TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Verduistering
van winkels.
FEUILLETON.
Mei Napoleon naar
Rusland en ferug.
Ons weekpraatje.
Binnenland.
Zaterdag 17 Augustus 1940
Een en Zestigste Jaargang No 33
Nu de dagen nog lang zijn,
ai korten ze merkbaar, maken
vele zakenmenschen zich nog
geen zorgen over de verduistering
van hun winkels in het a.s. na
jaar en daaropvolgende winter
seizoen Maar anderen doen dat
wel degelijk.
Tal van winkelinrichtingen
maken de verduisteringsnoodzaak
tot een moeilijk en duur probleem,
Waarom deze zaak nu eens riet
van alle kanten overwogen
door de belanghebbenden onder
elkaar - nu er nog een be
hoorlijke tijd van voorbereiding
rest en de gelegenheid er is om
tot afspraken te komen?
Om het probleem tijdig aan
de orde te stellen, werpen we
hier de vraag op, óf verduistering
van winkelzaken straks wel
nóódig is.
Bij het zoeken naar een ant
woord laten we de situatie in de
groote steden een oogenblik
buiten beoordeeling. We willen
aannemen, dat er daar verschil
lende omstandigheden zijn o
m. het drukke interiocale verkeer
welke voortzetting van den
verkoop na zonsondergang mo
gelijk maken.
Waarschijnlijk zal er in de
groote steden des avonds ook
een bepaalde afgeschermde straat
verlichting branden en zal het
verkeer dus niet geheel zijn ver
lamd. Maar op het platteland en
in de kleine steden is dat anders.
Het is te verwachten, dat zich
daar niemand, als het eenmaal
donker is geworden, zich zonder
noodzaak meer over straat of
weg begeeft.
Het zal in den a.s. winter
langer licht zijn dan anders, daar
we het voordeel behouden der
invoering van den Midden-Euro-
peeschen tijd. Zelfs in mid-winter,
als de dagen het kortst zijn, zal
men zich tot omstreeks 5 uur
i in den namiddag buiten kunnen
ophouden.
Is het nu noodig, dat de win
keiier zijn zaak later openhoudt?
Met een beetje goeden wil
jegens elkaar - we leven toch
in oorlogstijd - kan elk gezin
zijn boodschappen vóór 5 uur
des avonds hebben verzorgd.
Trouwens, dit sluitingsuur zou
voor een slechts zeer korten tijd
benoodigd zijn; in najaar en
voorjaar kan het later worden
gesteld.
Komt men vooral niet tot over
eenstemming, dat zal menige
zakenman, die het toch al hard
te verantwoorden heeft door de
tijdsomstandigheden, genoopt zijn
om zich een kostbare verduis-
terings-installatie aan te schaffen;
hij moet niet enkel groote raam-
oppervlakten behoorlijk afdekken,
maar eveneens zorgen, dat door
opengaande deuren geen licht
naar buiten komt te stralen.
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat.
14.
Gij zijt dus van gevoelen
Dat wtj moeten voortgaan.
Weinu, het zij zoo I
Op een kleinen afstand der schuit
plaats waar wij willen binnendringen,
zien wij een klein boschje, waaruit
eenlge soldaten komen elk met een
vracht boomtakken beladen.
Die soldaten zijn Franscben. Zij zijn
met lompem, met ontkleurde overblijf
selen van soldatenkleederen bedekt, zij
hebben moeite om zich voort te slepen,
het zijn ongelukl-igen zooals wij, zij
lijden gelijk wij en daarom zullen zij
ons geen plaats bij hun vuur weigeren.
Wat wij voor een hofstede hadden
aangezien, was slechts een groote
schuur. Dit verminderde onze vreugde
niet. Wij zagen daar vier kloeke muren,
bedekt met een dak in welk men een
opening had gemaakt om den rook
door te laten. Wij kwamen in een
dichtgesloten schuilplaats, waar nog
sneeuw noch wind binnen kon dringen.
