TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
TVUL duxk 'y,
De vierde Koloniale
Missieweek.
FEUILLETON.
De foren waakt
Na de huwelijksmis.
Krakelingen.
Voor onze kippen
houders.
Zaterdag 4 Mei 1940
Een en Zestigste Jaargang No 18
MILITAIR GEZAG.
Algemeene bekendmaking
nr. 4
De Generaal-Majoor, Commandant
van het Hide Legercorps, mede
uitoefenende het militair gezag o.a, in
de aan den voet dezes genoemde ge
meente
Gelet op art. 37 van de Oorlogs-
wet (Wet van 23 Mei 1899 S nr 128)
Stelt vast de volgende
VERORDENING
Art. 1. Het is verboden in het open
baar of op een plaats, van een open
bare plaats af zichtbaar, geschriften of
teekeningen aan te plakken, welke
1. schadelijk kunnen zijn voor de be
trekkingen van het Rijk met een buiten-
landsche mogendheid
2. aanleiding kunnen geven tot onte
vredenheid tegen het wettig gezag,
dan wel het vertrouwen in dat gezag
kunnen ondermijnen
3. schadelijk kunnen zijn voor de rust
onder de bevolking
4. aanleiding kunnen geven tot ver
storing van de openbare orde
5. betrekking hebben op een open
bare vergadering, openbare bijeenkomst
of optocht, voor het houden waarvan
door mij geen vergunning is verleend
6. 's-Rijks defensie raken.
Art. 2.- Het bepaalde in art. 1 sub 6
geldt niet, indien het aanplakken ge
schiedt door of vanwege het militair
gezag
Art. 3. 1. Onder „aanplakken" wordt
verstaan het op eenigerlei wijze beves
tigen, hetzij door middel van hecht- of
kleefstof, hetzij spijker- of nagelvast,
het ophangen, zoomede het op eeniger
lei wijze tentoonstellen.
2. Onder „geschrift" wordt verstaan
elk gedrukt, geschreven of gefotogra
feerd stuk.
Art. 4. Met de zorg voor de naleving
van deze verordering zijn, behalve de
ambtenaren, genoemd in art. 141 van
het Wetboek van Strafvordering, ook
belast: 1. het personeel van het wapen
der Koninklijke Maréchaussee; 2. het
personeel van de Politietroepen; 3. het
personeel van de Rijks- en Gemeente
politie; 4. de met wacht- en patrouille-
dienst belaste militairen.
Art. 5. Overtreding van de2e veror
dening wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste een jaar of geldboete
van ten hoogste duizend gulden.
Art. 6. Deze verordening treedt in
werking onmiddellijk na hare afkondi-
ging.
Lasten en bevelen, dat eenieder zich
dienovereenkomstig gedrage.
Gegeven op het Stafkwartier van
het lilde Legercorps 25 April 1940,
De Generaal-Majoor,
Commandant van het lilde Legercorps,
A. A. VAN NIJNATTEN.
Afgekondigd op de wijze, door het
Militair Gezag vastgesteld, in de ge
meente Venray, den 25 April 1940.
De Burgemeester,
A. H. M. JANSSEN.
Een week van gebed en
offer voor onze koloniën.
K. M. W.
Voor de vierde maal duiden
deze initialen een actie aan, die
voor Katholiek Nederland van
groote beteekenie is: de Koloniale
Missie Week, die in de week
vóór Pinksteren, d.i. dit jaar van
5—12 Mei wordt gehouden.
De wondere economie van
Gods liefde heeft de uitbreiding
van Zijn Koninkrijk, de volle
Kennis der Waarheid, de milde
uitdeeling zijner genadeschatten,
afhankelijk willen maken van
onze medewerking in zulk een
mate, dat de redding der wereld
ook ons werk wordt.
Roman uit het Venraysche land
door Gerard Lemmens.
