De vondelinge In Salomon s zoeklichten On s eigen tuintje. De VOORZITTER meent, dat het apparaat bij Camps, als er 7 jaar niet naar gekeken is, wel haast zeker niet meer goed zal zijn. De Heer REINTJES, meent ook, dat deze apparaten ergens ondergebracht moeten worden, waar zij geregeld goed worden nagezien. De meeste van deze dingen zijn bedorven, doordat ze niet vorstvrij hangen. Ze vriezen dan stuk en beginnen te lekken en worden door roest aangetast. In Leunen zijn ze weer op hun plaats terug. De Heer MANDERS merkt op, dat ze aan het Veulen ook weer zijn teruggebracht. De Heer VAN DIJCK meent, dat als de apparaten op de meldingspost worden geplaatst er dan ook noodzakelijk een auto bij moet zijn om ze te vervoeren, want ze zijn veel te zwaar om zoo maar weg te dragen. De Heer VAN BOVEN meent ook, dat het beter is, dat ze op een centraal punt zijn. Als ze verspreid staan, vergeet men het weer, en ook dan is het in de meeste gevallen nog nood zakelijk om ze een eind te vervoeren, want meestal is de brand toch niet vlak bij het punt, waar het apparaat staat. De VOORZITTER is ook van oordeel dat het aanbeveling verdient om ze op een centraal punt te hebben staanhet onderhoud is er in elk geval beter door verzekerd. De Heer CAMPS vraagt of in Oostrum ook een meldingspost is, want niemand weet daar, waar hij is. De VOORZITTER antwoordt, dat er natuurlijk een post is, Spreker heeft het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst er al eens op gewezen om hieraan door middel van Peel en Maas wat meer ruchtbaarheid te geven, doch zal hem hieraan nog eens herinneren. De Heer STEEGHS meent ook, dat de tijden ernstig genoeg zijn om deze zaak goed te regelen. De Heer VAN BOVEN vraagt of de sirenes nog niet aange sloten zijn. Hij heeft ze nog niet gehoord. De VOORZITTER antwoordt, dat de 'aansluiting gereed is, doch dat zij niet beproefd mogen worden, en voor het maken van luchtalarm worden zij pas in werking gesteld, nadat bom inslag heeft plaats gehad. De Heer VAN BOVEN vindt dit niet juist. Spreker heeft ook al eens geinformeerd hoe dit in Duitschland gaat, maar daar zijn de sirenes in werking als er vliegtuigen op komst zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat de Inspecteur voor de Luchtbescherming dit zoo heeft voorgeschreven. Het zou trou wens voor het publiek ook niet te doen zijn, als wij de sirene moesten laten gaan zoo vaak als er vliegtuigen over vliegen, want dan moesten ze nog al vaak in werking gesteld worden. Vroeger was de regeling anders, doch thans is uitdrukkelijk voorgeschreven, dat ze slechts gebruikt mogen, worden wanneer er bominslag heeft plaats gehad of als er een luchtgevecht boven de plaats is, of wanneer te vreezen is dat een luchtaanval zal plaats hebben. De Heer CAMPS vreest, dat de menschen dan in plaats dat zij in den schuilkelder gaan, de straat op zullen loopen. De Heer ODENHOVEN hoopt de sirene nooit te hooren, doch wil eens informeeren hoe het staat met dsn verkoop der canada-boomen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit vertraagd is door de plènnen van den Arbeidsdienst om hier een arbeidskamp op te richten. Het heeft steeds in de bedoeling gelegen deze boomen te verkoopen tegelijk met het bosch in het Vlakwater en te Castenray, doch nu wil de arbeidsdienst in het Vlakwater een kamp bouwen. Eerst was toen niet precies bekend welk gedeelte van het bosch gekapt moest worden, en welk gedeelte kon blij ven staan. Thans is deze zaak echter afgewerkt, zoodat de ver koop voortgang kan hebben. De Heer ARTS zegt op de puinplaats ook vreemde heeren te