TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. Mef Napoleon naar Rusland en (erug. Zaterdag 5 October 1940 Een en Zestigste Jaargang No 40 Vergadering Gemeenteraad, Nadat de Voorzitter de vergade ring met gebed geopend had, deelde hjj mede, dat de heer Claesaena had bericht verhinderd te zjjn deze ver gadering bjj te wonen en dat de heer Guelen bericht gezonden had, wegens vertrek uit de Gemeente, ontslag te nemen als lid van den Raad. De Voorzitter wist zich ver zekerd van de instemming der Raads leden, als bjj dank bracht aan den Heer Guelen voor het vele, dat hjj in de korte spanne tjjds van zijn Raadslidmaatschap voor de Ge meente gedaan had. Hij stelt voor in een schrjjven den heer Guelen dezen dank over te brengen. Als de agenda aan de orde ge steld wordt, zegt de heer Pyls bij punt 1 der agenda, de notulen der openbare vergadering van 28 Juni 1940, hierin gemist ie hebben den dank, die aan het bestuur en leden der Luchtbeschermingsdienst ge bracht is voor hunne diensten. De Raad vereenlgde zich met het voorstel van den Voorzitter om dit alsnog aan de notulen toe te voegen. 2. Ingekomen stukken a. proces-verbaal kasopname Ge meente-Ontvanger 39 kwartaal 1940 b. besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raadsbesluit d.d. 28 Juni 1940 tot onderhandschen verkoop van 2 pereeelen grond aan J. Rongen en M. Versteegen. c. alsvoren bel rcffende ruiling van grond met L. Casters te Olrlo. d. alsvoren betreffende wijziging raadsbesluit van 28 Februari 1939, No. 29/27, strekkende tot verkoop van een perceel grond aan A. W. Janssen te Ysselsteyn. e. alsvoren betreffende wijziging begrooting 1939. f. alsvoren betreffende wijziging begrooting 1938 (kapltaaldienst). g. verslag Handelsavondschool over het jaar 1939. h. schrgven Gedeputeerde Staten van Limburg betreffende goedkeu ring verordening tot heffing van op centen op de gemeentefondsbelastlng. i. alsvoren betreffende verorde ning tot heffing van precariorechten. Werden voor kennisgeving aange nomen. 3. Onderzoek geloofsbrief met bjjbehoorende stukken nieuw be noemd lid van den Gemeenteraad, den Heer Tb. G. Wintels, wonende te Venray, Henseniusstraat 1. De Voorzitter stelde een Commis sie in, bestaarde uit de heeren Pyls Relntjes en Camps voor onderzoek der geloofsbrieven, Nadat de Com missie deze onderzocht had bracht de Commissie bij monde van den heer Rejjntjes rapport uit, meldende een en ander in orde bevonden te hebben en adviseerde derhalve den heer Wintels als lid van den Raad toe te laten. 4. Aanvulling Algemeen Burger lijk Armbestuur wegens periodieke aftreding van het lid A. J. J. Jans sen met den len Dinsdag van Sep tember. Door Burgemeester en Wethouders wordt voorgedragen het navolgende dubbeltal 1. A. J. J. Janssen, le geneesheer van het St. Servatiusgestlcht, Groote straat 25 (afgetreden). 2. J. W. Laurénsse, oud-directeur bijkantoor Venray Ned. Landbouw- bank, Patersstraat 15. Het Burgerlijk Armbestuur, over deze voordacht gehoord, heeft ver klaard zich hiermede te kunnen vereenigen. Met algemeene stemmen werd de heer A. J. J. Janssen herbenoemd. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het aan P. J. H. Sanders, Akkerweg 9, onder hypo thecair verband geleend bedrag van f 1700.te verhoogen tot f 2000.— Burgemeester en Wethouders deelen het volgende mede Lotgevallen van een Belgischen soldaat. Volgens Raadsbesluit van 28 Oct. 1938, no. 113/43, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 4 November 1938, La 13767/6 C, werd aan Sanders bovengenoemd een be drag van f 1700 - ter leen verstrekt tegen 4x/4 pet. met onderzetting van zijn woning met bijbehoorenden grond, Akkerweg 9, kad. bekend C 5299, groot 9.00 Aren. Sanders heeft nu verzocht dit bedrag onder dezelf de voorwaarden met f 300.