TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKSRTJt
Het Lybische
oorlogsterrein.
FEUILLETON.
De vondelinge
Voor Boeren en
Tuinders.
in Salomon s zoeklichten
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 22 Februari 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 8
ii.
De
Een bezoek aan Bardia.
bevolking van Lybië een staal
kaart van rassen en kleuren.
Ongeveer half zooveel Joden
als Europeanen. Maarschalk
Balbo was een humaan be.
stuurder. Hoe de Italiaaa-
sche macht In Lybië werd ge
vestigd.
Dat ik de „stad" Bardia heb be
zocht, ben ik eigenlijk pas te weten
gekomen uit de Britsche overwln-
nlngsbericht.en. In den oorlog degra
deert een stad tot een onbeteeke-
nend dorp, als ze onder den druk
der tegenpartij móet worden ont
ruimd en een vüli dorp wordt een
stad in de oogen van wie het ver
meesterden.
In werkelijkheid is Bardia een
onnoemelijk gat, welke kwalificatie
natuurlijk niets afdoet aan de mili
taire beteekenls dezer grensveste en
de groote doelmatigheid der haven,
Heel. Bardia telt nauwelijks twee
duizend inwonersde kern der bevol
king wordt gevormd door Egyptische
Arabieren, die in akelige leeman
hutten hulzen, te midden van hun
kameelen, ezels en geiten. Gewoonlijk
liggen de leemen kotten in groepjes
bijeen rond een binnenplaats, waar
menschen en dieren het grootste
deel van den dag en ook gedurende
de meeste intens-warme nachten,
tesamen zijndeze binnenplaatsen
sijn zeer onwelriekend.
Op soortgelijke wijze maar ook
wel in barakken en tenten wonen
in Bardia (en elders in Lybië) voorts
vele Abessinlërs, die door de Italia
nen als arbeidskrachten zijn geïm
porteerd. De verschillende Arabische
volken munten niet bepaald uit door
arbeidslust, maar zij kennen onder-
llngen naijver, voortspruitende uit
tegenstellingen van ras en godsdienst
Vandaar dat Abessinlërs in Lybië,
waar ze vreemd tegenover de in-
heemsche bevolking staan, te waar-
deeren arbeidskrachten blijken, zoo
goed als de Lybiërs in Abesslnië
Door de plaats zwerven voorts
nogal wat Bedouïnen (nomaden), die
belang hebben bij den trek langs de
karavaanwegenvooral des Donder
dags, in de uren tegen zonsondergang,
komt er heel wat van dat volkje uit
de woestijn opzetten om des Vrijdags
(den Mohammedaanschen „Zondag")
gezamenlijk hun gebeden te kunnen
doen. Ze slaan dan aan den buiten
kant van de stad hun rommelige
tenten op en scheppen aldus tesamen
en met hun kameelen, een roeze-
moesig, rookerig en kwalijk geurend
kampement.
Zóó ls Bardia, - uitgezonderd dan
een kleine wijk, welke kort aan den
rand van de stelle rots is gebouwd,
welke de westzijde van de baai be
schermt deze wijk dient tot woon
oord van de kleine kolonie Italianen
burgerlijke en militaire ambtena
ren welke in deze onherbergzame
woestijnplaats hun moeilijke taak
verrichten zonder ander liefs dan de
gedachte aan het verlof, dat ze eens
in de twee jaren genieten. Overigens
moeten ze elkaar maar bezighouden
en is de eenlge afwisseling in hun
eentonig bestaan het bezoek nu en
dan van vrieDden, die ze zich maak
ten onder de militairen, welke tot de
bezetting behooren van de rondom
Bardia in twee gordels gelegen en
breed-uit met prikkeldraad versperde
betonnen „pillendoozen", of wel in
iort Capuzzo, ruim 20 K.M. de
woestijn in, aan de Egyptlsch-Lybi-
sche grens.
Men moet erkennen, dat de Itali-
nen zich niet onverschillig hebben
betoond ten aanzien van het lot der
14
Maar Indien ik zou sterven, Roger
Hij liet haar niet uitspreken.
Indien dat gebeurde, geliefde
moeder, zou God in Zijne algoedheid
mij U niet laten overlevenwij zouden
samen heengaan om ons bij de onzen
te voegen.
En nog eens deed de tijd zijn werk.
