PTn?T PTVF MA AQ JrXuShLi üiii lVliLAu •Weekblad voor VENRAY, HOEST en Omstreken. I Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Nationale fierheid. Ons weekpraatje. Binnenland. W aarschu wing. Zaterdag 15 Juni 1940 Ben en Zestigste Jaargang No 24 is zeer fijne boter j ADVERTENTIEPRIJS 1-8 regels 60 cent, 7llt ct. per regel, bij contract groote reductie. UITGAVE Fa. van den MUNCKHOF VENRAY Tel. 512 Grootestraat 28 Giro 150652 ABONNEMENTSPRIJS: voor Venray 65 ct. buiten Venray 75 ct. per kwartaal. Afz. no. 5 ct. O. L. Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM Een groote Duitsche staatsman heeft eens van het Nederlandsche volk gezegd, dat het zichzelf zou annexeeren. Verdienden we in die dagen zulke blaam Waren we inderdaad zóózeer ge neigd om ons eigener beweging naar vreemden wil te regelen Laten we liever niet naar het antwoord zoeken, maar met ver heugenis vaststellen, dat de grootste Duitsche staatsman van heden een ander en vleiender oordeel over ons volkskarakter heeft. De Führer van het Duitsche Rijk heeft te kennen gegeven, dat hij geen enkelen aanslag op het Nederlandsche volkskaraktervoor- nemens is en dat hij integendeel hetzelve in zijn gevoeligheden zal ontzien. Rijkscommissaris Dr. Seyssln- quart erkende de stevige ver ankering van onzen vrijheidszin en sprak daar zijn respecten over uit. in de nieuwe verordening dezer Duitsche overheidsinstantie verordening betreffende de uit voering van de regeeringsbe- voegdheden komt zeer duidelijk het streven tot uiting om enkel de beginselen van wederzijdsche achting en de noodzaak van de overwinning in den oorlog, tot grondslagen der onderlinge tij delijke samenwerking te doen strekken en overigens het Neder landsche volksleven zooveel mo gelijk zijn eigen gang te laten gaan. Geen souvereiniteitsrechten worden aangetast, slechts wor den deze geschorst „voor zoover dit voor de uitvoering van zijn taak (dus die van den Rijks commissaris) noodig is." Een toelichting gevende op de voornoemde nieuwe verordening, heeft de Duitsche jurist Dr. Rabl in een persconferentie als de Duitsche bedoeling verklaard, zoo min mogelijk rechten van de afwezige Kroon over te hevelen en om zooveel mogelijk de be staande Nederlandsche rechts toestanden er. rechtsnormen, amb telijke instanties, alsook de Nederlandsche verhoudingen in het godsdienstige- en familieleven, overeenkomstig de oude Neder landsche tradities en cultuur te eerbiedigen. „Vandaar - aldus werd woordelijk gezegd dat men ook niet een omschakeling be oogde van de liberale levens beginselen, die in het bezette gebied steeds hebben gegolden. (Uit alles wat daaromheen nog tot uiting werd gebracht, bleek, dat met „liberale levensbegin selen" bedoeld zijn de begin selen van verdraagzaamheid en geestelijke vrijheid.) De Duitsche autoriteiten toonen zich vervuld van groot respect voor onze nationale eigenschap pen, welke zij óók voor zoover zij afwijken van de huidige Duit sche politieke beginselen wen- schen te ontzien, omdat ze wor telen in ons volkswezen. We hebben helaas nu er, dan reden om ons eenigszins beang stigend af te vragen, of we allen onze trouw aan het eigen natio nale karakter wel zóódanig be- toonen, dat het Duitsche respect er voor zal b 1 ij v e n. Zijn velen onzer niet bezig met zich zelf te annexeeren door een laf verraad aan het verleden Men denkt misschien ten on rechte overigens door zulke trouweloosheid den bezetter in het gevlei te komen, maar