en wanneer te
overwegen.
Hoe sterk zulk een biymoedlge
daadkracht ons ln het dageiyksch
leven helpt, ondervinden wy prac-
tisch eiken dag.
We behoeven alleen maar aan ons
beroep te denken als voorbeeld. Hoe
dikwgls komt het niet voor, dat
plotseling een collega weggaat, ziek
thuis blgft of dat het werk hem te
veel wordt.
Wie zou In zoo'n geval eerst lang
overleggen, of het werkelgk noodlg
ls, dat wy helpend ingrgpen
Wie zou zich schouderophalend
omdraaien en zeggen: „Dat ls myn
werk niet."
Menschen, die zoo denken maken
zich onbemind. Hoeveel prettiger ls
het niet, stllzwygend ln te grypen,
Burgemeestersbenoemingen
in Limburg
Het rykscommlssarlaat maakt be
kend
De commissaris-generaal voor Be
stuur en Justitie heeft op grond van
art. 3 der verordening nr. 108/40 (4a
verordening over bestuursrechteiyke
maatregelen) te zamen met artikel
4 lid 1 der verordening nr, 3/40 over
de uitoefening der regeerlngsbevoegd-
held ln Nederland den burgemeester
in Heer en Cadler en Keer, mr. A.
M. P. Thomassen, onder geiyttydig
eervol ontslag uit deze functie, tot
burgemeester In Kerkrade benoemd.
Voorts heeft de secretaris-generaal
voor Bestuur en Justitie tot burge
meesters benoemd: de heer M. F. L.
A. Welters ln Tegelen tot burge
meester van Slttard, mr. J. H Zan
ders, advocaat en wethouder te Venlo,
tot burgemeester van Venlo, den
heer A. den Rooyen, gemeente
ambtenaar en leider van het distri
butiebureau ln Roermond, tot burge
meester van Echt, den heer J.
Roesener-Manz in Valkenburg tot
burgemeester van Heer en Cadler
en Keer, en den heer A. M. J. A.
Regout in Utrecht tot burgemeester
van Maasbree.
Tevens heeft de commissaris-
generaal voor Bestuur en Justitie
den burgemeester, mr. A. M. P.
Thomassen, belast met de voorlooplge
waarneming der zaken van den
burgemeester in Schaeaberg en in
Ubach over Worms, den burgemees
ter M, F, L. A, Welters met de
voorlooplge waarneming der zaken
van den burgemeester ln Broekslt-
tard en in Nleuwstad, enden burge
meester A. den Rooyen met de
voorlooplge waarneming der zaken
van den burgemeester Id Stevens-
weert en ln Ohe en Laak.
Doodelijk ongeluk te Weert.
De heer van de Pas te Weert, had
in zyn woning het ongeluk door het
openen eener verkeerde deur In den
kelder te vallen. Zgn toestand was
zoo ernstig, dat hg ln 't St. Jans-
Gasthuis moest worden opgenomen,
waar hy na enkele uren Is overleden.
De overledene was ongeveer 30 jaar
oud en sinds kort ln 't huweiyk ge
treden.
Knaapje veroorzaakt ontploffing
Te Maastricht ls het twaalfjarig
zoontje van de familie F. H., by een
ontploffing dusdanig gewond, dat hy
naar het ziekenhuis Calvarlë moest
worden overgebracht. Het jongetje
had in bed liggen spelen met een
batterg en een gevonden slagpypje.
Hy kreeg wonden aan keel, borst en
rechterhand; de kracht van de explo
sie had hem alle tanden uit den mond
gerukt.
PERSOONSBEWIJZEN NA
1 JANUARI
Tot dien datum oude
identiteitsbewijzen geldig
De Becretarlssen-generaal der mi
nisteries van Blnnenlandsche Zaken
en van Justitie hebben een besluit
uitgevaardigd, waardoor de verorde
ning nummer 132/1940 over den
Identificatieplicht gewijzigd wordt.