—^ te verhoogen. Waar de overwaarde van het pand ruim voldoende Is en San ders aan zijne verplichtingen tot nu toe behoorlijk heeft voldaan bestaat daartegen naar de meening van Burgemeester en Wethouders geen bezwaar en stellen zij den Raad dan ook voor het verzoek ln te willigen. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het Raadsbesluit be treffende het verhaal van de coupon belasting opnieuw vast te stellen, thans zoodanig, dat dit verhaal voortaan wordt toegepast bij de rentebetaling voor alle geldleeningen der gemeente, tenzij uitdrukkelijk het tegendeel is bedongen. Burgemeester en Wethouders deelen het volgende mede: Bij Raadsbesluit van 28 Februari 1934, no. 30/45, is bepaald, dat bij de uitbetaling der opbrengst van cou pons van effecten hieronder dan enkel te verstaan stukken, die, als aandeelen, obligaties of onder welke benaming ook, gerangschikt kunnen worden onder de effecten of publieke fondsen ten laste der gemeente aan de daarop rechthebbenden de krachtens de wet van 29 December 1935, S 780, daarop verschuldigde belasting af te houden. Verder mocht toen niet worden gegaan. Thans evenwel is deze wet bij besluit van den Heer Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën d.d. 6 Juli 1940 (Verordeningsblad stuk 14, no. 63) zoodanig aangevuld, dat onder effecten in den zin dier wet mede worden verstaan alle vorde ringen ten laste van publiekrechte lijke of privaatrechtelijke rechts personen, indien deze vorderingen het gevolg zijn van leeningeD, die bestemd tot voorziening ln de 'kapitaalbehoefte dier rechtspersonen, ln wezen dezelfde strekking hebben als obligatieleeningen, welke strek king in elk geval wordt aanwezig geacht, indien de leening niet binnen een jaar na het aangaan daarvan zoowel opeischbaar als aflosbaar Is, terwijl, indien een der partijen het recht heeft de leeniDg te verlengen ter bepaling van den vervaldag het recht tot verlenging mede wordt In aanmerking genomen. Practisch komt dit hierop neer, dat thans ook voor rentebetaling volgens onze onderhandsche leening- overeenkomsten door de Gemeente schuldenares couponbelasting (2 pet.) verschuldigd is, terwijl nu echter krachtens art. 5 dier wet de Gemeente ook deze belasting bij de uitbetaling der rente mag inhouden, tenzij natuurlijk het tegendeel bij de overeenkomst Is bedongen. Dit laat ste is, wat onze leeningen betreft enkel het geval ten aanzien van a. de leening (1936), nog groot f 17900.bij het Algemeen Mijn werkersfonds te Heerlen b. de leening (1939), nog groot f 56000.bij de Hollandsche Socië teit van Levensverzekeringen N.V. te Amsterdam c. de leening (1940), nog groot f 105000bij de Centrale Werk gevers-Risico-Bank te Amsterdam. Burgemeester en Wethouders stel len den Raad voor, voor de overige leeningen gebruik te maken van de bevoegdheid tot verhaal. Volgens den huldigen stand der gemeente schuld zal de Gemeente moeten be talen aan couponbelasting ruim f 400.waarvan dan nu echter rond f 250.kan worden verhaald. Dit verhaal geschiedt op de meest eenvoudige wijze, n.l. door Inhouding bij de uitbetaling der rente. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de kosten van een Het gevaar, ging hij voort, is overi gens zoo groot niet als gij wel schijnt te denken. De Kozakken zijn woeste kerels, die gaarne moorden en rooven, maar zij zijn zoo dom als ezels en het is niet moeilijk ze om den tuin te lei den. Ik moest niets anders doen dan den raad opvolgen van den Pool die bij mij zou blijven; de baron wilde zelf den vijand tegemoet gaan. Hij ging naar beneden, mij alleen latende met den reus, die geen woord Fransch kennende, zich bij middel van teekenen deed Verstaan. Ik kroop