TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. Mef Napoleon naar Rusland en (erug. Ons weekpraatje. Marktberichten. Binnenland. In Salomon s zoeklichten Zatedag 14 September 1940 Een en Zestigste Jaargang No 37 pic £i d: Aanvijzingen voor de afreke ning van hotels, pensions voor verstrekte logies en voeding aan de Duitsche Weermacht. 1. Omtrent de practische toepas sing van de verordening No. 50/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezatte Nederlandsche gebied, betref fende de regeling van betaling van prestaties, geleverd door de Neder landsche hotels en pensions aan de Duitsche Weermacht, zijn, in over leg met het Rqksbureau voor het Hotel-, Café*, Restaurant en PeDSion- bedrijf de navolgende richtlijnen vast gesteld. 2. Grondslag voor de betalingen vormt de verordening van 16 Juli 1940, No 50. Deze verordening heeft slechts op inkwartiering, enz., verstrekt na 29 Mei 1940, 12 uur. 3. Da daarvoor in aanmerking ko mende hotels en pensions dienen rekeningen op te maken, betrekking hebbende op de periode van 29 Mei t.m. 15 Juli 1940, van 15 Juli t.m. 1 September, van 1 September, t.m. 1 October; van 1 October t.m. 1 No vember, enz., (telkens 12 uur). 4. Deze nota's dienen In drie-voud te worden ingediend bq den Burge meester der gemeente van inwoning of vestiging, reap, bij het daarvoor in het leven geroepen plaatselqke bureau. 5. De nota's voor verstrekt logies (zonder ontbqt of eenige voeding) dienen afzonderlek te worden ge houden van de nota's, welke op het verrichten van overige diensten be^ trekking hebben. (Vorderingen voor gebruik van keukeD, met of zonder beschikbaarstelling van personeel, vergoeding voor garages, parkeer terreinen en voor voeding). Bij combinatie van deze beide categorieën kan geen behandeling der nota's plaats vinden. 6. Bq de nota's dienen te worden ge voegd de bewijsstukken, welke van zeer uitloopead karakter kunnen zijn. Indien "een bewijsstuk loopt over een tijdvak, afwijkend van de onder 3 genoemde perioden, b.v. loopt van vóór 29 Mei, 12 uur, of doorloopt na 15 Juli, enzdan dient het origineel te worden bijgevoegd, waarvoor het gemeentebestuur een gewaarmerkt afschrift zal afgeven. Waarmerking geschiedt door de daartoe bevoegde gemeentelijke instantie. 7. Wat de inkwartiering betreft moe ten tenzij het hotel of pension geheel als zoodanig in beslag werd genomen, zoowel origineele inkwartieringsbil jetten als afschriften van de inge leverde sterkte-staten worden bijge voegd. Deze laatste zullen door het Gemeentebestuur worden gewaar merkt. 8 Het Gemeentebestuur kan de gecontroleerde nota's en bewijsstuk ken doorzenden naar het Rijksbureau, dat deze nota's in overeenstemming brengt met de tarieven van de ver ordeningen (prijsklasse kamers, bed- verdeellng per kamer, enz.) Het Rijksbureau stelt de korting vast, welke op grond van de veror dening in elk geval moet worden toegepast. Na eventueel overleg met de desbetreffende Duitsche instanties zendt het Rijksbureau de gewijzigde nota's, vergezeld van de bewijsstuk ken, terug naar het Gemeentebestuur, dat alsdan voor de verdere behande ling zorgdraagt. Voor het opstellen van de nota's wordt gewezen op onderstaande pun ten. 9. Elk hotel of pension brengt de gebruikelijke prijzen in rekening, zonder eenige korting, bijsluiten van prospectus, brochures, enz. ter sta ving van prijzen, is gewenscht. 10 Van den kamerprijs moet de ontbijtprijs worden afgetrokken. Als regel zal hiertoe de kamerprijs met f 0 50 moeten worden verminderd. 