Ncm"AKKERTJE Ons korte verhaal h' m^n ^0d' dat ni®*» dat n*0*» Wees zuinig met electriciteit I Voor Boeren en Tuinders. Provinciaal Nieuws, vele landen het sein geweest om openlijk zijn sympathie uit te spreken voor Duitschland en tegen Rusland. Als natuurlijke reactie treft men daaronder voora aan de landen en volken, die het meest onder het Communisme geleden hebben. Als het beste bewijs, dat Ne derland leefde buiten de groote wereldstroomingen, er althans minder door beroerd werd, en in zekeren zin een „idyllisch leven leidde, is het feit, dat het nu ook vrij kalm blijft bij deze wereldschokkende frontverande ring in het Oosten. Men blijft als te voren zijn gang gaan, alhoewel in zooverre de meeningen gekeerd zijn, dat alleen nog de Duitsch-haters tot het dwaze toe op een overwin ning van Rusland hopen. Met lieden echter, die l|,evfr „Turksch zijn dan Paapsch in ons gevalliever Bolsjewist dan Duitsch, valt niet te redeneeren. We gaan ze schouderophalend voorbij. ^.G. ZIJN HULP lederen morgen om kwart over tien gaat de nette huisdeur open en de kleine heer misschien is htj een minuscuul renteniertje of een klein gepenslonneerds stapt naar buiten, als alttjd glimlachend. lederen dag begint hij op de minuut af ook altijd dezelfde wandeling. Terrlton- èite elschen heeft bij Diet, want de afstand, die hij gaat, is eiken mor gen Afgemeten dezelfde. Een *net, beschaafd heertje Is het. Zooals gezegd is hij niet groot, hij ziet eruit alsof hij grijs zou zijn, in dien hij haar had, maar dat heeft hij niet, althans niet op zijn hoofd, wel kweekt hij een goed verzorgd, geknipt snorretje, en wat lager een sierlijk kinvlokje en beide zijn gelig van kleur. Hg gaat zijn be daard rustig gangetje in de straat. Bij koude en regen maakt hij zijn wandelingetje. Het moet al zeer slecht weer zijn als de nette huis deur niet op het geijkte uur open gaat en het deftige heertje zicht baar wordt. Hij heeft een keurige vouw in zijn pantalon en het buikje van den maD wiens jeugd voorbij is- Het type van den man, waarvan men in Shake- speares drama Julius Caesar kan lezen, waar Caesar zegt* „Laat wel- 0^dane mannen om mij zijn, met •gladde haren en die 's nachts goed slapen,Hjj draagt een degelijke pandjesjas, een wit vest met hor logeketting. Een wandelstok met 'n knop van zilver voert hij mee. Zijn pasjes zijn kort en van een bijna vrouwelijke elegance. Hij is in voort- durenden strijd gewikkeld met zijn losse manchetten, waarvan men niet dacht, dat ze nog bestonden. Telkens en telkens moet hij ze weer in dc gaping van zijn jasmouw brengen, telkens weer vallen ze op zijn korte, dikke, rosige handen, Het Irriteert hem niet. Het is een traditioneel gebaar van hem. Hij doet het gracieus, voornaam. Het ver leent hem cachet, dit minutieuze heertje. Dagen, maanden, jaren heeft hij den weg, dien bij eiken dag bewandelt, in onverstoorbare kalmte en ziels tevreden afgelegd. Rechts van den weg als hij gaat, rechts als hij terug komt. Zijwegen slaat hij nooit In. Zoo moet zijn heele levenswandel geweest zijn. Als een rustig zingende melodie... En toch glDg het op een dezer lente schoone dagen gebeuren, dat hij van zijn vergrijsde gewoonts afweek., een vergrijp tegen zijn levensharmo FEUILLETON. Misdaad en recht rond de Piasmolen. Maar één oogenblik, ioen murmelde Theo onverslaanbare klanken en dook het hoofd weer in Ce kussens. Waar toch mijn man