indien wij als waardeloos verwerpen, wat de bezetter zoozeer in ons meende te moeten respecteeren, zal voor dezen het voornaamste motief vervallen om ons zelfstan dige nationale leven te ontzien. „Trouw moet blijken", aldus herinnerde een dezer dagen de socialistische burgemeester van Zaandam, Mr. J. In 't Veld, de genen, die bij de opening van een militair tehuis aanwezig waren. Hij verdedigde het Huis van Oranje als den ..hoeksteen van ons volksgebouw". „Als wij dezen hoeksteen uitbreken, dan komt het heele gebouw in ge vaar." Hij noemde het merkwaardig, dat hij als sociaal-democraat de Koningin in bescherming moest nemen tegen haar trouwste aanhangers. Hij toonde met klem van redenen aan, dat H.M. aan de gebeurtenissen de eenig juiste consequentie, voor wat haar per soonlijke handelwijze aangaat, had verbonden. „Trouw moet b 1 ij k e n". We bewijzen deze niet door het re gelmatig meedoen aan nationale pretjes en feestjes, maar door aanhankelijkheid in moeilijke om standigheden. Wie karakter heeft, bewijze nu zijn trouw. Aan alles, wat te- samen het zelfstandige Neder landsche volkswezen heeft ge schraagd. Dan zal de bezettende macht ons blijven respecteeren en ons als dragers van een eigen cul tuur, als volk met een eigen karakter, zoo gauw de omstandig heden zulks veroorloven, ons de grootst mogelijke vrijheid her geven. Slechts een volk, dat toont zich zelf te willen zijn en blijven, kan de vrijheid worden waard geacht. Md. DE LES VAN BOER BOONE. HET GOEDE VOORBEELD. Ik heb op den avond van denl4en Mei verscheidene huilende mannen gezien, flinke jonge kerels. Over het algemeen houd ik niet van huilende mannen, meestal zjjn ze slappe lingen, die bezweken onder het meel jj, dat ze.... met zich zelf hebben. Met hun tranen zoeken ze om hulp bjj de sterkeren. Maar de tranen van de vorenbedoelde jonge kerels heb ik kunnen begrijpen. Twee of drie maal 24 uur waren ze niet uit de kleeren geweestelk uur van den dag had den ze zich geweerd tegen de aan vallen, welke van alle kanten los braken. Soms duwde een kameraad ze een huis of een gang binnen, zeggende ga nou-eris een half uurtje liggen, joEn dan sliep zoo'n kerel op 't zelfde moment, dat-ie zich op den harden grond neerlegde, terwijl het afweergeschut kraakte en hetmltrail- leurvuur nijdig tiktakte. Een poosje later stond de man *eer overeind en trok-ie zjjn kameraad bij de mouw „Néé, Soon, nou jij effe Dan sloop hij den gang uit, het geweer in den aanslag.... Die mannen zag ik huilen op den avond van den 14en, toen de wapens op bevel moesten worden neergelegd. Alles was vergeefsch geweest. Ze konden trotsch zijn op de wijze, waarop ze hun plicht hadden gedaan, maar dat het niet had geholpen, dat ze land en volk niet hadden kunnen redden, omdat er zulke on deugdelijke voorbereiding was ge weest, zooveel gebrek was gebleken aan veel, dat onmisbaar moest wor den geacht, dèarvoor huilden de sterken en plichtsgetrouwen. Boer Boone, die ergens aan de Walchersche kust woont, zal niet hebben gehuild, want h ij heeft zijn taak kunnen volbrengen. De lezer zal het verhaal van zijn daad mis schien reeds kennen, zooals het werd gedaan in de Prov. Zeeuwsche Crt. en in andere bladen werd overge nomen. Boer Boone reed met zijn kar door Middelburg, toen de stad beschoten en met bommen in puin werd gegooid. Uit het stroo op zjjn kar staken een paar armen en beenen.... Drie gewonde soldaten liggen op den wagende oude man zoekt voor hen