TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Algemeene Voorschriften. FEUILLETON. Mei Napoleon naar Rusland en ferug. Zaterdag 1 Juni 1940 Een en Zestigste Jaargang No 22 1. Oproep aan de bevolking van Nederland. Het door Dultsche troepen bezette Nederlandsch gebied wordt onder het Duitsche militaire bestuur ge plaatst. De Legerbevelhebbers zullen de maatregelen, noodig voorde vei ligheid der troepen en voor de be- stendiging van rust en orde uitvaar digen. De troepen zgn gehouden d< bevolking, voor zooverre zij zich vreedzaam toont, in alle opzichten te ontzien en haar eigendom te eer biedigen. In geval van loyale samenwerking der Duitsche overheden zullen de openbare besturen op hun post ge laten worden. Van het gezond ver stand en het inzicht der bevolking verwacht ik, dat zg alle onbezonnen handelingen, elke soort van sabotage, van ljjdzamen of feitelgken weerstand aan de Duitsche Weermacht zal na laten. Alle verordeningen van het Duit sche militaire bestuur moeten stipt en onvoorwaardelijk worden opge volgd. Het zou de Duitsche weer macht spijten, Indien zij zich. ge dwongen door vijandelijke handelin. gen van onverantwoordelijke elemen ten der burgerbevolking zou genood zaakt zien. Dat ieder aan zijn arbeid en op zijn post blijven Dan dient hij niet alleen zijn eigen belang, maar ook de belangen van zijn volk en van zijn vaderland. De Opperbevelhebber van het Duitsche Leger. (17 Mei avondbladen) 2. De opperbevelhebber van Land- en Zeemacht beveelt, dat van hetalge- geheele door- het militaire gezag gelegde tapverbod moet worden af weken voor het tappen van bier ten behoeve van officieren en soldaten der Duitsche Weermacht, derhalve niet ten behoeve van Duitsche bur gers. 1) Verder dat alle personen, wier in bewaringstelling onder den staat van beleg door het militaire gezag werd gelast, onmiddellijk uit deze in bewaringstelling moeten worden ontslagen. De O.L.Z. draagt mede langs dezen weg aan alle troepencom mandanten op alle in hun gebied van Nederlandsche zijde gemaakte versperringen te doen opruimen en de vernielingen van de kleinere ob jecten zoo goed mogelijk te herstel len. De O.L.Z. maakt bekend, dat het voor neutrale schepen uitdrukkelijk verboden is om van hun radlozend- installatles gebruik te maken binnen de Nederlandsche territoriale wateren Overtreding van dit verbod zal zeer streng gestraft worden. De O.L.Z. draagt aan de autori teiten, die voor den aanvang van den oorlog belast waren met het verzegelen van radio-installatie van neutrale schepen, totdat de Duitsche autoriteiten dezen maatregel hebben overgenomen. De O.L.Z. bericht aan alle burge meesters, dat zij onmiddellijk moeten overgaan tot het opstellen in hun ouden vorm en op hun oude plaats van alle wegwijzers, naam- en ver keersregelingsborden. De A.N.W.B deelt in verband met vorenvermeld bevel mede, dat de burgemeesters zich voor zoover noodig kunnen W6nden tot den wegendienst van Lotgevallen van een Belgischen soldaat. (Vervolg van Eerste Blad) Napoleon hechtte minder prijs aan het legerkorps van Davoust, maar dit stond onder het bevel van een wakker krijgsman. Die ijzeren soldaten, sedert lang aan de vermoeienissen en de gevaren van het oorlogsleven gewoon, waren de kern van het groote leger. De officieren die allen onder hun dapperen generaal hunne graden gewonnen hadden en zoowel als hij, sedert meer dan zes jaren van Frankrijk verwijderd, kenden geen ander vaderland meer dan de banier onder welke zij streden Het was dan ook op hen, dat Napo leon rekende voor den beslissenden slag. Vierhonderd duizend man, waaron der tachtig duizend ruiters, gingen door Napoleon