TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Aanmelding en aangifte voor de bevolkingsregisters. Schaarschte aan kleine pasmunt. FEUILLETON. De vondelinge Niet te veel water bij het varkensmeel. Zaterdag 10 Mei 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 19 Burgemeester en Wethouders van Venray. Gelet op het bepaalde In artikel 112 van het besluit bevolkingsboek houding, Staatsblad 1936, nr. 342; herinneren de bevolking aan haar verplichtingen, omschreven In de ar tikelen 3 lot en met 16 van genoemd besluit: brengen als voornaamste ter open bare kennis: le. da', behoudens afwijkingen, leder, die la Ne Ierland nachtrust of de daarvoor ln de plaats tredende rust geniet, onverwijld moet worden opgenomen in één der bevolkings registers; 2e. dat ieder moet worden opge nomen in het bevolkingsregister der Gemeente, waar hij voornemens is duurzaam of voor onbepaalden tijd ali regel zijo nachtrust of de daar voor in tredende rust te genieten; 3e. dat in geval van onzekerheid omtrent het onder 2e vermelde bij zondere voorschriften gelden; 4e. dat, behoudens afwijking- m, leder die Nederland verlaat onver wijld van de bevolkingsregisters moet worden afgevoerd; 5a. dat bij adresveranderlng bin nen de gemeente de noodlge wijzi gingen in het bevolkingsregister moeten worden aangebracht. Voorts, in verband met het boven staande: a. dat aangifte van vertrek uit of van verhuizing binnen de gemeente, mondeling of schriftelijk moet ge schleden op den dag van, of uiterlijk vijf dagen na het vertrek (bij het verlaten van Nederland, ten hoogste vijf dagen tevoren) of na de adres verandering, met opgave van het laatste adres en van den naam der gemeente of van het land en de plaats waarheen vertrokken en het nieuwe adres (zoo noodig met op gave van den naam vaD het hoofd van het gezin); b, dat aan den aangever van een vertrek, behoudens bijzondere geval len, onmiddellijk een verhuiskaart wordt uitgereikt of toegezonden, welke hem dient als bewijs van sf- meldlDg en welke binnen vijf dagen moet worden Ingeleverd bij het be stuur der NederlaDdsche Gemeente ln welker bevolkingsregister de per soon moet worden opgenomen; C dat ieder, die ia de gemeente nachtrust of de daarvoor ln de plaats tredende rust geniet en die nog plet la een bevolkingsregister eener an dere gemeente Is opgenomen, zich binnen vijf dagen na zijn aankomst in persoon moet aanmelden bij het gemeentebestuur onder oveilegging van een paspoort of ander identi teitsbewijs Indien hij uit een plaats bulten Nederland of van een verhuis kaart of legitimatiebewijs, indien hij uit een andere gemeente van Neder land is gekomen, tenzij hjj overeen komstig de desbetreffende bepalingen is vrijgesteld van aanmelding; d. dat bestuurders van instellln gen, gestlch'en of schepen, waarin personen onder eenlg bestuur inwo nen, alsmede hotelhouders, pension houders en kamerverhuurders, uiter lijk vijf dagen na de opneming of huisvesting of na het vertrek mede deeling moeten doen van den ge slachtsnaam en de voornamen van leder persooD, die langer dan veertien dagen In de instelling, het gesticht, schip, hotel, pension of huls wordt of is opgenomen of gehuisvest, als mede van ieder zoodanig persoon, die daar uit vertrekt; e. dat overtreding van de voor- schriften wordt gestraft volgens de wet; f. dat voor persoonlijke aanm«l ding en voor mondelinge voor het bevolkingsregister gelegen heid zal worden gegeveg op dagen van 9 tot 12 uur voormiddags bij de af deeling b evo,KlnS der