PTn?T PTVF MA AQ
JrXuShLi üiii lVliLAu
•Weekblad voor VENRAY, HOEST en Omstreken.
I Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
Nationale
fierheid.
Ons weekpraatje.
Binnenland.
W aarschu wing.
Zaterdag 15 Juni 1940
Ben en Zestigste Jaargang No 24
is zeer fijne boter j
ADVERTENTIEPRIJS 1-8 regels 60 cent,
7llt ct. per regel, bij contract groote reductie.
UITGAVE Fa. van den MUNCKHOF VENRAY
Tel. 512 Grootestraat 28 Giro 150652
ABONNEMENTSPRIJS: voor Venray 65 ct.
buiten Venray 75 ct. per kwartaal. Afz. no. 5 ct.
O. L. Vrouw
„Behoudenis der Kranken"
OOSTRUM
Een groote Duitsche staatsman
heeft eens van het Nederlandsche
volk gezegd, dat het zichzelf zou
annexeeren. Verdienden we in
die dagen zulke blaam
Waren we inderdaad zóózeer ge
neigd om ons eigener beweging
naar vreemden wil te regelen
Laten we liever niet naar het
antwoord zoeken, maar met ver
heugenis vaststellen, dat de
grootste Duitsche staatsman van
heden een ander en vleiender
oordeel over ons volkskarakter
heeft.
De Führer van het Duitsche
Rijk heeft te kennen gegeven, dat
hij geen enkelen aanslag op het
Nederlandsche volkskaraktervoor-
nemens is en dat hij integendeel
hetzelve in zijn gevoeligheden
zal ontzien.
Rijkscommissaris Dr. Seyssln-
quart erkende de stevige ver
ankering van onzen vrijheidszin
en sprak daar zijn respecten
over uit.
in de nieuwe verordening dezer
Duitsche overheidsinstantie
verordening betreffende de uit
voering van de regeeringsbe-
voegdheden komt zeer duidelijk
het streven tot uiting om enkel
de beginselen van wederzijdsche
achting en de noodzaak van de
overwinning in den oorlog, tot
grondslagen der onderlinge tij
delijke samenwerking te doen
strekken en overigens het Neder
landsche volksleven zooveel mo
gelijk zijn eigen gang te laten
gaan. Geen souvereiniteitsrechten
worden aangetast, slechts wor
den deze geschorst „voor
zoover dit voor de uitvoering van
zijn taak (dus die van den Rijks
commissaris) noodig is."
Een toelichting gevende op de
voornoemde nieuwe verordening,
heeft de Duitsche jurist Dr. Rabl
in een persconferentie als de
Duitsche bedoeling verklaard, zoo
min mogelijk rechten van de
afwezige Kroon over te hevelen
en om zooveel mogelijk de be
staande Nederlandsche rechts
toestanden er. rechtsnormen, amb
telijke instanties, alsook de
Nederlandsche verhoudingen in
het godsdienstige- en familieleven,
overeenkomstig de oude Neder
landsche tradities en cultuur te
eerbiedigen.
„Vandaar - aldus werd
woordelijk gezegd dat men
ook niet een omschakeling be
oogde van de liberale levens
beginselen, die in het bezette
gebied steeds hebben gegolden.
(Uit alles wat daaromheen nog
tot uiting werd gebracht, bleek,
dat met „liberale levensbegin
selen" bedoeld zijn de begin
selen van verdraagzaamheid en
geestelijke vrijheid.)
De Duitsche autoriteiten toonen
zich vervuld van groot respect
voor onze nationale eigenschap
pen, welke zij óók voor zoover
zij afwijken van de huidige Duit
sche politieke beginselen wen-
schen te ontzien, omdat ze wor
telen in ons volkswezen.
We hebben helaas nu er, dan
reden om ons eenigszins beang
stigend af te vragen, of we allen
onze trouw aan het eigen natio
nale karakter wel zóódanig be-
toonen, dat het Duitsche respect
er voor zal b 1 ij v e n.
