Nederland en Indië. Iets over den toekomstigen status van beide. Mei Napoleon naar Rusland en (erug. Hef werk van de pers. Provinciaal Nieuws Raads vergaderin g. De mogendheid, welke Neder land onder haar militaire bescher ming stelde, heeft beloofd, dat we, nadat het oorlogsdoel (tegen anderen gericht) zal zijn bereikt, onze vrijheid zullen herkrijgen. We hebben geen enkele reden om aan de inlossing van deze belofte te twijfelen, maar weten zeker, dat de wereld er na het einde van der. oorlog geheel anders zal uitzien. Dat geldt zoowel haar sociale en economische, als haar poli tieke constructie. Daarom vragen velen zich af en niet zonder zorg voor de toekomst welke gedaante ons nieuwe nationale bestaan zal verwerven. Zullen we een vol komen zelfstandigheid verwerven ofwei een schakel zijn in een politieken en economischen keten Het denkbeeld, dat we iets van onze zelfstandigheid moeten prijs geven, behoeft op zichzelf niet te verontrusten. De politieke ont wikkeling der wereld gaat in de richting van coördonatie van het onderlinge staatkundig leven. Ook de geallieerden nebben het verkondigd, reeds vóór wij zelf in den strijd werden betrok ken, dat het oorlogsdoel een vrede was, waarbij de volkeren van Europa iets van hun zelf standigheid zouden prijsgeven ten behoeve eener economische sa menleving, waarin de welvaart en veiligheid onderling zouden zijn gegarandeerd. Van eigen zelfstandigheid iets af te staan, is niet erg; als het tenminste niet dient om de af gestane macht samen te voegen in de har.den van één volksre- geering, opdat deze zal kunnen overheerschen. Allen zullen vrijer en sterker kunnen worden, die afstand wil len (of moeten) doen van bepaal de bevoegdheden, opdat deze centraal kunnen worden uitge oefend ten behoeve van een grootere gemeenschap van vol keren. In zulke-grootere politieke ge meenschap zal het eigen nationale en cultureele leven der volkeren rijk kunnen bloeien, als aan de naties, welke ze omvat, de grootst mogelijke zelfstandigheid wordt gelaten. Dat is een opvatting, welke, blijkens de aan ons volk gedane belofte, ook in Berlijn als juist wordt erkend. En wat zal er van ons Indië worden We lazen in het weekblad „De Waag" een interessant artikel, dat verband hield met deze vraag. Het is van de hand van Prof. Mr. Schrieke. Deze is van mee ning, dat met de machtsverhou- FEUILLETON. Lotgevallen van een Belgischen soldaat- Meer dan eens heb ik inderdaad die roofzuchtige vogels op de lijken mijner gezellen hun eetmaal zien nemen I VI. MOSKOU IN BRAND. Maar wij waren niet in Rusland ge komen om soep te koopen. Wij moes ten maar immer vooruit trekken om den vijand te verslaan. Hem verslaan scheen ons zoo moei lijk niet, maar hem vinden 1 Den 9en September hoopten wij de Russen in Moyaïsk aan te treffen. Wij vonden daar eene overgroote hoeveel heid.... kooien Het was toch altijd wat. De Kozak Platoff, die over de achter- wacht van 't vijandelijk leger het bevel voerde, had die stad verlaten na ze door den brand te hebben verwoest. Maar de vijand kon toch niet altijd blijven wijken. Oeneraal Kutusoff, vernomen heb bende, dat dit gedurig vluchten den keizer, zijn meester, mishaagde, en dat men in St. Petersburg met hem den spot begon te drijven, besloot ons onder de muren van Moskou op te wachten. Maar Rostopchin, de bar- baarste onder de Russen, was van dit givoelen niet. Zonder iemand te raad plegen, deed hij de stad in brand steken. Eerst en vooral deed hij de dingen in het Westen voorshands geen verstoring van het even. wicht der machten in het Indische deel van den Pacific is gepaard gegaan. Niemand onderneemt het, in de in dit deel van het Verre Oosten bestaande verhoudingen te roeren omdat de status quo de grendel is op de doos van Pandora. Wie er kennis van nam, met hoe grooten onderlingen naijver Japan, de Ver. Staten en Enge land (Australië) elkaar in het Oosten op de