Stapan zonder koude te lijden, slapen
bij een goed vuurt Dit was voorzeker
het voornaamste geneesmiddel dat wij
in onztn bedroevenden toestand noodig
hadden.
De korporaal scheen te herleven.
Mijn goede vriend, sprak hij, in
dien wj ooit ons vaderland wederzien,
dan al ik nooit de diensten vergeten
En waartoe dat alles
Uren zal hij met zijn personeel
moeten staan wachten, of er ook
een eigenwijze klant komt opda
gen, die persé zijn nek probeert
te breken door 's avonds in den
donker te gaan rondscharrelen
ten behoeve van iets, dat even
goed des daags had kunnen ge
schieden.
Wat de winkelier in den win
teravond nog zal kunnen verdie
nen, weegt geenszins op tegen
zijn ongemak en tegen de groote
kosten van: éérst verduistering en
dan verlichting, om van de kosten
van verwarming nog maar te
zwijgen.
Wellicht acht men een vroege
sluiting een bezwaar voor den
Sinterklaas- en Kersttijd.
Ook deze vrees achten we on
gegrond. Vergeten we niet, dat
er van een verduisterde étalage
geen enkele bekoring kan uitgaan.
Een der attracties dezer etalages
in den genoemden tijd het
bekijken derzelve bij kunstlicht
vervalt automatisch.
En het publiek zal er ook in
Sinterklaas- en Kersttijd niets
voor voelen om des avonds in
den donker inkoopen te gaan
doen. Men neemt bij die ge
legenheden graag kinderen mee
en dat gaat nu eenmaal niet of
moeilijk langs verduisterde straten
of wegen.
Vrouwenen meisjes zullen het
evenzeer schuwen om bij ver
duistering alleen boodschappen
te gaan doen.
Er lijkt ons alles voor te zeg
gen, dat op het platteland en in
de kleine wooncentra het slui
tingsuur in den a.s. wintertijd
wordt geregeld naar het oogen
blik van het verscheiden van het
daglicht. Dan vermijden we on-
noodige kostbare uitgaven voor
de winkeliers, het gevaar van
persoonlijke ongelukken én zekere
zedelijke gevaren.
Het is nu de tijd om daartoe
afspraken te maken of om maat
regelen bij de gemeenteraden te
verzoeken.
Md.
IEDEREEN WECKT
EN WAAKT.
WE GAAN EEN
MOEILIJKEN WINTER
TEGEMOET.
Ia de vaststelling, dat we op
voedlngsgebied een moeilijken winter
tegemoet gaan, ligt op zich zelf,
gelet op de bijzondere omstandig
heden, niets verontrustends. We
leven nu eenmaal in oorlog en dan
is het zich behelpen een elsch des
tijds.
De Rijkscommissaris voor Neder
land heeft het in een rede tegenover
zijn landgenooten ten onzent ook
duidelijk verklaard, dat we een tijd
van ontbering moeten verwachten.
Meer dan ooit is het derhalve nood
zakelijk, dat we de zelfvoorziening
van het gezin zooveel dat mogelijk
is verzorgen en daartoe is iedereen
in meerdere of mindere mate in
staat.
welke gij mij hier bewezen hebt, zonder
uw hulp zou ik ver van hier zijn, met
twee voeten sneeuw bedekt, gelijk al
die ongelukkigen wiens lijken ons den
weg hebben aangetoond.
Laat ons binnen gaan, zeide ik.
En ik siiet de schuurdeur open.
Een groot vuur brandde in 't midden
van den doischvloer. Dertig, veertig
soldaten, men kon ze niet tellen zoo
dicht waren zij bijgengedrongen, zaten
bij het vuur waarvan een dikke rook
wolk kronkelend naar omhoog vloog.
Afschuwelijk schouwspel 1 Onder
deze welke zich warmden, zagen wij
er verscheidene die op lijken zaten
Een ongelukkige, die bij het vuur zat
stierf en viel met het hoofd voorover
in de vlammen. Achter hem stond een
soldaat, of beter een spook, die op
zijn plaats wachtte, deze trok den doode
een weinig achteruit en bediende zich
van het nog warme lijk om zich een
rustbank te maken iets zachter dan den
harden kille grond.