zelf aangevoerd, over de Niëmen trekken. Eene achterwacht van twee honderd duizend man zou de leemte aanvullen door de kogels en kanonballen van den vijand gemaakt en de gemeenschap met Frankrijk vrij houden. Achttienhonderd kanonnen, zonder twee belegeringsperken te rekenen, volgden het leger en zouden bloedige straten in 's vijands gelederen boren. Napoleon rekende veel op zijn grof geschut, want hij had de Russen in Eylau aan 't werk gezien en hij zegde dat het niet genoeg was zulke vijanden dood te schieten, maar dat men ze nog moest omver stooten. Hij wilde ook zijne soldaten sparen en den vijand van verre beschieten. Doch die voorzorg zelf was hem noodlottig; bij al die kanonnen behoor- dien bond. De O.L.Z. maakt bekend, dat alle burger- en militaire postduiven on verwijld moeten worden gedood. 2) De Inspecteur der Rrjksveldwacht maakt bekend, in aansluiting aan de bekendmaking betreffende het in leveren van wapens door het perso neel der Rijksveldwacht, dat onbe zoldigde Rijksveldwachters, die niet behooren tot de gemeentepolitie, al hun wapenen moeten inleveren. 3) 1) Zie ook No. 3 2) Zie ook No. 8 3) Zie ook No. 7 (16 Mei avondbladen) 3. De Duitsche militaire bevelhebber in Holland maakt bekend: Onder onmiddellgke opheffing van alle andersluidende beslissingen, tot nu toe genomen, wordt bepaald, dat de burgerbevolking ook na het in treden van de duisternis haar volle bewegingsvrijheid behoudt. Voor restaurants, koffiehuizen en café's gelden nog steeds dezelfde beperkingen die reeds van kracht waren voor het tijdstip waarop Holland in oorlog was. Dit beteekend dus, dat restaurants en dergelijke weer tot het gebruike lijke sluitingsuur geopend mogen zijn en dat ook het verkoopsverbod voor alcoholische dranken weer wordt opgeheven. Slechts de uitvoering van verduis- terlngsmaatregelingeD, welke reeds Woensdag 15 Mei waren aangekon digd, blijven van kracht tot nadere intrekking. Hierbij spreekt het van zelf, dat van de burgerbevolking wordt verwacht, dat zij in het al gemeen in haar optreden een bijzon dere reserve aan den dag legt, wel ke geheel in overeenstemming is met het vertrouwen, dat de Duit sche militaire autoriteiten in haar stellen en daarom alles vermijdt, hetgeen het thans bereikte herstel van normale verhoudingen nog ach teraf min of meer twijfelachtig zou maken. (Ochtendbladen 17 Mei) 4. Verordening over het invoeren van het Duitsche strafrecht en van de strafrechterlijke bepalingen in de door de Duitsche troepen bezette gebieden van België, Holland en Luxemburg. Bij machtiging van den Opperbe velhebber van het Duitsche leger bepalen Wjj als volgt; 1. Inzooverre een handeling, die volgens het Duitsche Recht strafbaar is, aan het oordeel van krijgsraden of bijzondere rechtbanken onderwor pen wordt, geldt het Duitsche straf recht. 2 Het reizen uit de door de Duitsche troepen bezette gebieden van Nederland, België of Luxemburg kan slechts toegestaan worden door de plaatselijk verantwoordelijke Orts- óf Feldkommandanten. Dieper ingrijpende landsrechterlijke beperkingen blijven geldig. 3. Elk verkeer van onbevoegden met krggs. of burgerlijke gevange nen, die zich in de macht en onder de hoede van de Duitsche weermacht of beambten bevinden wordt gestraft. 4. Samenscholingen op straten of openbare pleinen, het beleggen, hou den van, of deelnemen aan openbare vergaderingen of optochten, het verspreiden of drukken van vlug schriften, zal gestraft worden. Uit zonderingen hierop kunnen door den ter plaatse verantwoordelijken be velhebber toegelaten worden. 