PTfPT Trixr MA AC Jl iLiJuJu JjIi lYliLAij •Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter „VENRAY" boter Gemeentelijke Jeugd-registratie. Het nieuwe raadhuis te Wanssum. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 13 Juli 1940Een en^Zestigste Jaargang No 28 7ADVERTENTIEPRIJS 1-8 regels 60 cent, 1 UITGAVE Fa. van den MUNCKHOF VENRAY 1 ABONNEMENTSPRIJS: voor Venray 65 ct. Va ct. per regel, bij contract groote reductie. Tel. 512 Grootestraat 28 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. per kwartaal. Afz. no. 5 ct. is zeer fijne boter O. L. Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM In het begin van dit jaar, op 29 Januari, heeft het Departement van Sociale Zaken een schrijven gericht tot de gemeentebesturen van die plaatsen, waar een Ar beidsbeurs gevestigd is, om hen te verzoeken om hun medewer king tot oprichting van een bureau voor Jeugdregistratie. Hel gemeentebestuur van Ven- ray heeft haar volle instemming betoond met de plannen van het Departement, waardoor zij be wezen heeft, de nooden van de tegenwoordige jeugd, vooral de werklooze jeugd, te begrijpen. Door het uitbreken van den oorlog is de oprichting van het bureau voor de Jeugd-registratie uitgesteld moeten worden. Maar nu, ondanks de moeilijkheden, is het er toch gekomen, zoodat 15 Juli begonnen wordt met het eigenlijke werk van de Jeugd- registratie, het oproepen en con tact zoeken met alle niet-schooi- gaande jongens en jonge mannen van 14 tot 21 jaar. Wat is nu het doel van de Gemeentelijke Jeugdregistratie Wanneer men weet, dat de jeugd geen sociaal houvast in een goede organisatie heeft, dat zij een deskundige leiding mist, dan begrijpt men, dat deze jeugd onverschillig wordt, dat zij afzakt, dat zij heelemaal geen belang stelling toont voor cultureel werk, zooals jeugd- en kampwerk en centrale werkplaatsen. In haar schrijven aan de ge meentebesturen gewaagt het De partement hierover: „Zeer veel jongeren hebben in perioden van werkloosheid aan den hier geschetsten arbeid deel genomen. Echter moet helaas worden vastgesteld, dat groote groepen jongeren dit nog niet deden. Nu kon echter de laatste jaren worden geconstateerd, dat in die gemeenten, alwaar de zorg van gemeentewege, ten behoeve van de hierbedoelde jongeren was samengetrokken in een bij zondere instelling, n.l. een bureau voor Jeugdregistratie, het deel nemen van de jongeren aan den genoemden arbeid veel grooter werd dan voorheen het geval was. Het bureau voor de Jeugdre gistratie, zoo vervolgt de circu laire, moet worden gezier. als het centrale punt in een gemeente, alwaar de belangen van de niet- schooigaande jeugd worden be hartigd, in het bijzonder voor het geval deze jeugd met werkloos heid heeft te kampen. Door goede kennis omtrent iederen jongen man, die bij het bureau staat ingeschreven, zal het mogelijk zijn, mede door zoo mogelijk gebruik te maken van voorzieningen op het gebied van voorlichting bij beroepskeuze, dat de leiding van het bureau den jongen man met raad en daad terzijde staat, hem o.a. bij werkloosheid aanraadt aan cur sussen, kampwerk e. d. deel te nemen. Hierdoor wordt bereikt, dat betrokkene niet alleen in tijden van werkloosheid aan zinvollen arbeid deelneemt, maar bovendien dal zijn geschiktheid om in het vrije bedrijf te worden geplaatst, wordt vergroot. Door een goede samenwerking van het plaatselijke bureau voor Jeugdregistratie met de afdeeling Cultureele zorg en Sociale Jeugd zorg van het Departement kan bereikt worden, dat deze afdee ling over het materiaal de be schikking krijgt, hetwelk noodig is om landelijk die voorzieningen te treffen, welke het meeste effect voor de jonge werkloozen kunnen sorteeren. Geleidelijk zal dan tevens een vorm van samenwerking, ook voor de verwerking van het ver zamelde materiaal, kunnen wor den verkregen, welke aan het gestelde doel zoo goed mogelijk beantwoordt". o— Als uiteindelijk resultaat van de