TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Offers voor de
Winterhulp.
FEUILLETON.
De vondelinge
De boer in zijn
practisch werk.
Voor Boeren en
Tuinders.
Provinciaal Nieuws
In Salomon s zoeklichten
Ais Uw kind
hoest
ABMMROOP
Zaterdag 1 Februari 1941
Twee en Zestigste Jaargang No 5
Nationale en Christenplicht
tegenover onzen evenmenseh,
rfe
Wij hebben In ons bldd reeds her
haaldelijk en in verschillenden vorm
aangespoord tot het beoefenen van
liefdadigheid in dezen barren tijd,
waarin zoovele volksgenooten gebrek
hebben aan het allernoodigste. Nu
we daarvoor practlsch nog slechts
één weg hebben buiten de liefda
digheid vaD man tot man en wel
de organisatie van de Winterhulp,
dienen wij daarop al onze krachten
te concentreeren.
Nu weldra de collecte middels in
tekenlijsten zal plaats hebben, wil
len wij nog eens aansporen tot het
brengeD van een offer voor dit g09de
doel, dus een zoodanige gave, dat
men het gemis van de gift. voelt.
Wij doen dat ditmaal aan de hand
van een artikel van Arnold Meijer
In „De Weg". Daarbij moge voorop
gesteld worden, dat Nationaal Pront,
waarvan Arnold Meijer de leider Is,
een Nederlandsche partij i3> zuiver
Nederlandsch aanvoelt, met een vol
komen nationaal Nederlandsch stand
punt en houding tegenover de be
zettende macht.
Welnu, deze Arnold Meijer zegt In
„De Weg", dat hij nief- tevreden is
over de opbrengst van de jongste
Winterhulp-collecte. Er zijn, volgens
hem, fouten gemaakt bij de organi
satie, maar het teleurstellende resul
taat komt ten deele ook voor rekening
van de geruchten, die willen weten
dat de inzameling slechts zou dienen
om... de Duitsche schatkist te spek
ken
Hierop antwoordt de leider van
Nationaal Front
„De leugen in deze geruchten ligt
er al te dik op. Laat men toch be
grijpen, dat, waar ons land bezet is,
de Duitsche bezettingsoverheid direct
of indirect te beschikken heeft over
onze schatkist. In den vorm van
kosten voor het bezettingsleger kan
de Duitsche overheid eenzijdig (er
is geen tegenpartij) hier zooveel
geldinkomsten heffen, als zij noodig
meent te hebben.
Het is toch al te dwaas, te meenen
dat een overheid In een dergelijke
positie, dat heele apparaat van een
Winterhulp noodig zou hebben, om
over een voor haar zoo hoogst onbe
langrijk bedrag te beschikken. Dit
is belachelijk, maar teven3 misdadig.
Want door de Winterhuipcollecten
te negeeren of te saboteeren, treft
men zoovelen onder het eigen volk,
doet men tekort aan zoovelen onder
iöt eigen volk die hulp behoeven.
De nood stijgt met den dag, vooral
in de huisgezinnen van de eenvoudi-
gen. In normale tijden zouden de
loonen al lang verhoogd zijn, omdat
het niet voldoende ia, bonnen te
hebben en ook niet voldoende voor
de bonnen inderdaad goederen te
kunnen krijgen, maar omdat het
absoluut noodzakelijk is, dat een
ieder voor de hem toekomende bon
nen ook goederen kan koopan.
De loonen worden in de huidige
omstandigheden niet verhoogd! Wij
zouden het gaarne anders zien, maar
wat blijft dan voor de gezinnen met
al te kleine inkomens thans anders
over dan bijsteun bijsteun, die door
de vrijwillige gaven van het Neder
landsche volk wordt opgebracht.
Bijsteun van allen, die iets te missen
hebben, voor allen, die anders gebrek
zouden lijden.
Wij hopen, dat eenerzjjds de Winter
hulp zal toonen uit de gemaakte
ervaringen de noodlge lessen te
hebben getrokken, anderzijds, dat de
dwaze praatjes om Winterhulp heen,
zullen ophouden.