jQ- meente-Secretarie. Venray, 30 April *941, Burgemeester Wethouders van 6 Venray, A. H. M. JANSSEN De Secretaris, VAN HAAREN Er gaat teveel geld in de oude kous. PUBLIEK MAAKT HET ZICH ONNOODIG MOEILIJK. Voorloopig nog geen noodgeld Interview met den Sijksmantmeester. toen vroegen de twintig post-stijgt. Misschien staat in verband kantoren, die belast zijn met het met de feestdagen in December, in omloop brengen van de kleine j Anderzijds zou men dan bijvoor- De schaarschte aan kleine pas munt dubbeltjes, kwartjes en centen heeft weer aanleiding gegeven tot vele dwaze geruch ten. Een redacteur van de V.P.B. had een vraaggesprek over dit onderwerp met dr. W. J. van Heteren, den rijksmuntmeester, waarin deze eens temeer aan toonde, hoe uitermate zinloos en dwaas het „hamsteren" van der gelijke kleine muntstukken is, daar deze als metaal slechts een zeer geringe waarde hebben. Dit is reeds herhaalde malen betoogd, ook ten aanzien van de grootere pasmunt (ook in een gulden zit slechts voor o.a. 21 cent zilver) doch het heeft niet mogen baten. Dr. van Hetere» zet thans ech- ter uiteen, hoe men voorloopig nog niet aan het invoeren van noodgeld ter aanvulling van de kleine pasmunt toe is, zoodat 't publiek het zichzelf alleen maar onnoodig lastig maakt, door de kwartjes, dubbeltjes en centen aan de circulatie te onttrekken. Op een goeden ochtend maak te de melkboer bezwaren tegen het wisselen, „als het kon" wil de hij liever met gepast geld betaald worden, want hij zat „een beetje krap" in de kwartjes, dubbeltjeo en stuivers. De bakker scheen ook al last van die kwaal te hebben en meneer had dien morgen in de stad moeite om op de tram een zitverbon van een rijksdaalder te wisselen. Sindsdien moeten wij bij het doen van kleine be talingen rekening mee houden, dat de andere partij in vele ge vallen „niet terug heeft van een gulden". Hoe komt dat toch „Het begon in December j.l. zoo vertelde ons de rijksmunt- meester, dr. W. J. van Heteren, pasmunt in één week voor 40 duizend gulden aan centen, een bedrag dat eind 1936 per maand noodig was. Wij konden aan die aanvraag dan ook niet aanstonds in zijn geheel voldoen. Met de kwartjes en dubbeltjes ging het toen nogal, dat begon later pas. Maar de vorige week werd er dan ook maar eventjes voor f 378.000 aan kwartjes en voor f 2.30.000 aan dubbeltjes gevraagd, d.w.z. met de andere soorten tezamen ruim 8 400.000 munststukken. Het gevraagde aantal dubbel tjes konden wij niet dadelijk verzenden. Wij konden niet ver der gaan dan 60 pet., anders zou onze voorraad te spoedig op zijn. Op 1 Januari 1941 hadden wij nog een voorraad van 19.500.000 dubbeltjes, maar 1 April was die al geslonken tot 8.000.000stuks. Volgende week gaan wij met twee ploegen personeel werken om te proheeren of wij het op die manier bij kunnen houden. Practisch waardeloos. „En wat is nu de oorzaak van de enorm gestegen vraag naar pasmunt „In de eerste plaats natuurlijk weer de oude kous. Een gedeelte van het publiek schijnt nog altijd te gelooven, dat het zin heeft om kwartjes, dubbeltjes, stuivers en centen op te sparen en te ham steren. Het is natuurlijk volmaakt zin loos, daar een kwarlje tenslotte niet veel meer dan 6 of 7 cent aan zilver bevat en een dubbel tje dus nog geen drie cent. De waarde van koper in een cent is vrijwel gelijk aan nihil. Het eenige gevolg is, dat de menschen het zichzelf moeilijk maken, door groote hoeveelheden pasmunt aan de circulatie te omtrekken." Leveren deze handelingen in het algemeen een