TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Aanmelding en
aangifte voor de
bevolkingsregisters.
Schaarschte aan
kleine pasmunt.
FEUILLETON.
De vondelinge
Niet te veel water bij
het varkensmeel.
Zaterdag 10 Mei 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 19
Burgemeester en Wethouders van
Venray.
Gelet op het bepaalde In artikel
112 van het besluit bevolkingsboek
houding, Staatsblad 1936, nr. 342;
herinneren de bevolking aan haar
verplichtingen, omschreven In de ar
tikelen 3 lot en met 16 van genoemd
besluit:
brengen als voornaamste ter open
bare kennis:
le. da', behoudens afwijkingen,
leder, die la Ne Ierland nachtrust of
de daarvoor ln de plaats tredende
rust geniet, onverwijld moet worden
opgenomen in één der bevolkings
registers;
2e. dat ieder moet worden opge
nomen in het bevolkingsregister der
Gemeente, waar hij voornemens is
duurzaam of voor onbepaalden tijd
ali regel zijo nachtrust of de daar
voor in tredende rust te genieten;
3e. dat in geval van onzekerheid
omtrent het onder 2e vermelde bij
zondere voorschriften gelden;
4e. dat, behoudens afwijking- m,
leder die Nederland verlaat onver
wijld van de bevolkingsregisters moet
worden afgevoerd;
5a. dat bij adresveranderlng bin
nen de gemeente de noodlge wijzi
gingen in het bevolkingsregister
moeten worden aangebracht.
Voorts, in verband met het boven
staande:
a. dat aangifte van vertrek uit
of van verhuizing binnen de gemeente,
mondeling of schriftelijk moet ge
schleden op den dag van, of uiterlijk
vijf dagen na het vertrek (bij het
verlaten van Nederland, ten hoogste
vijf dagen tevoren) of na de adres
verandering, met opgave van het
laatste adres en van den naam
der gemeente of van het land en de
plaats waarheen vertrokken en het
nieuwe adres (zoo noodig met op
gave van den naam vaD het hoofd
van het gezin);
b, dat aan den aangever van een
vertrek, behoudens bijzondere geval
len, onmiddellijk een verhuiskaart
wordt uitgereikt of toegezonden,
welke hem dient als bewijs van sf-
meldlDg en welke binnen vijf dagen
moet worden Ingeleverd bij het be
stuur der NederlaDdsche Gemeente
ln welker bevolkingsregister de per
soon moet worden opgenomen;
C dat ieder, die ia de gemeente
nachtrust of de daarvoor ln de plaats
tredende rust geniet en die nog plet
la een bevolkingsregister eener an
dere gemeente Is opgenomen, zich
binnen vijf dagen na zijn aankomst
in persoon moet aanmelden bij het
gemeentebestuur onder oveilegging
van een paspoort of ander identi
teitsbewijs Indien hij uit een plaats
bulten Nederland of van een verhuis
kaart of legitimatiebewijs, indien hij
uit een andere gemeente van Neder
land is gekomen, tenzij hjj overeen
komstig de desbetreffende bepalingen
is vrijgesteld van aanmelding;
d. dat bestuurders van instellln
gen, gestlch'en of schepen, waarin
personen onder eenlg bestuur inwo
nen, alsmede hotelhouders, pension
houders en kamerverhuurders, uiter
lijk vijf dagen na de opneming of
huisvesting of na het vertrek mede
deeling moeten doen van den ge
slachtsnaam en de voornamen van
leder persooD, die langer dan veertien
dagen In de instelling, het gesticht,
schip, hotel, pension of huls wordt
of is opgenomen of gehuisvest, als
mede van ieder zoodanig persoon, die
daar uit vertrekt;
e. dat overtreding van de voor-
schriften wordt gestraft volgens de
wet;
f. dat voor persoonlijke aanm«l
ding en voor mondelinge
voor het bevolkingsregister gelegen
heid zal worden gegeveg op
dagen van 9 tot 12 uur voormiddags
bij de af deeling b evo,KlnS der jQ-
meente-Secretarie.
Venray, 30 April *941,
Burgemeester Wethouders van
6 Venray,
A. H. M. JANSSEN
De Secretaris,
VAN HAAREN
Er gaat teveel geld in
de oude kous.
PUBLIEK MAAKT HET
ZICH ONNOODIG
MOEILIJK.
