Aut Sten i] Het einde van deze wereld. Buitenland. Provinciaal Nieuws AD VEI *1 M. Degenen, die nog in hen gelooven, zullen eens zien welke verwoestingen de aanvallers hebben aangericht. Niet enkel verwoestingen van materieelen aard, nu het karakter van een oor- log nog wreeder is geworden dan in de tjjden der echte barbaren. Neen, ook in geestelijk opzicht wordt zoo onnoemelijk veel verwoest. De verworvenheden van de christe lijke cultuur worden geleidelijk ge torpedeerd. De idealisten van de nieuwe maat- schapppijleer waren er geleidelijk In geslaagd, van den Staat een wel doener te maken. De Staat verbastering van het vaderland kreeg de trekken van zijn stamvader terug. Evenals het vaderland werd de Staat helper en beschermer voor zijn bedreigde en verarmde kinderen. De Staat hielp de ongelukklgen. Hij be schermde zieken, weduwen en weezen. Hij bouwde woningen voor de armen en misdeelden. Hij steunde kunsten en wetenschappen. Hjj werd een element van troost en vreugde in 't leven der hulpbehoevenden. De oorlogsontketenaars hebben den Staat wederom gemaakt tot het beest dat zijn eigen jongen verslindt. De Staat als menscheneter, de schepping ervan is niet nieuw. In alle vervaltijdperken heeft men hem zoo gekend. Ook zijn figuur als ver nieler is niet nieuw. Hij is enkel, ondanks reglementeering, nog ge- meener geworden. En wat de Staat als leugenaar presteert in dezen tijd is meer dan monsterachtig. Sommige staten hebben zich verzekerd van een soort leugenmonopolle, dat wordt geëxploiteerd met behulp van de pers en de microfoon. Maar al is de leugen nog zoo snel de waarheid achterhaalt die wel. De eindelooze minachting der volkeren voor den Staat als leuge naar is een van de triomfen der beschaving. In zijn antwoord aan president Roosevelt verklaart Paus Pius XH uit persoonlijke ondervinding te ken- nen „het diepe verlangen naar vrede, dat alle volkeren bezielt. Dit is de taal van de Christelijke beschaving. De menigte wil geen oorlog. Wie die menigte zijn De Paus geeft het juiste antwoord: ,;Die volksklassen, op wie meer dan ooit de lasten drukken der smarten en offers van dezen onrustbarenden een stormachtigen tijd". De millioenen armen. De volkomen-bezi' loozen. De boeren, die hun velden verwoest en hun woningen en stallen ontruimd zien. De schepelingen, die varen tusschen de geheime kraters van moorddadige mijnenvelden. Alle jonge mannen, die uit hun gezinnen gerukt zijn. Alle bannelingen en verjaagden, die den Staat enkel kennen als beul, die hen ranselt en wegschopt. Alle vrouwen, wier leven ver scheurd en verwoest wordt, omdat er Staten zijn, die hun kracht zoe ken in leugen en bedrog en vernie ling. Die menigte wil geen oorlog, maar vrede. Hoe zal die menigte haar stem doen hooren Er zjjn Staten, waar de menigte haar stem verloren heeft, waar zij enkel kreunt en snikt, en waar haar woordvoerders zonder kans op recht of genade worden doodgesla gen. In den wereldoorlog van 1914—1918 is het de menigte geweest, die een eind maakte aan het wapengeweld. Tot een waren vrede is men toen niet gekomen. Thans zal iets anders moeten ge beuren. Thans zal iets anders moeten ge beuren. De Paus verwacht ditmaal slechts heil van de politieke machthebbers, die een klaar begrip hebbeD van de nooden der menschheid en een die pen eerbied voor de lessen van het Evangelie." Is het geen zonderlinge wereld, waar de volkeren geen oorlog wil len doch vrede, en waar klaar blijkelijk de tientallen millioenen menschen, wier noóden ten hemel schreien, geen tien bekwame be grijpende, betrouwbare, geloovlge vredestichters weten voort te bren gen? door L. J. C. Mijnheere, Mijnheere, riep mijn kamerknecht, al bevend, terwijl ik nog In te dommelen lag op mijn pluimenbed, weet gij wat er gebeurt Wel, wat De zon staat niet op vandaag. Ochzwijg, sukkelaar, 't is zeker smoorig weder, laat me slapen. Sla pen is mijn beste werk en pijpen rooken. Mijnheere, 't is dat niet hoor! 't Is reeds negen uur en 't is nog helle donker. Ik spring uit mijn bed, naar het venster. 