11. Op prijs wordt gesteld, dat voortaan de rekening zoodanig is opgesteld, dat hieruit blijkt, wat ter Lotgevallen van een Belgischen soldaat. 18. De vrouw die zich daareven verwij derd heeft, keert terug met eenen pot kokend water!... Een woest gehuil begroet haar terug komst. Ik geloof eerst dat zij mij slechts wil verschrikken; maar neen,zij bereidt zich om het brandend vocht op mij te gie ten. Dan spring ik overeind, als dooreen electrischen schok getroffen, verzamel mijn laatste krachten en begin te Ioopen. Doch die uiterste poging heeft mij gansch uitgeput en ik val in bezwijming juist op het oogenblik dat twee Kozak ken met gevelde lans, en hun snelle paarden voortdurend de sporen gevend in volle vaart kwamen aangerend. III. EEN BELGISCHE KOZAK. Hoe lang ik daar bleef liggen op den killen grond, mijn bloed uit twin tig wonden verliezende? Ik weet het niet, maar hoe verwon derd was ik toen ik, tot het bewustzijn komende, mij in 't midden eener goed verwarmde hut, op een zacht bed voelde liggen Hoe ben Ik hier gekomen Dit was de eerste vraag, die ik mij stelde, toen ik de oogen opende. De tweede was: beschikking is gesteld, t.w. a. hoe ve al éénpersoonskamers en hoeveel tweepersoonskamere; b. hoeveel twee persoonskamers aan één gast; c hoe veel bqzetbedden eventueel op één- of tweepersoonskamers zijn geplaatst. Badkamers. Voor gebruik van al- gemeene badkamers kan de normale prijs per bad in rekening worden gebracht, tenzij het aantal baden niet bekend is. In het laatste geval wordt, gehoord het Rijksbureau, de vergoeding voor deze badkamers ge steld op den minimum prtfs van een tweepersoonskamer, 12. Omtrent de verstrekte voeding wordt medegedeeld, dat deze door de leden vaD de Weermacht direct had dienen teBworden betaald. In sommige gevallenls dat wel, in andere niet Indiening van nota's met beschei den ter behandeling ingevolge ver ordening 49/1940 van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederland sche gebied is dus vereischt. Voor de verstrekte voeding kunnen de ge bruikelijke prijzen in rekening wor den gebracht. Ten overvloede zij medegedeeld, dat t.a.v. deze prijzen geen kortingen worden toegepast. Wel zullen de prijzen redelijk dienen te zijn. 13. De fooien, waarvoor in de ver ordening een tarief van 10 pet. wordt genoemd, moeten niet op de rekening worden bijgeschreven, aangezien het Rijksbureau dit zelfstandig zal vast stellen. 14. Voor de berekening van d( vergoeding voor geheel gevorderde hotels, restaurants enz., welke door de Duitsche Weermacht worden ge bruikt, kan binnenkort een afzon derlijke verordening worden tegemoet gezien. 15. Het verordeningsblad No. 50, genoemd in punt 2. is verkrijgbaar bij de Rijksultgeverq te Den Haag, Fiuweelen Burgwal 18, Gironummer 39500, alsmede bij den boekhandel; prijs per stuk f 0 20 Den houders van hotel- of pension- bedrijven worden verzocht bij de in diening van hun vorderingen aan bovenstaande richtlijnen de noodige aandacht te schenken. Venray, den 5 Sep .ember 1940. De Burgemeester van VENRAY, A. H. M. JANSSEN. Plunderaars in oorlogstijd. Een groot kwaad; dat dikwijls weinig beseft wordt. In de dagen toen steden en dor pen werden verlaten door een ang stige bevolking, welke onder de vrees voor vreemde indringers elders be houd van lijf en leden zocht, hebben onverlaten van de bijzondere situatie misbruik gemaakt door zich te ver grijpen aan het eigendom van an deren. Heel wat van zulke misdadi gers zijn door de armen der gerech tigheid achterhaald en nog ter