Voorloopig nog geen noodgeld
Interview
met den Sijksmantmeester.
toen vroegen de twintig post-stijgt. Misschien staat in verband
kantoren, die belast zijn met het met de feestdagen in December,
in omloop brengen van de kleine j Anderzijds zou men dan bijvoor-
De schaarschte aan kleine pas
munt dubbeltjes, kwartjes en
centen heeft weer aanleiding
gegeven tot vele dwaze geruch
ten. Een redacteur van de V.P.B.
had een vraaggesprek over dit
onderwerp met dr. W. J. van
Heteren, den rijksmuntmeester,
waarin deze eens temeer aan
toonde, hoe uitermate zinloos en
dwaas het „hamsteren" van der
gelijke kleine muntstukken is,
daar deze als metaal slechts een
zeer geringe waarde hebben.
Dit is reeds herhaalde malen
betoogd, ook ten aanzien van de
grootere pasmunt (ook in een
gulden zit slechts voor o.a. 21
cent zilver) doch het heeft niet
mogen baten.
Dr. van Hetere» zet thans ech-
ter uiteen, hoe men voorloopig
nog niet aan het invoeren van
noodgeld ter aanvulling van de
kleine pasmunt toe is, zoodat 't
publiek het zichzelf alleen maar
onnoodig lastig maakt, door de
kwartjes, dubbeltjes en centen
aan de circulatie te onttrekken.
Op een goeden ochtend maak
te de melkboer bezwaren tegen
het wisselen, „als het kon" wil
de hij liever met gepast geld
betaald worden, want hij zat „een
beetje krap" in de kwartjes,
dubbeltjeo en stuivers.
De bakker scheen ook al last
van die kwaal te hebben en
meneer had dien morgen in de
stad moeite om op de tram een
zitverbon van een rijksdaalder te
wisselen. Sindsdien moeten wij
bij het doen van kleine be
talingen rekening mee houden,
dat de andere partij in vele ge
vallen „niet terug heeft van een
gulden".
Hoe komt dat toch
„Het begon in December j.l.
zoo vertelde ons de rijksmunt-
meester, dr. W. J. van Heteren,
pasmunt in één week voor 40
duizend gulden aan centen, een
bedrag dat eind 1936 per maand
noodig was. Wij konden aan die
aanvraag dan ook niet aanstonds
in zijn geheel voldoen.
Met de kwartjes en dubbeltjes
ging het toen nogal, dat begon
later pas. Maar de vorige week
werd er dan ook maar eventjes
voor f 378.000 aan kwartjes en
voor f 2.30.000 aan dubbeltjes
gevraagd, d.w.z. met de andere
soorten tezamen ruim 8 400.000
munststukken.
Het gevraagde aantal dubbel
tjes konden wij niet dadelijk
verzenden. Wij konden niet ver
der gaan dan 60 pet., anders zou
onze voorraad te spoedig op zijn.
Op 1 Januari 1941 hadden wij
nog een voorraad van 19.500.000
dubbeltjes, maar 1 April was die
al geslonken tot 8.000.000stuks.
Volgende week gaan wij met
twee ploegen personeel werken
om te proheeren of wij het op
die manier bij kunnen houden.
Practisch waardeloos.
„En wat is nu de oorzaak van
de enorm gestegen vraag naar
pasmunt
„In de eerste plaats natuurlijk
weer de oude kous. Een gedeelte
van het publiek schijnt nog altijd
te gelooven, dat het zin heeft om
kwartjes, dubbeltjes, stuivers en
centen op te sparen en te ham
steren.
Het is natuurlijk volmaakt zin
loos, daar een kwarlje tenslotte
niet veel meer dan 6 of 7 cent
aan zilver bevat en een dubbel
tje dus nog geen drie cent.
De waarde van koper in een
cent is vrijwel gelijk aan nihil.
Het eenige gevolg is, dat de
menschen het zichzelf moeilijk
maken, door groote hoeveelheden
pasmunt aan de circulatie te
omtrekken."
Leveren deze handelingen in
het algemeen een gevaar op voor
het economische leven var. ons
land
„Neen, want zelfs al moeten
er nu millioenen kleine munten
geslagen worden, dan betreft 't
tenslotte nog maar altijd kleine
bedragen, die niet van invloed
zijn op het geheel. Het is alleen
maar lastig voor de menschen
zelf.
