TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Het landbouw^ crediet. Voor Boeren en Tuinders. Provinciaal Nieuws Zaterdag 31 Mei 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 22 De Coöperatieve Centrale Boeren leenbank te Eindhoven eindigde op 31 December 1940 haar tweeën veertigste boekjaar. Zij Is de centrale instelling van 568 plaatselijke Boerenleenbanken, over ongeveer het geheele land ver spreid. Deze banken Immers zijn over de provincies als volgt verdeeld: Noord-Brabant 202, Limburg 156, Gelderland 72, Overrjsel 45, Zuid- Holland 31, Noord-Holland 28, Zee land 11, Utrecht 8, Drenthe 8, Fries land 7, Groningen 0. De instelling staat op den grond- ala°- van de beginselen door Ralffeisen aan het georganiseerde landbouw- crediet gegeven. - Ook in den onrustigen oorlogstijd hebben onze Boerenleenbanken hun zeer belangrijk werk kunnen voort zetten en zrj hebben daarbg hun sterke positie kunnen handhaven. Liepen de spaargelden bij de plaat selijke banken, aangesloten bg de Centrale te Eindhoven, die Maan dag haar jaarvergadering hield, welke door een duizendtal plaatselijke leiders pleegt te worden bijgewoond, in de op het uitbreken van den oorlog volgende maanden van 1940, van Mei tot October, eenlgermate terug, deze terugloop was minder sterk dan In 1939. In de latere maan den van 1940 kwam er een einde aan. In totaal werd in 1940 voor ruim 1 millloen gulden aan spaargeld meer ingelegd dan In 1939, terwijl In 1940 voor ongeveer 2 millloen gulden minder aan spaargeld werd opge vraagd dan In 1939. Zulk een resultaat in de meest ernstige omstandigheden, die een land konden treffen is wel een zeer tref fend bewijs van het ongeschokt ver trouwen van de boeren in hun groote financleele 'instelling. Einde December 1940 waren aan spaargelden en in loopende rekening bij de plaatselijke Boerenleenbanken Ingelegd ruim 129 millloen gulden. Op 31 December 1939 bedroeg het totaal der voorschotten en uitgaven in loopende rekening ruim 581/, mil lloen, d.i. 44.2 pet. van het bedrag der spaargelden en ontvangsten In loopende rekening. Terwijl het bedrag van de spaar gelden "in 1940 toenam, liep dat van de aan de leden der plaatselijke ban ken verstrekte voorschotten met ruim 4 millloen gulden terug. De oorzaak ligt in een verminde ring van de behoefte aan crediet. De gang van zaken was in het afgeloo- pen jaar In verschillende takken van het agrarisch bedrijf niet onbevredi gend. En daartegenover stond een Inkrimping van voorraden, vooral van den Veestapel, zoodat er geld vrij kwam, waarmede de boeren voor schotten aflosten of hetwelk zij bij hun bank belegden. In de eerste maanden van 1941 vloeide weer veel geld bij de Boeren leenbanken binnen zooals de Mede- deellngen der Elndnovensche Centrale berichtten, zoodat de beschikbare middelen bij deze Centrale niet on belangrijk stegen. De Centrale maakte over 1940 een bedrijfswinst van f 207.343. Voorgesteld wordt, daarvan weder om f 10.000 te storten voor de vor ming van een crisisfonds voor aan gesloten Boerenleenbanken, verder om f 143.109 te storten in de effecten- reserve. Dan blijft er een netto-winst over van f 51163, (vorig jaar f 57.011). Deze winst wordt volgens de sta tuten verdeeld over verschillende reservefondsen. Er wordt 6 pet. uit gekeerd op de aandeelen, terwijl 5 pet. ter beschikking blijft van de algemeene vergadering, welk bedrag telken jare pleegt geschonken te worden aan dan Kath. Ned. Boeren- FEUILLETON. Misdaad en recht rond de Piasmolen. Wij gaan U een ware gebeurtenis verhalen, waarin