TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Mef Napoleon naar
Rusland en (erug.
Ons weekpraatje.
Marktberichten.
Binnenland.
In Salomon s zoeklichten
Zatedag 14 September 1940
Een en Zestigste Jaargang No 37
pic
£i d:
Aanvijzingen voor de afreke
ning van hotels, pensions voor
verstrekte logies en voeding
aan de Duitsche Weermacht.
1. Omtrent de practische toepas
sing van de verordening No. 50/1940
van den Rijkscommissaris voor het
bezatte Nederlandsche gebied, betref
fende de regeling van betaling van
prestaties, geleverd door de Neder
landsche hotels en pensions aan de
Duitsche Weermacht, zijn, in over
leg met het Rqksbureau voor het
Hotel-, Café*, Restaurant en PeDSion-
bedrijf de navolgende richtlijnen vast
gesteld.
2. Grondslag voor de betalingen
vormt de verordening van 16 Juli
1940, No 50.
Deze verordening heeft slechts op
inkwartiering, enz., verstrekt na 29
Mei 1940, 12 uur.
3. Da daarvoor in aanmerking ko
mende hotels en pensions dienen
rekeningen op te maken, betrekking
hebbende op de periode van 29 Mei
t.m. 15 Juli 1940, van 15 Juli t.m.
1 September, van 1 September, t.m.
1 October; van 1 October t.m. 1 No
vember, enz., (telkens 12 uur).
4. Deze nota's dienen In drie-voud
te worden ingediend bq den Burge
meester der gemeente van inwoning
of vestiging, reap, bij het daarvoor
in het leven geroepen plaatselqke
bureau.
5. De nota's voor verstrekt logies
(zonder ontbqt of eenige voeding)
dienen afzonderlek te worden ge
houden van de nota's, welke op het
verrichten van overige diensten be^
trekking hebben. (Vorderingen voor
gebruik van keukeD, met of zonder
beschikbaarstelling van personeel,
vergoeding voor garages, parkeer
terreinen en voor voeding).
Bij combinatie van deze beide
categorieën kan geen behandeling der
nota's plaats vinden.
6. Bq de nota's dienen te worden ge
voegd de bewijsstukken, welke van
zeer uitloopead karakter kunnen zijn.
Indien "een bewijsstuk loopt over een
tijdvak, afwijkend van de onder 3
genoemde perioden, b.v. loopt van
vóór 29 Mei, 12 uur, of doorloopt na
15 Juli, enzdan dient het origineel
te worden bijgevoegd, waarvoor het
gemeentebestuur een gewaarmerkt
afschrift zal afgeven. Waarmerking
geschiedt door de daartoe bevoegde
gemeentelijke instantie.
7. Wat de inkwartiering betreft moe
ten tenzij het hotel of pension geheel
als zoodanig in beslag werd genomen,
zoowel origineele inkwartieringsbil
jetten als afschriften van de inge
leverde sterkte-staten worden bijge
voegd. Deze laatste zullen door het
Gemeentebestuur worden gewaar
merkt.
8 Het Gemeentebestuur kan de
gecontroleerde nota's en bewijsstuk
ken doorzenden naar het Rijksbureau,
dat deze nota's in overeenstemming
brengt met de tarieven van de ver
ordeningen (prijsklasse kamers, bed-
verdeellng per kamer, enz.)
Het Rijksbureau stelt de korting
vast, welke op grond van de veror
dening in elk geval moet worden
toegepast. Na eventueel overleg met
de desbetreffende Duitsche instanties
zendt het Rijksbureau de gewijzigde
nota's, vergezeld van de bewijsstuk
ken, terug naar het Gemeentebestuur,
dat alsdan voor de verdere behande
ling zorgdraagt.
Voor het opstellen van de nota's
wordt gewezen op onderstaande pun
ten.
9. Elk hotel of pension brengt de
gebruikelijke prijzen in rekening,
zonder eenige korting, bijsluiten van
prospectus, brochures, enz. ter sta
ving van prijzen, is gewenscht.
10 Van den kamerprijs moet de
ontbijtprijs worden afgetrokken. Als
regel zal hiertoe de kamerprijs met
f 0 50 moeten worden verminderd.
