Ncm"AKKERTJE
Ons korte verhaal
h' m^n ^0d' dat ni®*» dat n*0*»
Wees zuinig
met electriciteit I
Voor Boeren en
Tuinders.
Provinciaal Nieuws,
vele landen het sein geweest om
openlijk zijn sympathie uit te
spreken voor Duitschland en
tegen Rusland. Als natuurlijke
reactie treft men daaronder voora
aan de landen en volken, die het
meest onder het Communisme
geleden hebben.
Als het beste bewijs, dat Ne
derland leefde buiten de groote
wereldstroomingen, er althans
minder door beroerd werd, en
in zekeren zin een „idyllisch
leven leidde, is het feit, dat het
nu ook vrij kalm blijft bij deze
wereldschokkende frontverande
ring in het Oosten.
Men blijft als te voren zijn
gang gaan, alhoewel in zooverre
de meeningen gekeerd zijn, dat
alleen nog de Duitsch-haters tot
het dwaze toe op een overwin
ning van Rusland hopen.
Met lieden echter, die l|,evfr
„Turksch zijn dan Paapsch in
ons gevalliever Bolsjewist dan
Duitsch, valt niet te redeneeren.
We gaan ze schouderophalend
voorbij. ^.G.
ZIJN HULP
lederen morgen om kwart over
tien gaat de nette huisdeur open en
de kleine heer misschien is htj
een minuscuul renteniertje of een
klein gepenslonneerds stapt naar
buiten, als alttjd glimlachend. lederen
dag begint hij op de minuut af ook
altijd dezelfde wandeling. Terrlton-
èite elschen heeft bij Diet, want de
afstand, die hij gaat, is eiken mor
gen Afgemeten dezelfde.
Een *net, beschaafd heertje Is het.
Zooals gezegd is hij niet groot, hij
ziet eruit alsof hij grijs zou zijn, in
dien hij haar had, maar dat heeft
hij niet, althans niet op zijn hoofd,
wel kweekt hij een goed verzorgd,
geknipt snorretje, en wat lager
een sierlijk kinvlokje en beide zijn
gelig van kleur. Hg gaat zijn be
daard rustig gangetje in de straat.
Bij koude en regen maakt hij zijn
wandelingetje. Het moet al zeer
slecht weer zijn als de nette huis
deur niet op het geijkte uur open
gaat en het deftige heertje zicht
baar wordt.
Hij heeft een keurige vouw in zijn
pantalon en het buikje van den maD
wiens jeugd voorbij is- Het type van
den man, waarvan men in Shake-
speares drama Julius Caesar kan
lezen, waar Caesar zegt* „Laat wel-
0^dane mannen om mij zijn, met
•gladde haren en die 's nachts goed
slapen,Hjj draagt een degelijke
pandjesjas, een wit vest met hor
logeketting. Een wandelstok met 'n
knop van zilver voert hij mee. Zijn
pasjes zijn kort en van een bijna
vrouwelijke elegance. Hij is in voort-
durenden strijd gewikkeld met zijn
losse manchetten, waarvan men niet
dacht, dat ze nog bestonden.
Telkens en telkens moet hij ze
weer in dc gaping van zijn jasmouw
brengen, telkens weer vallen ze op
zijn korte, dikke, rosige handen,
Het Irriteert hem niet. Het is een
traditioneel gebaar van hem. Hij doet
het gracieus, voornaam. Het ver
leent hem cachet, dit minutieuze
heertje.
Dagen, maanden, jaren heeft hij den
weg, dien bij eiken dag bewandelt,
in onverstoorbare kalmte en ziels
tevreden afgelegd. Rechts van den
weg als hij gaat, rechts als hij terug
komt. Zijwegen slaat hij nooit In.
Zoo moet zijn heele levenswandel
geweest zijn. Als een rustig zingende
melodie...
En toch glDg het op een dezer lente
schoone dagen gebeuren, dat hij van
zijn vergrijsde gewoonts afweek.,
een vergrijp tegen zijn levensharmo
FEUILLETON.
Misdaad en recht
rond de Piasmolen.
Maar één oogenblik, ioen murmelde
Theo onverslaanbare klanken en dook
het hoofd weer in Ce kussens.