Die praatjes zijn niet alleen be
lachelijk, maar, zooals reeds gezegd,
misdadig, omdat zij het deel van
li
Mireille werd altijd vriendelijk in de
molen ontvangen, waar zij haar hart
'ton ophalen door te spelen met twee
deine meisjes, die ongeveer van den-
/elfden leeftijd waren.
Het arme kind dat vroeger dag aan
lag zulk een ondankbaar en verachte-
ijk werk moest verrichten, was nu
;elukkig door al de teedere zorgen en
iefde met welke zjj op het kasteel
>mringd werd, door de eerbiedige
vriendschap van den pachter en den
molenaar Deze laatsten beschouwden
haar als het pleegkind hunner meeste
ressen en bewezen zulks door haar
met zorgen en oplettendheden te over
laden
Welk een leven was er nu in dat
vroeger zoo teng:re lichaam, nu elk
.spoor van bloedarmoede en alle angst
verdwenen was.
Mad Kerlan kwam haar pleegkind
eiken Zondag bezoeken. Met haar
echtgenoot en haar kinderen was zij in
Jen namiddag op de Magnolias. Steeds
vachtte Mireille hun komst met groot
onge uld, hetgeen bewees dat zij een
dankbaar hart bezat.
Wat een mededeelzaamheid wanneer
zij aankwamen 1 Wat was zij gelukkig
als zij de bewijzen hunner teederheid
ontving. Maar wanneer zij vertrokken,
kwamen er geen tranen meer. Indien
de jonge vrouw haar had willen mee
nemen zou zij er zonder twijfel in toe
gestemd hebben, maar niet zonder
eedwezen.
Want haar hart was verdeeld tus-
ons volk dat in nood verkeert, direct
treffen.
Onder Iedere omstandigheid moet
de volle medewerking worden ge
geven door eenieder, teneinde leniging
te brengen in den etoffelgken nood
van zoovele Nederlanders".
Tot zoover de heer Mejjer.
Laten we ons bij de collecte met
lnteekenlgsten dit voor oogen stellen
er Is groote nood onder velen van
onze volksgenooten, vooral onder
hen, die slachtoffers zijn geworden
van de tijdsomstandighedenhulp
aan dsze Iandgenooten kan in hoofd
zaak slechts geschieden vla „Winter
hulp". Daarom moeten w|j allen
onzen steun geven aan deze nationale
organisatie.
Dan en dan alleen vervullen wij
op dit punt onzen natlonalen en
ChrLstelgken plicht tegenover onzen
evenmenseh.
Ook de landbouwer en veehouder
mo9t een behoorJgke administratie
voeren, in 't belang van 'n goede
bedrijfsvoering en mede om aan
belasting precies te betalen, wat hg
verschuldigd Is.
Over de noodzakelijkheid van deze
administratie willen we het hier niet
hebbeD klachten daarover zjjn on
verstandig.
Maarthans hebben onze landbou
wers er een flinke brok administra
tie bjj gekregenzij zijn nl. ook
belast lngp lchtigen geworden van de
gewijzigde wst op de Omzetbelasting.
Volgens deze wet worden ook zij,
die goederen telen, als ondernemers
beschouwd en daarom hebben ook
de boeren en veehouders de voor
schriften dezer wet na te komen.
Is dat voor alle ondernemers 'n
heele karwei, vooral voor de boeren
is het een lastige en Ingewikkelde
zaak, zooals uit een korte opsom
ming kan blijken.
Granen, zaden, voeder- en suiker
bieten en vlas zQn vrg ,van omzet
belasting.
Aardappelen, peulvruchten, groen
ten en fruit zgn wel belast.
Uitgezonderd zg'n daarbij de aard
appelen, die voor veevoeder worden
verkocht en de pootaardappelen, die
alleen voor uitvoer zgu bestemd.
Voederproducten die de eene boer
aan den anderen verkoopt, z|ja ook
vrij.
De boer moet dus zorgvuldig aan-
teekening houden, aan wie hij be
paalde landbouwproducten levert on
h|j moet er rekening mee houden,
dat hij over zjjn ontvangsten een
wisselend percentage aan omzet
belasting verschuldigd Is.
Verkoopt hij deze goederen aan
een handelaar, dan is maar 1 pet.