21.,
Daar verging Norberts hoop. „Dat
ik ow nog een minuut laat," 't sneed
door hem. Kon die man dat menen
daar zag hij niet naar uit. Maar, och,
wat doet zo een, als hij zich in een
beroerde positie denkt? Nu stond hier
een gruwe zekerheid in dreigende ver
persoonlijking voor hem ais een ijse-
lijke droom. Weestand? Vlug opstaan?
Och... dat was niet mogelijk.
de moet ook nog weten, dat
dendieje daar veel kwaad heelt gedaan,
begon de ander. Hij heelt het verdiend.
Gij verdient het niet. Ik denk, dat ik
ow maar laat. Als ge mij echt op ow
hart en voor ow geweten wilt beloven,
dat ge ow mond zult houden. Ik moet
wel weten, wie ge bent. Dat ik ow
altijd kan treffen, als ge ow mond niet
houdt. En wie ik ben, daar hebt ge
niks mee te maken. Noem ow naam.
En zeg waar ge woont. Dan zal ik
zien, wat ik doe.
Maar Norbert had al beslotenhij
zou liever verdedigend sterven dan
maar zo afgemaakt te worden, Er was
Daarom is de ondersteuning
der missies voor ons Katho
lieken, d.i. voor ons allen
zonder uitzondering, 'n liefde
plicht.
En die plicht geldt vóór ons
Katholieken van Nederland bij
zonder ten opzichte van de mis
siën onder de millioenen, die in
onze overzeesche gewesten den
Christus nog niet kennen.
Want met hen verbindt ons
niet alleen het feit, dat zij onze
medemenschen zijn, maar ook de
zooveel nauwere relatie, dat zij
met ons leven in hetzelfde staats
verband: en vooral de speciale
opdracht van de Kerk, die de
geloofsprediking en de zielzorg
daar opdraagt aan Nederlandsche
Orden en Congregatiën en dus
ook op de eerste plaats de hulp
middelen verwacht, die deze
missionarissen noodig hebben.
Wat vooral in de laatste
jaren voor de missies in Oost
en West wordt gedaan, is van
beteekenis, en neemt in omvang
voortdurend toe.
Er werken thans in Oost en
West - ik rond de cijfers af -
650 priesters, geholpen door 600
religieuze broeders en 2250
zusters.
Naast tal van kerken, verrezen
scholen en hospitalen; daarom
heen ontwikkelde zich steeds een
bloeiender katholiek leven in
rijke nuanceering.
Maar.... in onze Oost alleen
leven 68.000.000 menschen, die
den Christus niet kennen.
Wat beteekent tegenover zulk
een massa (8 maal de bevolking
van Nederland) het leger„tje"
van priesters, broeders en zus
ters, ternauwernood één tiende
deel van hen, die in ons land
met de geestelijke zorg belast
zijn-
Gerekend naai onze toestanden
zijn er juist genoeg om de 650
duizend Katholieken te verzorgen
die in Oost en West leven.
Hoe moeten dan die 68 milli-
oen den Christus leeren kennen?
Ik beperk mij hier tot onze
Oost. Voor acht en zestig milli-
oen 570 priesters beteekent, dat
er voor elke 120.000 r.iet-chris-
tenen één priester beschikbaar
is.
Durft iemand zeggen, dat die
120.000 dan een redelijke kans
hebben om den Christus te
leeren kennen?
Onze missionarissen sparen
zich niet: in 1939 verzorgden 570
priesters in onze Oost, naast
550.000 katholieken 62.500 cate
chumen en doopten ruim 18.000
volwassenen, d.i. per priester
naast circa 1000 katholieken (een
volle taak voor een priester) 110
catechumen en ruim 30 volwas
sen doopelingen.
Een geweldige arbeid 1
Maar wat beteekent dat op de
ontelbare menigte, die zij niet
bereiken kunnen
Want het doel: de kerstening
van Indië wordt slechts bereikt
als de Kerk daar zóó gevestigd
wordt en doordringt in het volks
leven, dat zij werkelijk iets eigens
wordt voor de Indische volken.
