TWEEDE BLAD \AN PEEL EN MAAS ABDIJSIROOP FEUILLETON. De vondelinge Ons weekpraatje. Provinciaal Nieuws ül^aterdag 15 Februari 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 7J Eim Heer Het Lybische Jgeigi oorlogsterrein* i, epara Een onzer bqzondere mede- A, werkers maakte in de maanden welke onmiddellijk aan den oorlog voorafgingen, een reis door Noord.Afrika en daarbij bezocht bjj o m. ook Porto Bar st< dia, Tobrouck, Derna, Bengaal bben ea Tripoli, plaatsen, welde men nog dagelijks In de Italiaansche communlqué's hoort vernoe- men. Wat is het voor een land, waar Britten en Italianen el kaar zoo verbitterd bevechten Onze medewerker geeft er een antwoord op in een serie ar- gpg tlkelen, waarvan we hieronder het eerste laten volgen. Porto Bar dia.? vroeg ik. Is dit alist.»orto Bardia ipil Ik herinnerde me niet, dat ik den aam ooit tevoren had gehoord. We raren in den afgeloopen nacht uit- evaren uit Tobrouck, waar ik af- cheid had genomen van mijn nieuwen 9 taliaanschen vriend, luitenant Ten J 'etrl Enzo, van het 85 a Fanteria Jefren, een woestijnplaatsje in de -uurt van Tripoli. Hij had een groep ailiciens, zoons van Italiaansche ko- onisten, naar Tobrouck gebracht, vaar ze twee jaren in garnizoen g iouden komen. Hun tjjd is nog niet ^¥4m, maar waar zouden ze nu ver- oeven, al die, werkelijk kranige ongens _j Naar Tobrouck gingen ookregel- Prbatig geoefende manschappen, in iet moederland afgericht. Al dit ervoer geschiedde per schip, want Schepoorwegen ontbreken in Lybië ge- eel, uitgezonderd dan een kort jjnt je van Zuara aan de Tunisische tot Tripoli. Het verkeer te ind kan slechts met kameelen over m aravaanwegen worden onderhouden, rie? is maar één behoorlijke landweg, taarover motorverkeer mogelijk is: n 5ie byna 2000 K.M. lange kustweg an Tunis naar Egypte. ■En ook de verbindingen ter zee |n allesbehalve schitterend. Ik be ier het Lybische traject in de aand Februari en dan gedurende 11e wintermaanden trouwens kan e zee daar spoken o.m. de Golf an Syrte staat bekend als een chepenkerkhof. Slechts een tweetal avena zijn van, voor een goede utillage benoodlgde, kunstwerken ^—.oorzien, n.I. Tripoli en Bengasi, óbrouk en Porto Bardia zijn behoor- fjke natuurlijke havens, inhammen, itlyelke door hoogten ter weerszijden '■""Sgen stormen worden beschermd. overige havens hebben als zoo- ïiaig weinig beteekenie, ook niet. as wVoor verscheidene van die overige yblsche havens heeft de Italiaan- ïhe boot, waarop ik passage had, ^^ieerdere dagen achtereen, dansend H> de golven, liggen wachten tot de matandlgheden het mogelijk zouden laken om met kleine barkassen anaf de kust de lading te komen issen of overgeven, maar in bijna lie gevallen was het wachten te- ergeefs. Op het aandoen van Porto Bardia ad ik niet gerekend. Toen we To- rouck verlieten, zouden we zoo leende ik in één ruk doorvaren aar de Egyptische havenstad Alex- adrlë en dus was ik verwonderd, >en de Citta di Spezia zoo heet- onze boot een smalle, rustige aal binnenvoer en aan het spitse Inde daarvan de trossen werden Itgeworpen, die door enkele rappe .besslniërs, in roeiboeten gezeten, rerden opgevangen om ze vast te jorren aan verankerde boelen. Van en wal af werden een paar stoom- arkassen in onze richting geBtuurd a even later klommen Italiaansche ouaniers en politiemannen aan boord m reap, ons geld en goed, zoomede - 13 Eenige oogenblikken later wandelde !oger onder de oranjeboomen en door unne bloeiende takken heen zag hij e eerste sterren. HOOFDSTUK II. EEN TERUGBLIK OP HET VERLEDEN. Voordat hij een