TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Het landbouw^
crediet.
Voor Boeren en
Tuinders.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 31 Mei 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 22
De Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven eindigde op
31 December 1940 haar tweeën
veertigste boekjaar.
Zij Is de centrale instelling van
568 plaatselijke Boerenleenbanken,
over ongeveer het geheele land ver
spreid. Deze banken Immers zijn over
de provincies als volgt verdeeld:
Noord-Brabant 202, Limburg 156,
Gelderland 72, Overrjsel 45, Zuid-
Holland 31, Noord-Holland 28, Zee
land 11, Utrecht 8, Drenthe 8, Fries
land 7, Groningen 0.
De instelling staat op den grond-
ala°- van de beginselen door Ralffeisen
aan het georganiseerde landbouw-
crediet gegeven.
- Ook in den onrustigen oorlogstijd
hebben onze Boerenleenbanken hun
zeer belangrijk werk kunnen voort
zetten en zrj hebben daarbg hun
sterke positie kunnen handhaven.
Liepen de spaargelden bij de plaat
selijke banken, aangesloten bg de
Centrale te Eindhoven, die Maan
dag haar jaarvergadering hield,
welke door een duizendtal plaatselijke
leiders pleegt te worden bijgewoond,
in de op het uitbreken van den
oorlog volgende maanden van 1940,
van Mei tot October, eenlgermate
terug, deze terugloop was minder
sterk dan In 1939. In de latere maan
den van 1940 kwam er een einde
aan. In totaal werd in 1940 voor
ruim 1 millloen gulden aan spaargeld
meer ingelegd dan In 1939, terwijl In
1940 voor ongeveer 2 millloen gulden
minder aan spaargeld werd opge
vraagd dan In 1939.
Zulk een resultaat in de meest
ernstige omstandigheden, die een land
konden treffen is wel een zeer tref
fend bewijs van het ongeschokt ver
trouwen van de boeren in hun groote
financleele 'instelling.
Einde December 1940 waren aan
spaargelden en in loopende rekening
bij de plaatselijke Boerenleenbanken
Ingelegd ruim 129 millloen gulden.
Op 31 December 1939 bedroeg het
totaal der voorschotten en uitgaven
in loopende rekening ruim 581/, mil
lloen, d.i. 44.2 pet. van het bedrag
der spaargelden en ontvangsten In
loopende rekening.
Terwijl het bedrag van de spaar
gelden "in 1940 toenam, liep dat van
de aan de leden der plaatselijke ban
ken verstrekte voorschotten met ruim
4 millloen gulden terug.
De oorzaak ligt in een verminde
ring van de behoefte aan crediet. De
gang van zaken was in het afgeloo-
pen jaar In verschillende takken van
het agrarisch bedrijf niet onbevredi
gend. En daartegenover stond een
Inkrimping van voorraden, vooral van
den Veestapel, zoodat er geld vrij
kwam, waarmede de boeren voor
schotten aflosten of hetwelk zij bij
hun bank belegden.
In de eerste maanden van 1941
vloeide weer veel geld bij de Boeren
leenbanken binnen zooals de Mede-
deellngen der Elndnovensche Centrale
berichtten, zoodat de beschikbare
middelen bij deze Centrale niet on
belangrijk stegen.
De Centrale maakte over 1940 een
bedrijfswinst van f 207.343.
Voorgesteld wordt, daarvan weder
om f 10.000 te storten voor de vor
ming van een crisisfonds voor aan
gesloten Boerenleenbanken, verder om
f 143.109 te storten in de effecten-
reserve.
Dan blijft er een netto-winst over
van f 51163, (vorig jaar f 57.011).
Deze winst wordt volgens de sta
tuten verdeeld over verschillende
reservefondsen. Er wordt 6 pet. uit
gekeerd op de aandeelen, terwijl 5
pet. ter beschikking blijft van de
algemeene vergadering, welk bedrag
telken jare pleegt geschonken te
worden aan dan Kath. Ned. Boeren-
FEUILLETON.
Misdaad en recht
rond de Piasmolen.
Wij gaan U een ware gebeurtenis
verhalen, waarin slleen de namen van
de personen en de plaatsen van han
deling iets veranderd zijn.
De heele geschiedenis is waar ge
beurd; ze is ons verhaald door een
ooggetuige, die er een groot aandeel
in heett gehad en verder hebben wij
zelf meer dan twee jaren onzer eerste
jeugd doorgebracht op de plaats, waar
ons verhaal zich afspeelt.