De vorming der inheemsche
werkkrachten is reeds ernstig ter
hand genomen: onze Oost heeft
reeds 16 inheemsche priesters,
Curacao vier; er zijr. een 50-tal
inheemsche broeders en een 200
zusters; er zijn verschillende se
minaries groot en klein, met bij
na 350 seminaristen. Maar ook
dat is toch niet meer dan een
begin.
Katholiek Nederland moet dus
als 'n vast-aaneen-gesloten ge
meenschap met al haar krachten
zich ommaken, voor de kerstening
van Oost en West 1 Anders kan
de Kerk daar niet tot volle ze
genrijke kracht komen.
Daarom heeft ons Doorluchtig
Episcopaat overeenkomstig het
verzoek der Kerkvoogden in
onze Koloniën zijn volledige
goedkeuring geschonken aan
een week van gebed en offer
voor onze Koloniën. Deze week
begint 5 Mei en duurt tot Pink
steren.
in deze week wordt allereerst
gevraagd Uw gebed om meer
arbeiders in den Wijngaard; Uw
gebed om verlichting der dolende
zielen: dat is het eerst noodige
en wordt door Christus allereerst
gevraagd.
De Bisschoppen hebben gedu
rende deze week een openbaar
gebed voorgeschreven: in de H.
Mis, de oratie tot voortplanting
des geloofs, na de H. Mis het
schietgebedje: H. Maria bid voor
onze Indien.
Wij vragen daarenboven Uw
persoonlijk gebed; wil eens extra
daarvoor een H. Mis, een H.
Communie, een Rozenhoedje op
dragen.
Wij vragen gebeden aan de
grooten, wij vragen ze ook aan
de kleinen; daarom doen wij een
beroep op onze onderwijzeressen
en onderwijzers, opdat deze hun
leerlingen spreken over de gees
telijke nood in onze Koloniën en
over de groote geestelijke kracht
waarover ai die kinderen beschik
ken door hun gebed. Wij zijn
overtuigd, dat behalve het schiet
gebedje, dat wij voorstellen te
voegen bij het gewone schoolge-
bed, hun woord en onderrichting
de jeugd ook tot een eigen
krachtig gebed zal brengen.
Wij vragen bijzondere gebeden
aan onze kloosterlingen, opdat
in hun gebedsleven in deze week
or.ze Koloniën een zeer bijzondere
plaats zullen innemen.
Dit gebed mag de steun van
het offer niet missen 1
Elk huis heeft zijn kruis en
elke dag heeft zijn leed: offer dit
in deze week op voor de uit
breiding van Gods Kerk in onze
Koloniën. Dit vragen wij bijzon
der aan hen, die Gods ondoor
grondelijke Voorzienigheid met
ziekte en lijden bezoekt en die
daardoor krachtig kunnen aan
vullen naar St. Paulus' woord
wat aan het lijden van Chris
tus ontbreekt.
De Pinksterdag het slot van
onze K.M.W. is op 's Pausen
verzoek, de Algemeene Missie
zondag der Zieken: onze over
zeesche gebieden mogen daarbij
een groote plaats vragen.
Tenslotte vragen wij ook het
offer van een aalmoes: vooral
van een aalmoes, die versterving
vraagt; waarvoor gij U iets ont
zegt, dat gij gaarne zoudt ge
nieten. Daaraan kunnen de klei
nen zoowel als de grooten mee
doen: want niet de grootte van
de aalmoes, maar het innerlijk
offer bepaalt zijn waarde voor
God. Wij vragen dit offer in de
intimiteit van het huisgezin, waar
alle dwang of menschelijk opzicht
verre kan blijven en alleen de
persoonlijke edelmoedigheid tot
deelname dringt.
In alle huisgezinnen hebben
wij collectezakjes laten bezor
gen (wie ze nog niet ontvingen
kunnen ze aanvragen aan de
pastorie van hun eigen pa
rochie) en wij bevelen deze
aan de zorg van Moeder aan,
opdat deze haar kinderen en
huisgenooten uitnoodige tot
gebed en uitnoodige tot of
feren.