toevlucht kwam oeken op dat heerlijke eiland Majorca, m te trachten het overgroots lijden, n het leed zonder rust te vergeten n te doen voorbijgaan, woonde de raaf Roger de Perbrac in de om- treken van Bayonne. Hij resideerde op ;et oude familiekasleel met zijn gothieke Drens en torentjes alwaar hij opge roeid was, gekoesterd enbemind oor zijne ouders, wier eenig kind hij ras. Hun fortuin stelde hem in staat vol- 'ens zijn smaak te leven, en hij verliet en dikwijls om lange reizen te onder- emen. Hij kwam terug vol geestdrift, rant zijne dichterlijke natuur deed hem jeer dan menig ander de natuurlijke choonheden op prijs stellen van de treken die hij bezocht en van de 'eden waar hij eenigen tijd verbleet Gedurende die reizen maakte hij aan rekeningen en schetsen om deze later it te werken tot artikelen welke alle 'i ^schriften gaarne zouden hebben op- nomen. De bekoorlijkheid en den I, de getrouwheid der beschrijving de kunst zijner teekeningen gaven onze passen te inspecteeren bq* het verlaten van het Italiaansch-Lyblsch gebied. Ja, dat is Porto Bardia, ver zekerde men mij. En meteen kreeg ik een kort geschiedenislesje. Deze plaats had tot 1926 aan Egypte behoord, maar In dat jaar was ze, bij een Brltsch-Italiaansch- Egyptisch accoord over grenswijzi ging, aan Italië (Lybië) toegewezen. Mijn Italiaansche vrienden hadden nog schik over het buitenkansje, want Bardia had een bruikbare haven en de „stad", welke we, om hoog kijkende langs hooge, stelle rotsen, aan de Westzijde van de baai zagen liggen wat leemen huisjes van inboorlingen, de minaret van een moskee en het torentje van een nieuwe, door de Italianen ge bouwde R.K. kerk, alles speelgoed achtig klein op die hooge hoogte de „stad" hadden ze door allerlei vestingwerken tot een onneembaar arendsnest gemaakt, een geduchte grenswacht op de scheidingslijn van het Egypti8ch-Lybisch woestijnge bied. We namen weldra plaats in een kleine barkas en kliefden het heldere, tot op den bodem doorzichtige water van de baal, den bodem, waarop tal van grq'ze eilandjes geteekend leken, cementbezlnksels, ontstaan bij het voortdurend lossen in de laatste jaren en vooral in de laatste maan den, van de zakken cement, waaruit de betonnen verdedigingsgordels van Bardia werden gegoten. We gingen de „stad" bezoeken. (Wordt vervolgd.) GRIEP I Aan den lezer in bed Ik weet het: minstens de helft van mijn lezers zullen dit artikel genieten, terwijl ze met een gevoel van diepe rampzaligheld in bed liggen met aspirine en een hoest- drankje naast zich op het nacht kasje. Ze hebben uit verveling liggen wachten op de krant, die ze nu zullen lezen en herlezen, spellen en herspellen, tot den burgerlrjken stand en de dlstrlbutleberlchten toe. En ze zullen jaloersch zijn op mij en andere broeders van het journalis tieke vak, omdat we klaarblijkelijk de krant verscheen Immers niet met groote witte vakken nog gezond zijn en geen griep hebben, geen gebons in het hoofd, geen dwanggedachten, die je 's nachts slapeloos houden, geen koude-huive- r Id gen en geen transpiraties. Iü wil U troosten, dierbare Iezers- grieppatlënten, Ik weet, hoe ge me benijdt en daarom wil ik U zeggen, hoe ik U benijd. Gij voelt U onge lukkig, omdat ge griep hebt, welnu ik ben overtuigd van mijn rampzaligheid, omdat ik geen griep hebO, ik wil den hemel niet tarten, volstrekt niet. Ik verafschuw de griep, maar nog meer verafschuw ik den tijd, die aan mijn griep voor afgaat. We ontkomen er immers toch niet aan. Ik althans zeker niet. Alle mogelijke voorbehoedmiddelen tegen griep heb ik geprobeerd