Waar toch mijn man blijven mag?
sprak de bleeke vrouw, zij stond op
en trad naar het venster.
Zij drukte 't brandend voorhoofd
tegen het vensterglas en drukt de
hand tegen het hart.
Opeens daar sprong ze als verschrikt
in de hoogte Mijn God 1 mijn God
zuchtte zij en bedekte haar oogen met
haar handen: neem toch die gedachte
van mij weg.
Moeder 1 moedersteunde de zieke,
moeder, ga daar weg, niet daarheen
gij moogt er niets van weten
Zij stond nu bij het bed en oyer hem
neergebogen.
Wel kind, wat mag ik niet weten?
zegen haar hart scheen stil te
staan in haar borst en haar adem
bleef uit.
Stilen zijn hand weexde iets af,
stil, anders kan ik het niet doen 1
Hij sprak zeer onnatuurlijk en sliep
in met een diepen zucht.
De moeder knielde neer, legde haar
hand op z'^i voorhoofd en blikte
met oneindige teederheid op haar kind.
zat rii daar z0°» toen hie* zii
het betraande gelaat omhoog en blikte
naar een prachtig bijna zwart geworden
etkenhouten crucifix omhoog, dat in 't
bed aan den muur hing zij wrong
de handen wanhopig en smeekte:
is dan de kelk van mijn lijden nog
nle, die hem de blamage van zgn
leven bezorgde.
Gelgk eiken dag liep hij langs het
mooie, groote huls, dat wat van den
weg af lag, toen bjj daar bij de voor
deur een [ongen zag, dat zich hoog
op z'n tèenen stond uit te rekken.
Het heertje dacht, de jongen kan
niet bij den belknop, hij 13 net iets
te klein. Goedig en tot bereid zijn
geneigd stapte hij den grooten tuin
in en een oogenblik later sprak hij
het knaapje aan.
Zal ik even voor je bellen, kerelje
„As te blieft", zei het jongetje.
Met een gedistingeerde geBte trok
het heertje aan de bel. De jongen
dankte hem met z'n oogen. Toen
trok hjj rap zija helper aan zijn
mouw en zei: „Kom nou Lóopen
As de bliksem'k Heur de meid al
komme! Gaauw!"
En het nette heertje rende, voor
afgegaan door den jonger», met kleine
trippelpasjes, den tuin uit, nageke
ken door de verstoorde dienstbode.
Na jaren loopt het heertje thans
een anderen weg..
Eokele nuttige wenken om op het
electriteltsverbruik te bezuinigen
1- Zoveel mogeljjk profiteeren van
het daglicht. De overheid Is door
het „verzetten van den tijd" voor
gegaan. Men verwissele nu echter
niet den dag met den nacht door
's morgens Iaat op te staan en 's
avonds laat naar bed te gaan.
2. Het vermjjdeu, dat in verlaten
kamers, gangen enz. onnoodig licht
brandt.
3. Het gebruiken van lichtkronen
vermijden, eventueel kunnen een
aantal gloeilampen van een lichtkroon
worden losgeschroefd, nog beter is
om slechts uitsluitend een bureau-,
iees-of schemerlamp te gebruiken,
4. Het gebruik van den stofzuiger
beperken.
5. De radio afzetten indien men
er toch niet Daar luistert. Dit be
vordert bovendien de goede verstand
houding met de buren.
ONKRUIDBESTRIJDING
II
Na in 't voorgaande artikel de
noodzakelijkheid van een afdoende
onkruidbestrijdlng te hebben aange
toond willen we thans spreken over
de methoden en de middelen welke
hierbij gebruikt kunnen worden.
Allereerst willen we spreken over
een paar maatregelen, die we zou
den kunnen noemen voorbehoedmid
delen en waarmee we dus moeten
beginnen voor er van onkruid sprake
Is.
We zorgen nl. voor zoover het in
ons vermogen ligt voor een goede
bodemstructuur, die we verkrijgen
door een oordeelkundige bewerking,
door een goede bemesting, door rijen-
teelt enz. Al deze maatregelen wer
ken er aan mede 't onkruid minder
kans te geven.
Afdoende zgn deze maatregelen
echter zonder meer niet. Daarom is
na deze maatregelen een meer recht-
streeksche bestrijding nog altjjd noo-
dig. Men onderscheidt daarbij twee
geheel verschillende methode's.