gevaar op voor het economische leven var. ons land „Neen, want zelfs al moeten er nu millioenen kleine munten geslagen worden, dan betreft 't tenslotte nog maar altijd kleine bedragen, die niet van invloed zijn op het geheel. Het is alleen maar lastig voor de menschen zelf. Het merkwaardige van 't geval is echter, dat wij nog lang niet alles weten van de wetten waar aan de circulatie van de kleine pasmunt gehoorzaamt. Ik maak er nu al jarenlang een studie van, met het oog op de begroo ting, welk elk jaar ook voor de rijksmunt moet worden opgemaakt maar er zijn nog altijd geheim zinnige dingen, waar ook een vakman geen louw aan kan vast- knoopeh. Zoo is het bijvoorbeeld in nor male tijden een gewoon verschijn sel, dat de vraag naar kleine pas munt aan het einde van het jaar 26 Onmogelijk I riep Juana lk bon niet waardig onder rechtschapen men schen le leven. Mijne tegenwoordig heid zou ook te veel smart in herin nering brengen. ik begrijp u en ik keur het goed, zeide mejuffrouw de Montscorff. H;bt u geld genoeg? vroeg zij heel sfil. Dank u mejuffrouw. De opbrengst van den wagen en een som die ik nóg bezit, zijn ruim voldoende. Vaarwel, ik verzoek al mijn leed, mijn wroegingen en mijn spijt aan den vader van Mi- reille over te brengen. Vaarwel, arme vrouw, dat God u 'moge tot steun zijn I Juana zoende Mireille, dan plaatste zij haar in de armen van Paula en zeide: Zij zal je moeder zijn, zij zal het waardig zijn. Het kind, dat zich teeder aan het hart voelde gedrukt, dat zij wist dat haar toebehoorde, zag de weduwe met zonder spijt vertrekken, maar tenminste niet wanhopig. Toen Juana verdwenen was, omhels de Paula haar en zeide: Op den dag van je eerste H. Communie moet je voor haar bidden, opdat God haar den vrede des harten schsnke. Arm in arm gingen zij terug naar het kasteel. HOOFDSTUK VI. De mijmeringen van Paula. beeld in den tijd van de zomer- vacanties, als er veel gereisd en veel verleerd wordt, ook iets der gelijks moeten zien. Maar neen, in de zomermaan den krijgen wij juist veel kleine pasmunt terug van de postkan toren. Zoo hebben wij bijvoor beeld nooit kunnen ontdekken, waarom het postkantoor te Leiden tot voor kort nooit dubbeltjes noodig had, ja deze zelfs nog wel naar ons opzond. Van andere plaatsen weten wij het te verklaren, zooals b.v. door de kaasmarkt te Alkmaar of de visch- afslag te IJ muiden maar het geval Leiden is altijd een raadsel ge weest. Bez varen van noodgeld. „Zijn er nog andere factoren, die kunnen bijdragen tot de schaarste aan kleine pasmunt, dan de zooeven genoemde?" „Bijvoorbeeld de bevolkings vermeerdering, welke ons land tengevolge van de bezetting heeft ondergaan en voorts het uitzagen van muntstukken. Doch de hoofd factor is en blijft de oude kous." „Zal het tekort op den duur niet moeten leiden tot de invoe ring van noodgeld „Zoover is het voorloopig nog lang niet. In de eerste plaats is het moeilijk om een metaal aan te wijzen, waarvan men oogen- blikkeJijk voldoende voorraad Heeft. Want als men eenmaal met noodgeld begint, moeten er ook aanstonds groote hoeveelheden in circulatie gebracht worden, om dat de oude munt dan gewoon lijk nóg schaarscher wordt. Wij zullen liever probeeren om voorloopig zooveel mogelijk aan de vraag te blijven voldoen, des noods door met een drieptoegren- stelsel te werken. Tenslotte is de geheele geschiedenis lastig, zonder direct gevaar op te leveren. Zoodra de toestand weer rus-1 tig is geworden, krijgen wij groote hoeveelheden pasmunt teruggezonden en