zake werden ingesteld. Blijkens de gevelde vonnissen en de vaak krasse requisitoirs, blijkens de reacties ook van de publieke opinie, wordt er zeer kras geoordeeld over de soort plunderingen, welke we hiervoren bedoelden. Natuurlijk, de misdaad van roof in oorlogstijd is verfoeilijk, onder alle omstandigheden, maar toch vraag ik me wel eens af, of ook wel de verontschuldigingen voldoende wor den geldend gemaakt, welke in som mige gevallen kunnen worden aan gevoerd. De meeste plunderaars van de eerder genoemde soort hebben blijk baar zelf geen inzicht gehad in het ontzettende van mat ze mlsdedsn. Onlangs lazen we de veroordeeling tot enkele jaren gevangenisstraf van een landbouwer, die zich niet had ontzien om een gedooden Nederland- Zou ik niet droomen Naast mijn bed zat een Kozak, een prachtige soldaat met grooten zwarten baard, die broederlijk bij mij scheen te waken. Hij sprak mij vredelievende woorden toe en had eene zachte stem, die mij verwonderde. Hij sprak tamelijk goed Fransch, met een Duitschen of Vlaamschen tongval. Van hem kon men niet zeggen, hetgeen wij dikwijls van de andere Kozakken zeiden: zij blaffen en huilen, maar zij spreken niet. Hij vertelde mij, dat bij zijne aan komst de booswichten de vlucht had den genomen. Hij had hun gezegd, dat de Fransche soldaten moesten gevan gen nemen en naar Siberië brengen maar dat niemand ze mocht dooden of mishandelen Met medehulp van zijn gezel bracht hij mij en den korporaal in de eerste hut de beste, ofschoon de bewoners zich over die handelwijze zeer gestoord toonden. Zij legden ons op een bed en begonnen ons te wrijven met wollen lappen. Weldra bemerkten zij, dat mijn arme vriend overleden was. Sterker dan hij, had ik aan zooveel lijden en vermoeienis weerstaan. Al sprekende stond de brave soldaat van tijd tot tijd recht om mij warm in te dekken of om de deur te sluiten, welke de vergramde boeren, die ge durig heen en weer wandelden, moed willig lieten openstaan, om mij aan den kouden wind bloot te stellen. Die wilde dieren riep de Kozak, indien ik wegging, zouden zij u gauw vermoord hebben. Maar ik zal u niet verlaten, wees gerust. Ik kon mijn oogen noch mijn ooren gelooven. Twee dikke tranen rolden over de wangen van den Kozak, ter wijl hij vertelde: Arme jongen, wat al lijden was er noodig, om u in zulken ellendigen toestand te brengen. Ik zal niet lang meer leven, zuch- te ik. Eenige uren nog en ik zal bij schen soldaat van zqn horloge te berooven. Zoo iets ls voor een nor maal voelend mensch Iets ondenkbaars gemeen. Maar hoe dacht die landbouwer er over Getuigen verklaarden, dat ze er hadden bq gestaan, toen de man zqn euveldaad bedreef. Als ik dat horloge niet neem, zoo had hq tegen hen gezegd, dan doet straks een ander het toch. Htj deed dus niets om zijn daad te verheimelijken, het ontbrak den man blqkbaar volkomen aan moreel gevoel. Door de practijk van het leven, weten zulke menschen, wat mag en wat niet mag, maar zoodra ze voor een buitengewoon geval, of ze zijn het spoor van den rechten weg kwqt. Hoezeer zulke menschen ook te veroordeelen zijn nog méér acht lk ze te beklagen. De moraliteit van zeer vele men schen is niet anders dan een ver nisje, dat op hun geweten is gesmeerd met den inkt van wetsartikelen en behouden blijft dCor het nauwgezet toezicht van politie en justitie. Wat ze door de ervaring niet hebben ge leerd te kennen als ontoelaatbaar, valt onder den drang van hun be- geeren. De plunderingen in oorlogstijd zqn ook niet weinig in de hand gewerkt