TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Mef Napoleon naar
Rusland en (erug.
Zaterdag 5 October 1940
Een en Zestigste Jaargang No 40
Vergadering
Gemeenteraad,
Nadat de Voorzitter de vergade
ring met gebed geopend had, deelde
hjj mede, dat de heer Claesaena had
bericht verhinderd te zjjn deze ver
gadering bjj te wonen en dat de
heer Guelen bericht gezonden had,
wegens vertrek uit de Gemeente,
ontslag te nemen als lid van den
Raad. De Voorzitter wist zich ver
zekerd van de instemming der Raads
leden, als bjj dank bracht aan den
Heer Guelen voor het vele, dat hjj
in de korte spanne tjjds van zijn
Raadslidmaatschap voor de Ge
meente gedaan had. Hij stelt voor
in een schrjjven den heer Guelen
dezen dank over te brengen.
Als de agenda aan de orde ge
steld wordt, zegt de heer Pyls bij
punt 1 der agenda, de notulen der
openbare vergadering van 28 Juni
1940, hierin gemist ie hebben den
dank, die aan het bestuur en leden
der Luchtbeschermingsdienst ge
bracht is voor hunne diensten.
De Raad vereenlgde zich met het
voorstel van den Voorzitter om dit
alsnog aan de notulen toe te voegen.
2. Ingekomen stukken
a. proces-verbaal kasopname Ge
meente-Ontvanger 39 kwartaal 1940
b. besluit van Gedeputeerde Staten
tot goedkeuring Raadsbesluit d.d.
28 Juni 1940 tot onderhandschen
verkoop van 2 pereeelen grond aan
J. Rongen en M. Versteegen.
c. alsvoren bel rcffende ruiling van
grond met L. Casters te Olrlo.
d. alsvoren betreffende wijziging
raadsbesluit van 28 Februari 1939,
No. 29/27, strekkende tot verkoop
van een perceel grond aan A. W.
Janssen te Ysselsteyn.
e. alsvoren betreffende wijziging
begrooting 1939.
f. alsvoren betreffende wijziging
begrooting 1938 (kapltaaldienst).
g. verslag Handelsavondschool
over het jaar 1939.
h. schrgven Gedeputeerde Staten
van Limburg betreffende goedkeu
ring verordening tot heffing van op
centen op de gemeentefondsbelastlng.
i. alsvoren betreffende verorde
ning tot heffing van precariorechten.
Werden voor kennisgeving aange
nomen.
3. Onderzoek geloofsbrief met
bjjbehoorende stukken nieuw be
noemd lid van den Gemeenteraad,
den Heer Tb. G. Wintels, wonende
te Venray, Henseniusstraat 1.
De Voorzitter stelde een Commis
sie in, bestaarde uit de heeren Pyls
Relntjes en Camps voor onderzoek
der geloofsbrieven, Nadat de Com
missie deze onderzocht had bracht
de Commissie bij monde van den
heer Rejjntjes rapport uit, meldende
een en ander in orde bevonden te
hebben en adviseerde derhalve den
heer Wintels als lid van den Raad
toe te laten.
4. Aanvulling Algemeen Burger
lijk Armbestuur wegens periodieke
aftreding van het lid A. J. J. Jans
sen met den len Dinsdag van Sep
tember.
Door Burgemeester en Wethouders
wordt voorgedragen het navolgende
dubbeltal
1. A. J. J. Janssen, le geneesheer
van het St. Servatiusgestlcht, Groote
straat 25 (afgetreden).
2. J. W. Laurénsse, oud-directeur
bijkantoor Venray Ned. Landbouw-
bank, Patersstraat 15.
Het Burgerlijk Armbestuur, over
deze voordacht gehoord, heeft ver
klaard zich hiermede te kunnen
vereenigen.
Met algemeene stemmen werd de
heer A. J. J. Janssen herbenoemd.
5. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om het aan P. J. H.
Sanders, Akkerweg 9, onder hypo
thecair verband geleend bedrag van
f 1700.te verhoogen tot f 2000.—
Burgemeester en Wethouders
deelen het volgende mede
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
Volgens Raadsbesluit van 28 Oct.
