TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Verduistering van winkels. FEUILLETON. Mei Napoleon naar Rusland en ferug. Ons weekpraatje. Binnenland. Zaterdag 17 Augustus 1940 Een en Zestigste Jaargang No 33 Nu de dagen nog lang zijn, ai korten ze merkbaar, maken vele zakenmenschen zich nog geen zorgen over de verduistering van hun winkels in het a.s. na jaar en daaropvolgende winter seizoen Maar anderen doen dat wel degelijk. Tal van winkelinrichtingen maken de verduisteringsnoodzaak tot een moeilijk en duur probleem, Waarom deze zaak nu eens riet van alle kanten overwogen door de belanghebbenden onder elkaar - nu er nog een be hoorlijke tijd van voorbereiding rest en de gelegenheid er is om tot afspraken te komen? Om het probleem tijdig aan de orde te stellen, werpen we hier de vraag op, óf verduistering van winkelzaken straks wel nóódig is. Bij het zoeken naar een ant woord laten we de situatie in de groote steden een oogenblik buiten beoordeeling. We willen aannemen, dat er daar verschil lende omstandigheden zijn o m. het drukke interiocale verkeer welke voortzetting van den verkoop na zonsondergang mo gelijk maken. Waarschijnlijk zal er in de groote steden des avonds ook een bepaalde afgeschermde straat verlichting branden en zal het verkeer dus niet geheel zijn ver lamd. Maar op het platteland en in de kleine steden is dat anders. Het is te verwachten, dat zich daar niemand, als het eenmaal donker is geworden, zich zonder noodzaak meer over straat of weg begeeft. Het zal in den a.s. winter langer licht zijn dan anders, daar we het voordeel behouden der invoering van den Midden-Euro- peeschen tijd. Zelfs in mid-winter, als de dagen het kortst zijn, zal men zich tot omstreeks 5 uur i in den namiddag buiten kunnen ophouden. Is het nu noodig, dat de win keiier zijn zaak later openhoudt? Met een beetje goeden wil jegens elkaar - we leven toch in oorlogstijd - kan elk gezin zijn boodschappen vóór 5 uur des avonds hebben verzorgd. Trouwens, dit sluitingsuur zou voor een slechts zeer korten tijd benoodigd zijn; in najaar en voorjaar kan het later worden gesteld. Komt men vooral niet tot over eenstemming, dat zal menige zakenman, die het toch al hard te verantwoorden heeft door de tijdsomstandigheden, genoopt zijn om zich een kostbare verduis- terings-installatie aan te schaffen; hij moet niet enkel groote raam- oppervlakten behoorlijk afdekken, maar eveneens zorgen, dat door opengaande deuren geen licht naar buiten komt te stralen. Lotgevallen van een Belgischen soldaat. 14. Gij zijt dus van gevoelen Dat wtj moeten voortgaan. Weinu, het zij zoo I Op een kleinen afstand der schuit plaats waar wij willen binnendringen, zien wij een klein boschje, waaruit eenlge soldaten komen elk met een vracht boomtakken beladen. Die soldaten zijn Franscben. Zij zijn met lompem, met ontkleurde overblijf selen van soldatenkleederen bedekt, zij hebben moeite om zich voort te slepen, het zijn ongelukl-igen zooals wij, zij lijden gelijk wij en daarom zullen zij ons geen plaats bij hun vuur weigeren. Wat wij voor een hofstede hadden aangezien, was slechts een groote schuur. Dit verminderde onze vreugde niet. Wij zagen daar vier kloeke muren, bedekt met een dak in welk men een opening had gemaakt om den rook door te laten. Wij kwamen in een dichtgesloten schuilplaats, waar nog sneeuw noch wind binnen kon dringen. Stapan zonder koude te lijden, slapen bij een goed vuurt Dit was voorzeker het voornaamste geneesmiddel dat wij in onztn bedroevenden toestand noodig hadden. De korporaal scheen te herleven. Mijn goede vriend, sprak hij, in dien wj ooit ons vaderland wederzien, dan al ik nooit de diensten vergeten En waartoe dat alles Uren zal hij met zijn personeel moeten staan wachten, of er ook een eigenwijze klant komt opda gen, die persé zijn nek probeert