Menigen keer dobberden wij daar in
een klein bootje droomend over den
grooten vijver en stevenden met een
klein kunstzeil naar een klein eilandje,
dat middea in de lisschen in den
grooten vijm was gelegen, door prach
tige wilgeQ beschaduwd en met kreupel
hout omzoomd.
En dan was het een pret, Robinson
te spelen. Robinson op zijn eiland. Het
kleine bootje werd door het lisch en
riet, en in eei „kreek" getrokken, en
was van den ower onzichtbaar, zoodat
men voorloopt voor alle menschen-
eters. in dit gevil onze schoolkamera
den, verzekerd wis.
Dan zaten wi daar te peinzen en
te berekenen hoe-eel fransche ruiters
wel aan den overant in den modder
nog om het levei zouden komen
want daar was de ijver torendiep of
beter hij had geenbodem zoo heette
het, en alles wat 2;h er in waagde
werd onverbiddelijk erslonden en
nooit gaf de geheimtnnige kolk zijn
slachtoffer weer.
en Tulndersbond en den Chrlstelijken
Boerenbond.
Na de winst verdeeling zullen de
reserves bedragen:
gewoon reservefonds f4134.000,
gemeenschappslg ke reserve f 901,000
effectenreserve f 1 600 000
totale reserve f 6.635.000.
De gezamenlijke bij de Centrale
Boerenleenbank van Eindhoven aan
gesloten Boerenleenbanken hadden
op 31 December j.l. een reserve van
f 9.800.000.
Deze cijfers geven een beeld van
de kracht en de soliditeit der wijd
vertakte instelling.
Het Pensioenfonds der Coöp. Cen
trale Boerenleenbank heeft een saldo
van f 612 992. Aan pensioenen werd
f 11.700 uitbetaald.
Het Oaderling Waarborgfonds der
banken heeft een bezit van f163.220.
De Boerenleenbank Is voor het
overgroote deel een werk van het
platteland. Het leeft in de dorpen,
waar door de onderlinge bekendheid
en vooral door de geaardheid der
tezamen levende bevolking de onder
linge hulp volgens eeuwenlange tra
ditie gaarne geboden pleegt te wor
den.
Hier worde daaromtrent een stem
aangehaald uit de bakermat van de
Ralffeisenbeweglng, Dultschland,
waar een der leidende personen Dr.
Strub, In een artikel volgens de
boven aangehaalde Mededeelingen
het volgende schreef:
„Het credletwezen berust Immers
op een zeker vertrouwen; dit heeft
de coöperatieve practijk wel zeer
bijzonder duidelijk bewezen. Geen
andere credietorganlsatie heeft te
maken met zoodanige enge persoon
lijke betrekkingen tusschen crediet-
geven en -nemen als de boerenleen
banken, waarvan de kassier en het
bestuur iederen credletnemer kennen.
Daarom waren de boerenleenbanken
ook ln staat en geroepen aan de
boeren bedrijfscredlsten te verleenen
zonder dat zakelijke zekerheid be
hoefde te worden gesteld. Dat zij
aan den anderen kant ook bijzonder
geschikt zijn voor het verzamelen
van spaargelden op het platteland,
blijkt duidelijk uit het succes van
den (Dultschen) nationalen spaardag
1940. De vraag of de crediet-coöpe
raties als organisatievorm al dan
niet dienden te worden erkend, is
dan ook nooit gesteld. Zij zijn als
vakgroep bij de organisatie van het
bedrijfsleven aangesloten en oefenen
naast de andere banken en spaar
kassen hare bijzondere functies uit.
De boerenleenbankcoöperatie, ge
combineerd met de aan-en verkoop
coöperatie en de coöperatieve ge
bruikmaking van landbouwmachines
is en blijft nu eenmaal de ideale
dorpsgemeenschap, die zich naast
de economische prestatie en den
steun van de economische zwakke
ren, de opvoeding tot gemeenachaps-
gedachten ten doel stelt."
Dit groote werk tot heil voorna
melijk van den voor de geheele
samenleving ln zedelijk en econo
misch opzicht zoo belangrijken
boerenstand mogen de boerenleen
banken ook in ons land ln zoo groot
mogelijke rust kunnen blijven voort
zetten.