dan is het voordeel, dat we onze muntjes gemakkelijk een beetje kunnen vernieuwen. Op het oogenblikzijn wij in ieder geval zelfs weer druk bezig met het slaan van kwartjes, dubbeltjes, stuivers, centen en zelfs weer van twee-en-een-halve- cent-stukken, een munt waar se dert 1929, toen de meeste munt gasmeters gewijzigd werden, geen vraag meer r.aar is geweest." Toen de graaf van Paula het zielig tooneel op de weide vernomen had, riep hij uit: Arme vrouw, ik beklaag haar. Wat een leven met zulke herinnerin gen Zij heeft het beste middel te baat genomen om zich in haar lot te schik ken, antwoordde Paula, het gebed en de opoffering. Te midden daarvan zal zij haar droefheid vergeten en nog betrekkelijk gelukkig zijn wijl zij veel goed kan doen. Terwijl zij zoo sprak kwam er glans op haar gelaat; een levendig vuur schit terde in haar oogen. Roger beschouwde haar bewogen. Wat had zij in die groote donkere oogen gelezen, die haar deden denken aan die van Mireille? Ik had deze Juana wel eens willen 2ien, zeide Irene en brak aldus de innerlijke stille, die in het vertrek heerschte. Paula was weer genoeg meester van zichzelf om hare zuster te antwoorden. Zij is geen gewone vrouw. Zij moet zeer schoon geweest zijn. Dat kan men duidelijk in hare trekken zien. Daarenboven is hare opvoeding niet verwaarloosd. Tenslotte heeft ze een goed hart, dat bewees zij door van Bonn naar Bretagne te komen om hel kind hare familie te helpen terug vinden. Het spijt mij dut ik haar niet gezien heb, zeide de graaf. Ik zou haar een woord van medelijden toege sproken hebben voor haar vertrek naar de ballingschap. Irene reikte hem de hand en Paula had weer voor hem dien niet te be palen blik. Met ontroering drukte hij de handen welke hem zoo vanzelf werd toege stoken. Ik kan niet vergeten, dat zij mijn dochter heeft bemind zeide hij. Zon der hare genegenheid en zorgen zou zij er ellendig aan toe geweest zijn. Ik had haar kunnen terugvinder, maar geheel en al bedorven. En een reine blanke lelie is mij weer gegeven Zijne oogen bewegen zich vol dank baarheid van de eene naar de andere dezer beide dames, welke zoo edel moedig het werk van Juana voleind hadden. Van het eersle oogenblik dat ik haar zag, was ik haar reeds genegen en door hare tengere schoonheid en door hare bekoorlijke onschuld, zeide Paula. Ja, ik moet erkennen, dat je zeer scherpzinnig geweest bent, zeide Irene toen ik je de moeilijkheden aantoonde, die uit de aanneming van een onbekend kind konden voortkomen, heb je me moedig geantwoordt, dat jij haar mees teres zoudt zijn, want je was overtuigd dat zij van rechtschapen ouders was. Nu reikte Roger bijna vreesachtig zijne hand aan Paula Zij legde er de hare in, trok haar snel terug en kleur de, dan riep zij uit: Ik ga naar Mireille. Ze zagen haar stil weggaan en had den misschien dezelfde gedachten. Ik kan niet aan de aanstaande scheiding denken zonder mij het ver driet vooi te stellen, dat Paula zal hebben als het kind heengaat, zeide eindelijk de Peilrac. Het gelaat van de oudere zuster betrok. Ja, zij zal van dit vertrek lijden, zeide zij eenvoudig. En toch kunt u 't niet blijven uitstellen: alles roept u naar Peilrac terug. O, alles roept mij terug 1 herhaal de hij bitier: ik zal er niets terugvinden dan grafsteenen en treurige herinnerin gen. Midden in dit gesprek kwam Mireil le binnen. Wij gaan een toer maken op den vijver met Alice en Yvonne en ik kom u halen, papa. Roger kon nauwelijks een beweging dringend noodzakelijk alle mogelijke