De jonge graaf nam wederom de pen
ophij begon weer te schrijven en als
Mevr. de Peilrac soms van huwelijk
sprak, toonde hij zich niet meer zoo
weigerachtig om dit voorstel te over
wegen.
«flVanneer ik het gedroomde jonge
meisje zal ontmoet hebben moeder, zal
ik haar terstond aan u voorstellen.
Maak een beetje haast, mijn jongen,
binnenkort zal je achtentwintig zijn, en
ik verlang ten zeerste dat dit kasteel
opgevroolijkt wordt door het gelach
van blonde kindertjes, die God je zal
schenken.
De jonge man glimlachte en voegde
er bij: Hebt U maar vertrouwen in
nij 1"
HOOFDSTUK III.
GEDURENDE HET ONWEER.
Om zijn werkzaamheden nog uit te
breiden, had Roger besloten om een
herbarium aan te leggen van bloemen
uit dj vlakten der Pyreneën.
r* 'herbarium, met smaak en kennis
gema«kt, was nu reeds aardig voor
zien van zeldzame planten en mooie
inboorlingen. Ze richtten zich In
hoofdzaak tot de jeugd, voor welke
scholen werden opgericht. Men tracht
de lnlandsche kinderen ook te orga-
niseeren in fascistische jeugdorgani
saties en het is eigenlijk een grappig
gezicht om de jongens, die zich
daartoe lieten overhalen en geen
andere kleeding gewend waren dan
enkel een soort hemd of nog minder
parmantig te zien rondstappen in
hun mooie uniform, met hun zwarte
snoeten en bloote beenen en -voeten.
Maar zoo mooi zijn ze enkel, als er
een oefening moet worden gehouden;
zoo gauw deze is afgeloopen, gaat
het mooie pakje uit en hullen de
knapen zich weer in hun zoo-goed-
als-nlets.
Ik kreeg overigens niet den indruk,
dat de volwassen inlandsche bevol
king veel op had met de fascistische
jeugdbeweging. De inheemsehen van
Lybië vormen een nogal bont en
voor een belangrijk deel zelfs zwart
samenstel van volkeren en rassen,
Arabieren, Berbers, Bedouïnen,
nergers (Soedaneezen en Senegalee-
zen) en Abessinlërs.
In de twee voornaamste steden
des lands, Tripoll en Bengasi, wonen
bovendien vele joden. In heel Lybië
wonen naast circa 40 000 Europeanen
ongeveer 20 000 Joden. Hun posPIe
is er anders dan in Europa; ze zijn
eigenlijk inheemsehenin de steden
wonen ze meerendeels tesamen in
Joodsche wijken, maar hun kleeding
en beschaving zijn uEuropeesch".
De Joden in Lybië hadden veel
respect voor maarschalk Balbo, den
onlangs In den oorlog omgekomen
Gouverneur. Hij behandelde hen, naar
het Joodsche getuigenis, zeer humaan
en volgens verscheidene Lybische
Joden, met wie ik sprak, zou Balbo
op den eisch daartoe van Rome,
vierkant geweigerd hebben om de
Itallaansche racistische wetgeving
in het Lybische generaal gouverne
ment toe te passen. Wat daarvan
waar is, kan ik natuurlijk niet zeg
gen.
Om den tegenzin der Lybiërs tegen
het Itallaansche fascisme te begrij
pen, herinnere men zich, dat Lybië
eerst in 1911 door de Italianen op
Turkije werd veroverd, dat de
Lybiërs tijdens den vorigen wereld
oorlog de bezetters tot aan de kust
terugdreven en dat eerst in 1930
het verzet der oases Fezzan en Koe-
fra werd gebroken. Onder de Turken
genoten de Lybische stammen een
groote mate van zelfstandigheid.
Naar de regelen eener goede volg
orde had ik nu eerst wat van mijn
bezoek aan Tobrouck moeten ver
tellen, maar dat moet nog maar
even wachten, nu zoo veler aandacht
gericht Is op Bengasi, de hoofdstad
van Clrenaica, waar de Eogelschen
zjjn binnengevallen. De Britten deden
dat van de landzijde, ik viel
(ongeveer In de letterlijke beteeke
nls des woords) Bengasi van de zee
zijde binnen.