slleen de namen van de personen en de plaatsen van han deling iets veranderd zijn. De heele geschiedenis is waar ge beurd; ze is ons verhaald door een ooggetuige, die er een groot aandeel in heett gehad en verder hebben wij zelf meer dan twee jaren onzer eerste jeugd doorgebracht op de plaats, waar ons verhaal zich afspeelt. Menigen keer dobberden wij daar in een klein bootje droomend over den grooten vijver en stevenden met een klein kunstzeil naar een klein eilandje, dat middea in de lisschen in den grooten vijm was gelegen, door prach tige wilgeQ beschaduwd en met kreupel hout omzoomd. En dan was het een pret, Robinson te spelen. Robinson op zijn eiland. Het kleine bootje werd door het lisch en riet, en in eei „kreek" getrokken, en was van den ower onzichtbaar, zoodat men voorloopt voor alle menschen- eters. in dit gevil onze schoolkamera den, verzekerd wis. Dan zaten wi daar te peinzen en te berekenen hoe-eel fransche ruiters wel aan den overant in den modder nog om het levei zouden komen want daar was de ijver torendiep of beter hij had geenbodem zoo heette het, en alles wat 2;h er in waagde werd onverbiddelijk erslonden en nooit gaf de geheimtnnige kolk zijn slachtoffer weer. en Tulndersbond en den Chrlstelijken Boerenbond. Na de winst verdeeling zullen de reserves bedragen: gewoon reservefonds f4134.000, gemeenschappslg ke reserve f 901,000 effectenreserve f 1 600 000 totale reserve f 6.635.000. De gezamenlijke bij de Centrale Boerenleenbank van Eindhoven aan gesloten Boerenleenbanken hadden op 31 December j.l. een reserve van f 9.800.000. Deze cijfers geven een beeld van de kracht en de soliditeit der wijd vertakte instelling. Het Pensioenfonds der Coöp. Cen trale Boerenleenbank heeft een saldo van f 612 992. Aan pensioenen werd f 11.700 uitbetaald. Het Oaderling Waarborgfonds der banken heeft een bezit van f163.220. De Boerenleenbank Is voor het overgroote deel een werk van het platteland. Het leeft in de dorpen, waar door de onderlinge bekendheid en vooral door de geaardheid der tezamen levende bevolking de onder linge hulp volgens eeuwenlange tra ditie gaarne geboden pleegt te wor den. Hier worde daaromtrent een stem aangehaald uit de bakermat van de Ralffeisenbeweglng, Dultschland, waar een der leidende personen Dr. Strub, In een artikel volgens de boven aangehaalde Mededeelingen het volgende schreef: „Het credletwezen berust Immers op een zeker vertrouwen; dit heeft de coöperatieve practijk wel zeer bijzonder duidelijk bewezen. Geen andere credietorganlsatie heeft te maken met zoodanige enge persoon lijke betrekkingen tusschen crediet- geven en -nemen als de boerenleen banken, waarvan de kassier en het bestuur iederen credletnemer kennen. Daarom waren de boerenleenbanken ook ln staat en geroepen aan de boeren bedrijfscredlsten te verleenen zonder dat zakelijke zekerheid be hoefde te worden gesteld. Dat zij aan den anderen kant ook bijzonder geschikt zijn voor het verzamelen van spaargelden op het platteland, blijkt duidelijk uit het succes van den (Dultschen) nationalen spaardag 1940. De vraag of de crediet-coöpe raties als organisatievorm al dan niet dienden te worden erkend, is dan ook nooit gesteld. Zij zijn als vakgroep bij de organisatie van het bedrijfsleven aangesloten en oefenen naast de andere banken en spaar kassen hare bijzondere functies uit. De boerenleenbankcoöperatie, ge combineerd met de aan-en verkoop coöperatie en de coöperatieve ge bruikmaking van landbouwmachines is en blijft nu eenmaal de ideale dorpsgemeenschap, die zich