TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Offers voor de Winterhulp. FEUILLETON. De vondelinge De boer in zijn practisch werk. Voor Boeren en Tuinders. Provinciaal Nieuws In Salomon s zoeklichten Ais Uw kind hoest ABMMROOP Zaterdag 1 Februari 1941 Twee en Zestigste Jaargang No 5 Nationale en Christenplicht tegenover onzen evenmenseh, rfe Wij hebben In ons bldd reeds her haaldelijk en in verschillenden vorm aangespoord tot het beoefenen van liefdadigheid in dezen barren tijd, waarin zoovele volksgenooten gebrek hebben aan het allernoodigste. Nu we daarvoor practlsch nog slechts één weg hebben buiten de liefda digheid vaD man tot man en wel de organisatie van de Winterhulp, dienen wij daarop al onze krachten te concentreeren. Nu weldra de collecte middels in tekenlijsten zal plaats hebben, wil len wij nog eens aansporen tot het brengeD van een offer voor dit g09de doel, dus een zoodanige gave, dat men het gemis van de gift. voelt. Wij doen dat ditmaal aan de hand van een artikel van Arnold Meijer In „De Weg". Daarbij moge voorop gesteld worden, dat Nationaal Pront, waarvan Arnold Meijer de leider Is, een Nederlandsche partij i3> zuiver Nederlandsch aanvoelt, met een vol komen nationaal Nederlandsch stand punt en houding tegenover de be zettende macht. Welnu, deze Arnold Meijer zegt In „De Weg", dat hij nief- tevreden is over de opbrengst van de jongste Winterhulp-collecte. Er zijn, volgens hem, fouten gemaakt bij de organi satie, maar het teleurstellende resul taat komt ten deele ook voor rekening van de geruchten, die willen weten dat de inzameling slechts zou dienen om... de Duitsche schatkist te spek ken Hierop antwoordt de leider van Nationaal Front „De leugen in deze geruchten ligt er al te dik op. Laat men toch be grijpen, dat, waar ons land bezet is, de Duitsche bezettingsoverheid direct of indirect te beschikken heeft over onze schatkist. In den vorm van kosten voor het bezettingsleger kan de Duitsche overheid eenzijdig (er is geen tegenpartij) hier zooveel geldinkomsten heffen, als zij noodig meent te hebben. Het is toch al te dwaas, te meenen dat een overheid In een dergelijke positie, dat heele apparaat van een Winterhulp noodig zou hebben, om over een voor haar zoo hoogst onbe langrijk bedrag te beschikken. Dit is belachelijk, maar teven3 misdadig. Want door de Winterhuipcollecten te negeeren of te saboteeren, treft men zoovelen onder het eigen volk, doet men tekort aan zoovelen onder iöt eigen volk die hulp behoeven. De nood stijgt met den dag, vooral in de huisgezinnen van de eenvoudi- gen. In normale tijden zouden de loonen al lang verhoogd zijn, omdat het niet voldoende ia, bonnen te hebben en ook niet voldoende voor de bonnen inderdaad goederen te kunnen krijgen, maar omdat het absoluut noodzakelijk is, dat een ieder voor de hem toekomende bon nen ook goederen kan koopan. De loonen worden in de huidige omstandigheden niet verhoogd! Wij zouden het gaarne anders zien, maar wat blijft dan voor de gezinnen met al te kleine inkomens thans anders over dan bijsteun bijsteun, die door de vrijwillige gaven van het Neder landsche volk wordt opgebracht. Bijsteun van allen, die iets te missen hebben, voor allen, die anders gebrek zouden lijden. Wij hopen, dat eenerzjjds de Winter hulp zal toonen uit de gemaakte ervaringen de noodlge lessen te hebben getrokken, anderzijds, dat de dwaze