ik heb me des winters in wol gehuld, elk tochtje vermedenals ik op reis moest, slikte ik onderweg een buisje vol norlttabletten Ingeen winter avond kroop ik in bed zonder vooraf mijn twee aspirientjes te hebben ingenomenik heb heelemaal alleen méér Aflukln-pillen geconsumeerd dan alle Haagsche trambestuurders bij elkaar; Ik heb nauwgezet alle tekorten aan vltamlentjes wegge werkt met cee cee-ceetjes, dee-dee- deetjes en... Enfin,- ik stopte mijn lichaam vol met complete vitamine- alfabetten. Maar geen winterseizoen ben ik zonder griep gebleven. Een tijd geleden moest ik op reis, naar Italië en naar Noord-Afrtka. Vaak had ik gehoord, dat griep ont- aan zijn werk eene werkelijke waarde. Welk een genot voor hem, wanneer hij teruggekeerd van de lange tochten wederom rustig kon neerzitten aan den huiselijk en haard, waar de graaf de Perbrac, zijn vader, man van scherp ver stand, rond en eerlijk karakter, en zijne moeder, de zachte gravin Mathilde, wifer voornaamheid gelijken tred hield met hare goedheid, hem geduldighad- den gewacht. Daar in het groote salon, dat door een lange rij voorzaten met smaak versierd was, antieke meubelen, kunstjuweeltjes van allerlei soort, prach tige schilderstukken der groote mees ters, daar brachten zij de lange avon den door met aangename gesprekken afgewisseld door muziek, terwijl de koude wind de groote kale boomen geeselde. Een vuur brandde in den grooten haard, waarin men gemakkelijk een grooten boomstomp kon plaatsen. De gravin werkte bij het licht der lamp, en luisterde tegelijkertijd naar den graaf en Roger die bezig waren te praten over de verschillende streken die zij op hunne reizen hadden leeren kennen. Terwijl ik naar U beiden luister, zeide zij, reis ik in gedachten met U mede, zoo levendig zijn Uwe beschrijvingen en zij glimlachte hun toe. Soms ook kwamen oude vrienden uit den omtrek hen bezoeken, vooral zij die evenals de bewoners van Per- rac hun kasteelen, niettegenstaande den winter, niet verlieten. Er werd dan door de meesteres des huizes thee geschon ken en onder aangename gesprekken en geestige gezegden werd de avond gesloten. De winter ging aldus met deze ge noegens van geest en hart snel voorbij. Ook de armen werden door die edele zielen niet vergeten. Zij zouden bang geweest zijn van de goederen, die de rijkdom hun gaf, te genieten, indien ook niet de ongelukkigen in ruime mate er in gedeeld hadden. Gedurende den dag hield Roger zich stond door een gebrek aan zon in den winter. Ik kneep er tusschen uit in half December, toen de zon hier een poosje met vacantie leek te zfjn gegaan. Op Nieuwjaarsdag zat ik ergens op Corsica buiten op een caféterras me te koesteren in een stralende zon een paar weken later genoot ik dagelqks mqn koffie 's morgens midden op het St. Pietera- plein te Rome, in een zonnetje van zomersche allures; ik lag te zonne baden op het schip, dat me naar Afrika voerde; in Tunis kreeg ik het benauwd van de zon, maar ik blééf in de zon, totdat ik met griep zwaar ziek te bed kwam liggen. Het bleek me bovendien, dat in Tunis om dien tqd de griep veel- vuldiger en kwaadaardiger heerschte dan ik het in Nederland ooit heb meegemaakt. Tunis, het zonnepara- djjs! Ik weet nu, dat griep voor mq niet te ontloopen is. En begrqpt ge het nu, zieke lezer, hoe lk te moede ben, nu ik in dit seizoen nog geen griep heb gehad? Als ik even onverwachts huiver, grjjp ik de koortsthermometer en ik jaag mqn huisgenooten de stulpen op het igf, die me met dat ding in mqn mond en met een doodelqke bleekheid op mqn gezicht, in een stoel