hebben zien loopen, en had al eens gedacht, dat daar misschien iets gebouwd werd. De VOORZITTER zegt, dat het hier een aangelegenheid be treft, welke nog niet rijp is om te bespreken. De Heer Wethouder PUBBEN licht hierna nog toe, dat het de bedoeling is van den Arbeidsdienst om zooveel mogelijk de boomen in het Vlakwater te laten staan alleen de stukken, waar de kampen gebouwd worden, en die bestemd worden voor exercitieterrein, zullen worden gekapt. De Heer VAN DIJCK wijst hierna op het afloopen van ver schillende pachten. De VOORZITTER zegt toe, dat tijdig zal worden bezien wat met deze gronden moet gebeuren. De Heer VAN BOVEN zou liefst zooveel mogelijk de oude pachters willen handhaven. Ten slotte deelt de VOORZITTER nog mede, dat er voor de legering van den Arbeidsdienst waarover zoo juist is gespro ken in het Vlakwater en waarschijnlijk ook nog in den Ende poel kampen zullen worden opgericht op gemeentegrond en meent, dat de Raad er wel geen bezwaar tegen zal hebben, dat de noodige grond daarvoor in gebruik wordt gegeven tegen eene billijke vergoeding, gedacht op f 15. a f 20. per H.A. per ^De Raad vindt het goed, dat B. en W. in deze handelen, zoo als zij 't beste achten en machtigen hen voor zoover noodig het noodige in deze te verrichten. Thans niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord verlangend, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. FEUILLETON. 24 Dikwijls was zij uit Duitschland, waar zij gebleven waren, willen vluchten om naar Brelagne terug te keeren, waar heel haar liefdevolle ziel gebleven was altijd was die loodzware hand op haar neergekomen en had haar gedwongen te blijven en zoo moest zij voortgaan haar gewoon dagelijksch werk te doen en walgde van alles. Daarom hadden hare oogen zoo'n treurige glans, daarom kon men in haar trekken een diepe wanhoop lezen De man, welke haar in dezen afgrond van misdrijven en smarten gestort had, lag daar nu, terneer geworpen door eene verschrikkelijke ziekte, welke hem geen oogenblik rust gunde. Op een avond na de voorstelling, had hij een zware kou gevat en rillend had hij zijn legerstede moeten opzoe ken. Den volgenden dag constateerde de geneesheer een hevige longontste king en had alle hoop opgegeven. Juana had alle grieven tegen hem vergeten en nu zij wist, dat de dood op zijn prooi loerde had zij hem met groote toewijding verzorgdmaar het was nutteloos. Marcello zou God weldra rekenschap geven van al de misdrijven zijns levens waarvan het verschrikke- lijkste de ontvoering van de kleine Mireille was. Dat hield geheel en al haar geest Een onverstandig mensch smaalt op zijn naaste, Een man van inzicht zwggt. (Spr. 11:12). bezig, de gedachte dat deze man welke zij zoo dwaas lief had gehad om alles te verlaten, voor altijd ging verdwijnen, en dat hij voor God zou staan zonder eenige poging te hebben aangewend om zijn misdaad te herstellen. Dit deed Juana, die steeds vroom was geweest, sidderen en beven alsof dit laatste uur reeds gekomen was. Toen zij hem een drankje gaf om zijn pijn te verzachten, sprak zij heel zacht en heel teeder tot hem Marcello, zou je geen priester willen hebben Hij ging plotseling recht zitten en kreeg door deze beweging een hevige hoestbui Toen deze voorbij was, wischte Juana het zweet van zijn voorhoofd, lichtte hem zacht op en liet hem drin ken. Een priester 1... stamelde hij ein delijk. Je cenkt dus dat het met mij gedaan is? Neen, er is nog altijd hoop: maar wij zijn allen sterfelijke menschen, Mar cello, en dat oogenblik komt voor jou evengoed als voor mij. Het is nu al lang geleden dat