bemoeiingen van het bureau voor de Jeugdregistratie verwacht men 1. een volledig overzicht van de arbeidsmarkt van de jongeren van 14 tot en met 21 jaar; 2. dat de werkgevers beter in de gelegenheid zijn betrouwbaie inlichtingen te krijgen bij sollici taties van jonge mannen; 3. dat aan de jonge arbeiders voorlichting wordt gegeven bij de keuze van een beroep, in verband met hun persoonlijken aanleg, doch ook in verband met de kansen op de arbeidsmarkt; 4. dat de jongeren voortdurend worden herinnerd aan de moge lijkheden, welke voor hen bestaan om door het volgen van cursus sen e.d. hun vakbekwaamheid te vergrooten; 5. dat werklooze jongens wor den gewezen op de verschillende mogelijkheden, welke er voor hen zijn om in perioden van werk loosheid niet doelloos rond te loopen; 6. dat de jongeren er in ster kere mate toe worden gebracht zich bij de Arbeidsbeurs te laten inschrijven, waardoor, indien tevens een speciale afdeelingvoor arbeidsbemiddeling voor hen be staat, de plaatsingsmogelijkheid wordt vergroot. - o— Uit het bovenstaande blijkt voldoende het groote nut van de Jeugdregistratie. Het is nu aan de jongens en aan de ouders van de jongens om hun volledige medewerking te verleenen met de leiding van het bureau, door het verstrekken van de noodige inlichtingen, door advies in te winnen bij het zoe ken naar werk en bij de keuze van een beroep. Op deze wijze zal ook voor de Gemeente Venray het bureau voor de Jeugdregistratie een in stelling blijken te zijn, die goed en nuttig werk kan verrichten; vooral in de huidige omstandig heden, nu er weer zoovele thuis zijn gekomen wegens de demo bilisatie van het leger en uitzien naar passend werk. H. 28 Juni vergaderde de raad der gemeente voor het eerst in hetnieuwe raadhuis. Aanwezig waren alle leden en de ambtenaren. Alvorens de vergadering geopend werd had de inzegening van het ge bouw plaats. De notulen der laatste vergadering werden goedgekeurd. Aan de orde kwam het voorstel van B. en W. om het raadhuis in gebruik te nemen. De burgemeester wees daarbij op het volgende: De omstandigheden, waaronder deze vergadering plaats heeft, zijn heel anders dan wij verwacht, althans gehoopt hebben. Het is geen tijd om feest te vieren, veeleer een tijd om na te denken wat was, wat is, wat zijn zal. Een nieuwe wereldoorlog is over Europa gekomen, de groote mogend heden strijden om zijn of niet zijn, om geweldige staatkundige ensoclaal- ecoDomische problemen. Het dultsche leger is ten slotte plotseling met groote macht en nog grooter snel heid ons land binnengevallen om van hieruit op te trekken tot den beslis- senden slag tegen de eigenlijke vijan den. Het leger van ons kleine land kon den aanvaller niet tegenhouden, het kon alleen onze nationale eer verdedigen als onzijdige staat. Na vijf dagen moest het de wapenen strekken, om niet te overziene ram pen voor de burgerbevolking te voor komen. Wij willen hulde brengen aan allen, die in deze dagen hun plicht hebben gedaan, vooral degenen met eerbied en dankbaarheid gedenken, die daar bij hun bloed en leven hebben op- opgeofferd. Wij willen ook God danken, dat hij onze gemeente en de streek voor verwoesting heeft gespaard. Toch verkeert ook onze gemeente zooals ons heele land, in groote moeilijkheden. De regeering heeft gemeend het land te moeten verlaten, om vrij te blijven, om de belangen van het overzeesche gedeelte van het Rijk te kunnen behartigen, om te kunnen werken voor het behoud daarvan voor het moederland. Onze Koningin voelde zich ver plicht in het uur der uiterste nood aan de bevelen van den Opperbevel hebber van Land- en Zeemacht even zeer te moeten gehoorzamen als de minste soldaat. De Opperbevelhebber heeft toen als regeering aangewezen de secretaris sen-generaal, waaraan later enkele regeeringscommissarissen zijn toe gevoegd. Het duitsche Rijk heeft door de bezetting feitelijk alle macht in handen gekregen hetgeen uitge drukt werd door de