praatjes om Winterhulp heen, zullen ophouden. Die praatjes zijn niet alleen be lachelijk, maar, zooals reeds gezegd, misdadig, omdat zij het deel van li Mireille werd altijd vriendelijk in de molen ontvangen, waar zij haar hart 'ton ophalen door te spelen met twee deine meisjes, die ongeveer van den- /elfden leeftijd waren. Het arme kind dat vroeger dag aan lag zulk een ondankbaar en verachte- ijk werk moest verrichten, was nu ;elukkig door al de teedere zorgen en iefde met welke zjj op het kasteel >mringd werd, door de eerbiedige vriendschap van den pachter en den molenaar Deze laatsten beschouwden haar als het pleegkind hunner meeste ressen en bewezen zulks door haar met zorgen en oplettendheden te over laden Welk een leven was er nu in dat vroeger zoo teng:re lichaam, nu elk .spoor van bloedarmoede en alle angst verdwenen was. Mad Kerlan kwam haar pleegkind eiken Zondag bezoeken. Met haar echtgenoot en haar kinderen was zij in Jen namiddag op de Magnolias. Steeds vachtte Mireille hun komst met groot onge uld, hetgeen bewees dat zij een dankbaar hart bezat. Wat een mededeelzaamheid wanneer zij aankwamen 1 Wat was zij gelukkig als zij de bewijzen hunner teederheid ontving. Maar wanneer zij vertrokken, kwamen er geen tranen meer. Indien de jonge vrouw haar had willen mee nemen zou zij er zonder twijfel in toe gestemd hebben, maar niet zonder eedwezen. Want haar hart was verdeeld tus- ons volk dat in nood verkeert, direct treffen. Onder Iedere omstandigheid moet de volle medewerking worden ge geven door eenieder, teneinde leniging te brengen in den etoffelgken nood van zoovele Nederlanders". Tot zoover de heer Mejjer. Laten we ons bij de collecte met lnteekenlgsten dit voor oogen stellen er Is groote nood onder velen van onze volksgenooten, vooral onder hen, die slachtoffers zijn geworden van de tijdsomstandighedenhulp aan dsze Iandgenooten kan in hoofd zaak slechts geschieden vla „Winter hulp". Daarom moeten w|j allen onzen steun geven aan deze nationale organisatie. Dan en dan alleen vervullen wij op dit punt onzen natlonalen en ChrLstelgken plicht tegenover onzen evenmenseh. Ook de landbouwer en veehouder mo9t een behoorJgke administratie voeren, in 't belang van 'n goede bedrijfsvoering en mede om aan belasting precies te betalen, wat hg verschuldigd Is. Over de noodzakelijkheid van deze administratie willen we het hier niet hebbeD klachten daarover zjjn on verstandig. Maarthans hebben onze landbou wers er een flinke brok administra tie bjj gekregenzij zijn nl. ook belast lngp lchtigen geworden van de gewijzigde wst op de Omzetbelasting. Volgens deze wet worden ook zij, die goederen telen, als ondernemers beschouwd en daarom hebben ook de boeren en veehouders de voor schriften dezer wet na te komen. Is dat voor alle ondernemers 'n heele karwei, vooral voor de boeren is het een lastige en Ingewikkelde zaak, zooals uit een korte opsom ming kan blijken. Granen, zaden, voeder- en suiker bieten en vlas zQn vrg ,van omzet belasting. Aardappelen, peulvruchten, groen ten en fruit zgn wel belast. Uitgezonderd zg'n daarbij de aard appelen, die voor veevoeder worden verkocht en de pootaardappelen, die alleen voor uitvoer zgu bestemd. Voederproducten die de eene boer aan den anderen verkoopt, z|ja ook vrij. De boer moet dus zorgvuldig aan- teekening houden, aan wie hij be paalde landbouwproducten levert on h|j