5. Wie het werk neerlegt, met de bedoeling hierdoor de belangen der Duitsche bezatting te schaden, wie anderen dwingt het werk te staken of hen bij het werken tracht te hin deren, zal gestraft worden. 6. Wie in dagbladen of tjjdschrif- de eene overgroote massa krijgsge- tulg, dat in weinige dagen alie wegen onbruikbaar maakte. Een groot aantal paarden bezweken gedurende de reis; alhoewel er over vloedige levensmiddelen in Dantzig, Elbing en Braunsberg verzameld waren deed de hongersnood zich weldra ge voelen. De soldaten begonnen uit de ge lederen te loopen om eenigen buit te zoeken en plunderden zoowel bij vrien den als bij vijanden. En nauwelijks was het leger over de Niëmen, of de wan orde heerschte in zijne rangen en werd gedurig grooter ter oorzake der ver moeienissen. der ontberingen en der ziekten. Het Russische leger, zes honderd duizend man, was in zes korpsen ver deeld." Hier eindig ik mijne aanhalingen. Mijne lezers weten heel goed, dat Napoleon verslagen werd niet door Rusland, niet door de legerbenden van den Czaar, maar door „Generaal de Winter", door de onstuimige sneeuw vlagen, door de onverdragelijke koude, door de ellende en het gebrek, of beter nog, door de Voorzienigheid, die den schuldige wilde straffen. De Russische generaals, overtuigd dat zij door Napoleon onvermijdelijk moesten verslagen worden, indien zij zich in 't vlakke veld lieten overvallen, weken gedurig achteruit, verbrandden en verwoestten alles op hunnen door tocht en lieten niets achter zich dan puinen en ellende. Zoo kwam het groote leger in Mos kou en daar begonnen de lotgevallen, welke ik voorgenomen heb om te vertellen. Anderen hebben geschreven hoe het groote leger uit Rusland terugkeerde: Ik wil enkel verhalen, wat een arme Belgische soldaat ginder verre heeft geleden, of beter ik laat hem het woord. IV DE EERSTE BEPROEVINGEN. Nooit werd een veldtocht met meer ten berichten openbaar maakt, die voor het Duitsche Rijk schadelijk kunnen zgn of wier openbaarmaking door het militair bestuur verboden is, wordt gestraft. 7. Wie naar niet-Duitsche radio- uitzendingen luistert, hetzij in het openbaar hetzij gemeenschappelijk, of wie de mogelijkheid hiertoe schept wordt gestraft. Uitzonderingen hier op maken de niet-Duitsche zenders, die door het Duitsche militaire be tuur door openbare bekendmaking toegelaten zijn. 8. Wie radioberichten, of welke berichten dan ook varspredit, welke een vijandelijk karakter tegenover Duitschland dragen, wordt gestraft. 9. Deze verordening treedt tege lijk met haar afkondiging in werking De Opperbevelhebber der Legergroep (Avondbladen 17 Mei 1940) 5. Bij machtiging van den Opper bevelhebber van het Duitsche leger maak ik bekend I. De Duitsche Weermacht waar borgt den inwoners volledige veilig heid van persoon en eigendom. Wie zich rustig en vreedzaam gedraagt, heeft niets te vrezen. H. Gewelddaden en sabotage worden met de zwaarste straffen bedreigd. Als sabotage wordt ook beschouwdelke beschadiging of vernietiging van oogstproducten, voorraden of aanplantingen, die voor het bezettende leger van belang zgn, evenals het afscheuren en beschadi gen van plakaten en bekendmakin gen. Onder bijzondere bescherming van de Duitsche Weermacht staan gas-, water- en electriciteitswerken, spoorwegen en sluizen evenals kunst werken. III. De inlevering van wapens en munitie is door bgzondere bekend making bevolen. Voor herinnerings wapens, buiten gebruik, Is deze ver ordening niet van kracht. Jacht geweren moeten onder opgave van naam, beroep en woonplaats van den eigenaar worden ingeleverd bg den burgemeester, die voor de bewaring verantwoordelijk is. IV. Door het krggsgerecht wordt gestraft I. Elke ondersteuning van niet- Duitsche militairen in het bezette gebied. 