't Was op mijn reis met de reeds
eerder genoemde Cltta dl Spezla,
een passagiersschip, dat tevens voor
goederenvervoer was ingericht en In
de vóóroorlogsche wintermaanden
haast enkel voor vracht- en troepen
transport werd gebezigd. Het was
voor mij een mooie gelegenheid om
aldus enkele kleine plaatsen in Lybië
aan te doeD, welke anders onbereik
baar zouden zijn. Bijna overal aan
de kust dezer Italiaansche kolonie
waar een paar huizen bijeenstonden,
moest de Cltta dl Spezla vracht
afleveren, een bezigheid, welke als
ze lukte telkens een paar dagen
tijds zou vergen. Maar het lukt in
de wintermaanden zelden om van
zee uit in verbinding te komen met
de Noord-Afrikaansche kustplaatsjes.
„Zand, zand, zandNiets dan
zandriepen mijn Italiaansche
medepassagiers militairen en
beambten telkens smalend, terwijl
ze me de eentonige zandduinen
wezen, welke de woestijn van de zee
bloemen. Hij zou ze rangschikken
volgens de plaatsen, waar ze groeiden
en de jaargetijden, waarop ze hier of
daar te voorschijn kwamen. Het zou
een plantenkundige aardrijkskunde
worden van de streek die hij bewoonde.
Mevrouw de Peilrac had met ge
noegen deze nuttige en tegelijkertijd
aangename afleiding gezien met vreug
de stond zij aan haar zoon toe groote
tochten te maken die hem nieuwe kracht
en moed gaven. Zij spoorde hem zelfs
daartoe aan en verzocht hem voor haar
die eenvoudige planten mee le brengen,
welke zij kon gebruiken om genees
middelen te maken en die geschikt
waren de kleine ongesteldheden van de
armen en ongelukkigen, die zij bezocht,
te genezen. Ik heb salie noodig voor
mijn aftreksels, en romaryn die een
roede balsem zal zijn om wonden of
cneuzingen te genezenik hoop dat je
een en ander zult meebrengen.
U kunt er op rekenen moeder 1
De jonge man ging's morgens vroeg
op 't pad. Wat genoot bij in die heer
lijke velden, waar de bloemen nog
prijkten vol paarlen van den nacht,
welke de zon nog niet had opgelost.
Naar gelang het jaargetijde, was hij
gekleed in linnen of fluweellange
slobkousen omsloten zijn krachtige
beeneneen Baskische muts dekte zijn
weelderig hoofdhaar, opgeruimdheid in
zijn oogen en om zijn mondzoo had
de jonge graaf een deftig grootsch
voorkomen, wanneer hij, de botaniseer
trommel op zijn rug, den alpenstok in
zijn hand, zich op weg begaf, gevolgd
door Topaze, zijn mooien hond met
intelligenten kop, wiens witte huid be
zaaid was met zwarte vlekjes.
En gedurende uren en uren, die hem
erg kort schenen, verzamelde hij met
onvermoeibaar geduld planten en bloe
men zijn vreugde steeg ten top wan
neer hij zich beloond zag door de
ontdekking van een of andere zeldzame
plant.
Bij zijn terugkeer in den avond, toonde
schelden. Tientallen, honderden kilo
meters kan men varen, zonder dat
de kust een ander beeld geeft dan
golvende zandvlakten, zonder een
sprietje groen, zonder een boom,
zonder huizen, zonder menschen en
zonder vogels. „Ons gunnen ze slechts
woestijnen zeiden de Italianen op
bittere wjjze.
Eenigen hunner waren in Abes-
sinlë geweest en ook daar had slechts
ontgoocheling hun gewacht. Van de
gedachte rgkdommen in den Abes-
sijnschen bodem bleek niet veel
wezenlijks. Ontginning zou in elk
geval schatten gelds kosten en geld
zoo zelden mijn medepassagiers
had Italië niet.
In Londen zat men te wachten,
zoo verzekerden ze me, dat men de
Britten in Abesslnië noodig zou
hebben voor de exploratie van het
land, maar dat wachten zou tever
geefs zgn. De Italianen wilden slechts
steunen op eigen arbeidsvermogen,
ook al was het zeker, dat het op
die wijze nog tientallen jaren zou
duren, eer er winst kwam te vloeien
uit het nieuwe bezit. „Italië is arm,
de koloniën zijn grootendeels woestij
nen de nationale aspiraties zullen
(daarom) niet zijn verwezenlijkt
voor we Tunis hebben." Aldus mijn
zegslieden. Maar daarover later.
