TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS De Amerikaansche presidentsverkiezing FEUILLETON. Mei Napoleon naar Rusland en lerug. Ons weekpraatje. In Salomon's zoeklichten Zaterdag 26 October 1940 Een en Zestigste Jaargang No 43 Twee merkwaardige Roosevelts Franklin en Theodor» Wilson verbood Theodoor om ten oorlog te trekken. De 5e November belooft een his torische dag te worden, niet alleen belangrijk voor het blnnenlandsch bestuur der Ver. Staten, maar wel licht ook van beslissende beteekenis voor den loop van het wereldgebeu ren. Wordt Roosevelt herkozen - en de weddenschappen daaromtrent notee- ren in de Ver. Staten 4:1 dan kan aanstonds een nog Bcherper voort zetting worden verwacht van z$n in terventionistische buitenlandsche po litiek; behaalt zijn tegenstander Wll- kie (republikein) de zege, dan is het gevaar, dat da Ver. Staten open lijk partij sullen kiezen la den oorlog, sterk verminderd en zou er boven dien dadelijk een periode van 4 5 maanden aanbreken, waarin elk initi atief der Ver. Staten op het gebied der bult. politiek zou zijn lamgelegd. Want in geen geval zal er op 5 November of onmiddellijk daarna een nieuwe president aan het bewind komen. De verkiezingen zijn zóó geregeld, dat in elk der 48 staten (republieken) van de Unie de kiezers gelegenheid krijgen om hun politieke kleur te bekennen. Een staat, die b.v. in meerderheid democratisch stemt, vaardigt enkel democratische kies mannen afde officleele presidents verkiezing volgt later en pas in Maart van het volgende jaar vangt de ambtsperiode van den gekozene aan. Toen vier jaar gelegen Roosevelt voor een tweede ambtsperiode van vier jaar werd gekozen (op 3 Nov. 1936) behaalden de democraten hun grootste verkiezingsoverwinning slechts 2 van de 48 staten spraken zich voor den republikeinschen tegen, candidaat Landon uitRoosevelt verwierf 25 millloen van de 43 mil- lioen stemmen, waarbij men dient te bedenken, dat van de 18 millloen stemmen, welke voor Roosevelt ver loren gingen, er enkele mlllioenen op kanslooze candldaten waren uitge bracht. Het is nauwelijks te verwachten, dat een eventueels nieuwe overwin ning van Roosevelt op 5 Nov. a.s, wederom zoo groot zal kunnen zija, want le staat het veleD Amerika nen tegen, dat Roosevelt inging tegen een constitutioneel gebruik, hetwelk wil, dat een president niet voor een derde achtereenvolgende ambtsperiode een candidatuur aan vaardt, 2e voelen de kiezers, dat het thans bij de stembus gaat om oorlog (doorinmenging) of vrede (gebaseerd op zoo groot mogelijken materieelen steun aan Engeland). De twee Roosevelts (Theodoor 1901—1909) en Franklin Delano (1932 tot heden) vormen merkwaardige figuren in de geschiedenis van de presidenten van Amerika. De eerst genoemde, een oom van den huldi gen president, was republikein, de andere is democraat. Deze laatste is opgevoed ten huize van den eerste, met wien hij vooral een sterke anti- Duitsche gezindheid gemeen heeft. Nadat Theodoor in 1909 door Taf t was opgevolgd, stelde hij zich in 1912 weer candidaat, maar de groote kapltaalbelangen in de republikein- sche partij wenBchten Teodoor's candidatuur niet en stelden opnieuw Taft. Theodoor Roosevelt richtte toen de „progressieve partij" op ten behoeve van zijn candidatuur. Dat had tengevolge, dat hij veel méér stemmen kreeg dan Taft, maar het waren de democraten, die van de scheuring in de republikeinsche ge- Lotgevallen van een Belgischen soldaat. 