TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Het Lybische oorlogsterrein. FEUILLETON. De vondelinge Voor Boeren en Tuinders» Vee-teelt. In Salomon s zoeklichten De toekomst van L nburg. Zaterdag 29 Maart 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 13 VIII De ontzaglijke grootte van het land. Een zeer schaarsche bevolking. - De Italianen als meesters Ten besluite van deze serie reisbricvenover Lybië, mogen hier nog enkele gegevens volgen over de groote uitgestrektheid van het land. Lybiè, dat omvat de twee lialiaansche kolonies Tripolitanië en Cirenaica, is on geveer 1.500.000 KM2 groot, die 45 maal de oppervlakte van Ne derland. En in dit enorme gebied wo nen slechts ongeveer 850.000 menschen, dus minder dan in Amsterdam 1 Van de 850.000 inwoners be- hooren er circa 770 000 tot ver schillende Mohamedaansche be volkingsgroepen: nl. 330.000 Ara bieren, 'n k'eine 200.000 Berbers, de overigen zijn Abessiniërs en negers De Joden vormen met ongeveer 25.000 zielen ongeveer 3 pet. van de totale bevolking. Het land levert bitter weinig op; de woestijn enkel wat steppegras; jn de oasen wordt landbouw beoefend. Sommige nomadenstam men doen wat aan veeteelt, die huiden oplevert en wol; aan de kust is er hier en daar wat sponsenvisscherij en tonijnen vangst. Daarmee zijn de bestaans- bronnen van het land vrijwel uit geput. Lybië is dan ook een kolonie, welke aan Italië altijd veel zal blijven kosten. Dat men er te Rome zoo'n groote belangstelling voor heeft, spruit voort uit de geschiktheid van de Lybische kust ter vestiging van militaire bases en uit piëteit tegenover het groo te oud-Romeinsche verleden, waarin Lybië als „Africa" een bloeiende kolonie was. Bovenal echter heeft Lybië voor de Italianen waarde als be ginpunt van den imperialen weg riaar Oost-Afrika (Abessinië, So- maliland en Erythrea), een weg, die thans nog niet ononderbroken is, maar zulks als een uitvloeisel van een overwinning der As in dezen oorlog (door een annexatie van Soedaneesch gebied) zou kunnen worden. En nu nog iets over de ver houding der Italiaansche meesters in Lybië tot de inheemsche be volking. Men bedenke, dat Lybië tot 1911 eeuwenlang onder Turk- sche souvereiniteit stond, maar daar het land niets noemens waardigs opbracht en de Turken ook geen belang hadden bij de vestiging van militaire bases aan de Afrikaansche Noordkust, ont hielden ze zich 'jveelal van de directe uitoefening van gezag."1 Dit lag practisch geheel in 20 - Het is noodlottig, zuchtte Roger. De gouden ketting en medaille is op den dag zelf van haar doopsel door mijn moeder Mireille om den hals ge hangen Zii droeg dat souvenir harer grootmoeder allijcl. Dat kind dat ik door de wateren der rivier meegesleurd waande, is dus gestolen? Om welke redenen? En waarom haar nu ver laten Maar het kleine meisje zal dat zonder twijfel wei gezegd hebben zeide de dokter. - Neen, antwoordde de onderprefect. Het bericht dat ik u zoo juist heb voorgelezen, is nog niet ten einde. Het slot luidt aldus En het komt zoo buitengewoon vreemd voor, nog smeekingen noch bedreigingen hebben haar er toe gebracht om te bekennen waar zij geweest was voordat zij te vondeling gelegd werd. Zij was ongelukkig bij die ellen delingen, die haar gestolen hadden om haar in hun tent te kunnen gebruiken, riep de graaf uit, en zij zal gevlucht Maar werd er niet gesproken van een slaapmiddel, dat men haar zou hebben toegediend zeide de dokter. - Ja. zeide de Roulleaux. We kun nen dus slechts veronderstellingen maken. Indien ik tengevolge van de ziekte en het sterven van mijn schoon vader Bayonne niet had moeten ver laten, zou ik er wei werk van gemaakt handen van een aantal stamhoof den, die wél voeren bij de uit oefening van hun macht, o.m. door