FOUTEN VERBETEREN.
Als we ln de opvoeding van de
kinderen fouten hebben gemaakt, Is
't zeer moeilijk en voor ons zelf ook
pijnlijk om deze te verbeteren. Zoo
is het ln den tuinbouw ook. We
maken fouten, vooral in het begin
en zelfs veel. Die te verbeteren 1b
moeilijker en minder aangenaam, dan
het van den aanvaDg af goed te
doen.
Op mijn rondgang en op mijn
practische tuinbouwles heb ik de
laatste maand opgemerkt, dat de
groote meerderheid der beginnelin
gen de boonstaken veel te dicht
heeft staan. Ik zag er van 40 x 40,
dat was 't ergste, maar 50 x 50
komt vrij veel voor. Dan wordt er
nog vaak de fout bij gemaakt, dat
er per staak veel te veel boonen
worden gelegd acht snijboonen en
14—20 pikkertjes of princesseboon-
tjes. Dat ls dubbel fout. We krijgen
later een veel te dichten stand met
het gevolg, dat er tot twee meter
boven de grond maar weinig boonen
komen. De meeste komen hoog aan
de staken en zijn lastig te plukken,
En toch moeten goede staakboonen
van onder op bloeien en dragen. Hoe
kunnen we dat verbeteren Door te
zorgen, dat er per staak maar 3 of
4 snijboonen blijven doorgroeien en
vijf of zes pikkertjes. De rest trek
ken we uit, als we zien, dat de
andere absoluut zeker het leven
zullen houden.
Ik zei wel, dat het verbeteren van
fouten wel eens pijnlijk kan zijn.
Zoo heb ik ook Iemand overgehaald
om uit zijn bedden tulnboonen de
helft weg te nemen en die elders uit
te planten. Zoo moeten we ook het
te dicht gezaaide op tijd uitdunnen,
anders komt er niets van terecht.
H.
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 16 tot 23 Mei
INGEKOMEN
G. Cox, tuinier, Castenray G 35
van Venlo
W. Hillebrandt, R K. priester, Ys-
selsteyn I 56 van Heijthuizen
A. Hillege, tijd. opzlchterteekenaar
Genie, Schoolstraat 16 van Groningen
C. Jacobs, z.b., Oostsingel 4 van
Maastricht
G. Kusters, landbouwer, Veulen
H 33b van Horst
M. Winters, 2e luit. der genie, Sta
tionsstraat 29a van Zeist
A. Friesen, dienstbode, Castenray
G 37 b van Meerlo
W. Deriet, dienstbode, Veulen H 27a
van Maashees
H. Frank, kl.zuster, Elndstraat 10
van Vught
M, Heijmans, dienstbode Gr. Markt
14 van Geffen
M. Jacobs, dienstbode, D 42 van
Boxmeer
M. Konlnga, rellgieuse Merselosche-
weg 30 van Roosendaal
H. Loenen, z.b., Hensenlusstraat 6
van Grubbenvorst
A. Stevens, dienstbode, Buitenweg 3
van Nijmegen
M. Thelssing, z.b., Markt 11 van
Nijmegen.
VERTROKKEN
J. M. Janssen, dienstbode, naar
Eygelshoven, Hoofdstraat 126b
P. J. H. H. Janssen, landbouwer,
naar Meerlo, S wolgen C 23
M. C. P. Lit jens, z.b,, naar Poster-
holt
H. H. Strijbosch, dienstbode, naar
Tegelen
H. G. M. Wijnen, slagersknecht,
naar Boxmeer, Steenstraat 9
W. Claessens, z.b., naar Venlo,
Boekend 155
P. M. NijsseD, landbouwer, naar
Venlo, Boekend 189
P. J. Zoun, z.b., naar Katwijk,
Overrijn 7
Kolk" heette dat gedeelte van den
vijver, en daar kon men geen grond
vinden.
Meer dan eens ook hadden wij bij
den ouden Hendrik op de molentrap
gezeten die op de binnenplaats uit
kwam, welke slechts door een lagen
muur van den weg gescheiden was, die
niet vet re van daar over de brug voerde
en dan als gij naar het dorp toegingt
natuurlijk aan den rechterkant de
sluizen, de raderen en langs de raderen
een smal bruggetje had, dat van het
water naar een schuur met toebehoo-
ren en afdak leidde, alwaar karren,
eggen en ploegen waren ondergebracht.