11. Op prijs wordt gesteld, dat
voortaan de rekening zoodanig is
opgesteld, dat hieruit blijkt, wat ter
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
18.
De vrouw die zich daareven verwij
derd heeft, keert terug met eenen pot
kokend water!...
Een woest gehuil begroet haar terug
komst.
Ik geloof eerst dat zij mij slechts wil
verschrikken; maar neen,zij bereidt zich
om het brandend vocht op mij te gie
ten.
Dan spring ik overeind, als dooreen
electrischen schok getroffen, verzamel
mijn laatste krachten en begin te Ioopen.
Doch die uiterste poging heeft mij
gansch uitgeput en ik val in bezwijming
juist op het oogenblik dat twee Kozak
ken met gevelde lans, en hun snelle
paarden voortdurend de sporen gevend
in volle vaart kwamen aangerend.
III.
EEN BELGISCHE KOZAK.
Hoe lang ik daar bleef liggen op
den killen grond, mijn bloed uit twin
tig wonden verliezende?
Ik weet het niet, maar hoe verwon
derd was ik toen ik, tot het bewustzijn
komende, mij in 't midden eener goed
verwarmde hut, op een zacht bed voelde
liggen
Hoe ben Ik hier gekomen
Dit was de eerste vraag, die ik mij
stelde, toen ik de oogen opende.
De tweede was:
beschikking is gesteld, t.w. a. hoe
ve al éénpersoonskamers en hoeveel
tweepersoonskamere; b. hoeveel twee
persoonskamers aan één gast; c hoe
veel bqzetbedden eventueel op één-
of tweepersoonskamers zijn geplaatst.
Badkamers. Voor gebruik van al-
gemeene badkamers kan de normale
prijs per bad in rekening worden
gebracht, tenzij het aantal baden
niet bekend is. In het laatste geval
wordt, gehoord het Rijksbureau, de
vergoeding voor deze badkamers ge
steld op den minimum prtfs van een
tweepersoonskamer,
12. Omtrent de verstrekte voeding
wordt medegedeeld, dat deze door de
leden vaD de Weermacht direct had
dienen teBworden betaald. In sommige
gevallenls dat wel, in andere niet
Indiening van nota's met beschei
den ter behandeling ingevolge ver
ordening 49/1940 van den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederland
sche gebied is dus vereischt. Voor
de verstrekte voeding kunnen de ge
bruikelijke prijzen in rekening wor
den gebracht. Ten overvloede zij
medegedeeld, dat t.a.v. deze prijzen
geen kortingen worden toegepast.
Wel zullen de prijzen redelijk dienen
te zijn.
13. De fooien, waarvoor in de ver
ordening een tarief van 10 pet. wordt
genoemd, moeten niet op de rekening
worden bijgeschreven, aangezien het
Rijksbureau dit zelfstandig zal vast
stellen.
14. Voor de berekening van d(
vergoeding voor geheel gevorderde
hotels, restaurants enz., welke door
de Duitsche Weermacht worden ge
bruikt, kan binnenkort een afzon
derlijke verordening worden tegemoet
gezien.
15. Het verordeningsblad No. 50,
genoemd in punt 2. is verkrijgbaar
bij de Rijksultgeverq te Den Haag,
Fiuweelen Burgwal 18, Gironummer
39500, alsmede bij den boekhandel;
prijs per stuk f 0 20
Den houders van hotel- of pension-
bedrijven worden verzocht bij de in
diening van hun vorderingen aan
bovenstaande richtlijnen de noodige
aandacht te schenken.
Venray, den 5 Sep .ember 1940.
De Burgemeester van VENRAY,
A. H. M. JANSSEN.
Plunderaars in oorlogstijd.
Een groot kwaad; dat dikwijls
weinig beseft wordt.
In de dagen toen steden en dor
pen werden verlaten door een ang
stige bevolking, welke onder de vrees
voor vreemde indringers elders be
houd van lijf en leden zocht, hebben
onverlaten van de bijzondere situatie
misbruik gemaakt door zich te ver
grijpen aan het eigendom van an
deren. Heel wat van zulke misdadi
gers zijn door de armen der gerech
tigheid achterhaald en nog ter zake
werden ingesteld.