het heffen van allerlei be lastingen van de karavanen, waar mee de handel op Egypte en Soedan werd onderhouden. Voor deze stamhoofden betee- kent de huidige Italiaansche over- heérsching een groote econo mische schadepost. Zij zijn dan ook intrigent en weinig betrouw baar. Andere bewoners van de woestijn zijn vervuld van haat tegenover alle Europeanen en in het bijzonder tegenover het Ita liaansche gezag, uit geloofsfana tisme. Ze zijn orthodoxe Mohameda- nen en hadden het liever slecht onder de Turken dan beter on der het nieuwe bestuur. De woestijn is eerst sedert tien jaar gepacificeerd en de Duce heeft heel wat gedaan om haar bewoners te winnen o.m. door zich als beschermer van den Is lam op te werpen maar deze menschen zullen elke kans aan grijpen om zich weer vrij te maken van vreemden invloed. Of zij daartoe ook de hulp der Brit ten zouden aanvaarden, is mins tens twijfelachtig, want ook die zijn ongeloovigen en de Lybiërs zijn zeer goed op de hoogte van de moeilijkheden hunner geloofs- genooten in Palestina. Geheel anders staan de zaken in het kustgebied, waar de inlan ders veel minder orthodox zijn en gevoeliger voor materieele voordeelen. De Italianen hebben een beetje meer vertier in de havens ge bracht en dat leverde wat sober gewin op voor het inlandsche proletariaat. Bovendien zijn de Italianen geen slechte meestérs. Ze verbroederen zich niet met de inlandsche bevolking, zooals de Franschen dat wel doen in vele gevallen althans in Tunis en in Algiers, maar ze zijn cor rect tegenover de menschen. Dat heb ik overal vastgesteld. Ze doen niet hooghartig als de Britten in hun koloniën, maar zijn behulpzaam en dragen er het hunne toe bij om het levens peil der inheemschen te ver beteren, door hel scheppen van onderwijsmogelijkheden b.v., door verbetering van woningtoestanden en voorlichting op alle mogelijke maatschappelijk en sociaal ge bied. De Italianen toonen ook respect voor de godsdienstige gebruiken der Mohamedanen. Aldus hebben zij een belangrijk deel der in heemsche kustbevolking voor ze gewonnen en de jeugd vooral laat zich gewillig samenvoegen in fascistische organisaties. Ik hoop, dat mijn lezers door deze artikelen eenig begrip heb ben gekregen van land en volk in de Noord-Afrikaansche kolo niën en dat hij deswege ook be langstelling zullen koesteren voor mijn belevenissen in Egypte en in Tunis, welke ik in eenige vol gende bijdragen hoop samen te vatten. hebben, geloof me vrij waarde graaf. En daarenboven dacht ik dat u eiken dag kon terugkomen. ik ben inderdaad teruggekeerd, maar te laat... Ik dank u van ganscher batte dat u dat blad bewaard heeft, en drukle de Roulleaux innig de hand. Het stelt me in staat naar Brelagne te vertrekken, waar ik zonder twijfel Mireille zal terugvinden. Welk geluk zou op andere oogenblikken dan deze het mijne geweest zijn 1 Indien die vondelinge werkelijk uwe dochter is, zooals het is te voor zien, welke zoete troost voor u, zeide de dokter. Zeg gerust een onmetelijke troost, de dood laat me zoo eenzaamIn afwachting van mijn terugkomst, zal ik de arme moeder, die haar kind niet zal weerzien, in den familiegrafkelder later bijzetten. Want nu Mireille niet in de rivier is omgekomen, kan ik dien laatsten wensch r.iet uitvoeren. Eenige uren later had de treurige plechtigheid plaats. Vele vrienden waren van verre gekomen om den graaf hunne sympathie te bewijzen bij zijn smarte lijk verlies en tevens hun vreugde te toonen bij het geluk dat hem in het weervinden van zijn kind zou te beurt vallen. Naar Kerentrech wendde zich zijne hoop. In den wagon dacht de graaf na over die vreemde historie van den dief stal. Thans betreurde hij bitter daaraan niet gedacht te hebben toen Mireille verdwenen was. Indien