naast de economische prestatie en den steun van de economische zwakke ren, de opvoeding tot gemeenachaps- gedachten ten doel stelt." Dit groote werk tot heil voorna melijk van den voor de geheele samenleving ln zedelijk en econo misch opzicht zoo belangrijken boerenstand mogen de boerenleen banken ook in ons land ln zoo groot mogelijke rust kunnen blijven voort zetten. FOUTEN VERBETEREN. Als we ln de opvoeding van de kinderen fouten hebben gemaakt, Is 't zeer moeilijk en voor ons zelf ook pijnlijk om deze te verbeteren. Zoo is het ln den tuinbouw ook. We maken fouten, vooral in het begin en zelfs veel. Die te verbeteren 1b moeilijker en minder aangenaam, dan het van den aanvaDg af goed te doen. Op mijn rondgang en op mijn practische tuinbouwles heb ik de laatste maand opgemerkt, dat de groote meerderheid der beginnelin gen de boonstaken veel te dicht heeft staan. Ik zag er van 40 x 40, dat was 't ergste, maar 50 x 50 komt vrij veel voor. Dan wordt er nog vaak de fout bij gemaakt, dat er per staak veel te veel boonen worden gelegd acht snijboonen en 14—20 pikkertjes of princesseboon- tjes. Dat ls dubbel fout. We krijgen later een veel te dichten stand met het gevolg, dat er tot twee meter boven de grond maar weinig boonen komen. De meeste komen hoog aan de staken en zijn lastig te plukken, En toch moeten goede staakboonen van onder op bloeien en dragen. Hoe kunnen we dat verbeteren Door te zorgen, dat er per staak maar 3 of 4 snijboonen blijven doorgroeien en vijf of zes pikkertjes. De rest trek ken we uit, als we zien, dat de andere absoluut zeker het leven zullen houden. Ik zei wel, dat het verbeteren van fouten wel eens pijnlijk kan zijn. Zoo heb ik ook Iemand overgehaald om uit zijn bedden tulnboonen de helft weg te nemen en die elders uit te planten. Zoo moeten we ook het te dicht gezaaide op tijd uitdunnen, anders komt er niets van terecht. H. Ingekomen en vertrokken personen* Van 16 tot 23 Mei INGEKOMEN G. Cox, tuinier, Castenray G 35 van Venlo W. Hillebrandt, R K. priester, Ys- selsteyn I 56 van Heijthuizen A. Hillege, tijd. opzlchterteekenaar Genie, Schoolstraat 16 van Groningen C. Jacobs, z.b., Oostsingel 4 van Maastricht G. Kusters, landbouwer, Veulen H 33b van Horst M. Winters, 2e luit. der genie, Sta tionsstraat 29a van Zeist A. Friesen, dienstbode, Castenray G 37 b van Meerlo W. Deriet, dienstbode, Veulen H 27a van Maashees H. Frank, kl.zuster, Elndstraat 10 van Vught M, Heijmans, dienstbode Gr. Markt 14 van Geffen M. Jacobs, dienstbode, D 42 van Boxmeer M. Konlnga, rellgieuse Merselosche- weg 30 van Roosendaal H. Loenen, z.b., Hensenlusstraat 6 van Grubbenvorst A. Stevens, dienstbode, Buitenweg 3 van Nijmegen M. Thelssing, z.b., Markt 11 van Nijmegen. VERTROKKEN J. M. Janssen, dienstbode, naar Eygelshoven, Hoofdstraat 126b P. J. H. H. Janssen, landbouwer, naar Meerlo, S wolgen C 23 M. C. P. Lit jens, z.b,, naar Poster- holt H. H. Strijbosch, dienstbode, naar Tegelen H. G. M. Wijnen, slagersknecht, naar Boxmeer, Steenstraat 9 W. Claessens, z.b., naar Venlo, Boekend 155 P. M. NijsseD, landbouwer, naar Venlo, Boekend 189 P. J. Zoun, z.b., naar Katwijk, Overrijn 7 Kolk" heette dat gedeelte van den vijver, en daar kon men geen grond vinden. Meer dan eens ook hadden wij bij den ouden Hendrik op de molentrap gezeten die op de binnenplaats uit kwam, welke slechts door een lagen muur van den weg gescheiden was, die niet vet re van daar over de brug voerde en dan als gij naar het dorp toegingt natuurlijk aan den rechterkant de sluizen, de raderen en langs