moet er rekening mee houden, dat hij over zjjn ontvangsten een wisselend percentage aan omzet belasting verschuldigd Is. Verkoopt hij deze goederen aan een handelaar, dan is maar 1 pet. (dus f 1 op de f 100) aan belasting verschuldigd; levert hij ze recht streeks aau een verbruiker, dan moet hjj 31/, pet. (dus f 3.50 op elke f 100) aau omzetbelasting betalen ook hier ls 't dusopletten Met de voortbrengselen van de veehouderij Ls het niet andersdaar vallen leveringen van melk-, slacht en fokvee, gebruiksvee met Inbegrip van paarden, schapen, varkens en kippen, en ten slotte eieren onder de omzetbelasting. En ook hier is het bedrag, dat voldaan moet worden, afhankelijk van het feit, of aan de haDdel, dan wel aan den consument wordt ge leverd melk, dlo aan de fabriek wordt gebracht, is lager belast dan die, welke aan de hulzen gevent wordt, en hetzelfde ls het geval met eieren, die aan de veiling en die aan den verbruiker worden verkocht. Vrijstelling van belasting la hier verleend voor vee, dat bestemd is voor uitvoer naar het buitenland. En hiermee zijn we er nog niet, want ook diensten vallen onder de omzetbelasting en de boer, die voor schen tweevond zij eene genegenheid terug, dan verloor zij de andere en zij was te gelukkig op het kasteel om het ooit te verlaten. De vrouw van den opzichter begreep dit zoo goed dat zij nog niet over den terugkeer naar Kerentrech gesproken had. Paula dacht er ook aan maar zij had zich vast voorgenomen Mireille te houden en als haar dochter aan te nemen. Het was een feit, dat het meisje, nadat het twee maanden op het kasteel gewoond had. zoo met de dames de Montscorff één was geworden, dat zij bij hen scheen te behooren. Had Paula deze gedachte? Het was aan te nemen. Zij keek op haar horloge, hoe Iaat het was en zeide aan Mireille Ga naar Therese en laat je een boterham geven. Ga je niet met me mee, mejuf frouw Nu niet Mireille reikte haar hoofd aan Paula, welke er een kus op drukte en ging heen 6 5 Ik wilde je over Mireille spreken, Irene, begon Paula. De oudste keek haar aan en ant woordde Over haar vast verblijf bij ons, nietwaar Paula slaakte een vreugdekreet. Wat ben je goed dat je mij zoo gauw begrepen hebtZul je toestem men Geef me maar het middel om je die aardige levende pop te ontnemen! Je kunt het nog al met haar vinden Ja, ik heb haar liefik zou zoo graag een lieve, voorname jonge doch ter van haar willen maken. Wat zou het op onzen ouden dag treurig zijn in de eenzaamheid waarin we leven, die heerlijke jeugd in haar vollen bloei zal ons opvroolijken. Maar indien zij eens de dochter was van een dier Zigeuners die de kermissen afreizen, zou je dan niet een ander gras maait, ral over de belooning voor deren beweren dienst aan den flscus rijn deel hebben te voldoen Bepaalde diensten rgn echter weer niet belastingplichtig. Houdt het maar allemaal uit elkaar Nu is 't bij de nieuwe wet eisch, dat de belastingplichtige zelf aan gifte doet per kwartaal en dere aangifte moet ten genoege van den inspecteur der belastingen met be wijsstukken worden gestaafd. Daarom zal in 't vervolg isder landbouwer notitie moeteD houden van alle verkoopen, die door omzet belasting worden getroffen daarbij moet h|j aanteekenen, aan wie hij levert, zulks om 't verschil in hef- fingspercentaga en verder moet h|j noteeren, aan wie h|j diensten be wees. Daarbij komt nog een moeilijkheid, aldus