benoeming van den Rijkscommissaris voor Neder land. Volgens het volkerenrecht heeft de bezetter het recht en de plicht ervoor te zorgen, dat behoudens eigen militaire belangen, het bezette gebied overeenkomstig de belangen der bevolking geregeerd wordt. Zon der regeling en zonder onderwerping aan de regeering is het niet moge lijk, dat gedaan wordt wat in het algemeen belang van ons land en ons volk noodig is. Er is ontzaglijk veel noodig. Veel wat was is vernietigd, veel wat thans meer dan ooit noodig blijkt is in het verleden niet tot stand ge komen, nieuwe nooden eischen nieuwe maatregelen. Het is niet denkbaar, dat een moreel, sociaal, economisch en staat kundig herstel plaats hseft, wanneer de kracht der NederlandBChe volks gemeenschap niet met veelvouden wordt vermeerderd. Dit kan alleen op die wijze geschieden, waarbij allen eensgezind zijn in den wil, de dienstbaarheid aan het algemeen belang te aanvaarden, wanneer allen eendrachtig samenwerken bij de toe passing der maatregelen die alleen uitkomst bieden, wanneer allen een parig zich onderwerpen aan een sterke leiding, die boven de standen staat, die nauw aaneengesloten ieder voor zich en onderling dit groote werk zulien moeten uitvoeren. Het algemeen belang, de nationale eer moet boven alles gesteld worden. Wat er gedaan moet worden moet het Nederlandsche volk zelf doen. Er mag niet gewacht worden totdat dwang opgelegd wordt of totdat een kleine groep, die niet beschouwd kan worden ala de Nederlandsche volks gemeenschap zal trachten dit werk ter hand te nemen. Noch formeele moeilijkheden noch persoonlijke Bympathlën of anti- pathlën, noch het feit dat men vroeger anders heeft geoordeeld mogen iemand weerhouden dat te doen wat thans gedaan moet worden, wat elders bewezen heeft doelmatig te zijn, wat ook hier uitkomst zal brengen mits aangepast aan Neder landsche toestanden en uitgevoerd op echt Nederlandsche wijze In den besten zin van het woord. Er zullen offers gebracht moeten worden, maar laat ons bedenken, dat wie geen offers bijtijds wil bren gen, kans loopt alles te verliezen, dat ongebreidelde vrijheid de onder gang beteekent van de ware vrijheid, dat wie de dienstbaarheid aan de gemeenschap niet aanvaardt zal zien dat zijn eigen belangen in het ge drang komen, dat, wie niet met allen wil samenwerken spoedig hulpe loos alleen zal staan. Het is niet zoo moeilijk, want zonder het zelf duidelijk te beseffen zijn wij reeds eerder onder den drang der omstandigheden op menig ge bied de goede richting ingedreven. Het Nederlandsche volk is wel eens klein geweest in tijden van voor spoed en heeft zijn krachten laten verslappen, maar in tijden van na tionale rampen was het devies„Ik zal handhaven", geen holle leuze, kwam een einde aan de zelfzucht die het algemeen belang in gevaar bracht en aan de verdeeldheid die, geheel overbodig, vruchtbare samen werking in de weg stond. Ook thans is het uur gekomen om de eensgezindheid op staatkun dig gebied tot stand te brengen en onbaatzuchtig samen te werken bij het herstel van tucht en orde, van vlijt en eerlijkheid, van nationale fierheid en vooral om allen een be staan te waarborgen. Er zal hard gewerkt moeten wor den. Laat ons eerbied hebben voor den arbeid, alle arbeid verricht binnen de palen van Gods wetten is dienst aan de gemeenschap en adelt den mensch. Het eerste en hoogste gebod blijft nog steedsGod eeren en de menschheid zijn schepping dienen. Een eerste verelschte Is derhalve dat voorwerk gezorgd wordt en wel vooral voor degenen die, hetzij a's zelfstandigen, hetzij als gezinshoofden recht op arbeid kunnen doen gelden, terwijl anderen zullen moeten werken in het belang van eigen bekwaamheid, van hun opvoeding om later op de meest nuttige wijze voor zich zelf te kunnen zorgen en de gemeenschap te dienen. Tal van andere groote vraagstuk ken moeten thans tot oplossing ge bracht worden en wei ten spoedig ste. Wanneer daarbij gerekend