tusschen de twee matras sen en verstopte mijn kleeren. De Pool ontkleedde zich, wond een grooten zakdoek aan zijn hoofd en legde zich in mijn plaats. Een oogenblik nadien snurkte hij als iemand die in diepen slaap gedompeld ligt. Ik lag daar niet al te gemakkelijk want de reus woog zoo zwaar als ijzer... Dan, ik dacht aan hetgeen mijn weldoeners zouden lijden indien men mij ontdekte. Die gedachte vooral pij nigde me. Ik beschuldigde mezelf en het speet me geweldig, dat ik aan die edelmoedige lieden de gastvrijheid had gevraagd. Het is misschien nog niet te laat, dacht ik Ik zal opstaan, de Russen te gemoet Ioopen en hun zeggen, dat ik, bi dit huls ben gedrongen buiten het nieuwen ketel voor de centrale ver warming in de gemeentewoning, Grootestraat 15, voor rekeniDg der gemeente te nemen. Geconstateerd Is, dat bovenbedoel de ketel zoodanig versleten was, dat hij redelijkerwijze niet meer te repareeren was. Daarom moest een nieuwe ketel worden ingebouwd, waarvan de kosten hebben bedragen f 305 alles inbegrepen. Hoewel de centrale verwarming indertijd door den tegenwoordlgen bewoner bekos tigd is met eene bijdrage van de Gemeente, is toen daarbij bepaald, dat de installatie volledig eigendom van de Gemeente werd. Het komt daarom Burgemeester en Wethou ders thans redelijk voor, dat de kosten der gedeeltelijke vernieuwing voor rekening der gemeente worden genomen. 8. Wijziging en vaststelling der verordening regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldi ging van de ambtenaren der ge meentepolitie. Burgemeester en Wethouders dee len U het volgende mede In de vergadering van 5 April j.l. besloot Uwe Raad tot vaststelling eener verordening regelende de ran gen, het aantal; de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren der gemeentepolitie. In opdracht van den Heer Secre taris-Generaal, wnd. Hoofd van het Departement van Blonenlandsche Zaken deelt de Commissaris der Provincie Limburg ons onder terug zending der ter goedkeuring inge zonden verordening mede, dat deze verordening, alvorens goedgekeurd te kunnen worden eenige wijzigingen dient te ondergaan en wel zooals in zijn schrijven, hetwelk met de stuk ken voor de Heeren Raadsleden ter inzage is gelegd, nader is aange geven. Tot dusver is ten aanzien van verordeningen ex artikel 223, 3e lid der gemeentewet, waaronder de onderhavige verordening ressorteert, steeds het standpunt Ingenomen, dat de Raad het nemen van beslissingen als uitvoering van bepalingen nopens bezoldiging of vergoedingen aan zich moest houden, dan wel bij de ver ordening de uitvoering van zoodanige bepalingen moest opdragen aan het college van Burgemeester en Wet houders. Dit standpunt is thans door het Departement van Binnen- landsche Zaken verlaten en het wordt derhalve nader aangewezen geoordeeld, dat de Burgemeester optreedt als uitvoerend orgaan met betrekking tot bepalingen, die zijn beleid en verantwoordelijkheid als hoofd der plaatselijke politie raken, voorzoover dit althans niet bepaal delijk in strijd met de gemeentewet moet worden geacht. In het bijzon der valt hier te denken aan de be palingen, bij de uitvoering waarvan in meer of mindere mate een beoor deeling van de hoedanigheden van het politiepersoneel in het geding komt, zooals het toekennen van buitengewone verhoogingen, het vaststellen van de aanvangswedde boven het in de verordening vast gestelde minimum, het toekennen van gratificatie's e.d. In deze en dergelijke gevallen behoort de be slissing uiteindelijk aan den burge meester te worden opgedragen. Door deze verandering van ziens wijze wordt wijziging van de boven genoemde door U vastgestelde ver ordening op verschillende puntsn noodig geacht, terwijl verder nog eenige verbeteringen