Nederland en Indië.
Iets over den toekomstigen status
van beide.
Mei Napoleon naar
Rusland en (erug.
Hef werk van de pers.
Provinciaal Nieuws
Raads vergaderin g.
De mogendheid, welke Neder
land onder haar militaire bescher
ming stelde, heeft beloofd, dat
we, nadat het oorlogsdoel (tegen
anderen gericht) zal zijn bereikt,
onze vrijheid zullen herkrijgen.
We hebben geen enkele reden om
aan de inlossing van deze belofte
te twijfelen, maar weten zeker,
dat de wereld er na het einde
van der. oorlog geheel anders
zal uitzien.
Dat geldt zoowel haar sociale
en economische, als haar poli
tieke constructie.
Daarom vragen velen zich af
en niet zonder zorg voor de
toekomst welke gedaante ons
nieuwe nationale bestaan zal
verwerven. Zullen we een vol
komen zelfstandigheid verwerven
ofwei een schakel zijn in een
politieken en economischen
keten
Het denkbeeld, dat we iets van
onze zelfstandigheid moeten prijs
geven, behoeft op zichzelf niet
te verontrusten. De politieke ont
wikkeling der wereld gaat in de
richting van coördonatie van het
onderlinge staatkundig leven.
Ook de geallieerden nebben
het verkondigd, reeds vóór wij
zelf in den strijd werden betrok
ken, dat het oorlogsdoel een
vrede was, waarbij de volkeren
van Europa iets van hun zelf
standigheid zouden prijsgeven ten
behoeve eener economische sa
menleving, waarin de welvaart
en veiligheid onderling zouden
zijn gegarandeerd.
Van eigen zelfstandigheid iets
af te staan, is niet erg; als het
tenminste niet dient om de af
gestane macht samen te voegen
in de har.den van één volksre-
geering, opdat deze zal kunnen
overheerschen.
Allen zullen vrijer en sterker
kunnen worden, die afstand wil
len (of moeten) doen van bepaal
de bevoegdheden, opdat deze
centraal kunnen worden uitge
oefend ten behoeve van een
grootere gemeenschap van vol
keren.
In zulke-grootere politieke ge
meenschap zal het eigen nationale
en cultureele leven der volkeren
rijk kunnen bloeien, als aan de
naties, welke ze omvat, de grootst
mogelijke zelfstandigheid wordt
gelaten.
Dat is een opvatting, welke,
blijkens de aan ons volk gedane
belofte, ook in Berlijn als juist
wordt erkend.
En wat zal er van ons Indië
worden
We lazen in het weekblad „De
Waag" een interessant artikel,
dat verband hield met deze vraag.
Het is van de hand van Prof.
Mr. Schrieke. Deze is van mee
ning, dat met de machtsverhou-
FEUILLETON.
Lotgevallen van een
Belgischen soldaat-
Meer dan eens heb ik inderdaad die
roofzuchtige vogels op de lijken mijner
gezellen hun eetmaal zien nemen I
VI.
MOSKOU IN BRAND.
Maar wij waren niet in Rusland ge
komen om soep te koopen. Wij moes
ten maar immer vooruit trekken om
den vijand te verslaan.
Hem verslaan scheen ons zoo moei
lijk niet, maar hem vinden 1
Den 9en September hoopten wij de
Russen in Moyaïsk aan te treffen. Wij
vonden daar eene overgroote hoeveel
heid.... kooien Het was toch altijd wat.
De Kozak Platoff, die over de achter-
wacht van 't vijandelijk leger het bevel
voerde, had die stad verlaten na ze
door den brand te hebben verwoest.
Maar de vijand kon toch niet altijd
blijven wijken.
Oeneraal Kutusoff, vernomen heb
bende, dat dit gedurig vluchten den
keizer, zijn meester, mishaagde, en dat
men in St. Petersburg met hem den
spot begon te drijven, besloot ons
onder de muren van Moskou op te
wachten. Maar Rostopchin, de bar-
baarste onder de Russen, was van dit
givoelen niet. Zonder iemand te raad
plegen, deed hij de stad in brand
steken. Eerst en vooral deed hij de
dingen in het Westen voorshands
geen verstoring van het even.
wicht der machten in het Indische
deel van den Pacific is gepaard
gegaan.