blijven mag? sprak de bleeke vrouw, zij stond op en trad naar het venster. Zij drukte 't brandend voorhoofd tegen het vensterglas en drukt de hand tegen het hart. Opeens daar sprong ze als verschrikt in de hoogte Mijn God 1 mijn God zuchtte zij en bedekte haar oogen met haar handen: neem toch die gedachte van mij weg. Moeder 1 moedersteunde de zieke, moeder, ga daar weg, niet daarheen gij moogt er niets van weten Zij stond nu bij het bed en oyer hem neergebogen. Wel kind, wat mag ik niet weten? zegen haar hart scheen stil te staan in haar borst en haar adem bleef uit. Stilen zijn hand weexde iets af, stil, anders kan ik het niet doen 1 Hij sprak zeer onnatuurlijk en sliep in met een diepen zucht. De moeder knielde neer, legde haar hand op z'^i voorhoofd en blikte met oneindige teederheid op haar kind. zat rii daar z0°» toen hie* zii het betraande gelaat omhoog en blikte naar een prachtig bijna zwart geworden etkenhouten crucifix omhoog, dat in 't bed aan den muur hing zij wrong de handen wanhopig en smeekte: is dan de kelk van mijn lijden nog nle, die hem de blamage van zgn leven bezorgde. Gelgk eiken dag liep hij langs het mooie, groote huls, dat wat van den weg af lag, toen bjj daar bij de voor deur een [ongen zag, dat zich hoog op z'n tèenen stond uit te rekken. Het heertje dacht, de jongen kan niet bij den belknop, hij 13 net iets te klein. Goedig en tot bereid zijn geneigd stapte hij den grooten tuin in en een oogenblik later sprak hij het knaapje aan. Zal ik even voor je bellen, kerelje „As te blieft", zei het jongetje. Met een gedistingeerde geBte trok het heertje aan de bel. De jongen dankte hem met z'n oogen. Toen trok hjj rap zija helper aan zijn mouw en zei: „Kom nou Lóopen As de bliksem'k Heur de meid al komme! Gaauw!" En het nette heertje rende, voor afgegaan door den jonger», met kleine trippelpasjes, den tuin uit, nageke ken door de verstoorde dienstbode. Na jaren loopt het heertje thans een anderen weg.. Eokele nuttige wenken om op het electriteltsverbruik te bezuinigen 1- Zoveel mogeljjk profiteeren van het daglicht. De overheid Is door het „verzetten van den tijd" voor gegaan. Men verwissele nu echter niet den dag met den nacht door 's morgens Iaat op te staan en 's avonds laat naar bed te gaan. 2. Het vermjjdeu, dat in verlaten kamers, gangen enz. onnoodig licht brandt. 3. Het gebruiken van lichtkronen vermijden, eventueel kunnen een aantal gloeilampen van een lichtkroon worden losgeschroefd, nog beter is om slechts uitsluitend een bureau-, iees-of schemerlamp te gebruiken, 4. Het gebruik van den stofzuiger beperken. 5. De radio afzetten indien men er toch niet Daar luistert. Dit be vordert bovendien de goede verstand houding met de buren. ONKRUIDBESTRIJDING II Na in 't voorgaande artikel de noodzakelijkheid van een afdoende onkruidbestrijdlng te hebben aange toond willen we thans spreken over de methoden en de middelen welke hierbij gebruikt kunnen worden. Allereerst willen we spreken over een paar maatregelen, die we zou den kunnen noemen voorbehoedmid delen en waarmee we dus moeten beginnen voor er van onkruid sprake Is. We zorgen nl. voor zoover het in ons vermogen ligt voor een goede bodemstructuur, die we verkrijgen door een oordeelkundige bewerking, door een goede bemesting, door rijen- teelt enz. Al deze maatregelen wer ken er aan mede 't onkruid minder kans te geven. Afdoende zgn deze