Men zegt dat het ongeluk de baat
zucht verwekt, ik mag er bijvoegen
dat folteringen gelijk deze welke wij
doorstonden, den geest en het lichaam
zoodanig verzwakken, dat zij alle men*
schelijk gevoel, alle waardigheid doen
verdwijnen.
Ziende dat het onmogelijk was eene
plaats bij het vuur te bekomen, staken
wij de handen zoo dicht mogelijk bij
de vlam, over de hoofden dergenen
die, gelukkiger als wij, een goede
plaats hadden en zich ten minste kon
den warmen in afwachting dat zij van
honger zouden sterven 1
Die verlaten schuur was een oprecht
goede schuilplaats. Wij achtten ons ge
lukkig, omdat wij nu eenigen tijd van
den sneeuw verlost waren. Buiten loeide
de wind met geweld en deed het dak
der schuur kraken. Wat zou er van
ons geworden zijn, hadden wij hier niet
voor eenigen tijd kunnen rusten!
De zomer Is In ons land, zelfs nu
nog, een tijd van overvloed, spe
ciaal groenten, een belangrijk voe-
dingsmiddel, zijn ia vrijwel onbe
perkte hoeveelheden en tegen
redelijken prijs te bekomen; de
modere techniek van conserveering
stelt on3 in staat om van deze over
vloeden een belangrijk deel voor den
winter te reaerveeren.
Men zg" in dat opzicht niet zorge
loos. Niet weinigen, die in staat
zgn om het een of ander artikel te
bewaren, vinden het niet noodig om
speciaal van dat een of ander een
voorraad te vormen en In zekeren
zin hebben zg gelgk.
Waarom zouden we eieren in
waterglas conserveeren Een ei big
het ontbijt, zoo lazen we dezer
dagen, is heel smakelgk, maar het
is duidelgk, dat het geen noodzake
Igk bestanddeel uitmaakt van onze
voeding.
Waarom zou ik groenten wecken,
redeneert een ander Versche winter
groenten zijn beter, inderdaad
Ik heb zelfs wel eens gehoord, dat
vitaminen zich niet in een weckpot
laten sluiten en de voedingswaarde
van gezouten groenten staat gelijk,
zoo hebben de geleerden het ons
vroeger voorgehouden, met die van
oude schoenzolen. Daartegenover
vergete men niet, dat alle waarde
betrekkelijk is, óók die van vitami
nen en eiwitten. Medici hebben nooit
zoo erg hoog opgegeven van de
voedingswaarde van aardappelen,
maar dezer dagen lazen we een ge
leerde verhandeling over de kostbare
bestanddeelen, welke de aardappel
bevat en ons werd de conclusie op
gedrongen, dat men zonder dit artikel
eigenlijk niet behoorlijk gezond kan
blijven. Kleine waarden, die in tijd
van overvloed niet worden geteld,
krijgen groote beteekenis, als de
nood aan den man komt.
Met wecken en Inzouten mogen al
enkele belangrijke bestanddeelen van
groenten verloren gaan, er rest in
elk geval nog veel kostbaars en als
er honger is, dan kan men de maag
niet vullen met vitaminen. Vulling is
óók een voedingseisch
Of we dan een winter van groot
gebrek verwachten Volstrekt niet
Maar we achten het mogelijk, dat
de voedselvoorziening In den a.s.
winter nu en dan stagneert. Reeds
nu sukkelen we met een gebrek aan
transportmiddelen. Wat moet dat
dus wordeD, als we een winter van
vorst en ijs tegemoet zouden gaan
Profiteert in dien tijd zooveel
mogelijk van versche groenten, maar
zorgt zelf, dat er in het gezin' geen
gebrek zal zijn, als het verkeer
tijdelijk ontwricht mocht geraken
door vorst of oorlogsomstandigheden
en leg daarom een reserve aan.