geneeskundige hulp. De soldaten waren des morgens te Veere geland en bij een vllegtuigaanval nabij Oostkapelle gewond. „Ik kon die menschen toch niet zoo laten liggen," zegt het boertje eenvoudig. Hij laadde hen op zijn kar en bracht hen naar Middelburg, 9 Km. ver, terwijl onophoudelijk de vliegtuigmitrailleurs boven de wegen ratelden en soldaten overal dekking zochten. Het oude boertje hield geen oogenblik stil. Aan dekking zoeken dacht hij niet. Aan zjjn eigen veilig heid, zijn eigen leven dacht hij niet. Hij dacht alleen aan de menschen achter hem in het stroo, die lagen te kreunen van pijn als de kar al te erg botste. Hij verstond die menschen niet eens, maar het liet hem ook koud, wie en wat zij waren, wat voor uniform zij droegen, of zij kwamen uit Oost of West, Zuid of Noord. Het waren menschen, gewonde men schen. Een lid van den luchtbescher mingsdienst kwam hem tegen en bracht hem met zijn kar naar de hulppost aan de Nieuwe Haven. Juist dook er weer eea bommenwerper. De doktoren en Roode Kruis-men- schen begaven zich ijlings in den schuilkelder. Dat was nu eenmaal voorschrifteen doode dokter of Roode Kruis-man was van geen nut, dus in aller belang moesten zij zoo veel mogelijk dekking zoeken. De bommen suisden omlaag. Maar de soldaten werden van de kar ge haald en naar binnen gebracht. Zij stamelden enkele woorden van dank baarheid. Het boertje wilde den schuilkelder niet in. Hjj bleef bjj zijn paard. Tot zoover zal het velen wel be kend wezen, wat de Prov. Zeeuwsche Crt. over de heldendaad van boer Boone heeft geschreven. Maar er stond méér in dat artikel; dlogen, welke ons van schaamte vervullen. Beelden van lafheid en vrees. Toen tal van gewonden in Middelburg lagen te kreunen, hield de Roode Kruisdienst zich veilig op afstand, in Domburg. Enkele transportcolonnes moeten prachtig werk hebben geleverd; som migen, die daarbjj werkzaam waren, verklaarden Jater openlijk in de krant, hoe ze zich tot hun taak be geesterd hadden gevoeld door de op zoo treffend-eenvoudige wijze vol voerde daad van boer Boonen. Dien ze bezig hadden gezien. Boone heeft niet hoeven te huilen, al was er ook rond hém veel lafheid, vrees en onvoldoende organisatie. Hij heeft de taak kunnen volbrengen, welke hij zich had gesteld; zijn drie gewonde legermannen heeft hjj tenslotte ter verpleging kunnen afle veren. Zjjn moed en opoffering en van dui zenden soldaten, die hard en dapper vochten, is, naar de directe uitkomst althans, nutteloos geweest. Maar het zij hun een troost, dat het voorbeeld van dapperen van het goede soldatensoort en van het boeren en burgerssoort der Boone's toch vrucht zal dragen voor de toekomst van ons volk. We zullen deze menschen nog noodig hebben voor het vredeswerk van den op bouw. Van de sterken gaat een krachtigen invloed uit, wie en wat ze overigens ook mogen wezen; boer, soldaat, arbeider of hooggeplaatste. We hebben ze noodig, leder op hun post. Het vaderland is niet verloren, maar zal door hun moed en voor beeld worden herboren. DIXI. Onze jongens tetug 1 Na een tijd van leed en jammer heeft de afgeloopen week zich weer eens gekenmerkt door de vreugde, welke het deel werd van vele dui zenden Nederlandsche gezinnen, die een echtgenoot, vader, zoon of broe der uit de krijgsgevangenschap mochten zien weerkeeren. Overstelpend was het geluk voor hen, die sedert den fatalen lOden Mei in ongerustheid hadden gezeten over het lot van een dierbaren ver want en die door het