Niet dan met een soort' van schrik,
dien wij heldhaftig overwonnen, sluipen
wij er over heen, ons echter voorzich
tigheidshalve aan de leuning, het
„staketsel" vasthoudend om met een
soort van prettige rilling, naar beneden
te zien in de schuimende en spattende
wateren, om dan even de leuning los
te laten en ons beide ooren dicht te
houden. Het was dan ook 'n geraas,
dat iemand hooren en zien verging;
maar niets tegen het groote hellengat.
dat was anders.
Een onzer die erg in de geographie
deed, zeide dan wel dat het hellengat
niet heel zoo groot was als de water
vallen in Amerika, en vooral die men
Niagara noemde, maar voor de eer van
zijn vaderstad meende hij toch dat de
bewering der anderen, dat hij toch niet
heel veel grooter kon zijn, wel grond
had
O die heerlijke schoone, zoete kin
derjaren 1
Zeker, het is een zaligheid aan de
jaren terug te denken, toen de jongens-
kiel los hing om de schouderen en het
blonde haar in de schoonste wanorde
om het hoofd daar waren ook zoo
veel struiken, waar men door, zooveel
boomen, waar men op en zooveel bra
men en wilde ranken waar men in
VENRAY, 31 Mei 1941
ST. ADELBERT.
Heemkunde-excursie naar
Venray.
De Venlosche af deeling van St.
Adelbert hield Zaterdagmiddag een
heemkunde-excursie naar Venray,
waar de historische, architectonisch
schoone parochiekerk met haar tal
rijke kunstschatten werd bezocht.
De Venraysche onderafdeeling reci-
moest, terwijl de blauwe, heldere kij
kers, met een hemel van onschuld in
de diepte, zoo vinnig straalden, zoo ge
lukkig glansden, zoo ernstig peinsden
naar omstandigheden.
Ernstig het is zoo aardig zoo'n
jonge ventjes zoo ernstig te zien over
leggen, alsof het lot der wereld er mee
gemoeid was.
Laterdit laterdan komen ernstige
uren, zwarte zorgen!
Later, als het wantrouwen in 't hart
sluipt, adder die alles vergiftigt, alle
vreugde vergalt, als de berekening
zich nestelt als het onkruid, in den
eens zoo edelmoedigen bodem des har
ten als in den „strijd des levens",
zoo als men dat noemt, de zelfzucht
de plaats wil innemen van de edeler
gevoelens der jeugd, en met looden
scepter regeert dan voelt men het
zoo zeer, hoe rijk het hart, het gemoed
is van het kind.
Later, dan telt men ook zooveel gra
ven langs dien weg des levens.
Maar we dwalen af, wij hebben den
ouden Hendrik bijna vergeten, die met
ons op de molentrap zoo dikwijls ge
zeten was, en ons verhaalde van vroe
gere tijden, toen hij nog jong was
In de week scheen op de molen aan
Hendrik alles te kort, want hij was
oud, en gebogen was zijn rug, en zijn
kleeren zaten hem aan zijn lijf, alsof
hij er uitgegroeid was, zijn handen
staken ver genoeg uit zijn mouwen, de
vrome man hoefde ze er niet meer uit
te steken om werkzaam te zijn, zijn
knieën waren ook zoo wat geplooid,
dat kwam van het eeuwige op en neer
gaan van de trappen, hij had een hou
ding, als altijd trappen beklimmend en
zijn borst was min of meer ingedrukt.
Maar wat een goedig gezicht, wat
een goedig oog had de goede oude
en hoe vriendelijk keken die van onder
die zwaar overhellende oogkassen met
grijze borstels zoo stekelig bezet, Ik
piëerde ln hotel de Zwaan, waar de
algemeene voorzitter mr. R. van
Basten Batenburg hartelijk voor
dankte en deze onderafdeeling onder
leldlDg van het bestuurslid dr. Ver-
cauteren aalmoezenier Loonen
zal ook haar adviseur zijn het
beste wenschte voor de toekomst.
De bekende historicus pater Beda
Verbeek O.F.M. hield een Inleiding
over de geschiedenis der kerk, die
hij echter wegens de beperkte tgd
moest beknottenln „Mooi Limburg"
zal deze onder de heemkunde-rubriek
„Uit het Land van Kessel" worden
gegeven als vervolg op de vroegere
studie, die men er reeds over publi
ceerden.