vingers kijken uit vrees, dat deze vingers zich als éérste grijpgraag naar onzen ar chipel zullen uitstrekken, zal vol komen de vorenstaande zienswijze deelen. Ware Indië door den oorlog, waarin Nederland werd betrokken, tijdelijk zonder opperbestuur (van Koningin en regeering) gekomen, dan zou het aan groote ambitf euse mogendheden heel wat moeilijker zijn gevallen om van indië af te blijven. Het is merkwaardig, dat Prof. Mr. Schrieke in „De Waag", d.i. het weekblad, dat zijn ontstaan dankt aan de pro-Duitsche sym- pathiën van Sir Henri Deterding, constateert, dat Koningin en re geering, door zich aan een ca pitulatie te onttrekken, het den grooten machten gemakkelijker heeft gemaakt om den status quo (den bestaanden toestand) in Jn- dië te eerbiedigen en hij meent, dat niet verzuimd zal mogen worden, „deze bijdrage aan een betere toekomst alsnog op het credit dier regeering te boeken". Hoe echter uiteindelijk over het lot van indië zal worden beslist, kan pas blijken bij het einde van den thans woedenden krijg. Prof. Mr. Schrieke meent, dat ook wie rekening houdt met de mogelijkheid, dat de vrede op kosten van de geallieerde mo gendheden tót stand zal komen, machtsverhoudingen in den Pa cific niet zoo verbroken zal zien. dat Indië voor het grijpen zou liggen van wie zich daartoe zou willen opmaken. De Duitsche belangen zijn er te groot, dan dat een overwin nend Duitschland deze zou ver waarloozen, doch zij zullen, juist met het oog op de verhoudingen rondom, het best of misschien uitsluitend gediend kunnen worden door het huldigen van dezelfde politiek, waarin de an deren vrede behielden: de hand having van den status quo. Prof. Schrieke bedoelt onge twijfeld dit: het belang der groote mogendheden, die invloed hebben er. houden in het Verre Oosten, zal acties wekken tegen elke poging, van welke zijde ook on dernomen, om Indië rechtstreeks inwoners, 4»etzij door bedreigingen, hetzij door ze te verschrikken, met het kostbaarste wat zij bezaten de vlucht nemen en met het leger verder optrek ken. Slechts tienduizend personen bleven die stad welke tot de verwoesting veroordeeld was door hen die ze tot den laatsten stond hadden te verdedi gen. Het waren vreemde kooplieden, joden, werklieden en soldaten die men in het Kremlin vergeten had en losge laten booswichten, die door Rostopchin gelast waren de stad in brand te steken. Den 14en September 1812 trokken honderdduizend Fransche soldaten Moskou binnen en gingen rondom het Kremlin legeren. Honderdduizend onzer wapenbroeders bezetten den weg dien wij doorloopen hadden en moesten de gemeenschap met het vaderland vrij houden. Dus te samen twee honderd duizend man. Dit was alles wat van het groote leger overbleef!.... Maar nu, dit hoopten wij toch, ging ons lijden een einde nemen. Moskou was voor ons een oprecht Luilekker land. Daar was het dat de vijand al zijne schatten had verborgen, zijn voor raad opeen gestapeld had, in een woord alles had bijeengebracht wat aan het Russische leger gedurende den langer wintef voedsel in overvloed en warme kleeren moest verschaffen. En dit alles ging ons toebehooren Wij stapten vooruit met opgeheven hoofd en het hart kloppende van vreugd. Wij namen bezit van die geheimvolle stad, van dien schat des Russischen keizers, van die sterkte waar het ge- heele land zoo fier over was. Die kerken met hunne vergulde torens, die prachtige kloosters, die magazijnen gevuld met de kostbaarste voortbreng selen der geheele wereld, dit vermaarde kasteel, die trotsche Kremlin, welke de Mongolen, niettegenstaande hunne her haalde aanvallèn nooit konden verove ren, die wijduitgestrekte en met vrucht- dan wel middellijk, onder ander gezag te brengen dan het be staande. Zou dus een overwinnend Duitschland naden oorlog willen profiteeren van de economische hulpbronnen onzer koloniën en dat zal Duitschland zeer zeker willen dan zal het Derde Rijk