te breken door 's avonds in den donker te gaan rondscharrelen ten behoeve van iets, dat even goed des daags had kunnen ge schieden. Wat de winkelier in den win teravond nog zal kunnen verdie nen, weegt geenszins op tegen zijn ongemak en tegen de groote kosten van: éérst verduistering en dan verlichting, om van de kosten van verwarming nog maar te zwijgen. Wellicht acht men een vroege sluiting een bezwaar voor den Sinterklaas- en Kersttijd. Ook deze vrees achten we on gegrond. Vergeten we niet, dat er van een verduisterde étalage geen enkele bekoring kan uitgaan. Een der attracties dezer etalages in den genoemden tijd het bekijken derzelve bij kunstlicht vervalt automatisch. En het publiek zal er ook in Sinterklaas- en Kersttijd niets voor voelen om des avonds in den donker inkoopen te gaan doen. Men neemt bij die ge legenheden graag kinderen mee en dat gaat nu eenmaal niet of moeilijk langs verduisterde straten of wegen. Vrouwenen meisjes zullen het evenzeer schuwen om bij ver duistering alleen boodschappen te gaan doen. Er lijkt ons alles voor te zeg gen, dat op het platteland en in de kleine wooncentra het slui tingsuur in den a.s. wintertijd wordt geregeld naar het oogen blik van het verscheiden van het daglicht. Dan vermijden we on- noodige kostbare uitgaven voor de winkeliers, het gevaar van persoonlijke ongelukken én zekere zedelijke gevaren. Het is nu de tijd om daartoe afspraken te maken of om maat regelen bij de gemeenteraden te verzoeken. Md. IEDEREEN WECKT EN WAAKT. WE GAAN EEN MOEILIJKEN WINTER TEGEMOET. Ia de vaststelling, dat we op voedlngsgebied een moeilijken winter tegemoet gaan, ligt op zich zelf, gelet op de bijzondere omstandig heden, niets verontrustends. We leven nu eenmaal in oorlog en dan is het zich behelpen een elsch des tijds. De Rijkscommissaris voor Neder land heeft het in een rede tegenover zijn landgenooten ten onzent ook duidelijk verklaard, dat we een tijd van ontbering moeten verwachten. Meer dan ooit is het derhalve nood zakelijk, dat we de zelfvoorziening van het gezin zooveel dat mogelijk is verzorgen en daartoe is iedereen in meerdere of mindere mate in staat. welke gij mij hier bewezen hebt, zonder uw hulp zou ik ver van hier zijn, met twee voeten sneeuw bedekt, gelijk al die ongelukkigen wiens lijken ons den weg hebben aangetoond. Laat ons binnen gaan, zeide ik. En ik siiet de schuurdeur open. Een groot vuur brandde in 't midden van den doischvloer. Dertig, veertig soldaten, men kon ze niet tellen zoo dicht waren zij bijgengedrongen, zaten bij het vuur waarvan een dikke rook wolk kronkelend naar omhoog vloog. Afschuwelijk schouwspel 1 Onder deze welke zich warmden, zagen wij er verscheidene die op lijken zaten Een ongelukkige, die bij het vuur zat stierf en viel met het hoofd voorover in de vlammen. Achter hem stond een soldaat, of beter een spook, die op zijn plaats wachtte, deze trok den doode een weinig achteruit en bediende zich van het nog warme lijk om zich een rustbank te maken iets zachter dan den harden kille grond. Men zegt dat het ongeluk de baat zucht verwekt, ik mag er bijvoegen dat folteringen gelijk deze welke wij doorstonden, den geest en het lichaam zoodanig verzwakken, dat zij alle men* schelijk gevoel, alle waardigheid doen verdwijnen. Ziende dat het onmogelijk was eene plaats bij het vuur te bekomen, staken wij de handen zoo dicht mogelijk bij de vlam, over de hoofden dergenen die, gelukkiger als wij, een goede plaats hadden en zich ten minste kon den warmen in afwachting dat zij van honger zouden sterven 1 Die verlaten schuur was een oprecht goede schuilplaats. Wij achtten ons ge lukkig, omdat wij nu eenigen tijd van den sneeuw verlost waren. Buiten loeide de wind met geweld en deed het dak der schuur kraken. Wat zou er van ons geworden zijn, hadden wij hier niet voor eenigen