Onder leiding van Pastoor-Deken
W. BerdeD, die de gasten op vrien
delijke wijze begroette, begaf men
zich naar de kerk van St. Petrus
Banden, waar ir. Kayser, die, zooals
wij dit vroeger vermeld hebben, op
historisch- en vakdeskundlge wijze
restauratie van dit machtige
monument verzorgt, een kort, doch
klaar inzicht gaf op de architec
tuur der kerk, terwijl Prof. Bonfilius
Knipping O.F.M, privaat-docent aan
de R.K. Universiteit Nijmegen in
ikonographie, op diep-Indringende
wijze de schoonheid der talrijke
waardevolle beelden en andere kunst
schatten liet zien. Ook hier zal Pater
Beda nader op terug komen in „Mooi
Limburg" een serie prachtige foto's
zullen ook deze artikelen verluch
ten.
Tot slot werd de restauratie der
kerk in- en uitwendig bezichtigd,
waarbij Ir. Kayser een uitstekende
voorlichting gaf.
Te spoedig was de tijd van vertrek
aangebroken. Er was zelfs geen tijd
voor een officieel afscheid, maar dat
deze excursie de band der Noord-
Llmburgsche af deeling van St. Adel
bert heeft versterkt en de ziel er
van verdiept, dat is zeker. Deze
tocht zal vast door meerdere derge
lijke leerzame en genotvolle gevolgd
worden.
CONCOURS HANDBOOG.
SCHUTTERSBOND.
Op de doelen van de Handboog
schutterij „De Eendracht" aan het
Veulen had Zondag het eerste con
cours van dit jaar plaats, uitge
schreven door den Handboogschut-
tersbond „De Vriendschap".
De uitslag was als volgt
Eerste zestallen
le St. Joris, Leunen 192 p.
2e St. Anna, Venray 185 p.
3e De Batavieren, Castenray 184 p.
4e St. Hubertus, Merselo 169 p.
5e Ons Genoegen, Ysselsteyn 167 p.
69 De Eendracht, Veulen 160 p.
7e St. Oda, Venray 160 p.
8e H. Maria, Oostrum 153 p,
9e St. Antonius, Halfweg 151 p.
10e Willem Teil, Oirlo 142 p.
11e Ons Genoegen, America 141 p.
12e St. Jozef, Holthees 107 p.
13e Diana, Venray 115 p.
14e St. Agatha, Ayen 79 p.
Tweede zestallen
la St. Anna, Venray 175 p.
2e Oas Genoegen, YsselsteyD 148 p.
3e St. Antonius, Halfweg 148 p.
4e St. Joris, Leunen 133 p.
5e H. Maria, Oostrum 133 p.
6e Batavieren, Castenray 119 p.
7e St. Hubertus, Merselo 109 p.
8a Willem Teil, Olrlo 108 p.
9e St. Jozet, Holthees 107 p.
10e De Eendracht, Veulen 100 p.
11e Diana, Venray 86 p.
12e St. Oda, Venray 70 p.
Derde zestallen,
le prijs St. Anna 132 p.
2e De Eendracht 99 p.
3 e Ons Genoegen 94 p.
4e De Batavieren 87 p.
Peraoneele wedstrijd
le H. Swinkels, St. Joris, Leunen
25 p. 2e J. Arts, St. Hubertus, Mer
selo 4 rozen. 3e H. Emonts, Casten
ray 4 drieën. 4e J. Claassens, Olrlo
4 tweeën. 6e M. Valkx, Halfweg 3
eenen.
Drietallen: le St. Joris. 2e De Ba
tavieren. 39 St. Anna.
Geluksbaan: le Th. Voermans Ven
ray. 2a M. v.d. Ven, Venray. 3e A.
van Dgck, Leunen.
JAARVERSLAG RK.W.V.
De R.K.W.V. St. Jozef hield in het
St. Antonius Patronaat haar jaar-
lijksche"algemeene vergadering onder
voorzitterschap van dhr. L.Verbeek.
Deze vergadering was zeer matig
bezocht, daar vele leden buiten de
gemeente werkzaam zfln. In enkele
woorden schetste de voorzitter den
moeilijken tijd, dien de vereenlging
in het afgeloopen jaar heeft gehad
hfl spoorde de aanwezige leden
aan: hun collega's aan te moedigen
de organisatie trouw te big ven. Er
werd tevens een kort gebed gestort
voor het bestuurslid Cornellssen, die
op het oogenblik in het ziekenhuis
vertoeft.