1938, no. 113/43, goedgekeurd door
Gedeputeerde Staten bij besluit van
4 November 1938, La 13767/6 C, werd
aan Sanders bovengenoemd een be
drag van f 1700 - ter leen verstrekt
tegen 4x/4 pet. met onderzetting van
zijn woning met bijbehoorenden
grond, Akkerweg 9, kad. bekend C
5299, groot 9.00 Aren. Sanders heeft
nu verzocht dit bedrag onder dezelf
de voorwaarden met f 300.—^ te
verhoogen. Waar de overwaarde van
het pand ruim voldoende Is en San
ders aan zijne verplichtingen tot nu
toe behoorlijk heeft voldaan bestaat
daartegen naar de meening van
Burgemeester en Wethouders geen
bezwaar en stellen zij den Raad dan
ook voor het verzoek ln te willigen.
6. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om het Raadsbesluit be
treffende het verhaal van de coupon
belasting opnieuw vast te stellen,
thans zoodanig, dat dit verhaal
voortaan wordt toegepast bij de
rentebetaling voor alle geldleeningen
der gemeente, tenzij uitdrukkelijk
het tegendeel is bedongen.
Burgemeester en Wethouders
deelen het volgende mede:
Bij Raadsbesluit van 28 Februari
1934, no. 30/45, is bepaald, dat bij de
uitbetaling der opbrengst van cou
pons van effecten hieronder dan
enkel te verstaan stukken, die, als
aandeelen, obligaties of onder welke
benaming ook, gerangschikt kunnen
worden onder de effecten of publieke
fondsen ten laste der gemeente
aan de daarop rechthebbenden de
krachtens de wet van 29 December
1935, S 780, daarop verschuldigde
belasting af te houden. Verder mocht
toen niet worden gegaan. Thans
evenwel is deze wet bij besluit van
den Heer Secretaris-Generaal van
het Departement van Financiën d.d.
6 Juli 1940 (Verordeningsblad stuk
14, no. 63) zoodanig aangevuld, dat
onder effecten in den zin dier wet
mede worden verstaan alle vorde
ringen ten laste van publiekrechte
lijke of privaatrechtelijke rechts
personen, indien deze vorderingen
het gevolg zijn van leeningeD, die
bestemd tot voorziening ln de
'kapitaalbehoefte dier rechtspersonen,
ln wezen dezelfde strekking hebben
als obligatieleeningen, welke strek
king in elk geval wordt aanwezig
geacht, indien de leening niet binnen
een jaar na het aangaan daarvan
zoowel opeischbaar als aflosbaar Is,
terwijl, indien een der partijen het
recht heeft de leeniDg te verlengen
ter bepaling van den vervaldag het
recht tot verlenging mede wordt In
aanmerking genomen.
Practisch komt dit hierop neer,
dat thans ook voor rentebetaling
volgens onze onderhandsche leening-
overeenkomsten door de Gemeente
schuldenares couponbelasting
(2 pet.) verschuldigd is, terwijl nu
echter krachtens art. 5 dier wet de
Gemeente ook deze belasting bij de
uitbetaling der rente mag inhouden,
tenzij natuurlijk het tegendeel bij de
overeenkomst Is bedongen. Dit laat
ste is, wat onze leeningen betreft
enkel het geval ten aanzien van
a. de leening (1936), nog groot
f 17900.bij het Algemeen Mijn
werkersfonds te Heerlen
b. de leening (1939), nog groot
f 56000.bij de Hollandsche Socië
teit van Levensverzekeringen N.V.
te Amsterdam
c. de leening (1940), nog groot
f 105000bij de Centrale Werk
gevers-Risico-Bank te Amsterdam.
Burgemeester en Wethouders stel
len den Raad voor, voor de overige
leeningen gebruik te maken van de
bevoegdheid tot verhaal. Volgens
den huldigen stand der gemeente
schuld zal de Gemeente moeten be
talen aan couponbelasting ruim
f 400.waarvan dan nu echter
rond f 250.kan worden verhaald.
Dit verhaal geschiedt op de meest
eenvoudige wijze, n.l. door Inhouding
bij de uitbetaling der rente.
7. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om de kosten van een
Het gevaar, ging hij voort, is overi
gens zoo groot niet als gij wel schijnt
te denken. De Kozakken zijn woeste
kerels, die gaarne moorden en rooven,
maar zij zijn zoo dom als ezels en het
is niet moeilijk ze om den tuin te lei
den. Ik moest niets anders doen dan
den raad opvolgen van den Pool die bij
mij zou blijven; de baron wilde zelf den
vijand tegemoet gaan.
Hij ging naar beneden, mij alleen
latende met den reus, die geen woord
Fransch kennende, zich bij middel van
teekenen deed Verstaan.