krachten ln te spannen om dit te voorkomen. De Rjjksserumlnrichting te Rotterdam heeft de taak alles op alles te zetten om steeds een vol doenden voorraad serum ter beschik king te hebben. Daarnaast echter zullen de landbouwers zelf de grootst mogelgke voorzichtigheid dienen te betrachten. Men neme bg marktbe zoek en veevervoer de uiterste voor zichtigheid in acht. Voor alles echter ls het de plicht van lederen landbouwer, om bg elk verdacht verschgnsel onder eigen vee, hiervan od middellijk aangifte te doen, zoo schrgft het blad. Wie dit laatste verzuimt, maakt zich aan een misdaad schuldig tegenover zfln collega's. Ook op den veehandelaar aldus voegen wfl hieraan toe drukteen zware verantwoordelijkheid. Het zgn. „vluchten" met vee is, naar ln de practgk wel gebleken ls, een der voornaamste redenen voor een snelle verspreiding der ziekte en dient dus absoluut achterwege te blgven. Moge leder bg den veehandel geïn teresseerde zflo taak dan ook ver staan. Een nieuwe epidemie zou nu, meer dan ooit, een onmetelijke ramp be- t eekenen. En hg, die hiertoe mee zou werken zou een misdaad plegen tegenover heel OD8 volk De vee- en volksvijand t het mond- en klauwzeer. Regelmatig komen er iedere week weer nieuwe gevallen van mond- en klauwzeer voor; op het oogenblik ca. 20 per week, lezen wij ln De Vleesch- en Veehandel van 22 April. Dit ls dan nog In de stalperiode. Terecht wijst het „Geld. Landbouw blad" er echter op, dat het te ver wachten is, dat de weldegang straks, weer tot een grootere en snellere verbreiding van het gevreesde kwaad aanleiding zal geven. Het is dan ook Ingekomen en vertrokken personen* Van 25 April tot 2 Mei INGEKOMEN; P. A, Timpte, kloosterzuster, Over- loonscheweg 2 van Tegelen A. P. Weerts, landbouwer, Smak- terweg 7 van Maashees J. P. Vermeulen, dienstbode, Maas- heescheweg 36 van Meerlo K F, H. Aerts, Idem, Leunscheweg a van Meerlo H. G. Wismans, z.b., Olrlo F 21 van Meerlo 1. H. Swlnkels, dienstbode, Smakt B 14a van Broekhulzenvorst A. H. LensseD, dakdekker, St. An- tonlusstraat 4b van Arcen R. Martinus, timmerman, Ysael- steyn I 69a van Moergestel M. P. WIHem», dlowxattoode. Oir 10 e 74a van ATaasbees P. M. H. Janssen, z.b., Olrlo F 37 van Meerlo M. H. Plrlo. landbouwer, Merselo N 24 van. MaaBtioes J. Smits, broeder, Leunscheweg 1 van Nienwe Nledorp W. J. P. Hoegmakers, z.b., Casten- ray G 33c van Horst. VERTROKKEN M. H. Maessen, z.b., naar Meerlo A 3 J. M. Jans-Beken, dienstbode, naar Maashees-O verloon A 51 Th. H. Dinghs, z.b., naar Horst A 90 Th. J. H Classens, dienstbode, naar Tegelen, Veer weg 6 M. A. Wlliemse, z.b., naar Soest J. M. H. Verberk, machine, bank werker naar Venlo Blerlck, Nieuw- borgstraat 111 E. J. L. Aerts, dienstbode, n Meerlo, Swolgen C 15 G. J. C. Poels, z.b., naar Boxmeer Elzenstraat 1 J. Hendriks van de Weem, dienst bode, naar Eindhoven, Willemsstr. 43a W. J. Lanssen, idem naar Maas hees A 188 J. L. Swlnkels, landbouwer, naar Sambeek, Vortum G. J. M. VerhegeD, z.bnaar Tege len, Schoolstraat 36 L. A. B. Janssen, idem, naar Box meer, Elzenstraat 1 H. M. F. Wegs, Idem, naar idem G. Willems en gezin, landbouwer, naar Sevenum B 41 M. H. Hellegers, landbouwer, naar Horst D 107 van ongenoegen onderdrukken. Wilt u niet? voegde zij er bij. Maar, heel gaarnezeide hij. Gaat u maar wat roeien, waarde graaf, zeide Irene, en laai al uwe som bere gedachten maar verdrinken. Hij glimlachte, nam den arm zijner dochter en gingen naar den oever. Daar wachtten reeds de drie jonge dames: zij stapten