De eerste Is zg. mechanische me
thode, waarbij men het onkruid op
mechanische manier bestrijdt, door
b.v. wieden, schoffelen, hakken, enz
Daarnaast kent men de z g. chemi
sche methode. Hieronder verstaat
men onkruidbestrijdlng door middel
van bestrooiing met een of ander
verdelgingsmiddel.
Welke methode toegepast moet wor
den is van verschillende factoren af
hankelijk. Allereerst van 't gewas,
op de tweede plaats van de grootte
van 't perceel, vervolgens van den
tijd van 't jaar en daarmede In ver
band met den stand van 't gewas,
de weersgesteldheid enz. enz. Dikwijls
zullen beide methodes op eenzelfde
perceel moeten worden toegepast.
Een eerste elsch is natuurlijk de
onkruidbestrijdlng zoo economisch
mogelijk uit te yoeren. Voor zoover
't mogelijk 13 zal In 't algemeen de
chemische methode (door middel van
bestrooien) de goedkoopste en dik
wijls ook de meest afdoende zijn.
Goed toegepast heeft «ij de volgende
voordeelen:
le. Zij vraagt minder werk; geeft
dus besparing van arbeidsloon.
2e. Zij doodt alle onkruid ook in
de rijen terwijl dit b.v. bij schoffelen
niet 't geval is.
3e. Do bestrooiing is tevens een
goede bemesting b.v. van stikstof bij
gebruikmaking van kalkstikstof of
van kali wanneer fijngemalen kalniet
gebruikt wordt.
Daar echter niet alle gewassen een
dergelijke bestrooiing kunnen verdra
gen en de bestrooiing niet op alle
1 ijden kan worden toegepast zal naast
de chemleche ook de mechanische
methode steeds gebruikt moeten wor
den.
Over de verschillende werktuigen
enz. welke hierbij gebruikt kunnen
worden, een volgenden keer.
EEN NIEUVE ROGGE-
VARIÉTEIT
LK.Sinds enkele jaren is in
ons land ingevoerd een nieuwe rog-
ge-variëteit, nl. de Marlënrogge.
Deze nieuwe variëteit werd gedu-
4 jaren beproefd en nu blijkt, dat
ze reeds een belangrijke uitbreiding
heeft ondergaan.
In overeenstemming met de waar
de van het ras zal ongetwijfeld een
snelle uitbreiding gewenscht zijn.
De Mariënrogge is In de rassenlijst
opgenomen en wordt hierin beschre
ven als een flink uitstoelend ras,
met kort, stevig stroo met een goed
halmgetal.
Zij rijpt ongeveer met de Petkuzer
rogge en heeft een korte, breede aar
met weinig korrelaf val. de opbrengst
aan korrel is zeer hoog.
Het is een landbouwbelang, dat
deze rogge overal in Nederland
wordt verbouwd.
Verschillende proeven hebben van
dit ras de meeropbrengst bij herha
ling bewezen en aan de goede eigen
schappen behoeft geen twijfel meer
te bestaan.
Vooral In dezen lijd Is het van
groot belang, dat de roggeverbouwer
er rekening mede houdt, dat hg een
product zaait, waarvan met zeker
heid kan worden aangetoond, dat de
opbrengst niets te wenschen over
laat.
Bovenstaand ras heeft dit in de
praktijk en op de officieele proef
velden voldoende bewezen.
Het i3 velen wel bekend, dat het
zoeken naar nieuwere en betere raB-
aen een zeer kostbaar en trjdroovend
werk is, maar wanneer resultaten
worden verkregen zooals met dit
nieuwe ras het geval Is, dan mag
men dit werk wel bijzonder appre-
cleeren, want de verbouw ervan zal
onze landbouw In staat stellen een
belangrijke productieverhooging te
verkrijgen.
Iedere landbouwer zal zeker dit
jaar zijn best doen om, te komen tot
een zoo groot mogelijke oogst; hierbij
behoort het uitzaaien van het beste
wat te verkrijgen Is,
MELKBEHANDELING OP
DE BOERDERIJ.
De behandeling van de melk Is een
zeer voornaam punt. Immers eenieder
begrijpt, dat ook de meest moderne
zuivelfabriek niets kan doen met
melk die reeds op de boerderij door
ondeugdelijke behandeling besmet is.