24. Bij eene kleine hut gekomen, zoo vertelde mijn vriend Anselmus voort, zag ik een oude vrouw, die een groote ketel buiten bracht, hem tegen den muur plaatste en terugkeerde in haar woning. Uit den ketel stegen kleine wolkjes op en ik hoorde in de nabij heid het geknor van een zwijn. Het vuile dier verwachtte zijn voer, in den ketel lagen waarschijnlijk gekookte bieten en misschien ook wel eenige broodkorsten. Wat een geluk voor mij, indien ik een deel van die weinig aanlokke lijke spijzen kon wegroovenl Dit var kensvoer was noch lekker noch krach tig, maar het zou mijn honger bedrie gen en mij eenigszins verwarmen Een oogenblik nadien zat ik bij den pot en gebruikte al mijne macht om het deksel weg te nemen. Dat ging niet vlug, want ik was zoo zwak als een kind en de schijf scheen vastgenageld. Eindelijk toch was ik zoo geluk kig, de lekkere bieten te bereiken. In een, twee, drie, had ik mijn hoofd deksel volgestampt en ging er met mijn buit vandoor, toen het oude wijf kwam buitenspringen, bemerkte wat er gaande was en uit al hare macht begon te roepen. Ik bleef natuurlijk niet staan doch liep zoo hard ik kon. De oude volgde mij op de hielen en nog andere toover- lederen profiteerden en hun candidaat Wilson als overwinnaar uit de drie hoaksverkiezing te voorschijn zagen komen Wilson werd in 1916 herko zen en was president gedurende laatste oorlogsjaren. Omstreeks 1916 oefende Theodoor Roosevelt veel crltiek uit op de houding der Ver. Staten ten aan zien van deD oorlog in Europa hjj was fel anti-Duitsch en voorstander van een onmlddellijken steun aan de geallieerden. Hij vormde zelf een vrijwilligerscorps, maar Wilson gaf hem geen verlof om ten oorlog te trekken. Een jaar later kozen de Ver. Staten nochtans partij. Zooals we reeds zeidende huidige president Franklin Roosevelt is ten huize van zgn oom Theodoor Roose velt groot gebracht. Hjj is geboren op 30 Januari 1882 en thans dus 58 jaar oud. Hjj vestigde zich te New York als advocaat, stortte zich in de politiek, werd in 1913 onderstaats secretaris van marine onder Wilson en kreeg in 1921, dus op 39-jarigen leeftgd, kinderverlamming. Deze ziekte dwong hem om zich voor enkele jaren uit het politieke leven terug te trekken. Door zijn zeld zame energie overwon hij de ergste gevolgen der lichamelijke bezoeking, maar nog altijd is hg een in beenen verlamde. Dank zij bepaalde steunsels kan hjj enkele stappen doen en vermag hij een oogenblik te staan, maar als hij b.v. in het Con gres spreekt, zit hij in een speciaal geconstrueerden hoogen stoelop fotografiën lijkt hij dan toch een staande, zij het aanleunende houding te hebben. Franklin Roosevelt werd in den zomer van 1932 voor de democrati sche partij tot president gekozen en in 1936 met overweldigende meerdor- heid herkozen. Zijn groote populari teit onder de massa dankt hij aan zjjn hardnekkigen strijd tegen de „fiuanclal interests" en zijn maat regelen ten behoeve van de arbeiders, en landbouwende klassenNew Deal Deze maatregelen hielden o.m. in controle op de banken, loslaten van den gouden standaard, beperking der concurrentie ter bescherming van loonen en arbeidersstanden. De sociale staatsbemoeiing werd sterk uitgebreid; er kwam o.m. een fede rale regeling voor, werkloozen-onder- steuning; groote kapitalen werden gevoteerd voor openbare werken; de industrieën werden gedwongen om codes te aanvaarden, waarbij de kin derarbeid ^werd verboden en de ar beidstijd werd verkort (in het alge meen tot 40 uur per week) minimum loonen werden vastgesteld. Daar bij deze regelingen de gezamenlijke on dernemingen met de gezamenlijke arbeiders moesten onderbandelen, werd