in het boolje, de graaf en Yvonne namen de riemen en het vaar tuig gleed over het water. Het was een prachtige avond. De zon ging langzaam achter de groote eiken onder en de laatste stralen spiegelden zich door de boomen in 't heldere water. En in dit bootje, bij zijn Mireille, welke haar bruin hoofdje op zijn knie liet rusten, tusschen deze geestige jonge dames, van welke eene bekoring uitging even groot als van het heldere water, van de bloemen en het jeug dige groen, zag de graaf al zrjn som bere gedachten wegvlieden. Hij had zooveel geleden, dat hij de behoefte voelde aan een leven van kalme en zoete genietingen. En terwijl zijn geest sedert eenige maanden in dezen rustigen kring ontspanning ge vonden had; werd hij weer de elegante edelman van weleer, met zijn tiere houding en zijn schitterende oogen. Plotseling hief Mireille haar lief hoofdje op en riep uit: Nu moet u voor papa het duo van Mendelssohn zingen 1 Ge hebt het mij beloofd sedert het feest van tante Irene. Goed onthouden! zeide Yvonne lachend. Maar er ontbreekt een begelei- ding van guitaar, plaagde Alice. Luistert naar het windje in de takken der boomen, zeide Paula. Denkt gij niet, dat het de guitaar zou ver vangen Welnu alles is klaar, ik luister, dames, zeide Roger. Zonder nog verder moeilijkheden te maken, zongen Paula en Alice het duo dat het kind zoo goed bevallen was De stemmen klonken steeds frisscher en aangenamer en de zangeressen en de toehoorders kwamen onder den in druk. De laatste noten werden terugge kaatst door den echo. Nog luisterde de graaf, toen Mireille zeide: Is dat niet mooi, papa? Het is te kortNauwelijks heefl men tijd om er van te genieten. Alles werkt samen om van dit duo een pracht stuk te maken. Het bootje kwam bij den oever en Paula zeide tot Alice aan te leggen want zij dacht aan de thee die hen wachtte. Nu reeds, zeide Mireille. Het is nu zoo mooi op dit uur, mama 1 Ja, liefste, maar tante Irene zal zich alleen wel vervelen. Zij keerden naar het kasteel terug terwiji zij spraken over muziek en zang. Voor den eersten keer sedert zijne aankomst in Bretagne gaf Roger een sonate van Chopin ten beste. Dien avond bleef Paula vrij lang op het balcon harer kamer. Het nachtelijk windje verfrischte haar brandend voor hoofd en bracht den geur van de bloemen en den heerlijken zang van den nachtegaal mee. Zij droomde in vrede onder den donkeren hemel, waar het ontelbaar sterrenhelr fonkelde. De jonge vrouw was gedwongen te erkennen, dat zij beter haar hart had begrepen. Zij zou niet alleen het ver trek van Mireille betreuren, maar ook van.... haar vader. Ja, haar hart, dat sedert den dood van Dr. Kerneste voor de- liefde was gesloten gebleven, had zich weer ge opend voor dit zoo machtig gevoel. Zij kon het zichzelve nu bekennen in deze eenzaamheid, zij beminde den graaf. Eerst had medelijden hem tot haar G. M. Classens, z.b., naar idem J. W. G. Swlnkels, Idem, naar Deventer, Gerard Douvrstr. 13 J. M. H. Philipsen, idem, n. Arcen P. C. Hendriks, dienstbode, naar 'sHage, Wesselstraat 227 J. W. Wetterhahn, monteur, naar Sittard A. van Mil, dienstbode, naar Maas hees A 208 H. J. Onckels, idem, naar Vier- llngsbeek, Maasakker J. M. H. Maas, z.b., naar Broek hulzen B 145 J. H. Th. W. van Aarssen, z.b., naar Boxmeer, EJzenstraat 1 M. H. Janssen, dienstbode, naar Sevenum G. M. Philipsen, z.b., naar Venlo J. J. Fleuren, landbouwer, naar Wanssum W. H. Vermeulen, arbeider, naar Venlo, Straelscheweg 155 M. G. Delauw, dienstbode, naar Maashees A 141 