maatregelen echter zonder meer niet. Daarom is na deze maatregelen een meer recht- streeksche bestrijding nog altjjd noo- dig. Men onderscheidt daarbij twee geheel verschillende methode's. De eerste Is zg. mechanische me thode, waarbij men het onkruid op mechanische manier bestrijdt, door b.v. wieden, schoffelen, hakken, enz Daarnaast kent men de z g. chemi sche methode. Hieronder verstaat men onkruidbestrijdlng door middel van bestrooiing met een of ander verdelgingsmiddel. Welke methode toegepast moet wor den is van verschillende factoren af hankelijk. Allereerst van 't gewas, op de tweede plaats van de grootte van 't perceel, vervolgens van den tijd van 't jaar en daarmede In ver band met den stand van 't gewas, de weersgesteldheid enz. enz. Dikwijls zullen beide methodes op eenzelfde perceel moeten worden toegepast. Een eerste elsch is natuurlijk de onkruidbestrijdlng zoo economisch mogelijk uit te yoeren. Voor zoover 't mogelijk 13 zal In 't algemeen de chemische methode (door middel van bestrooien) de goedkoopste en dik wijls ook de meest afdoende zijn. Goed toegepast heeft «ij de volgende voordeelen: le. Zij vraagt minder werk; geeft dus besparing van arbeidsloon. 2e. Zij doodt alle onkruid ook in de rijen terwijl dit b.v. bij schoffelen niet 't geval is. 3e. Do bestrooiing is tevens een goede bemesting b.v. van stikstof bij gebruikmaking van kalkstikstof of van kali wanneer fijngemalen kalniet gebruikt wordt. Daar echter niet alle gewassen een dergelijke bestrooiing kunnen verdra gen en de bestrooiing niet op alle 1 ijden kan worden toegepast zal naast de chemleche ook de mechanische methode steeds gebruikt moeten wor den. Over de verschillende werktuigen enz. welke hierbij gebruikt kunnen worden, een volgenden keer. EEN NIEUVE ROGGE- VARIÉTEIT LK.Sinds enkele jaren is in ons land ingevoerd een nieuwe rog- ge-variëteit, nl. de Marlënrogge. Deze nieuwe variëteit werd gedu- 4 jaren beproefd en nu blijkt, dat ze reeds een belangrijke uitbreiding heeft ondergaan. In overeenstemming met de waar de van het ras zal ongetwijfeld een snelle uitbreiding gewenscht zijn. De Mariënrogge is In de rassenlijst opgenomen en wordt hierin beschre ven als een flink uitstoelend ras, met kort, stevig stroo met een goed halmgetal. Zij rijpt ongeveer met de Petkuzer rogge en heeft een korte, breede aar met weinig korrelaf val. de opbrengst aan korrel is zeer hoog. Het is een landbouwbelang, dat deze rogge overal in Nederland wordt verbouwd. Verschillende proeven hebben van dit ras de meeropbrengst bij herha ling bewezen en aan de goede eigen schappen behoeft geen twijfel meer te bestaan. Vooral In dezen lijd Is het van groot belang, dat de roggeverbouwer er rekening mede houdt, dat hg een product zaait, waarvan met zeker heid kan worden aangetoond, dat de opbrengst niets te wenschen over laat. Bovenstaand ras heeft dit in de praktijk en op de officieele proef velden voldoende bewezen. Het i3 velen wel bekend, dat het zoeken naar nieuwere en betere raB- aen een zeer kostbaar en trjdroovend werk is, maar wanneer resultaten worden verkregen zooals met dit nieuwe ras het geval Is, dan mag men dit werk wel bijzonder appre- cleeren, want de verbouw ervan zal onze landbouw In staat stellen een belangrijke productieverhooging te verkrijgen. Iedere landbouwer zal zeker dit jaar zijn best doen om, te komen tot een zoo groot mogelijke oogst; hierbij behoort het uitzaaien van het beste wat te verkrijgen Is, MELKBEHANDELING OP DE BOERDERIJ. De behandeling van de melk Is een zeer voornaam punt. Immers eenieder begrijpt, dat ook de meest moderne zuivelfabriek niets kan doen met melk die reeds op de boerderij door ondeugdelijke behandeling besmet is. Eene eerste belangrijke zaak waarop gelet moet worden is het melkgereed- schap. le. De melkemmer. Hiervoor ge bruikt men bij voorkeur een goed vertinde metalen emmer, zoo moge lijk zonder naden. 