TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Inkwartieringss
gelden.
Ons weekpraatje.
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Ruslanden ierug.
In Salomon s zoeklichten
Provinciaal Nieuws
Voor Boeren en
Tuinders.
Marldkerickfen.
Zaterdag 9 November 1940
Een en'Zestigste Jaargang No 45
De Burgemeester der gemeente
Venray brengt het navolgende ter
kennis van belanghebbenden
Blijkens par. 2, tweede lid, van de
Verordening van den Rijkscommis
saris no. 50/1940 worden na de vor
dering van het kwartier door den
kwartiernemer op het inkwartierings
biljet de verschillende gegevens in
gevuld, welke voor de uitbetaling
der vergoeding benoodigd zijn.
Hieruit zou de gevolgtrekking
kunnen worden gemaakt, dat de be
taling niet eerder zal kunnen plaats
vinden, dan wanneer de Inkwartiering
geheel zal zjjn geëindigd.
In gevallen, waarin deze zich over
langeren tijd uitstrekt, b.v. over
eenige achtereenvolgende maanden,
zou het voor de kwartiergevers be
zwaarlijk kunnen zijn tot zoolang op
de hun toekomende vergoeding te
wachten, aangezien zij de jjextra-
uitgaven, die iedere inkwartiering
toch ongetwijfeld met zich mede
brengt, regelmatig moeten betalen.
Teneinde aan deze bezwaren tege
moet te komen is door den Hoofd
intendant, toegevoegd aan den weer
machtsbevelhebber in Nederland,
bepaald, dat het inkwartieringsbiljet
maandelijks door de kwartiergevers
bij den bevoegden burgemeester kan
worden ingelost, zoodat thans door
de gemeente, voor zoover zulks nog
niet geschiedde, maandelijks het be
drag kan worden vergoed, dat den
kwartiergever wegens gevorderd
kwartier toekomt.
Aangezien blijkens het vierde lid
van genoemde paragraaf de door de
gemeenten uitgegeven kwartiergel-
den door het bevoegde plaatselijke
commando slechts worden vergoed
op vertoon van de betreffende in
kwartieringsbiljetten, hetgeen bij
voortgezette inkwartiering niet mo
gelijk zou zijn, omdat deze beschei
den in het bezit van de kwartier
gevers dienen te blijven, is thans
beslist, dat bij inkwartieringen van
langeren duur dan een maand, op
verzoek van den kwartiergeverdoor
den Ortskommandant maandelijks
nieuwe inkwartieringsbiljetten zul
len worden afgegeven. Aan de hand
van deze Inkwartieringsbiljetten
worden dan de kwartiergelden door
de gemeenten maandelijks vergoed
De Burgemeester van Venray,
A. H. M. JANSSEN.
Algemeen huisarrest*
Er zijn uitzonderings
bepalingen, maar t ze
gelden niet voor „zekere
gelegenheden"*
Gedeelde smart is halve smart,
zegt het spreekwoord. En misschien
ook daarom heeft men het overige
Nederland laten deelen in de smar
ten van het huisarrest, dat aan de
bewoners van het Westen van ons
laud voor de avond- en nachturen
was opgelegd. De menschen van de
kust zijn er zeer over verheugd en
ons, atoïcjjnsche Oosterlingen, kan
het niets schelen, dat we van 12 uur
i middernacht tot 4 uur in den mor-
jen, ons niet naar bulten mogen
jegeven. De deeling der smart liet
dus zelfs niets meer van de droef
heid over!
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
26.
SLOT.
Den geheelen nacht bleef ik waken,
bevende bij het minste gerucht en mij
voortdurend inbeeldende, dat de Ko
zakken in de nabijheid onzer schuil
plaats de wacht hielden.
Wat ongeluk, en wat een verschrik
kelijke verantwoordelijkheid voor ons,
indien de Russen in het kasteel een
onderzoek deden 1 Wat zou dan het lot
onzer weldoeners wezen
De baron zou zich misschien verde
digen en hoe duur zou zijne stoutmoe
digheid hem niet kosten Ik zag hem
reeds met zijn teergeliefde echtgenoote
en kinderen naar het koude Siberië
vertrekken... En dit alles door onze
schuld 1
Dan de verbeelding van krijgs
gevangenen kent geen hinderpalen
ik zag mij onbevreesd door bosschen
en velden reizen, mij in 't kreupelhout
of tusschen het golvende koren ver
bergende, aan de vervolgingen der
Russen ontsnappen, Oostenrijk berei
ken, Pruisen doorreizen om eindelijk
aan te komen in mijn geliefd België.