het Hagz. dat dit ingewikkeld zaakje onder de loupe neemt. De boer en de veehouder mogen nl. g6l|jk ieder ander, de verschuldig de belasting aan den afnemer door berekenen. Maar ook hier liggen weer voet angels en klemmen! Want ten aanzien van melk, aard appelen en peulvruchten ls dat ver haal niet geoorloofd, en voor wat de andere voortbrengselen betreft, Is h|j ook gebonden aan de officieel vast gestelde pr|jzen, zoodat het een open vraag blijft, of de mogelijkheid tot ^verhaal wel aanwezig is, als die 'vastgestelde pr|jzen onveranderd big ven. De meeste boeren zullen uit dat labyrinth van moeilijkheden niet wgs kunnen worden en velen zullen er niet zonder kleerscheuren afkomen. En daarbgte vreezen valt, dat voor een groot deel de boer zelf opdraait voor de omzetbelasting, wat een te zware en onbillijke druk op den boer zou beteeke- nen. Laat men toch eens probeeren daar wat anders op te vinden. Men moet den boer met al z|jn krachten en kunnen b|j zijn practisch werk laten en hem niet verplichten, eerst ambtenaar en dan pas boer te zijn! En daarbg men schuive hem niet te veel heffingen op z|jn dak; dat kan h|j na de magere jaren, die achter ons liggen en de moeilijke, die hij wellicht nog voor den boeg heeft, niet verdragen. Een zekere weg. Het is thans al heelemaal niet een tgd om epeculatlef te werk te gaan. Zoo ooit dan moet men thans de meest zekere weg om tot een goeden oogst te komen bewandelen. Men zal daarom in het komende seizoen allerminst zóó gaan handelen, als men vroeger wel deed, door rassen en variëteiten uit te zaaien, die soms als alles gunstig verloopt, een rui men oogst gev8D, doch b|j minder gunstige omstandigheden het bij eigen beproefde rassec laten zitten. Dat is een soort gokkerg, die wel eens goede resultaten kan hebben, maar die thans alle reden van be staan mist. Ons land, onze bevolking, vraagt in deze tijden een zoo groot moge- 1 Ijken oogst van voedsel. En het ls de taak van de boeren en tuinders om de zekerste weg, die tot een goeden oogst kan leiden, te bewan delen. Om een voorbeeld te noemen. We b6bben, nu we op eigen productie z|ja aangewezen, uit ons eigen land suiker noodig. En wij kuDnen dat leveren. Da verbouw van suikerbieten heeft in de laatste jaren zoo'n hoo- gen vlucht genomen, dat we vol doende suiker van eigen bodem kunnen betrekken. Nu zg'n er ver bang zijn dat zekere instincten van het ras in haar wakker werden. Denk aan de gelijkenis, zusje lief! De opvoeding verandert alles. Hier bij ons, in deze rustige omgeving zal Miieille alles verliezen wat er slecht in haar kan zijn. Daarenboven kan ik niet gelooven, dat zij de dochter van zulk volk kan zijn. Zij heeft eene natuurlijke voornaamheid, welke bewijst, dat hare ouders van eenzelfde wereld waren als wij. Wat meer is, zij kent niet de leu gens, de omwegen welke bij de kin deren van dat soort menschen om zoo te zeggen ingeboren zijn. Ik kan de gedachte niet van mij afzeilen, dat Mi reille gestolen is en daarna te vondeling gelegd. En indien de familie terug ge vonden werd Dat denk ik niet. Er is geen ant woord gekomen op dat beiicht in de dagbladen en het is te lang geleden om er nog een te ontvangen Mocht zulks gebeuren, dan zou ik de zoete tevreden heid smaken hun het kind, gezond naar lichaam en geest, te kunnen teruggeven. Dat je wensch geschiedde, liefste: ik vraag slechts eer.e zaak, je