2. Iedere hulp, verleend aan bur gers, die het bezette gebied willen ontvluchten. 3. Elke inlichting, verschaft aan personen of instellingen buiten het bezette gebied, welke de Duitsche Weermacht of het Rijk zou kunnen schaden. 4. Elk verkeer met krijgsgevan genen. 5. Elke beleediging van personen, welk tot de Duitsche Weermacht behooren en van de Duitsche Weer macht als dusdanig. 6. Samenscholingen op de straat1 het verspreiden van vlugschriften, het beleggen van openbare vergade ringen en optochten, welke niet tevoren door de Duitsche legerleiding toegelaten zrjn, evenals elke andere betooging, welke tegen Duitschland is gericht. 7. Opruiing tot staking, het moed willig neerleggen van den arbeid, werkstaking en het verhinderen van werkwillige elementen. V. De Staats- en Gemeente besturen, politie en scholen zjjn ver plicht, op normale wgze verder te werken. Hiermede wordt de eigen bevolking gediend. De leiders dezer instellingen zgn voor loyale houding ten overstaan van de bezettende macht verantwoordelijk. De perso nen aangesteld in openbare dienst zullen hun wedde verder genieten. VI. Alle ngverheidslnstellingen, handelszaken en banken moeten in het belang der bevolking openge vertrouwen ondernomen. Ik zag den keizer toen wij over de Niëmen trok ken. Op zijn aangezicht was niet alleen geestdrift, maar zelfs vroolijkheid te lezen. Hij floot blijde deuntjes en wij, betooverd door zijn voorbeeld, wij hieven vreugdekreten aan, die in de verte weergalmden en de Kozakken, die vooruit gezonden waren om ons wat bezigheid te leveren, met schrik vervulden. Er was wel hier en daar een jonge soldaat, wiens hart opzwol van wee moed, wanneer hij aan 't vaderlijk huis en aan teerbeminde afwezigen dacht, maar het getal van die mistroostigen was zeer klein en zij werden gedurig aangemoedigd door deze welke reeds het vuur hadden gezien. Men beloofde hun zooveel vermaken, men deed hun het leven van den krijgsman op veroverden grond op een zoo bekoorlijke wijze voor de oogen blinken, dat zij welhaast alle verdriet van zich wierpen en lustig met ons meezongen. Ja, ik mag het zeggen, er was geestdrift en strijdzucht. Toen wij dan Frankrijk verlieten, werden wij overal met gelukwenschen en vreugdekreten begroet Wij waren er fier op deel uit te maken van dit groote leger, dat zoo schoon en zoo goed ingericht scheen te zijn. In Duitschland bevonden wij ons, tenminste in schijn, in 't midden van een volk, op wiens genegenheid wij mochten rekenen. De koning van Prui sen, en ontelbare andere kleine ko ninkjes, die een rijk hebben nauwelijks zoo groot als een onzer steden, trok ken met ons mede. De Polen verwachten ons met open armen... Waren wij hunne verlossers niet Wie zou ooit gedacht hebben, dat een zoo machtig leger ging verslagen worden en dat wij, zoo kloek, zoo moedig, zoo vol vertrouwen, het ge vaar zouden loopen van honger, van koude en ellende om te komen. Ah indien wij geen andere hinder palen hadden ontmoet, dan eenige regimenten, hoe goed gewapend en hoe dapper de vijanden ook mochten wezen, toch hadden wij zegepralend houden worden. De sluiting dezer, zonder geldige reden, wordt gestraft. VII. In het belang van een ge ordende en gelijkmatige bevoorrading der bevolking is het hamsteren van waren of van artikelen voor het dagelgks gebruik (elke overmatige bevoorrading) streng verboden. Elke handeling in strijd met dit verbod wordt als sabotage beschouwd en gestraft. Het voor de dagelrjksche levensbehoeften van de burgerbevol king noodige verkeer, bijzonder ook het marktverkeer, zal, in zoo verre de militaire verhoudingen het toe laten, niet verhinderd