men de omstreken had onder zocht inplaats van de rivier af te dreg gen had men wellicht den ellendeling kunnen vatten. De hall gevulde korf bij de geknakte bloem, de hoed die aan een tak hing waren zonder twijfel aan den oever geplaatst, om het onderzoek op een dwaalspoor te brengen Wat de misda diger voorzien had, gebeurdemen had gemeend dat het kind verdronken Begrijpelijke zorg. Men hoort van alle kanten, dat men zich bezorgd maakt over de voorziening van den Nederlandschen landbouw met fosforzuur. Iaderdaad ziet het er met die voorziening ook niet zoo heel mooi uit. Het Is te hopen, dat het in het volgend seizoen beter zal zjjn, want het algeheel gebrek aan deze voor de planten zoo noodlge voedingsstof kan onze oogst zeer ongunstig beïnvloeden. Dat zal misschien dit jaar nog niet het geval zjjn op vele perceelen, die In vorige jaren geregeld met slak- kenmeol bemest zijn geworden en daardoor een zekere voorraad heb ben gevormd, waarop nu geteerd kan worden (slakkenmeel leent zich hier bjjzoDder voor) maar op den duur zal het fosforzuurgebrek zich toch laten merken. Dit temeer waar Jn de laatste jaren het verbruik van fosforzuur- meststoffen niet in die mate vooruit ging als van kali en vooral niet zoo sterk als ,van stikstof. Het stikstof verbruik steeg in de laatste vijf jaar met 80 pet., van kali met 15 pet. en van fosforzuur met... 6 pet. Dat liep niet goed en zou zich wre ken als het zoo bleef doorgaan. Daarom hebben degenen, die tot oordeelen bevoegd zijn temeer reden van zorg over de fosforzuurbehoefte van den bodem. De voorraad, die gevormd is,'raakt op en zal straks eerst weer aangevuld moeten worden, Wij hopen daarom, dat de leveran ciers van slakkenmeel, de groote staalfabrieken in België, (Dultsch land produceert voornamelijk voor zichzelf) ons weer spoedig een deel van hun productie zullen toewjjzen. Ze werken daar weer druk, naar wjj hoorden. Dan is deze zorg ook weer van de baan. AGRICOLA. Dc hypotheekboeren. In den anti revolutionnalren „Rot terdammer" heeft mr. W. RIp een tweetal beschouwingen gewjjd aan de hypotheekboeren, Hg heeft daarbij oog voor hun moeilijkheden getoond, maar zich verzet tegen aantasting aan de geldleenlng onder hypothecair verband. Htj vreest daarvan rechts onzekerheid en gevaren voor het credlet in den landbouw. Mr. W. Rlp geeft tenslotte drie middelen aan om de hypotheek boeren te helpen ten eers' e viflheid om land aan niet-elgen-gebrulkers te verkoopen tegen hoogere prijzen dan in 1939; ten tweede afschaffing van de grondbeslaatlng, althans terugneming van de verhoogiDg met 100 opcenten en ten derde een betere prijsregeling voor de agrarische'pro- duet en. Dit laatste la tot stand gekomen bg 'de vaststelling van de richt prijzen. De afschaffing of verminde ring van de grondbelasting hebben wg ook al eens naar voren gebracht maar de kans daarop ls waarschijn lijk bjj de groote schatkistbehoeften voorlooplg nog gering. Het moet echter verwondering wekkeD, dat mr. W. Rfp een pleidooi voert voor vrijheid om land aan niet eigen-gebruikers te verkoopen. Dit gaat regelrecht ln tegen het gezon de streven om het boerenland ln boerenhand te houden of te brengen Het bypotheek-vraagstuk moet, zoo als mr. Posthuma te Groningen ver klaard heeft, worden opgelost zonder den boer te onteigenen. Dat is niet alleen boerenbelang, het ls ook lands belaog, omdat zoo alleen de afdoen de en psychologische voorwaarden geschapen worden voor de grootst mogelijke landbouwproductie terwille van Let geheele volk. was en men had hem den tijd gelaten om met zijn prooi te verdwijnen. Welke bitterheid in zijn gedachten. Plotseling kwam hem nog een andere gedachte voor den geest, die toch al zoo verontrust was door zooveel tragi sche