Dienovereenkomstig wordt aldus
een desbetreffende officleele commen
taar de geldigheden van de tot
dusver geldende voorlooplge Identi
teitskaarten verlengd tot het Inwer
king treden van de algemeene ver
plichting inzake het bezit van een
ldentiteitsbewgs, d.w.z. tot 1 Januari
1942, aangezien tegen dien datum de
uitreiking van de nieuwe Identltelts-
bewyzen zal zyn geschied. De voor
looplge Identlteltsbewyzen waren
volgens de oude verordening hoogs
tens een jaar geldig. Deze geldigheid
wordt nu verlengd tot zestien maan
den. Oude voorlooplge identlteits-
bewgzen zyn dus nog geldig tot
1 Januari 1942 wanneer zg niet
ouder dan zestien maaDden zgn. Na
dien datum moeten zy echter door
de nieuwe persoonsbewgzen vervan
gen zgn.
Ontsmetting van tarwe met
warm water.
Bg enkele oriënteerende proeven
is geblekeD, dat dit jaar verschil
lende partyen tarwe de warmwater
behandeling niet verdragen. Klem-
kracht-verlagingen van 75 procent
en meer kwamen voor.
Vandaar, dat de Piantenzlektekun-
dige Dienst er nogmaals de aandacht
op veBtlgt om, alvorens tot behan
deling van een party over te gaan,
een klein monster te behandelen en
hiervan de kiemkracht te bepalen.
Verder kan aangenomen worden dat
partgen waarin schot optreedt zeer
gevoelig zgn zoodat het aanbeveling
verdient deze direct reeds van de be
handeling uit te sluiten. Geschiedt
dit niet dan moet ln leder geval
vooraf onderzocht worden of ze een
behandeling kunnen verdragen.
Een goed seizoen voor de
Veluwe voorbij.
Het levendige seizoen van het
vreemdelingenverkeer op de Veluwe
is vooiby.
Reeds vroegtydlg waren de hotels
en de pensions voor de zomermaan
den besproken. De vacantlegangers
hadden zich vooral op fietstochten
gespitst, maar ook de Veluwsche
autobusdiensten vervoerden veel pas
sagiers. Het zgn vooral de stadamen-
schen, die 's zomers de schoonheid
van de Veluwe komen zleD. In veel
Veluwsche plaatsen herschiepen zy
de anders stille hotelkamers en
cafézaaltjos tot centra van gezellig
familieleven.
Ook dit jaar ls weer de klacht
geuit, dat de Veluwe behalve haar
schoonheid weinig afleiding voorden
vacantleganger biedt. Het ls echter
moeiiyk voor elk wat wils te orga.
niseeren, terwyi ook gaarne de stel
ling verdedigd wordt, dat men de
stil e van de Veluwe niet door luid
ruchtige klanken van vermaak moet
storen.
Het sluitstuk van het vreemdelin
genverkeer op de zomersche Veluwe
vormt het bezoek aan de bloelende
heide, dat ook dit jaar velen getrok
ken heeft. De Veluwsche zakenmen-
schen hebben van het drukke vreem-
delingverkeer ruimschoots hun voor
deel gehad.
Oud-Hollandsche wijsheid
voor dezen tijd.
Wg vonden dezer dagen ln een oud
geschrift een berymde oud-Holland-
sche wgsheld, welke waarschuwt tot
groote zorg over verworven bezit.
Wg lateD ze hier volgen:
Heeft Iemand duyven op het kot,
Of spreeuwen in een vogel-pot,
Hy dient gewis, met alle vlyt
Te passen op den vluggen tyt;
Want zoo by 't wat te lange maeckt,
Tot eens de rappe jeught genaeckt.
Hg sal voorzeker op het lest
Niet vinden, als het leege nest,
Ea slet, dan ls 't laet gesucht,
De vogels swleren ln de lucht.
Deze wgsheid moge vooral ook In
onzen tyd betracht worden, nu niet
de „rappe jeugd" maar dieven het
gemunt hebben op letterlgk elk bezit
van hun medeburgers. Vooral zy
mogen dit betrachten, die ondanks
alle waarschuwingen nog maar steeds
geen voorzorgen nemen tegen „den
vluggen tyt"!
Fietsen staan ongesloten en onbo-