kan worden op de noodige bereidwillig heid, om offers te brengen, op de noodige dienstbaarheid aan onze volksgemeenschap, op de noodige durf en voortvarendheid, op eens gezinde samenwerking en onderwer ping aan de onmisbare sterke leiding, wanneer afgezien wordt van alles wat tot nu toe verdeelde en daar door de kracht van ons volk ver zwakte en opstandigheid in de hand werkte, wanneer spoedig de meest bekwame personen, uitsluitend het algemeen belang voorop stellend, het eens zullen zijn geworden, wat be treft richting en leiding, dan kunnen wij hopen dat Nederland Nederland blijve, overeenkomstig zijn aard en zijn geschiedenis, niet meer niet minder, dan kan ook het aloude Ideaal der natie, verbonden aan het huls van Oranje en de persoon van onze geëerbiedigde Koningin in toe komst recht wedervaren. Moge hare woorden van 27 Januari 1939„Draagt elkanders lasten, zoekt de eenheid, dient de gemeen schap, beginne een ieder terstond en bij zich zelf", niet vergeten worden door degenen, die in dit nieuwe raadhuis zullen werken .of tot beraadslaging bijeenkomen tot heil van de gemeente, het gewest, het Vaderland. Nadat de Raad met deze woorden van den voorzitter zijn algemeene instemming had betuigd, werd be sloten het raadhuis in gebruik te nemen. Nadat mededeeling was gedaan van enkele administratieve stukken werd behandeld het verzoek van het R. K. Kerkbestuur Wanssum om subsidie in herstel der torenklok. De gemeente zal de helft der kosten betalen. Het verzoek salaris verhooging kantonniers wordt afgewezen, zoo noodig zal gelegenheid tot bijver dienste worden gegeven, waarbij op de samenstelling van het gezin zal gelet worden. De kohieren van hondenbelasting, hand- en spandiensten en weidegeld worden vastgesteld. Gewijzigd wordt ambtenarenreglement en veldwach ters verordening overeenkomstig wenschen van het departement. Een wijziging der begrootiog 1939 en 1940 alsmede het voorstel tot verleenen van B-steun wordt goed gekeurd. Het salaris der ambtenaren zal pas definitief vastgesteld kunnen worden als blijkt, welke werkzaam heden de toestand voor dezen nog zal meebrengen en welke vergoeding daarvoor gegeven zal worden. Nadat bij de rondvraag nog enkele onderwerpen betreffende wegen ter sprake waren gekomen, wordt de vergadering gesloten. ZUINIG MET BOUW MATERIALEN. De commissie voor ten uitvoerleg ging van de wet ter bescherming van de nationale oeconomie heeft bevolen, dat alle bouworders van overheidsinstanties moeten worden stopgezet of ingekrompen. Uitzonderingen worden gemaakt voor orders van de weermacht en de spoorwegen, voor het aanleggen van wegen en het bouwen van fabrieken en voor de bouwwerkzaamheden in de mijnen. Deze maatregel wordt verklaard uit het gebrek aan bouwmaterialen vooral tengevolge van storingen bij den invoer. DE HOUT A AN VOEREN UIT DE OOSTZEE. Volgens berichten uit Stockholm verwacht men in scheepvaartkringen aldaar, dat binnenkort de versche pingen van hout van Leningrad, Finland en Zweden naar Dultschland weer zullen plaats vinden. Men neemt tevens aaD, dat ook Nederland dan weer op flinke hout leveranties kan rekenen. SCHOENEN WEER VERKRIJGAAAR. Inkomstengrens vervalt. Naar de Tijd verneemt is de dis tributie van schoenen thans zoo ge wijzigd, dat iedereen, ongeacht de grens van zijn inkomen, een paar nieuwe schoenen kan koopen. Geldig blijft evenwel de bepaling, dat men kan aantoonen over niet meer dan één paar schoenen te be schikken, dat gerepareerd moet wor den. Bovendien moet men bij de aangewezen Instantie een formulier invullen en onderteekenen. Bezit men een paar werkschoenen en één paar wandelschoenen, welke gerepareerd moeten worden, dan ook kan men op vertoon van een bon een nieuw paar van deze categorie schoenen verkrijgen. Militairen in werkelijken dienst kunnen schoenen koopen op vertoon van hun zakboekje. HET AANTAL OORLOGS GEWONDEN. De generaal-majoor van de