Ik kroop tusschen de twee matras
sen en verstopte mijn kleeren. De Pool
ontkleedde zich, wond een grooten
zakdoek aan zijn hoofd en legde zich
in mijn plaats. Een oogenblik nadien
snurkte hij als iemand die in diepen
slaap gedompeld ligt.
Ik lag daar niet al te gemakkelijk
want de reus woog zoo zwaar als
ijzer... Dan, ik dacht aan hetgeen mijn
weldoeners zouden lijden indien men
mij ontdekte. Die gedachte vooral pij
nigde me. Ik beschuldigde mezelf en
het speet me geweldig, dat ik aan die
edelmoedige lieden de gastvrijheid had
gevraagd.
Het is misschien nog niet te laat,
dacht ik Ik zal opstaan, de Russen te
gemoet Ioopen en hun zeggen, dat ik,
bi dit huls ben gedrongen buiten het
nieuwen ketel voor de centrale ver
warming in de gemeentewoning,
Grootestraat 15, voor rekeniDg der
gemeente te nemen.
Geconstateerd Is, dat bovenbedoel
de ketel zoodanig versleten was, dat
hij redelijkerwijze niet meer te
repareeren was. Daarom moest een
nieuwe ketel worden ingebouwd,
waarvan de kosten hebben bedragen
f 305 alles inbegrepen. Hoewel de
centrale verwarming indertijd door
den tegenwoordlgen bewoner bekos
tigd is met eene bijdrage van de
Gemeente, is toen daarbij bepaald,
dat de installatie volledig eigendom
van de Gemeente werd. Het komt
daarom Burgemeester en Wethou
ders thans redelijk voor, dat de
kosten der gedeeltelijke vernieuwing
voor rekening der gemeente worden
genomen.
8. Wijziging en vaststelling der
verordening regelende de rangen, het
aantal, de samenstelling, de eischen
van benoembaarheid en de bezoldi
ging van de ambtenaren der ge
meentepolitie.
Burgemeester en Wethouders dee
len U het volgende mede
In de vergadering van 5 April j.l.
besloot Uwe Raad tot vaststelling
eener verordening regelende de ran
gen, het aantal; de samenstelling,
de eischen van benoembaarheid en
de bezoldiging van de ambtenaren
der gemeentepolitie.
In opdracht van den Heer Secre
taris-Generaal, wnd. Hoofd van het
Departement van Blonenlandsche
Zaken deelt de Commissaris der
Provincie Limburg ons onder terug
zending der ter goedkeuring inge
zonden verordening mede, dat deze
verordening, alvorens goedgekeurd
te kunnen worden eenige wijzigingen
dient te ondergaan en wel zooals in
zijn schrijven, hetwelk met de stuk
ken voor de Heeren Raadsleden ter
inzage is gelegd, nader is aange
geven.
Tot dusver is ten aanzien van
verordeningen ex artikel 223, 3e lid
der gemeentewet, waaronder de
onderhavige verordening ressorteert,
steeds het standpunt Ingenomen, dat
de Raad het nemen van beslissingen
als uitvoering van bepalingen nopens
bezoldiging of vergoedingen aan zich
moest houden, dan wel bij de ver
ordening de uitvoering van zoodanige
bepalingen moest opdragen aan het
college van Burgemeester en Wet
houders. Dit standpunt is thans
door het Departement van Binnen-
landsche Zaken verlaten en het
wordt derhalve nader aangewezen
geoordeeld, dat de Burgemeester
optreedt als uitvoerend orgaan met
betrekking tot bepalingen, die zijn
beleid en verantwoordelijkheid als
hoofd der plaatselijke politie raken,
voorzoover dit althans niet bepaal
delijk in strijd met de gemeentewet
moet worden geacht. In het bijzon
der valt hier te denken aan de be
palingen, bij de uitvoering waarvan
in meer of mindere mate een beoor
deeling van de hoedanigheden van
het politiepersoneel in het geding
komt, zooals het toekennen van
buitengewone verhoogingen, het
vaststellen van de aanvangswedde
boven het in de verordening vast
gestelde minimum, het toekennen
van gratificatie's e.d. In deze en
dergelijke gevallen behoort de be
slissing uiteindelijk aan den burge
meester te worden opgedragen.
Door deze verandering van ziens
wijze wordt wijziging van de boven
genoemde door U vastgestelde ver
ordening op verschillende puntsn
noodig geacht, terwijl verder nog
eenige verbeteringen van meer tech-
nischen aard dienen te worden
aangebracht.