Het merkwaardige van 't geval
is echter, dat wij nog lang niet
alles weten van de wetten waar
aan de circulatie van de kleine
pasmunt gehoorzaamt. Ik maak
er nu al jarenlang een studie
van, met het oog op de begroo
ting, welk elk jaar ook voor de
rijksmunt moet worden opgemaakt
maar er zijn nog altijd geheim
zinnige dingen, waar ook een
vakman geen louw aan kan vast-
knoopeh.
Zoo is het bijvoorbeeld in nor
male tijden een gewoon verschijn
sel, dat de vraag naar kleine pas
munt aan het einde van het jaar
26
Onmogelijk I riep Juana lk bon
niet waardig onder rechtschapen men
schen le leven. Mijne tegenwoordig
heid zou ook te veel smart in herin
nering brengen.
ik begrijp u en ik keur het goed,
zeide mejuffrouw de Montscorff. H;bt
u geld genoeg? vroeg zij heel sfil.
Dank u mejuffrouw. De opbrengst
van den wagen en een som die ik nóg
bezit, zijn ruim voldoende. Vaarwel, ik
verzoek al mijn leed, mijn wroegingen
en mijn spijt aan den vader van Mi-
reille over te brengen.
Vaarwel, arme vrouw, dat God u
'moge tot steun zijn I
Juana zoende Mireille, dan plaatste
zij haar in de armen van Paula en
zeide:
Zij zal je moeder zijn, zij zal het
waardig zijn.
Het kind, dat zich teeder aan het
hart voelde gedrukt, dat zij wist dat
haar toebehoorde, zag de weduwe met
zonder spijt vertrekken, maar tenminste
niet wanhopig.
Toen Juana verdwenen was, omhels
de Paula haar en zeide:
Op den dag van je eerste H.
Communie moet je voor haar bidden,
opdat God haar den vrede des harten
schsnke.
Arm in arm gingen zij terug naar
het kasteel.
HOOFDSTUK VI.
De mijmeringen van Paula.
beeld in den tijd van de zomer-
vacanties, als er veel gereisd en
veel verleerd wordt, ook iets der
gelijks moeten zien.
Maar neen, in de zomermaan
den krijgen wij juist veel kleine
pasmunt terug van de postkan
toren. Zoo hebben wij bijvoor
beeld nooit kunnen ontdekken,
waarom het postkantoor te Leiden
tot voor kort nooit dubbeltjes
noodig had, ja deze zelfs nog
wel naar ons opzond. Van
andere plaatsen weten wij het te
verklaren, zooals b.v. door de
kaasmarkt te Alkmaar of de visch-
afslag te IJ muiden maar het geval
Leiden is altijd een raadsel ge
weest.
Bez varen van noodgeld.
„Zijn er nog andere factoren,
die kunnen bijdragen tot de
schaarste aan kleine pasmunt, dan
de zooeven genoemde?"
„Bijvoorbeeld de bevolkings
vermeerdering, welke ons land
tengevolge van de bezetting heeft
ondergaan en voorts het uitzagen
van muntstukken. Doch de hoofd
factor is en blijft de oude kous."
„Zal het tekort op den duur
niet moeten leiden tot de invoe
ring van noodgeld
„Zoover is het voorloopig nog
lang niet. In de eerste plaats is
het moeilijk om een metaal aan
te wijzen, waarvan men oogen-
blikkeJijk voldoende voorraad
Heeft. Want als men eenmaal met
noodgeld begint, moeten er ook
aanstonds groote hoeveelheden
in circulatie gebracht worden, om
dat de oude munt dan gewoon
lijk nóg schaarscher wordt.
Wij zullen liever probeeren om
voorloopig zooveel mogelijk aan
de vraag te blijven voldoen, des
noods door met een drieptoegren-
stelsel te werken. Tenslotte is de
geheele geschiedenis lastig, zonder
direct gevaar op te leveren.
Zoodra de toestand weer rus-1
tig is geworden, krijgen wij
groote hoeveelheden pasmunt
teruggezonden en dan is het
voordeel, dat we onze muntjes
gemakkelijk een beetje kunnen
vernieuwen. Op het oogenblikzijn
wij in ieder geval zelfs weer druk
bezig met het slaan van kwartjes,
dubbeltjes, stuivers, centen en
zelfs weer van twee-en-een-halve-
cent-stukken, een munt waar se
dert 1929, toen de meeste munt
gasmeters gewijzigd werden, geen
vraag meer r.aar is geweest."