geluk. Hoe zal Mad. Kerlan dat aanstaan Zij schijnt ook zeer gehecht aan de kleine Ja, maar zij heeft kinderen, aan welke zij de voorkeur geeft. Wanneer ze zal inzien |hoe groote voordeelen Mireille van haar verblijf bij ons heeft, zal zij er wel in toestemmen: want jij deelt toch ook In de verdiensten van dit goede werk. En wat zal Lucie zeggen her nam Irene lachend. Die zal, zonder den minsten twij fel, hard genoeg schreeuwen: een ver laten kind opnemen zal haar ontzettend schijnen; ze is toch zoo trotsch op hare titels Hare zienswijze zal echter de mijne niet veranderen. Deze Lucie, waarvan de dames de Montscorff spraken, was hun nichtje, dat met baron de Cosquart gehuwd schillende rassen suikerbieten. En daaronder heele goede. Maar er is maar één, die geheel Is gekweekt op onzen eigen bodem en zich daar aan geheel heeft aangepast. Ieder suikerbleten verbouwer weet, dat dit de Kuhn P ia. Dat is een kweekproduct van ongeveer een halve eeuw werken. Een halve eeuw van zoeken en selecteeren om een ras te krjjgen, dat geheel ingesteld la op den Nederlandschen bodem, het Nederlandsch klimaat, met zjjn wisselvalligheden, en het Nederland sche landbouwbedrijf, dat hooge elschen stelt, wat snellen groei en vlug r|jpen aangaat, om o.v. vroeg plaats te maken voor een winter gewas. En daarbg ls de suiker opbrengst per hectare zeer goed. Een zekere weg tot een zekere oogst, waarborgt ons zoo'n zuiver Neder landsch ras. AGRICOLA, VENRAY, 1 Februari 1941 LUXOR-THEATER vertoont deze week „CARLO CAVELLI" De Hoogeachoolrgder. De kunstrijder Carlo Cavelli (Ru- dolf Forster) ls een internationale beroemdheid en geldt als een mees ter in zijn vak. Iedereen ls vol belangstelling, zoodra z|jn optreden tn Weenen bekend gemaakt wordt. Wie Carlo Cavelli feitelgk ls, kan niemand zeggen, al doen de vreemd ste geruchten over hem de ronde. Een geheim omgeeft dezen man. Nog niemand heeft hem ooit op het tooneel gezien, zonder een masker. Geen wonder, dat iedereen zich In Weenen het hoofd breekt over dezen geheimzinnigen ruiter, zonder het raadsel te kunnen oplossen. Op de avond van zijn eerste op treden in het Ronacher Variété Theater zit in een der loge's een jonge meisje: Irene von Ketterer (Angela Salloker), de dochter van een bekenden Oostenrgkschen Gene- raat Zg ls na een twist met haar moeder, die haar een man wil op dringen, voor wie z|j geen achting voelt, h9t huls ultgeloopen. Tgdens de voorstelling krggt zg plotseling de ingeving om hoogeschoolrgdster te worden. Z|j weet door te dringen tot de kleedkamer van Cavelli en z|j deelt hem haar plan mede. De beroemde man wg'st haar af. Later verandert hjj echter van idee, wanneer hg dien avond nog een keer met haar samen is en haar tegen den man, die haar moeder voor haar als echtgenoot had uitgezocht, in bescherming moet nemen. Hg zal haar eenige weken b|j wjjze van proef lesgaven. Tijdens de lessen ontstaat tusschen hen een genegenheid. En toch staat tussschen hen een schaduw, die elke verdere toenadering onmogelijk maakthet verleden van Carlo Cavelli. Wg raden eenieder aan deze film te gaan zien. Damclub „De Schuivers". De stand van bovengenoemde club te Ysselsteyn is als volgt gesp. gew. rem. verl. pat. Jac. Janssen 13 11 0 2 22 M. Keysers 12 10 11 21 W. Janssen 12 9 2 1 20 Jac. Claessen 12 8 0 4 16 Fr. Janssen 13 7 1 5 15 J. Klenskens 12 6 1 5 13 A v. Asten 13 5 2 6 12 H. Arts 