Niemand onderneemt het, in de
in dit deel van het Verre Oosten
bestaande verhoudingen te roeren
omdat de status quo de grendel
is op de doos van Pandora.
Wie er kennis van nam, met
hoe grooten onderlingen naijver
Japan, de Ver. Staten en Enge
land (Australië) elkaar in het
Oosten op de vingers kijken uit
vrees, dat deze vingers zich als
éérste grijpgraag naar onzen ar
chipel zullen uitstrekken, zal vol
komen de vorenstaande zienswijze
deelen.
Ware Indië door den oorlog,
waarin Nederland werd betrokken,
tijdelijk zonder opperbestuur (van
Koningin en regeering) gekomen,
dan zou het aan groote ambitf
euse mogendheden heel wat
moeilijker zijn gevallen om van
indië af te blijven.
Het is merkwaardig, dat Prof.
Mr. Schrieke in „De Waag", d.i.
het weekblad, dat zijn ontstaan
dankt aan de pro-Duitsche sym-
pathiën van Sir Henri Deterding,
constateert, dat Koningin en re
geering, door zich aan een ca
pitulatie te onttrekken, het den
grooten machten gemakkelijker
heeft gemaakt om den status quo
(den bestaanden toestand) in Jn-
dië te eerbiedigen en hij meent,
dat niet verzuimd zal mogen
worden, „deze bijdrage aan een
betere toekomst alsnog op het
credit dier regeering te boeken".
Hoe echter uiteindelijk over het
lot van indië zal worden beslist,
kan pas blijken bij het einde van
den thans woedenden krijg.
Prof. Mr. Schrieke meent, dat
ook wie rekening houdt met de
mogelijkheid, dat de vrede op
kosten van de geallieerde mo
gendheden tót stand zal komen,
machtsverhoudingen in den Pa
cific niet zoo verbroken zal zien.
dat Indië voor het grijpen zou
liggen van wie zich daartoe zou
willen opmaken.
De Duitsche belangen zijn er
te groot, dan dat een overwin
nend Duitschland deze zou ver
waarloozen, doch zij zullen, juist
met het oog op de verhoudingen
rondom, het best of misschien
uitsluitend gediend kunnen
worden door het huldigen van
dezelfde politiek, waarin de an
deren vrede behielden: de hand
having van den status quo.
Prof. Schrieke bedoelt onge
twijfeld dit: het belang der groote
mogendheden, die invloed hebben
er. houden in het Verre Oosten,
zal acties wekken tegen elke
poging, van welke zijde ook on
dernomen, om Indië rechtstreeks
inwoners, 4»etzij door bedreigingen,
hetzij door ze te verschrikken, met het
kostbaarste wat zij bezaten de vlucht
nemen en met het leger verder optrek
ken.
Slechts tienduizend personen bleven
die stad welke tot de verwoesting
veroordeeld was door hen die ze tot
den laatsten stond hadden te verdedi
gen. Het waren vreemde kooplieden,
joden, werklieden en soldaten die men
in het Kremlin vergeten had en losge
laten booswichten, die door Rostopchin
gelast waren de stad in brand te
steken.
Den 14en September 1812 trokken
honderdduizend Fransche soldaten
Moskou binnen en gingen rondom het
Kremlin legeren. Honderdduizend onzer
wapenbroeders bezetten den weg dien
wij doorloopen hadden en moesten de
gemeenschap met het vaderland vrij
houden. Dus te samen twee honderd
duizend man. Dit was alles wat van
het groote leger overbleef!....
Maar nu, dit hoopten wij toch, ging
ons lijden een einde nemen. Moskou
was voor ons een oprecht Luilekker
land. Daar was het dat de vijand al
zijne schatten had verborgen, zijn voor
raad opeen gestapeld had, in een
woord alles had bijeengebracht wat
aan het Russische leger gedurende
den langer wintef voedsel in overvloed
en warme kleeren moest verschaffen.