2e. De melkbus van dezelfde stof, niet vol Moet ik nog meer lijden Hadt gij dat nog gehoord, gij hadt medelijden met haar gehad. Het zou u ook door het hart gesneden hebben. Moet ik ook nog het geloof, hel vertrouwen verliezen in mijn eenig kind Haar handen vielen als moedeloos neer op het bed en het hootd zonk langzaam voorover. Zij bad. VIII En langzamerhand droogden haar tranen op. Theo sliep rustig verder. Troostte haar het gebed alleen Neenlieflijke beelden traden voor haren geest, beelden uit het verleden, beelden der jeugd, toen de hoop de toekomst kleurde in rozenrood, zoete dageraad des levens, een spel van den toovenaar zonder weerga, dien men 't vertrouwen noemt op het geluk des levens, dat men dan in zich voelt in zijn volheid, dat men geniet in zijn overmoed Ja, het was lang geleden. Theo, de lieve Theo, was juist ge storven, haar eerste smart In 't leven. Nog ziet zij hem op het praalbed liggen in de staatsiekamer van 't huis in het dorp, wat lager gelegen dan de weg en waar de beek langs stroomde Daar komen zij om hem weg te dragen naar de kerk en het kerkhof. Snikkend had zij de kist zien sluiten, nadat zij de schoonste rozen van den tuin er in had gelegd en Theo vaarwel had gekust. Toen droegen zij de kist langs haar weg, langs den hoek, waarin zij op de knieën lag. Een der dragers had haar zoo mee warig aangezien en opeens waren hem de tranen ook uit de oogen gespron gen en had hij haar de hand gereikt terwijl hij met de eene hand de kist droeg en het was haar voorgekomen of Theo haar voor het laatstede hand a a /ra o» De Neder/andsche nïoofapgjn punsmer Kiespijn (M) Zenuwpijn jij eveneens zonder naden ""en bovendien moet deze een wijjden hals hebben. Deze eisch Btaat natuurlijk in ver band met het makkelgk schoonmaken, Verder Is nog van belang dat het deksel aan den binnenkant geen naden heeft zulks alweeer ln verband met makkelijk schoonmaken. 3e. De melkzeef. Hiermede ls be doeld het instrument dat gebruikt wordt om de melk in de bus te gieten, waarbij de melk dan tevens gezeefd wordt. D9ze zeef moet gemakkelijk uitneembaar zijn zoodat alle deelen goed zuiver gemaakt kunnen worden. Aan 't zeven moet men geen groote beteekenis hechten wat betreft 't reinigen van de melk. Daarvoor stroomt de melk te snel door; wat tengevolge heeft dat de bacteriën en 't fijnverdeelde vuil mee doorstroo men. Als zeef kan men 't best gebruik maken van watten of van metalen zeefjes, niet echter, wat toch nog zeer veel gedaan wordt, van een doek. Deze doek immers is zeer moeilijk dusdanig schoon te houden dat hij zelf geen geen gevaar voor besmet ting oplevert. Tevens vormt het vuil, dat op het ze6f achterblijft, 'n ernstige bron voor besmetting voor de melk, die daarna er door gegoten wordt. Daar om nogmaals: men mag aan deze zeef niet al te veel waarde hechten. De zeef kan nooit goed maken wat door onzindelijk melken aan de