(dus f 1 op de f 100) aan belasting
verschuldigd; levert hij ze recht
streeks aau een verbruiker, dan
moet hjj 31/, pet. (dus f 3.50 op elke
f 100) aau omzetbelasting betalen
ook hier ls 't dusopletten
Met de voortbrengselen van de
veehouderij Ls het niet andersdaar
vallen leveringen van melk-, slacht
en fokvee, gebruiksvee met Inbegrip
van paarden, schapen, varkens en
kippen, en ten slotte eieren onder de
omzetbelasting.
En ook hier is het bedrag, dat
voldaan moet worden, afhankelijk
van het feit, of aan de haDdel, dan
wel aan den consument wordt ge
leverd melk, dlo aan de fabriek
wordt gebracht, is lager belast dan
die, welke aan de hulzen gevent
wordt, en hetzelfde ls het geval met
eieren, die aan de veiling en die aan
den verbruiker worden verkocht.
Vrijstelling van belasting la hier
verleend voor vee, dat bestemd is
voor uitvoer naar het buitenland.
En hiermee zijn we er nog niet,
want ook diensten vallen onder de
omzetbelasting en de boer, die voor
schen tweevond zij eene genegenheid
terug, dan verloor zij de andere en zij
was te gelukkig op het kasteel om het
ooit te verlaten.
De vrouw van den opzichter begreep
dit zoo goed dat zij nog niet over den
terugkeer naar Kerentrech gesproken
had. Paula dacht er ook aan maar zij
had zich vast voorgenomen Mireille te
houden en als haar dochter aan te
nemen.
Het was een feit, dat het meisje,
nadat het twee maanden op het kasteel
gewoond had. zoo met de dames de
Montscorff één was geworden, dat zij
bij hen scheen te behooren.
Had Paula deze gedachte? Het was
aan te nemen. Zij keek op haar horloge,
hoe Iaat het was en zeide aan Mireille
Ga naar Therese en laat je een
boterham geven.
Ga je niet met me mee, mejuf
frouw
Nu niet
Mireille reikte haar hoofd aan Paula,
welke er een kus op drukte en ging
heen 6 5
Ik wilde je over Mireille spreken,
Irene, begon Paula.
De oudste keek haar aan en ant
woordde
Over haar vast verblijf bij ons,
nietwaar
Paula slaakte een vreugdekreet.
Wat ben je goed dat je mij zoo
gauw begrepen hebtZul je toestem
men
Geef me maar het middel om je
die aardige levende pop te ontnemen!
Je kunt het nog al met haar vinden
Ja, ik heb haar liefik zou zoo
graag een lieve, voorname jonge doch
ter van haar willen maken. Wat zou
het op onzen ouden dag treurig zijn
in de eenzaamheid waarin we leven,
die heerlijke jeugd in haar vollen bloei
zal ons opvroolijken.
Maar indien zij eens de dochter
was van een dier Zigeuners die de
kermissen afreizen, zou je dan niet
een ander gras maait, ral over de
belooning voor deren beweren dienst
aan den flscus rijn deel hebben te
voldoen
Bepaalde diensten rgn echter weer
niet belastingplichtig. Houdt het
maar allemaal uit elkaar
Nu is 't bij de nieuwe wet eisch,
dat de belastingplichtige zelf aan
gifte doet per kwartaal en dere
aangifte moet ten genoege van den
inspecteur der belastingen met be
wijsstukken worden gestaafd.
Daarom zal in 't vervolg isder
landbouwer notitie moeteD houden
van alle verkoopen, die door omzet
belasting worden getroffen daarbij
moet h|j aanteekenen, aan wie hij
levert, zulks om 't verschil in hef-
fingspercentaga en verder moet h|j
noteeren, aan wie h|j diensten be
wees.
Daarbij komt nog een moeilijkheid,
aldus het Hagz. dat dit ingewikkeld
zaakje onder de loupe neemt.
De boer en de veehouder mogen
nl. g6l|jk ieder ander, de verschuldig
de belasting aan den afnemer door
berekenen.
Maar ook hier liggen weer voet
angels en klemmen!