En dit alles ging ons toebehooren
Wij stapten vooruit met opgeheven
hoofd en het hart kloppende van vreugd.
Wij namen bezit van die geheimvolle
stad, van dien schat des Russischen
keizers, van die sterkte waar het ge-
heele land zoo fier over was. Die
kerken met hunne vergulde torens, die
prachtige kloosters, die magazijnen
gevuld met de kostbaarste voortbreng
selen der geheele wereld, dit vermaarde
kasteel, die trotsche Kremlin, welke de
Mongolen, niettegenstaande hunne her
haalde aanvallèn nooit konden verove
ren, die wijduitgestrekte en met vrucht-
dan wel middellijk, onder ander
gezag te brengen dan het be
staande.
Zou dus een overwinnend
Duitschland naden oorlog willen
profiteeren van de economische
hulpbronnen onzer koloniën
en dat zal Duitschland zeer zeker
willen dan zal het Derde Rijk
het meest gebaat zijn met een
herstel van een vrij en onafhan
kelijk Nederland, waarmede het
door vriendschap, politieke en
economische verdragen nauw
verbonden is.
Aldus is het te verwachten.dat
Indië aan het einde van den
oorlog een belangrijke bijdrage
zal kunnen leveren aan het her
stel van het moederland in zijn
nationale en internationale rech
ten. Md.
Hebt vertrouwen in Uw krant
De pers heeft het moeilijk in
deze dagen; vele zullen zich
hebben afgevraagd wat er eigen
lijk hapert aan hun krant, zij
hebben daarop snel een antwoord
gevonden en, zonder nader on
derzoek, worden op het hoofd
van de pers vele grieven gelucht,
waaraan de omstandigheden
schuld zijn en... voor een goed
deel ook onvoldoende inzicht
van den lezer, in wat in deze
dagen van ieder Nederlander ge-
eischt wordt.
Wq leven in een moeilijken
tijd en in moeilijke tijden is het
niet voldoende bij de pakken
neer te zitten, te wachten tot de
storm weer voorbij zal gaan en
zich door een soort Coué-metho-
de toe te passen, wijs te maken,
dat men door voortdurend te
hopen, „dat het wei weer beter
zal worden", op den duur ver
andering van den toestand kan
bereiken.
In dagen als wij nu beleven
is het daarentegen noodzakelijk
r.uchter de naakte waarheid in
de oogen te zien hoe moeilijk
en onaangenaam dit ook moge
zijn de consekwenties te aan
vaarden en moedig vooruit te
gaan op den nieuwen weg.
Dat is niet gemakkelijk af
stand doen van wat men heeft
liefgehad, ja zelfs alleen maar
waaraan men gewoon was ge
raakt, stelt zware eischen aan
onze geestkracht, maar het leven
staat niet stil, dat wat geweest
is, is nog nooit op dezelfde wijze
teruggekomen en wij hebben de
werkelijkheid te aanvaarden, zoo
als wij een natuurgebeuren aan
vaarden, de wisseling der jaar
getijden, de wisseling van dag
en nacht.
En daarbij bedenke men wel,
dat de ware vrijheid niet
ligt in het zich verzetten
tegen wat buiten onze macht
ligt, maar juist in het aan
vaarden der onveranderlijke
feiten en het inrichten van
ons leven in overeenstem
ming daarmee.
Daar is allereerst de samen
werking met de huidige overheid
in Nederland.
In ieder beschaafd land is het
vanzelfsprekend, dat de aanwij
zingen der overheid, ingesteld tot
bare tuinen omringde hofsteden, al die
rijkdommen gingen ons toebehooren.
Dan, de Russen ziende, dat wij ze
overal zouden vervolgen, gingen den
vrede vragen. De keizer zou zich laten
bewegen, en wij zouden ons vaderland
terug zien.
Dit dachten, dit hoopten wij. Maar
helaas 1
Nauwelijks kwamen wij in de onbe
woonde straten der veroverde stad, of
on2e geestdrift f maakte plaats voor
angst en verlegenheid. Al de huizen
waren gesloten, de bevolking, de ware
Russische bevolking, was sedert lang
verdwenen.