Toen de graaf van Paula het zielig
tooneel op de weide vernomen had,
riep hij uit:
Arme vrouw, ik beklaag haar.
Wat een leven met zulke herinnerin
gen
Zij heeft het beste middel te baat
genomen om zich in haar lot te schik
ken, antwoordde Paula, het gebed en
de opoffering. Te midden daarvan zal
zij haar droefheid vergeten en nog
betrekkelijk gelukkig zijn wijl zij veel
goed kan doen.
Terwijl zij zoo sprak kwam er glans
op haar gelaat; een levendig vuur schit
terde in haar oogen.
Roger beschouwde haar bewogen.
Wat had zij in die groote donkere
oogen gelezen, die haar deden denken
aan die van Mireille?
Ik had deze Juana wel eens
willen 2ien, zeide Irene en brak aldus
de innerlijke stille, die in het vertrek
heerschte.
Paula was weer genoeg meester van
zichzelf om hare zuster te antwoorden.
Zij is geen gewone vrouw. Zij
moet zeer schoon geweest zijn. Dat
kan men duidelijk in hare trekken
zien. Daarenboven is hare opvoeding
niet verwaarloosd. Tenslotte heeft ze
een goed hart, dat bewees zij door
van Bonn naar Bretagne te komen om
hel kind hare familie te helpen terug
vinden.
Het spijt mij dut ik haar niet
gezien heb, zeide de graaf. Ik zou
haar een woord van medelijden toege
sproken hebben voor haar vertrek naar
de ballingschap.
Irene reikte hem de hand en Paula
had weer voor hem dien niet te be
palen blik.
Met ontroering drukte hij de handen
welke hem zoo vanzelf werd toege
stoken.
Ik kan niet vergeten, dat zij mijn
dochter heeft bemind zeide hij. Zon
der hare genegenheid en zorgen zou
zij er ellendig aan toe geweest zijn.
Ik had haar kunnen terugvinder, maar
geheel en al bedorven. En een reine
blanke lelie is mij weer gegeven
Zijne oogen bewegen zich vol dank
baarheid van de eene naar de andere
dezer beide dames, welke zoo edel
moedig het werk van Juana voleind
hadden.
Van het eersle oogenblik dat ik
haar zag, was ik haar reeds genegen
en door hare tengere schoonheid en
door hare bekoorlijke onschuld, zeide
Paula.
Ja, ik moet erkennen, dat je zeer
scherpzinnig geweest bent, zeide Irene
toen ik je de moeilijkheden aantoonde,
die uit de aanneming van een onbekend
kind konden voortkomen, heb je me
moedig geantwoordt, dat jij haar mees
teres zoudt zijn, want je was overtuigd
dat zij van rechtschapen ouders was.
Nu reikte Roger bijna vreesachtig
zijne hand aan Paula Zij legde er de
hare in, trok haar snel terug en kleur
de, dan riep zij uit:
Ik ga naar Mireille.
Ze zagen haar stil weggaan en had
den misschien dezelfde gedachten.
Ik kan niet aan de aanstaande
scheiding denken zonder mij het ver
driet vooi te stellen, dat Paula zal
hebben als het kind heengaat, zeide
eindelijk de Peilrac.
Het gelaat van de oudere zuster
betrok.
Ja, zij zal van dit vertrek lijden,
zeide zij eenvoudig. En toch kunt u 't
niet blijven uitstellen: alles roept u naar
Peilrac terug.
O, alles roept mij terug 1 herhaal
de hij bitier: ik zal er niets terugvinden
dan grafsteenen en treurige herinnerin
gen.
Midden in dit gesprek kwam Mireil
le binnen.
Wij gaan een toer maken op den
vijver met Alice en Yvonne en ik kom
u halen, papa.
Roger kon nauwelijks een beweging
dringend noodzakelijk alle mogelijke
krachten ln te spannen om dit te
voorkomen. De Rjjksserumlnrichting
te Rotterdam heeft de taak alles op
alles te zetten om steeds een vol
doenden voorraad serum ter beschik
king te hebben. Daarnaast echter
zullen de landbouwers zelf de grootst
mogelgke voorzichtigheid dienen te
betrachten. Men neme bg marktbe
zoek en veevervoer de uiterste voor
zichtigheid in acht.