gebeurtenissen. Wie zou hem zeggen dat dit kleine meisje met zijn gouden ketting en medaille werkelijk zijn dochter was Indien Mireille inderdaad in het water gevallen was. had men haar dan niet dood kunnen vinden op den oever en haar dat kleinood afnemen om het om den hals te hangen van een ander kind? Een afschuwelijke twijfel verwoestte deze ziel die toch al zoo diep getroffen was en deed hem vreeselijken angst uitstaan. Toen Mireille drie jaar oud was, ge leek zij sprekend op hem, maar de trekken veranderen met den leeftijd Zou hij die gelijkenis nog terugvinden Hoe zou hij nu dien twijfel kunnen verdrijven alvorens deze lange reis ten einde liep De nacht brak aan. Zou hij nu in deze coupé alleen blijven met deze nieuwe hartewonde? Hij leed vreese- lijk in deze eenzaamheid en hij ont moette geen geruststellenden blik van den dokter, noch een zoete glimlach van diens echtgenoote. Geef mij raad, Marie, zeide hij zacht. Zeg mij, aan welke teekenen ik ons kind zal terugkennen? Bij die woorden kwam een gloed in zijne oogen. Een teeken? Mireille had er een op de linker schouder, een zwarte plek, zoo groot als een stuiver, Marie's moeder had haar dikwijls omhelsd en lachende gezegd Indien ik je ooit zou verliezen, Mireille, zou ik je onder alle kinderen herkennen dank aan dit teeken. De graaf werd nu kalm, wijl de dier bare overledene hem geïnspireerd had Rationaliseering van onzen rundveestapel. IH. Na besproken te hebben welke maatregelen genomen moeten wor den om het productie-vermogen van den rundveestapel te verhoogen, volgt nu een en ander over een doelmatige aanpassing van den veestapel aan de grootte en aard van 't bedrgfenaan verschillende omstandigheden daar buiten. Allereerst merken wij hieromtrent op dat proefondervindelijk is aange toond dat de hoeveelheid krachtvoer welke wordt verstrekt de rentabiliteit van de rundveehouderij veel minder beïnvloed dan de voorraad voedselrijk groenvoer als: groenvoer, 'hooi, kuil- voer enz. Het staat vast, dat door verbetering van gias- en hooilanden, door vermeerdering en verbetering van inkuilen, door uitbreiding van den verbouw van groenvoeders, die zoowel als stoppelgewas hetzjj als hoofdg8was verbouwd kunnen wor den, bereikt kan worden dat wfl in herfst en voorwinter koelen meteen productie van 15 a 20 liter melk en in den winter dieren met 12 15 liter melk zoDder krachtvoer in con ditie en op productie kunnen hou den, mits men echter per H.A. niet te veel dieren^heeft. Genoemde verbetering van gras- en hooilanden zou bereikt kunnen worden door betere bemesting, betere verpleging, zooals 't uitroeien van distels en andere schadelijke ge wassen en door een doelmatige ver kaveling. Het gevolg van een en ander zal dus zgn een gedwongen Inkrimping van ',den veestapel, een inkrimping echter die met bovenge noemde feiten rekening houdt. Hoe wel dit een moeilijke teeltregeling is, is het misschien in de gegeven om standigheden de meest juiste. ^De inkrimping dient In elk geval zoo te geschieden, dat 't gemiddelde kwaliteitspeil van den Nederland- schen rundveestapel er door verhoogd wordt. Een volgend punt, dat bg de ra tionaliseering van den rundveestapel de aandacht verdient ls de voeding. Men zorge voor: een regelmatige, gelijkmatige en verstandige voeding. Als middelen om dit doel te berei ken komen in aanmerking: le. Een meerdere en betere ver bouw van groenvoeders. 2e. Beter benutten van herfst- en voorjaarsgras (bekorten van den staltijd vooral door in herfst en voor jaar 's nachts te stallen). 3e. Beschikbare wintervoorraad evenredig over de stalperlode te verdoelen. Ae. Vooral ln den herfst zuinig omgaan met de op 't land aanwezige groenvoeders. 2.53. Reeds in den herfst overtollig voer inkuilen. 