de raderen een smal bruggetje had, dat van het water naar een schuur met toebehoo- ren en afdak leidde, alwaar karren, eggen en ploegen waren ondergebracht. Niet dan met een soort' van schrik, dien wij heldhaftig overwonnen, sluipen wij er over heen, ons echter voorzich tigheidshalve aan de leuning, het „staketsel" vasthoudend om met een soort van prettige rilling, naar beneden te zien in de schuimende en spattende wateren, om dan even de leuning los te laten en ons beide ooren dicht te houden. Het was dan ook 'n geraas, dat iemand hooren en zien verging; maar niets tegen het groote hellengat. dat was anders. Een onzer die erg in de geographie deed, zeide dan wel dat het hellengat niet heel zoo groot was als de water vallen in Amerika, en vooral die men Niagara noemde, maar voor de eer van zijn vaderstad meende hij toch dat de bewering der anderen, dat hij toch niet heel veel grooter kon zijn, wel grond had O die heerlijke schoone, zoete kin derjaren 1 Zeker, het is een zaligheid aan de jaren terug te denken, toen de jongens- kiel los hing om de schouderen en het blonde haar in de schoonste wanorde om het hoofd daar waren ook zoo veel struiken, waar men door, zooveel boomen, waar men op en zooveel bra men en wilde ranken waar men in VENRAY, 31 Mei 1941 ST. ADELBERT. Heemkunde-excursie naar Venray. De Venlosche af deeling van St. Adelbert hield Zaterdagmiddag een heemkunde-excursie naar Venray, waar de historische, architectonisch schoone parochiekerk met haar tal rijke kunstschatten werd bezocht. De Venraysche onderafdeeling reci- moest, terwijl de blauwe, heldere kij kers, met een hemel van onschuld in de diepte, zoo vinnig straalden, zoo ge lukkig glansden, zoo ernstig peinsden naar omstandigheden. Ernstig het is zoo aardig zoo'n jonge ventjes zoo ernstig te zien over leggen, alsof het lot der wereld er mee gemoeid was. Laterdit laterdan komen ernstige uren, zwarte zorgen! Later, als het wantrouwen in 't hart sluipt, adder die alles vergiftigt, alle vreugde vergalt, als de berekening zich nestelt als het onkruid, in den eens zoo edelmoedigen bodem des har ten als in den „strijd des levens", zoo als men dat noemt, de zelfzucht de plaats wil innemen van de edeler gevoelens der jeugd, en met looden scepter regeert dan voelt men het zoo zeer, hoe rijk het hart, het gemoed is van het kind. Later, dan telt men ook zooveel gra ven langs dien weg des levens. Maar we dwalen af, wij hebben den ouden Hendrik bijna vergeten, die met ons op de molentrap zoo dikwijls ge zeten was, en ons verhaalde van vroe gere tijden, toen hij nog jong was In de week scheen op de molen aan Hendrik alles te kort, want hij was oud, en gebogen was zijn rug, en zijn kleeren zaten hem aan zijn lijf, alsof hij er uitgegroeid was, zijn handen staken ver genoeg uit zijn mouwen, de vrome man hoefde ze er niet meer uit te steken om werkzaam te zijn, zijn knieën waren ook zoo wat geplooid, dat kwam van het eeuwige op en neer gaan van de trappen, hij had een hou ding, als altijd trappen beklimmend en zijn borst was min of meer ingedrukt. Maar wat een goedig gezicht, wat een goedig oog had de goede oude en hoe vriendelijk keken die van onder die zwaar overhellende oogkassen met grijze borstels zoo stekelig bezet, Ik piëerde ln hotel de Zwaan, waar de algemeene voorzitter mr. R. van Basten Batenburg hartelijk voor dankte en deze onderafdeeling onder leldlDg van het bestuurslid dr. Ver- cauteren aalmoezenier Loonen zal ook haar adviseur zijn het beste wenschte voor de toekomst. De bekende historicus