Aangezien ons College zich met
de door den Heer Commissaris en
het Departement van Blnnenland-
sche Zaken gemaakte opmerkingen,
welke In de hierbij aangeboden ver
ordening zijn verwerkt, volkomen
kan vereenigen, stellen wij Uwen
Raad mitsdien voor het besluit te
willen nemen, hetwelk bij de stukken
weten der inwoners. Dommer kon men
niet redeneeren, maar mijn hoofd was
nog zoo zwak en ik stelde mij voor,
dat ik iets vernuftigs had uitgevonden
Dan wilde ik mijn enge schuilplaats
verlaten; maar ik had niet gerekend
op mijn kluchtigen bewaker, die mij
een duw gaf dat mijn ribben kraakten
als wilde hij mij doen begrijpen, dat hij
veeleer zou versmachten, dan mij los
te laten.
Nu hoorde ik een gerucht van voet
stappen op de trap. De Kozakken
doorzochten het huis. Meer dood dan
levend hield ik mij zoo stil als maar
kon, mijn adem inhoudend, zoo bang
dat ik mijn hart hoorde kloppen.
Toen de baron mij was komen ver
wittigen, dat er Kozakken in de na
bijheid waren, volgden inderdaad twee
ruiters het spoor mijner voetstappen.
Gelukkig was het nogal fel beginnen
te sneeuwen, zoodat het in de nabij-
heid van het kasteel moeilijk was te
zeggen, waar ik heen gegaan was.
Toch stapten de Russen af, bonden
hunne paarden aan een boom, zetten
hunne lansen tegen de muur en klop-
teh op de groote deur.
Er is hier een Fransche vluchte
ling, sprak de eerste Kozak, toen een
dienaar de deur had geopend.
Er zijn er zelfs verscheidene, zei
de andere.
En zij zagen den knecht recht in de
oogen. Maar deze kende zijn les; hij
liet niet de minste ontroering blijken
en antwoordde heel bedaard
Fransche vluchtelingen ik ge
loof het wel 1 We hebben er hier een
twintigtal, alle gezond en welvarend,
die zich zelfs de moeite niet geven
zich weg te stoppen. Komt binnen,
heeren, gij kunt ze zien en spreken.
We zijn hier geenszins gekomen,
om uwe dwaze kluchten te aanhooren,
donderde een der Kozakken. Ik zeg,
dat een Fransche vluchteling zich in
dit huis bevindt.
Ik geloof waarlijk, zei de trouwe
dienaar heel onnoozel, dat gij mijn
meester dom genoeg vind om zich aan
de strengste straffen bloot te stellen
uit liefde voor eenige slecht gekleede
vagebonden, voor vijanden van het
heilige Rusland
Toch zullen wij zoeken, besloot
de eerste Kozak.
Ja, zorgvuldig zoekenvoegde de
tweede erbij.
Zoekt, mijne heeren, antwoordde
de Pool, en voor eiken Franschman
die gii hier zult vinden, beloof ik u
een groote kan van ons beste bier.
De lezer zal reeds begrepen hebben
dat al dit gepraat van den knecht slechts
diende om ons den tijd te geven onze
voorzorgen te nemen. Overtuigd dat
alles goed in orde was ging de baron
de Kozakken tegemoet. Deze, niet
tegenstaande den haat welke de Russen
gewoonlijk voor de Polen gevoelen,
groette hem eerbiedig. Het scheen dat
de twee soldaten nog al goede jongens
warenoveral vindt men lieden die
beter zijn dan hun omgeving.
Mijn vrienden, zei de baron, doet
uw plichtik zou de eerste zijn om u
te misprijzen, indien gij de u opgelegde'
taak niet volbracht. Onderzoek mijn
huis, ik zelf zal u begeleiden.
Men bracht hem een kaars en ge
volgd door de twee Kozakken doorliep
hij de woning van onder tot boven ln
de voorkamer bogen de soldaten heel
fatsoenlijk voor de baronnes, die moeite
had om haar ontroering te verbergen.
Toen zij in mijn kamer kwamen,
beefde ik van angst. De Pool. die zich
tot over de ooren had toegedekt, ronkte
dat het bed kraakte.
Deze hier gaat vroeg slapen,
zeide een Kozak, den dikken knecht
aandachtig beziende.
Hij was zeer vermoeid, antwoordde
de baron.
Ja vermoeid, glimlachte de Pool,
en hij volgde de beweging na van
iemand die te diep in het glas kijkt.
De baron zweeg, hetgeen de soldaat
is ter Inzage gelegd.