Op den Pinksterdag brengt zij
dit collectezakje gesloten naar de
kerk en deponeert het daar in
een bus.
De laatste twee jaren bracht
deze inzameling telkens ruim
95.000 gulden op; wij durven
vertrouwen, dat een nóg alge-
meener deelname dit jaar de
„ton" gemakkelijk overschrijden
zal. Dan kan bij het toenemen
van het aantal missionarissen
de uitdeeling per priester even
groot blijven en daardoor de
toelage per missiedistrict
groeien.
Drage teder zijn eigen deel
aan deze offerweek edelmoedig
bij; dan slaagt zij 1
AUeen ware offerliefde
kan voeren tot de vol
komen harmonie van
lichaam, geest en hart.
in de Neerlandia-pers schrijft
Pater P. Rongen O.C.R. een ar
tikeltje, dat vooral in dezen tijd
overweging ten volle waard is
„Mobilisatie of geen mobili
satie, oorlog of geen oorlog,
crisis of geen crisis, als de
lente in het land is, wordt er
getrouwd. Misschien is het
bruids-bouquet minder duur en
wordt het bruidsjacquet geleend
maar getrouwd wordt er on
danks alles.
En 't is goed zoo, dat er
nog optimisten gevonden wor
den, die er niet aan denken,
dat het slotbedrijf van 's werelds
schouwtooneel wel eens voor
de deur kan staan, die moedig
de trossen losmaken en in zee
steken. De pessimisten en de
zwartkijkers, de eeuwige wei
felaars en uitstellers zullen de
situatie ook niet redden.
De meesten meenen, dat, als
ze getrouwd zijn, alle leed ge
leden is en ze hun geluk niet
meer op kunnen. De dwazen
vergeten, dat de zon heel an
ders schijnt onder de verkeering
dan na de huwelijksmis, dat
de lente heel leuk kan zijn,
maar dat men 's zomers last
kan hebben van het warme
weer. Het is voor jonge men
schen wel goed dit verschil
aan te voelen en te realiseeren.
Het huwelijk is eer. kwestie
van ontzettend veel verdragen
en toegeven. Verdragen en toe
geven van beide kanten. Van
man en vrouw. Van man en
vrouw. Wij meenen te gemak
kelijk, dat het de andere is,
die moet verdragen en toegeven,
maar dan komen de botsingen
en de conflicten, die ons door
schade en schande wijs ma
ken.
Wie zich het huwelijk anders
voorstelt, staat buiten de wer
kelijkheid.
De dagelijksche samenleving
van twee menschen, die zich
tot nu toe slechts oppervlakkig
gekend hebben, is slechts dan
mogelijk, als beide partijen
beseffen, dat ze elkaar in vele
dingen iets moeten toegeven,
iets door de vingers moeten
zien.
De ware liefde in het huwe
lijksleven is de offerliefde. Het
is een groot woord dat we
hier neerschrijven, maar het is
niet ondoordacht gekozen.
Alleen wanneer de liefde
tusschen man en vrouw zoo
sterk en edel is, dat ze in staat
is en blijft om voortdurend te
offeren en te geven, zal ze
rijpen tot iets zeldzaams moois
en teers: de volkomen harmo
nie van lichaam, geest en hart.
Is concurrentie schadelijk
In de Rotterdamsche bladen volgt
het publiek thans met groote belang
stelling den concurrentiestrijd tus
schen het Gemeentelijk Electrlciteits-
en het Gemeentelijk Gasbedrijf. De
respectievelijke directies en haar pro-
pagandastaven verzekeren den Rot«
terdammers stelselmatig, dat elec-
trisch koken zoo zuinig en zoo
zindelijk is en gas het goedkoopst is
voor de keuken en voor de verwar
ming. Daarbij laten ze het niet; ze
noemen voorbeelden, scheppen bui
tengewone tarieven, het G.E.B. ont
wierp zelfs een „wondertarief" en
vestigende aandacht op apparaten,
welker gebruik het voordeel nóg weer
kan verhoogen.