Roemer» inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht verklaarde Id een onderhoud: In het begin had men den Indruk, dat het aantal oorlogsgewonden veel grooter was, dan het later inderdaad bleek te zijn, dank zij het feit, dat de gebeurtenissen hier te Jande zeer spoedig tot het einde voerden. Het zullen er ongeveer 900 zijn, gewon den wel te verstaan, van wie het overgroote deel tenslotte reeds een algeheel herstel bereikt heeft of nog kan bereiken. Het aantal van hen, die een arm of been missen, of door ander letsel tot deze groep moeten worden ge rekend, is gelukkig zeer gering; het zullen er niet meer dan een vijftig of zestig zijn, voor zoover wij thans kunnen overzienwant er komen nog een vijf honderd soldaten uit Frank rijk en het spreekt vanzelf, dat wij op het oogenbllk niet kunnen nagaan hoeveel er daaronder zijn, die medische hulp behoeven, en in welke mate. PEELONTGINNING. De Peelwerken worden voortgezet. Onlangs kwam onder voorzitter schap van den Commissaris der Ko ningin, mr. dr. W. G. A. van Sons- beeck, het bestuur der Stichting „Binnenkolonlsatie", de provinciale Limburgsche Ontginnin gsmaatschap - pij, te Maastricht bijeen. Uit het verslag van den Burge meester van Sevenum, die als direc teur der Stichting optreedt, bleek, dat de groote ontginning van woes te Peelgronden in de gemeente Se venum, ook na het uitbreken van den oorlog met kracht is voortge zet. In het complex van 400 ha., hetwelk het eerst werd aangepakt, zijn de wegen en waterlossingen nagenoeg alle gereed, een opper vlakte van plm. 300 h a. is reeds ontgonnen en de eerste proefboer- derij is eveneens vrijwel voltooid. Een negental kavels, welke voor de eerste maal reeds met goed ge volg zijn beakkerd, zullen thans worden verkocht, zoodat binnenkort de jonge boeren aldaar aan den slag kunnen gaan. Om de verruiming van vestigings mogelijkheden ook elders te bevor deren, werd besloten de werkzaam heden in geheel Limburg te blijven activeeren, o.a. door de bevordering van omvangrijke ruilverkavelingen. Coöp. Roermondsche Eiermijn Verschenen is het jaarverslag 1939 van de Coöp. Roermondsche Eiermijn, waaraan wij het volgende ontleenen: Het aantal afdeelingen bleef contact nl. 245, terwijl het ledental steeg en op 31 Dec. 1938 19816 bedroeg. Vele afdeelingen herdachten hun 25-jarig bestaan. Tengevolge van den oorlog en de daarmede gepaard gaande stijging der prijzen van de voederartikelen liep de productie terug en werd het verwachte kwantum van 300.000.000 eieren niet bereikt. De aanvoer was echter 30 mlllioen stuks hooger dan de hoogste aanvoer in de vooraf gaande jaren. De elerprijzen waren gedurende de eerste 5 maanden van 1939 hooger dan in de correspondee- rende maanden van 1938. Daarom werden de prijzen lager dan in het voorafgaande jaar, zoodat de gemid delde prijs ongeveer gelijk werd aan dien van het vorige jaar. De ren tabiliteit der Pluimveehoudersdag stemt niet tot bijzondere tevreden heid. In het jaar 1939, het 35ste van haar bestaan, heeft de C. R. E. de hoogste aanvoer mogen boeken, n.l. 286l/t millioen kippen- en eenden eieren en toch uit het gebied van den N.C.B. 208 1/4 millioen en uit het gebied van den L. L. T. B. ruim 781/4 millioen stuks. In vergelijking met 1938 steeg de totale aanvoer met 138 pet. Het aan tal eendeneieren liep sterk terug nl. van 614.547 in 1938 op 278,224 in 1939. De totale omzet In de laatste 5 jaar bedroeg 1935 203a/< mlllioen. 1936 199 millioen. 1937 2117, millioen. 1938 2507, millioen. 