De blijde tonen der fanfare's konden
ons niet opbeuren, en ons de vreugd
en het vertrouwen weergeven.
's Avonds elkeen kent die ge
schiedenis stond Moskou in brand
En iedereen weet ook wie den brand
stichter washet was niemand auders
dan den woestrn Rostopchin.
Hij spaarde zijn eigen woning niet.
Hij stak het vuur aan zijn kasteel in
hetwelk zich de rijkste verzamelingen
van schilderijen, gebeeldhouwde meu
belen, oudheden en boeken bevonden.
Voor de ingangdeur plantte hij een
staak met het volgende opschrift
„Ik heb acht jaren Ung gewerkt om
dit huis te versieren, en ik heb hier
gelukkig geleefd in 't midden mijner
amilie. Franschen, ik steek die woning
vrijwillig in brand opdat zij niet door
uwe tegenwoordigheid bezoedeld
worde
De stad bleef branden tot den 20en
September. Op dien dag viel er een
overvloedige stortregen die het vuur
bluschtte. Onbeschrijflijk was de wan
orde. De inwoners der stad, zoowel
als de soldaten doorliepen de puin-
hoopen en zochten levensmiddelen om
hun honger te stillen en eenigen voor
raad voor de toekomst.
Wij hadden het geluk de kelders te
ontdekken waar de Russen hun mond
behoeften hadden weggestopt. Met de
heil van het volk, worden opge
volgd. Zoo was het voor de be
zetting van Nederland. Thans is
Nederland een bezet deel van
het Koninkrijk der Nederlanden
volgens oorlogsrecht is de
bezetter in de plaats, de rechten
en de plichten getreden van de
vroegere overheid welke trouwens
bij nadering van den vijand het
land zonder eigenlijke regeering
heeft gelaten.
En zooals het noodig was dat
voor de bezetting eenieder zich
schikte naar de bevelen der au
toriteiten, er in toestemde zijn
eigen wenschen en inzichten on
dergeschikt te maken aan het
hoogere belang der gemeenschap,
zoo zal ook een ieder thans
eigen wenschen en inzichten on
dergeschikt dienen te maken aan
het hoogere belang, dat het leven
van het Nederlandsche volk weer
herstellen kan en in ordelijke
banen kan woiden geleid.
De pers heeft daarbij een
groote taak te vervullen over
eenkomstig de zeer groote plaats,
die zij in Duitschland in het
openbare leven inneemt, is in de
eerste plaats zij het orgaan, waar
door de overheid haar wenschen
aan het volk kan kenbaar maken.
Mogen de lezers dan aan hun
courant verwijten, dat deze zich,
juist in het licht van hethooger
belang, vrijwillig aan de haar
opgelegde beperkingen onder
werpt, in erkentelijkheid voor de
vrijheid van verschijning en de
vrijheid van commentaar, die
haar, binnen de grenzen der
redelijke zelfbeperking, gelaten
is
Immers niet - te meer niet,
waar ieder van ons genoodzaakt
is zich in eigen kring die be
perking op te leggen, die het
belang van ons volk, in de huidige
omstandigheden van ons eischt.
Wij schreven zooeven, dat de
bezettende overheid getreden is
in de rechten en plichten van de
vorige, Nederlandsche overheid.
De nadruk moge hier ook vallen
op de plichten.
Die plicht van de nieuwe over
heid is het, niet alleen te ver
bieden, maar ook op te bouwen.
Wat wij de laatste jaren gezien
hebben van het bewind in
Duitschland, bewijst wel, dat de
overheid daar zich van haar
overheidsplicht terdege bewust
is.
levensmiddelen voor tien dagen die
aan eiken soldaat gegeven werd, bezat
ik nog eenige ponden bloem, een groot
stuk gerookt vleescb, een weinig sutker
en chocolade, en het kostbaarste van
al, een goeden voorraad zout.