6 e. Opstellen en berekenen van voederrantsoenen. 7e, Bg het voeren zorgen dat elk dier zga deel krggt. 8e. Probeeren of meer vosr geven zich betaalt of minder schade ge6ft. 9e. Prgsvergelgking van de ver schillende voedermiddelen. 10e. Zorgen voor een behoorlijk lan gen droogatand (Igdens de stal- periode). 11e. Een goede vertering van 't rantsoen zooveel mógelijk bevorderen, wat bereikt wordt door gtzmd drink water, door goede verlichting en behoorlijke ventilatie, door een juiste staltemperatuur (plm. 15 gr. C.) en door een goede huldverpleging. De tjjd van droogstand bedraagt minstens 6 8 weken. Men kan het droog worden^bevorderen door min der eiwltrgk "voer, vooral wortelge- sn zeide voor zich uit: Mijn dank, liefste DEEL III. VEREENIGD, HOOFDSTUK I. DE EERSTE ONTMOETING. Wat was het lekker op dezen on- aangenamen Novemberdag, in den kleinen zaal, waar de dames de Monts- croff zich zoo behaaglijk gevoelden Een flink vuur brandde in den haard, chrysanthemums gaven aan het vertrek een levendigen en opgeruimden toon, en een lichte geur van viooltjes bewees dat het kleine vaasje op den schoor steen een aardig bundeltje bevatte. Een zonnestraal, die door de don kere wolken brak, wierp zijn licht op de tafel, welke in een vensternis ge plaatst was. Aan deze zaten de dames te werken aan kleedingstukken welke voor de armen bestemd waren. Het koude seizoen was begonnen, en men moest zich haasten om de kinderenden ouden van dagen geen koude te laten lijden. Mejuffrouw Irene breidde een wollen kous voor een grijsaard. Paula leerde Mireille een haaksluk om een klein borstrokje van een pasgeborene af te maken; Yvonne de Thiennec, de gouver nante werkte vlijtig met de naald, even als de aardige postmeesteres van Cleguer Alice Rindon, die haar vrijen tijd benutte om hare vriendinnen te helpen. Het kleine meisje zag er verrukkelijk uit door zijne gezondheid en blijdschap. In haar wit kleedje, Paula kleedde haar altijd bij voorkeur in het wit zag ze er bekoorlijk uit; hare lange bruine krulharen vielen op hare schou ders en in hare mooie zwarte oogen schitterde een levendige glans, nu de bloedarmoede heel en al verdwenen Van een valsche weegschaal heeft Jahwe een afschuw Hg houdt van een zuiver gewicht. Een aardig motto voor op de muren van een middenstandszaal. Of voor de hun mooie of leelgke vaan dels. Beter nog in hun hoofd en ln hun hart. Niet dat de andere men schen vrflult gaan, maar het zjjn toch vooral de middenstanders die wegen en meten. Zoolang als de mensch zelt niet hoeft te wegeD, maar voor hem ge wogen wordt, houdt hg, evenals God, van een zuiver gewicht. Moet hij zelf wegen dan verandert de zaak. Dan komt daar vaak de dorst en de hon ger naar geld bg en weegt hg met één gewichteigen voordeel. En dat gewicht weegt zóó zwaar dat het altjjd de weegschaal naar een kant doet doorslaan. Bjj velen weegt eigen voordeel zelfs zwaarder dan het ge wicht van Gods zevende en tiende gebod. Gewichten, die het evenwicht in de Maatschappij moeten bewaren. Schaft men deze gewichten af, dan is er een sterk overwicht dat een reactie oproept. Men krijgt dan strtfd. Klassenstrijd noemt men dat. Oorlog tusschen de wegers en hen waarvoor gewogen wordt. Het zevende en tiende gebod zjjn Gods bewakingsagenten van den eigendom. Zg zgn noodzakelijk voor de rust en de orde onder de men schen. Zg moeten den mensch be schermen tegen diefstal en roof. Zg dragen er zorg voor dat de mensch de vruchten van zijn arbeid kan ge nieten. Zg elschen van den werkgever een loon voor den arbeider, dat vrij waart van pauperisme en te groote zorg voor het dagelgks brood en onvoorziene uitgaven. Zij elschen van den werknemer al den tgd, die zg verhuurd hebben en verbieden Btreng dagdieverij. Zij houden het