Men moet er niet naar streven om
elke particuliere woning tot een
voorraadschuurtje van alles en nog
wat te maken. Dat gaat nu eenmaal
niet en leidt.,tot veel onnoodig be
derf Het is voldoende, als ieder een
of twee artikelen opslaat niet
door hamsterend te koopen natuur
lijk! welke hij zelf gemakkelijk
kan winnen.
Degenen, die een tuin hebben,
zullen boontjes en b.v. andijvie kun
nen conserveeren. Deze waren kunnen
nu, in den tjjd van overvloed, ook
gerust op de vrije markt, t.w. bij
den handelaar worden gekocht.
Een kippenhouder zal goed doen,
enkele honderden eieren in wacer-
glas te conserveeren een ander zal
pluimgedierte wecken of een gedeelte
van een schaap in de weckpotten
kunnen stoppen. Zoo kan ieder zijn
bijdrage leveren in de zelfvoorziening.
En tenslotte is er dan de gelegenheid
om later, als dat noodig mocht
worden, artikelen uit te wisselen
met menschen, die zich eveneens
zorgzaam hebben betoond. DIXI.
Zakatlasjes van
NEDERLAND
Boekh. v.d. Munckhof
TWEEDE DEEL.
I.
GEHANGEN I
Onze maag wachtte waarschijnlijk die
gelegenheid af om ons te herinneren
dat wij sedert den vroegen morgen
niets meer hadden gegeten. De ge
dachte dat wij nu een weinig warm
voedsel zouden krijgen, deed mij het
water in den mond komen.
Heel stillekens ging ik mij in een
hoek der schuur wegstoppen, sne;d
twee schellekens spek af, een voor mij
en een voor den korporaal, en maakte
die lekkere spijs vast aan den punt van
mijnen stok.
Dan ging ik dit vreemdsoortig spit
boven het vuur houden
De reuk die zich welhaast door de
gansche plaats verspreidde, was reeds
voor ons een eerste voldoening Hoe
lekker gingen wij smullen 1 Konden wij
wel iets smakelijker wenschen dan een
schel gebraden spek
Maar ziet hoe al die hoofden zich
oprichten, hoe al die oogen begeerig
op de lekkernij gevestigd zijn 1De
baanstroopers die op loer liggen om
een rijtuig aan te vallen en die hopen
een rijke schat machtig te worden,
werpen niet zoo'n gretige oogen op den
aankomenden buit.
Het scheen mij dat ons eetmaal groot
gevaar liep en ik meende het tot mij
te trekken... Maar twintig armen werden
vooruitgestoken, twintig handen open
den zich, en mijn spek was verdwenen 1
De dief had zich de vingers ver
brand en huilde van pijn, doch deze
welke te laat kwamen schreeuwden nog
harder dan hij. Al vechtende om het
begeerde spek machtig te worden,
vielen twee soldaten met de armen in
het vuur. De smart onttrok hun luide
Concentratie in de
voetbalsport.
Nu de concentratie zich in de Ned.
voetbalsport heeft voltrokken, geven
wg hier een korte samenvatting weer,
uit „de Tijd" van Maandag j.l.
Ten aanzien van de R. K. federatie
en hetzelfde geldt ook voor da andere
bonden, doch dan naar omstandig
heden eenigszins gewijzigd, kan dus
de thans tot stand gekomen fusie,
en de gevolgen daarvan, als volgt
worden samengevat.
Alle landelijke voetbalbonden zgn
tot één Nederlandscben Voetbalbond
samengesmolten. Daaruit volgt, dat
de R,K. Federatie van voetbalbonden
(RKF) en de Interdiocesane Compe
titie Voetbalbond (I.V.C.B hun com
petitie spelen in nationaal verband
dus in den dezer dagen nieuw opge-
richten nationalen Nederlandschen
Voetbalbond; er is echter geen ka
tholieke vereeniging ontbonden. Deze
big ven ook in de nieuwe concentratie
onverminderd voortbestaan. Zij be
houden dus dezelfde rechten en plich
ten als in het verleden. Waar het
hoogere voetbal is ingedeeld in de
landelgke competitie van den nieu
wen Nederlandschen Voetbalbond,
zal daarentegen voor het lagere voet
bal (dat tot nog toe uitkwam in de
desbetreffende diocesane bonden), de
mogelijkheid blijven bestaan om
kringsgewijze, zooals voorheen, een
competitie te blijven spelen tusschen
katholieke vereenigingen bg den kring
aangesloten en onder katholieke ver
eenigingen bij den kring aangesloten
en onder katholieke leiding, dus ge
heel overeenkomstig de oude toe
stand.