1939 2867, mlllioen. De gemiddelde netto uitbetaalde prijs over 1939 bedroeg f 3.65. Het totaal bedrag dat netto aan de leden werd uitbetaald was f 10.453.909.83 tegen f 8.391.114 06 in 1938. De netto uitbetaalde prijzen over de laatste 5 jaar bedroegen: 1935 f 2.46; 1936 f 2.96; 1737 f3.47; 1938 f 3 55; 1939 f 3.65. Het bedrijf der C.R.E. is hoe lan ger hoe meer gemechaniseerd. Het is dan ook niet te verwonderen, dat bij een wekelgkschen aanvdbr van 8 tot 9 millioen eieren zich gebrek aan plaatsruimte doet gevoelen en een aanmerkelijke uitbreiding van de gebouwen der C.R.E. noodzakelijk wordt. De hengelaar symbool van goeden Nederlander» In het aardige Maasbode-rubriekje „Onder Ons" wordt een bespiegeling gewijd aan den Nederlandschen hen gelaar. Na gewezen te hebben op de groote schade aan den vischstand tengevolge van de strenge vorst vervolgt de schrijver o.m. Maar de hengelaars betrokken even trouw hun post aan den water kant, of in de groengeverfde roei bootjes, zij zitten met dezelfde ver wachting van altijd te turen naar hun dobbers en genieten trouw de spanning van een oogenblikje beet. Op dezen stralenden zomermiddag vertegenwoordigen deze hengelaars hun volk, duidelijker en inniger dan zij zelf wel weteD, Hun traag en stil vermaak weerspiegelt den een voud van het goede Hollandsche leven, hun zwijgzaamheid en taai geduld zijn wezenlijke verworven heden van onzen landsaard. En daar komt nu nog Iets bij. Ook de kans op een slechte vangst bij een zoo gehavenden vischstand als die van dit jaar heeft ze niet thuis kunnen houdeD. Welgemoed en vastberaden steken zij den hen gelstok over den rietkraag en laten zij het dunne snoer zakken tusschen het kroos. Zij zetten door, ook als de omstandigheden tegen zijn, dapper volharden zij ook bij schamel gewin. En dan overweeg ik, hoe deze hengelaars misschien nog meer ver tegenwoordigen dan de deugden van hun volk. In hun vertrouwen en hun stille bereidvaardigheid doen zij aan die andere visschers denken, die het net uitwierpen enkel op het woord van hun Heer. VENRAY, 13 Juli 1940 NEDERLANDERS. De Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied, Rijks minister Seyss Inquart heeft In zijn te Rotterdam gehouden rede uit drukking gegeven van zijn bijzondere voldoening, daar hij thans de ge legenheid heeft tot het In het leven roepen van een KINDERACTIE VOOR KINDEREN VAN BEHOEF TIGE NEDERLANDSCHE GEZIN NEN, en zijn dank te kunnen toonen voor de in de na-oorlogsjaren van Nederlandsche zijde doorgevoerde kin derhulpactie voor Oostenrijksche kinderen. Toentertijd waren duizenden Oos tenrijksche kinderen voor ontspan ning in Nederland. Thans heeft de Rijkscommissaris toegezegd dat 6000 KINDEREN NAAR DE MOOIE GOUW OPPERDONAU (SALZ- KAMMERGUT) kunnen gaan. Met de voorbereidingen voor deze reis is het Nederlandsch-Dultsch Comité gereed. De eerste vacantletreinen voor deze ontspanning behoeftige kinde ren kunnen vertrekken op 15 Juli a.s. De duur van het verblijf is gerekend tot October, zoodat een absolute ontspanning gewaarborgd Is. In Oostenrijk staan de kinderen onder toezicht van Nederlanders, Bovendien staan alle kinderen onder geneeskundige controle, en worden ondergebracht in vrijgemaakte hotels, vacantieoorden en bij gegoede fami lies, en wel uitsluitend in de meest mooie gedeelten van Opper-Oosten- rijk. Op verren afstand van den oorlog 8n zijn gevolgen kunnen en zulien zij genieten, Uitsluitend uit sociaal oogpunt worden de kinderen uitgezocht, d.w.z. die kinderen die een ontspanning het meest noodig hebben. De politieke en godsdienstige richting der ouders speelt hierbij geen rol. Ds gouw Opperdonau zal alles doen wat in haar vermogen ligt te ver goeden wat Nederlanders destijds voor de Oostenrijksche kinderen hebben gedaan. AANMELDING. De ouders moeten zoo spoedig mogelijk opgave doen bij den burge meester van hun gemeente. Er mag niemand geweigerd worden. Om transportredenen mogen op het oogenbllk maar 6000 kinderen wor den opgenomen. Men wende zich in geval van twijfel tot het Neder- landsch Centraal Bureau voor de kinderactie Nederland—Ostmark, Dod Haag, Binnenhof 19, Telefoon 18 38.20, toestel 26. Nederlandsch Centraal Bureau voor de Kinderactie NederlandOstmark. De Burgemeesters van Venray brengt ter openbare kennis, met verzoek opgave van kinderen, die nog niet zijn opgegeven alsnog ten

Peel en Maas | 1940 | | pagina 1