Zeker, ze probeeren elkaar zelfs
vliegen of liever; gebruikers, af te
vangen.
En B. en W. zijn daarover veront
rust.
een wil in hem gekomen. Hij zou geen
naam noemen, niets. Hij wentelde zich
al, om zich beter en vlugger te kunnen
oprichten.
De ander had het in de gaten. - Wat
meent ge nou? Wat doet ge nou?
Wilt ge dan absoluut, dat ik ow moet
aanpakken
Norbert wilde....
De ander stond klaar...
Allo, Norma, hierHierzeg ik,
klonk daar plots een mannestem in de
nabijheid.
De ander keek wild op. Hij beet, hij
knauwde. Hij keek vlug naar het lijk.
Naar Norbert. En om zich heen. Hij
had geen tijd te verliezen.
Ben ik verraden zeg op. Ow
naam moet ik weten. Allee, en anders
Norbert had zich al wat losgemaakt
uit de bramenstruik.
Ellendeling, krees de ander. En
hij stampte op Norbert toe, dat deze
weer neertuimelde.
Allo, NormaKom hier 1
Daar was een hond, die wat rook.
Ge gaat er aan, als ge me ver
raden zult. Ik ken ow. Ge bent ene
vreemde, dat weet ik. Het werd tijd
voor den ander.
Want Norbert Roberts riep. Allo,
hierheenHierheen 1 Hulp
De ander was zenuwachtig. Gejaagd.
Maar wist nog sekuur wat hij deed.
Als ge me ook wilt verraden, eerst
moeten ze dat lijk hebben gevonden,
aleer ze mij wat kunnen maken. Want
ik zegdie vent liegt. En als het ge
daan is, dan heeft hij het gedaan. Ge
bent er nog maar alleen, die wat zeg
gen kan. En intussen had hij het lijk
weer getild, gezucht, en het over zijn
schouders gesmeten. Nu ging hij niet
meer om door het bos en langs de
bomengroei. Maar rechtoe op de rivier
aan. Hij vluchtte. Hij sjokte, maar het
waren vele en vlugge passen die hij
deed.
Waar bleef nu de man met de hond
AlloMoord Houd hem Het
schalde door het bos.
Een hond sprong toe. En blafte tegen
hem op.
Normal achter me! beval een
zware stem. Een fors gebouwde man,
een jager naar het uiterlijk, kwam uit
het bos vandaan.
Wie heeft er geroepen U vroeg
hij.
Ja. En Norbert wees daar! daar]!
De man keek naar de rivierkant.
- Ik zie niks, zei hij.
Daar ginds, daar was de ander de
Maashelling afgestormd, en een eindje
verder gelopen. Hij gooide het lijk neer,
Hij verdween zelf ook even. En dan
wiegewaagde een boot aan de water
kant, en ging het water op.
De man met het geweer zag het
Schiet toch. Of hij ontkomt.
De man riep zo hard hij kon: Halt
of ik schiet.
En een schot knalde.
Een gil ginds.
En als de kruitdamp weg was, zagen
ze den roeier zijn hand betasten.
De man liep een stuk naar de Maas
toe. Hij bracht de kolf naar zijn rech
terschouder en mompelde maar
nou zal ik proberen om het gedaan
te maken
Maar ginds plonste de vluchteling
het water in, het bootje kantelde meteen.
Met het lijk verdween hij in de diepte.
Het gemikt dubbel schot ontbrandde...
de kogels sisten in het water, zonder
raak. Het bootje dreef verder.
Als hij niet kan zwemmen, is
met hem gedaan, zei de man met het
geweer. Maar vertel me eens, wat
hier nou zo al precies gebeurd is.
Norbert, die altijd maar naar het
water was blijven kijken, zag daar plots
een hoofd. Het steken in het gesprek,
en het staren van Norbert naar de Maas,
dat deed de man met het geweer ook
naar de rivier kijken. Daar kwam
iemand geheel uit het water, en klau
terde met alle rapheid tegen de Maas
kant op.