uitblijven van elk bericht het ergste waren gaan veronderstellen. Totdat de jongeman nu opeens gezond en wel op het matje verscheen of zijn spoedige overkomst telegrafisch had gemeld We verheugen ons mét deze fa milies Met groote belangstelling is er natuurlijk geluisterd naar de ver halen der weergekeerden en 't heeft ons allen goed gedaan, dat deze er eenstemmig van getuigden, dat de behandeling, gelet op de omstandig heden, goed is geweest. Dat zal de vreedzame samenleving tusschen de eigen bevolking en de bezettende macht bevorderen. Nóg blijken oor log en ridderlijkheid met elkaar ver- eenigbaar te kunnen wezen. Dc onbekende weduwe. Laten we allen in deze week, welke zooveel vreugde bracht over behou den levens, nog eens een stillen groet brengen ter nagedachtenis van hen, die vielen voor het vaderland. En laten vooral denken aan hen, die zij achterlieten. Het groote offer wordt zoo gauw vergeten in den beteren tijd, welke eens komen zal. Voor de gevallenen kunnen we practisch niets meer doen. Misschien gaan we ze straks eeren in een monument voor den onbeken den soldaat, bij wiens graf de over levenden uit den krijg zullen pron ken met hun onderscheidingsteeke- nen... Als de doode onbekende soldaat nog een laatste woord had kunnen sta melen, zou hij niet om deze soort onderscheiding hebben gevraagd, maar hij zou hebben gezegd: ik ben gevallen voor jullie allemaal, zorgt jullie allemaal nu voortaan,voor mijn onbekende weduwe en voor mijn kinderen... Zou dat te veel gevraagd zijn ge weest De staat schijnt iets te kun nen en te zullen doen in deze aan gelegenheid, maar het particulier initiatief heeft een aanvullende taak. Er is mogelijkheid voor de nabe staanden om een erg bescheiden pen sioentje te bekomen (mits het slacht offer geen vrijwilliger of reservist was...) Helpen we om deze gelegen heid voor de desbetreffenden uit te buiten. Voor pensioenaanvragen moet men zich wenden tot de afdeeling Hl-b (drie-b) van het Departement van Defensie in Den Haag. Andere hulpacties. Zeker, er wordt véél gevraagd in een tijd als deze, maar het is zaliger te geven dan een bom of kogel ont vangen te hebben. Dat is ook de grondgedachte, waarop de samen werkende Middenstandsorganisaties een steunactie hebben georganiseerd ondsr het motto „een procent vaD wat ons behouden bleef, ten be hoeve van de collega's, die alles aan het oorlogsmonster ten offer hebben moeten brengen. Een prachtige daad van solidariteit, welke in alle andere kringen onzer maatschappij behoort te worden nagevolgd. Waar daartoe bij gemis aan een behoorlijke orga nisatie voor hulpverleenlng in eigen kring geen mogelijkheid bestaat, steune men het Nationaal Hulp comité '40, dat in samenwerking met het Fonds voor Bijzondere Nooden in al die gevallen uitkomst poogt te brengen, waar het oorlogs leed en de oorlogsschade persoonlijk ondragelijk zijn geworden. Het giro nummer van het Nat. Hulpcom. (Dep Haag) is 388000. Bepaalde stemmingen aan stortingen gegeven worden in acht genomen. Aanpassen Voor het overige is alles samen te vatten onder het motto „Aan passen De goeie ouwe tijd krijgen we voorlooplg nog niet terug. We zullen ons moeten schikken naar véél en daarbij vertrouwen, dat de Voorzienigheid het altoos beter voor de menschen heeft beschikt dan menschen het voor ons (eigen lijk; voor zich zelf) hebben wll'en regelen. Op velerlei gebied worden er voorzieningen getroffen, welke er op wijzen, dat we ons in de naaste toekomst