Zijn velen onzer niet bezig met
zich zelf te annexeeren door een
laf verraad aan het verleden
Men denkt misschien ten on
rechte overigens door zulke
trouweloosheid den bezetter in
het gevlei te komen, maar indien
wij als waardeloos verwerpen,
wat de bezetter zoozeer in ons
meende te moeten respecteeren,
zal voor dezen het voornaamste
motief vervallen om ons zelfstan
dige nationale leven te ontzien.
„Trouw moet blijken",
aldus herinnerde een dezer dagen
de socialistische burgemeester van
Zaandam, Mr. J. In 't Veld, de
genen, die bij de opening van
een militair tehuis aanwezig
waren. Hij verdedigde het Huis
van Oranje als den ..hoeksteen
van ons volksgebouw". „Als wij
dezen hoeksteen uitbreken, dan
komt het heele gebouw in ge
vaar."
Hij noemde het merkwaardig,
dat hij als sociaal-democraat de
Koningin in bescherming moest
nemen tegen haar trouwste
aanhangers. Hij toonde met klem
van redenen aan, dat H.M. aan
de gebeurtenissen de eenig juiste
consequentie, voor wat haar per
soonlijke handelwijze aangaat,
had verbonden.
„Trouw moet b 1 ij k e n". We
bewijzen deze niet door het re
gelmatig meedoen aan nationale
pretjes en feestjes, maar door
aanhankelijkheid in moeilijke om
standigheden.
Wie karakter heeft, bewijze nu
zijn trouw. Aan alles, wat te-
samen het zelfstandige Neder
landsche volkswezen heeft ge
schraagd.
Dan zal de bezettende macht
ons blijven respecteeren en ons
als dragers van een eigen cul
tuur, als volk met een eigen
karakter, zoo gauw de omstandig
heden zulks veroorloven, ons de
grootst mogelijke vrijheid her
geven. Slechts een volk, dat toont
zich zelf te willen zijn en blijven,
kan de vrijheid worden waard
geacht. Md.
DE LES VAN BOER BOONE.
HET GOEDE VOORBEELD.
Ik heb op den avond van denl4en
Mei verscheidene huilende mannen
gezien, flinke jonge kerels. Over het
algemeen houd ik niet van huilende
mannen, meestal zjjn ze slappe
lingen, die bezweken onder het meel jj,
dat ze.... met zich zelf hebben. Met
hun tranen zoeken ze om hulp bjj
de sterkeren. Maar de tranen van de
vorenbedoelde jonge kerels heb ik
kunnen begrijpen. Twee of drie maal
24 uur waren ze niet uit de kleeren
geweestelk uur van den dag had
den ze zich geweerd tegen de aan
vallen, welke van alle kanten los
braken.
Soms duwde een kameraad ze een
huis of een gang binnen, zeggende
ga nou-eris een half uurtje liggen,
joEn dan sliep zoo'n kerel op 't
zelfde moment, dat-ie zich op den
harden grond neerlegde, terwijl het
afweergeschut kraakte en hetmltrail-
leurvuur nijdig tiktakte. Een poosje
later stond de man *eer overeind
en trok-ie zjjn kameraad bij de
mouw „Néé, Soon, nou jij effe
Dan sloop hij den gang uit, het
geweer in den aanslag....
Die mannen zag ik huilen op den
avond van den 14en, toen de wapens
op bevel moesten worden neergelegd.
Alles was vergeefsch geweest. Ze
konden trotsch zijn op de wijze,
waarop ze hun plicht hadden gedaan,
maar dat het niet had geholpen,
dat ze land en volk niet hadden
kunnen redden, omdat er zulke on
deugdelijke voorbereiding was ge
weest, zooveel gebrek was gebleken
aan veel, dat onmisbaar moest wor
den geacht, dèarvoor huilden de
sterken en plichtsgetrouwen.
Boer Boone, die ergens aan de
Walchersche kust woont, zal niet
hebben gehuild, want h ij heeft zijn
taak kunnen volbrengen. De lezer
zal het verhaal van zijn daad mis
schien reeds kennen, zooals het werd
gedaan in de Prov. Zeeuwsche Crt.
en in andere bladen werd overge
nomen. Boer Boone reed met zijn
kar door Middelburg, toen de stad
beschoten en met bommen in puin
werd gegooid.