van meer tech- nischen aard dienen te worden aangebracht. Aangezien ons College zich met de door den Heer Commissaris en het Departement van Blnnenland- sche Zaken gemaakte opmerkingen, welke In de hierbij aangeboden ver ordening zijn verwerkt, volkomen kan vereenigen, stellen wij Uwen Raad mitsdien voor het besluit te willen nemen, hetwelk bij de stukken weten der inwoners. Dommer kon men niet redeneeren, maar mijn hoofd was nog zoo zwak en ik stelde mij voor, dat ik iets vernuftigs had uitgevonden Dan wilde ik mijn enge schuilplaats verlaten; maar ik had niet gerekend op mijn kluchtigen bewaker, die mij een duw gaf dat mijn ribben kraakten als wilde hij mij doen begrijpen, dat hij veeleer zou versmachten, dan mij los te laten. Nu hoorde ik een gerucht van voet stappen op de trap. De Kozakken doorzochten het huis. Meer dood dan levend hield ik mij zoo stil als maar kon, mijn adem inhoudend, zoo bang dat ik mijn hart hoorde kloppen. Toen de baron mij was komen ver wittigen, dat er Kozakken in de na bijheid waren, volgden inderdaad twee ruiters het spoor mijner voetstappen. Gelukkig was het nogal fel beginnen te sneeuwen, zoodat het in de nabij- heid van het kasteel moeilijk was te zeggen, waar ik heen gegaan was. Toch stapten de Russen af, bonden hunne paarden aan een boom, zetten hunne lansen tegen de muur en klop- teh op de groote deur. Er is hier een Fransche vluchte ling, sprak de eerste Kozak, toen een dienaar de deur had geopend. Er zijn er zelfs verscheidene, zei de andere. En zij zagen den knecht recht in de oogen. Maar deze kende zijn les; hij liet niet de minste ontroering blijken en antwoordde heel bedaard Fransche vluchtelingen ik ge loof het wel 1 We hebben er hier een twintigtal, alle gezond en welvarend, die zich zelfs de moeite niet geven zich weg te stoppen. Komt binnen, heeren, gij kunt ze zien en spreken. We zijn hier geenszins gekomen, om uwe dwaze kluchten te aanhooren, donderde een der Kozakken. Ik zeg, dat een Fransche vluchteling zich in dit huis bevindt. Ik geloof waarlijk, zei de trouwe dienaar heel onnoozel, dat gij mijn meester dom genoeg vind om zich aan de strengste straffen bloot te stellen uit liefde voor eenige slecht gekleede vagebonden, voor vijanden van het heilige Rusland Toch zullen wij zoeken, besloot de eerste Kozak. Ja, zorgvuldig zoekenvoegde de tweede erbij. Zoekt, mijne heeren, antwoordde de Pool, en voor eiken Franschman die gii hier zult vinden, beloof ik u een groote kan van ons beste bier. De lezer zal reeds begrepen hebben dat al dit gepraat van den knecht slechts diende om ons den tijd te geven onze voorzorgen te nemen. Overtuigd dat alles goed in orde was ging de baron de Kozakken tegemoet. Deze, niet tegenstaande den haat welke de Russen gewoonlijk voor de Polen gevoelen, groette hem eerbiedig. Het scheen dat de twee soldaten nog al goede jongens warenoveral vindt men lieden die beter zijn dan hun omgeving. Mijn vrienden, zei de baron, doet uw plichtik zou de eerste zijn om u te misprijzen, indien gij de u opgelegde' taak niet volbracht. Onderzoek mijn huis, ik zelf zal u begeleiden. Men bracht hem een kaars en ge volgd door de twee Kozakken doorliep hij de woning van onder tot boven ln de voorkamer bogen de soldaten heel fatsoenlijk voor de baronnes, die moeite had om haar ontroering te verbergen. Toen zij in mijn kamer kwamen, beefde ik van angst. De Pool. die zich tot over de ooren had toegedekt, ronkte dat het bed kraakte. Deze hier gaat vroeg slapen, zeide een Kozak, den dikken knecht aandachtig beziende. Hij was zeer vermoeid, antwoordde de baron. Ja vermoeid, glimlachte de Pool, en hij volgde de beweging na van iemand die te diep in het glas kijkt. De baron zweeg, hetgeen de