Voorstel.;van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging der ver
ordening, regelende de rangen, het
aantal, de samenstelling, de eischen
van benoembaarheid en de bezoldi
ging van de ambtenaren der ge
meentepolitie.
Burgemeester en Wethouders mer
ken U het volgende op
In de vergadering van 28 Juni
1940 besloot Uw Raad credlet te
verleenen tot f 6000.voor de aan
stelling van tijdelijke agenten bij de
gemeentepolitie alhier.
In dit verband komt het Burge
meester en Wethouders gewenscht
voor de „Verordening Gemeente
politie" vastgesteld bij besluit van
den Raad dd. 5 April j.l. en nader
vastgesteld bij besluit van heden,
aan te vullen op de wijze als aan
gegeven in het ontwerp-besluit, het
welk U bij deze ter vaststelling
wordt aangeboden. Het ontwerp
besluit ligt voor de heeren Raads
leden ter inzage.
10. Vaststelling regeling der be
zoldiging van het aan den Distri
butiekring Venray verbonden perso
neel.
Burgemeester en Wethouders dee
len U mee:
Bij besluit van Uwen Raad van
22 September 1939, No. 155/132 werd
vastgesteld de regeling der bezoldi
ging van het aan den distributie-
dienst in den kring Venray verbon
den personeel.
In verband met het feit, dat de
distributiemaatregelen werden uit
gebreid en dientengevolge de betref
fende werkzaamheden toenamen, is
het noodig gebleken een grooter
aantal ambtenaren bij dien Dienst
aan te stellen, dan aanvankelijk
kon worden voorzien.
De vorenbedoelde regeling dient
dan ook te worden herzien.
De kosten van den Distributie-
dienst komen, voor wat die van het
kringbureau betreft, voor 15 ten
laste der kringgemeenten, over
welke zij worden omgeslagen in ver
houding tot haar inwoneraantal op
1 Januari van het jaar, waarin de
afrekeningsperiode aanvangt.
De kosten verbonden aan de uit
voering der distributiewerkzaam
heden binnen het gebied van elke
gemeente, dus van de agentschap
pen, komen voor 15 voor rekening
van de gemeente. De overige 85 °,0
der kosten worden, zooals U bekend
gedragen door het Rijk.
De Commissie voor den Distribu-
krlng Venray heeft nu een nieuwe
regeling voor de bezoldiging en de
beloon ing der ambtenaren van den
Dlstrlbutiedienst ontworpeD, welke
is verwerkt in bijgaand ontwerp
besluit, hetwelk U door Burgemees
ter en Wethouders ter goedkeuring
wordt aangeboden.
De regeling bevat de minima en
maxima binnen welker grenzen door
de Kringcommissie de bezoldiging
of belooning van ieder der bij den
Dlstrlbutiedienst verbonden ambte
naren zal worden vastgesteld. In
hare vergadering van 26 September
j.l. heeft de commissie besloten, In
verband met het door het Departe
ment vastgestelde maximum van
het in den Kring Venray te ver-
loonen bedrag, de uit te keeren be
dragen te bepalen op~de*minlma.
De commissie Is er "echter diep
van doordrongen, dat deze bedragen,
gezien hetgeen van het personeel
gevorderd wordt, behooren verhoogd
te worden en zij zou zulks ook on
getwijfeld hebben gedaan, Indien zij
niet aan vorenbedoeld maximum
gebonden was. Volgens haar zouden
de belooningen dan ook moeten
worden bepaald op de bedragen als
terzijde op het ontwerp-besluit aan
gegeven. De Commissie verzoekt dan
ook dat de Raad bij het Departement
zal willen bevorderen, dat alsnog
deze laatstbedoelde bedragen aan
loon zal mogen worden uitgekeerd,
welk verzoek door ons college ten-
volle wordt ondersteund.
Ondanks de telkens herhaalde
vraag of een der Heeren Raadsleden
over een punt het woord verlangde
of hoofdelijke stemming, bleef het
stil ln de Raadszaal en passeerden
deze punten den hamer.
11. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot voteeren van een
bedrag groot f 3000.voor vergoe
dingen van personeel Luchtbescher
mingsdienst wegenB het verrichten
van diensten ten behoeve van ge
noemden Dienst.
Aangezien de mogelijkheid geopend
wordt om aan de leden van den
Luchtbeschermingsdienst een ver
goeding uit te keeren wegens ver
richte diensten, verzoeken Burge
meester en Wethouders hun daartoe
in de gelegenheid te stellen door
het verleenen van bovenstaand cre-
diet en het vaststellen van het
bedrag der vergoeding aan hen over
•te laten.