je je godsdienstplich ten verwaarloosd hebt en nu je deze ziekte aantoont hoe groot demensche- lijke zwakheid is hoe nietig wij zijn tegenover den dood, zou ik toch zoo gaarne zien dat je tot God terugkwam, de eenige die groot, de eenige die mach tig is. Na dat leven volgt een ander: het is eeuwig en in die eeuwigheid zullen wij komen volgens onze ver diensten en ook volgens ons berouw. Er kwam een zwakke weeklacht over zijn lippen, weer stroomde het water over zijn gelaat en weer boog zich Juana over hem om hem af te droogen: dan drukte zij hare lippen op zijn voor hoofd en met een stem waarin al haar angst lag opgesloten, zeide zij: Een onverstandig mensch ls ieder die zftn verstand niet gebruikt. Zulk een mensch praat en handelt natuur lijk onverstandig. Hij heeft natuur lijk geen begrip van zijn eigen on verstand en domheid. Integendeel. Hij waant zich wijzer en beter dan zijn medemensch. Hg smaalt op zijn medemen8chen. Spreekt minachtend en kleineerend. Schudt gewichtig zijn Jeege kop bij een fout van een naaste en zegt: hoe dom hoe dom Die heeft toch ook geen greintje ver stand. Waar zou hg het ook vandaan hebben? Zijn Vader was precies een der en zijn moeder deugde ook niet. Zoo legt de onverstandige waan wijze mensch de een naast de ander op den dorschvloer en slaat hen plat. De eene famtlie bindt hij naast de andere aan den schandpaal en gee- selt hen met zijn geeselriem, zijn tong. Wie durft ontkennen, dat er veel van zuike onverstandige menpchen zjjn Wie heeft nog nooit zulke man nen en vrouwen ontmoet die zich verhpffen door anderen te verlagen Die leven van het vuil van anderen Die van hun hoofd een mestvaalt en van hun tong een mestvork maken Hoeveel zakenmenschen werden Diet gedupeerd mei heel hun gezin door nun smalende concurrent Hoeveel joDgelui kregen niet een minder waardigheidscomplex door de kielnee- rende oordeelea van hun medemen- schen. Hot leger der smalende afbrekers en roofbouwers ls ontzaggelijk groot, perfect getraiDd, doeltreffend uüge rust en naar het schijnt onoverwln- baar. Reeds in Salomon's tijd stroopte dit leger roofridders stad en dorp af en de plunderden en beroofden de menschen van hun kostbaarste schat- 'en: eer en aanzien. Salomon's oor deel is dan ook een verpletterend vonnis, hij raakt niet uitgesproken over het vergif en het venijn van de tODg van een smalende. Het meest opvallende bij deze roof ls wel dit dat zelfs zij, die hun mis daad inzien en betreuren er niet aan denken het geroofde terug te geven. Daar denken zij niet eens aan. En een ander opvallend verschijnsel J.s dit: dat zij die naar den smaler luisteren hun vrienden verloochenen en met hun vijanden heulen. Als deze pestziekte der menschheld eens zou ophouden slachtoffers te maken, dan waren er heel wat min der zenuwlijders- en krankzlnnige- gestichten noodig. Dan zou er heel wat minder geschreid worden en heel wat meer vreugde in dit tranendal zijn. Eu eigenaardig alle menschen ver langen daarnaar, zijn vol van dat ideaal. En de vervulling ligt in hun eigen hand. Ieder mensch hoeft maar te be ginnen met te zwijgen over de fouten en misslagen van zijn naaste. Hij hoeft maar een beetje inzicht te hebben in zijn eigen zwakheid, om de zwakheid var» anderen te begrg pen en er wjjzelgk over te zwijgen. De menschen verafschuw en den pharlzeeër die daar voor ln den tem pel staat te bluffen over zijn eigen goedheid en staat te smalen over de slechtheid van den tollenaar, Maar laten wij ons dan toch aansluiten bij den tollenaar, die vinden wij Immers allen aantrekkelijk. Wie Uwer zonder zonden ii, mag den eersten