Want ten aanzien van melk, aard
appelen en peulvruchten ls dat ver
haal niet geoorloofd, en voor wat de
andere voortbrengselen betreft, Is h|j
ook gebonden aan de officieel vast
gestelde pr|jzen, zoodat het een open
vraag blijft, of de mogelijkheid tot
^verhaal wel aanwezig is, als die
'vastgestelde pr|jzen onveranderd
big ven.
De meeste boeren zullen uit dat
labyrinth van moeilijkheden niet wgs
kunnen worden en velen zullen er
niet zonder kleerscheuren afkomen.
En daarbgte vreezen valt, dat
voor een groot deel de boer zelf
opdraait voor de omzetbelasting,
wat een te zware en onbillijke
druk op den boer zou beteeke-
nen.
Laat men toch eens probeeren
daar wat anders op te vinden.
Men moet den boer met al z|jn
krachten en kunnen b|j zijn
practisch werk laten en hem niet
verplichten, eerst ambtenaar en
dan pas boer te zijn!
En daarbg men schuive hem niet
te veel heffingen op z|jn dak; dat
kan h|j na de magere jaren, die
achter ons liggen en de moeilijke,
die hij wellicht nog voor den boeg
heeft, niet verdragen.
Een zekere weg.
Het is thans al heelemaal niet een
tgd om epeculatlef te werk te gaan.
Zoo ooit dan moet men thans de
meest zekere weg om tot een goeden
oogst te komen bewandelen. Men
zal daarom in het komende seizoen
allerminst zóó gaan handelen, als
men vroeger wel deed, door rassen
en variëteiten uit te zaaien, die soms
als alles gunstig verloopt, een rui
men oogst gev8D, doch b|j minder
gunstige omstandigheden het bij
eigen beproefde rassec laten zitten.
Dat is een soort gokkerg, die wel
eens goede resultaten kan hebben,
maar die thans alle reden van be
staan mist.
Ons land, onze bevolking, vraagt
in deze tijden een zoo groot moge-
1 Ijken oogst van voedsel. En het ls
de taak van de boeren en tuinders
om de zekerste weg, die tot een
goeden oogst kan leiden, te bewan
delen.
Om een voorbeeld te noemen. We
b6bben, nu we op eigen productie
z|ja aangewezen, uit ons eigen land
suiker noodig. En wij kuDnen dat
leveren. Da verbouw van suikerbieten
heeft in de laatste jaren zoo'n hoo-
gen vlucht genomen, dat we vol
doende suiker van eigen bodem
kunnen betrekken. Nu zg'n er ver
bang zijn dat zekere instincten van het
ras in haar wakker werden. Denk aan
de gelijkenis, zusje lief!
De opvoeding verandert alles. Hier
bij ons, in deze rustige omgeving zal
Miieille alles verliezen wat er slecht in
haar kan zijn. Daarenboven kan ik niet
gelooven, dat zij de dochter van zulk
volk kan zijn. Zij heeft eene natuurlijke
voornaamheid, welke bewijst, dat hare
ouders van eenzelfde wereld waren als
wij. Wat meer is, zij kent niet de leu
gens, de omwegen welke bij de kin
deren van dat soort menschen om zoo
te zeggen ingeboren zijn. Ik kan de
gedachte niet van mij afzeilen, dat Mi
reille gestolen is en daarna te vondeling
gelegd.
En indien de familie terug ge
vonden werd
Dat denk ik niet. Er is geen ant
woord gekomen op dat beiicht in de
dagbladen en het is te lang geleden om
er nog een te ontvangen Mocht zulks
gebeuren, dan zou ik de zoete tevreden
heid smaken hun het kind, gezond naar
lichaam en geest, te kunnen teruggeven.
Dat je wensch geschiedde, liefste:
ik vraag slechts eer.e zaak, je geluk.
Hoe zal Mad. Kerlan dat aanstaan
Zij schijnt ook zeer gehecht aan de
kleine
Ja, maar zij heeft kinderen, aan
welke zij de voorkeur geeft. Wanneer
ze zal inzien |hoe groote voordeelen
Mireille van haar verblijf bij ons heeft,
zal zij er wel in toestemmen: want jij
deelt toch ook In de verdiensten van
dit goede werk.