Anders was het bij punt 11. Hier
was een vosje geschoten en kwam
de verdeeling der huid aan de orde.
De heer Millen was niet tegen
een vergoeding voor dlenBten bij
dezen dienst, doch wilde hij wel eens
weten, hoe het toch kwam, dat
indertijd een 30 tal werklieden zich
vrijwillig voor dezen dienst beschik
baar hebben gesteld doch nimmer
een oproeping om dienst te doen
mochten ontvangen.
De Voorzitter zegt toe deze vraag
aan het Hoofd van Dienst te zullen
voorleggen.
De Heer Pyls meent, dat gebleken
is, dat er zich meerdere opgegeven
hebben, die echter moeilijk konden
opkomeD, daar zij hun werk niet in
den steek konden laten. Zij zullen
daarom door het Hoofd van den
Dienst bij de reserve ingedeeld zijn.
Trouwens den eersten tijd ging het
goed met dat vrijwillig opkomen,
maar allengskens verslapten velen.
De Heer Millen is het met deze
redeneeriDg niet eens, terwijl de
Heer Odenhoven het toejuicht, dat
er nu vergoeding gegeven zal wor
den, hij hoopt echter, dat deze ver
goeding gegeven worden zal, hij
hoopt echter, dat deze vergoeding
gegeven zal worden met terugwer
kende kracht.
De Heer Relntjes had er schik in,
dat dit punt op de agenda gekomen
was. Zonder vergoeding werken valt
op den duur niet mee. Hij hoopt
echter, dat ook op de kerkdorpen
een deel van het gevoteerd bedrag
zal terecht komen.
De Heer Steeghs valt den Heer
Relntjes bij en zag ook Castenray-
sche beurzen gaarne wat bijgevuld.
Verder wilde de Heer Steeghs een
verwarmd lokaal voor de leden van
dezen dienst beschikbaar stellen,
waarop de Voorzitter antwoordt, dat
de leden moeten patrouilleeren door
de gemeense, dus aan een verwarmd
lokaal niet veel hebben.
De Voorzitter zegt, datln den be
ginne de zaak der luchtbescherming
met animo is aangepakt, doch de
omstandigheden van toen en nu zijn
niet elkaar te vergelijken, vandaar
het voorstel op de agenda, waardoor
het ook mogelijk wordt een vast9
kern voor deze diensten ln te stellen,
wat beter zal werken dan een groot
vrijwillig corps. Een vaste ploeg
werkt zlcb in en wordt meer gerou
tineerd.
De Heer Millen gaat met den
Voorzitter mee, al wjjst hij er nog
maals op, dat het voor de betrok
kenen niet prettig Is als zij zich
spontaan opgegeven hebben, nimmer
te hooren, dat er op hun vrijwillig
aanbod ingegaan Is.
De Voorzitter zegt gaarne onder
zoek toe.
Ook de Heer Pijl3 kwam tot de
overtuiging, dat een vaste kern het
beste was, maar een 4 of 5tal per
sonen, die van den beginne af veel
dienst gepresteerd hebben, zag hij
gaarne een gratificatie toegekend,
vooral daar zij in den nacht de ge-
heele gemeente controleerden.
De Heer Camps had nog nooit
iets gehoord van dezen dienst in
Oostrum.
in zijn meening versterkte dat hij juist
geraden had.
De jongste Kozak keek onder het
bed en daar ook niets vindende, ver
lieten zij de kamer. Eenige oogenblik
ken later hoorde ik de voordeur open
gaan en de ongenoodigde gasten ver
lieten het kasteel.
Ik kroop uit mijn schuilplaats en
drukte dankbaar de hand van den
slimmen knecht, hem in 't Spaansch,
in 't Fransch en in 't Vlaamsch aan
sprekende zonder de taal te kunnen
gebruiken die hij verstond.
De baron keerde weldra terug
Nu zijn wij voor eenige dagen van
die nieuwsgierige kerels verlost, zeide
hijik heb hun eenige glaasjes bran
dewijn ingeschonken, en ben verzekerd
dat zij overal zullen spreken van mijn
groote vaderlandsliefde "en mijn slaafsche
onderwerping aan de bevelen de:
Keizers.
Mijnheer de baron, smeekte ik,
Iaat mij onmiddellijk vertrekken. Het
begint duister te worden en ik zal
gemakkelijk ver van hier geraken
zonder gezien te worden.