De eerste zonnestralen vonden mij
reeds aan 't werk. Ik verdeelde onzen
voorraad in twee pakken, die ik zoo
klein mogelijk maakte. Dan onderzocht
ik onze schoenen en onze kleeren, die
ik in zeer goeden staat vond.
Wij konden op reis gaan, want niets
ontbrak ons: gezondheid, krachten en
moed, wij hadden alles weergevonden.
Anselmus sliep nog altijd als iemand
die zich om niets te bekommeren
heeft. Wat had die jongen toch een
rustig karakter
Ook zonder een nadrukkelijk ver
bod voelden wij, menschen uit het
Oosten, er bitter weinig voor om
ons in het holst van den nacht
buitenshuis op te houden, wanneer
niet een hevige noodzaak daartoe
drong. Met de menschen van de
kust, die zich voor een groot deel
in compacte steden verzameld heb
ben, was dat wel eens anders het
geval. Als die „uit" waren, begon
nen ze het om middernacht pas ge
zellig te vinden. Ook deze menschen
echter hebben de deugd van huise
lijkheid leeren kennen in de twee
maanden, gedurende welke zij om
negen uur uit de bioscoop of het
café de straat op werden gestuurd,
teneinde vóór kinderenbedtjjd hun
woning te kunnen betreden.
Met de nieuwe verordening kun
nen we inderdaad allen content zjjn,
van Oost tot West. Op enkele din
gen dienen we nochtans bedacht te
wezen. Het is niet alleen verboden
om zich tusschen 12 en 4 uur des
nachts op den openbaren weg op te
houden, maar in deze uren mag men
nergens buiten zjjn, dus ook niet op
een terras, een plat dak, niet op
den stoep van de deur en zelfs niet
in den tuin of op een binnenplaatsje.
Naar den letter der verordening mag
men zelfs niet het hoofd uit een
geopend venster steken.
Er zjjn gelukkig uitzonderings
bepalingen geschapen, maar die
hebben toch slechts betrekking op
zeer dringende gevallen. Men mag
b.v. voor een ernstlgen zieke een
dokter gaan ontbieden, maar het is
niet geoorloofd om met het hondje
eind langs de straat te gaan
wandelen, omdat hjj te kennen heeft
gegeven, dat het hem benauwd ge
worden is om den harte. Het bijwo
nen van een bruiloft is natuurlijk
heelemaal geen excuus voor een te
late thuiskomst en ook kan geen
lekke band den fietser voor een
proces verbaal behoeden, wanneer
hij gedoemd is om traag en moe na
twaalven nog zijn weg te vervolgen.
We zullen er dus goed aan doen,
wanneer we, des avonds van huis
zijnde, vooraf rekening houden met
alle mogelijke belemmeringen, welke
zouden kunnen opduikeD, in geen
geval mogen we op het geluk van
het „laatste nippertje" vertrouwen.
Menschen, die in dezelfde omstan
digheden verkeeren als de juffrouw
uit 's Gravendeel, zullen zich be
paalde hygiënische gewoonten dienen
eigen te gaan maken. De lezer keDt
toch het geval?
Deze juffrouw bewoont n.l. een
huis met een huisje er achter. Dat
laatste is het bekende eenpersoons-
verblijf, waarheen we ons allen van
tijd tot tijd plegen te begeven, zon
der dat we onze omgevlDg nadruk
kelijk op den voettocht daarheen
attendeeren. Het huiBje van de juf
frouw uit 's Gravendeel is gebouwd
boven een achter het huis loopende
sloot. Vanwege bedrijfseffiency, want
zulke bouw maakt het plaatsen en
verwisselen van tonnen overbodig.
Elke ongerechtigheid verdwijnt
spoorloos, behalve voor den eend,
die er onderdoor zwemt op een
oogenblik, dat hem noodlottig is.