door eigenaren, die zelf hun bezin ning hadden verloren onder den druk der omstandigheden. Niet weinigen gingen even zorgeloos om met hun eigen bezit als anderen met het'bezlt van hun volksgenooten. In de oorlogsdagen heb ik meer malen vertoefd in plaatsen, waar door de nadering van den vijand een paniek onder de bevolking uitbrak. De menschen pakten dan het een en ander bij elkaar voor de evacuatie en... gaven soms 'hun overig bezit eenvoudig prijs, niet enkel door de zorgeloosheid open deuren en zoo waarmee ze hun boel achter lieten, maar ook wel door aanspo ringen aan omstaanders om maar te nemen, wat ze hebben wilden. „Als jullie het niet doet, zóó luidde soms de uitnoodlging en aanmoedi ging dan pakken toch straks de Dultschers het." In dien zin heb ik meerdere uit latingen gehoord. Is het wonder, dat er dan een woeste plundering begon waarbij geen grens meer werd ge trokken tussoheu den eigendom van den een en dien van den ander Toen de strijd pas was gestaakt, heb ik nog meerdere menschen er openlijk voor uit hooren komen, dat ze hadden meegedaan aan het weg nemen van artikelen, welke blijkbaar waren prijsgegeven. Eerstlater kwam de bezinning en keerde ook het ge voel terug voor wat passend was en niet door den beugel kon, zelfs niet in oorlogstijd. En toen hebben niet weinigen zich geschaamd, zich zelf nauwelijks herkennende in wat ze hadden misdaan. De plunderaars uit oorlogsdagen waren heusch niet enkel dearmsten van het volk, maar wel de zwaksten van karakter. Vandaar dat men thans figuren voor de rechtbank ziet gedaagd, van wie men een misdraging als waaraan ze zich hebben schuldig gemaakt, nauwelijks had kunnen verwachten. Ik heb de boosdoeners niet met een vergoelijkend woord in bescher ming willen nemen, maar ik achtte me uit hoofde van wat ik ervaren heb, verplicht om eenig juister be grip te wekken inzake datgene, wat hen bewogen en verleid heeft. Md. NUTTIGE WENKEN. Kopergroen verwijdert men door de plekken boven een spiritusvlam te verwarmen, wasrna men ze goed afwrijft. Nagelborstels moet men af en toe mijn vriend zijn. Neen, neen, antwoordde mijn be schermer, gij zult genezen en terug- keeren naar uw vaderland, waar uwe nabestaanden u verwachten. Ik durf het niet hopen... Verlies den moed niet; ik heb uwe wonden onderzocht, ze zijn niet gevaarlijk en zullen gauw genezen zijn, dank aan de weldoende zalf, die wij er op gelegd hebben. Ge hebt geen koorts en binnen eenige dagen zult ge in staat zijn juw reis voort te zetten. Onmogelijk 1 Waarom niet Ik ben te zwak... De Kozak sprong recht en zich de zware vuist op het voorhoofd slaande: Wat domkop ben ik toch, riep hij, ilc had al lang moeten raden wat uwe ziekte was. Gij hebt honger, mijn beste vriend en anders mankeert u niets. Wacht een weinig. In een hoek der keuken, bij den oven, lag zijn mantelzak, een oprechte tooverkast, waarin de Kozakken allerlei voorraad verbergen. Neem eerst en vooral dit hemd en die onderbroek, zei hij, dan zullen uwe wonden door de koude niet ont stoken worden. Hier is nu een wollen slaaplijf en een broek. Hij wierp al die voorwerpen op mijn bed, doch toen ik die wilde aantrekken verlieten wij wederom de krachten en ik viel nogmaals in bezwijming. Dit duurde niet lang. Mijn verlosser ontdekte een groote kruik met een soort van bier, dat de Russische boeren zelf brouwen en hij goot een weinig van dien drank op mijne lippen. Ik opende de oogen en dronk gulzig. Sinds lang had ik anders niets meer gedronken dan water. Een groot stuk beschui- en