Ik was rijk 1
In een verlaten huis vond ik nog een
paar goede botten, een paar schoenen
en tamelijk veel lijnwaad. Nu was ik
geladen als een muilezel en ik ging
onder den lasi gebogen, maar de
krachten waren teruggekomen nu ik
hoopte dat wij gingen weerkeeren naar
onze winterkwartieren of misschien,
wie wist het, het koude Rusland voor
goed verlaten.
Wat ging er nu gebeuren
Napoleon begeerde den vrede. Hij
begon te begrijpen dat het Russisch
leger, welk hem gedurig had doen
vooruitgaan in een onbekend land, nog
zoo frisch was als bij het aanvangen
van den veldtocht, terwijl hij slechts
nog vermoeide, uitgeputte en door de
ziekte ondermijnde soldaten rondom
zich had behouden.
Hij deed voorstellen, die geen ander
uitwerking hadden dan een wapenstil
stand.
Den 18en October, vier-en-dertig
dagen na de intrede in Moskou, cntving
Napoleon de treurige tijding, dat de
wapenstilstand verbroken was, en dat
Kutusoff, die Murat in zijn kamp had
overrompeld, tweeduizend man en
twaalf kanonnen had meegenomen.
Napoleon gaf bevel den aftocht te
beginnen. Op zijn beurt week hij ach
teruit 1
VII.
DE AFTOCHT.
Wat ik nu ga verhalen, 't is te zeg
gen hetgeen mij voorviel sedert den
dag op welken wij Moskou verlieten,
schijnt mij somtijds als een droom, als
een voostbrengsel mijner verbeelding.
Is dit alles wel gebeurd?
Welke persoonlijke meening
men" ook moge hebben over de
doelmatigheid of wenschelijkheid
der getroffen maatregelen niet
ontkend kan worden, dat binnen
het kader van het nationaal so-
cialistische regime een ontzag'
lijken positieven opbouw-arbeid
geleverd Is, op ieder gebied van
het economische, sociale en cul
tureele leven.
Ook de enkele weken, welke
nu tn Nederland het Duitsche
bewind de teugels in hande
genomen heeft, is er reeds baan
brekend werk verricht.
De gegeven verordeningen zijn
niet alleen gegeven om te ver
bieden zij hebben veelal ook
een positieven, opbouwenden
kant.
Niemand kan van ons, Neder
landers verwachten, dat wij, na
het leed, dat ons volk heeft on
dergaan, ons zullen uitputten in
onbeperkten lof voor de Duitsche
bezetting, maar wie tracht onbe
vooroordeeld toe te zien, zal
moeten erkennen, dat de Duitsche
overheid met kracht niet alleen
haar rechten, maar ook haar
plichten jegens het Nederlandsche
volk nastreeft.
Wij denken daarbij ö.v. aan de
plannen tot opheffing van den
geesel der werkloosheid, aan de
plannen tot economischen op
bouw, ook aan de plannen tot
het verschaffen van ruim baan
aan de pers, die juist dezer
dagen aan de orde komen.
De betrekkingen tusschen over
heid en volk zijn steeds twee
zijdigtegenover de plicht der
overheid tot een wijs en voort
varend bestuur, staat de plicht
der bevolking tot actieve mede
werking.
Gehoorzaam ondergaan is niet
voldoende posilieve arbeid is
noodzakelijk.
Over de wijze waarop deze
verricht kan worden, een vol
gende maal.
VENRAY, 29 Juni 1940
LUXOR-THEATER
vertoont deze week twee prima
mooie hoofdfilms, o.a. de graag ge
ziene film „DE GEVAARLIJKE
LEEFTIJD".
Roberta Morgan ia een lastig
wezentje, die haar moeder heel wat
hoofdbrekens kost. Indien Moeder
wat meer tijd zou besteden aan haar
kleine meisje, en zich minder zou
bemoeien met haar maatschappelijke
taak, aan „misdeelde" kinderen,
ware haar eigen dochtertje wellicht
gelukkiger
Vader Morgan is te veel verdiept
in het nobele bedrijf van geldver-
dienen, om zich om het kleine me sje
te bekommeren. Alle zorgen voor
Roberta zijn opgedragen aan haar
gouvernante Anna, aan Jenkins den
butler, en aan Mrs. Jenkins, diens
vrouw.