Voor alles echter ls het de plicht
van lederen landbouwer, om bg elk
verdacht verschgnsel onder eigen
vee, hiervan od middellijk aangifte te
doen, zoo schrgft het blad. Wie dit
laatste verzuimt, maakt zich aan
een misdaad schuldig tegenover zfln
collega's.
Ook op den veehandelaar aldus
voegen wfl hieraan toe drukteen
zware verantwoordelijkheid. Het zgn.
„vluchten" met vee is, naar ln de
practgk wel gebleken ls, een der
voornaamste redenen voor een snelle
verspreiding der ziekte en dient dus
absoluut achterwege te blgven.
Moge leder bg den veehandel geïn
teresseerde zflo taak dan ook ver
staan.
Een nieuwe epidemie zou nu, meer
dan ooit, een onmetelijke ramp be-
t eekenen.
En hg, die hiertoe mee zou werken
zou een misdaad plegen tegenover
heel OD8 volk
De vee- en volksvijand t
het mond- en klauwzeer.
Regelmatig komen er iedere week
weer nieuwe gevallen van mond- en
klauwzeer voor; op het oogenblik
ca. 20 per week, lezen wij ln De
Vleesch- en Veehandel van 22 April.
Dit ls dan nog In de stalperiode.
Terecht wijst het „Geld. Landbouw
blad" er echter op, dat het te ver
wachten is, dat de weldegang straks,
weer tot een grootere en snellere
verbreiding van het gevreesde kwaad
aanleiding zal geven. Het is dan ook
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 25 April tot 2 Mei
INGEKOMEN;
P. A, Timpte, kloosterzuster, Over-
loonscheweg 2 van Tegelen
A. P. Weerts, landbouwer, Smak-
terweg 7 van Maashees
J. P. Vermeulen, dienstbode, Maas-
heescheweg 36 van Meerlo
K F, H. Aerts, Idem, Leunscheweg
a van Meerlo
H. G. Wismans, z.b., Olrlo F 21
van Meerlo
1. H. Swlnkels, dienstbode, Smakt
B 14a van Broekhulzenvorst
A. H. LensseD, dakdekker, St. An-
tonlusstraat 4b van Arcen
R. Martinus, timmerman, Ysael-
steyn I 69a van Moergestel
M. P. WIHem», dlowxattoode. Oir 10
e 74a van ATaasbees
P. M. H. Janssen, z.b., Olrlo F 37
van Meerlo
M. H. Plrlo. landbouwer, Merselo
N 24 van. MaaBtioes
J. Smits, broeder, Leunscheweg 1
van Nienwe Nledorp
W. J. P. Hoegmakers, z.b., Casten-
ray G 33c van Horst.
VERTROKKEN
M. H. Maessen, z.b., naar Meerlo A 3
J. M. Jans-Beken, dienstbode, naar
Maashees-O verloon A 51
Th. H. Dinghs, z.b., naar Horst A 90
Th. J. H Classens, dienstbode, naar
Tegelen, Veer weg 6
M. A. Wlliemse, z.b., naar Soest
J. M. H. Verberk, machine, bank
werker naar Venlo Blerlck, Nieuw-
borgstraat 111
E. J. L. Aerts, dienstbode, n
Meerlo, Swolgen C 15
G. J. C. Poels, z.b., naar Boxmeer
Elzenstraat 1
J. Hendriks van de Weem, dienst
bode, naar Eindhoven, Willemsstr. 43a
W. J. Lanssen, idem naar Maas
hees A 188
J. L. Swlnkels, landbouwer, naar
Sambeek, Vortum
G. J. M. VerhegeD, z.bnaar Tege
len, Schoolstraat 36
L. A. B. Janssen, idem, naar Box
meer, Elzenstraat 1
H. M. F. Wegs, Idem, naar idem
G. Willems en gezin, landbouwer,
naar Sevenum B 41
M. H. Hellegers, landbouwer, naar
Horst D 107
van ongenoegen onderdrukken.
Wilt u niet? voegde zij er bij.
Maar, heel gaarnezeide hij.
Gaat u maar wat roeien, waarde
graaf, zeide Irene, en laai al uwe som
bere gedachten maar verdrinken.