En wat zal Lucie zeggen her
nam Irene lachend.
Die zal, zonder den minsten twij
fel, hard genoeg schreeuwen: een ver
laten kind opnemen zal haar ontzettend
schijnen; ze is toch zoo trotsch op
hare titels Hare zienswijze zal echter
de mijne niet veranderen.
Deze Lucie, waarvan de dames de
Montscorff spraken, was hun nichtje,
dat met baron de Cosquart gehuwd
schillende rassen suikerbieten. En
daaronder heele goede. Maar er is
maar één, die geheel Is gekweekt
op onzen eigen bodem en zich daar
aan geheel heeft aangepast.
Ieder suikerbleten verbouwer weet,
dat dit de Kuhn P ia. Dat is een
kweekproduct van ongeveer een
halve eeuw werken. Een halve eeuw
van zoeken en selecteeren om een
ras te krjjgen, dat geheel ingesteld
la op den Nederlandschen bodem,
het Nederlandsch klimaat, met zjjn
wisselvalligheden, en het Nederland
sche landbouwbedrijf, dat hooge
elschen stelt, wat snellen groei en
vlug r|jpen aangaat, om o.v. vroeg
plaats te maken voor een winter
gewas. En daarbg ls de suiker
opbrengst per hectare zeer goed.
Een zekere weg tot een zekere oogst,
waarborgt ons zoo'n zuiver Neder
landsch ras. AGRICOLA,
VENRAY, 1 Februari 1941
LUXOR-THEATER
vertoont deze week
„CARLO CAVELLI"
De Hoogeachoolrgder.
De kunstrijder Carlo Cavelli (Ru-
dolf Forster) ls een internationale
beroemdheid en geldt als een mees
ter in zijn vak. Iedereen ls vol
belangstelling, zoodra z|jn optreden
tn Weenen bekend gemaakt wordt.
Wie Carlo Cavelli feitelgk ls, kan
niemand zeggen, al doen de vreemd
ste geruchten over hem de ronde.
Een geheim omgeeft dezen man.
Nog niemand heeft hem ooit op het
tooneel gezien, zonder een masker.
Geen wonder, dat iedereen zich In
Weenen het hoofd breekt over dezen
geheimzinnigen ruiter, zonder het
raadsel te kunnen oplossen.
Op de avond van zijn eerste op
treden in het Ronacher Variété
Theater zit in een der loge's een
jonge meisje: Irene von Ketterer
(Angela Salloker), de dochter van
een bekenden Oostenrgkschen Gene-
raat Zg ls na een twist met haar
moeder, die haar een man wil op
dringen, voor wie z|j geen achting
voelt, h9t huls ultgeloopen. Tgdens
de voorstelling krggt zg plotseling
de ingeving om hoogeschoolrgdster
te worden.
Z|j weet door te dringen tot de
kleedkamer van Cavelli en z|j deelt
hem haar plan mede. De beroemde
man wg'st haar af. Later verandert
hjj echter van idee, wanneer hg dien
avond nog een keer met haar samen
is en haar tegen den man, die haar
moeder voor haar als echtgenoot
had uitgezocht, in bescherming moet
nemen. Hg zal haar eenige weken
b|j wjjze van proef lesgaven.
Tijdens de lessen ontstaat tusschen
hen een genegenheid. En toch staat
tussschen hen een schaduw, die elke
verdere toenadering onmogelijk
maakthet verleden van Carlo
Cavelli.
Wg raden eenieder aan deze film
te gaan zien.
Damclub „De Schuivers".
De stand van bovengenoemde club
te Ysselsteyn is als volgt
gesp. gew. rem. verl. pat.
Jac. Janssen 13 11 0 2 22
M. Keysers 12 10 11 21
W. Janssen 12 9 2 1 20
Jac. Claessen 12 8 0 4 16
Fr. Janssen 13 7 1 5 15
J. Klenskens 12 6 1 5 13
A v. Asten 13 5 2 6 12
H. Arts 13 5 1 7 11
H. Janssen 13 4 1 8 9
G. Verheyen 12 4 0 8 8
L60 v. Asten 13 4 0 9 8
Ant. Winnen 7 3 13 7
J. Vergeldt 13 3 1 9 7
H. Claessen 12 0 1 11 1
Zij bewoonden een kasteel in de buurt
maar alleen in den zomer, 's Winters
verbleven zii te Parijs, temidden van
wereldsche feesten, waarvan zij erg
veel hield en waarvan zij een der ko
ninginnen was door hare schoonheid
en rijkdom.