Hef. kan dus voorkomen, dat het
eerste elftal van een katholieke ver
eeniging, dat vroeger uitkwam in de
eerste klasse van den I.V.C.B, in het
komende seizoen uitkomt in de com
petitie van den Nederlandschen
Voetbalbond, terwijl een lager elftal
van dezelfde vereeniging van de thans
tot stand gekomen fusie niets be
merkt, omdat het zooals voorheen
wederom normaal uitkomt in de
competitie van het diocees waaronder
de vereeniging ressorteert, dus ge
heel In katholiek verband, De katho
lieke kringen zijn evenwel in de toe
komst wel aangesloten bij het natio
nale verband.
Aardappelen
en de manier waarop ze
te bewaren*
Aardappelen zijn onmisbaar voor
de volksvoeding. Hoe belangrijk de
rol is, welke aardappelen vervulleD,
dat zijn de geleerden de laatste
jaren pas gaan inzien.
Uitsluitend aardappelen als voeding
is uit den booze, hoewel zij eiwit en
koolhydraten bevatten en het noodige
vet toegevoegd kan worden, maar
de eischen,*welke het lichaam stelt
om in8tand te big ven en energie te
ontwikkelen zijn heel wat grooter
en meer omvattend Zonder aard
appelen is de voeding echter onvol
ledig. Een regelmatig gebruik is
noodig in combinatie met veie andere
levensmiddelen In een liefst zoo
groot mogelijke variatie.
Een algeheeie of gedeeltelijke mis
oogst van dit gewas kan groote
storingen in de voedselvoorziening
veroorzaken. Vandaar dan ook het
pogen de aardappelproductie op peil
te houden en schadelijke invloeden
te ondervangen. Van Rijkswege
wordt hierop toegezien.
Voordat omstreeks 1600 de aard
appel uit Amerika werd Ingevoerd,
waren granen en peulvruchten het
hoofdvoedsel. Het heeft echter ruim
honderd vijftig jaar geduurd eer de
waarde van aardappelen te? ver
vanging van graan en erwten werd
ingezien.
De consumptie-aardappelen, dit ter
onderscheiding van de fabrieksaard
appelen, welke in de veenkoloniën
geteeld worden, zijn te verdeelen in
vroege soorten, de Eerstelingen en
Muizen,, welke half Juni al te koop
zijn, en late soorten, die den gehee-
len winter dienst moeten doen,
Bovendien ouderscheiden we klei- en
zandaardappelen, de grond van her
komst heeft invloed op smaak en
uiterlijk, beide soorten zijn echter
houdbaar, al wil het geloof, dat
kleiaardappalen langer goed big ven
en meer voedingsstoffen bevatten.
Zeeuwsche blauwen, Bravo's, Beve
landers en Eigenheimers zgn klei-
aardappelen, Roode Ster daarentegen
is een aardappel van de zandgron
den.
Het opslaan van aardappelen is in
tijden als deze, die bgzondere zuinig
heid gebieden, een zaak, waaraan
meer dan gewone zorg moet worden
besteed. De tweede helft van Octo
ber is de aangewezen tg'd zgn voor
raad in te slaan. Per persoon rekent
men voor het geheele seizoen onge
veer iy2 h.l. Een hl. is 70 kg. Hierbij
is rekening gehouden met indrogen,
blauw worden en verlies door rotten.