De bovenbedoelde juffrouw uit
's Gravendeel heeft terecht moeten
staan voor den kantonrechter te
Oud-Beyerland, omdat ze het huisje,
dat op haar eigen grond stond en
haar eigen sloot overwelfde, in de
verboden nachtelijke uren had be
zocht. Zjj werd veroordeeld tot f 30
boete en een week voorwaardelijke
gevangenisstraf. Niet het verblijf in
het huisje zelf werd strafbaar ge
acht, maar het feit, dat ze zich door
open lucht van haar tuin heen,
in de richting van en naar dat pri
mitieve buitenverblijf had begeven.
Het lijkt me toch anders een moei
lijk iets voor al degenen, die in
Ik ging in den hof. Daar stond geen
boom, geen bloem, geen plant waar
aan niet voor mij een herinnering was
verbonden. En dit alles ging ik nu
verlaten- Men dwinge een mensch in
't midden van den oceaan op een rots
le leven en hij zal daar toch iets vin
den wat hij zal beminnen Het hart van
den mensch is zoo gemaakt, dat het
ophoudt te kloppen, wanneer het zich
aan niets meer kan vasthechten.
Hier, ver van mijn vaderland, hid ik
edele weldoeners gevonden, die ik
beminde, of beter vereerde uit al de
kracht mijner ziel. Het afscheid nemen
viel mij lastig.
Toen ik terugkeerde in mijn tuin
huisje, kwam Anselmus juist beneden,
Hij wreef zich de oogeji... Wat had hij
toch goed geslapen 1
Wij namen het ontbijt en begonnen
onzen brief. Al schrijvende stortte An
selmus overvloedige tranen.
Wij bedankten onze weldoeners vurig
en gaven hun de verzekering, dat wij
ons geheele leven lang voor hun ge
luk en dat hunner kinderen zouden
bidden.
De brief was geschreven en we leg
den hem op tafel, namen onze pakjes
gingen vertrekken, toen de baron
en zijn vrouw binnentraden.
Toen zij vernamen, dat wij van plan
waren zoo in eens weg te vluchten,
berispten ons de edele lieden, doch
zonder op te houden ons met christe
lijke liefde te behandelen.
Van een onmiddellijk vertrek wilden
zij niets hooren. Wij zouden in den
nacht weggaan, vergezeld door een
van hun dienaren, die den weg van
buiten kende en die misschien tot aan
de Oostenrijksche grens bij ons zou
blijven.
In afwachting moesten wij rustig en
moedig wachten. Wij zouden allemaal
samen het middagmaal gebruiken en
als goede vrienden afscheid nemen.
De baron zei dit alles met een glim
lach op de lippen, doch ik bemerkte
wel, dat zijn opgeruimdheid gedwon
gen was. De barones, nog meer ont
roerd dan hij, deed zichtbaar geweld
om niet te weenen.
Wat scheen die dag mij lang!
dezelfde omstandigheden komen te
verkeeren als de juffrouw uit 's Gra
vendeel. Het zal voor dezulken na
tuurlek gewenscht zijn, dat ze zich
keurige gewoonten gaan eigen maken
noodig of nieteiken avond vóór
12 uur eenigen tjjd in afzondering.
Ook dan echter bljjve men nog op
verrassingen bedacht. Gesteld, dat
de klok 12 uur slaat, terwijl men
nog niet met goed fatsoen het huisje
kan verlaten. In zoo'n geval moet
men het verblijf tot 4 uur in den
ochtend weten te rekken. Menzorge
dus altijd wat boeken op het plankje
in het huisje aanwezig te hebben,
plus een noodverlichting en verduis
teringselementen.
Het zou overigens niet de groot
ste oorlogsramp zjjn, als het soort
huisjes, dat gebouwd is op plaats
en op wijze, als hiervoren werd be
duid, moest verdwenen uit het
Nederlandsche „landschapsbeeld". Er
bestaan nog heel wat van die on
hygiënische inrichtingen, welke
onzen naam als zindelijk volk toch
eigenlijk ten schande zjjn. Koeien
drinken uit-, eenden zwemmen in-,
pannen en kannen worden gespoeld
met: water, waarin de typhusbacil-
len met de menscheïijke faccaliën
worden geloosd. DIXI.