Alle aftredende bestuursleden wer
den herkozen. Ook de voorzitter dhr.
L. Verbeek, die aftredend was, werd
herkozen. Verder verzocht de voor
zitter om met alle kracht te werken
aan de heroprichting van de „Credo
Pugno" propaganda-club en tevens
aan de uitbreiding van „Herwonnen
Levenskracht" en het Priesterstudie-
fonds. Hierna werd mededeeling ge
daan, dat dhr. Kelders belast is met
het agentschap van de Centrale
Spaarbank „Volksbank".
De districtsagent van 't Centrale
Ziekenfonds, dhr. Hosens sprak hier-
een woord over het werken en
streven van deze mooie sociale in
stelling en spoorde de leden aan het
werk, door de oprichters begonnen,
door te zetten, door zich bg deze
instelling aan te sluiten.
De geestelijk adviseur kap. Kuepers
sprak daarna nog woorden van aan
moediging over h6t Credo Pugnowerk
en vroeg den steun van de leden. De
voorzitter sloot met den wensch, dat
de R.K.W.V. van Venray in het ko
mende jaar alle moeilijkheden mocht
te boven komen met Id spanning en
medewerking van haar leden,
SERVATIUS - OMROEP
Servatius Hl kon 't in Sevenum
niet tot een overwinning brengen.
Met 4—3 moesten ze In Sevenum n
hun meerderen erkennen. Ter ver
ontschuldiging dient vermeld dat
Servatius III met slechts 9 man ln
het veld kwam. Voor Servatius III
is hiermede de competitie geëindigd.
Servatius IV leed opeigen terrein
een gevoelige nederlaag tegen Meer
lo II, dat niet met zich liet spotten
en een zeer verdienstelijk partijtje
voetbal ten beste gaf. Ook voor
Servatius IV was deze wedstrijd de
laatste der competitie.
AMERICA KAMPIOEN.
EricaAmerica 12.
Deze wedstrijd welke met zooveel
spanning tegemoet gezien werd is in
het voordeel van America geëindigd.
Een naar schatting duizend-koppig
publiek woonde deze wedstrijd bij.
Drommen supporters van belde
kampen moedigden hun favorieten
aan.
De Amerlcanen die al meerdere
malen voor heetó vuren hebben ge
staan waren het eerst hun zenuwen
de baas eD scoorden voor de rust,
terwijl toch Erica het meest in den
aanval was, twee goede doelpunten.
Erica had veel meer last van zenu
wen, zoodat er van ploegverband al
weinig terecht kwam.
Even voor de rust verkleinde Erica
al spoedig de achterstand door een
schitterend doelpunt. Deze stand
bleef zoo tot het einde nadat de
wederzijdsche aanvallers vooral deze
van Erica verschillende goede kan
sen verknoeiden.
Vanzelfsprekend was er van goed
voetbal geen sprake. Er werd veel
te veel op den man gespeeld. Hieraan
maakten beide clubs zich schuldig.
Dat er bij deze wedstrijd geen onge
lukken zijn gebeurd mag wel een
wonder heeten. Een geljjk spel had
de verhouding beter weergegeven.
De linksback en doelverdedlger van
Erica en de linksbuiten en linksback
van America waren de beste spelers
van het veld. Na de geheele compe
titie de leiding te hebben gehad
De NedeHaridsche
Pijnstiller
moet Erica de titel nog aan z'n
concurrent afstaan. Wel sneu
Scheidsrechter Clephas, die werd
bijgstaan door twee neutrale grens
rechters leidde op de hem typische
wijze tot algemeene voldoening van
het talrijke publiek.
V. K. H. I—H. C. V-
(Venlo) (Venray)
Op het V. K. H.-terrein te Venlo
speelde onze Venraysche Hockey
club een wedstrijd tegen V.K.H. I
(Zuid-Nederl. afd. le klasse).
Ondanks de weinige belangstelling
en aanmoediging, die de Venraysche
Hockey-club heeft, hebben wij Zon
dag l.l. kunnen zien, dat het deze
sportmenschen niet alleen aan enthou
siasme ontbreekt maar ook sportlef
zich sterk gaan ontwikkelen, naar
een beter en technisch goed be-
heerscht spel.