worden. Pro ducenten en handelaars van levens- behoeften zijn verplicht, hun bedrijf als voorheen uit te oefenen en hun waren aan de verbruikers af te leveren en aan huls te brengen, voorzoover dit gebruikelijk was. VHI. De verhooging van prijzen en vergoedingen van eiken aard evenals van loonen over het peil, op den dag der bezetting vastgesteld, Is verboden in zooverre geen uit zonderingen uitdrukkelijk toegelaten zijn. IX. De wisselkoers wordt als volgt vastgesteld Voor Rijksnederland 1 Gulden is 1.50 Reichsmark. Voor België1 Belga is 0.50 Reichs mark. Voor Luxemburg: 1 Luxemburg- sche Frank is 0.10 Reichsmark. De toepassing van een andere wisselkoers wordt gestraft. Duitsche evenals inheemsche geld waarden moeten aangenomen wor den. Men wordt gewaarschuwd, niet andere Duitsche geldsoorten in ont vangst te nemen, aangezien deze, daar zij uit Duitschland gesmokkeld zijn niet omgewisseld kunnen wor den, en daarom geen waarde hebben. X. De weermacht en de personen daartoe behoorende, zullen hun in- koopen contant betalen. Dit geldt eveneens voor incidenteel door de burgerbevolking geleverde arbeid. Slechts bij bedragen, hooger dan 500 Reichsmark, of een daarmee gelijk staand bedrag, zal de betaling door de Duitsche militaire overheden ge schieden op vertoon van bescheiden door de Duitsche Weermacht afge leverd. De Opperbevelhebber der Legergroep. Verordening betreffende het be zit van wapens in het bezette ge bied. 1. Alle vuurwapens en munitie, handgranaten, explosieve stoffen, en leder ander oorlogstuig moeten af geleverd worden. De aflevering moet binnen 24 uur op het dichtsbijzgnde Duitsche veld- of plaatselijk com mando gebeuren, voor zooverre ter plaatse niets anders bepaald is. De burgemeesters worden verantwoor delijk gesteld voor de stipte uitvoe ring van dit bevel. De Bevelhebbers der Duitsche troepen hebben het recht uitzonderingen toe te laten. 2. Wie vuurwapens, handgranaten, munitie, explosievestoffen of ander oorlogstuig bezit, in tegenstelling met deze verordening, wordt met den dood of dwangarbeid, in gevallen van minder gewicht met gevangenisstraf gestraft 3. Wie op eenigerlei wijze In het bezette gebied geweld tegen het Duitsche leger gebruikt, wordt met den dood gestraft. De Opperbevelhebber van het Duitsche leger. 7. Het Nederlandsche Opperbevel deelt mede: Naar aanleiding van met het Duit sche opperbevel gemaakte overeen komsten wordt bepaald, dat het aan de rijkspolitie marechaussee en rrjks veldwacht) toegestaan is, dat zij voor bewakingsdoeleinden en het handhaven van orde en rust, ook vooruilgestapt lot in het hart van Rus land, en aan den Czaar onze wetten voorgeschreven. Maar de Russen, slimmer dan men wel zou denken en ziende dat Napo leon van al de Europeesche vorsten zijne bondgenooten had gemaakt, sloten een verbond met „Generaal de Winter", die vooral in Rusland mach tiger is dan de talrijkste legers. Nauwelijks waren wij over de Niëmen, of wij leden gebrek aan alles. De vijand, in plaats van ons af te wachten week gedurig achteruit, geen enkel huis achterlatende, waar wij ons kon den uitrusten, noch de minste hoop ergens levensmiddelen te vinden. De inwoners, vooraleer hunne huizen te verlaten, staken ze in brand en verborgen of vernielden de eetwaren die zij op hunne vlucht niet konden met zich nemen. De „popen" of Russische priesters, die al de kerken vernielden, gaven het voorbeeld aan het volk, in wiens hart meer dan de vaderlandsliefde een on- verzoenlijken haat heerschtte tegen al de leden van het groote leger. Wij vonden op onzen doortocht niets anders dan vernielde steden, rookende puinhoopen, uitgestrekte velden