13 5 1 7 11 H. Janssen 13 4 1 8 9 G. Verheyen 12 4 0 8 8 L60 v. Asten 13 4 0 9 8 Ant. Winnen 7 3 13 7 J. Vergeldt 13 3 1 9 7 H. Claessen 12 0 1 11 1 Zij bewoonden een kasteel in de buurt maar alleen in den zomer, 's Winters verbleven zii te Parijs, temidden van wereldsche feesten, waarvan zij erg veel hield en waarvan zij een der ko ninginnen was door hare schoonheid en rijkdom. Zij was van den leeftijd van Paula. Zij sympathiseerde met haar, niettegen staande hunne meeningen en hun smaak hee! en al verschillend waren. Heel dikwijls kwam zij hare nichten op de Magnolias verrassen, met haar zoon en twee dochters. Den volgenden Zondag had Paula Louise meegenomen naar de beuken laan, waar ze haar ronduit vroeg Ge staat mij Mireille af, nietwaar? Voor altijd vroeg de jonge vrouw en er was iets treurigs in hare stem. Ja. Tracht eens goed te begrijpen dat gij mijne eenzaamheid nog grooter maakt, indien ge haar terug wilt en bedenkt ook dat gij een echtgenoot en kinderen hebt. Mad. Kerlan kon daar niets tegen inbrengen: zii voelde de juistheid van Paula's woorden. En er lag in de oogen een stille smeekende bede. Zij drong de tranen terug en zeide: U heeft evenveel recht op 'tkind als ik, beiden hebben we haar gered van den dood. Zij is de uwe, ge kunt haar houden. Al kan ik haar liefhebben zooals u, toch kan ik geen toekomst bezorgen, zooals zij er eene zal vinden aan uwe zijde. Mijn allerhartelijksten dank, ant woordde Paula. Zij trok de vrouw aan haar hart en omhelsde haar. Deze teederheid bracht tranen in de oogen van Louise. U zult me wel willen toestaan om haar dikwijls te bezoeken, stamel de Louise. Zoo dikwijls ge wilt. En als ge haar eenige dagen bij u wilt houden, zal ik er niets op tegen hebben. De twee vrouwen keerden terug De lippen van een rechtvaardige kunnen velen lelden; Maar de boozen gaan aan hun onverstand dood. (Spr, 10 21). Over de macht van het woord. Reeds in Salomon's tijd een voor treffelijk middel om velen leiding te geven. Ook toen grepen de boozen naar dezen macht en kwamen er door om. Nooit ls de macht van het woord grooter geweest dan nu. Nu brengt de radio het gesproken woord verder dan vergaderzalen. Nu wordt er ge sproken In werkplaatsen en zieken zalen, In keuken en salon, in afge legen nesten en op marktpleinen. We mogen God wel eens hartelijk bedanken voor deze groote gave aan de menschheid. Hij toch maakte de wetten en gaf aan de menschen het verstand die te ontdekken. Ongetwijfeld is de radio een der doeltreffendste Apostolaatsmiddelen. Zeker, de film ls aanschouwelijk en daarom meer geschikt ter verbrei ding van gedachten en ideeën, maar mlllioenen menschen bezoeken zelden of niet de bioscoop, luisteren echter wel naar de radio. We kunnen daar om gerust zeggen dat het gesproken woord van de radio het meeat in vloedrijke ls. Zooals alle goede gaven Gods, kan ook deze wonderschoone gave mis bruikt worden. Kan zelfs in dienst gesteld worden tegen den Schenker De boozen doen dat. Door de macht van hun overrompelend woord, dat steeds meer overreed dan overtuigt, sleepen z|j velen op dwaalwegen. In zeker opzicht ls de booze een blinde. Als de eene blinde de andere leidt, vallen beiden in de kuil. Ook de massa ls blind. Aanvaardt blinde lings. De massa denkt zelf niet. Heeft dat nooit geleerd. Heeft daar ook geen atog voor. Heeft daar zelfs geen tgd voor. Zg luistert het