Blijkens de gevelde vonnissen en
de vaak krasse requisitoirs, blijkens
de reacties ook van de publieke
opinie, wordt er zeer kras geoordeeld
over de soort plunderingen, welke
we hiervoren bedoelden.
Natuurlijk, de misdaad van roof
in oorlogstijd is verfoeilijk, onder
alle omstandigheden, maar toch vraag
ik me wel eens af, of ook wel de
verontschuldigingen voldoende wor
den geldend gemaakt, welke in som
mige gevallen kunnen worden aan
gevoerd.
De meeste plunderaars van de
eerder genoemde soort hebben blijk
baar zelf geen inzicht gehad in het
ontzettende van mat ze mlsdedsn.
Onlangs lazen we de veroordeeling
tot enkele jaren gevangenisstraf
van een landbouwer, die zich niet had
ontzien om een gedooden Nederland-
Zou ik niet droomen
Naast mijn bed zat een Kozak, een
prachtige soldaat met grooten zwarten
baard, die broederlijk bij mij scheen te
waken. Hij sprak mij vredelievende
woorden toe en had eene zachte stem,
die mij verwonderde.
Hij sprak tamelijk goed Fransch, met
een Duitschen of Vlaamschen tongval.
Van hem kon men niet zeggen, hetgeen
wij dikwijls van de andere Kozakken
zeiden: zij blaffen en huilen, maar zij
spreken niet.
Hij vertelde mij, dat bij zijne aan
komst de booswichten de vlucht had
den genomen. Hij had hun gezegd, dat
de Fransche soldaten moesten gevan
gen nemen en naar Siberië brengen
maar dat niemand ze mocht dooden of
mishandelen
Met medehulp van zijn gezel bracht
hij mij en den korporaal in de eerste
hut de beste, ofschoon de bewoners
zich over die handelwijze zeer gestoord
toonden. Zij legden ons op een bed en
begonnen ons te wrijven met wollen
lappen. Weldra bemerkten zij, dat mijn
arme vriend overleden was. Sterker
dan hij, had ik aan zooveel lijden en
vermoeienis weerstaan.
Al sprekende stond de brave soldaat
van tijd tot tijd recht om mij warm in
te dekken of om de deur te sluiten,
welke de vergramde boeren, die ge
durig heen en weer wandelden, moed
willig lieten openstaan, om mij aan den
kouden wind bloot te stellen.
Die wilde dieren riep de Kozak,
indien ik wegging, zouden zij u gauw
vermoord hebben. Maar ik zal u niet
verlaten, wees gerust.
Ik kon mijn oogen noch mijn ooren
gelooven. Twee dikke tranen rolden
over de wangen van den Kozak, ter
wijl hij vertelde:
Arme jongen, wat al lijden was
er noodig, om u in zulken ellendigen
toestand te brengen.
Ik zal niet lang meer leven, zuch-
te ik. Eenige uren nog en ik zal bij
schen soldaat van zqn horloge te
berooven. Zoo iets ls voor een nor
maal voelend mensch Iets ondenkbaars
gemeen.
Maar hoe dacht die landbouwer
er over
Getuigen verklaarden, dat ze er
hadden bq gestaan, toen de man zqn
euveldaad bedreef.
Als ik dat horloge niet neem,
zoo had hq tegen hen gezegd, dan
doet straks een ander het toch.
Htj deed dus niets om zijn daad
te verheimelijken, het ontbrak
den man blqkbaar volkomen aan
moreel gevoel.
Door de practijk van het leven,
weten zulke menschen, wat mag en
wat niet mag, maar zoodra ze voor
een buitengewoon geval, of ze zijn
het spoor van den rechten weg kwqt.
Hoezeer zulke menschen ook te
veroordeelen zijn nog méér acht lk
ze te beklagen.
De moraliteit van zeer vele men
schen is niet anders dan een ver
nisje, dat op hun geweten is gesmeerd
met den inkt van wetsartikelen en
behouden blijft dCor het nauwgezet
toezicht van politie en justitie. Wat
ze door de ervaring niet hebben ge
leerd te kennen als ontoelaatbaar,
valt onder den drang van hun be-
geeren.
De plunderingen in oorlogstijd zqn
ook niet weinig in de hand gewerkt
door eigenaren, die zelf hun bezin
ning hadden verloren onder den druk
der omstandigheden. Niet weinigen
gingen even zorgeloos om met hun
eigen bezit als anderen met het'bezlt
van hun volksgenooten.