Ik was in Tripoli scheep gegaan
naar Bengasi en de Cltta di Spezia
zou er acht dagen over doeD, als
alles goed ging. Op het laatste mo
ment wilde ik mijn passagebillet nog
verruilen voor een op het zuster
schip, de Cltta del Mllano, welke
een dag later vertrok, maar de reis
naar Bengasi in twee dagen zou
volbrengen. Maar dat ging niet
meer.
De Cltta dl Spezla zat al heel
gauw In een stevlgen storm. Homs
en een paar andere plaatsjes, welke
we zouden aandoen, moesten we
voorbijvaren, daar er toch geen kans
was om verbinding te krijgen met
het land.
Voor Miserauta echter hadden we
een uitgebreide lading cement en
ijzer in spoedorders voor militaire
werken aldaar en radiotelegrafiach
kreeg de commandant order om te
wachten, tot het weer de lossing
zou toelaten. We gingen ettelijke
kilometers uit de kust te anker en
daar werden we geschud, één dag,
twee dagen, als in een cakewalk,
tot alle passagiers en militairen
zich als vaatdoeken in hun kool
hadden neergesmakt. Mgn eenige
genoegen van deze reis was de
ervaring, dat ik ook onder de ergste
omstandigheden onvatbaar bleek
voor zeeziekte.
Na twee dagen werd de storm een
cycloon, waarvan volgens radio-
telegrafische berichten, de kern zich
op Sicilië bevond. We moesten de
ankers lichten en een toevlucht
zoeken op de open zee. Daar hebben
we nog drie dagen rondgezwalkt in
het meest booze weerhet schip
rees en dook telkens zoo hoog en
diep, dat de schroef vaak draaide in
de lucht, een onaangenaam en
eenigszlns beangstigend geluid
vooral in den nacht. Tenslotte be
sloot de kapitein om te trachten de
haven van Bengasi te bereiken.
Nou, dat is gelukt, met alle
hens aan dek en een stortvloed van
Italiaansche schietgebedjes als olie
op de kokende golven. De bootslui
kregen de Cltta di Spezia keurig
gemeerd aan den langen betonnen
dam, die er de strooming breekt.
Wg lagen aan de eene zijde van dien
dam, aan den anderen kant lag de
Gicta del Mllano, die twee uren
tevoren was blnnengeloopen, maar
naar het uiteinde van den dam was
gezogen, waar ze nu met zwaren
slagzij tegenaan lag. Men was nog
bezig de laatste opvarenden langs
kabels aan land te trekkenacht
militairen waren gedood onder een
verschoven lading.
De Citta di Spezia was acht dagen
over tQd, de Mllano 11 dagen.
Over stad en haven den volgenden
keer nader. Wordt vervolgd.
hij zijn aanwinst aan zijn moeder, die
blijde was hem zoo opgeruimd te zien.
Dan spoedde hij zich naar den grooten
toren, waar hij zijn planten in de pers
zette.
Op zekeren dag in Mei, toen hij zich
tamelijk ver van het kasteel verwijderd
had, en hij een vlakte ontdekte, welke
hij nog niet onderzocht had, werd hij
verrast door een schrikkelijk onweer,
zooals die in deze bergachtige streken
plotseling uitbarsten. De donder rolde
zonder onderbreking, de bliksem was
meer dan eens dicht bij hem ingeslagen
en had prachtige boomen die hun
machtige kruinen nog pas ten hemel
verhieven, als speelgoed vernietigd.
De hond liep vol angst, met han
genden kop en den staart tusschen zijn
pooten. dicht bij zijn meester; tever-
geefsch trachtte Roger hem gerust te
stellenhij rilde over heel zijn lichaam
bij elke uitbarsting.
De regen begon te vallen, eerst
enkele dikke druppelendan gaat het
alsof er een wolkbreuk had plaats ge
had.
Wij zullen een onderdak moeten
zoeken, Topaze, riep de graaf uithet
zou niet zoo heel aangenaam zijn tot
op de huid nat te worden.