De man schoot opnieuw.
Er kwam een kogel tegen de keien
van de glooi. De man ginds keek niet
op, maar werd nog vlugger in zijn
doen.
En voordat de man met het geweer
opnieuw had kunnen schieten, was hij
verdwenen.
De man aaide de hond, die maar
spits gekeken had en startklaar stond.
- Verdraaid, laten we ons elkaar eens
voorstellenEbbekink, Hendrik rijks
ambtenaar. Aangenaam, zo vroeg in de
morgenEn in zulke omstandigheden
Norbert Robertsarchitekt Ja,
en nu zal ik het mijne maar eens ver
tellen. Wat ik zo weet en zo zag. En
als Norbert dat had gedaan, vroeg
Ebbekink of hij geen van beiden kende.
Nee, ik ben zelf niet van deze
streek.
- Jammer, afijn. Doch we weten al
heel wat, dat het verdere onderzoek
zal vergemakkelijken. We zullen er
direkt werk van maken, de politie te
verwittigen. We zullen ieder een kant
pakken, ik aan deze zij het naaste dorp,
en u pakt dat dorp daar. Waar moet
u naar toe
Naar Venray.
Nou, die kant uit is ie 't 'ra ge
smeerd. Weet u wat, ik ga m'n motor
fiets opduiken. En we doen alles even
samen.
Opgewonden ging Norbert met
Ebbekink mee. Hier was een misdaad
geschied. Ze keken nog eens de rich
ting uit, waar de moordenaar verdwe
nen was. En naar het bootje, dat
verderop tegen een stroombreker ge
dreven lag. En naar het Maaswater,
dat in zich het lijk van den vermoorde
verborg.
- Het is vreselijk, mompelde Nor
bert.
- Ja, antwoordde Ebbekink, en dan
te bedenken, dat er mensen zijn, die
hun medemens zo maar op het beest
achtige kunnen doodmaken. Het is
maar te hopen, dat ze den fielt maar
gauw te pakken krijgen. En dat zal
wel. Het is hier geen streek voor zoo
iets. Dat moet hier uit komen.
Ze zeiden een poosje niets.
Kom maar mee. We moeten deze
weg naar het veer niet hebben, we
moeten de grote weg van Nijmegen
naar Venlo hebben.
En daar vonden ze een ineenge-
jagen auto liggen, in de berm van de
Ze stelden een commissie in, welke
een onderzoek heeft te doen naar
de commercieele gestes van de Ge
meentelijke Gas- en Electriclteits-
bedrjjven in verband met den afzet
hunner producten en de aanprijzing
daarvan aan het publiek.
B. en W. vinden het n.l. zonde, dat
zooveel reclame-geld wordt vermorst
aan onderlinge concurrentie, welke
bovendien een verlagingstendenz legt
in de prijzenpolitiek.
Dat lijkt ons toch kortzichtig. Con
currentie heeft altijd een gezonde
uitwerking gehad en het prijspeil op
natuurlijke wijze geregeld, ten'voor-
deele van bedrijf en afnemers. De
monopolistische positie van het over
heidsbedrijf heeft gezonde concur
rentie juist al te zeer ingetoomd.
Nu zal er straks wellicht één lijn
worden getrokken tusschen G.E.B.
en gemeentelijk Gasbedrijf. Ze kun
nen mekaar dan niets meer doen en
de bedrijfsleiding kan gaan dutten.
De advertenties van beide bedrijven
den laatsten'tijd herhaaldelijk gelezen
hebbende, betreurde ik het zeer, geen
Rotterdammeling te zijn, want graag
zou ik van de voordeelige voorwaar
den van het Gasbedrijf en van de
wondertarieven van het G.E.B. heb
ben geprofiteerd om me gemakken
en hygiënische voordeelen te ver
schaffen, over welker mogelijkheid ik
naar den inhoud van mijn porte-
monnaie gemeten nooit had dur
ven denken.