In de oorlogsdagen heb ik meer
malen vertoefd in plaatsen, waar
door de nadering van den vijand een
paniek onder de bevolking uitbrak.
De menschen pakten dan het een en
ander bij elkaar voor de evacuatie
en... gaven soms 'hun overig bezit
eenvoudig prijs, niet enkel door de
zorgeloosheid open deuren en
zoo waarmee ze hun boel achter
lieten, maar ook wel door aanspo
ringen aan omstaanders om maar te
nemen, wat ze hebben wilden. „Als
jullie het niet doet, zóó luidde
soms de uitnoodlging en aanmoedi
ging dan pakken toch straks de
Dultschers het."
In dien zin heb ik meerdere uit
latingen gehoord. Is het wonder, dat
er dan een woeste plundering begon
waarbij geen grens meer werd ge
trokken tussoheu den eigendom van
den een en dien van den ander
Toen de strijd pas was gestaakt,
heb ik nog meerdere menschen er
openlijk voor uit hooren komen, dat
ze hadden meegedaan aan het weg
nemen van artikelen, welke blijkbaar
waren prijsgegeven. Eerstlater kwam
de bezinning en keerde ook het ge
voel terug voor wat passend was
en niet door den beugel kon, zelfs
niet in oorlogstijd. En toen hebben
niet weinigen zich geschaamd, zich
zelf nauwelijks herkennende in wat
ze hadden misdaan.
De plunderaars uit oorlogsdagen
waren heusch niet enkel dearmsten
van het volk, maar wel de zwaksten
van karakter. Vandaar dat men
thans figuren voor de rechtbank ziet
gedaagd, van wie men een misdraging
als waaraan ze zich hebben schuldig
gemaakt, nauwelijks had kunnen
verwachten.
Ik heb de boosdoeners niet met
een vergoelijkend woord in bescher
ming willen nemen, maar ik achtte
me uit hoofde van wat ik ervaren
heb, verplicht om eenig juister be
grip te wekken inzake datgene, wat
hen bewogen en verleid heeft.
Md.
NUTTIGE WENKEN.
Kopergroen verwijdert men door
de plekken boven een spiritusvlam
te verwarmen, wasrna men ze goed
afwrijft.
Nagelborstels moet men af en toe
mijn vriend zijn.
Neen, neen, antwoordde mijn be
schermer, gij zult genezen en terug-
keeren naar uw vaderland, waar uwe
nabestaanden u verwachten.
Ik durf het niet hopen...
Verlies den moed niet; ik heb
uwe wonden onderzocht, ze zijn niet
gevaarlijk en zullen gauw genezen zijn,
dank aan de weldoende zalf, die wij
er op gelegd hebben. Ge hebt geen
koorts en binnen eenige dagen zult ge
in staat zijn juw reis voort te zetten.
Onmogelijk 1
Waarom niet
Ik ben te zwak...
De Kozak sprong recht en zich de
zware vuist op het voorhoofd slaande:
Wat domkop ben ik toch, riep hij,
ilc had al lang moeten raden wat uwe
ziekte was. Gij hebt honger, mijn beste
vriend en anders mankeert u niets.
Wacht een weinig.
In een hoek der keuken, bij den
oven, lag zijn mantelzak, een oprechte
tooverkast, waarin de Kozakken allerlei
voorraad verbergen.
Neem eerst en vooral dit hemd
en die onderbroek, zei hij, dan zullen
uwe wonden door de koude niet ont
stoken worden. Hier is nu een wollen
slaaplijf en een broek.
Hij wierp al die voorwerpen op mijn
bed, doch toen ik die wilde aantrekken
verlieten wij wederom de krachten en
ik viel nogmaals in bezwijming.
Dit duurde niet lang. Mijn verlosser
ontdekte een groote kruik met een soort
van bier, dat de Russische boeren zelf
brouwen en hij goot een weinig van
dien drank op mijne lippen. Ik opende
de oogen en dronk gulzig. Sinds lang
had ik anders niets meer gedronken
dan water. Een groot stuk beschui-
en een stuk gezouten vleesch herstelt
den mij geheel.