Beïnvloedt de oorlog het
weer
Met schrik las ik laatst een artikel
over bovenstaand onderwerp, waar
uit viel af te lelden, dat al het ge-
bom en geschiet van den oorlog van
invloed kan en zal zjjn op het weer,
dus ten goed nu eens en een anderen
keer ten kwade.
Dat ziet er angstig voor de mensch-
heid uit, want het weer is al wispel
turig genoeg van aard, zoodat we
geen behoefte hebben aan Invloeden,
die aan den eenen kant „Duitsch"
of „Grleksch" of „Icaliaansch". Vooral
de Engelsche invloeden vallen te
vreezen, want die 'zullen ons mis
schien in de kou willen zetten, nu
ze weten, dat we zuinig moeten zjjn
met de kolen.
Waar bleef toch die goede oude
vredestijd, toen we onzen eigen weer-
maker nog hadden, de bekende regen
magnaat Dr. Veraart! Die maakte
tenminste een gezellig spelletje
van. Die wierp ondergekoelde oude
kranten uit vliegmachines in plaats
van bommen. Of hjj ging waterstra
len richten op den Westertoren in
Amsterdam. Als het dan den anderen
dag regende, gaf hij een berichtje
door aan de pers, dat die regen van
hem kwam. En al3 het mistte, heette
hjj mist te hebben gemaakt; als het
dooide, verzekerde hjj een koudegolf
op de vlucht te hebben gedreven.
Toen kon je nog eens lachen.
Weer, dat met bommen wordt ge
wekt, kan slechts onweer zijn, met
donder en bliksem in zjjn gevolg en
een stortbui van menschentranen.
gepraat mag worden. En dan leert
de practjjk, dat wjj achteruit moeten
zien om vooruit te komen. Met
andere woorden wij moeten nut
trekken uit wat de ervaring van
ons en van anderen ons leerde. Ja
zeker, ook van anderen leeren.
Die ervaring leert, dat hij, die
goed voor zjjn grasland zorgde, een
paar lengten voor is in den strjjd
om het bestaan.
Gelukkig zijn er al velen, die In
de laatste jaren meer op hun gras
land zjjn gaan letten. Zjj, die hebben
gezórgd voor een goeden voedingS'
toestand van het land en bjj 'n goede
fosforzuurgift en zoo noodig kali
met name speciaal op een juiste en
meermalen herhaalde stikstofbemes<
ting gelet hebben, zjj, die door snel
goed afweiden, door het regel
matig uitspreiden van de mesthoopen
voor een egalen, krachtigen groei
hebben gezorgd, die zullen nu nog,
als het weer wat meewerkt, een
niet onbeduidende hoeveelheid goed
gras kunnen maaien om dit den
dieren op stal te voederen. Een
mooie overgang tot de eigenljjke
stalvoederlng.
En goed gras is een goed vee.
voeder. Goed gras is eiwitrjjk gras.
En eiwitrjjk gras krjjgt men alleen
als er voldoende stikstof is gegeven,
Wie dat in het voorjaar en tjjdens
den zomer heeft gedaan ziet nu de
prachtige nawerking ervan.
Men doe er, ook in het a.s. jaar,
zjjn voordeel mee.
Wie wjjs van harte is, neemt een terechtwijzing aan
Een dwaze prater komt in verzet.
(Spr. 10 8),
AGRICOLA.
Goed gras is goed veevoeder*
't Ziet er niet al te best uit met
de veevoedervoorziening van ons
land. Wjj ondervinden thans wel
goed, wat een onbelemmerde aan
voer van overzee voor onze bedrjj ven
beteekent.
Nu kan daar lang en breed over
geboomd worden, doch dat brengt
ons geen stap verder. Wjj zitten in
het BChuitje en wjj moeten daarin
roeien met de riemen, die wjj hebben,
om zoo goed mogeljjk in veilige
baven te komen.
Hoe wjj dat zoo goed mogeljjk
doen is een zaak, waar wel over
Tevergeefs stelden onze weldoeners
de beste wijnen ter onzer beschikking,
tevergeefs noodigden zij ons op een
gastmaal, waar de vriendschap dier
engelen van liefdadigheid ons van
grooter waarie schenen dan de heer
lijke spijzen. Toch was het mij zoo
benauwd aan 't hart, alsof ik den dood
voor oogen had.