Zelfs haar verjaardag wordt door
beide ouders vergeten.
Na enkele ondeugende streken,
ontmoet Roberta twee negerkinde
ren, die haar mee uit visschen nemen.
Het meisje valt in het wa'er en de
goedhartige negen rouw, Mrs. White,
droogt haar kleeren.
Hier ziet Roberta voor het eerst,
hoe een werkelijke moeder met haar
kinderen omgaat
Ze neemt Pinky, een van het twee
tal, mee naar huis, om haar ver-
jaarsdagtaart met het negerjochie
op te peuzelen. Moeder en vader
zijn afwezig en Jenkins weet niet
beter te doen dan het arme kereltje
het huis uit te jagen.
Robei ta is woedend en wordt door
Jenkins in haar kamer opgesloten.
Het hevig overprikkelde kind steekt
haar kleeren in brand, zoodat de
brandweer in allerijl moet aanruk
ken. Langs de brandladder ontvlucht
het kind het huls, en wil zich naar
Pinky's huis begeven. Jenkins weet
haar te achterhalen.
Het kind is in dien tjjd nóóit op
school geweest doch steeds bij haar
trouwe negervriendjes. Als Jenkins
dat ontdekt neemt hij haar met ge
weld mee in den wagen om haar
naar huis te brengen. Terwijl zij
tracht te ontsnappen grijpt het over
prikkelde kind het stuur en overrijdt
door haar onkunde en onvoorzich
tigheid een voorbijganger.
Roberta wordt naar een strenge
kostschool gezonden, waar Mis Cos-
grove, de strenge, doch liefdevolle
leiding heeft. In den e an vang is
Roberta's invloed op haar medeleer
lingen allertreurigst men wil haar
zelfs van de school verwijderen. Miss
Cosgrove tracht het kind eenige
verantwoordelijkheid te geven voor
haar kleine medeleerlingen.
Door deze pogingen, die in dit ge
val de juiste is geweest, verwerft
Roberta zich de liefde van leerlingen
en onderwijzeressen.
Nu is Roberta eindelijk gelukkig.
Hier is baar thuis. Ze wil zelfs niet
meer terug naar haar ouders.
Slechts door de ziekte van haar
moeder gaat zij op verzoek van haar
vader naar de ouderlijke woning,
Het meisje komt thuis, geheel
veranderd haar geest is gezuiverd,
baar karakter standvastig.
Maar ook de ouders zijn veranderd,
Zij hebben leeren inzieD, dat de taak
een menschenktnd tusschen 14 en 17
te mogen opvoeden, den ganschen
mensch eischr...
Als tweede extra hoofdfilm
.LUCHTDUIVELS DER MARINE"
Een imposant filmwerk, dat in het
middelpunt van de hedendaagsche
belangstelling staat en waarin George
Brent, Olivia de Havilland en John
Payne op eminente wijze de hoofd
rollen vertolken.
Geïnspireerd door het grafmonu
ment te Arlington, opgericht ter
eere van zijn vader, den pionier-
marinevlieger Harrington, gaat Jerry
Harrington van den onderzeedienst
over naar de Marine-vliegbasis te
Pensacola, waar zijn oudere broer,
Cass Harrington instructeur is.
Jerry ontmoet daar de verloofde
van zijn broer, Irene Dale, en Jerry
en Irene voelen zich direct al tot
elkaar aangetrokken.
Jerry wordt in de geheimen van
het vliegen ingewijd, evenals zijn
vrienden Seat Allen en Dan Morrison,
Cass gaat naar Washington om met
de Marine-autoriteiten de plannen
voor zijn nieuwe vliegtuig te bespre
ken en laat Irene in gezelschap van
zijn broer achter. Deze twee komen
ai spoedig tot de ontdekking, dat zij
op elkaar verliefd zijn.
Na zijn terugkomst houdt Cass
ten onreebte den gemoedstoestand
van zijn broeder voor kalverliefde.
Als Irene op het punt staat haar
engagement met Cass te verbreken
wordt Cass voor zijn verdere leven
verminkt als een leerling van hem
tijdens een oefenvlucht onder zijn
leiding een fout maakt, waarop het
toestel verongelukt.