De baron deed mij zwijgen. Te
vergeefs, zeide hij, zult gij aandringen,
ge moogt niet weg gaan voordat ge
goed hersteld zijt. Vijftien uren van
hier woont een mijner vrienden; wiens
kasteel zoowel als dit, midden in 't
woud gebouwd is. De brave knecht
daar zal uw leidsman wezen en voor
zien van een aanbevelingsbrief, zultgi
daar een goed onthaal vinden. Zoo
raadzaam is, dan zal hij wel iemand
kennen, die u tot in Oostenrijk brengt.
Misschien ook zal hij het beter vinden
dat gij nog eenigen tijd bij hem blijft,
in afwachting dat de vrede geteekend
wordt. In alle geval, wees gerust... Nu
ga ik naar beneden. Men zal u kleeren
geven, die gij moet aantrekken voordat
ge naar de eetzaal komt, waar mijn
vrouw ons wacht.
Ik was nog eens gedwongen mij te
I onderwerpen. Wie kan wederstaan, wan-
neer de liefdadigheid allerlei listen
uilzoekt om u niet te verootmoedigen.
Alhoewel ik zeer ontroerd was, toch
deed ik eer aan de heerlijke spijzen,
die mij werden voorgezet. Na den
maaltijd plaatste men mij in een leun
stoel bij het vuur en op verlangen der
barones begon ik mijn lotgevallen te
verhalen.
Meer dan eens stortte zij tranen van
medelijden en somtijds speet het mij
haar aldus te bedroeven.
Vervolgens werd er gesproken van
mijn reis naar het kasteel van mijn
nieuwen weldoener, waar ik minder
gevaar liep dan in mijn tegenwoordige
schuilplaats.
Men zou mij kleeden als een Pool
schen boer Ivan, mijn diklijvige vriend
moest mij vergezellen; wanneer wij dan
iemand zouden ontmoeten, moest ik
houden als een doofstomme.
Dit was het beste middel om mij
niet te verraden. Doch dit ontwerp
kon slechts acht dagen later uitgevoerd
worden, wanneer mijne krachten zou
den zijn teruggekeerd. Zooals ik nu er
uitzag, zou elkeen wel zien, dat ik een
vluchteling was.
Een vijftiental dagen na mijn aan
komst bij die nooit genoeg geprezen
weldoeners, mocht ik mijn reisgewaad
aantrekken. Een haren muts bedekte
mijn voorhoofd, de dikke kraag van
een lange met pelswerk bezetten man
tel liet nauwelijks mijn neus en een deel
mijner wangen zien, en een paar warme
laarzen kwamen mij tot aan de kniën.
De slimste Kozak van geheel Rusland
zou in mij niets anders gezien hebben
dan een eenvoudigen, kommerloozen
Poolschen pachter.
Ik snikte als een kind dat zijn be
minde ouders verlaat, toen ik mijne
weldoeners voor hunne goedheid be
dankte en hun vaarwel zegde. Zij zelve
waren zeer ontroerd en ik zag tranen
in hunne oogeen blinken. Zij drukten
mij voor de laatste maal de hand, en
wenschten mij een gelukkige weder-
En toch is hjj er, antwoordde de
Heer Pjjls.
De Heer Millen zou deze zaak
verder aan B. en W.,overlaten, maar
een goed uurloon uitbetalen.
De Voorzitter zegt, dat het uur
loon 35 cent zal bedragen zooals ln
de buurtgemeenten.
De Heer P jj ls bepleit nogmaals zjjn
voorstel om die 4 en 5 personen, die
veel dienst gedaan hebben een gra
tificatie toe te voegen.
De Heer Millen wil het uurloon op
40 cent gebracht zien, wat naar de
Voorzitter zegt, de goedkeuring der
Gedeputeerde Staten niet halen zal.
Zoo zachtjes aan wordt de con
versatie algemeen, ja zelfs de Voor
zitter week af van de eerste en
tweede Instantie. Genoegeljjk babbel
den de Raadsleden verder over de
terugwerkende kracht der loonult-
keerlng. De Voorzitter voorzag echter
een groot geharrewar, waarop de
Heer Arts zei, dat het beter was van
nu af aan te tellen.