met ongemak en tekort zullen hebben te verzoenen. Wat we voor het oogenblik het zwaarst gevoelen, is de zeer beperkte vervoersgelegenheid. Het benzine tekort wordt nijpender en in verband daarmee is een verdere rigoureuse inperking van het motorisch verkeer in het vooruitzicht gesteld. Geen reden tot wanhoop. Over hen, die nog niet terug keerden. De terugkeer van duizenden Ne derlandsche militairen uit de Duit sche krijgsgevangenschap heeft zeer velen gerustgesteld: in duizenden hulzen heerschen vreugde en dank baarheid. In andere gezinnen echter, en bij andere ouders is de onzekerheid dub bel drukkend geworden, omdat van hun man of zoon nog niets is ver nomen. Van bevoegde zjjde verklaart men met nadruk, dat in deze geval len voor bijzondere ongerustheid geen aanleiding bestaat Uit bepaalde Duitsche kampen voor krijgsgevangenen zijn thans de Nederlanders teruggekeerd. Er zijn er echter nog in andere Duttscbe kampen ondergebracht; de bedoeling Is, dat ook dezen binnenkort de vrij heid zullen krjjgen, naar huis terug te keeren. Bovendien zijn er Neder landsche militairen teruggeweken naar Frankrijk. Over hen zijn uiter aard niet onmiddellijk inlichtingen te verkrijgen, doch men mag hopeD, dat ook zij te eeniger tijd zullen terugkeerec. In leder geval Is er dus geen reden, voorbarige conclusies te trekken ten aanzien van het lot van Nederland sche militairen, wier verblijfplaats op het oogenblik nog onbekend is, De Staatsloterij. In de Maandag aangevangen trek kingen van de 5de klas der Staats loterij zijn eenige wijziging gebracht tengevolge waarvan deze trekkingen niet, zooals gebruikelijk vier weken zullen duren, doch slechts 3 weken. In verband hiermede zullea deze en de volgende week 5 trekkingen worden gehouden, ieder van duizend nummers, een van 500 en een van 100 nummers zullen plaats vinden. Geboorte. Het aantal levend geborenen per 1000 inwoners bedraagt in 1938 20 05 dat is dus iets hooger dan in 1937, toen het 19.8 bedroeg. Huwelijken. In 1938 was het aantal wettig levend geborenen per 1000 gehuwde vrouwen beneden 50 jaar het grootst bij de roomsch-katholieken (165.2); dan volgen de gereformeerden (138 3) het laagste is het cijfer bij hen, die geen kerkelijke gezindte hebben (59.2) Het aantal gehuwden per 1000 der gemiddelde bevolking bedroeg in T 15.3, dat is dus nagenoeg gelijk aan het cijfer van het jaar 1937. Het cijfer Is in de groote gemeen ten iets hooger dan op het platte land. Het grootste aantal huwelijken wordt in de maand Mei gesloten, nl. 173 per dag, als het gemiddelde voor 1938 op 100 wordt gesteld; het kleinste aantal in Januari met 58 per dag. Huwelijken tusschen bloedverwan ten (bijna steeds neef en nicht) komen het minst voor in Limburg en Noordbrabant, namelijk 1.04 en 0.2 per 1000 huwelijken, het meest in Groningen en Overijssel (3.4 beide) Dat de kerkelijke voorschriften hier bij een rol spelen, spreekt vanzelf. De gemiddelde huwelijksleeftijd bedroeg in 1938 voor de mannen 27.7 voor de vrouwen 25 3 jaar. Sterfte. De sterfte per 1000 inwoners be reikte in 1938 een laagterecord in ons land, nameljjk 8,5. Als we weten, dat dit cijfer In het laatst van de vorige eeuw tweemaal zoo groot was, dan kunnen we hieruit zien, welke gunstige gevolgen de vooruitgang op hygiënisch en medisch in ons land heeft gehad. De zuigelingensterfte, d.i. de Btrefte beneden het jaar per 100 levend ge borenen, bedroeg in 1938 3,7. Zij was het laagst in Noord- en