tijd kunnen rusten! De zomer Is In ons land, zelfs nu nog, een tijd van overvloed, spe ciaal groenten, een belangrijk voe- dingsmiddel, zijn ia vrijwel onbe perkte hoeveelheden en tegen redelijken prijs te bekomen; de modere techniek van conserveering stelt on3 in staat om van deze over vloeden een belangrijk deel voor den winter te reaerveeren. Men zg" in dat opzicht niet zorge loos. Niet weinigen, die in staat zgn om het een of ander artikel te bewaren, vinden het niet noodig om speciaal van dat een of ander een voorraad te vormen en In zekeren zin hebben zg gelgk. Waarom zouden we eieren in waterglas conserveeren Een ei big het ontbijt, zoo lazen we dezer dagen, is heel smakelgk, maar het is duidelgk, dat het geen noodzake Igk bestanddeel uitmaakt van onze voeding. Waarom zou ik groenten wecken, redeneert een ander Versche winter groenten zijn beter, inderdaad Ik heb zelfs wel eens gehoord, dat vitaminen zich niet in een weckpot laten sluiten en de voedingswaarde van gezouten groenten staat gelijk, zoo hebben de geleerden het ons vroeger voorgehouden, met die van oude schoenzolen. Daartegenover vergete men niet, dat alle waarde betrekkelijk is, óók die van vitami nen en eiwitten. Medici hebben nooit zoo erg hoog opgegeven van de voedingswaarde van aardappelen, maar dezer dagen lazen we een ge leerde verhandeling over de kostbare bestanddeelen, welke de aardappel bevat en ons werd de conclusie op gedrongen, dat men zonder dit artikel eigenlijk niet behoorlijk gezond kan blijven. Kleine waarden, die in tijd van overvloed niet worden geteld, krijgen groote beteekenis, als de nood aan den man komt. Met wecken en Inzouten mogen al enkele belangrijke bestanddeelen van groenten verloren gaan, er rest in elk geval nog veel kostbaars en als er honger is, dan kan men de maag niet vullen met vitaminen. Vulling is óók een voedingseisch Of we dan een winter van groot gebrek verwachten Volstrekt niet Maar we achten het mogelijk, dat de voedselvoorziening In den a.s. winter nu en dan stagneert. Reeds nu sukkelen we met een gebrek aan transportmiddelen. Wat moet dat dus wordeD, als we een winter van vorst en ijs tegemoet zouden gaan Profiteert in dien tijd zooveel mogelijk van versche groenten, maar zorgt zelf, dat er in het gezin' geen gebrek zal zijn, als het verkeer tijdelijk ontwricht mocht geraken door vorst of oorlogsomstandigheden en leg daarom een reserve aan. Men moet er niet naar streven om elke particuliere woning tot een voorraadschuurtje van alles en nog wat te maken. Dat gaat nu eenmaal niet en leidt.,tot veel onnoodig be derf Het is voldoende, als ieder een of twee artikelen opslaat niet door hamsterend te koopen natuur lijk! welke hij zelf gemakkelijk kan winnen. Degenen, die een tuin hebben, zullen boontjes en b.v. andijvie kun nen conserveeren. Deze waren kunnen nu, in den tjjd van overvloed, ook gerust op de vrije markt, t.w. bij den handelaar worden gekocht. Een kippenhouder zal goed doen, enkele honderden eieren in wacer- glas te conserveeren een ander zal pluimgedierte wecken of een gedeelte van een schaap in de weckpotten kunnen stoppen. Zoo kan ieder zijn bijdrage leveren in de zelfvoorziening. En tenslotte is er dan de gelegenheid om later, als dat noodig mocht worden, artikelen uit te wisselen met menschen, die zich eveneens zorgzaam hebben betoond. DIXI. Zakatlasjes van NEDERLAND Boekh. v.d. Munckhof TWEEDE DEEL. I. GEHANGEN I Onze maag wachtte waarschijnlijk die gelegenheid af om ons te herinneren dat wij sedert den vroegen morgen niets meer hadden gegeten. De ge dachte dat wij nu een weinig warm voedsel zouden krijgen, deed mij het water in den mond komen. Heel stillekens ging ik mij in een hoek der schuur wegstoppen, sne;d twee schellekens spek af, een voor mij en een voor den korporaal, en maakte die lekkere spijs vast