Hij glimlachte, nam den arm zijner
dochter en gingen naar den oever. Daar
wachtten reeds de drie jonge dames:
zij stapten in het boolje, de graaf en
Yvonne namen de riemen en het vaar
tuig gleed over het water.
Het was een prachtige avond. De
zon ging langzaam achter de groote
eiken onder en de laatste stralen
spiegelden zich door de boomen in 't
heldere water.
En in dit bootje, bij zijn Mireille,
welke haar bruin hoofdje op zijn knie
liet rusten, tusschen deze geestige
jonge dames, van welke eene bekoring
uitging even groot als van het heldere
water, van de bloemen en het jeug
dige groen, zag de graaf al zrjn som
bere gedachten wegvlieden.
Hij had zooveel geleden, dat hij de
behoefte voelde aan een leven van
kalme en zoete genietingen. En terwijl
zijn geest sedert eenige maanden in
dezen rustigen kring ontspanning ge
vonden had; werd hij weer de elegante
edelman van weleer, met zijn tiere
houding en zijn schitterende oogen.
Plotseling hief Mireille haar lief
hoofdje op en riep uit:
Nu moet u voor papa het duo
van Mendelssohn zingen 1 Ge hebt het
mij beloofd sedert het feest van tante
Irene.
Goed onthouden! zeide Yvonne
lachend.
Maar er ontbreekt een begelei-
ding van guitaar, plaagde Alice.
Luistert naar het windje in de
takken der boomen, zeide Paula. Denkt
gij niet, dat het de guitaar zou ver
vangen
Welnu alles is klaar, ik luister,
dames, zeide Roger.
Zonder nog verder moeilijkheden te
maken, zongen Paula en Alice het duo
dat het kind zoo goed bevallen was
De stemmen klonken steeds frisscher
en aangenamer en de zangeressen en
de toehoorders kwamen onder den in
druk.
De laatste noten werden terugge
kaatst door den echo. Nog luisterde de
graaf, toen Mireille zeide:
Is dat niet mooi, papa?
Het is te kortNauwelijks heefl
men tijd om er van te genieten. Alles
werkt samen om van dit duo een pracht
stuk te maken.
Het bootje kwam bij den oever en
Paula zeide tot Alice aan te leggen
want zij dacht aan de thee die hen
wachtte.
Nu reeds, zeide Mireille. Het is
nu zoo mooi op dit uur, mama 1
Ja, liefste, maar tante Irene zal
zich alleen wel vervelen.
Zij keerden naar het kasteel terug
terwiji zij spraken over muziek en zang.
Voor den eersten keer sedert zijne
aankomst in Bretagne gaf Roger een
sonate van Chopin ten beste.
Dien avond bleef Paula vrij lang op
het balcon harer kamer. Het nachtelijk
windje verfrischte haar brandend voor
hoofd en bracht den geur van de
bloemen en den heerlijken zang van
den nachtegaal mee.
Zij droomde in vrede onder den
donkeren hemel, waar het ontelbaar
sterrenhelr fonkelde.
De jonge vrouw was gedwongen te
erkennen, dat zij beter haar hart had
begrepen. Zij zou niet alleen het ver
trek van Mireille betreuren, maar ook
van.... haar vader.
Ja, haar hart, dat sedert den dood
van Dr. Kerneste voor de- liefde was
gesloten gebleven, had zich weer ge
opend voor dit zoo machtig gevoel.
Zij kon het zichzelve nu bekennen in
deze eenzaamheid, zij beminde den
graaf.
Eerst had medelijden hem tot haar
G. M. Classens, z.b., naar idem
J. W. G. Swlnkels, Idem, naar
Deventer, Gerard Douvrstr. 13
J. M. H. Philipsen, idem, n. Arcen
P. C. Hendriks, dienstbode, naar
'sHage, Wesselstraat 227
J. W. Wetterhahn, monteur, naar
Sittard
A. van Mil, dienstbode, naar Maas
hees A 208
H. J. Onckels, idem, naar Vier-
llngsbeek, Maasakker
J. M. H. Maas, z.b., naar Broek
hulzen B 145
J. H. Th. W. van Aarssen, z.b.,
naar Boxmeer, EJzenstraat 1
M. H. Janssen, dienstbode, naar
Sevenum
G. M. Philipsen, z.b., naar Venlo
J. J. Fleuren, landbouwer, naar
Wanssum
W. H. Vermeulen, arbeider, naar
Venlo, Straelscheweg 155
M. G. Delauw, dienstbode, naar
Maashees A 141
J. Ruhl, landbouwer, naar Bergen
L. J. FJeureD, landbouwer, naar
Maashees B 130
P. M. Albers. landbouwer, naar
Beugen B 163
C. W. Hendriks, dienstbode, naar
Maashees, O verloon
J. Wennekers, landbouwer, naar
Maashees B 82
SègZStf'fn tfen
Slhet/smaffek
L enderspijn
TEGEN SLAPELOOSHEID
Gebruik geen slaapmiddelen
Het maandblad van de Vereeniglng
tegen de Kwakzalverij constateert,
dat in dezen zozgvollen tgd de slape
loosheid toeneemt. En daarmede
ook het gebruik van slaapmiddelen.