weggedoken vinden. Een andere keer voel ik „iets in mijn knokkels", een zekere aanduiding zoo meen Ik dan van griep. Is mijn maag van streek en hebben mqn huisge nooten me met grooten nadruk ver zekerd, dat ze me heusch geen clandestien geslacht varkensvleesch hebben voorgezet dien middag, dan concludeergriepAls ik 's morgens aan mijn werk begin, werk, dat dringend af moet, dan denk ikals de griep me nou maar niet overvalt i Voorwaar ik zeg Ugriep hebben moge erg zijn, het is veel erger om nog géén griep te hebben, terwjjl je zeker weet, dat er niet aan te ont komen is. Als lk maar zoover was als U, zieke lezer, - een beetje aan de beterende hand, zeker wetende, dat het een geval van goedaardig karakter was en dat je straks weer tot het volgende seizoen zonder zorg kunt zqn... Zieke, griepende lezer, wees tevre den met je lot. Neem braaf het drankje in van den dokter, drink een stevigen cognac, als ge er trek In hebthet is allebei even goed. Minstens zoo goed als de cee.cee- ceetjes en dee-dee-deetjes, die als voorbehoedmiddelen ook faalden. Van griep geldt, wat de ouderwet- sche menschen vroeger van de iDfluenza zelden je moet het uit vieren. Vier het dus uit, al of niet alcoholvrq, wees gelukkig met je lot van beterende grleppat'ënt en schenk wat meelq aan ondergeteekende, die zich hel&aB nog akelig gezond ge voelt en zoo ongelukkig als de man, die met een touw om zqn nek onder de galg staat en niet weet, wanneer de vloer onder hem zal wegzinken. DIXI. Voor Boeren en Tuinders. Zelfvoorziening van voedsel» Het teeltplaD voor den akkerbouw, zooals dat is voorgeschreven, heeft begröpelflkerwtjs aller aandacht ge trokken. Waar Import uitgesloten is, moet men natuurlqk op zelfvoor ziening bedacht zfln. Daarom mogen geen andere gewassen verbouwd worden dan die, welke onze bevol king rechtstreeks ten goede komen. Dat merkt men wel, als men delist van gewassen, die alleen maar als hoofdgewas verbouwd mogen worden, nagaat. Dat is heelemaal berekend op zelfvoorziening van voedsel voor mensch en dier. Voor den mensch, dat la rechtstreeks, voor het dier, dat is zijdelings ook voor den mensch, door het verschaffen van vleesch, melk, zuivel en ook noodige trek- bezig met letterkunde. Hij was een ge trouwe medewerker van verschillende tijdschriften, en zijne letterkundig en wetenschappelijke artikelen werden zeer op prijs gesteld. Ofschoon zijn tijd goed verdeeld was, maakte hem toch het begin der lente min of meer ongerust hij wenschte anderen streken te zien. En daar hij wist hoe zeer zijne tegen woordigheid het goede ouderenhart verblijdde, was het hem onmogelijk om van vertrekken te spreken, niettegen staande zijn groot verlangen om zijn zwerftochten weer te beginnen. Zijn moeder had hem met haar scherp moederoog gauw doorschouwd en sprak er met den graaf over. Roger is dit kloosterleven, te eng voor zijn vijfentwintig jaar, indien ik mij niet vergis zou hij gaarne van hemel en lucht veranderen. De graaf streek zich met zijn hand over het vooihoofd. Hij zal terugkeeren als de zwaluwen vertrekken, zeide zR lachenden wij zullen den winter in volle vreugde wederom samen kunnen doorbrengen. Gij zijt de besle der moeders, Mathilde; de vreugde van uw kind stelt gij boven de uwe, want, beken het maar ronduit, die afwezigheid stemt U steeds treurig. Ik durf het niet ontkennenwie zou geen spijt gevoelen wanneer zulk een zoon afwezig is. In de oogen van mevrouw de Perbrac kon men lezen hoe trotsch zij op haar zoon was. Maar hij is nog zoo jong, hernam zij, en ik begrijp gemakkelijk dat de smaak