Zuidholland (2,8), het hoogst In Noord-brabant (4,7) en Limburg (5,2) NU GEEN GEKLETS Monden dicht, hart, oogen en ooren open. Al enkele malen hebben wij aan gemaand tot het staken van alle geklets en gefluister over verraad, het staken van alle kwaadsprekerij en laster, het zoeken van zondebok ken voor den nieuwen toestand en het pleiten voor een soort volks gericht tegen zekere groepen van ons eigen volk. In dat kader past uitstekend een waarschuwing van een kapitein van onze artillerie, die in een onzer bladen als volgt schrijft Wat zijn wij Nederlanders, ondanks alles nog steeds een gelukkig en bevoorrecht volk. Eerlijk en met open vizier heb ben wij, vrijwel zonder hulp van anderen gestreden gedurende luttele dagen om onze algeheele onafhankelijkheid, vrijheid en volksbestaan. Toen ons dappere Nederlandsche leger aan het eerste gedeelte van zijn doelstelling had beantwoord n.l. gedurende enkele dagen alléén stand houden in onze eerste verdedigings linie en toen er niet tijdig voldoende hulp kwam opdagen om ons hard nekkig en met volledige opoffering verder te verdedigen heeft een wijs en moedig besluit ons de wapens doen neerleggen. Nederlanders, er is veel, héél veel gebeurd, er is en er wordt nog veel, ontzettand veel geleden, maar ondanks alles mogen wij dankbaar zijn voor wat ons bleef, dankbaar voor de wijze, waarop wij thans door onze vroegere tegenstanders werden gespaard Nederlanders, er wordt veel, héél veel gepraat over wat is gebeurd, en ^er is en wordt nog veel, ontzettend veel gepraat over verraad, enz. enz. De beste dienst, dien wij ons zelf en de wereld om ons heen thans kunnen bewijzen is: Monden dicht, hart, oogen en ooren open. De toekomst zal ons duidelijk maken, wat er allemaal precies waar is van al dat „gepraat" en in die toekomst zal ongetwijfeld het recht ook zjjn beloop hebben. Thans kun nen en mogen wij daarover niet meer praten en moeten trachten zelfs dat te vergeten, want volgens mijne heilige overtuiging Is 90 pCt. praatjes zonder eenigen redelijken grond Wjj moeten een dikken streep zet ten onder het verleden en eendrach tig elkander helpen, om onder de thans bestaande goede leiding op te bouwen hetgeen werd afgebroken. Dan en dan alléén kunnen en mo gen wij met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. Ons devies is: „Labora et ora." „Mjjn schild en mijn betrouwen Zijt Gij, o God mijn Heer WINDMOLENS KRIJGEN WEER WERK. Prof. W. J. M. van Eijsinga schreef in 1926 in het jaarboekje van de vereenlging De Hollandsche Molen „Er zijn twee dingen, die niemand ons land kan ontnemen, het water en den wind. Nu de benzine zoo schaarsch is, gaat men dat beter begrijpen. De vereenlging De Hol landsche Molen heeft steeds ver kondigd, dat het onverstandig is de molens, die hun drijfkracht den wind gratis ontvangen, te ver- waarloozen en te malen met hulp van motoren en electrische instal laties. Zeker, in vredestijd is dit goedkooper, beter en sneller, doch thans zien wij, waar dit toe leiden kan en wij moeten dankbaar zjjn voor het vele werk, dat verricht is om zooveel mogelijk molens gereed te maken en te houden voor het bedrijf. Nog altijd bezit ons land onge veer 2500 molens, waarvan het grootste deel klaar is voor den arbeid. Er is thans een sterke neiging de bestaande molens zoo spoedig moge lijk gereed te maken, te moderni- seeren en in bedrijf te stellen. Over het algemeen zjjn slechts weinig molens door den oorlog ge teisterd, althans voor