een stuk gezouten vleesch herstelt den mij geheel. De Kozak had goed geraden. Ik had geen andere medicijnen noodig dan versterkend voedsel. De goede man was zoo verheugd alsof hij zijn vader in koud azqnwater leggen om de zeep er goed uit te krijgen, daar deze anders te week worden. Indien een mes naar uien ruikt, wrjjft men het met een wortel in. Goedkoope brandstof voor den winter. Men legt gestadig 5—10 cou ranten In een schotel met koud water tot het papier goed week geworden ls. Dan wordt dit uitge wrongen en maakt men hiervan vuistdikke ballen, die dan in de open lucht gedroogd moeten worden. Deze balletjes worden in den zomer ver zameld en worden dan in den winter door de kolen heen gebruikt. Ze branden uitstekend en sparen enorm. Rozenstruiken bloeien tot laat ln den herfst indien men de uitgebloei de rozen, voordat de bladeren af vallen, afsnjjdt- Eieren barsten niet bq het koken als men zout in het water doet. Koek, brood, beschuit en gebak houdt men versch door het in een blikken trommel te bewareD en hier in een appel te leggen. Neem zout indien de haard of kachel wil uitgaan. Een handvol zout er op strooien en de kachel gloeit weer aan. VENLO. Op de Coöp. Veilingver eeniging van Maandag was de aan voer 1.147.000 eieren Kippeneieren van f 5.75 tot f 6.75 Kleine eieren van f 3.50 tot f 5.60 Eendeneieren van f 4 50 tot f 5.50 ROERMOND. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 3 200.000 eieren. Kippeneieren van f 4 00 tot f 6.90 Eendeneieren van f 4.00 tot f 4.50 VERNIETIGING VAN GROENTEN. Mag niet meer* Naar wij vernemen mogen geen groenten voor menschelqke consump tie geschikt meer worden vernietigd, In verband daarmede heeft de Nederlandsche Groenten- en Frult- centrale ter kennis gebracht, dat, wanneer op groenten veilingen pro ducten worden aangeboden door telers, die niet aangesloten A en of B zqn, of die meer telen, dan waarop de teeltvergunning hun recht geeft, deze producten afwijking van de vroeger beBtaande bepalingen toch geveild moeten worden. 2000 stukken zeep in beslag genomen. De gemeentepolitie te Venlo heeft wegens van de distributlewet proces verbaal opgemaakt tegen de koop lieden G. en W. Een partij zeep, be staande uit 2000 stukken tollet- en huishoudzeep, zjjnin beslag genomen. LEGITIMATIEPLICHT VOOR ALLE INWONERS Met ingang van 1 October. Op bevel van den Commissaris- Generaal voor de openbare veilig heid, den hoogeren S.S.- en politie leider, zqn vier verordeningen uitge vaardigd, die in het laatste Veror deningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied gepubliceerd zqn en die belangrijke en ten deele ingrijpende voorschriften inhouden; alie inwoners hebben den plicht, deze voorschriften consciëntieus in acht te nemen ter vermijding van gevoe lige straffen en strenge dwangmaat regelen. In de eerste plaats ls door de gered had. Ziende, dat ik gaarne zou vertrekken, hielp hij mij aankleeden. gaf me nog een goede soldatenjas, halsdoek en politiemuts. Daarbij voegde hij een pakje, waarin ik later 'n groot stuk spek vond, alsook meer dan twee pond beschuit, zout. lijnwaad en pluk sel Wat edel hart had toch die man. Ik was gelukkig en voelde mij sterker dan ooit en bereid om de reis kloekmoedig voort te zetten. Vurig bedankte ik mijn weldoener. Maar hij deed mij zwijgen en sprak: lk verdien geen lof, want ik heb slechts mijn plicht gedaan. Kom. volg mij nu en verlaat dit dorp, waar gij niets dan vijanden telt. Ik zal u den weg aanduiden dien gij volgen moet om in Polen te