pater Beda Verbeek O.F.M. hield een Inleiding over de geschiedenis der kerk, die hij echter wegens de beperkte tgd moest beknottenln „Mooi Limburg" zal deze onder de heemkunde-rubriek „Uit het Land van Kessel" worden gegeven als vervolg op de vroegere studie, die men er reeds over publi ceerden. Onder leiding van Pastoor-Deken W. BerdeD, die de gasten op vrien delijke wijze begroette, begaf men zich naar de kerk van St. Petrus Banden, waar ir. Kayser, die, zooals wij dit vroeger vermeld hebben, op historisch- en vakdeskundlge wijze restauratie van dit machtige monument verzorgt, een kort, doch klaar inzicht gaf op de architec tuur der kerk, terwijl Prof. Bonfilius Knipping O.F.M, privaat-docent aan de R.K. Universiteit Nijmegen in ikonographie, op diep-Indringende wijze de schoonheid der talrijke waardevolle beelden en andere kunst schatten liet zien. Ook hier zal Pater Beda nader op terug komen in „Mooi Limburg" een serie prachtige foto's zullen ook deze artikelen verluch ten. Tot slot werd de restauratie der kerk in- en uitwendig bezichtigd, waarbij Ir. Kayser een uitstekende voorlichting gaf. Te spoedig was de tijd van vertrek aangebroken. Er was zelfs geen tijd voor een officieel afscheid, maar dat deze excursie de band der Noord- Llmburgsche af deeling van St. Adel bert heeft versterkt en de ziel er van verdiept, dat is zeker. Deze tocht zal vast door meerdere derge lijke leerzame en genotvolle gevolgd worden. CONCOURS HANDBOOG. SCHUTTERSBOND. Op de doelen van de Handboog schutterij „De Eendracht" aan het Veulen had Zondag het eerste con cours van dit jaar plaats, uitge schreven door den Handboogschut- tersbond „De Vriendschap". De uitslag was als volgt Eerste zestallen le St. Joris, Leunen 192 p. 2e St. Anna, Venray 185 p. 3e De Batavieren, Castenray 184 p. 4e St. Hubertus, Merselo 169 p. 5e Ons Genoegen, Ysselsteyn 167 p. 69 De Eendracht, Veulen 160 p. 7e St. Oda, Venray 160 p. 8e H. Maria, Oostrum 153 p, 9e St. Antonius, Halfweg 151 p. 10e Willem Teil, Oirlo 142 p. 11e Ons Genoegen, America 141 p. 12e St. Jozef, Holthees 107 p. 13e Diana, Venray 115 p. 14e St. Agatha, Ayen 79 p. Tweede zestallen la St. Anna, Venray 175 p. 2e Oas Genoegen, YsselsteyD 148 p. 3e St. Antonius, Halfweg 148 p. 4e St. Joris, Leunen 133 p. 5e H. Maria, Oostrum 133 p. 6e Batavieren, Castenray 119 p. 7e St. Hubertus, Merselo 109 p. 8a Willem Teil, Olrlo 108 p. 9e St. Jozet, Holthees 107 p. 10e De Eendracht, Veulen 100 p. 11e Diana, Venray 86 p. 12e St. Oda, Venray 70 p. Derde zestallen, le prijs St. Anna 132 p. 2e De Eendracht 99 p. 3 e Ons Genoegen 94 p. 4e De Batavieren 87 p. Peraoneele wedstrijd le H. Swinkels, St. Joris, Leunen 25 p. 2e J. Arts, St. Hubertus, Mer selo 4 rozen. 3e H. Emonts, Casten ray 4 drieën. 4e J. Claassens, Olrlo 4 tweeën. 6e M. Valkx, Halfweg 3 eenen. Drietallen: le St. Joris. 2e De Ba tavieren. 39 St. Anna. Geluksbaan: le Th. Voermans Ven ray. 2a M. v.d. Ven, Venray. 3e A. van Dgck, Leunen. JAARVERSLAG RK.W.V. De R.K.W.V. St. Jozef hield in het St. Antonius Patronaat haar jaar- lijksche"algemeene vergadering onder voorzitterschap van dhr. L.Verbeek. Deze vergadering was zeer matig bezocht, daar vele leden buiten de gemeente werkzaam zfln. In enkele woorden schetste de voorzitter den moeilijken tijd, dien de vereenlging in het afgeloopen jaar heeft gehad hfl spoorde de aanwezige leden aan: hun collega's aan te moedigen de organisatie trouw te big ven. Er werd tevens een kort gebed gestort voor het bestuurslid Cornellssen, die op het oogenblik in het