Uit het stroo op zjjn kar staken
een paar armen en beenen.... Drie
gewonde soldaten liggen op den
wagende oude man zoekt voor
hen geneeskundige hulp. De soldaten
waren des morgens te Veere geland
en bij een vllegtuigaanval nabij
Oostkapelle gewond.
„Ik kon die menschen toch niet
zoo laten liggen," zegt het boertje
eenvoudig. Hij laadde hen op zijn
kar en bracht hen naar Middelburg,
9 Km. ver, terwijl onophoudelijk de
vliegtuigmitrailleurs boven de wegen
ratelden en soldaten overal dekking
zochten. Het oude boertje hield geen
oogenblik stil. Aan dekking zoeken
dacht hij niet. Aan zjjn eigen veilig
heid, zijn eigen leven dacht hij niet.
Hij dacht alleen aan de menschen
achter hem in het stroo, die lagen
te kreunen van pijn als de kar al
te erg botste.
Hij verstond die menschen niet
eens, maar het liet hem ook koud,
wie en wat zij waren, wat voor
uniform zij droegen, of zij kwamen
uit Oost of West, Zuid of Noord.
Het waren menschen, gewonde men
schen.
Een lid van den luchtbescher
mingsdienst kwam hem tegen en
bracht hem met zijn kar naar de
hulppost aan de Nieuwe Haven. Juist
dook er weer eea bommenwerper.
De doktoren en Roode Kruis-men-
schen begaven zich ijlings in den
schuilkelder. Dat was nu eenmaal
voorschrifteen doode dokter of
Roode Kruis-man was van geen nut,
dus in aller belang moesten zij zoo
veel mogelijk dekking zoeken.
De bommen suisden omlaag. Maar
de soldaten werden van de kar ge
haald en naar binnen gebracht. Zij
stamelden enkele woorden van dank
baarheid. Het boertje wilde den
schuilkelder niet in. Hjj bleef bjj zijn
paard.
Tot zoover zal het velen wel be
kend wezen, wat de Prov. Zeeuwsche
Crt. over de heldendaad van boer
Boone heeft geschreven. Maar er
stond méér in dat artikel; dlogen,
welke ons van schaamte vervullen.
Beelden van lafheid en vrees. Toen
tal van gewonden in Middelburg
lagen te kreunen, hield de Roode
Kruisdienst zich veilig op afstand,
in Domburg.
Enkele transportcolonnes moeten
prachtig werk hebben geleverd; som
migen, die daarbjj werkzaam waren,
verklaarden Jater openlijk in de
krant, hoe ze zich tot hun taak be
geesterd hadden gevoeld door de op
zoo treffend-eenvoudige wijze vol
voerde daad van boer Boonen. Dien
ze bezig hadden gezien.
Boone heeft niet hoeven te huilen,
al was er ook rond hém veel lafheid,
vrees en onvoldoende organisatie.
Hij heeft de taak kunnen volbrengen,
welke hij zich had gesteld; zijn drie
gewonde legermannen heeft hjj
tenslotte ter verpleging kunnen afle
veren.
Zjjn moed en opoffering en van dui
zenden soldaten, die hard en dapper
vochten, is, naar de directe uitkomst
althans, nutteloos geweest.
Maar het zij hun een troost, dat
het voorbeeld van dapperen van
het goede soldatensoort en van het
boeren en burgerssoort der Boone's
toch vrucht zal dragen voor de
toekomst van ons volk. We zullen
deze menschen nog noodig hebben
voor het vredeswerk van den op
bouw. Van de sterken gaat een
krachtigen invloed uit, wie en wat
ze overigens ook mogen wezen; boer,
soldaat, arbeider of hooggeplaatste.
We hebben ze noodig, leder op hun
post.
Het vaderland is niet verloren,
maar zal door hun moed en voor
beeld worden herboren. DIXI.
Onze jongens tetug 1
Na een tijd van leed en jammer
heeft de afgeloopen week zich weer
eens gekenmerkt door de vreugde,
welke het deel werd van vele dui
zenden Nederlandsche gezinnen, die
een echtgenoot, vader, zoon of broe
der uit de krijgsgevangenschap
mochten zien weerkeeren.