het meest gebaat zijn met een herstel van een vrij en onafhan kelijk Nederland, waarmede het door vriendschap, politieke en economische verdragen nauw verbonden is. Aldus is het te verwachten.dat Indië aan het einde van den oorlog een belangrijke bijdrage zal kunnen leveren aan het her stel van het moederland in zijn nationale en internationale rech ten. Md. Hebt vertrouwen in Uw krant De pers heeft het moeilijk in deze dagen; vele zullen zich hebben afgevraagd wat er eigen lijk hapert aan hun krant, zij hebben daarop snel een antwoord gevonden en, zonder nader on derzoek, worden op het hoofd van de pers vele grieven gelucht, waaraan de omstandigheden schuld zijn en... voor een goed deel ook onvoldoende inzicht van den lezer, in wat in deze dagen van ieder Nederlander ge- eischt wordt. Wq leven in een moeilijken tijd en in moeilijke tijden is het niet voldoende bij de pakken neer te zitten, te wachten tot de storm weer voorbij zal gaan en zich door een soort Coué-metho- de toe te passen, wijs te maken, dat men door voortdurend te hopen, „dat het wei weer beter zal worden", op den duur ver andering van den toestand kan bereiken. In dagen als wij nu beleven is het daarentegen noodzakelijk r.uchter de naakte waarheid in de oogen te zien hoe moeilijk en onaangenaam dit ook moge zijn de consekwenties te aan vaarden en moedig vooruit te gaan op den nieuwen weg. Dat is niet gemakkelijk af stand doen van wat men heeft liefgehad, ja zelfs alleen maar waaraan men gewoon was ge raakt, stelt zware eischen aan onze geestkracht, maar het leven staat niet stil, dat wat geweest is, is nog nooit op dezelfde wijze teruggekomen en wij hebben de werkelijkheid te aanvaarden, zoo als wij een natuurgebeuren aan vaarden, de wisseling der jaar getijden, de wisseling van dag en nacht. En daarbij bedenke men wel, dat de ware vrijheid niet ligt in het zich verzetten tegen wat buiten onze macht ligt, maar juist in het aan vaarden der onveranderlijke feiten en het inrichten van ons leven in overeenstem ming daarmee. Daar is allereerst de samen werking met de huidige overheid in Nederland. In ieder beschaafd land is het vanzelfsprekend, dat de aanwij zingen der overheid, ingesteld tot bare tuinen omringde hofsteden, al die rijkdommen gingen ons toebehooren. Dan, de Russen ziende, dat wij ze overal zouden vervolgen, gingen den vrede vragen. De keizer zou zich laten bewegen, en wij zouden ons vaderland terug zien. Dit dachten, dit hoopten wij. Maar helaas 1 Nauwelijks kwamen wij in de onbe woonde straten der veroverde stad, of on2e geestdrift f maakte plaats voor angst en verlegenheid. Al de huizen waren gesloten, de bevolking, de ware Russische bevolking, was sedert lang verdwenen. De blijde tonen der fanfare's konden ons niet opbeuren, en ons de vreugd en het vertrouwen weergeven. 's Avonds elkeen kent die ge schiedenis stond Moskou in brand En iedereen weet ook wie den brand stichter washet was niemand auders dan den woestrn Rostopchin. Hij spaarde zijn eigen woning niet. Hij stak het vuur aan zijn kasteel in hetwelk zich de rijkste verzamelingen van schilderijen, gebeeldhouwde meu belen, oudheden en boeken bevonden. Voor de ingangdeur plantte hij een staak met het volgende opschrift „Ik heb acht jaren Ung gewerkt om dit huis te versieren, en ik heb hier gelukkig geleefd in 't midden mijner amilie. Franschen, ik steek die woning vrijwillig in brand opdat zij niet door uwe tegenwoordigheid bezoedeld worde De stad bleef branden tot den 20en September. Op dien dag viel er een overvloedige stortregen die het vuur bluschtte. Onbeschrijflijk was de wan orde. De inwoners der stad, zoowel als de soldaten doorliepen de puin- hoopen en zochten levensmiddelen om hun honger te stillen en eenigen voor raad voor de toekomst. Wij hadden het geluk de kelders te ontdekken waar de Russen hun mond behoeften hadden weggestopt. Met de heil van het