melk bedorven is. Men gebruike dus geen doek, daar deze dikwijls oorzaak is van 't spoedig bederf van de melk. Bij watten bestaat dit gevaar niet. Een volgende keer over het be waren van de melk op de boerderij en da groote beteekenis van het koelen. had gereikt. Dat had zij niet kunnen vergeten, nooit ook de woorden: Troost u, Ella, God heeft het zoo gewild. En de man welke die woorden sprak, was Eldens geweest, de vader van Ri- na, die tn het Molentje gewoond had. En zij had hem lief gekregen, het goede, edele hart, den braven voor- beeldigen jongeling en haar leven had zij willen doorbrengen aan zijn zijde. En zij wisten het beiden en hadden elkaar toen moed ingesproken. Dat zou een geluk geweest zijn. Maar waaraan denkt men op dien leeftijd Niet daaraan, waaraan men denken moet in de eerste plaats. Op de Piasmolen alleen mocht zij komen. Daar was naast den molenaarszoon, een dochter, een vriendin, die zij zeer gaarne mocht. En omdat ze rijk waren en hare ouders de rijksten van het dorp, was het haar geoorloofd de rijke molenaars familie te bezoeken. En dan bracht haar Eidens, die ook naar het dorp moest, haar naar het ouderlijk huis terug. En toen had haar droom steeds meer hoop gekoesterd voor de toekomst. Op een avond stond haar moeder haar op te wachten in de deur der groote behuizing. Wat stond haar ge laat steeds toch zoo koud en norsch. wrevelig, toen zij haar aansprak: Welmen Iaat zich door gepeu pel naar huis brengen Mooie zaak 1 daar loopt gij met een molenaarsknecht alsof gij van plan waart een mole naarsmeid te worden. Gij, de eenigt dochter van de rijkste lui uit het dorp, de eenige, hoort ge Ja, moeder, had zij toen gezegd Theo is dood. En zij meende in die woorden toen te stikken. Kom maar binnen, uw vader zal u de rest wel vertellen. Dat houdt op. pea naar de fgne vergeestelijking van den Assislër, naar de veronstoffelg- klng van onze belangen ln Idealen." J. Van Basten Batenburg-Hoffmans De St, Maartens-klok van 18 Mei „Wij allemaal, Sint Frans en u en lk, wij allemaal zoeken de vreugde, zoeken met een altijd blijvende drang en ondanks alle .teleurstellingen de Vreugde... Wie eenmaal,geroepen, tot het uiterste consequent 'de Ingeslagen richting volgen blijft, hem zal het somtijds gegeven worden: vreugden te smaken die hem zingen doeD, zooals Franc! scus zong. Wee echter den geroepene, hij die deze smalle weg helder gezien heeft en niet aan God alles schenkt, die zich door God niet laat opjagen, doch die in alles zichzelf zoekt. Hij zal vallen tot satanische diepte!" L. Stallaert, Praeses v.d. Kath. Studenten-ver. „Veritas" in de St. Maartensklok v.n. „Deze man Sint Franclscus is door God gegeven niet zoozeer om zijn eigen onrustigen tijd als wel om de Christelijke maatschappij van alle tijden te bekeren". Paus Pius XI. Domklokken Beierend voor de Groote en de Jonge Derde Orde. „Een dag van bezinning en ver dieping." Geen wonder dat deze dag onder schutse is gesteld van Franciscus van Assisië De verdieping van ons leven moet berusten op de Evangelische waar heden. Wanneer er ooit een tijd is tot Inkeer in ons zelf, dan Is het onze lijd. Veel kan vallen, wat stoffelijk en bijkomstig is, maar de geestelijke, de eeuwigheids-waarden blijven. Deken Th. Knuvelder van Utrecht in de „Sint Maactens-Klok van 18 Mel j 1. ,Een groote dag! Dat is het inder daad geweest, de Franclscus-Zondag op 18 Mei, te