zonder het minste groen, sombere wouden, waarin zich vijanden verborgen, die steeds voor onze oogen verborgen bleven, maar die velen onzer wapen broeders onder hunne kogels deden vallen. Eiken avond, wanneer wij ons be reidden om zoo goed mogelijk op dien ongastvrijen grond den nacht door te brengen, zeiden wij met moed en wan hoop: „Morgen zal de vijand ons wel afwachten om slag te leveren, want wij hebben zijne voorposten gezien. Maar den volgenden dag was het wederom hetzelfde spel Nauwelijks zagen wij nu en dan eenige Kozakken, die ons van verre uitdaagden, of de laatste afdeelingen van een leger, dat als zending had ons niet tegen te houden, maar ons ge durig dieper en dieper te lokken in dit verwenschte land, waar zoovele dapperen onder sneeuw en ijs moesten begraven worden. Zoo kwamen wij aan de Wilna. verder mogen worden bewapend met pistolen. Voor de gemeentepolitie gelden dienovereenkomstige bepalin gen. (Ochtendbladen 19 Mei 1940) 8. Een commissie, bestaande uit de heeren Van Vloodorp, Draaisma en Hornstra, Prinsengracht 407, Amsterdam (C) is met den Duitschen militairen opperbevelhebber overeen gekomen, dat geen postduiven meer gedood behoeven te worden. Elke houder van postduiven is evenwel verplicht de duiven niet uit te laten vliegen. In de tweede plaats is hg verplicht om alle duiven welke zich op zijn hok bevinden, te registreeren. De lgst moet in het hok worden op gehangen en een afschrift ervan dient te worden Ingezonden aan den heer Hornstra, Prinsengracht 407. Overtredingen hebben tengevolge, dat alle duiven onvoorwaardelijk wor den gedood en dat de eigenaars zul len worden gestraft volgens de Duit sche militaire wetten. Duiven met buitenlandsche ringen moeten ge dood worden. (Ochtendbladen 19 Mei 1940) Betalingsverkeer. In opdracht van het commando van de Duitsche legergroep, wordt het volgende bekendgemaakt 9. Op aanwijzing van de officiëele Nederlandsche Instanties zijn de plaatselijk aanwezige voorraden be talingsmiddelen in groote hoeveelhe den centraal naar den Haag terug getrokken. Door deze maatregel is een aanzienlijk gebrek aan betalings middelen in het bezette gebied ont staan, dat het economische leven in gevaar brengt. De in Nederland bevelvoerende legergroep heeft vanaf den eersten dag alle van haar afhankelijke maat regelen genomen om het betalings verkeer weer op gang te brengen en het voor de bevolking ontstane gebrek te verminderen. Tot dit doel heeft zg tot nu toe reeds op verzoek vaD het gemeentebestuur betalings middelen (Reichskredltkassenscheine) als leening ter beschikking gesteld. De legergroep verwacht, dat de be volking de in haar belang genomen maatregelen op elke wijze onder steunt. Elk hamsteren van betalings middelen zal opnieuw stremmingen in het betalingsverkeer met zich meebrengen en is daarom onder alle omstandigheden te vermijden. Daar aan de Nederlandsche autoriteiten principieel het beheer over de open bare financiën wordt gelaten, wordt van hen verwacht, dat zg de aan wezige betalingsmiddelen vla de banken of op andere wijze aanstonds in omloop zullen brengen. De banken moeten hunnerzijds de op hen tot dusverre rustende functies op het gebied van het betalingsver keer aanstonds weder op zich nemen. De legergroep wijst er verder op. dat naast de gulden alleen de Reichs kredltkassenscheine wettelijk betaal middel in den zin van de verorde ning van den opperbevelhebber van het leger van 10 Mei 1940 is. Slechts voor de Reichskredltkassenscheine geldt de door deze verordening vast gestelde valuta-verhouding 1 gulden is Rm. 150^ De bevolking wordt gewaarschuwd andere betalingsmiddelen, in het bijzonder