steen gooien. SL, Voor Boeren en Tuinders. Een loonende prijs. Het is toch wel eigenaardig ge steld met de prijzen van de land bouwproducten. De boeren en tuin ders, die het land moeten voeden (zoo ooit dan blijkt h9t wei in dezen tijd) moesten zich dikwijls tevreden stellen met een prijs, die ver beneden den kostprijs van de door hen gele verdö producten lag. Vele jaren heb ben de boeven en tuinders uitgezien Daar eenige verbetering, doch langen tijd tevergeefs. Totda-, eerst voor enkele en daarna voor meerdere producten, garantieprijzen werden vastgesteld. Deze benaderden echter alleen maar den kostprijs. Van een eenlgszins redelijke belooning voor arbeid en risico was allerminst sprake. Bg andere bedrijfsgroepen wordt in den regel in dé eerste plaats voor eea behoorlijke winstmarge ge zorgd en daarnaar de prijs van het product berekend. Het is een geluk voor de Neder- landsche bevolking, dat ondanks de moeilijke omstandigheden onze boeren en tuinders zija blijven doorwerken. Degenen, die de agrarische bedrijven maar aan hun lot wilden overlaten en alleen maar iets zagen in de in dustrialisatie van 0D3 land, hebbeD tot hun eigen voordeel hun zin niet gekregen. Was dit wel het geval geweest geweest, het zou er met de voedselvoorziening van ons land niet best voorgestaan hebbeD, want we moeten thans van eigen bodem leven. Dat eischt van den consument, dat hg zich aanpast aan eenlgszins an der voedsel dan hij vroeger gewoon was te gebruiken. En dat eischt van den boer en tuinder, dat hij zgn Heb medelijden met jezelf, Mar cello, en indien God bepaald heefl dat je laatste uur gekomen is, verlaat dan deze were d niet met je verschrikkelijk gekerm. Het kind 1zeide hij zacht. Ja, dat wij Bianca noemden, maar die Mireille heet. Wie heeft je dat gezegd. De gouden medaille welke zij om haar hals droeg. Zijn gelaat was heel ontsteld en zijn handen trokken zich krampachtig samen. Ik smeek je, begon zij weer en nu nog met meer aandrang, zeg me toch alles wat op dat kind betrekking heeft opdat ik alles moge herstellen indien je dat zelf niet meer kuni. Je weet dat ik je heb liefgehad: in den naam der liefde: in den naam der liefde, spreek. De stervende scheen nog in strijd met zich zelf, dan zeide hij: Richt mij een beetje op, Juana... Ik zal je alles bekennen. Zij ondersteunde hem met de kus sens en toen hij gemakkelijk jzat, ging zij naar het raam om te kijken wat de kinderen uitvoerden. Het meisje was nog steeds bezig met haar bloemen, de jongen was in het bosch verschenen. Juana ging bij het bed zitten. Ik luister, zeide zij. Mircello deed de oogen dicht en begon: Jij hadt geen kind en je had er leed van Toen ik in Frankrijk reisde om van Bertrand het geld te vorderen dat hij niet wilde teruggeven, kwam ik niet ver van Bayonne voorbij een prach tige woning, en zag daar een klein meisje dat dicht bij een rivier met bloe men speelde. Hoe is de gedachte om het je te brengen bij mij opgekomen? Om geen andere reden dan omdat ik je innig liefhad en wilde dat je gelukkig waart. Den volgenden dag Klom ik over een niet te hoogen muur, om op dat land goed te komen en bespiedde het kléine schepseltje, dat ik begeerde. Ik had een fleschje chloroform meegenomen uiterste best doet om zooveel moge- Jgk van den grond te krggen. De Nederlandsche boer en tuinder kan meer dan zgn bedrijfsgenooten uit andere landen, die onder ongeveer dezelfde omstandigheden, wat bodem en klimaat aangaat, werken. Ea hg wil ook nu die superioriteit toonen, maar dan heeft hij ook recht op een billijke belooning van zijn arbeid, zjja kennen en kannen