Utrecht. Heel de Zon dag in het teeken van Franciscus en zijn geest! Franciscus, voorge steld aan de menschen als de groote Vernieuwer, ook in onzen tijd 's Morgens onder H. H Missen Is ln zoo goed als alle kerken van de stad Utrecht over dit onderwerp gepreekt, 's Middags en 's avonds in de groote Schouwburg heeft Rev, Henri de Greeve in een prachtige rede Franciscus met zgn geest geplaatst midden in de ontredderde wereld waarin wij leven. Franciscus, de man die door God geroepen is om de wereld weer voor Christus te ver overen, zóó hebben de Utrechtsche Tertiarissen hem laten zien in het tooneelstuk „De Wereldveroveraar" van Henri Ghéon. Deze Franciscus-dag is gewordeD een waarachtig succes Uit „De Tertiarissen" van Juli „Franciscus is weer de juist ge roepene en de juist noodige in deze allerbelangrijkste periode van de Geschiedenis. Wg moeten teruggrij Ingekomen en vertrokken personen* Van 27 Juni tot 4 Juli VERTROKKEN J. J. Terwindt, zonder beroep naar Ubbergen U 42 J. H. Peeters, landbouwer naar Maashees A 136 H. Th. Meg er, landbouwer naar Grubbenvorst A 199 R. C. Dahmen, zonder beroep naar GulpeD C 3 M. A. Baeten, dienstbode naar Eindhoven, Parklaan 83 J.L.A. van de Putt, zonder beroep □aar Eindhoven Merellaan 16 M. L. V9rbeeck Idem naar Oploo St. Anthonls M. L. Tripels, idem naar Roer mond Wllhelmlnapleln 13 V. I. Brouwers, idem naar Heerlen Akerstraat 114 H. Martens, marechaussee naar Gennep Spoorstraat 122 J, M. Gommans verpleegster naar Thorn Wjjngaard 296 J. G. Barents( dienstbode naar Leutherweg 6 L. J. Mannaerts, zonder beroep naar Tilburg, Wilhelmlnapark 106 J. Robbers, Idem naar 's Bosch, Havensingel 41 A. Th. Blomjous, Idem naar 's Hage Raam weg 2 Th. F. Heijmans, idem naar Utrecht Moreelsche park 6 J. J. Kempen, dienstbode naar Bergen LB 194 W, P. den Blesen, zonder beroep naar Wychen B 300 W. L. Vermeulen, dienstbode naar Boxmeer, Stationstraat E, W. Daverveldt, zonder beroep naar Eindhoven, Vestdijk 22 M. W. Betjer idem naar Breda, Gr. Markt 26-28 P. A. Wgsmuller, Idem naar Bloe- mendaal Jullanalaan 53 A. J. Negzen, idem naar Delft, Oude Delft 257 N. F. van de Sande idem naar Weert, Stationstraat 5 J. G. F. van de Camp, idem, naar Brunssum, Kerkstraat 45 F. J. P. Bruunlng, naar Geldrop, Kerkstraat 13 M. P. J. van Gerven, dienstbode, naar Wanssum B 96 P. J. M. Bazolmans naar Eind hoven, StrrjpBChestraat 51 en gij trrouwt met Vansanten's Nand, hoort ge, hier is uw vader, zeg eens man, maak dat domme ding eens klaar dat zij binnenkoit zich gereed moet maken om de bazin van de PJasmolen te worden en de vrouw van Nand Van santen. Dat is wat anders dan mei zoo'n bedelsoort als die Eldensen, die er alleen zijn om bij anderen te gaan dienen. Moeder, er is tusschen ons nog geen woord gewisseld nooit zou hij noch ik dat gedaan hebben zonder uw voorkennis. Zijn dan de Eldensen niet braaf en eerlijk En arm had zij geantwoord, arm als de kerkratten. Kom, kom, gesproken of niet, er komt niets van en nooitMan, nu is de beurt aan u. En haar vader, die haar zeer lief had, nam haar in zijn armen en fluis terde zacht en sprak lang en zij had altijd gezwegen en haar tranen terug gehouden. Maar 's avonds op haar kamer had zij lang, lang en bitter ge weend in stilte. Haar moeder was een harde vrouw en had geen hart. Zij voerde in huis het bevel en haar vader had niet veel in te brengen Ook was hun rijkdom meestal moeders