Reichsmark-biljetten niet aan te nemen. Het inwisselen van Reichsmark- biljetten In Reichskredltkassen scheine is voor de bevolking in het bezette gebied verboden. Een zoo danige inwisseling geschiedt ook niet door de commando's te velde en de plaatselijke commando's. Volgens de voorlooplge deviezen- verordening van 10 Mei 1940 is het o.a. verboden Reichsmark-geldsoorten uit het naar het Reichsgebied bezette Het groote leger was reeds eenigs- zins gesmolten Goed een vierde deel der soldaten was achteruit gebleven en meer dan dertig duizend stroopers hadden zich stillekens verwijderd, om stelende en roovende, wederom over de Niëmen te trekken en vandaar weer te keeren naar hun vaderland. Ik moet hier bijvoegen, dat het ver trek van die dertig duizend slechte soldaten veeleer een geluk dan een onheil was. Want al degenen, die ons verlieten, waren vreemdelingen, als Italianen, Spanjaards, Duitschers, Hol landers en Portugeezen, of achterblij vers, die sinds lang het voornemen hadden gemaakt, bij de eerste gelegen heid het hazenpad te kiezen. Met gedwongen soldaten kan men niet veel goeds aanvangen. Terzelfder tijd trok het Russisch leger gedurig achteruit, alles vernielende en vooral vermijdende ons wapens of wat krijgsbehoeften achter te laten. Napoleon, die gerekend had op den voorraad door den vijand vergaard, was gedwongen in Wilna magazijnen te stichten, want wij vonden daar zelfs geen stukje droog brood. Dit alles deed ons veel tijd verliezen. De honger begon ons te kwellen en men betaalde ongelooflijke sommen voor een stukje beschuit of een pakje bloem. Ah dit zal ik nooit vergeten Het was in Wilna, dat ik voor den eersten keer in mijn leven een beetje voedsel stal om den hongerdood te ontgaan.... Eiken dag trokken er eenige afdee- gen vooruit om de zeldzame huizen uit te plunderen, welke de vijand ge ëerbiedigd had. Bij hunne terugkomst werden dan de levensmiddelen gedeeld. Daags na de aankomst in Wilna had mijne kompag- nie zich in drie groote kamers van een verlaten herberg gevestigd. Na tevergeefs in al de hoeken en kanten, op zolc ers en in kelders gezocht te hebben of er nergens niets te vinden was om mijn honger te stillen, at ik treurig een stukje beschuit, wat geen ons woog en dronk daarbij een glas slecht water. Die schelmsche Russen verzuimden niets van hetgeen ons kon tergen, gebied of naar het buitenland mede te nemen of te verzenden. Dit geldt in de eerste plaats ook voor Relchs- kreditkassenscheine. Voor zoover het in een enkel geval aan personen bg uitzondering wordt toegestaan geld bedragen naar het Reichsgebied mede te nemen, moeten deze personen Reichskredltkassenscheine bg de Duitsche douane-grenskantoren tegen Reichsmarkbiljetten inwisselen. De legergroep wijst er opnieuw op, dat troepenonderdeelen en afzonder lijke tot de weermacht behoorende personen geen Reichsmark-biljetten naar het bezette gebied en geen Reichskredltkasse nschelne bg het vertrek uit (het bezette gebied mo gen medenemen. Aaanwezige bedra gen moeten bg de Duitsche douane- grenskantoren tegen de toegelaten geldsoorten worden ingewisseld. (Ochtendbladen 18 Mei 1940) Het noodgeld ingetrokken» Het Departement van Binnenland- sche Zaken maakt in overleg met de Duitschen bevelhebber in Nederland aan alle gemeentebesturen bekend, dat de machtiging tot uitgifte van noodgeld is ingetrokken. (Avondbladen 18 Mei 1940) Opgave van verwoestingen van bedrijven. Namens den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht wordt in over leg met den Duitschen militairen bevelhebber in Nederland aan te directeuren van de provinciale en gemeentelijke electriciteits-, gas- en