aan den punt van mijnen stok. Dan ging ik dit vreemdsoortig spit boven het vuur houden De reuk die zich welhaast door de gansche plaats verspreidde, was reeds voor ons een eerste voldoening Hoe lekker gingen wij smullen 1 Konden wij wel iets smakelijker wenschen dan een schel gebraden spek Maar ziet hoe al die hoofden zich oprichten, hoe al die oogen begeerig op de lekkernij gevestigd zijn 1De baanstroopers die op loer liggen om een rijtuig aan te vallen en die hopen een rijke schat machtig te worden, werpen niet zoo'n gretige oogen op den aankomenden buit. Het scheen mij dat ons eetmaal groot gevaar liep en ik meende het tot mij te trekken... Maar twintig armen werden vooruitgestoken, twintig handen open den zich, en mijn spek was verdwenen 1 De dief had zich de vingers ver brand en huilde van pijn, doch deze welke te laat kwamen schreeuwden nog harder dan hij. Al vechtende om het begeerde spek machtig te worden, vielen twee soldaten met de armen in het vuur. De smart onttrok hun luide Concentratie in de voetbalsport. Nu de concentratie zich in de Ned. voetbalsport heeft voltrokken, geven wg hier een korte samenvatting weer, uit „de Tijd" van Maandag j.l. Ten aanzien van de R. K. federatie en hetzelfde geldt ook voor da andere bonden, doch dan naar omstandig heden eenigszins gewijzigd, kan dus de thans tot stand gekomen fusie, en de gevolgen daarvan, als volgt worden samengevat. Alle landelijke voetbalbonden zgn tot één Nederlandscben Voetbalbond samengesmolten. Daaruit volgt, dat de R,K. Federatie van voetbalbonden (RKF) en de Interdiocesane Compe titie Voetbalbond (I.V.C.B hun com petitie spelen in nationaal verband dus in den dezer dagen nieuw opge- richten nationalen Nederlandschen Voetbalbond; er is echter geen ka tholieke vereeniging ontbonden. Deze big ven ook in de nieuwe concentratie onverminderd voortbestaan. Zij be houden dus dezelfde rechten en plich ten als in het verleden. Waar het hoogere voetbal is ingedeeld in de landelgke competitie van den nieu wen Nederlandschen Voetbalbond, zal daarentegen voor het lagere voet bal (dat tot nog toe uitkwam in de desbetreffende diocesane bonden), de mogelijkheid blijven bestaan om kringsgewijze, zooals voorheen, een competitie te blijven spelen tusschen katholieke vereenigingen bg den kring aangesloten en onder katholieke ver eenigingen bij den kring aangesloten en onder katholieke leiding, dus ge heel overeenkomstig de oude toe stand. Hef. kan dus voorkomen, dat het eerste elftal van een katholieke ver eeniging, dat vroeger uitkwam in de eerste klasse van den I.V.C.B, in het komende seizoen uitkomt in de com petitie van den Nederlandschen Voetbalbond, terwijl een lager elftal van dezelfde vereeniging van de thans tot stand gekomen fusie niets be merkt, omdat het zooals voorheen wederom normaal uitkomt in de competitie van het diocees waaronder de vereeniging ressorteert, dus ge heel In katholiek verband, De katho lieke kringen zijn evenwel in de toe komst wel aangesloten bij het natio nale verband. Aardappelen en de manier waarop ze te bewaren* Aardappelen zijn onmisbaar voor de volksvoeding. Hoe belangrijk de rol is, welke aardappelen vervulleD, dat zijn de geleerden de laatste jaren pas gaan inzien. Uitsluitend aardappelen als voeding is uit den booze, hoewel zij eiwit en koolhydraten bevatten en het noodige vet toegevoegd kan worden, maar de eischen,*welke het lichaam stelt om in8tand te big ven en energie te ontwikkelen zijn heel wat grooter en meer omvattend Zonder aard appelen is de voeding echter onvol ledig. Een regelmatig gebruik is noodig in combinatie met veie andere levensmiddelen In een liefst zoo groot mogelijke variatie. Een algeheeie of gedeeltelijke mis oogst van dit gewas kan groote storingen in de voedselvoorziening veroorzaken. Vandaar dan ook het pogen de