De Kozak had goed geraden. Ik had
geen andere medicijnen noodig dan
versterkend voedsel. De goede man
was zoo verheugd alsof hij zijn vader
in koud azqnwater leggen om de
zeep er goed uit te krijgen, daar
deze anders te week worden.
Indien een mes naar uien ruikt,
wrjjft men het met een wortel in.
Goedkoope brandstof voor den
winter. Men legt gestadig 5—10 cou
ranten In een schotel met koud
water tot het papier goed week
geworden ls. Dan wordt dit uitge
wrongen en maakt men hiervan
vuistdikke ballen, die dan in de open
lucht gedroogd moeten worden. Deze
balletjes worden in den zomer ver
zameld en worden dan in den winter
door de kolen heen gebruikt. Ze
branden uitstekend en sparen enorm.
Rozenstruiken bloeien tot laat ln
den herfst indien men de uitgebloei
de rozen, voordat de bladeren af
vallen, afsnjjdt-
Eieren barsten niet bq het koken
als men zout in het water doet.
Koek, brood, beschuit en gebak
houdt men versch door het in een
blikken trommel te bewareD en hier
in een appel te leggen.
Neem zout indien de haard of
kachel wil uitgaan. Een handvol
zout er op strooien en de kachel
gloeit weer aan.
VENLO. Op de Coöp. Veilingver
eeniging van Maandag was de aan
voer 1.147.000 eieren
Kippeneieren van f 5.75 tot f 6.75
Kleine eieren van f 3.50 tot f 5.60
Eendeneieren van f 4 50 tot f 5.50
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 3 200.000 eieren.
Kippeneieren van f 4 00 tot f 6.90
Eendeneieren van f 4.00 tot f 4.50
VERNIETIGING VAN
GROENTEN.
Mag niet meer*
Naar wij vernemen mogen geen
groenten voor menschelqke consump
tie geschikt meer worden vernietigd,
In verband daarmede heeft de
Nederlandsche Groenten- en Frult-
centrale ter kennis gebracht, dat,
wanneer op groenten veilingen pro
ducten worden aangeboden door
telers, die niet aangesloten A en of
B zqn, of die meer telen, dan waarop
de teeltvergunning hun recht geeft,
deze producten afwijking van de
vroeger beBtaande bepalingen toch
geveild moeten worden.
2000 stukken zeep in beslag
genomen.
De gemeentepolitie te Venlo heeft
wegens van de distributlewet proces
verbaal opgemaakt tegen de koop
lieden G. en W. Een partij zeep, be
staande uit 2000 stukken tollet- en
huishoudzeep, zjjnin beslag genomen.
LEGITIMATIEPLICHT
VOOR ALLE INWONERS
Met ingang van 1 October.
Op bevel van den Commissaris-
Generaal voor de openbare veilig
heid, den hoogeren S.S.- en politie
leider, zqn vier verordeningen uitge
vaardigd, die in het laatste Veror
deningenblad voor het bezette
Nederlandsche gebied gepubliceerd
zqn en die belangrijke en ten deele
ingrijpende voorschriften inhouden;
alie inwoners hebben den plicht, deze
voorschriften consciëntieus in acht
te nemen ter vermijding van gevoe
lige straffen en strenge dwangmaat
regelen.
In de eerste plaats ls door de
gered had. Ziende, dat ik gaarne zou
vertrekken, hielp hij mij aankleeden.
gaf me nog een goede soldatenjas,
halsdoek en politiemuts. Daarbij voegde
hij een pakje, waarin ik later 'n groot
stuk spek vond, alsook meer dan twee
pond beschuit, zout. lijnwaad en pluk
sel Wat edel hart had toch die man.
Ik was gelukkig en voelde mij
sterker dan ooit en bereid om de
reis kloekmoedig voort te zetten.
Vurig bedankte ik mijn weldoener.
Maar hij deed mij zwijgen en sprak:
lk verdien geen lof, want ik heb
slechts mijn plicht gedaan. Kom. volg
mij nu en verlaat dit dorp, waar gij
niets dan vijanden telt. Ik zal u den
weg aanduiden dien gij volgen moet
om in Polen te komen, waar ge min
der vijanden zult ontmoeten dan hier.