Wat ik vooral verlangde, was om
maar direct den avond te zien aan
breken. Wij zouden dan de duisternis
te baat nemen om ons zoo gauw mo
gelijk van het kasteel te verwijderen
en van die edele familie de strengs
straffen af te wenden, waarmee de
Polen bedreigd waren, die eenigen
dienst bewezen aan de Fransche vluch
telingen.
Eindelijk kwam het lang gewenschte
t tevens gevreesde uur. Ik zal niet
trachten te beschrijven wat ik gevoel
de, toen ik hen bedankte, die mij niet
alleen het leven hadden gered, maar
mij ook nog de kans gaven, weldra
mijn vaderland weer te zien.
Toen ik mij in het midden der groote
baan bevond, was het alsof ik het
ouderlijk huis had verlaten. Het was
mij in den beginne onmogelijk mijne
reisgezellen te volgen. Ik had moeite
om mij recht te houden, ja zoo groot
was mijn ontroering, dat Anselmus
verplicht was mij te ondersteunen.
Schep moed, *ei hij en laat ons
geen tijd verliezen. Volgens hetgeen
de baron gezegd heeft, moeten wij ten
minste zes uur weg afleggen voor den
opgang der zon, willen wij op tijd het
gastvrije huis bereiken waar wij den
dag zullen doorbrengen, daar wij alleen
in den nacht mogen reizen.
- Ik weet het wel, antwoordde ik.
maar de krachten ontbreken mij. Het
is alsof mij in den boezem iets ge
broken is.
Ik lijd ook geweldig, sprak An
selmus, doch wij moeten ons spoedig
erwijderen; de Kozakken mogen ons
hier niet verrassen.
Ik keerde mij voor de laatste maal
om, en beschouwde nog eens dit ge
zegende huis, waar ik zooveel welda
den genoot. Het teekende zich af,
zwart, treurig en statig tevens, op den
VENRAY, 9 Nov. 1940
STICHTING VAN RIJKS-
ARBEIDSBUREAUX.
De 42 districtsbeurzen zullen
vervangen worden door 37
gewestelijke arbeidsbureaus.
Het Instituut der arbeidsbemidde
ling werd onlangs bij verordening
omgezet in een Rijksdienst. In plaats
van de thans bestaande 42 districts
arbeidsbeurzen in gemeente zorg
onder toezicht en nomlnatieve leiding
van den Rijksdienst der Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling worden thans 37 geweste.
lijke arbeidsbureaux opgericht, terwijl
147 bijkantoren de ongeveer 1000
agentschappen zullen vervangen.
Deze maatregel staat niet stil bij
het tot standbrengen van een lande-
lijken samenhang. De arbeidsbemid
deling wordt gaandeweg zoodanig
uitgebouwd, dat zij haar organische
functie in een toekomstige georden
de maatschappij doelmatig kan uit
oefenen.
De voorlichting bij beroepskeuze
werd reeds bij dezelfde verordening
officieel in de werksfeer der arbeids
bemiddeling opgenomen. Al eerder
is medische keuring aan de bemoei
ingen van het instituut toegevoegd.
In de naaste toekomst mag mën
algemeene registratie van alle
werkenden, de invoering van het
arbeidsboekje, de verplichte werk
loosheidsverzekering en voortdurend
contact met het bedrijfsleven als
verdere belangrijke maatregelen ter
organisatie van den arbeid verwach
ten.
Het overnemen der werkzaam
heden door het lijk geschiedt gelei
delijk en in overleg met de gemeen
ten.
Zoo zal Venlo, waar een der
gewestelijke bureaux wordt gevestigd
de arbeidsbemiddeling en algemeens
registratie onmiddellijk door het
Niet alleen voor de jeugd, hoor.
Zeker, de jeugd is in levenskunst
onervaren. Zoo gemakkelijk zet baar
dartelij ke speelschheld een of meer
dere stappen op het verkeerde pad,
Het avontuurlijke en romantische In
onze jongeDS en meisjes stuwt hen
meermalen op verboden terrein of in
de gevaarlijke zone.' Zij zullen daarom
meer terecht gewezen moeten wor
den dan ervaren menschen. Het Is niet
prettig vaak gewezen te worden op
het eenlg juiste, betrekkelijk smalle
pad, maar het ls zeer nuttig en
noodzakelijk, wil men niet in de
afgrond terecht komen of in een
doolhof, waar men uiterst moeilijk
as na langen tijd weer uit
komt.