Hij ging vlug voort en bereikte einde
lijk een laan van espenboomen welke
naar een aardig kasteeltje leidde. Hij
haastte zich het open hek door, stak
het grasperk, waarin bloembedjes als
met zoovele sterren bezaaid, over en
bereikte het bordes van het gebouw
op het oogenblik dat de regen met nog
grooter massa's uit den hemel viel. De
slag die Roger met den klopper op de
deur toebracht, was niet malsch.
Een dienstmeisje van ongeveer vijftien
jaar opende met bevende hand de deur;
de angst stond in haar oogen en werd
nog vergroot door haar rooden zak
doek, dien zij om haar zwarte haren
geknoopt had.
Ik zou gaarne den bezitter dezer
woning spreken, zeide de graaf. j
Geen twee vliegen in een klap.
Wat is het toch jammer, dat wij
met de fosforzuurmeststoffen zoo In
de put zitten. Van de voornaamste
foaforzuurbron, tevens de voornaam
ste kalkbron voor den vaderland-
schen cultuurbodem, het slakken-
meel, zal nog wel een ietsje, een
20 000 ton tot ons komen (terwgl
wij dit schrijven moet van dit Ietsje
al iets onderweg zijn) doch wat zegt
zoo'n beetje tegenover het verbruik
in normale jaren, toen het zoo om
en bg de 400 000 ton bedroeg of 70
pet. van ons geheele fosforzuur-
gebrulk. Daarnaast staat het feit,
dai ook geen superfosfaat meer ge
leverd kan worden, dan het heel
kleine beetje, dat nog voorradig is.
De fabricage staat stop. Daarvan
gebruikte men in de laatste jaren
ongeveer 170.000 ton of ca. 30 pet.
van het fosforzuurgebruik in ons
land.
Nu dreigt niet alleen het gevaar,
dat de bodem te weinig, fosfor zuur
krijgt, doch ook dat men tot allerlei
min of meer gevaarlijke experimen
ten zal overgaan om dit tekort aan
te vullen.
Wat het eerste gevaar aangaat,
dit is, zooals wij reed3 in een vorig
artikel opmerkten, niet zoozeer te
duchten voor gronden, die voorheen
flink met slakkenmeel bemest werden
en daardoor een reserve hebben
gevormd, waarbjj het fosforzuur
zich niet behoefde te hechten aan
gzer en alluminium, waarvan het
moeilijk is los te maken, doch aan
de kalk, die een belangrijk deel van
het slakkenmeel uitmaakt.
Maar, waar dit niet het geval was
en men kalk zal geven (wat door
sommigen aangeraden wordt) in de
verwachting dat de gzer- en alluml-
niumfosfaten over zullen gaan in
voor planten opneembare fosfaten,
daar zal men bedrogen uitkomen.
Ea zeker geen twee vliegen in één
klap slaan, zooals men zich voor
stelde te zullen doen. Integendeel,
hij zal zich op den duur zelf slaan,
want als de bodem reeds in een
goeden kalktoestand verkeert, kan
door verdere kalkgiften het als
reserve nog aanwezige fosforzuur
zich sterker binden en zich voor de
planten moeilijker opneembaar
maken. En waar niet voldoende op
neembare fosfaten aanwezig zjjn, zal
kalk geen losmakende en beslist
geen vervangende plaats innemen,
zooals enkelen zichzelf en anderen
trachten wgs te maken.
Het fosforzuurvraagstuk is thans
wel eeD belangrijk vraagstuk. Hetls
te hopen, dat voor een volgend sei
zoen er weer voldoende slakkenmeel
te krijgen zal zgn.
Wg kunnen er nu eenmaal niet
zonder
AGRICOLA.
Voor den dwaze is kwaaddoen een genot;
Voor een man van Inzicht het betrachten van wgsheld.
(Spr. 10:23).
VENRAY, 22 Februari 1941
Damclub „De Schuivers"
Ysselsteyn.
De stand Is als volgt:
M. Keysers
20
18
1
1
37
Jac. Janssen
21
18
0
3
37
W. Janssen
22
17
2
3
33
Fr. Janssen
22
14
1
7
29
J. Claessen
21
12
0
9
24
J. Kleuskens
20
9
2
9
20
Ant. v. Asten
19
7
5
7
19
H. Arts
21
9
1
11
19
H. Janssen
22
7
4
11
17
A. Winnen
21
6
2
13
14
L. v. Asten
21
7«
0
14
14
G. Verheijea
21
6
1
14
13
J. Vergeldt
20
4
1
15
9
H. Claessen
21
2
1 18
5
Hij is niet hier, stamelde het meisje.