Als Iedere komende nacht 'n ver
schrikking wordt dan is dat ook
best te begrijpen. De arme slapelooze
slikt en vindt rust en prgst het
middel, dat hem nu en morgen en
overmorgen den slaap brengt. Tot
dat er weer 'n slapelooze nacht volgt
maandblad wil niet dramatiseeren.
Iedereen weet waar het op uit kan
loopen, waar het den laatsten tgd
nogal eens op ultgeloopen ls. In
sommige gevallen kwam de dokter
nog juist op tgd. In andere gevallen
was het te laat.
Deze waarschuwing kan ieder zich
ter harte nemen: Wees voorzichtig
bedenk, dat een sterke, even
wichtige geest, een zoo geregeld
mogelijk leven, een half-uurewande-
llDgetje voor bedtijd ruim zoo be
vorderlijk voor uw nachtrust zijn als
de poedertjes en de tabletjes... En
wilt ge persé iets Innemen tegen
uw slapeloosheid (waarbij ge toch
altgd moet bedenken, dat de natuur
toch altgd eenmaal haar rechten
herneemt en de Blaap hoogstwaar
schijnlijk toch wel zal komen) laat
de dokter het dan voorschrijven,
want hij kent u en uw gestel.
Te groote hoeveelheden
water hebben een on-
gunstigen invloed op
groei en voederverbruik
der varkens.
In het „Maandblad voor de Var-
kensfokkerg" vermeldt dr. P. C. La-
boucbère enkele interessante ervarin
gen, die bg de Selectiemesterljen
treurig in zijn rouwkleeren gezien
Soms had hij een wanhopige plooi op
zijn gelaat, dat zelfs de tegenwoordig
heid van zijn kind niet in staat was te
doen verdwijnen. En eindelijk had hij
dezelfde edele en fiere gedachten en
vooral hetzelfde vurig geloof.
Alles was bij elkaar gekomen, om
langzamerhand het hart van Paula met
een groote genegenheid te vervullen.
Ja, zonder het zich te willen beken
nen, zoude zij gewenscht hebben op
dien krachtigen arm te steunen om
door het leven te gaan, orndat belden
denzelfden weg volgden, den weg van
weldoen en liefde.
O, wat was zij te beklagen! Nooit,
nooit zou die droom verwezenlijkt
worden. Hij had zijne echtgenoote te
zeer bemind, hare herinnering was nog
te levendig om ooit uitgewischt te
wotden.
En toch had zij zelf wel die eerste
liefde vergeten, die haar zoo machtig
scheen. Dat was wel zoo, maar haar
droom was nooit in vervulling gegaan.
Dan had ook het ongeloof een onover-
komelijken hinderpaal opgericht tus
schen haar en den dokter en deze be
stond niet tusschen den graaf en haar.
Een vurig rood bedekte hare wangen
en een stroom van tranen liep over
haar gelaat.
Heb medelijden met mij, o mijn God,
mompelde zij. Geef toch, dat nooit
iemand die groote teederheid ontdekt.
Laat me alleen lijden en treuren. In
dien hij raadde wat in mijn hart om
gaat, zou hij zich misschien opofferen
om het kind. lk wil echter niets te
danken hebben aanzijn medelijden 1
Maar zij vroeg zich met schrik af,
hoe zij deze maand zou doorbrengen,
welke haar scheidde van de eerste H.
Communie van Mireille en haar vertrek?
Hoe hem elk oogenblik zien en spreken
zonder zich te verraden Had hij niet
getrokken. Zij had hem zoo bleek en reeds hare ontroering gemerkt, toen