Zij was van den leeftijd van Paula.
Zij sympathiseerde met haar, niettegen
staande hunne meeningen en hun smaak
hee! en al verschillend waren. Heel
dikwijls kwam zij hare nichten op de
Magnolias verrassen, met haar zoon
en twee dochters.
Den volgenden Zondag had Paula
Louise meegenomen naar de beuken
laan, waar ze haar ronduit vroeg
Ge staat mij Mireille af, nietwaar?
Voor altijd vroeg de jonge
vrouw en er was iets treurigs in hare
stem.
Ja. Tracht eens goed te begrijpen
dat gij mijne eenzaamheid nog grooter
maakt, indien ge haar terug wilt en
bedenkt ook dat gij een echtgenoot en
kinderen hebt.
Mad. Kerlan kon daar niets tegen
inbrengen: zii voelde de juistheid van
Paula's woorden. En er lag in de
oogen een stille smeekende bede.
Zij drong de tranen terug en zeide:
U heeft evenveel recht op 'tkind
als ik, beiden hebben we haar gered
van den dood. Zij is de uwe, ge kunt
haar houden. Al kan ik haar liefhebben
zooals u, toch kan ik geen toekomst
bezorgen, zooals zij er eene zal vinden
aan uwe zijde.
Mijn allerhartelijksten dank, ant
woordde Paula. Zij trok de vrouw aan
haar hart en omhelsde haar.
Deze teederheid bracht tranen in de
oogen van Louise.
U zult me wel willen toestaan
om haar dikwijls te bezoeken, stamel
de Louise.
Zoo dikwijls ge wilt. En als ge
haar eenige dagen bij u wilt houden,
zal ik er niets op tegen hebben.
De twee vrouwen keerden terug
De lippen van een rechtvaardige kunnen velen lelden;
Maar de boozen gaan aan hun onverstand dood.
(Spr, 10 21).
Over de macht van het woord.
Reeds in Salomon's tijd een voor
treffelijk middel om velen leiding te
geven. Ook toen grepen de boozen
naar dezen macht en kwamen er
door om.
Nooit ls de macht van het woord
grooter geweest dan nu. Nu brengt
de radio het gesproken woord verder
dan vergaderzalen. Nu wordt er ge
sproken In werkplaatsen en zieken
zalen, In keuken en salon, in afge
legen nesten en op marktpleinen.
We mogen God wel eens hartelijk
bedanken voor deze groote gave aan
de menschheid. Hij toch maakte de
wetten en gaf aan de menschen het
verstand die te ontdekken.
Ongetwijfeld is de radio een der
doeltreffendste Apostolaatsmiddelen.
Zeker, de film ls aanschouwelijk en
daarom meer geschikt ter verbrei
ding van gedachten en ideeën, maar
mlllioenen menschen bezoeken zelden
of niet de bioscoop, luisteren echter
wel naar de radio. We kunnen daar
om gerust zeggen dat het gesproken
woord van de radio het meeat in
vloedrijke ls.
Zooals alle goede gaven Gods, kan
ook deze wonderschoone gave mis
bruikt worden. Kan zelfs in dienst
gesteld worden tegen den Schenker
De boozen doen dat. Door de macht
van hun overrompelend woord, dat
steeds meer overreed dan overtuigt,
sleepen z|j velen op dwaalwegen. In
zeker opzicht ls de booze een blinde.
Als de eene blinde de andere leidt,
vallen beiden in de kuil. Ook de
massa ls blind. Aanvaardt blinde
lings. De massa denkt zelf niet.
Heeft dat nooit geleerd. Heeft daar
ook geen atog voor. Heeft daar zelfs
geen tgd voor. Zg luistert het liefst
naar de longen die het hardste
schreeuwen en de mond die naar
den hunnen praat. Die het meeat
belooft. Of die beloften kunoen
worden ingelost, of de mogelijkheid
ook maar in geringe mate aanwe
zig is, kunnen z|j niet inzien.