voor reizen hem te pakken heeft. Dat heeft hij van U, mijn beste vriend, want alleen het huwelijk heeft U thuis kun nen houden. Ja, ge hebt gelijk, zooals altijd, Mathilde. Wanneer Roger eenmaal de vrouw gevonden heeft, die hij zich droomt, zal hij, evenals ik, het ouder lijke kasteel niet meer verlatenen ik heb maar een enkele wensch dat zR, evenals gij de engel moge zijn van den kracht. Nu is het teeltplan niet Ingrijpend gewijzigd. De niet verboden hoofd gewassen zqn zelfs met een viertal uitgebreid. Voor den groei der hoofdgewassen moet natuurlijk door den verbouwer alles wat maar mogelqk ia aange wend worden. De productie opvoeren tot ver boven het normale zal niet gaan. Wg zijn afhankelqk van de beschikbare hoeveelheden meststof fen, die den groei beïnvloeden. Wel kan men met zeer veel overleg te werk gaande en dat hebben onze boeren en tuinders wel geleerd wat ons ter beschikking staat zoo goed mogelqk benutten. En daarbij zorgen wg, dat er zoo weinig moge lijk verloren gaat. Na het hoofdgewas late men alB het ook maar eenigszlns kan en het kan heel vaak wel een stop- pelgewas volgen. Daarmede verkrqgt men nog een waardevol voeder. Daarop moeten wij nu al het oog hebben. Daar voor I ..bewaren wij, als het kan, lets van de beschikbare stikstof. Daar kan men wonderen mee doen. En gelukkig kan men wat van deze meststof krqgen, al Is het niet zooveel als men wel wenscht. In den vorigen oorlog zaten wij er leelqker voor. Nu helpen ons de zoo gunstig werkende luchtstikstofmest- stoffen. En wat wq daarvan krqgen, moeten wq zoo geven, dat alles door het gewas gebruikt kan worden en dat niets verloren gaat. Daarom het hoofdgewas wat geven, doch ook voor het volgend stoppelgewas iets bewaren. Stikstof helpt eiwit vormen. Dat weet men. En onze boeren en tuin ders zijn pienter genoeg om het gewas de kans te geven zooveel mogelqk eiwit te vormen. AGRICOLA. VENRAY, 15 Februari 1941 Aanmeldingsplicht van personen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede. De Burgemeester van Venray brengt ter kennis van degenen, die geheel of gedeeltelijk van joodschen bloede zijn en zich ln de gemeente Venray bevlndeD, dat zij zich ter Secretarie moeten aanmelden. Deze aanmelding moet geschieden door inlevering of Inzending van een in gevuld en onderteekend formulier vóór 21 Februari as., bq welke in levering of Inzending tegelqk moet worden betaald een gulden leges. De formulieren voor deze aanmel ding zijjn kosteloos ter Socretarle verkrijgbaar eiken dag van 9 tot 12 uur voormiddags. Als geheel of gedeeltelijk van joodschen hloede wordt beschouwd dengene, die van ten minste één naar ras vol joodschen grootouder stamt. Een grootouder wordt zonder meer als voljoodsch aangemerkt, wanneer deze tot de joodsche kerkelijke ge meenschap behoord heeft of behoort. Hg die door zqn schuld niet aan de op hem rustende verplichting tot aanmelding voldoet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vqf jaar. Venray, 8 Februari 1941. De Burgemeester voornoemd, A. H. M. Janssen LUXOR-THEATER vertoont U deze week een avonturen film van een adembenemend tempo. Een film vol soldatenmoed en durf, maar ook vol charme en humor. „TRENK DE PANDOER" Het avohturlersbloed van baron von der Trenk (Hans Albers) speelt hem partenHet drjjft hem naar vreemde landen, doet hem strqden in vreemde legers. Hq brengt het huiselijken haard. Perbrac had de fijne witte hand, welke zijne echtgenoote hem toestak gekust en zijne oogen waren vochtig. En toen zij 's avonds bij elkander waren, zeide de graaf, met een ge dwongen