volk, worden opge volgd. Zoo was het voor de be zetting van Nederland. Thans is Nederland een bezet deel van het Koninkrijk der Nederlanden volgens oorlogsrecht is de bezetter in de plaats, de rechten en de plichten getreden van de vroegere overheid welke trouwens bij nadering van den vijand het land zonder eigenlijke regeering heeft gelaten. En zooals het noodig was dat voor de bezetting eenieder zich schikte naar de bevelen der au toriteiten, er in toestemde zijn eigen wenschen en inzichten on dergeschikt te maken aan het hoogere belang der gemeenschap, zoo zal ook een ieder thans eigen wenschen en inzichten on dergeschikt dienen te maken aan het hoogere belang, dat het leven van het Nederlandsche volk weer herstellen kan en in ordelijke banen kan woiden geleid. De pers heeft daarbij een groote taak te vervullen over eenkomstig de zeer groote plaats, die zij in Duitschland in het openbare leven inneemt, is in de eerste plaats zij het orgaan, waar door de overheid haar wenschen aan het volk kan kenbaar maken. Mogen de lezers dan aan hun courant verwijten, dat deze zich, juist in het licht van hethooger belang, vrijwillig aan de haar opgelegde beperkingen onder werpt, in erkentelijkheid voor de vrijheid van verschijning en de vrijheid van commentaar, die haar, binnen de grenzen der redelijke zelfbeperking, gelaten is Immers niet - te meer niet, waar ieder van ons genoodzaakt is zich in eigen kring die be perking op te leggen, die het belang van ons volk, in de huidige omstandigheden van ons eischt. Wij schreven zooeven, dat de bezettende overheid getreden is in de rechten en plichten van de vorige, Nederlandsche overheid. De nadruk moge hier ook vallen op de plichten. Die plicht van de nieuwe over heid is het, niet alleen te ver bieden, maar ook op te bouwen. Wat wij de laatste jaren gezien hebben van het bewind in Duitschland, bewijst wel, dat de overheid daar zich van haar overheidsplicht terdege bewust is. levensmiddelen voor tien dagen die aan eiken soldaat gegeven werd, bezat ik nog eenige ponden bloem, een groot stuk gerookt vleescb, een weinig sutker en chocolade, en het kostbaarste van al, een goeden voorraad zout. Ik was rijk 1 In een verlaten huis vond ik nog een paar goede botten, een paar schoenen en tamelijk veel lijnwaad. Nu was ik geladen als een muilezel en ik ging onder den lasi gebogen, maar de krachten waren teruggekomen nu ik hoopte dat wij gingen weerkeeren naar onze winterkwartieren of misschien, wie wist het, het koude Rusland voor goed verlaten. Wat ging er nu gebeuren Napoleon begeerde den vrede. Hij begon te begrijpen dat het Russisch leger, welk hem gedurig had doen vooruitgaan in een onbekend land, nog zoo frisch was als bij het aanvangen van den veldtocht, terwijl hij slechts nog vermoeide, uitgeputte en door de ziekte ondermijnde soldaten rondom zich had behouden. Hij deed voorstellen, die geen ander uitwerking hadden dan een wapenstil stand. Den 18en October, vier-en-dertig dagen na de intrede in Moskou, cntving Napoleon de treurige tijding, dat de wapenstilstand verbroken was, en dat Kutusoff, die Murat in zijn kamp had overrompeld, tweeduizend man en twaalf kanonnen had meegenomen. Napoleon gaf bevel den aftocht te beginnen. Op zijn beurt week hij ach teruit 1 VII. DE AFTOCHT. Wat ik nu ga verhalen, 't is te zeg gen hetgeen mij voorviel sedert den dag op welken wij Moskou verlieten, schijnt mij somtijds als een droom, als een voostbrengsel mijner verbeelding. Is dit alles wel gebeurd? Welke persoonlijke meening men" ook moge hebben over de doelmatigheid of wenschelijkheid der getroffen maatregelen niet ontkend kan worden, dat binnen het kader van het nationaal so- cialistische regime een ontzag' lijken positieven opbouw-arbeid geleverd Is, op ieder gebied van het economische, sociale en cul tureele leven. Ook de enkele weken, welke nu tn Nederland het Duitsche bewind