de positie der vakvereenigingen versterkt. Reeds op het einde van 1933 was 98 pet. der industrie op deze wijze (door codes) georganiseerd. In 1935 werd de New Deal bedrèigd door bepaalde uitspraken van het Hoog gerechtshof; de „codes" werden on. grondwettig verklaard, maar de be palingen der codes werden door de meeste staten overgenomen en deels in arbeidscontracten door de indus trieën zelf geregeld, zoodat de nieuwe feitelijke verhoudingen niet veran derden. Ondanks de verbetering van den socialen toestand der werkenden, werd de algemeene economische si tuatie des lands met het jaar slech ter. Het millloenenleger der werk- loozen groeide en eveneens het be- grootlngstekort. De conservatieven (republikeinen) wijten een en ander aan de New Deal, de democraten aan de algemeene economische ontwrich ting van de wereld. De buitenlandsche politiek der Ver. Staten onder Franklin Roosevelt mag onder onze lezers als voldoende bekend worden verondersteld: ze hield o.m. een sterke bemoeiing in met de Zuid- en Centraal-Amerikaansche aangelegenheden (Pan-Amerikaan- heksen, op haar gehuil toegesteld, volgden mij. Ik sloot den kostbaren schat tegen mijn borst en beet in de gloeiende bietenschiilen, alsof het heer lijke taartjes waren, mijn handen en mond verbrandend. Het duurde niet lang of die hel- sche wijven hadden mij bij den kraag. De eene krabde mijn aangezicht tot stukken, een oude trok mijn haren uit, allen sloegen en stampten om het hardst. Doch ik liet niet los en toen mijn beulen, vermoeid van slaan en roepen, mij "eindelijk vrij lieten gaan, trok ik blijde weg en nooit deed de rijkste smulbroer ter wereld een sma kelijker maaltijd. Mag ik niet zeggen, dat het lijden en de ellende mij zoo diep hadden doen vallen als redelooze dieren Gij ziet het, voegde Anselmus er na eene korte stilte bij, dat ik daar nu uist niet op een kermis was. En toch )ij hen, die mij sloegen, zag ik eenige jonge meisjes, die mij aldus niet zou den behandeld hebben, ware het niet geweest, dat zij door boosaardige lieden waren opgeruid. Zij beelden zich in, antwoordde ik dat zij een vaderlandslievend werk verrichtten. Ja, want terwijl zii mij mishandel den, verweten ze mij de vernieling van Moskou. - Het is door die valsche beschul diging, dat de Russische staatsmannen de boeren en werklieden tegen ons hebben opgehitst... Maar daarover zul len wij later spreken; nu wacht ons het ontbijt. Dat mijn vriend met veel eetlust op de spijzen aanviel, behoeft niet gezegd te worden. Wanneer ik hem zei, dat we naar allen schijn zouden gedwon gen zijn nog verscheidene weken op het kasteel door te brengen, werd hij zeer ongerust. Wat zullen we doen, zei hij, om onze weldoeners voor zooveel goedheid te vergelden sche Congressen). Ten aanzien van Europa werd aan. vankelijk onthouding gepredikt, maar geleidelijk werd de houding der Ver. Staten er een van welwillende neu- tealitelt jegens Engeland en de met dit land direct of indirect verbonden democratiën. Velen verwachten van een herverkiezing van Roosevelt een verdere bemoeiing met den Europee- schen oorlog en optreden tegen de Japansche penetratie in het Verre Oosten. Welk effect een ingrijpen der Ver- Staten in de huidige internationale geschillen zou kannen hebben De vlootsterkten van de Ver. Staten, Ed geland en Japan verhouden zich als 5:5:3. De Ver. Staten en Enge land tesamen zouden ter zee dus e9n macht vormen van 103. Rekent men bij de Japansche zeestrijdkrachten die van Italië en Duitschland, dan wordt de verhouding oDgeveer 10:4ya De