Eene eerste belangrijke zaak waarop
gelet moet worden is het melkgereed-
schap.
le. De melkemmer. Hiervoor ge
bruikt men bij voorkeur een goed
vertinde metalen emmer, zoo moge
lijk zonder naden.
2e. De melkbus van dezelfde stof,
niet vol Moet ik nog meer lijden
Hadt gij dat nog gehoord, gij hadt
medelijden met haar gehad. Het zou u
ook door het hart gesneden hebben.
Moet ik ook nog het geloof, hel
vertrouwen verliezen in mijn eenig kind
Haar handen vielen als moedeloos
neer op het bed en het hootd zonk
langzaam voorover.
Zij bad.
VIII
En langzamerhand droogden haar
tranen op.
Theo sliep rustig verder.
Troostte haar het gebed alleen
Neenlieflijke beelden traden voor
haren geest, beelden uit het verleden,
beelden der jeugd, toen de hoop de
toekomst kleurde in rozenrood, zoete
dageraad des levens, een spel van den
toovenaar zonder weerga, dien men 't
vertrouwen noemt op het geluk des
levens, dat men dan in zich voelt in
zijn volheid, dat men geniet in zijn
overmoed
Ja, het was lang geleden.
Theo, de lieve Theo, was juist ge
storven, haar eerste smart In 't leven.
Nog ziet zij hem op het praalbed
liggen in de staatsiekamer van 't huis
in het dorp, wat lager gelegen dan de
weg en waar de beek langs stroomde
Daar komen zij om hem weg te
dragen naar de kerk en het kerkhof.
Snikkend had zij de kist zien sluiten,
nadat zij de schoonste rozen van den
tuin er in had gelegd en Theo vaarwel
had gekust.
Toen droegen zij de kist langs haar
weg, langs den hoek, waarin zij op de
knieën lag.
Een der dragers had haar zoo mee
warig aangezien en opeens waren hem
de tranen ook uit de oogen gespron
gen en had hij haar de hand gereikt
terwijl hij met de eene hand de kist
droeg en het was haar voorgekomen
of Theo haar voor het laatstede hand
a a /ra o» De Neder/andsche
nïoofapgjn punsmer
Kiespijn (M)
Zenuwpijn jij
eveneens zonder naden ""en bovendien
moet deze een wijjden hals hebben.
Deze eisch Btaat natuurlijk in ver
band met het makkelgk schoonmaken,
Verder Is nog van belang dat het
deksel aan den binnenkant geen naden
heeft zulks alweeer ln verband met
makkelijk schoonmaken.
3e. De melkzeef. Hiermede ls be
doeld het instrument dat gebruikt
wordt om de melk in de bus te gieten,
waarbij de melk dan tevens gezeefd
wordt. D9ze zeef moet gemakkelijk
uitneembaar zijn zoodat alle deelen
goed zuiver gemaakt kunnen worden.
Aan 't zeven moet men geen groote
beteekenis hechten wat betreft 't
reinigen van de melk. Daarvoor
stroomt de melk te snel door; wat
tengevolge heeft dat de bacteriën en
't fijnverdeelde vuil mee doorstroo
men.
Als zeef kan men 't best gebruik
maken van watten of van metalen
zeefjes, niet echter, wat toch nog
zeer veel gedaan wordt, van een doek.
Deze doek immers is zeer moeilijk
dusdanig schoon te houden dat hij
zelf geen geen gevaar voor besmet
ting oplevert.
Tevens vormt het vuil, dat op het
ze6f achterblijft, 'n ernstige bron
voor besmetting voor de melk, die
daarna er door gegoten wordt. Daar
om nogmaals: men mag aan deze
zeef niet al te veel waarde hechten.
De zeef kan nooit goed maken wat
door onzindelijk melken aan de melk
bedorven is.
Men gebruike dus geen doek, daar
deze dikwijls oorzaak is van 't
spoedig bederf van de melk. Bij
watten bestaat dit gevaar niet.
Een volgende keer over het be
waren van de melk op de boerderij
en da groote beteekenis van het
koelen.
had gereikt.
Dat had zij niet kunnen vergeten,
nooit ook de woorden: Troost u,
Ella, God heeft het zoo gewild.