ziekenhuis vertoeft. Alle aftredende bestuursleden wer den herkozen. Ook de voorzitter dhr. L. Verbeek, die aftredend was, werd herkozen. Verder verzocht de voor zitter om met alle kracht te werken aan de heroprichting van de „Credo Pugno" propaganda-club en tevens aan de uitbreiding van „Herwonnen Levenskracht" en het Priesterstudie- fonds. Hierna werd mededeeling ge daan, dat dhr. Kelders belast is met het agentschap van de Centrale Spaarbank „Volksbank". De districtsagent van 't Centrale Ziekenfonds, dhr. Hosens sprak hier- een woord over het werken en streven van deze mooie sociale in stelling en spoorde de leden aan het werk, door de oprichters begonnen, door te zetten, door zich bg deze instelling aan te sluiten. De geestelijk adviseur kap. Kuepers sprak daarna nog woorden van aan moediging over h6t Credo Pugnowerk en vroeg den steun van de leden. De voorzitter sloot met den wensch, dat de R.K.W.V. van Venray in het ko mende jaar alle moeilijkheden mocht te boven komen met Id spanning en medewerking van haar leden, SERVATIUS - OMROEP Servatius Hl kon 't in Sevenum niet tot een overwinning brengen. Met 4—3 moesten ze In Sevenum n hun meerderen erkennen. Ter ver ontschuldiging dient vermeld dat Servatius III met slechts 9 man ln het veld kwam. Voor Servatius III is hiermede de competitie geëindigd. Servatius IV leed opeigen terrein een gevoelige nederlaag tegen Meer lo II, dat niet met zich liet spotten en een zeer verdienstelijk partijtje voetbal ten beste gaf. Ook voor Servatius IV was deze wedstrijd de laatste der competitie. AMERICA KAMPIOEN. EricaAmerica 12. Deze wedstrijd welke met zooveel spanning tegemoet gezien werd is in het voordeel van America geëindigd. Een naar schatting duizend-koppig publiek woonde deze wedstrijd bij. Drommen supporters van belde kampen moedigden hun favorieten aan. De Amerlcanen die al meerdere malen voor heetó vuren hebben ge staan waren het eerst hun zenuwen de baas eD scoorden voor de rust, terwijl toch Erica het meest in den aanval was, twee goede doelpunten. Erica had veel meer last van zenu wen, zoodat er van ploegverband al weinig terecht kwam. Even voor de rust verkleinde Erica al spoedig de achterstand door een schitterend doelpunt. Deze stand bleef zoo tot het einde nadat de wederzijdsche aanvallers vooral deze van Erica verschillende goede kan sen verknoeiden. Vanzelfsprekend was er van goed voetbal geen sprake. Er werd veel te veel op den man gespeeld. Hieraan maakten beide clubs zich schuldig. Dat er bij deze wedstrijd geen onge lukken zijn gebeurd mag wel een wonder heeten. Een geljjk spel had de verhouding beter weergegeven. De linksback en doelverdedlger van Erica en de linksbuiten en linksback van America waren de beste spelers van het veld. Na de geheele compe titie de leiding te hebben gehad De NedeHaridsche Pijnstiller moet Erica de titel nog aan z'n concurrent afstaan. Wel sneu Scheidsrechter Clephas, die werd bijgstaan door twee neutrale grens rechters leidde op de hem typische wijze tot algemeene voldoening van het talrijke publiek. V. K. H. I—H. C. V- (Venlo) (Venray) Op het V. K. H.