Maar ook veel ervaren menschen
zijn in zeker opzicht onervaren. Die
onervaren zijn in deugdbeoefening,
zijn vaak zeer ervaren in het kwaad.
Ook zij hebben een wegwijzer noodig,
opdat ze niet op verboden terrein
komen.
Verstandige jongens en meisjes,
mannen en vrouwen nemen dank
baar een terechtwijzing aan, mits
die verstandig gegeven wordt. De
terechtwijzing moet zoo gegeven
worden dat er liefdevolle bezorgd
heid achter schuilt, geen bemoei
zucht, nog minder machtswellust.
Nooit mag zij kleineerend aandoen.
Ouders, Onderwijzers, Leeraren,
Patroons, Biechtvaders, Mevrouwen
en allen die op een of andere wijze
overheid gesteld zijn hebben in
meer of mindere mate de plicht
terecht te wijzen: op het goede pad
te wijzen en de verkeerde weg te
ontraden. Die raadgeving, die ver
manende terechtwijzing zal aange
past moeten zijn aan de leeftijd, het
temperament, de ontwikkeling van
de jongen of het meisje, dat terecht
gewezen moet worden.
Jongens en meisjes, lezers en
lezeressen van deze zoeklichten, ziet
daar geen bemoeizucht in, geen on
redelijke beperking van jullie nog
ongetemde vrijheidszucht. Denk erom
dat wetteloosheid en bandeloosheid
grijzen hemel, waar geen enkele ster
verscheen.
Met hart en ziel bad ik voor den
baron, voor zij vrouw en teergeliefde
kinderen, voor hun dienaars, en voor
al de vrome Polen, zoo dapper en zoo
edelmoedig. Dan, aangewakkerd door
Anselmus en door onzen leidsman
stapte ik met rasse schreden vooruit,
meer denkende aan de gevaren \velke
mijn verlossers bedreigden, dan aan
mijn eigen veiligheid.
IX.
HET EINDE VAN EEN LANGE REIS.
Het was een mooie nacht voor ons,
want de duisternis was volkomen en
niet het minste gerucht liet zich hooien.
Wij stapten met veel omzichtigheid
voort, altijd bereid om de breede baan
te verlaten en in het woud te springen
wanneer ons gevaar dreigden.
Langzamerhand kwam de hoop, die
groote troosteres der ongelukkigen,
terug in mijn hart. Nog drie dagen en
wij zouden misschien ongestoord
mogen voortreizen, nu en dan zelfs
van een postkoets gebruik kunnen
maken, en dan na korten tijd het einde
onzer beproevingen zien
Anselmus danste en sprong, al de
blijde deuntjes fluitende die hem in het
hoofd kwamen.
Onze leidsman vermaakte zich bij
het zien van die vreugdebewijzen, doch
hij scheen van gevoelen, dat dansen
en springen den weg niet verkortte.
Gerucht maken was ook niet raadzaam.
Wij begrepen bijna niets van zijn lange
redevoeringen, doch wij bemerkte wel,
dat hij ons zeer genegen was.
Dikwijls liep onze weg langs uitge
strekte korenvelden, hetgeen ik niet
zonder vreugde bemerkte. Die golven
de korenaren beloofde ons een smake
lijk voedsel en die lange halmen zou
den ons desnoods een veilige rust
plaats kunnen verschaffen
Om 3 uur 's morgens hoorden wij
het gehinnik van een paard.
Onze leidsman bleef een oogenblik
staan, luisterde aandachtig en gaf
ons een teeken dat wij stilzwijgend
niets met vrijheid te maken heeft,
maar ze wel ontneemt omdat ze
slaven en slavinnen maakt van de
verkeerde vrijheidszucht. Je Vader
en Moeder hebben misschien op den
weg, die ze jullie afraden te gaan,
schrammen en pijnlijke wonden op-
geloopen, die ze jullie besparen
willen. Zij weten dat op die verkeerde
wegen vergiftige planten staan, die
er wel aanlokkelijk uit zien, maar
doodeljjk zjjn. Zou het geen onver
antwoordelijke zorgloosheid zjjn jullie
daar niet op te wijzen en je maar
te laten dwalen en eten Een hoop
steenen zonder orde, zonder ljjn, is
een bende een onordelijke groep.