Een vreeselijke donderslag deed haar
wankelenzij stiet een angstkreet uit,
en de jonge man maakte yan dit
oogenblik gebruik om met.Topaze de
vestibule binnen te treden en de deur
dicht te doen.
Wees maar niet bang, kind, zei
hij: er is volstrekt geen gevaar. Ben je
alleen in dit kasteel
Neen, mejuffrouw is in het salon;
maar zij is zoo bang als ik.
Het jonge meisje stopte zich de ooren
dicht en verborg zich achter een groo
ten palm.
Een jonge dame, bleek en blond, wier
schoonheid nog verhoogd werd door
haar rozekleed, lichte het deurvoor
hangsel van de hal op. In hare groote
blauwe oogen lag een even groote angst
als in die van haar dienstmeisje.
Roger boog zeer eerbiedig en bood
zijne verontschuldigingen aan dat hij
zonder zich te geneeren was binnen
gekomen.
Dit onweer is er de oorzaak van
mejuffrouw.
U is van harte welkom op „de Es
penboomen", antwoordde zij hem met
klankvolle stem, temeer omdat wH
heelemaal alleen zijn, hit meisje en ik.
En de donder jaagt ons angst aan
Een verschrikkelijk gekraak wierp de
beide meisjes op een canapé: zij waren
heelemaal in de war en de dame des
huizes riep uit:
Mijn God! heb medelijden met ons!.
Dat is het einde, mejuffrouw, zeide
de graaf: het onweer trekt af: de regen
heeft de lucht vrijgemaakt van de elec-
triciteit, die U beangstigt.
Gave God, dat U waarheid sprak
Werkelijk werd na eenige doffe don
derslagen alles rustig. Slechts de regen
kletterde nog tegen de ruiten aan.
Wil U in het salon komen, mijnheer,
zeide de jonge dame.
Zij had zich weer geheel hersteld:
alleen de bleeke kleur verraadde nog
even den angst dien zij uitgestaan had
Goed verstaanDe meesten doen
geen kwaad. Dat doen alleen kwaad
willigen, die ieder weldenkend mensch-
verafschuwt en schuwt. Maar velen
en het ls geen minderheid, doen
kwaad omdat zij in die handellDg
hun genot zien.
De bevrediging van een of andere
hartstocht, waarvan zg veel houden
en die zij vertroetelen, is voor hun
een genot. Zg zeggen er dan vaak
bg „ja maar lk wil geen kwaaddoen,
geen denken aan". Zij weten niet vol
doende hoe onmogelgk het is in zulk
een handeling genot van kwaad
(zonde) te scheiden. Hetzelfde zou
zijn als men van Iemand een fiets
meeneemt, niet om die fiets te stelen
maar om er mee naar je werk te
gaan en je plichten te vervullen.
Deze menschen doen het kwaad om
het genot, het geluk dat er in die
kwade handeling ligt. Zg verwisselen
schgn met werkelijkheid. Zij lacen
zich beet nemen door de glans en de
schittering, het uiterlgke en aantrek
kelijke, terwijl zg moesten bedenken
dat er van binnen verrotting en
bederf schuilt. Er zit geen diepgang
In deze menschen. Zg zgn oppervlak
kig, zij denken niet na: zijn onnaden
kend. Zij begrgpen den zin niet van
het leven: zgn lichtzinnig.
Zg werken met slagwoorden, waar-
In veel waarheid zit, maar die in hun
mond verkracht worden. Wgst men
hun op de ernst van het leven; op
het gewicht van de christelijke hu
welijksbeleving; het herstel van chris
telijke gebruiken in het gezin; de
noodzakelijkheid van een reine ver-
keering voor een gelukkig huwelijk
enz., dan hebben zij een slagwoord
klaar, hun afweergeschut tegen de
ernstige waarheden: Kom, kom, niet
zoo somber; wat ben jij zwaar op de
hand; je bent maar eens jong; O.L H.
is geeD muggenzifter., Allemaal waar
Maar O.L.H. Iaat ook niet met zich
sollen, dat is óók waar. Hij loont
het goede en straft het kwade. Daar
kom je niet langs, probeer dat
nooit
Ook is het waar dat het leven geen
fuifpartij, geen pleziertochtje Ia. Je
kunt het leven niet doorboemelen en
dan ook nog het Paradijs binnen rol
len. Het leven is iets zeer ernstig,
juist omdat het maar één kans is om
gelukkig te worden. Is die kans ver
speeld, dan is de pret voor goed
Ingekomen en vertrokken
personen»
Van 7 tot 14 Febr.