Om te voorkomen dat de aardap-
pelen erg indrogen en gaan uitloopen
moeten ze zoo koel mogelgk in
donker worden bewaard. Een daar
voor Ingerichte aardappelkist of krat
(met klep aan den onderkant) in
een drogen kelder is de aangewezen
bewaarplaats. Ook kunnen op een
zolder of provisiekamertje op een
laag van ten minste vijf dik uitge
spreide kranten de aardappelen
worden uitgestort. Men denke er
om, kranten of zakken of een oud
kleed tegen den wand te plaatsen en
verder de aardappelen onbedekt,
liefst In donker te laten liggen.
Alleen bij vriezend weer worden
ze aan alle zijden met een dikke
laag kranten bedekt, waarop men
nog kleeden of zakken legt. Dit alles
na de vorst weer verwijderen. Felle
vorst maakt aardappelen ongeschikt
voor gebruik, ze worden zoet van
smaak en rotten spoedig.
Een heel lichte vorst kan men,
door de aardappelen rustig op een
vorstvrije plaats te laten liggen, soms
onschadelijk maken, doordat hij zijn
normalen smaak terugkrijgt als de
door vorst bewerkte scheikundige
verandering van het zetmeel nog niet
volledig was.
kreten, maar woedend vochten zij voort,
sloegen en stampten als razende
dieren-
Ondertusschen hadden zij hun plaats
verloren; zij lagen tusschen den eersten
kring en het vuur en die toesiandwas
niet houdbaar. Na te vergeefs gezocht
te hebben or% zich ergens neer te
zetten, waren zij gedwongen genade
te vragen en men wierp ze uit de ge
lederen.
Nu wisten wij met wat voor mannen
wij te doen hadden en wij besloten ons
met een weinig ruw spek en een stuk
brood te vrede te houden. Het gezicht
van al die uitgehongerde lieden bewees
ons dat wij ons in een streek bevonden
waar het moeilijk was aan levensmid
delen te geraken, en wij besloten onzen
kleinen voorraad zooveel mogelijk te
sparen.
Treurig liep onze maaltijd af in 't
midden van die lijken en van die
stervenden mijn hart brak van mede
lijden wanneer ik dacht dat het groot
ste deel der ongelukkigen die daar
rond het vuur zaten naar alle schijn
hun laatsten dag beleefden. Maar hoe
meer wij leden, hoe grooter ons ver
langen was om het leger in te halen
welk naar alle schijn ons niet al te
ver vooruit was, hoe vuriger wij be
geerden weer te keeren naar het ge-
liefde vaderland.
Ik vroeg aan den korporaal of hij
bereid was mij te volgen.
- Onmogelijk, zeide hij, ik zou niet
verder kunnen gaan zonder eerst een
weinig te rusten en vooral niet voordat
ik mijn wonden opnieuw verbonden zal
hebben.
En inderdaad, de arme jongen viel
van vermoeienis. Ik deed hem neerzit
ten, trok uit mijn ransel al het lijnwaad
en pluk dat ik nog bezat, zuiverde de
wonden van mijn vriend en deed wat
ik kon om ze tegen de koude te be
vrijden.
St. Rochus.
WanDeer in Zuid-Frankrijk een
dorp welgésteld genoeg Is om een
beeldeken in zijn kerk te hebben,
dan wordt er een Jeanne d'Arc neer
gezet hebben zij geld genoeg voor
twee beelden, dan staat tegenover
de strijdbare maagd de eenvoudige
figuur van den goeden pastoor van
Ars; maar zgn ze zoo rijk, dat er
een derde geplaatst kan worden, dan
ziet men er het beeld van den man
met den breedgeranden, geschulpten
pelgrimshoed en -staf, die „minzaam"
wijst naar een geweldige buil op zijn
been, terwijl een klein hondje hem
in zijn bek een brood brengt St.
Rochus.
Ook in ons land wordt hg vereerd,
want hg keert de besmettelijke
ziekten, Diet alleen den Zwarten
Dood, waarvan hg genas, maar ook
den rooden loop, die in 't generali
teitsland Brabant zoozeer gewoed
heeft en de cholera. En met de on
verwachte verschijning van de cholora
in de vorige eeuw is de devotie voor
St. Rochus over de geheele wereld
opgevlamd.