Overstelpend was het geluk voor
hen, die sedert den fatalen lOden
Mei in ongerustheid hadden gezeten
over het lot van een dierbaren ver
want en die door het uitblijven van
elk bericht het ergste waren gaan
veronderstellen. Totdat de jongeman
nu opeens gezond en wel op het
matje verscheen of zijn spoedige
overkomst telegrafisch had gemeld
We verheugen ons mét deze fa
milies
Met groote belangstelling is er
natuurlijk geluisterd naar de ver
halen der weergekeerden en 't heeft
ons allen goed gedaan, dat deze er
eenstemmig van getuigden, dat de
behandeling, gelet op de omstandig
heden, goed is geweest. Dat zal de
vreedzame samenleving tusschen de
eigen bevolking en de bezettende
macht bevorderen. Nóg blijken oor
log en ridderlijkheid met elkaar ver-
eenigbaar te kunnen wezen.
Dc onbekende weduwe.
Laten we allen in deze week, welke
zooveel vreugde bracht over behou
den levens, nog eens een stillen groet
brengen ter nagedachtenis van hen,
die vielen voor het vaderland. En
laten vooral denken aan hen, die zij
achterlieten. Het groote offer wordt
zoo gauw vergeten in den beteren
tijd, welke eens komen zal. Voor de
gevallenen kunnen we practisch niets
meer doen.
Misschien gaan we ze straks eeren
in een monument voor den onbeken
den soldaat, bij wiens graf de over
levenden uit den krijg zullen pron
ken met hun onderscheidingsteeke-
nen...
Als de doode onbekende soldaat nog
een laatste woord had kunnen sta
melen, zou hij niet om deze soort
onderscheiding hebben gevraagd,
maar hij zou hebben gezegd: ik ben
gevallen voor jullie allemaal, zorgt
jullie allemaal nu voortaan,voor mijn
onbekende weduwe en voor mijn
kinderen...
Zou dat te veel gevraagd zijn ge
weest De staat schijnt iets te kun
nen en te zullen doen in deze aan
gelegenheid, maar het particulier
initiatief heeft een aanvullende taak.
Er is mogelijkheid voor de nabe
staanden om een erg bescheiden pen
sioentje te bekomen (mits het slacht
offer geen vrijwilliger of reservist
was...) Helpen we om deze gelegen
heid voor de desbetreffenden uit te
buiten. Voor pensioenaanvragen moet
men zich wenden tot de afdeeling
Hl-b (drie-b) van het Departement
van Defensie in Den Haag.
Andere hulpacties.
Zeker, er wordt véél gevraagd in
een tijd als deze, maar het is zaliger
te geven dan een bom of kogel ont
vangen te hebben. Dat is ook de
grondgedachte, waarop de samen
werkende Middenstandsorganisaties
een steunactie hebben georganiseerd
ondsr het motto „een procent vaD
wat ons behouden bleef, ten be
hoeve van de collega's, die alles aan
het oorlogsmonster ten offer hebben
moeten brengen. Een prachtige daad
van solidariteit, welke in alle andere
kringen onzer maatschappij behoort
te worden nagevolgd. Waar daartoe
bij gemis aan een behoorlijke orga
nisatie voor hulpverleenlng in eigen
kring geen mogelijkheid bestaat,
steune men het Nationaal Hulp
comité '40, dat in samenwerking
met het Fonds voor Bijzondere
Nooden in al die gevallen uitkomst
poogt te brengen, waar het oorlogs
leed en de oorlogsschade persoonlijk
ondragelijk zijn geworden. Het giro
nummer van het Nat. Hulpcom.
(Dep Haag) is 388000. Bepaalde
stemmingen aan stortingen gegeven
worden in acht genomen.
Aanpassen
Voor het overige is alles samen
te vatten onder het motto „Aan
passen De goeie ouwe tijd krijgen
we voorlooplg nog niet terug.
We zullen ons moeten schikken
naar véél en daarbij vertrouwen, dat
de Voorzienigheid het altoos beter
voor de menschen heeft beschikt
dan menschen het voor ons (eigen
lijk; voor zich zelf) hebben wll'en
regelen. Op velerlei gebied worden
er voorzieningen getroffen, welke
er op wijzen, dat we ons in de naaste
toekomst met ongemak en tekort
zullen hebben te verzoenen.