erfenis en voor een geringer gedeelte vaders deel geweest En de bleeke vrouw voor het bed van den zieke sloeg krampachtig de handen in elkaar en snikte lang en haar voorhoofd sloeg soms tegen het hout aan van het ledikant, het deed u waarlijk pijn! Maar een ander tafereel ontrolt zich voor haar oog. Haar vader was zacht en tenger, fijn voor een man en bijna te schoon, met zijn zachten, wat droomerigen blik. Hij had het ondervonden, wat het zeggen wil een rijke vrouw getrouwd te hebben. Zij was een soort vanheer- scheres in huis. Haar hart kende geen ot weinig gevoel. Dat komt een mensch niet te pas Dat is hinderlijk in het Begunstigd door uitstekend weer, hebben vele liefhebbers van de paar densport kunnen genieten. De belang stelling zagen wg nimmer zoo groot bij een ruiterfeest in Horst. Speciaal het nummer voltige, uit gevoerd door de ruiterclub „Zelden- rust" van Velden had aller belang stelling. En de oefeningen van deze vereenlging waren deze belangstel ling ook overwaard. Velen zal het een openbaring geweest zijn, hoe jonge boeren het met oefenen zoo ver kunneu brengen. De leden van Zeldenrust betraden, voorafgegaan door vier hoornblazers het terrein en voerden de volgende oefeningen uit; 1. Vrije sprong op het paard en met één sprong ln achterzlt. 2. Vrije sprong en scharenslag. 3. Vrije Bprong over 3 paarden. 4. Salto over 3 paarden. 5. Vrije sprong over 4 paarden Het applaus bewees wel hoe het talrijke publiek deze oefeningen op prijs stelde. De uitslagen zij a verder Dressuur viertallen. 1 Afd. Castenray met 78 punten 2 Afd. Meerlo met 65 punten 3 Afd. Sevenum II met 64 punten Harddraven tulgpaarden. 1 G. Frlesen, Castenray m. Roselly 2 v. Enckevort, Sevenum m. Max 3 J. Verhaegh, Velden met Frits 4 J. Hoegmakers, SevenummBelly Schoondraven (aangesp. B.T.) 1 Strijbosch, Castenray met Ellle 2 J. de Ruijter Meerlo met Martha 3. G. Draeck, Sevenum met Toos Schoondraven (aangesp, tulgpaarden) 1 G. Lueassen, Sevenum met Boy 2 G. Rongen, Meerlo met Ca^nie 3 G. Jennlskens, Melerik m. Bobby Springen. 1 H. v. Wylick, Velden met Zeldlne 2 Fr. Douven, Horst met Nico Défilé 1 Castenray 2 Velden 3 Sevenum 4 Meerlo Beste landelijke ruiter 1 BaeteD, Sevenum 2 Classens, Castenray 3 v.d. Haeghen, Velden 4 Dlnghs, Castenray 5 J. Poels, Meerlo 6 H. v. Wylick, Velden Rennen 1 F. Smulders,'Horst met Rudy 2 Geurts, Velden met Sultane. Faillissementen. Uitgesproken 25 Juni: H. J. Reijnen- van Hooff, koopman In manufacturen, St. Anthonis, gem. Oploo. R.c. Mr. W. H. Ariëns, curator Mr. L. E. H. Rutten, Hinthamerstraat 92, den Bosch, P. Vloet, radiohandelaar, Oploo, Rc. Mr. W. H. Ariëns, curator Mr. J. Brans Woltering, Vughterweg 68, Den Bosch. Flesch bessensap sprong uit elkaar. Een nogal eigenaardig ongeval ge beurde Maandag j l. ten huize van dhr. S. te Haelen. Toen het gezin om de tafel was gezeten en de huis vrouw een flesch bessensap wilde openen, sprong de fllesch met- een klap uit elkaar 6n vlogen de glas scherven ln het rond. Allen kwamen dik onder het bessensap te zitten, maar wat erger was, allen kregen ook glasscherven in het gezicht en verscheidene gezinsleden bekwamen snijwonden. Een dochtertje werd-zelfs zóó ernstig door de rondvliegende scherven verwond, dat zij naar het St Laurentiuszlekenhuls te Roermond moest worden overgebracht. VENRAY. 