Opgebouwd en geordend volgens be
paalde architectonische wetten en
regels vormen diezelfde steenen een
aanzienlijk schoon geheeleen stijlvol
gebouw. Zoo moet jullie leven wor
den. Een schoon aanzienlijk geheel,
opgebouwd uit gedachten, wenschen
daden. Dat gaat niet zonder
moreele wetten en voorschriften.
Terecht wijzingen zijn als het ware
meetsnoer en schietlood bij jullie
levensbouw. Wees wijs en aanvaard.
De dwaze prater komt in verzet
tegen goeden raad en zorgvolle
terechtwijzing. Prater, noemt Salo
mon zulk een jongen of meisje. Het
ls iemand met een groote mond, die
minder doet dan hij praat. Overal
weet hij een antwoord op, vaak een
brutaal antwoord: immer vreet hij
het beter. Hij is recalcitrant, revo-
lutionnair, anarchistisch. Zijn Ideaal
is: vrijheid en vrijheid beteekent
voor hem: wetteloosheid, bandeloos
heid. Dat „gezanik" en „gezeur" van
Vader of Moeder, Leider of Leidster,
prikkelt hem en ontloopt ze dan
ook. Zoo wordt zijn leven een on
ordelijke bende gedachten, verlangens
en daden. Niets ls daar doeltreffend
of doelmatig. Hij leeft individueel.
Dub maar half, want een volwaardig
mensch Is evenzeer sociaal wezen
als individu. Als zoo velen maakt ook
hij een caricatuur van zijn mooie
leven. S. L.
nieuwe rijksbureau worden overge^
Domen, per ingang van 1 Januari.
De steun verleening, werkverschaffing
en vrijwillige werkloosheidsverzeke.
ring blijven voorloopig nog gemeente-
zorg. Per 1 Januari denkt men de
nieuwe kantoorlokaliteiten te hebben
ingericht en zal het gewestelijke
bureau te Vanlo zijn werkzaamheden
aanvangen. Als dit bureau tot stand
gekomen ls, volgt de stichting van
bijkantoren in het district. Vermoe
delijk zullen deze bijkantoren ge
vestigd worden te Venray, Bergen
Helden-Panningen. De verschil
lende agentschappen zullen daar
mede verdwijaen.
De grenzen van de districten val
len niet met de provinciale grenzen
samen. Men streeft er naar samen
te vatten, wat ook in economisch
opzicht een geheel vormt. Vermoede
lijk zullen daarom Gennep, Ottersum,
Mook en Middelaar niet tot het
Noord-Llmburgsche district behoo-
ren, maar wel de Oost-Brabrantsche
gemeenten ten zuiden van de lijn,
welke ongeveer loopt vanuit de
Vredepeel naar Heyen.
In het zuiden behooren Meyel,
Helden, Pannlogen, Kessel en Beesel-
Reuver tot het ambtsgebied van het
Venlosche Rijksarbeidsbureau.
moesten voortstappen. Weldra zagen
wij drie of vier ruiters naderen. Wij
kropen in het koren en legde ons plat
ter aarde.
Twee minuten, die twee eeuwen
schenen, gingen voorbij. Vier ruiters,
hun mantels gewikkeld, reden over
den weg die het korenveld in tweeën
verdeelt Een van hen zingt een liedje,
hij heeft een mooie stem en gaarne
zouden wij hem hebben toegejuicht.
De kleine paardjes schudden hun lange
manen, ademen luidruchtig de frissche
morgenlucht en stappen moedig voor
uit.
De Pool dwingt ons het hoofd te
buigen, hij is veel voorzichtiger dan
wij. Weldra hooren wij het hoefgetrap
pel der sterke dravers in de verte
wegsterven.
Goede reis, heeren Kozakken, en
moogt gij uw dag eindigen zonder
een vluchteling te ontmoeten I
Weldra stonden wij weer op den
weg, die tot ver voor ons zichtbaar
werd. Met snelle pas gingen wij voort,
en rond vijf uur kwamen wij aan een
boerderij waar wij, na een goede maal
tijd, ons in de schuur op eenige bossen
stroo uitstrekten en den heelen dag
zoo goed sliepen dat wij geheel uitge
rust ontwaakte
De brave pachter, die ons de her
bergzaamheid had verleend, bracht ons
een smakelijk avondmaal, en zoodra
het wederom goed duister was, gingen
wij op weg.