Wat we voor het oogenblik het
zwaarst gevoelen, is de zeer beperkte
vervoersgelegenheid. Het benzine
tekort wordt nijpender en in verband
daarmee is een verdere rigoureuse
inperking van het motorisch verkeer
in het vooruitzicht gesteld.
Geen reden tot wanhoop.
Over hen, die nog niet terug
keerden.
De terugkeer van duizenden Ne
derlandsche militairen uit de Duit
sche krijgsgevangenschap heeft zeer
velen gerustgesteld: in duizenden
hulzen heerschen vreugde en dank
baarheid.
In andere gezinnen echter, en bij
andere ouders is de onzekerheid dub
bel drukkend geworden, omdat van
hun man of zoon nog niets is ver
nomen. Van bevoegde zjjde verklaart
men met nadruk, dat in deze geval
len voor bijzondere ongerustheid
geen aanleiding bestaat
Uit bepaalde Duitsche kampen
voor krijgsgevangenen zijn thans de
Nederlanders teruggekeerd. Er zijn
er echter nog in andere Duttscbe
kampen ondergebracht; de bedoeling
Is, dat ook dezen binnenkort de vrij
heid zullen krjjgen, naar huis terug
te keeren. Bovendien zijn er Neder
landsche militairen teruggeweken
naar Frankrijk. Over hen zijn uiter
aard niet onmiddellijk inlichtingen
te verkrijgen, doch men mag hopeD,
dat ook zij te eeniger tijd zullen
terugkeerec.
In leder geval Is er dus geen reden,
voorbarige conclusies te trekken ten
aanzien van het lot van Nederland
sche militairen, wier verblijfplaats
op het oogenblik nog onbekend is,
De Staatsloterij.
In de Maandag aangevangen trek
kingen van de 5de klas der Staats
loterij zijn eenige wijziging gebracht
tengevolge waarvan deze trekkingen
niet, zooals gebruikelijk vier weken
zullen duren, doch slechts 3 weken.
In verband hiermede zullea deze
en de volgende week 5 trekkingen
worden gehouden, ieder van duizend
nummers, een van 500 en een van
100 nummers zullen plaats vinden.
Geboorte.
Het aantal levend geborenen per
1000 inwoners bedraagt in 1938 20 05
dat is dus iets hooger dan in 1937,
toen het 19.8 bedroeg.
Huwelijken.
In 1938 was het aantal wettig
levend geborenen per 1000 gehuwde
vrouwen beneden 50 jaar het grootst
bij de roomsch-katholieken (165.2);
dan volgen de gereformeerden (138 3)
het laagste is het cijfer bij hen, die
geen kerkelijke gezindte hebben
(59.2)
Het aantal gehuwden per 1000 der
gemiddelde bevolking bedroeg in T
15.3, dat is dus nagenoeg gelijk aan
het cijfer van het jaar 1937.
Het cijfer Is in de groote gemeen
ten iets hooger dan op het platte
land.
Het grootste aantal huwelijken
wordt in de maand Mei gesloten,
nl. 173 per dag, als het gemiddelde
voor 1938 op 100 wordt gesteld; het
kleinste aantal in Januari met 58
per dag.
Huwelijken tusschen bloedverwan
ten (bijna steeds neef en nicht)
komen het minst voor in Limburg
en Noordbrabant, namelijk 1.04 en
0.2 per 1000 huwelijken, het meest
in Groningen en Overijssel (3.4 beide)
Dat de kerkelijke voorschriften hier
bij een rol spelen, spreekt vanzelf.
De gemiddelde huwelijksleeftijd
bedroeg in 1938 voor de mannen 27.7
voor de vrouwen 25 3 jaar.
Sterfte.
De sterfte per 1000 inwoners be
reikte in 1938 een laagterecord in
ons land, nameljjk 8,5. Als we weten,
dat dit cijfer In het laatst van de
vorige eeuw tweemaal zoo groot was,
dan kunnen we hieruit zien, welke
gunstige gevolgen de vooruitgang op
hygiënisch en medisch in ons land
heeft gehad.