Jerry en Irene besluiten Cass niets
van hun liefde te laten blijken. Het
nieuwe toestel van Cass zal gepro
beerd worden. Prachtig zijn de op
namen, enerveerend voor den toe.
schouwer.
Verder vertoond deze film vele en
mooie gewaagde opnamen van lucht-
accrobatiek, aviatiek en testvliegen.
Een programma dat af is.
Gistermiddag om half vier hield de
Gemeenteraad van Venray eene;open
bare vergadering, ter behandeling
van de navolgende agenda:
1. Notulen der openbare vergade
ring van 5 April 1940 en die der be-
Ja! Ik heb hongeren koude geleden,
ik heb met bebloedde voeten over
sneeuw en ijs gegaan, ik benvervolgdi
geslagen en mishandeld geweest. Meer
dan eens heb ik mij alleen, uitgeput,
krachteloos, van alle ondersteuning
beroofd bevonden, meer dan eens heb
ik den dood als een weldaad van den
hemel afgesmeekt, en heden nog vraag
ik, niet zonder verwondering, hoe het
komt dat ik mij nog onder het getal
der levenden bevind
Meer dan eens, wanneer ik iets uit
mijne vroegere dagen vertelde, hoorde
ik den een of ander ongeloovige zeg
gen „Dat is onmogelijk!"
Onmogelijk I Dit woord is gauw uit
gesproken. De duizenden en duizenden
mijner wapenbroeders, die in de sneeuw-
woestijnen van Rusland begraven lig
gen, hadden misschien ook geantwoord:
„Onmogelijk 1" indien men hun had
voorzegd wat zij gingen lijden, toen zij
zingend en met het hart vol hoop ten
strijde trokken.
Wanneer ik soms alleen bij mijn
goed vuurke mijn pijp zit te rooken,
dan herinner ik mij het verleden, en
rr.ijn haren rijzen te berge iedere keer
als ik met den geest naar het koude
Rusland terugkeer. En dan valt alle
twijfel mij onmogelijk, want ik heb ge
zien en ondervonden
Meer dan een mijner oversten en
gezellen beschreven 's Keizers en hunne
eigen lotgevallen. Hoe spreken zij van
den Russischen veldtocht en van het
geen op de verwoesting van Moskou
volgde? Schreven zij geen bladzijden
welke het onmogelijk is zonder ontroe
ring en schrik te lezen Er is immers
niet veel inbeelding noodig om te be
grijpen wat al lijden er noodig was
om een leger van vierhonderdduizend
dapperen te verdelgen
De honger en de koude, zeggen twee
officieren die hun veldtochten beschrij
ven, kwelde onze soldaten. Wie zou
aan zulke moorddadige aanvallen weer
staan? Het groote leger, rijk aan zoo
veel roemrijke herinneringen, bestond
welhaast uit niets anders meer dan uit
rampzalige overblijfselen.
Elkeen weet hoe spoedig wij eene
overwinning behalenmaar iedereen
weet ook hoe licht wij ons door den
tegenspoed laten neerdrukken.
De hevigheid zelve van het lichaam
lijk lijden bracht de wanorde in ons
midden zelfs de wensch naar eigen
behoud kon de regeltucht niet verze
keren door dewelke nogtans zooveel
onheilen moesten afgeweerd worden.
De regimenten liepen meestal uiteen,
en de slagen des tegenspoeds waren
zooveel te bloediger, daar zij op de
afgezonderde personen vielen. Te ver
geefs weerklonk de stem der oversten;
de ongelukkige soldaten wilden niet
gehoorzamen, er was geen krijgstucht
meer in een leger waar het noodlot de
grootste gelijkheid, de gelijkheid eener
onbeschrijflijke ellende deed heerschen.
De wegen zijn bezaaid met wapens
die uit de handen vielen van ongeluk-
kigen wiens leven zij niet meer konden
verdedigen.