En de man welke die woorden sprak,
was Eldens geweest, de vader van Ri-
na, die tn het Molentje gewoond had.
En zij had hem lief gekregen, het
goede, edele hart, den braven voor-
beeldigen jongeling en haar leven had
zij willen doorbrengen aan zijn zijde.
En zij wisten het beiden en hadden
elkaar toen moed ingesproken.
Dat zou een geluk geweest zijn.
Maar waaraan denkt men op dien
leeftijd
Niet daaraan, waaraan men denken
moet in de eerste plaats.
Op de Piasmolen alleen mocht zij
komen.
Daar was naast den molenaarszoon,
een dochter, een vriendin, die zij zeer
gaarne mocht.
En omdat ze rijk waren en hare
ouders de rijksten van het dorp, was
het haar geoorloofd de rijke molenaars
familie te bezoeken.
En dan bracht haar Eidens, die ook
naar het dorp moest, haar naar het
ouderlijk huis terug. En toen had haar
droom steeds meer hoop gekoesterd
voor de toekomst.
Op een avond stond haar moeder
haar op te wachten in de deur der
groote behuizing. Wat stond haar ge
laat steeds toch zoo koud en norsch.
wrevelig, toen zij haar aansprak:
Welmen Iaat zich door gepeu
pel naar huis brengen Mooie zaak 1
daar loopt gij met een molenaarsknecht
alsof gij van plan waart een mole
naarsmeid te worden. Gij, de eenigt
dochter van de rijkste lui uit het dorp,
de eenige, hoort ge
Ja, moeder, had zij toen gezegd
Theo is dood.
En zij meende in die woorden toen
te stikken.
Kom maar binnen, uw vader zal
u de rest wel vertellen. Dat houdt op.
pea naar de fgne vergeestelijking van
den Assislër, naar de veronstoffelg-
klng van onze belangen ln Idealen."
J. Van Basten Batenburg-Hoffmans
De St, Maartens-klok van 18 Mei
„Wij allemaal, Sint Frans en u en
lk, wij allemaal zoeken de vreugde,
zoeken met een altijd blijvende drang
en ondanks alle .teleurstellingen de
Vreugde... Wie eenmaal,geroepen, tot
het uiterste consequent 'de Ingeslagen
richting volgen blijft, hem zal het
somtijds gegeven worden: vreugden
te smaken die hem zingen doeD,
zooals Franc! scus zong.
Wee echter den geroepene, hij die
deze smalle weg helder gezien heeft
en niet aan God alles schenkt, die
zich door God niet laat opjagen, doch
die in alles zichzelf zoekt. Hij zal
vallen tot satanische diepte!"
L. Stallaert, Praeses v.d. Kath.
Studenten-ver. „Veritas" in
de St. Maartensklok v.n.
„Deze man Sint Franclscus is door
God gegeven niet zoozeer om zijn
eigen onrustigen tijd als wel om de
Christelijke maatschappij van alle
tijden te bekeren".
Paus Pius XI.
Domklokken Beierend voor de
Groote en de Jonge
Derde Orde.
„Een dag van bezinning en ver
dieping."
Geen wonder dat deze dag onder
schutse is gesteld van Franciscus
van Assisië
De verdieping van ons leven moet
berusten op de Evangelische waar
heden. Wanneer er ooit een tijd is
tot Inkeer in ons zelf, dan Is het onze
lijd. Veel kan vallen, wat stoffelijk
en bijkomstig is, maar de geestelijke,
de eeuwigheids-waarden blijven.
Deken Th. Knuvelder van Utrecht
in de „Sint Maactens-Klok van
18 Mel j 1.
,Een groote dag! Dat is het inder
daad geweest, de Franclscus-Zondag
op 18 Mei, te Utrecht. Heel de Zon
dag in het teeken van Franciscus
en zijn geest! Franciscus, voorge
steld aan de menschen als de groote
Vernieuwer, ook in onzen tijd
's Morgens onder H. H Missen Is
ln zoo goed als alle kerken van de
stad Utrecht over dit onderwerp
gepreekt, 's Middags en 's avonds in
de groote Schouwburg heeft Rev,
Henri de Greeve in een prachtige rede
Franciscus met zgn geest geplaatst
midden in de ontredderde wereld
waarin wij leven. Franciscus, de man
die door God geroepen is om de
wereld weer voor Christus te ver
overen, zóó hebben de Utrechtsche
Tertiarissen hem laten zien in het
tooneelstuk „De Wereldveroveraar"
van Henri Ghéon.