soldaat is ter Inzage gelegd. Voorstel.;van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der ver ordening, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldi ging van de ambtenaren der ge meentepolitie. Burgemeester en Wethouders mer ken U het volgende op In de vergadering van 28 Juni 1940 besloot Uw Raad credlet te verleenen tot f 6000.voor de aan stelling van tijdelijke agenten bij de gemeentepolitie alhier. In dit verband komt het Burge meester en Wethouders gewenscht voor de „Verordening Gemeente politie" vastgesteld bij besluit van den Raad dd. 5 April j.l. en nader vastgesteld bij besluit van heden, aan te vullen op de wijze als aan gegeven in het ontwerp-besluit, het welk U bij deze ter vaststelling wordt aangeboden. Het ontwerp besluit ligt voor de heeren Raads leden ter inzage. 10. Vaststelling regeling der be zoldiging van het aan den Distri butiekring Venray verbonden perso neel. Burgemeester en Wethouders dee len U mee: Bij besluit van Uwen Raad van 22 September 1939, No. 155/132 werd vastgesteld de regeling der bezoldi ging van het aan den distributie- dienst in den kring Venray verbon den personeel. In verband met het feit, dat de distributiemaatregelen werden uit gebreid en dientengevolge de betref fende werkzaamheden toenamen, is het noodig gebleken een grooter aantal ambtenaren bij dien Dienst aan te stellen, dan aanvankelijk kon worden voorzien. De vorenbedoelde regeling dient dan ook te worden herzien. De kosten van den Distributie- dienst komen, voor wat die van het kringbureau betreft, voor 15 ten laste der kringgemeenten, over welke zij worden omgeslagen in ver houding tot haar inwoneraantal op 1 Januari van het jaar, waarin de afrekeningsperiode aanvangt. De kosten verbonden aan de uit voering der distributiewerkzaam heden binnen het gebied van elke gemeente, dus van de agentschap pen, komen voor 15 voor rekening van de gemeente. De overige 85 °,0 der kosten worden, zooals U bekend gedragen door het Rijk. De Commissie voor den Distribu- krlng Venray heeft nu een nieuwe regeling voor de bezoldiging en de beloon ing der ambtenaren van den Dlstrlbutiedienst ontworpeD, welke is verwerkt in bijgaand ontwerp besluit, hetwelk U door Burgemees ter en Wethouders ter goedkeuring wordt aangeboden. De regeling bevat de minima en maxima binnen welker grenzen door de Kringcommissie de bezoldiging of belooning van ieder der bij den Dlstrlbutiedienst verbonden ambte naren zal worden vastgesteld. In hare vergadering van 26 September j.l. heeft de commissie besloten, In verband met het door het Departe ment vastgestelde maximum van het in den Kring Venray te ver- loonen bedrag, de uit te keeren be dragen te bepalen op~de*minlma. De commissie Is er "echter diep van doordrongen, dat deze bedragen, gezien hetgeen van het personeel gevorderd wordt, behooren verhoogd te worden en zij zou zulks ook on getwijfeld hebben gedaan, Indien zij niet aan vorenbedoeld maximum gebonden was. Volgens haar zouden de belooningen dan ook moeten worden bepaald op de bedragen als terzijde op het ontwerp-besluit aan gegeven. De Commissie verzoekt dan ook dat de Raad bij het Departement zal willen bevorderen, dat alsnog deze laatstbedoelde bedragen aan loon zal mogen worden uitgekeerd, welk verzoek door ons college ten- volle wordt ondersteund. Ondanks de telkens herhaalde vraag of een der Heeren Raadsleden over een punt het woord verlangde of hoofdelijke stemming, bleef het stil ln de Raadszaal en passeerden deze punten den hamer. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voteeren van een bedrag groot f 3000.voor vergoe dingen van personeel Luchtbescher mingsdienst wegenB het verrichten van diensten ten behoeve van ge noemden Dienst. Aangezien de mogelijkheid geopend wordt om aan de leden van den Luchtbeschermingsdienst een ver goeding uit te keeren wegens ver richte diensten, verzoeken Burge meester en Wethouders hun daartoe in de gelegenheid te stellen door het verleenen van bovenstaand cre- diet en het vaststellen van het bedrag der vergoeding aan hen over •te laten. Anders was het bij punt 11. Hier was een vosje geschoten en kwam de verdeeling der huid aan de orde. De heer Millen was niet tegen een vergoeding voor dlenBten bij dezen dienst, doch wilde hij wel eens weten, hoe het toch kwam, dat indertijd een 30 tal werklieden zich vrijwillig voor dezen dienst beschik baar hebben gesteld doch nimmer een oproeping om dienst te doen mochten ontvangen. De Voorzitter zegt toe deze vraag aan het Hoofd van Dienst te zullen voorleggen. De Heer Pyls meent, dat gebleken is, dat er zich meerdere opgegeven hebben, die echter moeilijk konden opkomeD, daar zij hun werk niet in den steek konden laten. Zij zullen daarom door het Hoofd van den Dienst bij de reserve ingedeeld zijn. Trouwens den eersten tijd ging het goed met dat vrijwillig opkomen, maar allengskens verslapten velen. De Heer Millen is het met deze redeneeriDg niet eens, terwijl de Heer Odenhoven het toejuicht, dat er nu vergoeding gegeven zal wor den, hij hoopt echter, dat deze ver goeding gegeven worden zal, hij hoopt echter, dat deze vergoeding gegeven zal worden met terugwer kende kracht. De Heer Relntjes had er schik in, dat dit punt op de agenda gekomen was. Zonder vergoeding werken valt op den duur niet mee. Hij hoopt echter, dat ook op de kerkdorpen een deel van het gevoteerd bedrag zal terecht komen. De Heer Steeghs valt den Heer Relntjes bij en zag ook Castenray- sche beurzen gaarne wat bijgevuld. Verder wilde de Heer Steeghs een verwarmd lokaal voor de leden van dezen dienst beschikbaar stellen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de leden moeten patrouilleeren door de gemeense, dus aan een verwarmd lokaal niet veel hebben. De Voorzitter zegt, datln den be ginne de zaak der luchtbescherming met animo is aangepakt, doch de omstandigheden van toen en nu zijn niet elkaar te vergelijken, vandaar het voorstel op de agenda, waardoor het ook mogelijk wordt een vast9 kern voor deze diensten ln te stellen, wat beter zal werken dan een groot vrijwillig corps. Een vaste ploeg werkt zlcb in en wordt meer gerou tineerd. De Heer Millen gaat met den Voorzitter mee, al wjjst hij er nog maals op, dat het voor de betrok kenen niet prettig Is als zij zich spontaan opgegeven hebben, nimmer te hooren, dat er op hun vrijwillig aanbod ingegaan Is. De Voorzitter zegt gaarne onder zoek toe. Ook de Heer Pijl3 kwam tot de overtuiging, dat een vaste kern het beste was, maar een 4 of 5tal per sonen, die van den beginne af veel dienst gepresteerd hebben, zag hij gaarne een gratificatie toegekend, vooral daar zij in den nacht de ge- heele gemeente controleerden. De Heer Camps had nog nooit iets gehoord van dezen dienst in Oostrum. in zijn meening versterkte dat hij juist geraden had. De jongste Kozak keek onder het bed en daar ook niets vindende, ver lieten zij de kamer. Eenige oogenblik ken later hoorde ik de voordeur open gaan en de ongenoodigde gasten ver lieten het kasteel. Ik kroop uit mijn schuilplaats en drukte dankbaar de hand van den slimmen knecht, hem in 't Spaansch, in 't Fransch en in 't Vlaamsch aan sprekende zonder de taal te kunnen gebruiken die hij verstond. De baron keerde weldra terug Nu zijn wij voor eenige dagen van die nieuwsgierige kerels verlost, zeide hijik heb hun eenige glaasjes bran dewijn ingeschonken, en ben verzekerd dat zij overal zullen spreken van mijn groote vaderlandsliefde "en mijn slaafsche