en het risico, dat hij loopt. Het is daarom een verblgdend tee- ken, dat de nieuwe prgzen voor de landbouwproducten voor een goed deel beduidend zijn verhoogd en wel met 15 tot 20 percent. Wanneer de bedrgfsonkosten niet al te zeer oploopen, dan kan deze verheoging een stap beteekenen in de richting van een behoorlijke be looning. AGRICOLA. Wenken voor de zuinige huisvrouw. Zet u eens op uw gemak en heb eens even tijd om wat te praten over uzelf, uw kroost en uw 'groentetuintje. Zelf nog goed gezond en geen witneusjes onder de kinderen Als het mis is stellen wij u di rect een gewetensvraag. Ja echt! Wij moeten toch zoo goed mo gelijk zorgen voor de gezondheid van ons huisgezin. „De tijd is zoo moeilijk en 't valt tegenwoordig niet mee". Ja daarom juist deze vraag Heeft u een goed eigen groentetuintje Nee, nee, de kast met inmaak- flesschen en de inmaakpotten uit den kelder doen het niet. Zomer en winter iederen dag versche groenten of erwten en boonen uit eigen tuin op tafel is je wareLaat die distributie lastig zijn. Onze tuin moet en kan ook wel eens voor slager, kaasboer en kip spelen, want vleesch, kaas en eieren maken ondanks de distributie onze beurs te gauw leeg. Welke boer groot en klein en veel burgers op het platteland beschikken niet over een lapje grond Wij bedoelen niet dat stukje grond onder dien ouden peren- of pruimenboom. Brengen de boomen nog wat op, kies dan als het eenigszins mo gelijk is een ander stukje grond. Brengen ze zoo goed als niets meer op, zorg dan zoo gauw mogelijk, dat u er warmte van heeft. Een tuin onder boorren haalt niets uit. Verknoei er geen zaad aan. Zorg voor een goede afras tering, zoodat geen honden, los- loopende kippen er in huis gaan houden. Man en vrouw knoop 't vol gende vast eens in de ooren. Ligging. Een tuin moet open liggen voor lucht en zon. Menig boeren gezin zal er goed aan doen een stukje bouwgrond bij huis te spitten en 't oude tuintje onder de boomen voor het bewaren van compost te gebruiken en verder voor kuilen. Grondsoort. Groenten vragen een humus- rijken vochthoudendengrond. Met compost, stalmest en een regel matig goede bewerking kan ieder na verloop van tijd wei een tuin krijgen met goede tuinaarde. Grondbewerking. Zoo gauw de groenten 't veld geruimd hebben begint men met het spitten, in het najaar spitten en bemesten is het beste. De kluit kan dan goed doorvriezen. Over het algemeen geeft men niet gauw te veel stalmest. Denk er wel aan geen versche stal mest te gebruiken. Is u in de gelegenheid uw tuin te laten on derzoeken op zuurgraad, doe dit dan en strooi zoo noodig na de bemesting en het spitten in het najaar de kalk. Indeeling. Om te voorkomen, dat een ge was meerdere jaren achter elkaar op eenzelfde plaats komt wat zeer nadeelig is voor een goede op brengst, deelen we de tuin zoo in, dat één helft flink bemest wordt met stalmest en gebruikt voor spinazie, raapstelen, Nieuw- Zeelandsche spinazie, sla, snijbiet, andijvie, postelein, prei, peterse lie, selderij, augurken, komkom mers, tomaten en kool. De andere helft, die niet bemest wordt om haar dat te laten inademen ten einde haar zonder geschreeuw en zonderge vaar te kunnen meenemen.. Want nog een andere gedachte was bij me opge komen en ik wilde in deze onderneming slagen. We hadden juist den wagen gekocht en dat mooie kind kon ons van nut zijn bij de voorstellingen. Vermoeid, hield hij op. Juana beefde over geheel haar lichaam en liel hem nog eens drinken. Drink eens, zeide zij, dat zal je goed doen. Hij ging verder met zijn betreurens waardig verhaal. Door een gelukkig toeval, kwam