INGEKOMEN
A. A. van den Borst, arbeider
Willemstraat 6 van Sevelen Dl.
A. H. Arts, zonder beroep, St. Oda-
straat 5 van Eindhoven
F. B. M. Tangelder, leeraar, Sta
tionsweg 2 van Arnhem
E. C. A. M. Nocrduijn, zonder ber.,
Grootestraat 29 van Lochem
N. Leeflang, stucadoor, Hofstraat
2a van Rotterdam
l. a. Ritzen, verpleegster, van
Born (l
J. F. H. Voesten, bediende, Hoen
derstraat 21 van Hoensbroek
VERTROKKEN
I. F. Gomman e, verpleegster, naar
Maastricht Bru ioelscheweg 212
A. H. Lenssen. arbeider, naar Arcen
Kerkstraat
C. M. Schachofer, dienstbode, naar
Deurne
Jhvr. L. F. de Wgkerslooth de
Weerdesteyn, verpleegster, naar Nij
megen Bijleveld 70
A. M. van Moorse!, dienstbode, naar
Deurne L 133
O, ik ben hier heel goed, mejuffrouw,
mijn toilet is niet erg presentabel
En hij wierp een verlegen blik op zijn
natte kleederen.
Ik ben werkelijk beschaamd, dat ik
genoodzaakt ben mij aldus aan U voor
te stellen. fe
Hij boog en zeide
Ik ben de graaf de Peilrac, ik be
woon met mijn moeder het kasteel van
dien naam, en ik ben van morgen ver
trokken om in deze streken planten te
zoeken.
Mijn naam is Marie Horman, ant
woordde zij met een glimlach ik woon
hier bij mijn voogd, mijnheer Kalmas.
Nu ze zich aan elkander hadden
voorgesteld, gingen de twee jonge
lieden zitten, praatten heel opgeruimd,
want het onweer prikkelde de zenuwen
van mej. Horman niet meer.
Roger toonde de aanwinst voor zijn
herbarium, noemde ze met hun naam
en Marie was erg in haar schik dat zij
er ook eenige kende.
Op een woord, maar zacht door
hare meesteres ingefluisterd verliet het
dienstmeisje het salon. Spoedig kwam
zij terug met een blad waarop een
flesch wijn met twee glazen, en een
schaal gebak.
De jongelui, die beiden een goeden
eetlust hadden, gebruikten opgewekt
het vieruurtje en amuseerden zich uit
stekend.
Roger was nog nooit zoo gelukkig
geweest, sedert de droefheid zijn huis
was binnengekomen. Hij beschouwde
Marie en voelde dat zijn hart zich liet
vangen door haar zachte schoonheid
en door haar betooverde lieftalligheid,
zijn hart dat nooit had lief gehad en
dat eindelijk het ideaal vond, dat hij
bijna wanhoopte ooit te ontdekken.
Sedert een half uur had het opge
houden te regenen en toch was hij
nog altijd in deze gastvrije zaal, met
die eenvoudige en toch zoo aardige
meubelen, bij dat jonge lieve meisje
dat zich op niets liet voorstaan. Zij liet
voorbij en zul je somber zitten te
snikken op de ruïne van je levens
geluk.
Neem het liever hier wat ernstiger
om het dan beter te hebben dan nu.
Juist de oppervlakkig menach streeft
en 3nakt zoo naar geluk en genot.
Zorg dan dat je het voor immer
krijgt en in overvloed. Zoek je geluk
niet in dingen buiten je zelf. Je
maakt dan je geluk afhankelijk vaa
dingen, die je zeker vroeg of laat
ontvallen en dan zit je ongelukkig
te kg ken.