komen, waar ge min der vijanden zult ontmoeten dan hier. Maar gij dan, vroeg ik, stelt ge u niet aan gevaren bloot, wanneer ge aldus een vijand helpt Wees zonder onrust, antwoordde de brave man. Vooreerst ben ik geen Rus en ten tweede, niemand zal mij verraden, men vreest me te zeer. Bo vendien heb ik het leven gered van een generaal, en mag wel een potje breken. Kom, we zullen onderweg wel meer spreken. Kan ik mijn vriend niet meer weerzien vroeg ik, met tranen in de oogen Neen, klonk het droevig antwoord, hij is reeds begraven. Ik volgde mijn redder. Op de plaats gekomen waar mijn arme gezel was vermoord, gevoelde ik een hevige droef heid. Hij was toch zoo braaf en zoo moedig en had zoo gehoopt om zijne ouders weer te zien. Moge zijne ziel bij den Heer rusten Toen we aan een smallen, kronkelen den weg gekomen waren, dienaar het woud geleidde, keerde de Kozak zich om en sprak met ontroerde stem: Schep moed... er is veel wils kracht noodig om de lange en zware reis te voleinden, die ge begonnen zijt, Een wjjze zoon ls de vreugde van zqn vader; eeu dwaze zoon is de smart van zqn moeder. (Spr. 10 1) Een geladen spreuk. Sterk door de tegenstellingen: wijs-dwaas; vreugde- smart; vader-moeder. Een moeder voelt de smart veel schrqnender dan een vader en de schande van een slecht kind treft eerder de moeder dan de vader, terwql de eer van een goed kind vooral aan den vader wordt toegekend. Wij hebben hier een der eigenaar digheden van den Hebreet1 wschen spreukstql, die zulk een reliëf aan brengen. Vader wordt gecompleteerd door moeder en moeder door vader: het eerste lid van de spreuk vindt zqn aanvulling in het tweede lid en omgekeerd. Wqs en dwaas hebben hier, zooals gewoonlqk bq Salomon, de beteekenls van deugdzaam en niet- deugdzaam. De beteekenls is dus: een deugdzaam kind is de vreugde van ztjn ouders; een slecht kind hun smart. De levende standbeelden der Ouders zfln hun kinderen. Dat zqn hun kunst werken, hun idealen. De opvoeding is het bij telen en kappen, het boet- seeren en retoucheeren. Een moei zaam werk, dat alleen maar door een offervolle liefde tot een goed einde wordt gebracht. Voortdurend duiken er nieuwe barricaden en versperrin gen op. lederen levensweg is er vol van: wjj allen zijn gevallen menschen. Ook het kind heeft een gevallen natuur, waarvan het de gevolgen door het leven meedraagt. Zq treden vooral naar bulten in den puberteltsleeftqd. Die leef tijd waarin zich een gezonde zelfstandigheids- drang openbaart. De leeftqd, waarin het opgroeiende kind begint te vech ten tegen het kind in zich om den volwassen mensch in zich tot uitlog en tot gelding te brengen. Die leeftijd, waarin zq zoo vol lichamelijke en psychische spannin gen zitten, die een uitweg zoeken in sport en spel, in grollen en grappen, in uitvallen en grillige buien. Die leeftqd, waarin het probleem van den huissleutel wordt gesteld, als zq nl. te groot zijn voor eeu servet en nog te klein voor een tafellaken. Dan komen de botsingen En dan gebeurt het niet zelden, dat die kinderen niet meer op moeder's rok trappen, maar op het hart der ouders, zooals Vondel zoo treffend zegt: De Ouders teelen het kind en brengen het groot met smart: De kleinen treden op het kleed, de grooten op het hart. Al zqn deze botsingen moeilijk allen te voorkomen, onmogelijk ls het niet de smartvollen uit te schakelen. Als de ouders begrip hebben en toonen voor het natuurlijke en goede zelfstandigheidsgevoel van hun op groeiende kinderen, dat zich uit ln op- en aanmerkingen, ln