de kleine heel alleen op den oever spelen: zij vermaakte zich met bloemen Ie plukken, welke zij in een klein korije verzameldePiolseling verloonde ik mij, zij werd bang en wilde wegloopen; maar voor zij kon schreeuwen had ik een doek met chloroform over haar hoofd geworpen.alles ging goed en ik kon mij verwijderen zonder dat iemand mij gezien had. Maar heb je toen niet gedacht hoe groot de smart der ouders zou zijn riep Juana uit en kon hare ver ontwaardiging niet meer inhouden. Was er dan geen gevoel van mede lijden meer in je hart 1 De menschen welke dat heerlijke kasteel bewoonden, waren rijk: waar schijnlijk ook hadden zij andere kin deren: redenen genoeg om zich te troosten Nooit vergeet men het verlies van zulk een lief kind als Mireille, ant woordde Juana met bevende stem. Wat moeten zij haar nog beweenen I Het is beter wanneer men weet dat zijn kind dood is, dan zijn lot niet te kennen 1 De ouders geiooven dat het dood is: voordat ik verdween, had ik haar hoed aan den tak van een hoorn opge hangen welke over de rivier hing. Arme lieveling I waarom heb ik geloof gehecht aan het vertelsel dat je mij had opgedischti Ik had haar dan aan hare ouders kunnen teruggeven en ik zou nu niet gekweld worden door met stalmest, dient voor worte len, bieten, rama.nas, radijs, schor- seneeren. rapen, uien en erwten en boonen. Ieder jaar worden deze helften verwisseld. Kunstmest. Naast stalmest is haast in ie deren tuin kunstmest onontbeer lijk, vooral als men niet over ruim stalmest kan beschikken. Geef ge middeld nog 6 10 kg. superfos faat of slakkenmeel per are (roe) 6 10 kg. patentkali per are, 2 -4 kg, stikstof per are. Super en patentkali mengt men zeer goed door elkaar, strooit 't een paar dagen voor het zaaien regelmatig uit over den heelen tuin en harkt het licht onder. Thomasslakkenmeel is zeer ge schikt voor zandgrond, maar moet vroeg in het voorjaar of in het najaar gegeven worden, daar het langzaam werkt. Boonen en erwten hebben de opgegeven hoeveelheid stikstof niet noodig, terwijl bladgroenten veel stikstof kunnen gebruiken. Stikstof geeft men de helft vóór het zaaien en de andere helft na opkomst der planten. Men dient dan echter zeer voor zichtig te zijn en strooi alleen bij droog weer tusschen de rijen. Gebruikt men echter zwavelzure ammoniak dan strooit men deze zoo vroeg mogelijk in het voor jaar uit, daar ze planten be schadigt. Nu we ons best gedaan heb ben om den grond in orde te maken gaan we even overleggen wat er gezaaid moet worden. Denk eraan niet alleen in den zomer, maar ook in den winter moeten we alle dagen een flinke portie versche groenten kunnen eten. Ja, zult u zeggen, maar waar moeten we den tijd van daan halen. We hebben een druk huishouden, moeten ook nog op het bedrijf meehelpen en zijn bovendien geen geboren tuinders. Een huisvrouw heeft altijd werk, maar voor koken, wasschen en naaien neemt u ook den noodigen tijd. Er is evenveel reden om ook voor den tuin wat over te hebben. U kunt niet ge zond koken en eten, dus ook niet flink werken zonder een goeden tuin. Als we verstandig werken en soorten kiezen die langen tijd veel opbrengen komen we er allemaal mee klaar. Kijkt uw zadenjijstje maar eens na of u niets vergeten hebt. Het is nog niet te Iaat om wat bij te be stellen. We nemen niet te veel hooi ineens op den vork en be ginnen met een eenvoudig tuintje. In het midden of opzij van den tuin maken we een keurig recht pad. Loodrecht, hierop komen de bedden en paden. Maak de bedden niet breeder dan 1.20 M. U kunt dan vanuit de paden overal wieden, zonder iets te vertrappen. De