De heilige Rochus werd te Mont-
peliier geboren. Op twintigjarige
leeftijd reeds deed hij een pelgrims
tocht naar Rome. Onderweg trok hg
door strek^D, waar de verschrikke-
Er was tot nu toe geen gevaar bij,
maar de bijtende koude vertraagde de
genezing en veroorzaakte somtijds ont
stekingen die noodlottige gevolgen
hadden. Op de lijken die rondom ons
lagen, Yond ik eenige lappen welke
dienden om ons een warm zoo niet
prachtig schoeisel te maken
Wij waren wederom voor eenige
dagen verzekerd dat onze voeten niet
zouden bevriezen. Hoevele onzer lot
genoten bezweken in Ruslands einde-
looze sneeuwvelden, die zooals ik hun
vaderland hadden teruggezien, indien
zij de voorzorg hadden genomen hun
voeten tegen de vorst te bevrijden, in
plaats van zonder schoeisel maar
altijd kommerloos voort te stappen
over sneeuw en iis 1
Gaarne hadden wij een bos stroo
gevonden om onze stramme ledematen
een weinig rust te gunnen. Maar dit
arme bed was nog een rijkdom op
welk wij niet mochten rekenen. Wij
strekten ons op den harden dorsch-
vloer uit, zeiden een kort gebed en
genoten twee uur lang een verkwik
kende rust.
Toen ik ontwaakte, hadden eenige
soldaten de deur der schuur geopend.
Het sneeuwde nog altijd en de koude
was veel bijtender dan des morgens.
Een groote kerel met breede schou
ders en manhaftig voorkomen stond
voor de deur.
Stellen wij ons op weg, ja of
neen? vroeg hij barsch. Ik ben niet
voornemens hier lafhartig te wachten
tot dat de honger of de Kozakken, mij
komen afmaken
Dit enkel woord„Kozakken" was
als een electrische vonk die over de
soldaten vloog. Allen richtte verschrikt
het hoofd op en staarden bevend in
het rond. Doch dit t uurde slechts een
enkel oogenblik, want welhaast waren
al de hoofden weer voorover gebogen
die rampzaligen hadden den moed of
lgke pest heerschte en door 'n bran
dende liefde met zgn medemenschen
bezield, verpleegde hg jaren lang de
Igders, die door allen gemeden
werden... als de pest. Heel veel heeft
hg er genezen, enkel door het slaan
van een kruisken.
't Was Gods wil, dat ook Rochus
door de ziekte werd aangetast en,
door iedereen verlaten, neerlag in
een bosch. De hond van een edelman,
die niet ver van daar woonde, nam
eiken dag een brood van de tafel
van zijn heer en bracht dat aan den
heilige. Eens volgde de edelman zgn
hond en vond Rochus, wien hg gast
vrijheid verleende op zgn kasteel.
Eindelgk, na jaren keerde hij in
zijn vaderstad terug, om daar, door
zgn oom, die hem niet herkende, als
spion in den kerker te worden ge
worpen. 't Had Rochus slechts één
woord behoeven te kosten om vrg
te komen, maar hg wilde uit liefde
tot God zijn leven in ontbering en
verachting slijten. Zoo is hg, vgf
jaar later, gestorven.
Maar toen heeft onze Heer zgn
heiligheid door ongekende wonderen
geopenbaard, die als rozen opbloei
den bij z^n graf en hebben de grootste
steden er om gestreden van hem een
relikwie te bezitten.
De verhooging van den
tabaksaccijns»,
Het pakje sigaretten van 15 et»
verdwijnt en ook de goedkoope
sigaar verdwijnt»
Naar het Vad. verneemt, kan nu
wel als vaststaand worden aange
nomen, dat de prgzen van sigaren,
en sigaretten hooger zullen worden.