Engelsch-Amerikaansche vloot zou dus ongetwijfeld de groote zeeën kun. hen beheerschen. Maar de Ver. Staten met een be volklng van 125 millloen zielen (w. 12 millloen negers) hebben geen leger van beteekenis, al hebben zij in den vorlgen oorlog bewezen, dat ze een leger, zoo noodlg, op echt-Amerikaan* sche wijze uit den grond kunnen stampan, Toen de Ver. Staten zich in 1917 in den Europeeschen oorlog mengden, bestond het leger uit slechts 80.000 man en 150.000 man van de nationale garde. Maar een jaar later stonden er twee millloen en tachtig duizend man in Frankrijk en werden er nog vier millloen Ame rikanen voor den oorlogsdlenst afge richt. Op het oogenblik staan de Ver. Staten er gunstiger voor. De Dieuwe wet op den dienstplicht voorziet voor heden In de africhting van 1.400.000 man. Dezen kunnen de basis vormen van een grooter millloenenleger, als Roosevelt wordt herkozen en als de Ver. Staten Inderdaad partij zouden gaan kiezen ln den huldigen oorlog. En als.... Engeland niet vernietigd is, vóór een Amerlkaansch millloenen leger zijn Invloed zou kunnen laten geldenMd. DE HUISVERLICHTtNG TEN PLATTELANDE. Ik heb altijd iets gevoeld voor de bezwaren der achteraf wonende plattelandsbevolking, welke volledig haar deel moet bijdragen in de be lasting, maar slechts weinig profi teert van de geneugten, welke uit de gemeenschapspot worden betaald. Deze achterafwonenden missen een behoorlijke verlichting van de wegen ln hun wijk, ze kennen geen rlo. leering, geen trottoirs, geen intensief politietoezicht en de meesten missen bovendien de gelegenheid om hun perceelen te doen aansluiten bij de waterleiding, het gas- en electrlcl- teltsnet. We geven toe, dat het vrijwel on doenlijk is om aan de geopperde bezwaren tegemoet te komen, want als elke tak van overheidsbemoei ing moest reiken tot het persoonlijk belang van lederen gemeentenaar, dan zou de zaak zoo duur worden, dat ze niet te betalen was. Toch moet elk gemeentebestuur op uit zijn om zooveel mogelijk ingezetenen te laten profiteeren van de instellingen, welke ten bate der gemeenschap en op dezer kosten, worden Ingericht. Wij voelen het b.v. niet geheel billijk, dat stroomleverlngen door een G.E.B. aan buurtschappen duur der wordt berekend, wanneer de afname ln die buurtschappen tegen normaal tarief voor het bedrijf precies loonend kan zijn. In zoo'n geval mag o.I. worden Wij zullen werken, antwoordde ik Uitmuntend gedacht, doch wat zullen wij werken? Ge hebt wel gezien, dat hier een groote hof is. Aan bezigheid zal het ons niet ontbreken Jammer, dat ik geen hovenier ben van mijn vak. Ge zult het worden. Ge kunt ook hout zagen. In één woord, we zullen onzen goeden wil toonen, en aan onze weldoeners bewijzen, dat zij geen on dankbaren verpleegd hebben. Indien ik penseelen en kleuren had, dan kon ik eenige kleine taferee len schilderen. AhMijn makker is een leerling van Rubens 1 Wat gelukZoodra de baron ons komt bezoeken, zal ik hem alles vragen wat gij noodig hebt om meesterstukken voort te brengen. In afwachting zal ik eenige tee- keningen maken voor onze kleine vrienden van wie gij mij zooveel goeds verteld hebt. En in minder tijd dan noodig is om het te vertellen, had hij eenige kluch tige figuren op het papier gebracht. Dan trokken wij in den tuin. Tegen den middag kwam de baron ons bezoeken. Wij hadden hard ge werkt. Het zweet stroomde over ons gezicht. De goede man berispte ons en zei dat hij zou eindigen met ons het werk te verbieden, indien wij aldus bleven arbeiden. Hij wilde ons eenige bezigheden