Maar gij dan, vroeg ik, stelt ge
u niet aan gevaren bloot, wanneer ge
aldus een vijand helpt
Wees zonder onrust, antwoordde
de brave man. Vooreerst ben ik geen
Rus en ten tweede, niemand zal mij
verraden, men vreest me te zeer. Bo
vendien heb ik het leven gered van
een generaal, en mag wel een potje
breken. Kom, we zullen onderweg wel
meer spreken.
Kan ik mijn vriend niet meer
weerzien vroeg ik, met tranen in de
oogen
Neen, klonk het droevig antwoord,
hij is reeds begraven.
Ik volgde mijn redder. Op de plaats
gekomen waar mijn arme gezel was
vermoord, gevoelde ik een hevige droef
heid. Hij was toch zoo braaf en zoo
moedig en had zoo gehoopt om zijne
ouders weer te zien. Moge zijne ziel
bij den Heer rusten
Toen we aan een smallen, kronkelen
den weg gekomen waren, dienaar het
woud geleidde, keerde de Kozak zich
om en sprak met ontroerde stem:
Schep moed... er is veel wils
kracht noodig om de lange en zware
reis te voleinden, die ge begonnen zijt,
Een wjjze zoon ls de vreugde van zqn vader;
eeu dwaze zoon is de smart van zqn moeder.
(Spr. 10 1)
Een geladen spreuk. Sterk door de
tegenstellingen: wijs-dwaas; vreugde-
smart; vader-moeder. Een moeder
voelt de smart veel schrqnender dan
een vader en de schande van een
slecht kind treft eerder de moeder
dan de vader, terwql de eer van een
goed kind vooral aan den vader
wordt toegekend.
Wij hebben hier een der eigenaar
digheden van den Hebreet1 wschen
spreukstql, die zulk een reliëf aan
brengen. Vader wordt gecompleteerd
door moeder en moeder door vader:
het eerste lid van de spreuk vindt
zqn aanvulling in het tweede lid en
omgekeerd. Wqs en dwaas hebben
hier, zooals gewoonlqk bq Salomon,
de beteekenls van deugdzaam en niet-
deugdzaam. De beteekenls is dus: een
deugdzaam kind is de vreugde van
ztjn ouders; een slecht kind hun
smart.
De levende standbeelden der Ouders
zfln hun kinderen. Dat zqn hun kunst
werken, hun idealen. De opvoeding
is het bij telen en kappen, het boet-
seeren en retoucheeren. Een moei
zaam werk, dat alleen maar door een
offervolle liefde tot een goed einde
wordt gebracht. Voortdurend duiken
er nieuwe barricaden en versperrin
gen op.
lederen levensweg is er vol van:
wjj allen zijn gevallen menschen. Ook
het kind heeft een gevallen natuur,
waarvan het de gevolgen door het
leven meedraagt.
Zq treden vooral naar bulten in den
puberteltsleeftqd. Die leef tijd waarin
zich een gezonde zelfstandigheids-
drang openbaart. De leeftqd, waarin
het opgroeiende kind begint te vech
ten tegen het kind in zich om den
volwassen mensch in zich tot uitlog
en tot gelding te brengen.
Die leeftijd, waarin zq zoo vol
lichamelijke en psychische spannin
gen zitten, die een uitweg zoeken in
sport en spel, in grollen en grappen,
in uitvallen en grillige buien. Die
leeftqd, waarin het probleem van den
huissleutel wordt gesteld, als zq nl. te
groot zijn voor eeu servet en nog te
klein voor een tafellaken. Dan komen
de botsingen En dan gebeurt het
niet zelden, dat die kinderen niet
meer op moeder's rok trappen, maar
op het hart der ouders, zooals Vondel
zoo treffend zegt:
De Ouders teelen het kind en
brengen het groot met smart:
De kleinen treden op het kleed,
de grooten op het hart.
Al zqn deze botsingen moeilijk
allen te voorkomen, onmogelijk ls
het niet de smartvollen uit te
schakelen.