aardappelproductie op peil te houden en schadelijke invloeden te ondervangen. Van Rijkswege wordt hierop toegezien. Voordat omstreeks 1600 de aard appel uit Amerika werd Ingevoerd, waren granen en peulvruchten het hoofdvoedsel. Het heeft echter ruim honderd vijftig jaar geduurd eer de waarde van aardappelen te? ver vanging van graan en erwten werd ingezien. De consumptie-aardappelen, dit ter onderscheiding van de fabrieksaard appelen, welke in de veenkoloniën geteeld worden, zijn te verdeelen in vroege soorten, de Eerstelingen en Muizen,, welke half Juni al te koop zijn, en late soorten, die den gehee- len winter dienst moeten doen, Bovendien ouderscheiden we klei- en zandaardappelen, de grond van her komst heeft invloed op smaak en uiterlijk, beide soorten zijn echter houdbaar, al wil het geloof, dat kleiaardappalen langer goed big ven en meer voedingsstoffen bevatten. Zeeuwsche blauwen, Bravo's, Beve landers en Eigenheimers zgn klei- aardappelen, Roode Ster daarentegen is een aardappel van de zandgron den. Het opslaan van aardappelen is in tijden als deze, die bgzondere zuinig heid gebieden, een zaak, waaraan meer dan gewone zorg moet worden besteed. De tweede helft van Octo ber is de aangewezen tg'd zgn voor raad in te slaan. Per persoon rekent men voor het geheele seizoen onge veer iy2 h.l. Een hl. is 70 kg. Hierbij is rekening gehouden met indrogen, blauw worden en verlies door rotten. Om te voorkomen dat de aardap- pelen erg indrogen en gaan uitloopen moeten ze zoo koel mogelgk in donker worden bewaard. Een daar voor Ingerichte aardappelkist of krat (met klep aan den onderkant) in een drogen kelder is de aangewezen bewaarplaats. Ook kunnen op een zolder of provisiekamertje op een laag van ten minste vijf dik uitge spreide kranten de aardappelen worden uitgestort. Men denke er om, kranten of zakken of een oud kleed tegen den wand te plaatsen en verder de aardappelen onbedekt, liefst In donker te laten liggen. Alleen bij vriezend weer worden ze aan alle zijden met een dikke laag kranten bedekt, waarop men nog kleeden of zakken legt. Dit alles na de vorst weer verwijderen. Felle vorst maakt aardappelen ongeschikt voor gebruik, ze worden zoet van smaak en rotten spoedig. Een heel lichte vorst kan men, door de aardappelen rustig op een vorstvrije plaats te laten liggen, soms onschadelijk maken, doordat hij zijn normalen smaak terugkrijgt als de door vorst bewerkte scheikundige verandering van het zetmeel nog niet volledig was. kreten, maar woedend vochten zij voort, sloegen en stampten als razende dieren- Ondertusschen hadden zij hun plaats verloren; zij lagen tusschen den eersten kring en het vuur en die toesiandwas niet houdbaar. Na te vergeefs gezocht te hebben or% zich ergens neer te zetten, waren zij gedwongen genade te vragen en men wierp ze uit de ge lederen. Nu wisten wij met wat voor mannen wij te doen hadden en wij besloten ons met een weinig ruw spek en een stuk brood te vrede te houden. Het gezicht van al die uitgehongerde lieden bewees ons dat wij ons in een streek bevonden waar het moeilijk was aan levensmid delen te geraken, en wij besloten onzen kleinen voorraad zooveel mogelijk te sparen. Treurig liep onze maaltijd af in 't midden van die lijken en van die stervenden mijn hart brak van mede lijden wanneer ik dacht dat het groot ste deel der ongelukkigen die daar rond het vuur zaten naar alle schijn hun laatsten dag beleefden. Maar hoe meer wij leden, hoe grooter ons ver langen was om het leger in te halen welk naar alle schijn ons niet al te ver vooruit was, hoe vuriger wij be geerden weer te keeren naar het ge- liefde vaderland. Ik vroeg aan den korporaal of hij bereid was mij te volgen. - Onmogelijk, zeide hij, ik zou niet verder kunnen gaan zonder eerst een weinig te rusten en vooral niet voordat ik mijn wonden opnieuw