-terrein te Venlo speelde onze Venraysche Hockey club een wedstrijd tegen V.K.H. I (Zuid-Nederl. afd. le klasse). Ondanks de weinige belangstelling en aanmoediging, die de Venraysche Hockey-club heeft, hebben wij Zon dag l.l. kunnen zien, dat het deze sportmenschen niet alleen aan enthou siasme ontbreekt maar ook sportlef zich sterk gaan ontwikkelen, naar een beter en technisch goed be- heerscht spel. Dat deze wedstrijd voor onze H.C.V.'ers met een 4—2 verlies ein digde heeft niet aan de Venrayers gelegen. Nadat aan beide helften eenlge aanvallen ondernomen waren, wist H.C.V. d8 eerste goal te maken door een goed opgezette aanval. Direct daarop maakte Venlo echter gelijk. Met deze stand ging de rust in. Na de rust was de spelleidlng over genomen door femand, die öf weinig aandacht aan het spel schonk of er geen verstand van had, zoodat on danks het voortdurende overwicht van H.C.V. de Venlonaren 2—1 wis ten te maken. Na eenlge goede aan vallen wist H.C.V. echter de stand weer gelijk te maken. Hierna wist V.K.H. door meer geluk dan wijsheid nog 2 maal te scoren. Het goede aanvallend- en verdedi gend spel wat Venray ln Venlo ten beste heeft gegeven en zoolang er goede spelleidlng was, heeft weten te handhaven, is voor deze club een overtuiging dat zij crescendo gaat en zonder twijfel de eerstkomende wed strijd (wanneer er een goede spel leidlng is) niet alleen met gelijk spel maar als overwinnaar van het veld zal gaan. Zij kunnen het en.., ver dienen het. LUXOR-THEATER vertoont U Zaterdag en Eerste Pinksterdag een film van forech en heftig gebeuren, maar ook van tref fende schoonheid en gratie „VORSTEN-TRAGEDIE" (Das herz der koningin) Boeiend en ontroerend ls deze in teressante film van Maria Stuart's leven en dood met In de hoofdrollen Zarah Leander en Willy BIrgel. Uit Frankrijk keert Maria Stuart (Zarah Leander) naar Schotland terug om daar de regeering te aan vaarden. Koningin Maria van Enge land ziet in Maria Stuart een ge vaar voor haar troon en maakt het de Schotsche koningin zeer moeilijk. Om de troon te behouden moet ze trouwen. Tenslotte wordt zij door een Engelsche rechtbank ter dood veroordeéld. Met de woorden „Ko ningen overwinnen ln het leven, harten voor de eeuwigheid" betreedt zg het schavot. Tweede Pinksterdag wordt ver toont .MOORDZAAK FRANCHETTI" met in de hoofdrollen Benjamlno Gigll en Klraten Heiberg, Dit verrassende stuk, waarin de ontknooping van een drama logisch ls opgebouwd, willen wij hier liever niet verraden. weet nog goed dat, hoe eeltig zijn knok kelige hand en hoe bestoven en kaal zijn heele kleeding ook was, ik alle anderen vooruit was, wanneer men langs de molen ging, en het met spron gen de trap op ging, om naast hem te kunnen gaan zitten met de ellebogen op zijn knieën geleund en roerloos naar hem op te staren, wanneer hij van den Franschen tijd vertelde, en groote wol ken tabak uit een kort stomp pijpje blies. Ik stond goed bij hem aangeschre ven, èn omdat ik zoo goed luisterde, èn omdat ik aan het pluimvee, dat op de plaats erg druk rondliep, geen kwaad deed. „De kippen en eenden, zei hij soms, kennen u bijna zoo goed als mij, voor u gaan ze zoo min op de vlucht, als voor mij, en dat mag ik gaarne. Die het weerlooze vee plagen kan en kwaad doen, die heeft geen goed hart in." Het was voor mij een waar genot tusschen al dat veerenvolkje, klein en groot, van allerlei soort te staan, het kieltje vol voeder m2t de linkerhand opgehouden strooiend en pratend alsof ze mij verstonden. Dat mocht de oude man zoo graag. Maar er was nog een andere reden. Hendrik, dien wij altijd schertsend „den braven Hendrik" noemden, niet om den suffert uit te boeken, dien wij natuurlijk in volmaakte overeen stemming met Hildebrand volstrektniet lijden konden, had ons eens van zijn zoon, zijn eenig kind verteld, dat dood was, en erg droevig gestorven was. Toen hij zijn verhaal geëindigd had en op eens zweeg en voor zich uit staarde als zag hij zijn armen jongen nog