onderwerping aan de bevelen de: Keizers. Mijnheer de baron, smeekte ik, Iaat mij onmiddellijk vertrekken. Het begint duister te worden en ik zal gemakkelijk ver van hier geraken zonder gezien te worden. De baron deed mij zwijgen. Te vergeefs, zeide hij, zult gij aandringen, ge moogt niet weg gaan voordat ge goed hersteld zijt. Vijftien uren van hier woont een mijner vrienden; wiens kasteel zoowel als dit, midden in 't woud gebouwd is. De brave knecht daar zal uw leidsman wezen en voor zien van een aanbevelingsbrief, zultgi daar een goed onthaal vinden. Zoo raadzaam is, dan zal hij wel iemand kennen, die u tot in Oostenrijk brengt. Misschien ook zal hij het beter vinden dat gij nog eenigen tijd bij hem blijft, in afwachting dat de vrede geteekend wordt. In alle geval, wees gerust... Nu ga ik naar beneden. Men zal u kleeren geven, die gij moet aantrekken voordat ge naar de eetzaal komt, waar mijn vrouw ons wacht. Ik was nog eens gedwongen mij te I onderwerpen. Wie kan wederstaan, wan- neer de liefdadigheid allerlei listen uilzoekt om u niet te verootmoedigen. Alhoewel ik zeer ontroerd was, toch deed ik eer aan de heerlijke spijzen, die mij werden voorgezet. Na den maaltijd plaatste men mij in een leun stoel bij het vuur en op verlangen der barones begon ik mijn lotgevallen te verhalen. Meer dan eens stortte zij tranen van medelijden en somtijds speet het mij haar aldus te bedroeven. Vervolgens werd er gesproken van mijn reis naar het kasteel van mijn nieuwen weldoener, waar ik minder gevaar liep dan in mijn tegenwoordige schuilplaats. Men zou mij kleeden als een Pool schen boer Ivan, mijn diklijvige vriend moest mij vergezellen; wanneer wij dan iemand zouden ontmoeten, moest ik houden als een doofstomme. Dit was het beste middel om mij niet te verraden. Doch dit ontwerp kon slechts acht dagen later uitgevoerd worden, wanneer mijne krachten zou den zijn teruggekeerd. Zooals ik nu er uitzag, zou elkeen wel zien, dat ik een vluchteling was. Een vijftiental dagen na mijn aan komst bij die nooit genoeg geprezen weldoeners, mocht ik mijn reisgewaad aantrekken. Een haren muts bedekte mijn voorhoofd, de dikke kraag van een lange met pelswerk bezetten man tel liet nauwelijks mijn neus en een deel mijner wangen zien, en een paar warme laarzen kwamen mij tot aan de kniën. De slimste Kozak van geheel Rusland zou in mij niets anders gezien hebben dan een eenvoudigen, kommerloozen Poolschen pachter. Ik snikte als een kind dat zijn be minde ouders verlaat, toen ik mijne weldoeners voor hunne goedheid be dankte en hun vaarwel zegde. Zij zelve waren zeer ontroerd en ik zag tranen in hunne oogeen blinken. Zij drukten mij voor de laatste maal de hand, en wenschten mij een gelukkige weder- En toch is hjj er, antwoordde de Heer Pjjls. De Heer Millen zou deze zaak verder aan B. en W.,overlaten, maar een goed uurloon uitbetalen. De Voorzitter zegt, dat het uur loon 35 cent zal bedragen zooals ln de buurtgemeenten. De Heer P jj ls bepleit nogmaals zjjn voorstel om die 4 en 5 personen, die veel dienst gedaan hebben een gra tificatie toe te voegen. De Heer Millen wil het uurloon op 40 cent gebracht zien, wat naar de Voorzitter zegt, de goedkeuring der Gedeputeerde Staten niet halen zal. Zoo zachtjes aan wordt de con versatie algemeen, ja zelfs de Voor zitter week af van de eerste en tweede Instantie. Genoegeljjk babbel den de Raadsleden verder over de terugwerkende kracht der loonult- keerlng. De Voorzitter voorzag echter een groot geharrewar, waarop de Heer Arts zei, dat het beter was van nu af aan te tellen. De Voorzitter achtte het, het Ideaal om dergeljjke diensten pro Deo te verrichten maar dat gaat zwaar, daar de goedwilligen door de anderen worden uitgelachen