Dat deze wedstrijd voor onze
H.C.V.'ers met een 4—2 verlies ein
digde heeft niet aan de Venrayers
gelegen.
Nadat aan beide helften eenlge
aanvallen ondernomen waren, wist
H.C.V. d8 eerste goal te maken door
een goed opgezette aanval. Direct
daarop maakte Venlo echter gelijk.
Met deze stand ging de rust in.
Na de rust was de spelleidlng over
genomen door femand, die öf weinig
aandacht aan het spel schonk of er
geen verstand van had, zoodat on
danks het voortdurende overwicht
van H.C.V. de Venlonaren 2—1 wis
ten te maken. Na eenlge goede aan
vallen wist H.C.V. echter de stand
weer gelijk te maken. Hierna wist
V.K.H. door meer geluk dan wijsheid
nog 2 maal te scoren.
Het goede aanvallend- en verdedi
gend spel wat Venray ln Venlo ten
beste heeft gegeven en zoolang er
goede spelleidlng was, heeft weten
te handhaven, is voor deze club een
overtuiging dat zij crescendo gaat en
zonder twijfel de eerstkomende wed
strijd (wanneer er een goede spel
leidlng is) niet alleen met gelijk spel
maar als overwinnaar van het veld
zal gaan. Zij kunnen het en.., ver
dienen het.
LUXOR-THEATER
vertoont U Zaterdag en Eerste
Pinksterdag een film van forech en
heftig gebeuren, maar ook van tref
fende schoonheid en gratie
„VORSTEN-TRAGEDIE"
(Das herz der koningin)
Boeiend en ontroerend ls deze in
teressante film van Maria Stuart's
leven en dood met In de hoofdrollen
Zarah Leander en Willy BIrgel.
Uit Frankrijk keert Maria Stuart
(Zarah Leander) naar Schotland
terug om daar de regeering te aan
vaarden. Koningin Maria van Enge
land ziet in Maria Stuart een ge
vaar voor haar troon en maakt het
de Schotsche koningin zeer moeilijk.
Om de troon te behouden moet ze
trouwen. Tenslotte wordt zij door
een Engelsche rechtbank ter dood
veroordeéld. Met de woorden „Ko
ningen overwinnen ln het leven,
harten voor de eeuwigheid" betreedt
zg het schavot.
Tweede Pinksterdag wordt ver
toont
.MOORDZAAK FRANCHETTI"
met in de hoofdrollen Benjamlno
Gigll en Klraten Heiberg,
Dit verrassende stuk, waarin de
ontknooping van een drama logisch
ls opgebouwd, willen wij hier liever
niet verraden.
weet nog goed dat, hoe eeltig zijn knok
kelige hand en hoe bestoven en kaal
zijn heele kleeding ook was, ik alle
anderen vooruit was, wanneer men
langs de molen ging, en het met spron
gen de trap op ging, om naast hem te
kunnen gaan zitten met de ellebogen
op zijn knieën geleund en roerloos naar
hem op te staren, wanneer hij van den
Franschen tijd vertelde, en groote wol
ken tabak uit een kort stomp pijpje
blies.
Ik stond goed bij hem aangeschre
ven, èn omdat ik zoo goed luisterde,
èn omdat ik aan het pluimvee, dat op
de plaats erg druk rondliep, geen kwaad
deed.
„De kippen en eenden, zei hij soms,
kennen u bijna zoo goed als mij, voor
u gaan ze zoo min op de vlucht, als
voor mij, en dat mag ik gaarne. Die
het weerlooze vee plagen kan en kwaad
doen, die heeft geen goed hart in."
Het was voor mij een waar genot
tusschen al dat veerenvolkje, klein en
groot, van allerlei soort te staan, het
kieltje vol voeder m2t de linkerhand
opgehouden strooiend en pratend alsof
ze mij verstonden.
Dat mocht de oude man zoo graag.
Maar er was nog een andere reden.
Hendrik, dien wij altijd schertsend
„den braven Hendrik" noemden,
niet om den suffert uit te boeken, dien
wij natuurlijk in volmaakte overeen
stemming met Hildebrand volstrektniet
lijden konden, had ons eens van zijn
zoon, zijn eenig kind verteld, dat dood
was, en erg droevig gestorven was.