Met ingang van 15 September n.l.
zullen er tien opcenten komen op
den aecgns, hetgeen voor de siga
retten eeD prgsverhooglng beteekent
van ten minste 5 percent.
De gevolgen van de accgnsverhoo-
ging zullen waarschgnigk van ver-
strekkenden aard zgn.
Onder de gegevenomstandigheden
D.l. zal het niet meer mogeigk zgn
tegen de oude prgzen te fabrlcaeren
en te leveren. Zoo zullen allereerst
de doosjes sigaretten van 15 cent
per 20 stuks geheel verdwijnen, om
dat de fabricage daarvan niet meer
loonend kan zgn.
Dit zal duidelgk zgn als men be
denkt, dat op 15 Sept. a.s. 55 pet.
van den verkoopsprgs belasting is,
de winkeliers ongeveer 20 pet. krg-
gen en de doosjes ongeveer 5 pet.
kosten; voor den fabrikant loont 't
dan de moeite niet meer.
Niet anders staat het met de
duurdere doosjes sigaretten. Deze
zullen wel meer dan 5 percent in
prg3 stijgen. Voor sommige fabrieken
igkt het zelfs, dat men geen goed-
koopere sigaretten zal kunnen pro-
duceeren dan een kwartje per doos.
En het ziet er naar uit, dat doosjes
van 25 ct. wel vgf cent duurder
zullen worden enz.
Ook de goedkoope sigaren loopen
op hun einde. De mlnimumprgs
wordt 4y2 cent. Er zgn echter ook
fabrieken, die reeds nu aan hun
afnemers hebben medegedeeld, dat
zg geen goedkoopere sigaren zuilen
afleveren dan met een;verkoopsprgs
van 8 cent. Dit zgn échter niet de
fabrieken, die aangesloten zgn bg de
Vereeniging van grootfabrikanten In
dit bedrgf.
Hoe het dus 15 September zal
gaan is nog niet algemeen bekend.
Sigaren- en sigarettenf abrikanten
hebben nog geen onderlinge regeling
getroffen.
ROERMOND. Op de Coöp. Velling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 4.600.000 eieren.
Kippeneieren van 1L3.40 tot f 4.60
Eendeneieren van f 3.00 tot f 3.25
de kracht niet meer om tegen den dood
te worstelen. Alle vastberadenheid had
hen verlaten, en, gelijk een veroordeelde
die de oogen toesluit om de toebereid
selen zijner halsberechting niet te zien,
sloten zij zich om zoo te zeggen in
hnn zei ven op, ten einde ongestoord te
sterven.
Eenige mannen die rechtgestaan
hadden om den reus te volgen, bleven
stilstaan aan de schuurdeur.
Komt gij niet vroeg de kloeke
soldaat.
Het is te koud, antwoordde de
ziekste en het spijt mij dat ik mijne
plaats bij het vuur verlaten heb.
En zal het binnen een uur, bin
nen twee uren, zal het morgen warmer
zijn
Wie weet zeide een ander sol
daat die beefde van koude.
Wie weet 1 riep de groote, ik
weet zeer goed dat het gisteren sneeuw
de, dat het heden sneeuwt en dat het
waarschijnlijk morgen ook zal sneeuwen.
Laat ons voortgaan, het leger is niet
ver van hier en in het leger vinden
wij levensmiddelen.
Wij zijn te zwak, wij sterven van
honger
En gij hoopt misschien dat er
gebraden patrijzen in uw mond zullen
vliegen, indien gij hier blijft zitten op
een hoop lijkenGij kunt doen wat gij
wilt, maar ik ga voort, al moest ik
geheel alleen reizen, want ik wil mijn
vaderland weerzien Leve Frankrijk I
Leve Frankrijk 1 Eenige maanden
vroeger was die kreet voldoende om
onervaren soldaten in helden te her
scheppen, maar bij al die ongelukkigen
vond hij geen weerklank.
De geestdrift bestaat niet meer voor
lieden die sterven van honger en ge
brek.
De vaderlandslievende kreet van den
moedigen soldaat had mijn jongen vriend
.Wordt vervolgd.