Richt een paradijs op in het rtjk
van je ziel, 3amen met je God. Dan
zul je rustig worden en vol tevreden
heid zgn. Daarin ligt het geluk hier
op aarde. En het is een schoon en
heerlijk geluk, een bron van diepe
reine levensvreugde. Boor die aan
Dan zul je minder droeve morgens
hebben en minder vaak roodgeschrei
de oogen. Dan hoef je er niet alles
op te zetten: je gedachten, je ver
langens, je gezondheid zelfs, je eer
en goede naam, om een achijngeluk,
wat minutengenot na te jagen. Nu
jaag je achter het genot en
wat geluk ls in je oogen als een
vlinder naar het licht. Hg valt ver
schroeid neer.
Kom tot inkeer. Tot bezinning Tot
verdieping. Kom tot nadenken.
Een man met Inzicht in het ver
gankelijke en glansende van het
schijnbaar genotvolle en gelukkige,
laat zich niet beet nemen. Zgn ver
langens gaan uit boven het stoffelijke
en zinnelijke en dat stempelt hem
tot 'n idealistisch menBCh. Z'n vreugde
is het goed te leven om schoon te
sterven en dan ook volop te genie
ten van het Algoede en de heerlijke
Schoonheid Gods. Hij heeft het beste
deel van dit leven verkozen.
Hij grijpt de kans aan om gelukkig
te worden, wel wetend, dat je het
hier toch niet kunt zijn. Hij is ernstig
en toch opgewekt en vol moed, om
dat zooveel hem wacht. Hg tilt de
dingen naar hun gewicht: zgn ze
zwaar dan wegen zij bij hem zwaar,
zijn ze licht dan wegen ze niet veel.
Hij kent het gewicht en de waarde
der dingen. Hij overschat ze niet,
maar hij onderschat ze ook niet. Hij
heeft nagedacht: hij ls een naden
kend, een wijs man. Tevreden en vol
vreugde om het geluk, dat hem
tegenlacht. S.L.
zijn dikwijls het gevolg
van kouvatten. Goed trans
pireeren en "AKKERTJES"
nemen, helpt U altijd snel,
goed en zeker er van af!
Door hun bijzondere sa
menstelling bevorderen
immers "AKKERTJES" niet
alleen het transpireeren,
maar verwijderen tevens
de stoffen, die de aan
doening veroorzaken. Zij
werken direct pijnstillend.
Op elk "AKKERTJE" stact't
Akker-merk: Uw garantie!
v Let U daarop vooral en
j laat U toch géén waarde-
looze namaak of imitaties
aanpraten die niet helpen.
tegen pijnen,hoofdpijn,koorts,kou
13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2 stuivers
hem raden, wat zij dacht en voelde
evenals hij in dat gesprek over de
natuur, die zij bewonderde evenals hij.
Hij was dan ook uiterst blij toen zij een
rijtuig hoorde, en hem zeide
Daar is mijn voogd, ik zal U aan
hem voorstellen.
Zoo kon hij haar nog wel terugzien.
De heer Kalmas was een grijsaard
zijn dik haar was wit als sneeuw en
uit zijn oogen blonk niets dan goed
heid. Hij dankte Roger dat hij zijn
pleegkind had gerust gesteld.
Marie is zoo zenuwachtig, zeide
hij, dat zij er ziek van had kunnen
worden.
Stelt U in mijn plaats, beste vriend
zeide zij, ietwat pruilend. U waart met
Vincent weggegaande keukenmeid
was naar het dorp, en wij waren alleen
hier gebleven En het was toch niet
geruststellend den donder zoo ver
schrikkelijk te hooren rollen en die
b iksemschichten de lucht te zien door-
klieven. Die moet zeker wel op ver
schillende plaatsen zijn ingeslagen.
Ik heb hem driemaal zien inslaan
voor dat ik hier aankwam, zeide Roger.
En ik eveneens van uit het kasteel
van mijn vriend, waar de regen mij op
hield, voegde de heer Kalmas er bij,
®n wen te£©n mijn zin, dat verzeker ik
U. Ik dacht wel zeker aan je eenzaam-
neia, en ik vreesde maar al te zeer
voor je angst, want Lore is zoo dapper
als jij.
Hij lachte luidkeels en de anderen
met hem.
,.£n. ik vonl) i° W8er> terwijl ie
vroolijk keuvelt en koekjes eet.
Wij moesten ons wel versterken
na zulke ongerustheid, zeide zij lachend.
Wq zullen nu een glas drinken op het
einde van het onweer, indien U will.
Wordt vervolgd.