Toen hij zijn verhaal geëindigd had
en op eens zweeg en voor zich uit
staarde als zag hij zijn armen jongen
nog voor zich, rolden tranen over zijn
gerimpeld gelaat en voelde ik diep mee
met den vader, die treurde over zijn
kind.
Van dien dag aan was onze vriend
schapsband gesloten en kon ik geen
kwaad bij „braven Hendrik".
Aan de vriendschap dank ik dan ook
het verhaal, dat ik u ga mededeelen,
Daar wij echter aan den „armen Hen
drik" dat alles eigenlijk verschuldigd
zijn, zoo willen wij u vooraf zijn ge
schiedenis mededeelen.
Het zal een soort van voorspel, van
inleiding zijn.
Wij noemden hem „armen Hendrik",
omdat zijn goede vader, wanneer hij
over zijn kind begon en vertelde, dik
wijls zijn verhaal onderbrak en diep
verzuchtte: arme, arme Hendriken
onherroepelijk sloot met denzelfden
diepen zucht: Arme, arme Hendrik I
li.
ARME HENDRIK.
Laat ik, eer ik u het verhaal van
„Oom Hendrik" ziet, zoo noemde
ik hem altijd, omdat trouwens de heele
molen en ook het heele dorp hem zoo
of wel ook ..Molenaars Hendrik" heette
ga mededeelen, voorop zeggen, dat
Hendrik bij alien goed gezien was, en
dat hij in de plaats voor een toonbeeld
van eerlijkheid en deugd doorging.
Iets was echter opvallend aan hem.
Hij ging dikwijls langs den weg, of
stond op den molen en staarde steeds
voor zich uit, alsof zijn gebogen hoofd
een spoor zag dat hij volgde.
Kinderen hebben op hun leeftijd geen
medelijden, en een der onzen zei ons
wel eens in het oor, wanneer hij zoo
voorbijliep, de „spoorzoeker" of de
„spokenziener".
Eens het was in den zomer, en
wij waren op wandeling langs den mo
len werd mij verlof verleend, bij
oom Hendrik te blijven, de anderen
zouden mij op den molen afhalen, bij
hun terugkomst.
Dat waren voor mij prettige uren,
dan behoefde ik mij nooit in te houden
bij Hendrik, wat ik in tegenwoordigheid
der anderen steeds doen moest.
Wat zit er het menschelijk opzicht
vroeg in, wat een lafheid, want er was
een mijner schoolkameraden die het
hoog in had, het was een Rotterdam
mer, die oom Hendrik, een ouwen plom
pen boer noemde en mij niet weinig
voor den gek hield als mij het „Oom
Hendrik" soms ontviel bij toeval.
„Nouhij met zijn oom Hendrik
mooie famielje, hoor 1"
Hoe het zij, ik was bij oom Hendrik
i op de molentrap. Aardig moet het
geweest zijn, den kleinen blonden knaap,
naast den gebogen, bevrienden grijsaard
te zien zitten.
Een'leven dat begon, een leven dat
eindigde de bloeiende jeugd en de
verwelkte ouderdom de hoop des
levens en de hoop des doods 'n fris-
sche bloem op een verdorden boom
zouder bladeren en leven en toch
beiden één van harte door een ware
vriendschap.
Later begreep ik het zoo goed, toen
ik weg moest en afscheid nam van m'n
ouden vriend en hij mij zei: „Kind, het
doet mij zoo leed dat gij weggaat, nu
ben ik weer zoo heel alleen... gij hebt
in uw oogen iets van mijn Hendrik,
toen hij zoo oud was als gij... Als gij
mij aanziet, dan denk ik aan hem met
minder leed."
Want, ziet gij, Hendrik was zijn kind,
zijn eenig kind.
Dat hebben wij reeds gezegd.
Want die gekromde, oude man was
eens jong en sterk en blozend geweest,
en had het leven zoo vreugdevol tege
moet gezien, al was hij jong ook al
reeds een wees geworden, eer dat hij
wist wat wees zijn beteekende.
Jong ook was hij op den molen ge
komen, daar had de molenaarsvrouw,
de bazin hem altijd goed behandeld en
als haar kind met haren zoon, haar
eenigen opgevoed. Wat was hij ver
knocht aan dien molen, zonder den
molen kon hij niet leven, zeide hij. dat
geklapper en dat ruischen van het wa
ter en die bedtijvigheld waren hem
onmisbaar, een tweede natuur gewor
den. Wordt vervolgd.