vroolijke stem tot zijn zoon: De zwaluwen zijn teruggekeerd, Roger wanneer ben je van plan te vertrekken Ja, ik denk er aan, antwoordde ronduit de jonge man Wat me echter tegen houdt, is onze scheiding. Ach als U mee wilde gaan I Een schaterend gelach was het ant woord. Denk je er werkelijk aan, jongen Op onzen leeftijd onze woning en onze gewoonten vaarwel zeggen, riep de gravin uit I Neen, neen, vertrek gerust, maak gebruik van de schoone dagen die terugkeeren wij hebben het geheele slechte seizoen om ons aan jou te ver zadigen. Roger vertrok, na zijn geliefde ouders omhelsd te hebben, want hij wist dat zij niets anders beoogden dan zijn vol komen geluk. Een verschrikkelijke tijding bereikte hem in Griekenland toen hij bezig was de monumenten van een grootsch ver leden te bestudeeren. Een telegram, ontzettend en kort, werd hem te Athene gegeven, het luidde „Vader stervend, kom onmiddellijk terug." Roger werd bleek, alsof de koude hand des doods ook hem had aange raakt, en wanhopig riep hij uit Mijn vader is doodIk zal hem niet meer zien. Hij viel neder in een stoeleen wel doende tranenvloed verlichtte hemhn maakte zich onmiddellijk gereed om te vertrekken en kwam juist op tijd om zijn vader nog eens te zien en te om- werd"' V00rdat de Hikkist gesloten Een hevige aandrang van bloed naar het hoofd, tengevolge van een zware kou die hij op jacht had opgedaan, had den graaf in enkele uren wegge- tenslotte tot Russisch majoor, doch moet dan vluchten, aangezlen^hem anders een llefdesaffaire met dè ge liefde van vorst Solojew noodlottig zou zqn geworden. Hij keert terug op het landgoed van zqn vader. De oude Trenk brengt zqn zoon spoedig aan het versland, dat hq inplaats van steeds vreemde heeren te dienen, nu eens in den strijd moet gaan voor zijn jonge bedreigde keizerin Maria Theresia (Kathe Dorsch). Kort daarop stellen vader en zoon uit eigen middelen een Pandoeren- regiment op de been. Aan het hoofd van de troep gaat de jonge Trenk, vechtend en overwinnend voor de keizerin. Iedereen spreekt nog slechts van Trenk, den Pandoer. Als het gedecimeerde Pandoeren regiment naar Weenen terugkeert, om nieuwe ruiters te werven, komt 't tot ruzie en vechtpartqen tusschen Trenk met zqn mannen, ruw ge worden door 't vele oorlogvoeren, en de opgepoetste cavaleristen van het vaderland. Trenk zelf duelleert in een herberg met officieren van de dragonders en leert de beeldschoone gravin St. Croix (Hilde Welssner) kennen, een mysterieuze persoonlijk heid met duistere werkzaamheden. Tevens helpt hq de jonge prinses Deinartsteln, (Sybille Schmitz), die om politieke redenen met vorst Solojew moet trouwen en zich in haar wanhoop tot hem wendt, vluch ten door haar als cornet in zqn eigen regiment mee te laten trek- keD, Dit alles echter tegen Maria Theresia's plannen in Nog éénmaal laat Maria Theresia genade voor recht geldenTrenk mag zqn uniform behouden en de kleine prinses ziet in, dat zij ln het belang van haar land Solojew's vrouw moet worden. Op het verlo vingsfeest ln kasteel Deinartsteln ziet Trenk de geheimzinnige gravin St. Croix terug en ontdekt, dat zq met vorst Solojew ln verbinding staat. Hq begrqpt, dat hier spionnen aan 't werk zqn. Zonder zich lang te bedenken, ontvoert hq prinses Deinartsteln en brengt haar weer in z'n regiment onder. De keizerin looft een groote belooning uit voor wie Trenk te pakkeD krijgt, dood of levend. Dit kan onzen held niet deren. Op z'n eigen houtje gaat hq de sporen der spionnen na tot in de voorposten van het Oo3tenrqksche leger. Daar loopt hq in de