De Voorzitter achtte het, het Ideaal
om dergeljjke diensten pro Deo te
verrichten maar dat gaat zwaar, daar
de goedwilligen door de anderen
worden uitgelachen met bet zeggen:
ga jjj nog voor niets werken
De Heer Camps meent, dat er voor
35 cent per uur liefhebbers genoeg
zullen komen, doch de Heer Millen
ziet zijn voorstel van 40 cent per uur,
gesteund door de Heeren Odenhoven
en Arts, in stemming gebracht en
aangenomen met 8 tegen 4 stemmen.
De Voorzitter adviseert om niet
van terugwerkende kracht ln deze
te sprekeD, waarmede de Raad ac-
coord ging.
De Heer Nellssen wjjst er op, dat
in Olrlo voor de leden van de Lucht
bescherming een collecte is gehou
den waaruit deze diensten werden
gehonoreerd.
12. Begrootingswjjziging 1939.
Concept ligt voor de Heeren Raads
leden ter inzage.
13. Begrootingswjjziging 1940.
Concept ligt voor de Heeren Raads
leden ter inzage.
Z.h.s. goedgekeurd.
14. Behandeling van belasting
zaken.
Stukken liggen voor de Heeren
Raadsleden ter inzage.
Werd op voorstel van den Voor
zitter in besloten vergadering behan
deld.
Na heropening der openbare ver
gadering wees de Heer Arts op het
uitblijven der herstellingen aan den
Oostrumschen weg. Hjj meende dit
toe te moeten schrjjven aan gebrek
aan materiaal.
De Voorzitter zegt, dat er niets te
krjjgen Is, waarna de Heer Arts de
wensch uitspreekt, dat er nu begon
nen zal worden met het beplanten
der puinplaats. Dit is de bedoeling
zegt de Voorzitter.
Als de Heer Camps voorstelt om
de wegreparatle uit te voeren met
teer der Gasfabriek zegt de Voor
zitter, dat het verboden is deze teer
te gebruiken.
De Heer Odenhoven weet wel, dat
er een kap verbod is, maar op de
Smakterhel staan boomen, die z.l.
goed gekapt kunnen worden en in
een tjjd van kolenschaarste als nu,
veel geld in het laadje zullen bren
gen.
Als de Heer van Djjck een be
schouwing gegeven heeft over de
gronden, die door de Grondmjj voor
bebouwing klaar gemaakt zjjn, zag
hjj gaarne, dat deze gronden ver
kocht of verpacht werden. Daar zjjn
vele krachten, die deze gronden wil
len bewerken. Voor de gronden zelf
was het ook beter, daar bjj gebrek
aan groen bemesting de humus ver
dwijnt en de grond z.i. slechter is
als voor hjj omgedaan is.
Ook Wethouder Pubben onder
streept dit betoog en acht verkoop
van grond een groote versteviging
der Gemeentekas, vooral nu er zoo
veel kooplust is.
De Voorzitter zal dit voorstel eens
in studie nemen.
Niemand het woord meer verlan
gende, sluit de Voorzitter de verga
dering met gebed.
komst in mijn vaderland.
Wat is er van die edele harten ge
worden
Nooit heb ik nog iets van hen ver
nomen, alhoewel ik hun later verschil
lende brieven toestuurde. Hebben zij
hun vaderland verlaten om elders een
veiliger toevluchtsoord te zoeken.
Heeft het wreede Rusland, altijd op
zoek naar nieuwe slachtoffers, ze naar
de koude woestijnen van Siberie ge
zonden
Wie weet I
VI
SOLDAAT-TUINMAN.
Vooraleer mij te laten vertrekken,
had de barones mij een goed pak
kleeren en lijfgoed en een weinig geld
gegeven. Ik warm gekleed, gezond en
moedig en volgde zeer goed mijn
leidsman, die nochtans een felle voet
ganger was.
De streek die ik nu doorliep, was
meer bewoond dan die waar ik eenige
dagen te voren doorgekomen was.
Metr dan eens deed Ivan mij de eene
of andere hofstede binnentreden, waar
men ons, nu voor eenige centen, of
uit loutere vriendschap, eene goede
kan bier schonk.
Nooit liet hij mij ergens binnentreden
dan bij brave lieden, wiens haat tegen
het Russisch staatsbestuur hij kende.
Gewoonlijk vermeden wij de groote
baan om kleine wegen te volgen die
door het woud liepen.
Het was de eerste maal niet dat
mijn vriend dien weg aflegde. Elk jaar
vergezelde hij zijn meester, wanneer
deze eenige weken ging doorbrengen
bij zijn vriend die nu, als het God
beliefde, mijn beschermer ging worden.
Wordt vervolgd.