verschaffen, opdat wij den tijd zoo aan genaam mogelijk zouden doorbrengen, maar hij mocht geen voordeel trekken uit ons werk, anders zou onze Lieve Heer hem niets meer verschuldigd zijn. Om te eindigen, zegde hij dat wij de gelukkige aankomst~van mijn landge noot moesten vieren en gaf ons twee flesschen wijn en eenig suikergoed. Dan vertrok hij zonder de kleine teekeningen te vergeten, die hem har telijk deden lachen. In vroegere jaren bad hij zich ook met de schilderkunst bedacht, dat de menschen, die ach teraf wonen, ln het algemeen weinig deelen ln de geneugten der gemeen- schapszorgen, dewelke zij mede helpen bekostigen. Een en ander mag wel eens goed worden overdacht ln dezen tfld, nu de achteraf wonenden met zulke extra groote moeilijkheden hebben te kampen. Ik denk hier vooral aan het vraag, stuk der hulsverlichting. Velen dezer menBChen beschikten in den nor malen tijd slechts over petroleum als bron hunner hulsverllchting, een bron, welke als gevolg der oorlogs omstandigheden vrijwel is opgedroogd ZU krijgen of in het geheel geen petroleum meer, of een hoeveelheid welke absoluut ontoereikend Is. Te erger is dat voor hen, daar ze gedwongen worden om voor dag en dauw, als de burgers warm in hun bedden liggen, aan den arbeid te gaan, teneinde hun voor de gemeen schap zoo belangrijke taak te ver richten. Laat men ze daarom helpen zoo veel als economisch maar eenigszins te verantwoorden ls. De gemeentebesturen moeten over bezwaren weten heen te stappen en niet schromen om dragelijke las ten te aanvaarden, wanneer kleinere buurtschappen door uitbreiding van het net van gas of (en) electrlciteit kunnen worden voorzien. Zeker, ook dan zullen er nog ach. teraf-wonenden overblijven, die niet streeks kunnen worden geholpen, maar met eenigen goeden wil kun nen ook deze menschen de beschik king over een bescheiden electrische huisverlichting verwerven, wanneer het G.E.B. zich daarvoor eenige moeite getroost. Het G.E.B. der gemeente Hooge- veen toont zich terzake b.v. zeer diligent en kan anderen gemeenten ten voorbeeld strekken. Voornoemd electrlclteitsbedrijf stelt accumulatoren-batterijen van 6 volt beschikbaar. De batterijen zijn van een capaciteit van 100 ampère uren, zoodat een lamp, waarvan de lichtsterkte overeenkomt met een normale petroleumlamp, 50 uren op zoo*n batterij kan branden, waarna deze weer moet worden opgeladen. Bij inlevering van de batterij voor oplading zal als regel direct een opgeladen exemplaar kunnen worden meegenomen, zoodat men geen avond zonder licht behoeft te zijn. De lichtinstallatie, welke zeer eenvoudig kan zjjn, moet daar in Hoogeveen door een erkend in stallateur worden aangelegd, die tevens de weinige benoodigdheden, ook de lampjes, kan leveren. D9 batterij wordt voor den kosten- den prijs beschikbaar gesteld, ver hoogd met een klein bedrag als bij drage in de kosten der rullbat- terijen. Het tarief voor oplading is zoo laag mogelijk gesteld en dat kan inderdaad uiterst miniem zijn, wan neer deze distributie van draagbare electrlciteit niet tot een winstobject voor het bedrijf wordt gemaakt. Waartoe o.i. juist in de huidige omstandigheden, geen enkele aan leiding bestaat. We hopen, dat het Hoogeveensche voorbeeld mogelijk wordt het stelsel ook elders reeds ln toepas sing gebracht navolging moge vinden, in het belang van de nijvere landbouwers, die, zonder petroleum, in een al te duisteren hoek der sa- „schele hoofdpijn" maken be hoorlijk werken onmogelijk I Neem een "AKKERTJE", even liggen. Daarna weer frisch. bezig gehouden en hij