paden maakt men 1 voet breed. Alleen met behulp van een strak uitge spannen lijn of touw kan men keurig werken. Teeken uw tuin even op papier en zet in de verschillende vakjes wat er ge zaaid of geplant moet worden. deze gewetenswroegingen die me naar het graf zullen brengen Marcello was in zijn kussens terug gevallen: deze lange bekentenis had hem vernietigd: hij gevoelde zich ellen dig en hij was bang voor het andere leven. Toen Juana eenigszins bekomen was van hare ontroering, zeide hij tot hem Voleindig nu ook, Marcello, en ze? mii wie de ouder; waren van het kind 1 Ik ken hen nieil antwoordde hij haar. Kort daarna zeide hij met zwakke stem: Laat een priester halen. In de donkere oogen van Juana kwam „j een straal van vreugde. Zij liep naar het venster, riep Zenia, die een kroontje van madeliefjes op haar hoofd gezet had en zich met voldoening in een klein spiegeltje bekeek, beval haar naar de stad te gaan en een priester te waarschuwen dat een stervende naar hem verlangde. Zal de meester dan sterven, madame? riep het meisje vol angst uit. Ja. Zenia rukte den bloemenkrans van haar hoofd, wierp hem in het gras en ging vlug heen. Een uur later verving de priester Juana bij haar man: deze hoorde zijn biecht en diende hem de laatste H. Sa cramenten toe. Den dag daarop stierf hij, zijne hand in die zijner echtgenoote, met volle overge ving aan Gods wilen geheel berouwvol. Op heel bijzondere wijze had hij, al vorens den laatsten adem uit te blazen, de gezellin van zijn treurig bestaan, die hij gemarteld en toch bemind had, om vergiffenis gesmeekt en gekregen. Nadat de eenvoudige lijkdienst was afgeloopen, verliet Juana het kleine kerkhof, waar zij Marcello in vreemde aarde achterliet, dien zij in vroegere jaren zoo had bemind, dat hare oogen, niettegenstaande alles, over hem nog tranen konden storten. Zij kwam met Zenia en Carlo terug in den wagen, dien zij weldra zou verlaten om hare taak van herstel te beginnen. Wat zal met ons gebeuren, ma dame? vroeg het meisje treurig. Degene welke alles van mij ge kocht heeft, beloofde mij u over te ne men, antwoordde de weduwe: hij is een goed menSch en gij zult bij hem gelukkig zijn. Hij komt vanmiddag bij me en zal u zijne voorwaarden stellen. Wij zullen u betreuren, meesteres, zuchtte Carlo. Ja, u is zoo goed zeide Zenia op haar beurt. Juana omhelsde hen teeder. en was bedroefd over de scheiding. Zij gaf hun zooveel als zij hun nog schuldig was en stelde hen den nieuwen mees ter voor. Deze was inderdaad een eerlijk en goed man, en Juana had minder spijt nu zij wist dat beiden goed verzorgd waren en nam afscheid van die kinderen aan welke zij zich gehecht had. Wij zullen u niet vergeten, zelden zij haar bij hun vertrek, wij zullen nog dikwijls aan u denken. In gedachten zal ik u op uwe reis door de wereld blijven volgen, beste kinderen. Wie weet of we elkaar nog eens zullen terugzien? zeide Zenia. De weduwe van Marcello schudde van neen. In het huis, waarin ik mij zal terugtrekken, is men dood voor de wereldzeide zij zacht. Eenige dagen later kwam Juana in rouwkleederen te Kerentrech aan, en liet zich naar een herberg brengen, om inlichtingen te verkrijgen omtrent de kleine verlatene. Nadat zij haastig een licht maal ge bruikt had, zonder eigenlijk goed te weten wat men haar voorzette, zoo groot was hare ongerustheid, wierp zij een blik in een dagblad dat op tafel lag. Het toeval diende haar. On der de gemengde berichten vond zij er een dat het verhaal bevatte van een pas geboren kind dat te vondeling ge legd was. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 6