overwicht ln stand. Maar worden zjj verwaarloosd dan wordt het evenwicht verbroken en ontstaat er een chaos, Iedereen verafschuwt het egoisme van het economisch liberalisme. Maar wat hebben we daaraan, als men het egoïsme verdoezelt in het egoïsme van groepen en partijen, van volkeren en landen. De mensch voelt zich altijd sterker en minder verantwoordelijk ln groepsverband. Als een bepaalde groep of een be paald volk egoïstisch Is, zchjjnt dat m nder vecderfelgk. Zoo kan mm vaak hooren van winkeliers en zakeDluize doen het allemaal, dat is zakenmoraal. En met dit verbluf fend vernuftig slagwoord gaan ze hun gang. Het ia de moderne zonde van put ipharlsme.*, Zelf zondigen, zelf slecht handelen omdat men voor wendt dat anderen het ook doen. Het is de sluwe politiek van den hartstocht die maar één devies kent wat verdien ik eraan Of andere menschen er nadeel bg heben; of andere menschen vertwijfeld tot mis daden vervallen of de hebzuchtige hulsbaas ktnderarmo huwelgken maakt; of de armen opgehitst en geïrriteerd wordenof ze andere menschen ook onrechtvaardig maken, dat alles laat hen koud. Zij wegen alles in het leven af met het valsche gewicht van eigen voordeelwat verdien ik eraan Denken zulke katholieken er wel eens aan dat dit egoïsme precies het tegenovergestelde is, van de levens beschouwing dLe zg aanhangen Het Christendom ls de leer van naasten liefde en sociale rechtvaardigheid. Geen orde en geen rust is mogelijk zonder deze twee christelijke deug den. Maar zonder deze twee deugden is ook geen christelijk leven denk baar, alleen maar schgn en huiche larij. Egoisme wekt egoisme; naasten liefde wekt naastenliefde. Het eerste wekt strgd, het tweede vrede. Mogen wg vredestichters zijn. S. L. wassen, door^'t geven van lauwwarm drinkwater ën mindere malen te melken. Voor een volgenden keer Iets over opfok en 'erpleging. De com. aissaris van de provincie o\«sr nieuwe moge lijkheden voor ons gewest. „Mga taak is duldelgk: Als Lim burger heb ik maar een wensch en dat is de voorspoed en de bloei van deze schoone streek en dit njjvere volk op elk gebied te bevorderen, door te zorgen dat Limburg de'plaats krggt, waarop het krachtens aard en gesteldheid van volk en bodem recht heeft", zoo vertelde ons de Commissaris van de provincie Lim burg, graaf de Marchant et d'Ansem- bourg, tgdens een onderhoud, dat wij een dezer dagen in zjjn werk kamer op de Provinciale Griffie met bem hadden, schrijft ons een redac teur van de Vereentgde Persbureaux (V.P.B.), te 's Gravenhage. „Als de Limburgers zich in het verleden wel eens achteruitgezet hebben gevoeld, dan ls dat niet ge heel ten onrechte, al was het dan niet zoo erg meer, als in den tgd toen deze provincie nog tot de gene raliteitslanden gerekend werd door de deftige staten van Holland, Zee- Ze was geheel verdiept in haar werk en zoo had ze gauw den steek leeren maken, zooals Paula haar had aange toond met een moederlijk geduld, Je hebt het heel goed begrepen en je kunt het makkelijk alleen, zeide met een glimlach hare pleegmoeder. Maar je moet niet te veel werken, je kunt dat borstrokje morgen wel afma ken. Ga je pop maar halen en amu-.eer je, je hebt het wel verdiend. Mireille schudde haar hoofdje. Ik zou het graag eerst afmaken, zeide zij: tante Irene zegt dat we dit jaar een erg strengen winter zullen hebben: daarom moeten wij ons haasten opdat niemand van de koude te lijden heeft Geheel verteederd drukte Paula een kus op het voorhoofd van Mireille, die slechts dacht aan de ellende van an deren: zij wierp een blik op hare zuster en hunne gezellinnen en zeide met van vreugde stralende oogen: Het is goed Mireille, je hebt een goed hart; je engelbewaarder zal tevre den over je zijn. En vanavond zal hij stralend van. geluk