bezat nog enkele kleine paneelen, een schildersezel en penseelen. Verf zou hij wel krijgen bij een zijner vrienden, die een paar uren verder woonde. Anselmus was de opgeruimdste jongen van geheel de wereld. Eenige glazen wijn deden hem zijn lijden ver beten zoowel als de beproevingen, die lem nog te wachten stonden. Zijn aankomst op het kasteel was voor mij een groot geluk. Nu was ik niet meer geheele dagen alleen, de vroolijke kwinkslagen van mijn vriend verdreven dikwijls mijn droefheid, de tijd scheen mij korter en ik onderwierp mij met met meer gelatenheid aan mijn lot. Toch in weerwil der liefdevolle zor gen met welke onze edelmoedige be schermers ons omringden, gevoelde ik wel dat het heimwee me meer en meer ondermijnde en ik vreesde gevaarlijk ziek te worden, indien ik mijn reis langer moest uitstellen. Niets kan voor den banneling het geliefde vaderland vervangen. Een onvoorzien voorval, dat op het mnt stond de noodlottigste gevolgen e hebben en dat het smartelijkste van al mijne beproevingen was, kwam ons vertrjk verhaasten. VIII NOG DE KOZAKKEN. Achter de lente met hare geurige bloemen en hare malsche weiden, was de warme zomer zijn rijkdommen over de aarde komen uitspreiden. De akkers waren bedekt met gouden korenvelden en dank aan onze vlijtige zorgen had de tuin van den baron een prachtig voorkomen gekregen. Nooit, zeiden de goede heer en zijn vrouw, hadden zij zooveel fruit en zoo'n overvloed van groenten en bloemen gezien, nooit konden zij zooveel voor raad verzamelen voor den winter. Zegen daalt neer op het hoofd van den rechtschapene; Ongerechtigheid sluit den mond van den booswicht. (Spr, 106). Het is typeerend dat in ons spraak-1 Maar de rechtschapen mensch krjjgt gebruik het spheervolle woord „zegen' telkens weer een stuwende prikkel, steeds meer de beteekenis krijgt van stoffeljjken voorspoed en vooruitgang in zaken. Het bovenstoffelijke ls er bgna af. Dat ls een smaadvolle ont luistering. Ons denken schijnt steeds vaster gekluisterd aan de stof. Zjjn wij weer teruggegaan naar Salomon's tjjd, toen aardsch geluk gehouden werd voor een teeken van zegen, tengevolge van rechtschapen levens, wandel Is er niets van de volheid der Openbaring blijven hangen in onze christelijke mentaliteit Of is die niet christelijk meer Is onze levensopvatting zóó onchrlsteljjkt, dat zjj natuurlijk geworden is De encyclieken der laatste Pausen, niet ln het minst „Summi Pontlficatus" van Pius XII, wijzen daar zeer ern stig op. Z8gen heeft een hemelsche aureool: het beteekent bijstand van boven, succes bjj trouwe plichtsvervulling, bovenal echter de serene rust van een zuiver geweten. Deze zegen daalt neer op het hoofd van een rechtschapene. Hij krijgt bij zijn moeilijke taak om zóó te blijven om nog meer gelijkvormig te worden aan den alleen Rechtschape- handenvol genaden. Ja, het is moeilijk rechtschapen te worden, nog moeilijker het te blijven. Wij staan o zoo gewillig gebogen naar het kwaad. Het kwaad Ugt ons zoo goed. Het gaat ons zoo gemakkelijk af. Het is zoo natuurlijk. Du sublime ridicule 11 n'y a qu'un pas. De stap van de duizelingwekkende hoog te van ons bovennatuurlijk leven naar het diepe donkere dal van het natuurlijke, waaruit wij met Godde lijke moeite werden omhoog getrok ken, wordt zoo gemakkelijk gezet. De met bloemen begroeide afgronden roepen ons naar beneden, waar dis tels en doornen ons leven verstikken. steun In den rug: zegen daalt op hem neer. Rust en vrede blijven zijn deel; het geluk, dat daaruit op bloeit, zijn genot De booswicht echter, is