J. Ruhl, landbouwer, naar Bergen L. J. FJeureD, landbouwer, naar Maashees B 130 P. M. Albers. landbouwer, naar Beugen B 163 C. W. Hendriks, dienstbode, naar Maashees, O verloon J. Wennekers, landbouwer, naar Maashees B 82 SègZStf'fn tfen Slhet/smaffek L enderspijn TEGEN SLAPELOOSHEID Gebruik geen slaapmiddelen Het maandblad van de Vereeniglng tegen de Kwakzalverij constateert, dat in dezen zozgvollen tgd de slape loosheid toeneemt. En daarmede ook het gebruik van slaapmiddelen. Als Iedere komende nacht 'n ver schrikking wordt dan is dat ook best te begrijpen. De arme slapelooze slikt en vindt rust en prgst het middel, dat hem nu en morgen en overmorgen den slaap brengt. Tot dat er weer 'n slapelooze nacht volgt maandblad wil niet dramatiseeren. Iedereen weet waar het op uit kan loopen, waar het den laatsten tgd nogal eens op ultgeloopen ls. In sommige gevallen kwam de dokter nog juist op tgd. In andere gevallen was het te laat. Deze waarschuwing kan ieder zich ter harte nemen: Wees voorzichtig bedenk, dat een sterke, even wichtige geest, een zoo geregeld mogelijk leven, een half-uurewande- llDgetje voor bedtijd ruim zoo be vorderlijk voor uw nachtrust zijn als de poedertjes en de tabletjes... En wilt ge persé iets Innemen tegen uw slapeloosheid (waarbij ge toch altgd moet bedenken, dat de natuur toch altgd eenmaal haar rechten herneemt en de Blaap hoogstwaar schijnlijk toch wel zal komen) laat de dokter het dan voorschrijven, want hij kent u en uw gestel. Te groote hoeveelheden water hebben een on- gunstigen invloed op groei en voederverbruik der varkens. In het „Maandblad voor de Var- kensfokkerg" vermeldt dr. P. C. La- boucbère enkele interessante ervarin gen, die bg de Selectiemesterljen treurig in zijn rouwkleeren gezien Soms had hij een wanhopige plooi op zijn gelaat, dat zelfs de tegenwoordig heid van zijn kind niet in staat was te doen verdwijnen. En eindelijk had hij dezelfde edele en fiere gedachten en vooral hetzelfde vurig geloof. Alles was bij elkaar gekomen, om langzamerhand het hart van Paula met een groote genegenheid te vervullen. Ja, zonder het zich te willen beken nen, zoude zij gewenscht hebben op dien krachtigen arm te steunen om door het leven te gaan, orndat belden denzelfden weg volgden, den weg van weldoen en liefde. O, wat was zij te beklagen! Nooit, nooit zou die droom verwezenlijkt worden. Hij had zijne echtgenoote te zeer bemind, hare herinnering was nog te levendig om ooit uitgewischt te wotden. En toch had zij zelf wel die eerste liefde vergeten, die haar zoo machtig scheen. Dat was wel zoo, maar haar droom was nooit in vervulling gegaan. Dan had ook het ongeloof een onover- komelijken hinderpaal opgericht tus schen haar en den dokter en deze be stond niet tusschen den graaf en haar. Een vurig rood bedekte hare wangen en een stroom van tranen liep over haar gelaat. Heb medelijden met mij, o mijn God, mompelde zij. Geef toch, dat nooit iemand die groote teederheid ontdekt. Laat me alleen lijden en treuren. In dien hij raadde wat in mijn hart om gaat, zou hij zich misschien opofferen om het kind. lk wil echter niets te danken hebben aanzijn medelijden 1 Maar zij vroeg zich met schrik af, hoe zij deze maand zou doorbrengen, welke haar scheidde van de eerste H. Communie van Mireille en haar vertrek? Hoe hem elk oogenblik zien en spreken zonder zich te verraden Had hij niet getrokken. Zij had hem zoo bleek en reeds hare ontroering gemerkt, toen

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5