Als de ouders begrip hebben en
toonen voor het natuurlijke en goede
zelfstandigheidsgevoel van hun op
groeiende kinderen, dat zich uit ln
op- en aanmerkingen, ln oordeel en
meepraten, in ontevredenheid en op
standigheid, in gehechtheid aan per
sonen en zaken; als de Ouders mee
leven en meegaan met den Hchame-
lijken en geestelijken groei van hun
kinderen. En als de opgroeiende jeugd
de raad van ouders en opvoeders niet
willen zien als een aanslag op hun
zelfstandigheldsd rang, maar als een
uiting van ernstige zorg, van diep
plichtsbesef en wakende liefde, dan
worden vele oneenigheden en smart
volle botsingen voorkomen.
Mogen de Ouders hun groote kin
deren niet meer als kleine kinderen
behandelen en van den anderen kant
toch ook nog geen mannelijke wijs
heid van den volwassene eischen, de
kinderen moeten weten en beseffen,
dat hun oordeel nog niet rijp kan
zijn, daar ze het gansche probleem,
waarover zq oordeelen nog niet kun
nen overzien. Er is nog geen erva
ring. Uw oordeel behoeft dus cor
rectie. Aanvaardt die dankbaar.
Eerbiedigt, jongens en meisjes, de
opvattlogen Uwer ouders. Scheldt
nooit voor ouderwetsch, al datgene,
waarin voor Uw Vader of Moeder
ontroerende jeugdherinneringen ver
scholen liggen, waaraan piëteitsvolle
famllletraditie's verbonden zijn.
Weest de vreugde van Uw Ouders,
de vervulling van hun Idealen, de zon
van hun ouden dag, maakt hun het
sterven licht. S.L.
secretarissen-generaal van de depar
tementen van Binnenlandsche Zaken
en van Justitie voor alle Nederland
sche staatsburgers boven 15 jaar,
die in Nederland wonen of er ver
blijven, met ingang van 1 October
een algemeene legitimatieplicht in
gevoerd. Dit verplicht lederen Neder
lander ln het bezette Nederlandsche
gebied, steeds een van een foto voor
zien officieel identiteitsbewijs (officieel
fotolegitimatiebewijs) bq zich te
hebben, dat hem in staat stelt, zich
te allen tqde behoorlijk te allen tqde
behoorlijk te legltimeeren.
Ernstig spoorwegongeluk
te Beugen.
In een zitting, die vijf uren duurde,
heeft te 's-Hertogenbosch het Duit
sche Krqgsgerecht in het openbaar
behandeld de zaak tegen den trein
machinist J. van N., uit Den Bosch,
die ervan beschuldigd werd, dat het
aan zqn schuld te wijten was, dat
een ernstig spoorwegongeluk heeft
plaats gehad.
In den nacht van 28 op 29 Juli j.l.
zqn op de lijn BoxtelGennep, tus-
schen Oeffeit en het kruispunt Beu
gen, twee Duitsche treinen op elkaar
geloopen, waarbij 9 dooden, 31 zwaar-
en 16 lichtgewonden vielen te be
treuren.
Ernstig mijnongeluk.
In Staatsmijn Maurlts geraakte de
40-jarlge bankwerker met het hoofd
bekneld tusschen 2 kolenwagentjes.
doch ik hoop, dat ge behouden in uw
vaderland zult terugkeeren. Ge bent
reeds aan vele en groote gevaren ont
snapt, met de wil des hemels zal alles
goed afloopen.
Ik wilde antwoorden, maar de droef
heid en ontroering beletten me zulks.
Nog eenige minuten en ik zou me
wederom alleen, gansch alleen bevin
den in een woud zonder uitkomst, ver
van alle menschen, zonder een vriend,
om me te helpen en de oogen te slui
ten, indien ik na langdurig lijd in zou
bezwijken. Eindelijk toch gelukte 't me
mijn angst te overmeesteren.
Vergeef me, goede vriend, de
tranen, die ge me hier ziet storten. Ik
zou aan niets mogen denken dan aan
de dankbaarheid welke ik verschuldigd
ben.
Spreken wij daar niet meer over,
antwoordde mijn leidsman. Wat ik voor
u gedaan heb, kunt gij mij misschien
vroeg of laat terug geven.
Ik hoop wel, zeide ik, dat gij u
nooit in zulken bedroevenden toestand
zult bevinden als deze waarin ik ver
keerde toen gij mij ter hulp zijt geko
men. Maar ik zou de gelukkigste der
menschen zijn, indien ik u eens mijn
dankbaarheid kon betuigen anders dan
door enkele woorden.