oordeel en meepraten, in ontevredenheid en op standigheid, in gehechtheid aan per sonen en zaken; als de Ouders mee leven en meegaan met den Hchame- lijken en geestelijken groei van hun kinderen. En als de opgroeiende jeugd de raad van ouders en opvoeders niet willen zien als een aanslag op hun zelfstandigheldsd rang, maar als een uiting van ernstige zorg, van diep plichtsbesef en wakende liefde, dan worden vele oneenigheden en smart volle botsingen voorkomen. Mogen de Ouders hun groote kin deren niet meer als kleine kinderen behandelen en van den anderen kant toch ook nog geen mannelijke wijs heid van den volwassene eischen, de kinderen moeten weten en beseffen, dat hun oordeel nog niet rijp kan zijn, daar ze het gansche probleem, waarover zq oordeelen nog niet kun nen overzien. Er is nog geen erva ring. Uw oordeel behoeft dus cor rectie. Aanvaardt die dankbaar. Eerbiedigt, jongens en meisjes, de opvattlogen Uwer ouders. Scheldt nooit voor ouderwetsch, al datgene, waarin voor Uw Vader of Moeder ontroerende jeugdherinneringen ver scholen liggen, waaraan piëteitsvolle famllletraditie's verbonden zijn. Weest de vreugde van Uw Ouders, de vervulling van hun Idealen, de zon van hun ouden dag, maakt hun het sterven licht. S.L. secretarissen-generaal van de depar tementen van Binnenlandsche Zaken en van Justitie voor alle Nederland sche staatsburgers boven 15 jaar, die in Nederland wonen of er ver blijven, met ingang van 1 October een algemeene legitimatieplicht in gevoerd. Dit verplicht lederen Neder lander ln het bezette Nederlandsche gebied, steeds een van een foto voor zien officieel identiteitsbewijs (officieel fotolegitimatiebewijs) bq zich te hebben, dat hem in staat stelt, zich te allen tqde behoorlijk te allen tqde behoorlijk te legltimeeren. Ernstig spoorwegongeluk te Beugen. In een zitting, die vijf uren duurde, heeft te 's-Hertogenbosch het Duit sche Krqgsgerecht in het openbaar behandeld de zaak tegen den trein machinist J. van N., uit Den Bosch, die ervan beschuldigd werd, dat het aan zqn schuld te wijten was, dat een ernstig spoorwegongeluk heeft plaats gehad. In den nacht van 28 op 29 Juli j.l. zqn op de lijn BoxtelGennep, tus- schen Oeffeit en het kruispunt Beu gen, twee Duitsche treinen op elkaar geloopen, waarbij 9 dooden, 31 zwaar- en 16 lichtgewonden vielen te be treuren. Ernstig mijnongeluk. In Staatsmijn Maurlts geraakte de 40-jarlge bankwerker met het hoofd bekneld tusschen 2 kolenwagentjes. doch ik hoop, dat ge behouden in uw vaderland zult terugkeeren. Ge bent reeds aan vele en groote gevaren ont snapt, met de wil des hemels zal alles goed afloopen. Ik wilde antwoorden, maar de droef heid en ontroering beletten me zulks. Nog eenige minuten en ik zou me wederom alleen, gansch alleen bevin den in een woud zonder uitkomst, ver van alle menschen, zonder een vriend, om me te helpen en de oogen te slui ten, indien ik na langdurig lijd in zou bezwijken. Eindelijk toch gelukte 't me mijn angst te overmeesteren. Vergeef me, goede vriend, de tranen, die ge me hier ziet storten. Ik zou aan niets mogen denken dan aan de dankbaarheid welke ik verschuldigd ben. Spreken wij daar niet meer over, antwoordde mijn leidsman. Wat ik voor u gedaan heb, kunt gij mij misschien vroeg of laat terug geven. Ik hoop wel, zeide ik, dat gij u nooit in zulken bedroevenden toestand zult bevinden als deze waarin ik ver keerde toen gij mij ter hulp zijt geko men. Maar ik zou de gelukkigste der menschen zijn, indien ik u eens mijn dankbaarheid kon