val... en wel ln de armen van gravin St. Croix, die in werkelijkheid de zuster van den Franschen legercommandant Is. Hq moet kiezen tusschen den dood of generaal worden in het Fransche leger. Hq kiest het laatste en komt daardoor ln het Fransche hoofd kwartier, weet de legerleiding een rad voor de oogen te draalen, krijgt de legerplannen in handen en bereikt na een dolle vlucht zijn régiment. Als overwinnaar komen Trenk en zqn dappere Pandoeren uit den strijd. Tot dank ontvangt hq van Maria Theresia het gouden zwaard van de Hongaarsche Kroon, terwijl hg zelf prinses DelDartsein tot zqn vrouw Een prach'film, die U tegeigkertqd pakt en doet schaterlachen. Beugelbond Venray. Uitslag laatste Bengelwedstrqden: Klasse A. Ysselsteyn—Heide 4—4 VenrayVeulen 62 De stand in deze klasse is: Heide 5 3 1 1 7 25—15 Ysselsteyn 4 2 2 0. 6 2111 Venray 4 2 11'5 1715 Veulen 5 0 0 5 0 931 Ofschooon Heide nog bovenaan staat heeft Y aelsteyn zoowel als Venray nog ka>-s om deze plaats te bezetten. Ysselsteyn, dat morgen Zondag een bezoek brengt aan „Ons Genot" Heide, zal er dus wel alle3 opzetten. Venray zal 'c niet minder probee- ren aan 't Veulen. Of het hen luk ken zal weten we niet. rukt. Hij was buiten kennis op het kasteel gebracht en had slechts eenige oogenblikken voor zijn dood het ver stand terugontvangenhad nog de hand gedrukt zijner echtgenoote en van dm pastoor Coural, een oude vriend, die hem de laatste H.- Sacra menten had toegediend. Maar geen enkel woord was over zijn saamge trokken lippen gekomen. Zoo groot zijne liefde was geweest zoo groot was ook nu zijne wanhoop. Hij deed zich bittere verwijten zijn ouders verlaten te hebben, om aan zijn zucht naar reizen te voldoen, en wel in zulke mate dat zijn moeder voor zijn verstand vreesde. Zij moestal hare zachtheid, al haar teederheid, al haar liefde te hulp roepen om den armen jongen wederom tot rust te brengen. Zij vergat haar eigen verdriet, dat toch zoo groot was, en dacht er slechts aan om de wanhoop uit de ziel van haar zoon te verwijderen. Ja vader heeft me tweemaal de hand gedrukt, mijn beste jongen, zeide zij liefdevol tot Roger, die met verwilder de oogen in de sterfkamer rondstaarde. De reden was, dat hij aan je dacht en om mij op te dragen zqn laatste vaar wel aan je over te brengen. Neen, ik zal mij nooit kunnen vergeven, hem te hebben verlaten, terwijl hij nog slechts weinige dagen te leven had. Had je zulks kunnen voorzien Had je dat oogenblik kunnen uitstellen? O, neen, nietwaar! Onderwerp je daarom aan den wil des Heeren, en maak me niet ongelukkiger door de wanhoop die mij het hart doet bloeden. U kunt me wei over gezag aan Gods wil preeken, lieve moederU heeft altijd aan zijne zijde geleefd als een liefhebbende en trouwe gade, maar ik, zqn eenige zoon, heb hem verlaten Een hevige zenuwcrisis wierp hem ter neder. De huisdokter schreef verandering van lucht voor om hem tot rust te Bijzoon 0U' verouderde hoest is oppassen ge boden. Bestrqdt het chronisch worden, gebruik de beste samen stelling, gebruik ABDIJSIROOP. Abdijsiroop is nu verstèrkt! Abdijsiroop bevat van ouds beproefde slijmoplossende en borstversterkende genees kruiden en nu bovendien de „codeïne" de krachtigste, hoestbedwingendc stof. Ab dijsiroop lost daardoor de slijm op, zuivert de luchtwe gen, doet daardoor gemakke lijker ademhalen en vermin dert de pijn en de drukking op Uw borst. De hoeststil- lende stof ..codeïne" maakt dat U aan het eind van den dag niet uitgeput en ver moeid zijt van 't langdurig hoesten. Door Abdijsiroop te nemen bevrijdt U zich hier