de teugels in hande genomen heeft, is er reeds baan brekend werk verricht. De gegeven verordeningen zijn niet alleen gegeven om te ver bieden zij hebben veelal ook een positieven, opbouwenden kant. Niemand kan van ons, Neder landers verwachten, dat wij, na het leed, dat ons volk heeft on dergaan, ons zullen uitputten in onbeperkten lof voor de Duitsche bezetting, maar wie tracht onbe vooroordeeld toe te zien, zal moeten erkennen, dat de Duitsche overheid met kracht niet alleen haar rechten, maar ook haar plichten jegens het Nederlandsche volk nastreeft. Wij denken daarbij ö.v. aan de plannen tot opheffing van den geesel der werkloosheid, aan de plannen tot economischen op bouw, ook aan de plannen tot het verschaffen van ruim baan aan de pers, die juist dezer dagen aan de orde komen. De betrekkingen tusschen over heid en volk zijn steeds twee zijdigtegenover de plicht der overheid tot een wijs en voort varend bestuur, staat de plicht der bevolking tot actieve mede werking. Gehoorzaam ondergaan is niet voldoende posilieve arbeid is noodzakelijk. Over de wijze waarop deze verricht kan worden, een vol gende maal. VENRAY, 29 Juni 1940 LUXOR-THEATER vertoont deze week twee prima mooie hoofdfilms, o.a. de graag ge ziene film „DE GEVAARLIJKE LEEFTIJD". Roberta Morgan ia een lastig wezentje, die haar moeder heel wat hoofdbrekens kost. Indien Moeder wat meer tijd zou besteden aan haar kleine meisje, en zich minder zou bemoeien met haar maatschappelijke taak, aan „misdeelde" kinderen, ware haar eigen dochtertje wellicht gelukkiger Vader Morgan is te veel verdiept in het nobele bedrijf van geldver- dienen, om zich om het kleine me sje te bekommeren. Alle zorgen voor Roberta zijn opgedragen aan haar gouvernante Anna, aan Jenkins den butler, en aan Mrs. Jenkins, diens vrouw. Zelfs haar verjaardag wordt door beide ouders vergeten. Na enkele ondeugende streken, ontmoet Roberta twee negerkinde ren, die haar mee uit visschen nemen. Het meisje valt in het wa'er en de goedhartige negen rouw, Mrs. White, droogt haar kleeren. Hier ziet Roberta voor het eerst, hoe een werkelijke moeder met haar kinderen omgaat Ze neemt Pinky, een van het twee tal, mee naar huis, om haar ver- jaarsdagtaart met het negerjochie op te peuzelen. Moeder en vader zijn afwezig en Jenkins weet niet beter te doen dan het arme kereltje het huis uit te jagen. Robei ta is woedend en wordt door Jenkins in haar kamer opgesloten. Het hevig overprikkelde kind steekt haar kleeren in brand, zoodat de brandweer in allerijl moet aanruk ken. Langs de brandladder ontvlucht het kind het huls, en wil zich naar Pinky's huis begeven. Jenkins weet haar te achterhalen. Het kind is in dien tjjd nóóit op school geweest doch steeds bij haar trouwe negervriendjes. Als Jenkins dat ontdekt neemt hij haar met ge weld mee in den wagen om haar naar huis te brengen. Terwijl zij tracht te ontsnappen grijpt het over prikkelde kind het stuur en overrijdt door haar onkunde en onvoorzich tigheid een voorbijganger. Roberta wordt naar een strenge kostschool gezonden, waar Mis Cos- grove, de strenge, doch liefdevolle leiding heeft. In den e an vang is Roberta's invloed op haar medeleer lingen allertreurigst men wil haar zelfs van de school verwijderen. Miss Cosgrove tracht het kind eenige verantwoordelijkheid te geven voor haar kleine medeleerlingen. Door deze pogingen, die in dit ge val de juiste is geweest, verwerft Roberta zich de liefde van leerlingen en onderwijzeressen. Nu is Roberta eindelijk gelukkig. Hier is baar thuis. Ze wil zelfs niet meer terug naar haar ouders. Slechts door de ziekte van haar moeder gaat zij op verzoek van haar vader naar de ouderlijke woning, Het meisje komt thuis, geheel veranderd haar geest is gezuiverd, baar karakter standvastig. Maar ook de ouders zijn veranderd, Zij hebben leeren inzieD, dat de taak een menschenktnd tusschen 14 en 17 te mogen