Ik mag dau ook wel zoo vr|j zijn,
Ouders en Opvoeders te vragen er
voortdurend op te letten, wie het
woord voert in hun huis, in hun
werkplaatsen, ln hun ateliers. Even
min als men alles mag lezen wat de
markt aanvoert, evenmin mag men
alles beluisteren, wat de radio brengt.
Dit geldt natuurlijk evengoed voor
het gesproken woord op vergaderin
gen. Ook daar treden soms menschen
op, die anderen willen leiden, maar
het niet kunnen omdat zg zelf blind
zijn. Meestal bezitten zg de gave des
woords, maar niet de gave van een
rechtschapen hart. Eu meestal zijn
het menschen, die anderen na p
geleerde papegaaien.
Alleen de lippen van een recht
vaardige kan velen lelden. Niet
iedere rechtvaardige heeft de gave
van het woord. Maar heeft een recht
schapen mensch die gave, dan kan
h|j een ontzaggelijke macht ten
goed uitoefenen: de massa lelden
naar geestelijke en stoffelijke wel
vaart. Zg'n goede gedachten over
hevelen en met de vonken van z|jn
gloeiende bezieling andere zielen
ontsteken en in laaiende vlammen
zetten. Zij hebben iets te zoggen tot
het volk. Geef hun dan ook de kans.
Heb er wat voor over! Vraag hen
de massa opbouwen, de stuwende
schoone gedachten te geven en vooral
de massa daarvoor te bezielen. Dat
ls een schoone vorm van Actie voor
God. Want de rechtschapen mensch,
spreekt naar Gods Wil en Hart.
Tot onze jonge mannen en vrouwen
zou ik willen zeggengrgp naar de
macht van het woord. Vooral gg die
Leiders of Leidsters, Voorzitters of
Directeuren zfjt van vereen! gingen.
Hoeveel voorzitters en leiders van
onze goede Werkliedenvereenigingen,
van jeugdvereenigingen, van deba-
tlnge- of ontwikkelingsclubs, staan
stuutelig te stotteren voor hun
menschen. Weinig gaat van hen uit
en allen zg'n blij als het stamelen
een einde neemt. Z|j hebben nooit
leeren spreken. Kunnen hun gedach
ten niet eens ordenen, laat staan ze
een aantrekkelijke vorm of aan
kleeding geven.
Waarom geen vereeniging opge
richt, waar goed- en gelijkgezinde
menschen bijeen komen onder des
kundige leiding om het spreken te
leeren? Onlangs heeft een van onze
Venrayache jongens M.O. in de leer
van het spreken gehaald. Voor hem
ligt hier een prachtig werk, een
pionierstaak.
Het zullen niet alleen hoogst
nuttige, maar ook zeer gezellige
avonden sbl|jken te zgn. En strakö
zal heel Venray en omstreken ervan
profiteeron alle vereeniglngen, tot
toneelclubs toe.
Grgp naar de macht van het woord
en velen zult ge kunnen lelden
S. L.
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 3 tot 10 Jan.
VERTROKKEN
J. Kockelkoren, meteraflezer, naar
Roermond, Nassaustraat 75
H. G. Wientjens, z.b., naar Eind
hoven
P. J. C. A Vermeulen, dienstbode,
naar Venlo, Vleeschstraat 47
A. J. M. Heijnen, dienstbode, naar
Venlo. Herungerweg 22
M. W. Branje, z.b., naar Eindhoven
M. A. W. van Houten, dienstbode,
naar Venlo, Straelscheweg 66
H. H. Jacobs, z.b., naar Horst A133
Th. J. M. Berkens, z.b., naar Tege-
len, Grootestraat
K. M. Brophy, kloosterzuster, naar
Egsden, Breusterstraat 21
H. J, Peters, bakker, naar Venlo,
Hoek Apostelstraat 4
M. P. J. Vermeulen, verpleger, naar
Heerlen
G. Nrjssen, z.bnaar Swalmen,
Kroppestraat
J. H. M. Verbeek, z.b., naar Bergh
Zaddam 63
naar het grasperk, waar de kinderen
aan het spelen waren.