Ik zal u in België komen bezoe
ken.
Die belofte deed mij lachen.
Ik zie, sprak ik, dat gij mij niet
alleen wilt redden, kleeren en voedsel
bezorgen en op den rechten weg zet-
teu, maar dat gij nog uw best doet
om mij wat vrolijkheid in 't hart te
brengen.
De Kozak keerde zich omhij zag
er zeer ernstig uit en ik meende zelfs
te bemerken dat mijn ongeloovigheid
hem mishaagde. Daarom haastte ik mij
er bij te voegen
In alle geval dit is niet onmoge
lijk, ik ben wel naar Rusland gekomen.
Óndertusschen hadden wij het woud
bereikt en wij konden naast elkander
Bewusteloos werd hq naar het zie
kenhuis gebracht. Zijn toestand is
levensgevaarlijk.
Export van fruit*
Naar men verneemt heeft de Ne
derlandsche Groenten- en Fruitcen-
trale aan de veilingen in overweging
gegeven, om het voor export be
stemde fruit voor 50 pet. ter be
schikking te stellen van den export
en voor 50 pet. voor het binnenland.
Wordt het voor het binnenland
bestemde deel niet aan den export
prijs opgenomen, dan kan het overige
deel ook voor den export worden
bestemd. Wanneer de prqs voor het
binnenland belangrqk (b.v. fl.per
100 K.G.) hooger ligt dan de export
prijs, dan kan het percentage voor
het binnenland worden verhoogd.
Vernietiging van groenten
mag niet meer.
Naar men verneemt mogen geen
voor menschelijke consumptie ge
schikte groenten meer worden ver
nietigd.
In verband daarmede heeft de
Nederlandsche Groenten- en Fruit-
centrale ter kennis gebracht, dat,
wanneer op groentenveillngen pro
ducten worden aangeboden door
telers, die niet aangesloten A en/of
B zjjn, of die meer telen, dan waar
op de teeltvergunning hun recht
geeft, deze producten afwqklng
van de vroeger bestaande bepalln-
8en toch geveild moeten worden.
voortstappen.
- Ja, ja, herhaalde de Kozak, ik zal
u misschien in België komen bezoeken
en u vragen dat gij mij eens zoudt
trakteeren met een goede pint lekker
Vlaamsch bier.
Nu meende ik uit de lucht te vallen.
De Kozak had mij die laatste woorden
in 't vlaamsch toegestuurd. Sedert
eenige uren viel ik van de eene ver
wondering in de andere. Een Kozak
had mij het leven gered, dit was al
ongeloovig genoegdan had hij Fransch
gesproken, wie zou dat verwacht heb
ben En nu sprak hij Vlaamsch, en
nog wel het Vlaamsch van mijn kantoni
Voor iemand die zooveel geleden had
als ik, was dit genoeg om zinneloos
te worden.
- Gij ziet, ging de soldaat voort,
dat men zich altijd aan alles moet ver
wachten. Doch ik heb niet veel tijd
meer te verliezenik zal u zeggen
wie ik ben en hoe het komt dat gij
mij hier, zoo ver van ons vaderland
ontmoet.
r- Ik ben vlaming zoowel als gij.
Mij geboortedorp is in Oostvlaanderen
gelegen. Toen ik nog zeer jong was,
ging mijn vader naar Antwerpen wonen
en won daar in korten tijd een klein
fortuin. Hij liet mij een goede opvoeding
geven en toen ik mijn twintigste jaar
had bereikt, zette hij mij aan het hoofd
zijner handelszaken. Eenigen tijd na
dien moest ik door een grootsch huwe
lijk aan een der eerbiedwaardigste
families verbonden worden, toen de
Republikeinsche bende ons land be
stormden. Mijn vader ging te wapen
om den vijand te bestrijden en ik
volgde zijn voorbeeld. Gii weet hoeveel
heldenmoed de dappere Belgen, vooral
de Vlaamsche boeren aan den dag
legden, doch zij bezweken onder het
getal. Mijn vader en ik streden tot den
laatsten stond. Later zal men wel ver
tellen wat een handvol slechtgewapende
mannen voor hun vaderland gedaan
hebben. Wordt vervolgd.