opvoeden, den ganschen mensch eischr... Als tweede extra hoofdfilm .LUCHTDUIVELS DER MARINE" Een imposant filmwerk, dat in het middelpunt van de hedendaagsche belangstelling staat en waarin George Brent, Olivia de Havilland en John Payne op eminente wijze de hoofd rollen vertolken. Geïnspireerd door het grafmonu ment te Arlington, opgericht ter eere van zijn vader, den pionier- marinevlieger Harrington, gaat Jerry Harrington van den onderzeedienst over naar de Marine-vliegbasis te Pensacola, waar zijn oudere broer, Cass Harrington instructeur is. Jerry ontmoet daar de verloofde van zijn broer, Irene Dale, en Jerry en Irene voelen zich direct al tot elkaar aangetrokken. Jerry wordt in de geheimen van het vliegen ingewijd, evenals zijn vrienden Seat Allen en Dan Morrison, Cass gaat naar Washington om met de Marine-autoriteiten de plannen voor zijn nieuwe vliegtuig te bespre ken en laat Irene in gezelschap van zijn broer achter. Deze twee komen ai spoedig tot de ontdekking, dat zij op elkaar verliefd zijn. Na zijn terugkomst houdt Cass ten onreebte den gemoedstoestand van zijn broeder voor kalverliefde. Als Irene op het punt staat haar engagement met Cass te verbreken wordt Cass voor zijn verdere leven verminkt als een leerling van hem tijdens een oefenvlucht onder zijn leiding een fout maakt, waarop het toestel verongelukt. Jerry en Irene besluiten Cass niets van hun liefde te laten blijken. Het nieuwe toestel van Cass zal gepro beerd worden. Prachtig zijn de op namen, enerveerend voor den toe. schouwer. Verder vertoond deze film vele en mooie gewaagde opnamen van lucht- accrobatiek, aviatiek en testvliegen. Een programma dat af is. Gistermiddag om half vier hield de Gemeenteraad van Venray eene;open bare vergadering, ter behandeling van de navolgende agenda: 1. Notulen der openbare vergade ring van 5 April 1940 en die der be- Ja! Ik heb hongeren koude geleden, ik heb met bebloedde voeten over sneeuw en ijs gegaan, ik benvervolgdi geslagen en mishandeld geweest. Meer dan eens heb ik mij alleen, uitgeput, krachteloos, van alle ondersteuning beroofd bevonden, meer dan eens heb ik den dood als een weldaad van den hemel afgesmeekt, en heden nog vraag ik, niet zonder verwondering, hoe het komt dat ik mij nog onder het getal der levenden bevind Meer dan eens, wanneer ik iets uit mijne vroegere dagen vertelde, hoorde ik den een of ander ongeloovige zeg gen „Dat is onmogelijk!" Onmogelijk I Dit woord is gauw uit gesproken. De duizenden en duizenden mijner wapenbroeders, die in de sneeuw- woestijnen van Rusland begraven lig gen, hadden misschien ook geantwoord: „Onmogelijk 1" indien men hun had voorzegd wat zij gingen lijden, toen zij zingend en met het hart vol hoop ten strijde trokken. Wanneer ik soms alleen bij mijn goed vuurke mijn pijp zit te rooken, dan herinner ik mij het verleden, en rr.ijn haren rijzen te berge iedere keer als ik met den geest naar het koude Rusland terugkeer. En dan valt alle twijfel mij onmogelijk, want ik heb ge zien en ondervonden Meer dan een mijner oversten en gezellen beschreven 's Keizers en hunne eigen lotgevallen. Hoe spreken zij van den Russischen veldtocht en van het geen op de verwoesting van Moskou volgde? Schreven zij geen bladzijden welke het onmogelijk is zonder ontroe ring en schrik te lezen Er is immers niet veel inbeelding noodig om te be grijpen wat al lijden er noodig was om een leger van vierhonderdduizend dapperen te verdelgen De honger en de koude, zeggen twee officieren die hun veldtochten beschrij ven, kwelde onze soldaten. Wie zou aan zulke moorddadige aanvallen weer staan? Het groote leger, rijk aan zoo veel roemrijke herinneringen, bestond welhaast uit niets anders meer dan uit rampzalige overblijfselen. Elkeen weet hoe spoedig wij eene overwinning behalenmaar iedereen weet ook hoe licht wij ons door den tegenspoed laten neerdrukken. De hevigheid zelve van het