De zuigelingensterfte, d.i. de Btrefte
beneden het jaar per 100 levend ge
borenen, bedroeg in 1938 3,7. Zij was
het laagst in Noord- en Zuidholland
(2,8), het hoogst In Noord-brabant
(4,7) en Limburg (5,2)
NU GEEN GEKLETS
Monden dicht, hart, oogen en
ooren open.
Al enkele malen hebben wij aan
gemaand tot het staken van alle
geklets en gefluister over verraad,
het staken van alle kwaadsprekerij
en laster, het zoeken van zondebok
ken voor den nieuwen toestand en
het pleiten voor een soort volks
gericht tegen zekere groepen van
ons eigen volk.
In dat kader past uitstekend een
waarschuwing van een kapitein van
onze artillerie, die in een onzer
bladen als volgt schrijft
Wat zijn wij Nederlanders, ondanks
alles nog steeds een gelukkig en
bevoorrecht volk.
Eerlijk en met open vizier heb
ben wij, vrijwel zonder hulp van
anderen gestreden gedurende
luttele dagen om onze algeheele
onafhankelijkheid, vrijheid en
volksbestaan.
Toen ons dappere Nederlandsche
leger aan het eerste gedeelte van
zijn doelstelling had beantwoord n.l.
gedurende enkele dagen alléén stand
houden in onze eerste verdedigings
linie en toen er niet tijdig voldoende
hulp kwam opdagen om ons hard
nekkig en met volledige opoffering
verder te verdedigen heeft een wijs
en moedig besluit ons de wapens
doen neerleggen.
Nederlanders, er is veel, héél veel
gebeurd, er is en er wordt nog
veel, ontzettand veel geleden, maar
ondanks alles mogen wij dankbaar
zijn voor wat ons bleef, dankbaar
voor de wijze, waarop wij thans door
onze vroegere tegenstanders werden
gespaard
Nederlanders, er wordt veel, héél
veel gepraat over wat is gebeurd,
en ^er is en wordt nog veel,
ontzettend veel gepraat over verraad,
enz. enz.
De beste dienst, dien wij ons zelf
en de wereld om ons heen thans
kunnen bewijzen is: Monden
dicht, hart, oogen en ooren open.
De toekomst zal ons duidelijk
maken, wat er allemaal precies waar
is van al dat „gepraat" en in die
toekomst zal ongetwijfeld het recht
ook zjjn beloop hebben. Thans kun
nen en mogen wij daarover niet
meer praten en moeten trachten
zelfs dat te vergeten, want volgens
mijne heilige overtuiging Is 90 pCt.
praatjes zonder eenigen redelijken
grond
Wjj moeten een dikken streep zet
ten onder het verleden en eendrach
tig elkander helpen, om onder de
thans bestaande goede leiding op te
bouwen hetgeen werd afgebroken.
Dan en dan alléén kunnen en mo
gen wij met vertrouwen de toekomst
tegemoet zien.
Ons devies is: „Labora et ora."
„Mjjn schild en mijn betrouwen
Zijt Gij, o God mijn Heer
WINDMOLENS KRIJGEN
WEER WERK.
Prof. W. J. M. van Eijsinga schreef
in 1926 in het jaarboekje van de
vereenlging De Hollandsche Molen
„Er zijn twee dingen, die niemand
ons land kan ontnemen, het water
en den wind. Nu de benzine zoo
schaarsch is, gaat men dat beter
begrijpen. De vereenlging De Hol
landsche Molen heeft steeds ver
kondigd, dat het onverstandig is de
molens, die hun drijfkracht den
wind gratis ontvangen, te ver-
waarloozen en te malen met hulp
van motoren en electrische instal
laties. Zeker, in vredestijd is dit
goedkooper, beter en sneller, doch
thans zien wij, waar dit toe leiden
kan en wij moeten dankbaar zjjn
voor het vele werk, dat verricht is
om zooveel mogelijk molens gereed
te maken en te houden voor het
bedrijf.
Nog altijd bezit ons land onge
veer 2500 molens, waarvan het
grootste deel klaar is voor den
arbeid.
Er is thans een sterke neiging de
bestaande molens zoo spoedig moge
lijk gereed te maken, te moderni-
seeren en in bedrijf te stellen.