liefst naar de longen die het hardste schreeuwen en de mond die naar den hunnen praat. Die het meeat belooft. Of die beloften kunoen worden ingelost, of de mogelijkheid ook maar in geringe mate aanwe zig is, kunnen z|j niet inzien. Ik mag dau ook wel zoo vr|j zijn, Ouders en Opvoeders te vragen er voortdurend op te letten, wie het woord voert in hun huis, in hun werkplaatsen, ln hun ateliers. Even min als men alles mag lezen wat de markt aanvoert, evenmin mag men alles beluisteren, wat de radio brengt. Dit geldt natuurlijk evengoed voor het gesproken woord op vergaderin gen. Ook daar treden soms menschen op, die anderen willen leiden, maar het niet kunnen omdat zg zelf blind zijn. Meestal bezitten zg de gave des woords, maar niet de gave van een rechtschapen hart. Eu meestal zijn het menschen, die anderen na p geleerde papegaaien. Alleen de lippen van een recht vaardige kan velen lelden. Niet iedere rechtvaardige heeft de gave van het woord. Maar heeft een recht schapen mensch die gave, dan kan h|j een ontzaggelijke macht ten goed uitoefenen: de massa lelden naar geestelijke en stoffelijke wel vaart. Zg'n goede gedachten over hevelen en met de vonken van z|jn gloeiende bezieling andere zielen ontsteken en in laaiende vlammen zetten. Zij hebben iets te zoggen tot het volk. Geef hun dan ook de kans. Heb er wat voor over! Vraag hen de massa opbouwen, de stuwende schoone gedachten te geven en vooral de massa daarvoor te bezielen. Dat ls een schoone vorm van Actie voor God. Want de rechtschapen mensch, spreekt naar Gods Wil en Hart. Tot onze jonge mannen en vrouwen zou ik willen zeggengrgp naar de macht van het woord. Vooral gg die Leiders of Leidsters, Voorzitters of Directeuren zfjt van vereen! gingen. Hoeveel voorzitters en leiders van onze goede Werkliedenvereenigingen, van jeugdvereenigingen, van deba- tlnge- of ontwikkelingsclubs, staan stuutelig te stotteren voor hun menschen. Weinig gaat van hen uit en allen zg'n blij als het stamelen een einde neemt. Z|j hebben nooit leeren spreken. Kunnen hun gedach ten niet eens ordenen, laat staan ze een aantrekkelijke vorm of aan kleeding geven. Waarom geen vereeniging opge richt, waar goed- en gelijkgezinde menschen bijeen komen onder des kundige leiding om het spreken te leeren? Onlangs heeft een van onze Venrayache jongens M.O. in de leer van het spreken gehaald. Voor hem ligt hier een prachtig werk, een pionierstaak. Het zullen niet alleen hoogst nuttige, maar ook zeer gezellige avonden sbl|jken te zgn. En strakö zal heel Venray en omstreken ervan profiteeron alle vereeniglngen, tot toneelclubs toe. Grgp naar de macht van het woord en velen zult ge kunnen lelden S. L. Ingekomen en vertrokken personen* Van 3 tot 10 Jan. VERTROKKEN J. Kockelkoren, meteraflezer, naar Roermond, Nassaustraat 75 H. G. Wientjens, z.b., naar Eind hoven P. J. C. A Vermeulen, dienstbode, naar Venlo, Vleeschstraat 47 A. J. M. Heijnen, dienstbode, naar Venlo. Herungerweg 22 M. W. Branje, z.b., naar Eindhoven M. A. W. van Houten, dienstbode, naar Venlo, Straelscheweg 66 H. H. Jacobs, z.b., naar Horst A133 Th. J. M. Berkens, z.b., naar Tege- len, Grootestraat K. M. Brophy, kloosterzuster, naar Egsden, Breusterstraat 21 H. J, Peters, bakker, naar Venlo, Hoek Apostelstraat 4 M. P. J. Vermeulen, verpleger, naar Heerlen G. Nrjssen, z.bnaar Swalmen, Kroppestraat J. H. M. Verbeek, z.b., naar