De ruiter, vergetende welke diensten
zijn paard hem in twintig veldslagen
bewezen heeft, verwijt nu aan het arme
dier de weinige moeite die het hem.
kost... Hij doodt het en zoekt in zijn
nog warme ledematen een ongezond
voedsel, welke hem door een honge
rige menigte nog onlrukt wordt
De nacht, die een nog bijfender
koude doet heerschen, voegt nieuwe
folteringen bij die welke de dag had
aangebracht.
Soldaten van allerlei regimenten en
rang, verzamelen zich om te legeren
Eenige drooge boomtakken, eenige
stukken hout in de puinhoopen opge
zocht, vormen een vuur waarbij de
generaal zelf geen plaats zal vinden,
indien hij niet geholpen heeft om het
te maken.
Wordt vervolgd.
sloten zitting van
laatste liggen vooi
leden ter inzage b
2. Ingekomen s
3. Voorstel van
ziging dfer Algen
denlng Venray tei
van springbokken.
4. Voorstel van
Wethouders tot he
bijdrage aan het
comité voor extr
loozen in den ve
dekking en schoei
5. Voorstel van
te machtigen tol
voorwaarden, geate
van Ged. Staten
19 April 1940, waa
zegging vergunnii
bet bouwen van i
waterlosslngen on
Venray.
6 Voorstel B.
Janssen te Ysselst
mijn van een je
leenen van de ve
bouwing van den
gemeente gekocht
steyn.
7. Voorstel B. e
verpachting ingaa
door J. C. van Rijs
Verhoeven .te Me
meente gepacht p
den Testrik.
8. Voorstel van
ruiling van grond
de Wed. H. Kurjpei
9. Voorstel van
legging van een op
te Oirlo en ruili;
verband daarmede
aldaar.
10. Verzoek vai
van de gemeente t
een strook grond
gedeelte) langs d
Rips, kad. Sectie C
11. Aankoop vj
strookjes grond tei
verbetering vaa di
Wanssum.
12. Voorstel van
Wethouders tot be
van de benoodigd
maximum van f
Bestuur der St.
Leunen voor bet aa
aanvankelijk lezen
sche taal.
13. Voorstil van
Wethouders tot be
van de ben<odigd<
Bestuur der t. K. 1
school te Meselo,
met uitbreidiig van
lingen.
14. Bespredng vi
legenheden.
15. Voorste van
We'houders ot w
vulling (reguiarisati
begrooting 1931.
16 Voorstel /an
Wethouders tot wijs
ling der gerreotel
mede, voorzone/ nc
met bryenste'sPde
sluiten.
Ook kapitei va
erech
Naar men «rneen
kapitein H. van
sinds het uitreken
vermist werd,terech
opgenomen i, het
Bentheim (D..
OVERLOOP De
K R O.speldje bracb
ruim f 30 op.
Da alhle. gehou
batè van hetlulpcoi
op de som va f 375
HORSTfR VE
Horst, 25 Jni. Tol
dieren, waarvn 7 sti
biggen. Bndel ii
met hooge wijzen,
was de hancl zeer
merkte bigge brachl
tot f 14. Genikte b]
tot f 18 Alhbiggen
ten tijd vertüdeld.
gemerkten bbk vanc
Bomaanvl op
Men meldt it Einc
Maandagmtgen te§
één enkel Enjlsch vl
bommen op relschaj
Voor de sta leveri
geen enkel ?vaar t
drie burgerdalen
Welschap I betreu
Duitsch militlr erm
andere persoin licht
den. Een luchtBvecht
en schade wet niet a
De arbeidnogeli;
Dttschlai
De arbeiibeurz
in:hting<
Om de weclooshel
i verminden beeft
missaris, zooe men v
dene maatregen getn
land heeft iQ deu:
Nederlandschi arbeid
gezet en diveÊ financ
ten aaiien va
onze Oostelij» nabu
arbeid, zjjn aimerkel;
Het schijnt ndat zij,
wel zouden wen ovei
steeds wetenwaar z
over arbeids^gelijkh
krijgen. Er j hierb
dat de arbeideurzen
van hun doel*1 juist
Het mi mie tar
en de schoonstPnden,
indien U poetsPe' de
antiseptische fftpasta