De nacht verliep zonder het minste
ongeval.
Nog eens aten, sliepen en rustten
wij goed, en wij begonnen onzen tocht,
Nog zes uren, en wij zouden de grens
bereiken.
Nog zes uren 1 Nu moesten wij eens
aangehouden worden, nu wij ons reeds
als gered beschouden
Maar neen! wij hadden genoeg ge
leden, de Voorzienigheid waakte over
ons 1
De zon kwam door de wolken en
dronk den frisschen dauw die over de
velden zweefde. In de verte weerklonk
het gezang der landbouwers wiens
scherpe zeissen de kostbare tarwe
afmaaide en talrijke benden musschen
Hertaxatie gevorderde paarden'
De Commissaris in de provincie
Noord-Brabant, gelet op den brief
van den secretaris-generaal, waar
nemend Hoofd van het Departement
van Blnnenlandsche Zaken d.d. 19
September 1940 Nr. 23865 Afdeeling
B. B. besloot de commissies van
taxateurs te benoemen welke zullen
worden belast met de hertaxatie van
op 29 Augustus 1939 voor het
Nederlandsche leger gevorderde
paarden, welker voormalige eigena
ren beroep hebben ingesteld tegen
de hun toegekende schadeloosstellin
gen.
De provincie werd daartoe ver
deeld in verschillende vorderings
districten, n.l. Bergen op Zoom,
Boxmeer, Haps, VENRAY, Den Bosch
Boxtel, Eindhoven, Maarheeze, Val-
kenswaard, Roosendaal, Steenbergen,
Willemstad, Teteringen, Zevenbergen,
Tilburg, Uden, Veghel, Waalwijk,
Woudrlchem en Deurne.
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-
vereenlging van Maandag was de
aanvoer 1 800.000 eieren.
Kippeneieren exp. officieele pijjs
Eendeneieren
vlogen over ons hoofd.
Die kleine vrijbuiters! zeide An
selmus, vinden tegenwoordig overal
hun tafel gedekt, uiaar ik zie ze liever
hun aas zoeken dan de krassende
kraaien die ons zoo lang vervolgd
hebben terwijl hun schorre stemmen
onze ooren deden scheuren.
Ik hoorde nauwelijks wat mijn vriend
zeide. Eenige stappen verder zag ik
een groote" paal en daarachter een
dertigtal nette huisjes.
Onze leidsman glimlachte en stapte
steeds voort.
Mijn hart klopte geweldig, mijn bloed
stroomde onstuimig door mijn aderen,
ik begreep wat de goede Pool zoo
vroolijk maakte, snelde vooruit en had
weldra den scheidingspaal bereikt. Ik
betrad nu den gastvrijen grond van
Galicië, ik bevond mij in een onzijdige
streek, ik was vrij!
Weldra stonden Anselmus en de
Pool aan mijn zijde. Wij knielden neer
en dankten God wiens vaderlijke hand
ons geleid had.
Wij bleven drie maanden lang in
Oostenrijk. Meer dan eens werden ons
de grootste voordeelen beloofd indien
wij dienst wilden nemen. Men dreigde
ons zelfs om ons over de Russische
grenzen terug te zullen brengen, indien
wij weigerden, maar wij weerstonden
moedig alle beloften en bedreigingen.
Oostenrijk had zich tegen Napoleon
verklaard en wjj wilden dezen niet
bestrijden, die voor ons, hoewel hjj
ons bitter veel had doen ljjden, toch
nog den welbeminden Keizer was.
Eindelijk zag ik mjjn geboorte
dorp terug en de omhelzingen mijner
ouders, broeders en zusters deden
mij vergeten wat ik had doorstaan
sedert den dag dat ik, met een blind
vertrouwen in 's Keizers geluk, naar
het koude Rusland vertrok.
En thans bedank ik de Voorzienig
heid die rnjj een laag leven gunde
en mij toelaat de groote rei3, de
laatste, zonder angst tegemoet te.
zien.
EINDE,