Over het algemeen zjjn slechts
weinig molens door den oorlog ge
teisterd, althans voor zoover zij in
het midden van ons land gelegen
waren. Hoe de toestand in het Zuiden
is, is nog niet bekend.
Aangezien gebleken is dat door
sommigen niet de hand gehouden
wordt aan de uitgevaardigde ver
duisteringsvoorschriften, wordt hier
bij nogmaals ter openbare kennis
gebracht, dat men verplicht is om
van zonsondergang tot zonsopgang
te verduisteren.
Alle gebouwen moeten zoo ver
duisterd worden, dat geen licht
schijnsel naar buiten dringt.
Alle lichtbronnen, die gemist kun
nen worden moeten worden uitge
schakeld. Lichtreclames en verlich
tingen van etalages moeten worden
uitgeschakeld.
Bij alle verkeersmiddelen (auto
mobielen, spoorwegen etc.) moet de
binnenverllchtiug naar bulten vol
ledig verduisterd worden. De schijn
werpers van de rijtuigen en rijwielen
moeten zoodanig worden afgedekt,
dat slechts een horizontale spleet,
die 5—8 c.M, lang en 1 5 c.M. breed
mag zijn, bet licht laat uitkomen.
Achter- en remlichten moeten ver
duisterd blijven branden.
Mede namens de Duitsche autori
teiten wordt zeer ernstig gewaar
schuwd om geen lichtsignalen b.v.
met zaklantaarns, sigaren-aanste
kers, verlichte ramen enz te geven.
Wanneer door een patrouille het
geven van dergelijke lichtsignalen
geconstateerd wordt, dan zal zonder
voorafgaande waarschuwing op den
gever dier signalen geschoten worden.
Men zij dus ten strengste gewaar
schuwd, en houde zich stipt aan dit
verbod. Men knlppe geen zaklan
taarns, sigarenaanstekers etc. aan
en uit. Men make geen licht in een
kamer waarvan de ramen niet of
niet voldoende zijn afgeschermd (een
dunne overgordijn is niet voldoende)
Gebleken is dat sommigen nog de
gewoonte hebben om bjj het passee-
ren van vliegtuigen en het schieten
op vliegtuigen onmiddellijk het licht
aan te draaien, zonder er op te
letten of de ramen behoorlijk zijn
afgeschermd en vervolgens voor het
verlichte raam te gaan staao om
hun nieuwsgierigheid te bevredigen.
Hiertegen wordt men ten strengste
gewaarschuwd, aangezien zonder
waarschuwing ook op verlichte
ramen wordt geschoten, en zulks
vooral wanneer er vliegeraanvallen
plaats hebben.
Al hechten vorenbedoelde personen
dan blijkbaar weinig waarde aan
hun eigen leven, laat hen dan toch
goed bedenken, dat door hunne on
verschilligheid en onvoorzichtigheid
het leven van hunne medemensch
op het spel staat. Waar licht gezien
wordt, is de kans voor het gooien
van bommen groot.
Verder wordt het publiek zeer
ernstig gewaarschuwd om geen ge
welddaden of daden van sabotage te
plegen, zooals b.v. het vernielen of
beschadigen van kabels, telefoon-
geleidingen. Hiertegen zjjn zeer
zware straffen bedreigd, tot zelfs
de doodstraf toe.
De volwassenen worden dringend
verzocht om toe te zien, dat geen
baldadigheden worden gepleegd door
de jeugd. Laten wij er toch aan
denken dat zulke handelingen zeer
ernstige gevolgen kunnen hebben
voor de heele gemeenschap.
Sluitingsuur.
Van heden af moeten de café's,
restaurants enz. om 10 30 n.m. ge
sloten worden met dien verstande
dat zjj om 10 45 geheel ontruimd
moeten zjjn.
Na 11 n.m. mag zich niemand meer
op straat bevinden tot zonsopgang.
Ieder die op straat wordt aangetrof
fen, zonder in het bezit te zjjn van
een bewijs afgegeven door den Bur
gemeester, waaruit bljjktdathjj (zjj)
zich noodzakeljjk op straat moet
begeven, wordt door de patrouilles
opgebracht en bestraft.
Men bljjve dus vanaf 11 uur n.m.
tot zonsopgang binnenshuis.