Zeg ons tot ziens, Mireille, zei
Mad Kerlan tot het meisje, dat op hen
toekwam.
Vertrekt ge nu reeds vroeg ze.
Dat is erg vroeg. Maar ge komt toch
Zondag allen weer terug?
O zeker, indien ge tenminste blij
bent, dat ge ons terugziet.
O zeg, daaraan twijfelt ge toch
niet
Neen, zeker niet. Maar zou je
niet bij ons willen terugkomen?
De blik van Mireille was vol angst.
Voor altijd vroeg zij.
Terwijl Louise zweeg, wierp zij een
blik op Paula, die van dit tooneel ge
tuige was en met een stem, waaruit
vrees sprak, zeide zij:
Ik zou haar niet willen verlaten,
Ik heb haar zoo lief.
Zij hield op, bang dat zij te veel
gezegd had, tenslotte liep zij naar
Paula en wierp zich in hare armen.
U ziet, zeide mad. Karlan zacht,
zij heeft hare keuze gedaan.
Begreep Mireille deze woorden
Zeker is het, dat zij die twee, welke
beiden zoo'n goede moeder voor haar
geweest waren, bij elkander bracht.
Zij richtte de oogen op de vrouw van
den opzichter en zeide:
Gij hebt Marie en Louis en me
juffrouw zou geen dochtertje meer
hebben, als ik weg ging.
Hare stem was zoo teeder smeekend,
dat ze vergiffenis scheen te vragen,
omdat ze aan Paula de voorkeur had
gegeven
Toen Paula het kind 's avonds naar
bed bracht en toedekte, boog zij zich
over haar en sprak:
Je bent nu mijn dochter gewor
den, lieveling, zou je me nu ook niet
mama willen noemen?
Mireille sprong op, strengelde bare
armen om den hals van de moeder
die al hare liefde aanbood, omhelsde
haar en zeide:
sSÉfS
Eenige der
20 kruiden
loert altüd het gevaar van
erger gevolgen en daarom
mag een hoestje nooit ver
waarloosd worden. Als Uw
kind hoest, geef 't dan dade-
lijk AKKER's Abdijsiroop,
bestaande uit extracten van
oude kruiden, welke verzach
tend, slijm-oplossend en ge
nezend werken, benevens de
krachtigste hoestbedwingen-
de stof „codeïne". Door deze
veelzijdige werking noemt
men Akker's verstèrkte Ab
dijsiroop ..'s-Werelds beste
Hoestsiroop". Een lepel voor
het naar school gaan, werkt
als een beschuttend schild!
AKKER'S
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma.
Flac. 90ct.. f 1.60, f2.40, f4.20. Alom verkrijgb.
O ja, je zult mijn mama zijn. Ze
zijn zoo goed de moeders, o zoo goed
ik heb er drie en ik hebben allen zoo
lief...
Paula werd bleek, zou ze eindelijk
het geheim leeren kennen, dat nooit
over de lippen van het kind gekomen
was
Welke ls de naam van de derde
moeder vroeg zij. Wil je van mijn
zuster Irene spreken
Neen, knikte zij.
Dan haastig:
Ja, ja, mejuffrouw Irene zal ook
een moeder voor mij zijn.
Maar je had voor Mad. Karlan
een moedertje, dat je heel erg liefhad,
en je mooie kleedjes maakte.
Het kleine meisje werd bang en
verborg haar gezichtje in de kussens
en zeide heel zacht:
O, wat heb ik slaap...
Paula moest wel ophouden met vra-
gon en liet haar rustig liggen, klaar
blijkelijk wilde ze niets zeggen. Wat
kwam het er ook op aan Het kind
was nu geheel van haar, waartoe nog
haar afkomst trachten te vindenHet
geheim over het verleden werd be
waard en Paula zou geen moeite meer
doen om het te doorgronden. Zij zou
zich tevreden stellen met Mireille lief
te hebben en door haar bemind te
worden.
Nu Paula het zoo verlangde kind
geheel en al bezat, wilde zij ook haar
leermeesteres worden. Zij wilde haar
een goede opvoeding geven.
Wordt vervolgd.