waterleidingsbedrijven, hieronder be grepen de particuliere waterleidings bedrijven, alsmede aan de troepen commandanten, het verzoek gericht, zoo spoedig mogelijk een globale opgave van beschadigingen en ver woestingen van hun bedrijven te doen toekomen aan den directeur- generaal der electriciteitsvoorzie- ning departement van Waterstaat, Binnenhof 20, 's Gravenhage (Ochtendbladen 18 Mei 1940) VOLKSGEZONDHEID. De directeur-generaal van de volksgezondheid maakt bekend: 1. Alle diensten en instellingen op het gebied van volksgezondheid werken zooveel mogelijk door. 2. Het is dringend noodzakelijk de hand te houden aan de verplich ting tot aangiften van besmettelijke ziekten. 3. Deze aangiften moet voor- loopig geschieden in alle gevallen waarin vermoeden van besmettelijke ziekte bestaat, welke aangifte nader moet worden bevestigd, indien de ziekte is vastgesteld. 4. Gevallen van besmettelijke ziekte in de provincie Overgsel moeten tot nader bencht ter kennis worden gebracht van den genees kundigen Inspecteur van de volks gezondheid te Groningen, 5. De inspecteurs van de volks gezondheid moeten zoo spoedig mogelijk aan den betrokken hoofd inspecteur kennis geven van alle feiten en omstandigheden, waaruit gevaar voor de volksgezondheid kan voortvloeien. 6. Van alle storingen in de drink watervoorziening moet door de burgemeesters onmiddellijk kennis worden gegeven zoowel aan den betrokken pharmaceutisch inspecteur van de volksgezondheid als zoo mogelijk aan het rijksbureau voor drinkwatervoorziening. 7. De keuringsdiensten van waren moeten zooveel mogelijk toezicht uitoefenen ter voorkoming van het gebruik van ondeugdelijke levens middelen. 8. De vleeschkeuring blijft intact. Voor destructie van cadavers en afgekeurd vleesch moet zorg worden gedragen. Voor het geval destruc- toren tijdelijk het materiaal niet kunnen verwerken, kan dit begraven worden op algemeene aanwijzingen, te geven door de veterinair inspec teurs van de volksgezondheid. 9. Op het rijksinstituut voor de volksgezondheid vinden de werk zaamheden geheel op normale wijze plaats, zoodat alle aanvragen tot dit instituut op de gewone wijze kunnen worden gedaan. 10. Alle instellingen op het ge bied van volksgezondheid moeten van moeilijkheden bij de uitoefening van den dienst zoo spoedig mogelijk aan den betrokken Inspecteur van de volksgezondheid kennis geven. Ochtendbladen 19 Mei 1940. Distributie prijsopdrijving enz. 15. Verordening over het verbod betreffende verhooging der prijzen. Bij machtiging van den Opper bevelhebber van de Duitsche Weer macht verordenen wij als volgt Par. 1. De op het oogenblik der bezetting geldende prijzen en ver goedingen voor alle noodzakelijke artikelen, voor de geheele landbouw-, zoowel als voor de nijverheids voort brengselen, evenzeer voor het goe derenverkeer van eiken aard in de door het Duitsche leger bezette ge- vooraleer hunne huizen te verlaten wanneer zij, gelijk het in Wilna en in de omstreken gebeurde, den tijd niet hadden om ze in brand te steken, dan sneden zij de koorden der waterputten af en wierpen in die putten allerlei vuilnis. Hoe dikwijls is het mij niet voorge vallen, dat ik mijnen dorst moest laven rr.et eenige teugen stinkend water, dat ik opslorpte uit een wagenspoor of uit den hoefslag onzer paarden. Maar dit alles was slechts een begin van ons bitter lijden. Wij waren nog talrijk, goed gekleed, voorzien van nieuwe schoenen met dikke zolen, wij rekenden nog op den zegepraal. Morgen, overmorgen, binnen enkele uren misschien, zouden wij eten vinden, klaar water. De hoop doet leven, ik had geduld Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5