verbonden zal hebben. En inderdaad, de arme jongen viel van vermoeienis. Ik deed hem neerzit ten, trok uit mijn ransel al het lijnwaad en pluk dat ik nog bezat, zuiverde de wonden van mijn vriend en deed wat ik kon om ze tegen de koude te be vrijden. St. Rochus. WanDeer in Zuid-Frankrijk een dorp welgésteld genoeg Is om een beeldeken in zijn kerk te hebben, dan wordt er een Jeanne d'Arc neer gezet hebben zij geld genoeg voor twee beelden, dan staat tegenover de strijdbare maagd de eenvoudige figuur van den goeden pastoor van Ars; maar zgn ze zoo rijk, dat er een derde geplaatst kan worden, dan ziet men er het beeld van den man met den breedgeranden, geschulpten pelgrimshoed en -staf, die „minzaam" wijst naar een geweldige buil op zijn been, terwijl een klein hondje hem in zijn bek een brood brengt St. Rochus. Ook in ons land wordt hg vereerd, want hg keert de besmettelijke ziekten, Diet alleen den Zwarten Dood, waarvan hg genas, maar ook den rooden loop, die in 't generali teitsland Brabant zoozeer gewoed heeft en de cholera. En met de on verwachte verschijning van de cholora in de vorige eeuw is de devotie voor St. Rochus over de geheele wereld opgevlamd. De heilige Rochus werd te Mont- peliier geboren. Op twintigjarige leeftijd reeds deed hij een pelgrims tocht naar Rome. Onderweg trok hg door strek^D, waar de verschrikke- Er was tot nu toe geen gevaar bij, maar de bijtende koude vertraagde de genezing en veroorzaakte somtijds ont stekingen die noodlottige gevolgen hadden. Op de lijken die rondom ons lagen, Yond ik eenige lappen welke dienden om ons een warm zoo niet prachtig schoeisel te maken Wij waren wederom voor eenige dagen verzekerd dat onze voeten niet zouden bevriezen. Hoevele onzer lot genoten bezweken in Ruslands einde- looze sneeuwvelden, die zooals ik hun vaderland hadden teruggezien, indien zij de voorzorg hadden genomen hun voeten tegen de vorst te bevrijden, in plaats van zonder schoeisel maar altijd kommerloos voort te stappen over sneeuw en iis 1 Gaarne hadden wij een bos stroo gevonden om onze stramme ledematen een weinig rust te gunnen. Maar dit arme bed was nog een rijkdom op welk wij niet mochten rekenen. Wij strekten ons op den harden dorsch- vloer uit, zeiden een kort gebed en genoten twee uur lang een verkwik kende rust. Toen ik ontwaakte, hadden eenige soldaten de deur der schuur geopend. Het sneeuwde nog altijd en de koude was veel bijtender dan des morgens. Een groote kerel met breede schou ders en manhaftig voorkomen stond voor de deur. Stellen wij ons op weg, ja of neen? vroeg hij barsch. Ik ben niet voornemens hier lafhartig te wachten tot dat de honger of de Kozakken, mij komen afmaken Dit enkel woord„Kozakken" was als een electrische vonk die over de soldaten vloog. Allen richtte verschrikt het hoofd op en staarden bevend in het rond. Doch dit t uurde slechts een enkel oogenblik, want welhaast waren al de hoofden weer voorover gebogen die rampzaligen hadden den moed of lgke pest heerschte en door 'n bran dende liefde met zgn medemenschen bezield, verpleegde hg jaren lang de Igders, die door allen gemeden werden... als de pest. Heel veel heeft hg er genezen, enkel door het slaan van een kruisken. 't Was Gods wil, dat ook Rochus door de ziekte werd aangetast en, door iedereen verlaten, neerlag in een bosch. De hond van een edelman, die niet ver van daar woonde, nam eiken dag een brood van de tafel van zijn heer en bracht dat aan den heilige. Eens volgde de edelman zgn hond en vond Rochus, wien hg gast vrijheid verleende op zgn kasteel. Eindelgk, na jaren keerde hij in zijn vaderstad terug, om daar, door zgn oom, die hem niet herkende, als spion in den kerker te worden ge worpen. 