lichaam lijk lijden bracht de wanorde in ons midden zelfs de wensch naar eigen behoud kon de regeltucht niet verze keren door dewelke nogtans zooveel onheilen moesten afgeweerd worden. De regimenten liepen meestal uiteen, en de slagen des tegenspoeds waren zooveel te bloediger, daar zij op de afgezonderde personen vielen. Te ver geefs weerklonk de stem der oversten; de ongelukkige soldaten wilden niet gehoorzamen, er was geen krijgstucht meer in een leger waar het noodlot de grootste gelijkheid, de gelijkheid eener onbeschrijflijke ellende deed heerschen. De wegen zijn bezaaid met wapens die uit de handen vielen van ongeluk- kigen wiens leven zij niet meer konden verdedigen. De ruiter, vergetende welke diensten zijn paard hem in twintig veldslagen bewezen heeft, verwijt nu aan het arme dier de weinige moeite die het hem. kost... Hij doodt het en zoekt in zijn nog warme ledematen een ongezond voedsel, welke hem door een honge rige menigte nog onlrukt wordt De nacht, die een nog bijfender koude doet heerschen, voegt nieuwe folteringen bij die welke de dag had aangebracht. Soldaten van allerlei regimenten en rang, verzamelen zich om te legeren Eenige drooge boomtakken, eenige stukken hout in de puinhoopen opge zocht, vormen een vuur waarbij de generaal zelf geen plaats zal vinden, indien hij niet geholpen heeft om het te maken. Wordt vervolgd. sloten zitting van laatste liggen vooi leden ter inzage b 2. Ingekomen s 3. Voorstel van ziging dfer Algen denlng Venray tei van springbokken. 4. Voorstel van Wethouders tot he bijdrage aan het comité voor extr loozen in den ve dekking en schoei 5. Voorstel van te machtigen tol voorwaarden, geate van Ged. Staten 19 April 1940, waa zegging vergunnii bet bouwen van i waterlosslngen on Venray. 6 Voorstel B. Janssen te Ysselst mijn van een je leenen van de ve bouwing van den gemeente gekocht steyn. 7. Voorstel B. e verpachting ingaa door J. C. van Rijs Verhoeven .te Me meente gepacht p den Testrik. 8. Voorstel van ruiling van grond de Wed. H. Kurjpei 9. Voorstel van legging van een op te Oirlo en ruili; verband daarmede aldaar. 10. Verzoek vai van de gemeente t een strook grond gedeelte) langs d Rips, kad. Sectie C 11. Aankoop vj strookjes grond tei verbetering vaa di Wanssum. 12. Voorstel van Wethouders tot be van de benoodigd maximum van f Bestuur der St. Leunen voor bet aa aanvankelijk lezen sche taal. 13. Voorstil van Wethouders tot be van de ben<odigd< Bestuur der t. K. 1 school te Meselo, met uitbreidiig van lingen. 14. Bespredng vi legenheden. 15. Voorste van We'houders ot w vulling (reguiarisati begrooting 1931. 16 Voorstel /an Wethouders tot wijs ling der gerreotel mede, voorzone/ nc met bryenste'sPde sluiten. Ook kapitei va erech Naar men «rneen kapitein H. van sinds het uitreken vermist werd,terech opgenomen i, het Bentheim (D.. OVERLOOP De K R O.speldje bracb ruim f 30 op. Da alhle. gehou batè van hetlulpcoi op de som va f 375 HORSTfR VE Horst, 25 Jni. Tol dieren, waarvn 7 sti biggen. Bndel ii met hooge wijzen, was de hancl zeer merkte bigge brachl tot f 14. Genikte b] tot f 18 Alhbiggen ten tijd vertüdeld. gemerkten bbk vanc Bomaanvl op Men meldt it Einc Maandagmtgen te§ één enkel Enjlsch vl bommen op relschaj Voor de sta leveri geen enkel ?vaar t drie burgerdalen Welschap I betreu Duitsch militlr erm andere persoin licht den. Een luchtBvecht en schade wet niet a De arbeidnogeli; Dttschlai De arbeiibeurz in:hting< Om de weclooshel i verminden beeft missaris, zooe men v dene maatregen getn land heeft iQ deu: Nederlandschi arbeid gezet en diveÊ financ ten aaiien va onze Oostelij» nabu arbeid, zjjn aimerkel; Het schijnt ndat zij, wel zouden wen ovei steeds wetenwaar z over arbeids^gelijkh krijgen. Er j hierb dat de arbeideurzen van hun doel*1 juist Het mi mie tar en de schoonstPnden, indien U poetsPe' de antiseptische fftpasta

Peel en Maas | 1940 | | pagina 6