Deze Franciscus-dag is gewordeD
een waarachtig succes
Uit „De Tertiarissen" van Juli
„Franciscus is weer de juist ge
roepene en de juist noodige in deze
allerbelangrijkste periode van de
Geschiedenis. Wg moeten teruggrij
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 27 Juni tot 4 Juli
VERTROKKEN
J. J. Terwindt, zonder beroep naar
Ubbergen U 42
J. H. Peeters, landbouwer naar
Maashees A 136
H. Th. Meg er, landbouwer naar
Grubbenvorst A 199
R. C. Dahmen, zonder beroep naar
GulpeD C 3
M. A. Baeten, dienstbode naar
Eindhoven, Parklaan 83
J.L.A. van de Putt, zonder beroep
□aar Eindhoven Merellaan 16
M. L. V9rbeeck Idem naar Oploo
St. Anthonls
M. L. Tripels, idem naar Roer
mond Wllhelmlnapleln 13
V. I. Brouwers, idem naar Heerlen
Akerstraat 114
H. Martens, marechaussee naar
Gennep Spoorstraat 122
J, M. Gommans verpleegster naar
Thorn Wjjngaard 296
J. G. Barents( dienstbode naar
Leutherweg 6
L. J. Mannaerts, zonder beroep
naar Tilburg, Wilhelmlnapark 106
J. Robbers, Idem naar 's Bosch,
Havensingel 41
A. Th. Blomjous, Idem naar 's Hage
Raam weg 2
Th. F. Heijmans, idem naar Utrecht
Moreelsche park 6
J. J. Kempen, dienstbode naar
Bergen LB 194
W, P. den Blesen, zonder beroep
naar Wychen B 300
W. L. Vermeulen, dienstbode naar
Boxmeer, Stationstraat
E, W. Daverveldt, zonder beroep
naar Eindhoven, Vestdijk 22
M. W. Betjer idem naar Breda,
Gr. Markt 26-28
P. A. Wgsmuller, Idem naar Bloe-
mendaal Jullanalaan 53
A. J. Negzen, idem naar Delft,
Oude Delft 257
N. F. van de Sande idem naar
Weert, Stationstraat 5
J. G. F. van de Camp, idem, naar
Brunssum, Kerkstraat 45
F. J. P. Bruunlng, naar Geldrop,
Kerkstraat 13
M. P. J. van Gerven, dienstbode,
naar Wanssum B 96
P. J. M. Bazolmans naar Eind
hoven, StrrjpBChestraat 51
en gij trrouwt met Vansanten's Nand,
hoort ge, hier is uw vader, zeg eens
man, maak dat domme ding eens klaar
dat zij binnenkoit zich gereed moet
maken om de bazin van de PJasmolen
te worden en de vrouw van Nand Van
santen. Dat is wat anders dan mei
zoo'n bedelsoort als die Eldensen, die
er alleen zijn om bij anderen te gaan
dienen.
Moeder, er is tusschen ons nog
geen woord gewisseld nooit zou hij
noch ik dat gedaan hebben zonder uw
voorkennis. Zijn dan de Eldensen niet
braaf en eerlijk
En arm had zij geantwoord, arm
als de kerkratten.
Kom, kom, gesproken of niet, er
komt niets van en nooitMan, nu
is de beurt aan u.
En haar vader, die haar zeer lief
had, nam haar in zijn armen en fluis
terde zacht en sprak lang en zij had
altijd gezwegen en haar tranen terug
gehouden. Maar 's avonds op haar
kamer had zij lang, lang en bitter ge
weend in stilte.
Haar moeder was een harde vrouw
en had geen hart. Zij voerde in huis
het bevel en haar vader had niet veel
in te brengen Ook was hun rijkdom
meestal moeders erfenis en voor een
geringer gedeelte vaders deel geweest
En de bleeke vrouw voor het bed
van den zieke sloeg krampachtig de
handen in elkaar en snikte lang en
haar voorhoofd sloeg soms tegen het
hout aan van het ledikant, het deed u
waarlijk pijn!