Bergh Zaddam 63 naar het grasperk, waar de kinderen aan het spelen waren. Zeg ons tot ziens, Mireille, zei Mad Kerlan tot het meisje, dat op hen toekwam. Vertrekt ge nu reeds vroeg ze. Dat is erg vroeg. Maar ge komt toch Zondag allen weer terug? O zeker, indien ge tenminste blij bent, dat ge ons terugziet. O zeg, daaraan twijfelt ge toch niet Neen, zeker niet. Maar zou je niet bij ons willen terugkomen? De blik van Mireille was vol angst. Voor altijd vroeg zij. Terwijl Louise zweeg, wierp zij een blik op Paula, die van dit tooneel ge tuige was en met een stem, waaruit vrees sprak, zeide zij: Ik zou haar niet willen verlaten, Ik heb haar zoo lief. Zij hield op, bang dat zij te veel gezegd had, tenslotte liep zij naar Paula en wierp zich in hare armen. U ziet, zeide mad. Karlan zacht, zij heeft hare keuze gedaan. Begreep Mireille deze woorden Zeker is het, dat zij die twee, welke beiden zoo'n goede moeder voor haar geweest waren, bij elkander bracht. Zij richtte de oogen op de vrouw van den opzichter en zeide: Gij hebt Marie en Louis en me juffrouw zou geen dochtertje meer hebben, als ik weg ging. Hare stem was zoo teeder smeekend, dat ze vergiffenis scheen te vragen, omdat ze aan Paula de voorkeur had gegeven Toen Paula het kind 's avonds naar bed bracht en toedekte, boog zij zich over haar en sprak: Je bent nu mijn dochter gewor den, lieveling, zou je me nu ook niet mama willen noemen? Mireille sprong op, strengelde bare armen om den hals van de moeder die al hare liefde aanbood, omhelsde haar en zeide: sSÉfS Eenige der 20 kruiden loert altüd het gevaar van erger gevolgen en daarom mag een hoestje nooit ver waarloosd worden. Als Uw kind hoest, geef 't dan dade- lijk AKKER's Abdijsiroop, bestaande uit extracten van oude kruiden, welke verzach tend, slijm-oplossend en ge nezend werken, benevens de krachtigste hoestbedwingen- de stof „codeïne". Door deze veelzijdige werking noemt men Akker's verstèrkte Ab dijsiroop ..'s-Werelds beste Hoestsiroop". Een lepel voor het naar school gaan, werkt als een beschuttend schild! AKKER'S tegen hoest, griep, bronchitis, asthma. Flac. 90ct.. f 1.60, f2.40, f4.20. Alom verkrijgb. O ja, je zult mijn mama zijn. Ze zijn zoo goed de moeders, o zoo goed ik heb er drie en ik hebben allen zoo lief... Paula werd bleek, zou ze eindelijk het geheim leeren kennen, dat nooit over de lippen van het kind gekomen was Welke ls de naam van de derde moeder vroeg zij. Wil je van mijn zuster Irene spreken Neen, knikte zij. Dan haastig: Ja, ja, mejuffrouw Irene zal ook een moeder voor mij zijn. Maar je had voor Mad. Karlan een moedertje, dat je heel erg liefhad, en je mooie kleedjes maakte. Het kleine meisje werd bang en verborg haar gezichtje in de kussens en zeide heel zacht: O, wat heb ik slaap... Paula moest wel ophouden met vra- gon en liet haar rustig liggen, klaar blijkelijk wilde ze niets zeggen. Wat kwam het er ook op aan Het kind was nu geheel van haar, waartoe nog haar afkomst trachten te vindenHet geheim over het verleden werd be waard en Paula zou geen moeite meer doen om het te doorgronden. Zij zou zich tevreden stellen met Mireille lief te hebben en door haar bemind te worden. Nu Paula het zoo verlangde kind geheel en al bezat, wilde zij ook haar leermeesteres worden. Zij wilde haar een goede opvoeding geven. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1941 | | pagina 5