't Had Rochus slechts één woord behoeven te kosten om vrg te komen, maar hg wilde uit liefde tot God zijn leven in ontbering en verachting slijten. Zoo is hg, vgf jaar later, gestorven. Maar toen heeft onze Heer zgn heiligheid door ongekende wonderen geopenbaard, die als rozen opbloei den bij z^n graf en hebben de grootste steden er om gestreden van hem een relikwie te bezitten. De verhooging van den tabaksaccijns», Het pakje sigaretten van 15 et» verdwijnt en ook de goedkoope sigaar verdwijnt» Naar het Vad. verneemt, kan nu wel als vaststaand worden aange nomen, dat de prgzen van sigaren, en sigaretten hooger zullen worden. Met ingang van 15 September n.l. zullen er tien opcenten komen op den aecgns, hetgeen voor de siga retten eeD prgsverhooglng beteekent van ten minste 5 percent. De gevolgen van de accgnsverhoo- ging zullen waarschgnigk van ver- strekkenden aard zgn. Onder de gegevenomstandigheden D.l. zal het niet meer mogeigk zgn tegen de oude prgzen te fabrlcaeren en te leveren. Zoo zullen allereerst de doosjes sigaretten van 15 cent per 20 stuks geheel verdwijnen, om dat de fabricage daarvan niet meer loonend kan zgn. Dit zal duidelgk zgn als men be denkt, dat op 15 Sept. a.s. 55 pet. van den verkoopsprgs belasting is, de winkeliers ongeveer 20 pet. krg- gen en de doosjes ongeveer 5 pet. kosten; voor den fabrikant loont 't dan de moeite niet meer. Niet anders staat het met de duurdere doosjes sigaretten. Deze zullen wel meer dan 5 percent in prg3 stijgen. Voor sommige fabrieken igkt het zelfs, dat men geen goed- koopere sigaretten zal kunnen pro- duceeren dan een kwartje per doos. En het ziet er naar uit, dat doosjes van 25 ct. wel vgf cent duurder zullen worden enz. Ook de goedkoope sigaren loopen op hun einde. De mlnimumprgs wordt 4y2 cent. Er zgn echter ook fabrieken, die reeds nu aan hun afnemers hebben medegedeeld, dat zg geen goedkoopere sigaren zuilen afleveren dan met een;verkoopsprgs van 8 cent. Dit zgn échter niet de fabrieken, die aangesloten zgn bg de Vereeniging van grootfabrikanten In dit bedrgf. Hoe het dus 15 September zal gaan is nog niet algemeen bekend. Sigaren- en sigarettenf abrikanten hebben nog geen onderlinge regeling getroffen. ROERMOND. Op de Coöp. Velling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 4.600.000 eieren. Kippeneieren van 1L3.40 tot f 4.60 Eendeneieren van f 3.00 tot f 3.25 de kracht niet meer om tegen den dood te worstelen. Alle vastberadenheid had hen verlaten, en, gelijk een veroordeelde die de oogen toesluit om de toebereid selen zijner halsberechting niet te zien, sloten zij zich om zoo te zeggen in hnn zei ven op, ten einde ongestoord te sterven. Eenige mannen die rechtgestaan hadden om den reus te volgen, bleven stilstaan aan de schuurdeur. Komt gij niet vroeg de kloeke soldaat. Het is te koud, antwoordde de ziekste en het spijt mij dat ik mijne plaats bij het vuur verlaten heb. En zal het binnen een uur, bin nen twee uren, zal het morgen warmer zijn Wie weet zeide een ander sol daat die beefde van koude. Wie weet 1 riep de groote, ik weet zeer goed dat het gisteren sneeuw de, dat het heden sneeuwt en dat het waarschijnlijk morgen ook zal sneeuwen. Laat ons voortgaan, het leger is niet ver van hier en in het leger vinden wij levensmiddelen. Wij zijn te zwak, wij sterven van honger En gij hoopt misschien dat er gebraden patrijzen in uw mond zullen vliegen, indien gij hier blijft zitten op een hoop lijkenGij kunt doen wat gij wilt, maar ik ga voort, al moest ik geheel alleen reizen, want ik wil mijn vaderland weerzien Leve Frankrijk I Leve Frankrijk 1 Eenige maanden vroeger was die kreet voldoende om onervaren soldaten in helden te her scheppen, maar bij al die ongelukkigen vond hij geen weerklank. De geestdrift bestaat niet meer voor lieden die sterven van honger en ge brek. De vaderlandslievende kreet van den moedigen soldaat had mijn jongen vriend .Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5