betuigen anders dan door enkele woorden. Ik zal u in België komen bezoe ken. Die belofte deed mij lachen. Ik zie, sprak ik, dat gij mij niet alleen wilt redden, kleeren en voedsel bezorgen en op den rechten weg zet- teu, maar dat gij nog uw best doet om mij wat vrolijkheid in 't hart te brengen. De Kozak keerde zich omhij zag er zeer ernstig uit en ik meende zelfs te bemerken dat mijn ongeloovigheid hem mishaagde. Daarom haastte ik mij er bij te voegen In alle geval dit is niet onmoge lijk, ik ben wel naar Rusland gekomen. Óndertusschen hadden wij het woud bereikt en wij konden naast elkander Bewusteloos werd hq naar het zie kenhuis gebracht. Zijn toestand is levensgevaarlijk. Export van fruit* Naar men verneemt heeft de Ne derlandsche Groenten- en Fruitcen- trale aan de veilingen in overweging gegeven, om het voor export be stemde fruit voor 50 pet. ter be schikking te stellen van den export en voor 50 pet. voor het binnenland. Wordt het voor het binnenland bestemde deel niet aan den export prijs opgenomen, dan kan het overige deel ook voor den export worden bestemd. Wanneer de prqs voor het binnenland belangrqk (b.v. fl.per 100 K.G.) hooger ligt dan de export prijs, dan kan het percentage voor het binnenland worden verhoogd. Vernietiging van groenten mag niet meer. Naar men verneemt mogen geen voor menschelijke consumptie ge schikte groenten meer worden ver nietigd. In verband daarmede heeft de Nederlandsche Groenten- en Fruit- centrale ter kennis gebracht, dat, wanneer op groentenveillngen pro ducten worden aangeboden door telers, die niet aangesloten A en/of B zjjn, of die meer telen, dan waar op de teeltvergunning hun recht geeft, deze producten afwqklng van de vroeger bestaande bepalln- 8en toch geveild moeten worden. voortstappen. - Ja, ja, herhaalde de Kozak, ik zal u misschien in België komen bezoeken en u vragen dat gij mij eens zoudt trakteeren met een goede pint lekker Vlaamsch bier. Nu meende ik uit de lucht te vallen. De Kozak had mij die laatste woorden in 't vlaamsch toegestuurd. Sedert eenige uren viel ik van de eene ver wondering in de andere. Een Kozak had mij het leven gered, dit was al ongeloovig genoegdan had hij Fransch gesproken, wie zou dat verwacht heb ben En nu sprak hij Vlaamsch, en nog wel het Vlaamsch van mijn kantoni Voor iemand die zooveel geleden had als ik, was dit genoeg om zinneloos te worden. - Gij ziet, ging de soldaat voort, dat men zich altijd aan alles moet ver wachten. Doch ik heb niet veel tijd meer te verliezenik zal u zeggen wie ik ben en hoe het komt dat gij mij hier, zoo ver van ons vaderland ontmoet. r- Ik ben vlaming zoowel als gij. Mij geboortedorp is in Oostvlaanderen gelegen. Toen ik nog zeer jong was, ging mijn vader naar Antwerpen wonen en won daar in korten tijd een klein fortuin. Hij liet mij een goede opvoeding geven en toen ik mijn twintigste jaar had bereikt, zette hij mij aan het hoofd zijner handelszaken. Eenigen tijd na dien moest ik door een grootsch huwe lijk aan een der eerbiedwaardigste families verbonden worden, toen de Republikeinsche bende ons land be stormden. Mijn vader ging te wapen om den vijand te bestrijden en ik volgde zijn voorbeeld. Gii weet hoeveel heldenmoed de dappere Belgen, vooral de Vlaamsche boeren aan den dag legden, doch zij bezweken onder het getal. Mijn vader en ik streden tot den laatsten stond. Later zal men wel ver tellen wat een handvol slechtgewapende mannen voor hun vaderland gedaan hebben. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5