voor zich, rolden tranen over zijn gerimpeld gelaat en voelde ik diep mee met den vader, die treurde over zijn kind. Van dien dag aan was onze vriend schapsband gesloten en kon ik geen kwaad bij „braven Hendrik". Aan de vriendschap dank ik dan ook het verhaal, dat ik u ga mededeelen, Daar wij echter aan den „armen Hen drik" dat alles eigenlijk verschuldigd zijn, zoo willen wij u vooraf zijn ge schiedenis mededeelen. Het zal een soort van voorspel, van inleiding zijn. Wij noemden hem „armen Hendrik", omdat zijn goede vader, wanneer hij over zijn kind begon en vertelde, dik wijls zijn verhaal onderbrak en diep verzuchtte: arme, arme Hendriken onherroepelijk sloot met denzelfden diepen zucht: Arme, arme Hendrik I li. ARME HENDRIK. Laat ik, eer ik u het verhaal van „Oom Hendrik" ziet, zoo noemde ik hem altijd, omdat trouwens de heele molen en ook het heele dorp hem zoo of wel ook ..Molenaars Hendrik" heette ga mededeelen, voorop zeggen, dat Hendrik bij alien goed gezien was, en dat hij in de plaats voor een toonbeeld van eerlijkheid en deugd doorging. Iets was echter opvallend aan hem. Hij ging dikwijls langs den weg, of stond op den molen en staarde steeds voor zich uit, alsof zijn gebogen hoofd een spoor zag dat hij volgde. Kinderen hebben op hun leeftijd geen medelijden, en een der onzen zei ons wel eens in het oor, wanneer hij zoo voorbijliep, de „spoorzoeker" of de „spokenziener". Eens het was in den zomer, en wij waren op wandeling langs den mo len werd mij verlof verleend, bij oom Hendrik te blijven, de anderen zouden mij op den molen afhalen, bij hun terugkomst. Dat waren voor mij prettige uren, dan behoefde ik mij nooit in te houden bij Hendrik, wat ik in tegenwoordigheid der anderen steeds doen moest. Wat zit er het menschelijk opzicht vroeg in, wat een lafheid, want er was een mijner schoolkameraden die het hoog in had, het was een Rotterdam mer, die oom Hendrik, een ouwen plom pen boer noemde en mij niet weinig voor den gek hield als mij het „Oom Hendrik" soms ontviel bij toeval. „Nouhij met zijn oom Hendrik mooie famielje, hoor 1" Hoe het zij, ik was bij oom Hendrik i op de molentrap. Aardig moet het geweest zijn, den kleinen blonden knaap, naast den gebogen, bevrienden grijsaard te zien zitten. Een'leven dat begon, een leven dat eindigde de bloeiende jeugd en de verwelkte ouderdom de hoop des levens en de hoop des doods 'n fris- sche bloem op een verdorden boom zouder bladeren en leven en toch beiden één van harte door een ware vriendschap. Later begreep ik het zoo goed, toen ik weg moest en afscheid nam van m'n ouden vriend en hij mij zei: „Kind, het doet mij zoo leed dat gij weggaat, nu ben ik weer zoo heel alleen... gij hebt in uw oogen iets van mijn Hendrik, toen hij zoo oud was als gij... Als gij mij aanziet, dan denk ik aan hem met minder leed." Want, ziet gij, Hendrik was zijn kind, zijn eenig kind. Dat hebben wij reeds gezegd. Want die gekromde, oude man was eens jong en sterk en blozend geweest, en had het leven zoo vreugdevol tege moet gezien, al was hij jong ook al reeds een wees geworden, eer dat hij wist wat wees zijn beteekende. Jong ook was hij op den molen ge komen, daar had de molenaarsvrouw, de bazin hem altijd goed behandeld en als haar kind met haren zoon, haar eenigen opgevoed. Wat was hij ver knocht aan dien molen, zonder den molen kon hij niet leven, zeide hij. dat geklapper en dat ruischen van het wa ter en die bedtijvigheld waren hem onmisbaar, een tweede natuur gewor den. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5