ten zeerste gehandicapt door zjjn aanhoudende ongerechtigheid. Alles spreekt bjj hem van boosheid. Die boosheid sluit hem zelfs den mond, als hjj iets tot zijn verdediging wil Inbrengen. Niets goeds kan er dus uit den booze voort komen. Zjjn gedachten stollen tot booze woorden, en krjjgen gestal te in misdaden. Terwjjl een goed ge aard mensch vrjjult kan sp reken, zonder door slechts daden te worden tegengesproken, hjj stelt er geen klagen de misdaden den booswicht voortdurend aan en kan hjj er niets tegen in brengen. Hjj staat alleen: hjj is een eenzame, de booswicht. „Wee den eenzame Iedereen wenscht een goed mensch alle zegen toe: hjj is bemind bjj God en de menschen. Den boosaardige schuwt men als schurft. Alleen God toont hem zooveel eerbied, dat Hjj hem niet den grooten heiligen zegen der bekeeripg schenkt, zonder de vrjje medewerking van den booze. Door deze welsprekende tegenstel ling van zegen en inwendige fol tering, spoort Salomon, onze wjjze gids, ons aan tot een rechtschapen levenswandel met zjjn aanlokkeljjken zegen van vredige rust en sereen geluk. Wekt hjj ln ons tevens een scherpe afwijzing van de vurige smeekbeden van ons vleesch, de wereld en den booze tot ongerech tigheid en een vlammend protest tegen de voortdurende onrechtmatige aanvallen op ons zegenvol Goddelijk leven. De Heer schenke U Zjjn zegen S. L. menie ving zjjn geraakt. We noemden ln dit artikel met name het gemeentelijk bedrijf van Hoogeveen, opdat belanghebbenden van elders zich misschien op de hoogte willen stellen, hoe deze aan gelegenheid precies kan worden ge regeld. Ingekomen en vertrokken personen» Van 11 tot 18 October VERTROKKEN A. van de Voort en gezin, bakker, naar Hejjthuizen P. Tromp en gezin, opperwacht meester, naar Hoek van Holland Lichttorenstraat 3a M. Poels, zonder beroep, naar Swal- men A 335 b M. Ubblnk Wed. van Rrjswijck, naar Grootebroek Hoofdstraat 88 C. Kouwenhoven en echtgen. naar Zwolle Schoolstraat 31 P. Arts, zonder beroep, naar Hel den Kanaalstraat 36 C. Tops, verpleegster, naar Meerlo L. Loenen, bakker, naar Venlo Dwarsstraat M. van Els, dienstbode, naar Hel mond Elkendreef 12 M. Pij is, zonder beroep, naar Roer mond Steenweg 20 M. Kieuskens, zonder beroep, naar Horst E 150 L. Rutten, bakker, naar Venlo Parade A. Arts, zonder beroep, naar Vier lingsbeek Th. Classens, dienstbode, naar Stejjl Veerweg 6 Maar nog altijd geen tijdingen van ons dierbaar vaderland. Onze weldoe ners kwamen ons dikwijls bezoeken en een paar uur in vertrouwelijke samen spraken met ons doorbrengen. Wij waren zoo gelukkig geweest als men kon wenschen, indien de stilzwij gendheid der goede harten, eiken keer als wij iets wilden vernemen van de Europeesche toestanden, ons niet be droefd hadden. Maar wanneer wij spra ken van Napoleon's toekomende veld slagen wij noemden het zegepralen wisten zij behendig het gesprek van dit onderwerp af te keeren. De baron was een gezworen vijand der Russen. Zijn ouders waren in bal lingschap gestorven; zij hadden deel genomen aan al de samenzweringen, welke de vrijmaking van Polen tot doel hadden. Hij zelf wilde de eerste zijn om de wapens te grijpen, zoodra er de minste hoop zou bestaan het juk der Russische beulen af te schudden. De woorden van den braven edelman deden ons veel goed. Doch het was wel te zien, dat hij ons de ontmoedi gende tijdingen verzweeg, zooals den afval der Duitschen, de toebereidselen welke de bondgenooten maakten om den Corsikaanschen reus te verplet teren, de misnoegdheid welke zich in Frankrijk begon te doen