met bet zeggen: ga jjj nog voor niets werken De Heer Camps meent, dat er voor 35 cent per uur liefhebbers genoeg zullen komen, doch de Heer Millen ziet zijn voorstel van 40 cent per uur, gesteund door de Heeren Odenhoven en Arts, in stemming gebracht en aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. De Voorzitter adviseert om niet van terugwerkende kracht ln deze te sprekeD, waarmede de Raad ac- coord ging. De Heer Nellssen wjjst er op, dat in Olrlo voor de leden van de Lucht bescherming een collecte is gehou den waaruit deze diensten werden gehonoreerd. 12. Begrootingswjjziging 1939. Concept ligt voor de Heeren Raads leden ter inzage. 13. Begrootingswjjziging 1940. Concept ligt voor de Heeren Raads leden ter inzage. Z.h.s. goedgekeurd. 14. Behandeling van belasting zaken. Stukken liggen voor de Heeren Raadsleden ter inzage. Werd op voorstel van den Voor zitter in besloten vergadering behan deld. Na heropening der openbare ver gadering wees de Heer Arts op het uitblijven der herstellingen aan den Oostrumschen weg. Hjj meende dit toe te moeten schrjjven aan gebrek aan materiaal. De Voorzitter zegt, dat er niets te krjjgen Is, waarna de Heer Arts de wensch uitspreekt, dat er nu begon nen zal worden met het beplanten der puinplaats. Dit is de bedoeling zegt de Voorzitter. Als de Heer Camps voorstelt om de wegreparatle uit te voeren met teer der Gasfabriek zegt de Voor zitter, dat het verboden is deze teer te gebruiken. De Heer Odenhoven weet wel, dat er een kap verbod is, maar op de Smakterhel staan boomen, die z.l. goed gekapt kunnen worden en in een tjjd van kolenschaarste als nu, veel geld in het laadje zullen bren gen. Als de Heer van Djjck een be schouwing gegeven heeft over de gronden, die door de Grondmjj voor bebouwing klaar gemaakt zjjn, zag hjj gaarne, dat deze gronden ver kocht of verpacht werden. Daar zjjn vele krachten, die deze gronden wil len bewerken. Voor de gronden zelf was het ook beter, daar bjj gebrek aan groen bemesting de humus ver dwijnt en de grond z.i. slechter is als voor hjj omgedaan is. Ook Wethouder Pubben onder streept dit betoog en acht verkoop van grond een groote versteviging der Gemeentekas, vooral nu er zoo veel kooplust is. De Voorzitter zal dit voorstel eens in studie nemen. Niemand het woord meer verlan gende, sluit de Voorzitter de verga dering met gebed. komst in mijn vaderland. Wat is er van die edele harten ge worden Nooit heb ik nog iets van hen ver nomen, alhoewel ik hun later verschil lende brieven toestuurde. Hebben zij hun vaderland verlaten om elders een veiliger toevluchtsoord te zoeken. Heeft het wreede Rusland, altijd op zoek naar nieuwe slachtoffers, ze naar de koude woestijnen van Siberie ge zonden Wie weet I VI SOLDAAT-TUINMAN. Vooraleer mij te laten vertrekken, had de barones mij een goed pak kleeren en lijfgoed en een weinig geld gegeven. Ik warm gekleed, gezond en moedig en volgde zeer goed mijn leidsman, die nochtans een felle voet ganger was. De streek die ik nu doorliep, was meer bewoond dan die waar ik eenige dagen te voren doorgekomen was. Metr dan eens deed Ivan mij de eene of andere hofstede binnentreden, waar men ons, nu voor eenige centen, of uit loutere vriendschap, eene goede kan bier schonk. Nooit liet hij mij ergens binnentreden dan bij brave lieden, wiens haat tegen het Russisch staatsbestuur hij kende. Gewoonlijk vermeden wij de groote baan om kleine wegen te volgen die door het woud liepen. Het was de eerste maal niet dat mijn vriend dien weg aflegde. Elk jaar vergezelde hij zijn meester, wanneer deze eenige weken ging doorbrengen bij zijn vriend die nu, als het God beliefde, mijn beschermer ging worden. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5