Een gezonde concurrentie kan twee
bedrijven bloeiend maken en voordeel
bezorgen aan de gebruikers. Legt
men de activiteit aan strakke ban
den, dan krijgt de bedrijfsdirectie
slaap en de klant een hooge rekening.
Ingekomen en vertrokken
personen*
Van 19 tot 26 April
INGEKOMEN
H. Jenneskens, zonder beroep,
Brukske C. 73 van Maeseijck
M. van Heek, verpleegster, St Anna-
laan 5 van Echt
G. Vullings, dienstbode, Oirlo E 39c
van Horst
C. Janssen, dienstbode, Merselo
M 110 van Horst
H. Janssen, landbouwer, Leunen
K 41 van Maasbree
M. Reijntjes, zonder beroep, Leunen
K 22 van Meerlo
L Ghielen, dienstbode, Jan Hensen-
6a van Roermond
VERTROKKEN
H. Volleberg, dienstbode, naar
Naarden Amersfoortschestraatwegll
J. Wlllems, kapper, naar Maas
tricht Herbenusstraat 108
Ch„ Faessen, landbouwer, naar
Horst B 279
A. Lit jens Wed. Poels, zonder ber.,
naar Vierlingsbeek
Th. Hendriks, zonder*beroep, naar
Reusel
H. van Well, dienstbode, naar
Oploo St. Anthonis A 110
W. Folbers, zonder beroep, naar
Amsterdam Scheldestraat 35n
B. Strijbosch, dienstbode, naar
Helmond Laagveld 7
G. Aarts, dienstbode, naar Meerlo
K. Slot, timmerman, naarWester-
bork Witteveen N 23
Th. Thiessen, landbouwer, naar
Meerlo A 100
P. Litjens, bakker, naar Kessel
H. Ubbink, Opzichter Grontmjj naar
Wieringermeer Slootdorp G 23
A. Meesters, verpleegster, naar
Maastricht St. Servaaskl. 14
M. Walters, verpleegster, naar Slt-
tard R.K. Ziekenhuis
J. Janssen, koopman, naar Venlo
Kaldenkerkerweg 154
J. Blaauwgeers, verpleger, naar
Ambt Hardenberg R 174
B. Broeren, landbouwer naar Meerlo
B 23
Kuikenziekten. Pullorum.
Voorkomen ls beter dan genezen,
ook voor de ziekten, die onder de
kuikens dikwijls groote schade aan-
weg.
Mei bloedsporen.
XXIX.
„„H0bt.s hfd "er£ens anders meer aan
gedacht dan dat ie me daar wat uit
gehaald had, en dat ie nou maar gauw
huis moest zij„ Hij had er blkant
twee uur voor nodig gehad om door
Esgw,m J g aan z'n hu' 16 konten
hij wilde de grote wegen, de gehuchten
geen voHc'zien'.6* rake"- WiMe °°k
tmeh?rai;d' ge zi'n huisis' Waarin zijn
goeie An was gestorven. Een heel
h^HShb tff' hel doeninkje wat ie eerst
dhfn van^fó E" dat '10u h00rde aan
d'aa *an Douwenaarwat?... Het hootde
"?a ""gans meer aan. Ook zijn hut
notaris'6 h'-^h a1Is SePasse8rd b'i den
dooie van n et Behoord- En die
imlge P'^^ka^3®01: ^t^el^ge:
1>.V!ÏÏ Ronwenaar, aan wien u uw
Wii"verzoek alliiH niel vereff°nd hebt.
daU™" u, dr,n?end dit binnen 8
u ons Z. i ,e voldoen- Anders zult
terhml™SI ^andere maatregelen
terjnning het bediag te nemen."
schuMh.J/1' rs~ Maar nou "ad hij de
had hem S®* was al. Die schoft
u?t wraak ,U''hgekleed. 611 alleen maar
de hieïnn a1 za' hem altijd achter
En ni h.a SCh°" had hom ^stolen,
nu had ie terug, waarover de