zoover zij in het midden van ons land gelegen waren. Hoe de toestand in het Zuiden is, is nog niet bekend. Aangezien gebleken is dat door sommigen niet de hand gehouden wordt aan de uitgevaardigde ver duisteringsvoorschriften, wordt hier bij nogmaals ter openbare kennis gebracht, dat men verplicht is om van zonsondergang tot zonsopgang te verduisteren. Alle gebouwen moeten zoo ver duisterd worden, dat geen licht schijnsel naar buiten dringt. Alle lichtbronnen, die gemist kun nen worden moeten worden uitge schakeld. Lichtreclames en verlich tingen van etalages moeten worden uitgeschakeld. Bij alle verkeersmiddelen (auto mobielen, spoorwegen etc.) moet de binnenverllchtiug naar bulten vol ledig verduisterd worden. De schijn werpers van de rijtuigen en rijwielen moeten zoodanig worden afgedekt, dat slechts een horizontale spleet, die 5—8 c.M, lang en 1 5 c.M. breed mag zijn, bet licht laat uitkomen. Achter- en remlichten moeten ver duisterd blijven branden. Mede namens de Duitsche autori teiten wordt zeer ernstig gewaar schuwd om geen lichtsignalen b.v. met zaklantaarns, sigaren-aanste kers, verlichte ramen enz te geven. Wanneer door een patrouille het geven van dergelijke lichtsignalen geconstateerd wordt, dan zal zonder voorafgaande waarschuwing op den gever dier signalen geschoten worden. Men zij dus ten strengste gewaar schuwd, en houde zich stipt aan dit verbod. Men knlppe geen zaklan taarns, sigarenaanstekers etc. aan en uit. Men make geen licht in een kamer waarvan de ramen niet of niet voldoende zijn afgeschermd (een dunne overgordijn is niet voldoende) Gebleken is dat sommigen nog de gewoonte hebben om bjj het passee- ren van vliegtuigen en het schieten op vliegtuigen onmiddellijk het licht aan te draaien, zonder er op te letten of de ramen behoorlijk zijn afgeschermd en vervolgens voor het verlichte raam te gaan staao om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Hiertegen wordt men ten strengste gewaarschuwd, aangezien zonder waarschuwing ook op verlichte ramen wordt geschoten, en zulks vooral wanneer er vliegeraanvallen plaats hebben. Al hechten vorenbedoelde personen dan blijkbaar weinig waarde aan hun eigen leven, laat hen dan toch goed bedenken, dat door hunne on verschilligheid en onvoorzichtigheid het leven van hunne medemensch op het spel staat. Waar licht gezien wordt, is de kans voor het gooien van bommen groot. Verder wordt het publiek zeer ernstig gewaarschuwd om geen ge welddaden of daden van sabotage te plegen, zooals b.v. het vernielen of beschadigen van kabels, telefoon- geleidingen. Hiertegen zjjn zeer zware straffen bedreigd, tot zelfs de doodstraf toe. De volwassenen worden dringend verzocht om toe te zien, dat geen baldadigheden worden gepleegd door de jeugd. Laten wij er toch aan denken dat zulke handelingen zeer ernstige gevolgen kunnen hebben voor de heele gemeenschap. Sluitingsuur. Van heden af moeten de café's, restaurants enz. om 10 30 n.m. ge sloten worden met dien verstande dat zjj om 10 45 geheel ontruimd moeten zjjn. Na 11 n.m. mag zich niemand meer op straat bevinden tot zonsopgang. Ieder die op straat wordt aangetrof fen, zonder in het bezit te zjjn van een bewijs afgegeven door den Bur gemeester, waaruit bljjktdathjj (zjj) zich noodzakeljjk op straat moet begeven, wordt door de patrouilles opgebracht en bestraft. Men bljjve dus vanaf 11 uur n.m. tot zonsopgang binnenshuis.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 1