van snel en dan kunt U ook weer vrij en diep ademhalen. Begin dus vandaag nog met Eenige der 20 kruiden AKKER 'S veStstènAte tegen hoest, griep, bronchitis, asthma. Klasse B. Ysselsteyn—Helde 35 Venray—Veulen 6—2 De stand ln deze klasse is: Helde 5 5 0 0 10 29—11 Ysselsteyn g 4 1 2 1 4 16—16 Venray 4 2 0 2 4 13—19 Veulen 5 0 2 3 2 14—26 In deze Klasse is „Ons Genot" verreweg de baas. Venray en Yssel steyn Btaan voorlooplg even sterk. Damclub „De Schuivers" Ysselsteyn. De stand op 4 Febr.: M. Keysers 18 16 1 1 33 Jac. Janssen 18 15 0 3 30 W, Janssen 19 14 2 3 30 J. Claessen 18 12 0 6 24 Fr. Janssen 18 11 1 6 23 H. Arts 18 9 1 8 19 A. v. Asten 18 7 5 6 19 J. Kleuakens 17 7 2 4 16 A. Winnen 17 5 2 10 12 Leo v. Asten 18 6 0 12 12 G. Verheyeu 18 6 0 12 12 H. Janssen 19 5 2 12 12 J. Vergeldt 18 3 1 14 7 H. Claessen 18 1 1 16 3 Maximumprijzen voor brandhout* Bq een prgzenbeschikking voor brandhout zqn maxlmumprgzen vast gesteld en wel voor levering loco bosch 2,5 cent per kilo en voor leve ring franco-huis 4 cent per Kilo. Er is nu op gewezen, dat niet alleen het aanbieden van brandhout tegen hooger prgzen, maar ook het koopen boven deze prgzen strafbaar ls. Het belang hiervan is niet alleen groot voor de verbruikers van brand hout, maar ook de verbruikers van brandhout, maar ook voor de boeren. Deze koopen elk jaar geriefhout, dat thans vaak voor brandhout o.a. voor vergassers weggaat, met het gevolg dat zg soms nog maar moeiigk aan het noodige geriefhout kunnen ko men. Het is, naar wg in het „Volks blad" lezen, voorgekomen dat een beuk, die op de velling misschien 50 gulden zou hebben opgebracht, tot brandhout gekloofd te verkoopen was voor 700 gulden. Geen wonder, dat de boschbezit- ters dan liever brandhout dan gerief hout van hun stammen maken. Dat het geriefhout schaarsch ls, bleex ook onlangs te Breda nog, waar zoo veel liefhebberg voor tegen vastge stelde prq'zen aangeboden kavels bleek te bestaan, dat er om geloot moest worden. Hieruit bigkt wel duldeigk, van hoeveel belang het ls. dat tenminste aan de maxlmumprgzen voor brand hout de hand gehouden wordt. brengen. Hij zal er nooit in toestemmen, dokter, zeide de gravin. Ik neem dit aan, mevrouwdaar om zend ik U naar Nizza, om er te blijven tot de winter voorbij is, onder voorwendsel, dat gij thans warme luebt eu zon noodig hebt. En om zijne moeder van een wissen dood te redden, indien zij dien kouden winter te Perbrac moest doorbrengen, stemde Roger er in toe met haar te vertrekken. Toen de lente hen op bet kasteel terugzag, had de tijd zijn werk gedaan. Het leed was nog altijd groot, maar de wanhoop was verdwenen, en elk gevaar voor zijne gezondheid was voorbij. Hij had echter een duren eed ge zworen zijn moeder nooit meer te ver laten en hij hield woord. Niettegen staande al haar aandringen, stemde hij er nooit in toe haar alleen te laten; steeds bleven ze samen op dat prach tige eigendom waar alles hen herin nerde aan den dierbaren overledene. Elk oogenblik konden zij van hem spreken, bij die voorwerpen welke hem hadden toebehoord, en die zij ais relikwiën beschouwden. Mevr. de Perbrac had slechts één verlangen, haar zoon in het huwelijk te zien treden, opdat hij niet alleen zou zijn, wanneer zij op haar beurt door den dood zou weggerukt worden. Maar al hare smeekingen waren ijdel. Ik ken geen enkele jonge dame, die in staat is mijn ideaal te verwezen lijken, lieve moeder. En dan, waarom een derde tusschen ons plaatsen? Zijn onze' herinneringen voor ons dan niet voldoende Wordt vervolgd.,

Peel en Maas | 1941 | | pagina 7