zijne vleugelen over je bedje uit spreiden voegde Alice er bij. Ook over u zal de engel waken, mejuffrouw Alice, zeide het kind heel ernstig, want u aarzelt niet om hier bij ons te komen en voor de armen te werken. Mijn verdiensten zijn zoo groot niet, zie je liefste, want er komt een beetje egoïsme bij; het is hier bij u zoo aangenaamHet is zoo treurig alleen te zijn voegde zij er stil bij. Des te beter zei het kind, dat den laatsten zin niet gehoord had. Op deze wijze blijft u altijd Claguer. Men lachteover deze gevolgtrekking Schei nu uit met je werk, en ga je pop halen, hernam Paula. Mireille gehoorzaamde, ging naar hare kamt waar hare dochter nog rustte. De t. g was zoo bezet geweest dat zij er J.ch niet mee had kunnen land en Utrecht. Het is wel opval lend, dat het Nederlandsch kapitaal zich zoo weinig voor ons interes seerde, terwgl toch do industrie in Limburg van nature al een gewel dige vlucht had genomen en de bodem alsmede de ligging van de streek deze Sndustrieele ontwikke ling ln sterke mate begunstigden. De mseBte industrieën waren in deze provincie voornamelijk op buiten- landscb kapitaal aangewezen, terwgl zelfs de Staatsmgnen, die tot de eerste mgnbouwondernen^ingen van Europa behooren, met geen mogelijk heid uit particuliere middelen konden worden opgericht. Den laatsten tijd doet het Nederlandsche particuliere initiatief wel iets meer ln Limburg dan voorheeD, o.a. dank zjj het werk van de industriebank, maar 't overige Nederlandsche kapitaal toont nog steeds bedroevend weinig belang, stelling voor investeeriDg in Llm- burgsche industrieën. INDUSTRIEELE ONTWIK KELING BELEMMERD. „Ondanks dat heeft de Limburg sche industrie een enorme vlucht ge nomen", „Bestaan er nog meer redenen voor de Limburgers, om zich op den achtergrond geschoven te voelen „Ja, want men heeft de mogelijk heden tot ontwikkeling van onze nijverheid in het verleden, uit poli tieke oogmerken, wel eenigszlns... laten wjj zeggeneenzijdig moeten richten Dit betre't speciaal de water verbindingen, die voor onze industrie van zoo ontzaglijk groot belang zgn. De verblndlDg met het noorden werd bezig houden. Wat een lief karakter riep Alice uit, men hecht er zich dagelijks meer en meer aan: Nietwaar? zeide Paula opgetogen. De tijd schijnt mij voorbij te vliegen sedert dat lief kind hier zijn intrede gedaan heeft. Wanneer ik bedenk dat sedert dat oogenblik reeds zeven maan den voorbij zijn. Ik zie Mad. Kerlan haar nog hierheen brengen, zoo bleek en zoo tenger. Ja, zij is zeer veranderd, zeide Irene, indien zij die haar achtergelaten hebben, haar vandaag terugzagen, zou den ze haar niet meer herkennen. De goede zorgen, het rustige leven en de zuivere Jucht hebben er toe bij gedragen hernam Alice. Het kind is u veel, zeer veel verschuldigd. Zij is ook zeer dankbaar, zeide Yvonne Hoe treffend dankt ze in haar avond gebed den goeden God, en noemt steeds in een adem hare moeder en hare tante l Zij is erg hartelijkriep Paula uit. Evenmin vergeet zij degene die haar op den weg opgenomen heeft. Kon ik maar le weten komen, wie die schan delijke daad bedreven heeft!.. Heelt Mireille nooit gesprokén ?'vroeg juffrouw Rindon. Neen, nooit, en ik ondervraag haai niet rr.eer: zij schijnt door mijn aandrin gen Ie lilden. Zij is gelukkig, en dal is de hoofdzaak. Laten wij aan God over die misdadigen le straffen, wanf dat Ziin zij, die een arm onschuldig wicht overgeven aan de willekeur van het lol. Maar soms vraag ik me of een be droefde moeder haar niet beweent,'ein digde Paula nadenkend. Je gelooft nog allijd dat zij gestolen is alvorens achter gelalen le zijn zeide hare zuster. Voor dat zij kon antwoorden, ging de bel van de voordeur.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5