Maar een ander tafereel ontrolt zich
voor haar oog.
Haar vader was zacht en tenger, fijn
voor een man en bijna te schoon, met
zijn zachten, wat droomerigen blik.
Hij had het ondervonden, wat het
zeggen wil een rijke vrouw getrouwd
te hebben. Zij was een soort vanheer-
scheres in huis. Haar hart kende geen
ot weinig gevoel. Dat komt een mensch
niet te pas Dat is hinderlijk in het
Begunstigd door uitstekend weer,
hebben vele liefhebbers van de paar
densport kunnen genieten. De belang
stelling zagen wg nimmer zoo groot
bij een ruiterfeest in Horst.
Speciaal het nummer voltige, uit
gevoerd door de ruiterclub „Zelden-
rust" van Velden had aller belang
stelling. En de oefeningen van deze
vereenlging waren deze belangstel
ling ook overwaard. Velen zal het
een openbaring geweest zijn, hoe
jonge boeren het met oefenen zoo
ver kunneu brengen.
De leden van Zeldenrust betraden,
voorafgegaan door vier hoornblazers
het terrein en voerden de volgende
oefeningen uit;
1. Vrije sprong op het paard en
met één sprong ln achterzlt.
2. Vrije sprong en scharenslag.
3. Vrije Bprong over 3 paarden.
4. Salto over 3 paarden.
5. Vrije sprong over 4 paarden
Het applaus bewees wel hoe het
talrijke publiek deze oefeningen op
prijs stelde.
De uitslagen zij a verder
Dressuur viertallen.
1 Afd. Castenray met 78 punten
2 Afd. Meerlo met 65 punten
3 Afd. Sevenum II met 64 punten
Harddraven tulgpaarden.
1 G. Frlesen, Castenray m. Roselly
2 v. Enckevort, Sevenum m. Max
3 J. Verhaegh, Velden met Frits
4 J. Hoegmakers, SevenummBelly
Schoondraven (aangesp. B.T.)
1 Strijbosch, Castenray met Ellle
2 J. de Ruijter Meerlo met Martha
3. G. Draeck, Sevenum met Toos
Schoondraven (aangesp, tulgpaarden)
1 G. Lueassen, Sevenum met Boy
2 G. Rongen, Meerlo met Ca^nie
3 G. Jennlskens, Melerik m. Bobby
Springen.
1 H. v. Wylick, Velden met Zeldlne
2 Fr. Douven, Horst met Nico
Défilé
1 Castenray
2 Velden
3 Sevenum
4 Meerlo
Beste landelijke ruiter
1 BaeteD, Sevenum
2 Classens, Castenray
3 v.d. Haeghen, Velden
4 Dlnghs, Castenray
5 J. Poels, Meerlo
6 H. v. Wylick, Velden
Rennen
1 F. Smulders,'Horst met Rudy
2 Geurts, Velden met Sultane.
Faillissementen.
Uitgesproken 25 Juni: H. J. Reijnen-
van Hooff, koopman In manufacturen,
St. Anthonis, gem. Oploo. R.c. Mr.
W. H. Ariëns, curator Mr. L. E. H.
Rutten, Hinthamerstraat 92, den
Bosch,
P. Vloet, radiohandelaar, Oploo,
Rc. Mr. W. H. Ariëns, curator Mr.
J. Brans Woltering, Vughterweg 68,
Den Bosch.
Flesch bessensap sprong
uit elkaar.
Een nogal eigenaardig ongeval ge
beurde Maandag j l. ten huize van
dhr. S. te Haelen. Toen het gezin
om de tafel was gezeten en de huis
vrouw een flesch bessensap wilde
openen, sprong de fllesch met- een
klap uit elkaar 6n vlogen de glas
scherven ln het rond. Allen kwamen
dik onder het bessensap te zitten,
maar wat erger was, allen kregen
ook glasscherven in het gezicht en
verscheidene gezinsleden bekwamen
snijwonden. Een dochtertje werd-zelfs
zóó ernstig door de rondvliegende
scherven verwond, dat zij naar het
St Laurentiuszlekenhuls te Roermond
moest worden overgebracht.