gevoelen, den netelachtigen toestand der Fransche legers in Spanje en Italië en den wensch door gansch Europa uitgedrukt om de bloedige oorlogstooneelen een einde te zien. Hij dacht waarschijnlijk, dat het beter was ons in de onwetendheid te laten, dan ons door slechte tijdingen te bedroeven. Op zekeren dag echter, kwam hij met een blijden glimlach op de lippen, onze kamer binnen gestapt Ik hoop, zei hij, dat ge weldra uw vaderland zult terugzien. Men be weert, dat de vredo binnen eenige dagen zal geteekend worden. Die vrede, antwoordde ik, schijnt INGEKOMEN H. v. Schrjndel en gezin, landbouwer Ysselsteyn N 5a van Maashees E. Arts, zonder beroep, Oostrum C 33c van Vierlingsbeek W. Hofmans, dienstknecht, Smak- terweg 7 van Maashees F. Vergeldt, verpleegster, St. Anna- laan 5 van Maasbree Ph. R. M. Vissers, idem, idem, van Helmond W. H. Vermeulen, arbeider Maas- heescheweg 46 van Venlo R. M. van Rhee, dienstbode Olrlo E 39c van Deurne F. J. Ariens, timmerman Maaa- heesche weg 20 van Rotterdam J. H. Kroezen, dienstbode Oostrum E 39c van Deurne Th. B. Thtesen, landbouwer, Olrlo F 20 van Meerlo J. W. van Rooij, dienstbode, Oos trum D 1 van Eindhoven C. J. Haf mans, z.b., Leunen K 6a van Arcen J. W. Haf mans, kapelaan, Leunen K 6a van Arcen L. C. P. Janssen, z.b., Patersstraat 35 van Grubbenvorst M. J. G, Verheugen, z.b., Groote straat 21 van Grubbenvorst J. L, swinkels, landbouwer, Veulen I 29 van Sevenum C. M. Schwachofer, dienstbode, Broekweg 17 van Maasbree A. Th. M. Falke, z.b., Kamp B van Maasbree M. G. Janssen, dienstbode, Hoen derstraat 34 van Venlo A. van Herk, dienstbode, School straat 36 van Gouderak L. Heidens, landbouwer, Steegs- broek I 19 van Arcen W. Roosma, bouwkundig teekenaar, Grootestraat 32 van Bergen L. W. A. H. H. Olieslagers, kapelaan, Groote Markt 5 van Vlodrop mij voor dit oogenblik onmogelijk; de vijand zal ons vernederende voorwaar den willen opdringen, en de Keizer zal weigeren die aan te nemen niettegen staande het verlies van zijn groot leger. Over eenigen tijd zal een congres te Praag bijeengeroepen worden en deze zullen aan uwen koppigen Napo leon wel doen begrijpen, dat een monark zijn volk kan gelukkig maken zonder talrijke legerscharen van het eene slagveld naar het andere te zenden en zonder elk jaar een paar nieuwe provinciën aan zijn staten te voegen. Ik hoop ook, dat mijn vaderland in dit congres een moedigen verdediger van zijn rechten zal vinden en dat wij niet lang meer Ruslands leenmannen zullen b,.i!ven.! Welaan, schept moed Geloof mij vrij, ik ben niet gelukkiger dan gij. Het valt u pijnlijk te moeten leven ver van uw vaderland, ver van allen welke gij bemint... Is het aangenamer zijn vaderland onderdrukt te zien, bestuurt te worden door zijn vijanden, te moeten buigen voor een monark die men haat? Men moet zich kunnen onderwerpen, met geduld betere dagen afwachten, zijn vertrouwen stellen in de goddelijke Voorzienigheid. Al de volkeren hebben een walging voor den oorlog en de overweldigers beginnen te begrijpen dat de veroveringen niet altijd geluk en welzijn verschaffen. Doch laat ons gaan zitten en deze fJesch ledigen op de gezondheid van allen die ons dier baar zijn! De baron was zoo welsprekend dat hij ons eindelijke overtuigde, en wH waren heelemaal getroost toen hH ons verliet. Mijn kamer was, dank zij den vlijtige Anselmus, een echt museum geworden. Overal hingen landschappen, geschied kundige tafereelen, portretten, maar vooral spotteekeningen. Wordt vervolgd-

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5