12 Juli 1941 RUITERFEEST TE HORST Met voldoening kan de ruiterclub Horst terugzien op haar sportfeest van Zondag j.l. leven, had zij dikwijls gezegd. En geld was de hoofdrol, schering en inslag, altijd geld. Daar stond zij voor haar, de hooge forsche gestalte, het hoofd trotsch op geheven, met den bevelenden, wantrou wenden blik. Nog ziet zij aan de zwa re gouden ketting het groote kruis en slot om den hals en op de borst, dal haar nooit verliet. Dat noemde zij het uithangbord van haar vermogen. Die de vrouw ziet moet dadelijk merken hoe het in huis gesteld is lk leg nooit mijn kruis of slot af, placht zij te zeggen. Dat is zoo mijn wil en mijn plezier. Maar braaf en deugdzaam was zij anders door en door. Ook in de opvoeding van de kinderen, waarin tucht en gehoorzaamheid niet ontbra ken. Dan namen de kinderen gewoonlijk hun toevlucht tot den zachten, lieven vader en wanneer ze dan beiden tus schen vaders knieën stonden, hun frissche kinderkopjes aan zijn wangen vleiend, opblikkend in zijn trouwe zach te oogen, onder den grooten vlierboom onder aan de kronkelbeek achter in hun tuin, die zijn welriekende bloem trossen wuifde boven hun hoofden en op hen neerstrooide, tusschen de vier bijenkorven aan ieder hand. Dat was een geluk 1 En dan verscheen moeder halfweg in den tuin, met afkeurend gelaat en een harde schorre stem. Is dat nu een voorbeeld voor de kinderen, Theodor Kom toch binnen Het schijnt bijna, dat ge weer kind wordt als ge bij de kinderen zijt. Ik kom vrouw, ik kom, maar zijn ze ook niet allerliefst, onze kleintjes, dat moet gij toch zelf bekennen, en 'I zijn immers uwe kinderen. En zij, de kinderen, gingen vader na en riepen: Ook dadelijk terugkomen. Toen had de dood haar broer Theo weggenomen in korten tijd en moeder had wel het minst geweend, maar wel het meest te lijden. Er sprak iets van Wille Puro! geefl een zuivere mooie huid zelfverwijt uit haar wezen en toen zij voor het laatst bij hem bad en ten af scheid kuste had zij toen niet gezegd, zacht, zeer zacht: Ach, Theo, Theo, ik heb u ook liefgehad. Maar later, toen zij weer dezelfde was geworden, was zij ook even hard en onbuigzaam. En weer stond zij aan een sterfbed. Vader ging sferven. Dat was een leed. De bleeke vrouw aan het ziekbed verborg haar gelaat in beide handen en kromp ineen. Hij stierf. Vrouw, wees goed voor Ella, maak haar gelukkig, heb haar lief lief kind, kom nog eens bij me, hier, leg uw hoofd nog eens aan mijn hart, zoo is het goed, en hij had nog eens geglimlacht, zoo, en zult gij nog dik wijls aan vader denken Vader gaat naar Theo, ik zal hem van u groeten en voor u zullen wij beiden bidden, vaarwel kindlief, bid voor uw vaderen heb uw moeder lief. Nu wil ik alleen nog maar aan God denken. En hij stierf en ze droegen hem weg en daar ginds rust hij bij de kerk, niet ver van de groene Iindeboomen, waarop oom Hendrik naar toezao- van de molentrap. En toch leefde zij nog. En toch trok zij na een jaar en zes weken de rouwkleeren uit en toch sprak weldra het heele dorp, dat de rijke Nand en de rijke Ella een paar gingen worden en was het gansche dorp op de been geweest om den bruidsstoet te zien van 't jonge paar, en werd er wijd en zijd gesproken van den rijken uitzet welke zij den mole naarszoon meebracht en van de ju- weelen, welke zij dragen zou, \*ant moeder bleef trouw aan 't stelsel van uithangborden, in zulke omstandighe den des levens vooral. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 7