VENRAY. 12 Juli 1941
RUITERFEEST TE HORST
Met voldoening kan de ruiterclub
Horst terugzien op haar sportfeest
van Zondag j.l.
leven, had zij dikwijls gezegd. En geld
was de hoofdrol, schering en inslag,
altijd geld.
Daar stond zij voor haar, de hooge
forsche gestalte, het hoofd trotsch op
geheven, met den bevelenden, wantrou
wenden blik. Nog ziet zij aan de zwa
re gouden ketting het groote kruis en
slot om den hals en op de borst, dal
haar nooit verliet. Dat noemde zij het
uithangbord van haar vermogen.
Die de vrouw ziet moet dadelijk
merken hoe het in huis gesteld is lk
leg nooit mijn kruis of slot af, placht
zij te zeggen. Dat is zoo mijn wil en
mijn plezier. Maar braaf en deugdzaam
was zij anders door en door. Ook in
de opvoeding van de kinderen, waarin
tucht en gehoorzaamheid niet ontbra
ken.
Dan namen de kinderen gewoonlijk
hun toevlucht tot den zachten, lieven
vader en wanneer ze dan beiden tus
schen vaders knieën stonden, hun
frissche kinderkopjes aan zijn wangen
vleiend, opblikkend in zijn trouwe zach
te oogen, onder den grooten vlierboom
onder aan de kronkelbeek achter in
hun tuin, die zijn welriekende bloem
trossen wuifde boven hun hoofden en
op hen neerstrooide, tusschen de vier
bijenkorven aan ieder hand.
Dat was een geluk 1
En dan verscheen moeder halfweg
in den tuin, met afkeurend gelaat en
een harde schorre stem.
Is dat nu een voorbeeld voor de
kinderen, Theodor Kom toch binnen
Het schijnt bijna, dat ge weer kind
wordt als ge bij de kinderen zijt.
Ik kom vrouw, ik kom, maar zijn
ze ook niet allerliefst, onze kleintjes,
dat moet gij toch zelf bekennen, en 'I
zijn immers uwe kinderen.
En zij, de kinderen, gingen vader na
en riepen: Ook dadelijk terugkomen.
Toen had de dood haar broer Theo
weggenomen in korten tijd en moeder
had wel het minst geweend, maar wel
het meest te lijden. Er sprak iets van
Wille Puro! geefl een zuivere mooie huid
zelfverwijt uit haar wezen en toen zij
voor het laatst bij hem bad en ten af
scheid kuste had zij toen niet gezegd,
zacht, zeer zacht:
Ach, Theo, Theo, ik heb u ook
liefgehad.
Maar later, toen zij weer dezelfde
was geworden, was zij ook even hard
en onbuigzaam.
En weer stond zij aan een sterfbed.
Vader ging sferven.
Dat was een leed.
De bleeke vrouw aan het ziekbed
verborg haar gelaat in beide handen
en kromp ineen.
Hij stierf.
Vrouw, wees goed voor Ella,
maak haar gelukkig, heb haar lief
lief kind, kom nog eens bij me, hier,
leg uw hoofd nog eens aan mijn hart,
zoo is het goed, en hij had nog eens
geglimlacht, zoo, en zult gij nog dik
wijls aan vader denken Vader gaat
naar Theo, ik zal hem van u groeten
en voor u zullen wij beiden bidden,
vaarwel kindlief, bid voor uw vaderen
heb uw moeder lief. Nu wil ik alleen
nog maar aan God denken.
En hij stierf en ze droegen hem weg
en daar ginds rust hij bij de kerk,
niet ver van de groene Iindeboomen,
waarop oom Hendrik naar toezao- van
de molentrap.
En toch leefde zij nog.
En toch trok zij na een jaar en zes
weken de rouwkleeren uit en toch
sprak weldra het heele dorp, dat de
rijke Nand en de rijke Ella een paar
gingen worden en was het gansche
dorp op de been geweest om den
bruidsstoet te zien van 't jonge paar,
en werd er wijd en zijd gesproken van
den rijken uitzet welke zij den mole
naarszoon meebracht en van de ju-
weelen, welke zij dragen zou, \*ant
moeder bleef trouw aan 't stelsel van
uithangborden, in zulke omstandighe
den des levens vooral.
Wordt vervolgd.