't Was wreed. Ja. helledonker, nog een paar sterren die aan 't uitbran den waren, en waar 't oosten moest zijn, daar was het zwart lijk blauwe inkt. Wat mag dat nu zijn hemellief! Wat mag dat nu zijn Hoorde ik roepen langs alle kanten, door men schen die weg en weêr liepen, al zuchten, klagend, kriepend, kermend, razend, hun kop kwijt en met den daveraar In hun knieschijven, 't Was erger dan in de loopgraven, op dagen van groote beschieting 't Is 't einde van de wereld, ratel de een doffe stem, en gehuil en weeklachten stegen oorverdoovend op, ,,'t is het einde van de wereld t Wierd akeliger nog. De laatste sterren gingen uit, uitgedoofd als 't ware door een reuzengrootec kaars domper. En dan plots van het Oosten tot het Westen, lijk een regenboog,Jschoot er een akelig-roode boog op, door het zwart der hemelen, en een witte vinger schreef in zwarte letters in 't roode van dien boog: Het einde van de wereld komt. Ik liep naar de kerk, maar ik kon niet meer binnen. Heel de stad schoof aan de biechtstoelen. De markt stond vol biechtelingen. Ik ijlde terugvaar huls: ik was nog in mijn nachttab baard, en met mijn bloote voeten in mijn sloffen. Ik liet me vallen in mijn zetel en 'k wachtte, radeloos. Een bons op de deur. Wie was 't Een mijner ergste vrjandeD. M. Gloeihaan. „Ik kom u vergiffenis vragen, snikte hij. voor al mijn hoon en smaad tegenover u." Ik weende. O dood, hoe groot is uwe macht Een nieuwe bons op de deur. 't Was M. Nicodemus Langevin- gers. Hij bracht mij het gestolen goed weêr en zei: „Mijnheer, er is mis schien wel meer dan ik werkelijk van u gestolen heb, maar 't doet er niets aan toe". O dood! wat is uw macht groot! Een bons op de deur. Het was mijn gebuur, M. Groot- lawjjd, een koppige vent die me on langs nog een proces aangedaan had, omdat mijn meid een tapijt uitge klopt had op zijn hofmuur. ,Ik kom u zeggen, dat u meid een zooveel tapijten als zij maar wil, mag uitkloppen op mijn muur." Ik ging dien kerel buitenjagen, maar 'k peisde op dien rooden hemel boog, en op 't wereldeinde, de beste vredemaker van het menschdom. Dan kwam de molenaar mijnheer Grijphand. Hij was met bloem be stoven en hij kraamde al stotterend uit „dat de bloem die hij voor mij gemalen had en te huis afgeleverd, nog ongemalen stond op mijn zolder." O doodwat zijt gij machtig Daar was nu de kleermaker, M. Bruxellois. Hij had maar een man- chette, hij was de andere vergeten en hij zeide: „dat hij zich misgrepen had op 't kleêrgoed." O dood! En danM.Pileman Pilleken sdraaler. ,,'k Ben gemist van pillen, mijnheer, 'k gaf u een verkeerd doosje." „Duivel, ge hebt me toch geen ver gift gegeven?" ,Neen de vergiften kosten te veel. Ik mis nooit, als 't veel kost". Ik dacht eindelijk verlost te zijn van al die bezoekers, en ziet daar komt mijc meid aangevlogen; ze had haar pruik vergeten: „Mijnheer, ik zou willen onze rekening effen ma ken." „Maar wat beteekent dat „Mijnheer vervloek me al wat gij wilt, maar 'k had een slecht gedacht, eiken morgen als ik naar de markt ging, en 'k hield geld achter. Maar 'k zal 't u weèrgeven." „Wat die slechte gedachten „Neen, de kluiten, Mijnheer." Och! 't is jammer dat het niet van tijd tot tijd het einde der wereld is. Maar, komt ons einde niet een zekeren dag? Vandaag voor den eene, morgen voor den andere. Maar 'k loop zelf weer naar den biechtstoel. Ik geraakte er niet bij. 't Was lijk een zee van menschen. 't Was hart brekend om te zien. De menschen waren niet meer beschaamd. Zij biechtten luid op, zjj biechtten aan mekaar, zij waren gedwongen om te biechten. Hun zondelast woog lijk arduin. Ik zag daar M. Kapitaal, den dik- buikigen patroon van 't fabriek die zijn werkvolk had uitgebaat, met zijn geldbeurs rond klotsen over de stoelen „Hier werkmenschen, neemt dat geld't is uwe." Maar de vloeren broeken wilden t niet. Zij zaten te scharten in hun haar, om hun zondeluizen te knip pen. Ik zag verder, M. Nanten, den gazetschrijver met zijn monocle. „De drie vierden van mijn gazetschrijfsel was valsch, en 't was om geld te slaan," maar de menschen lieten hem praten. Een zegde,,'t Is de Soir pour demaln." En een andere, een sportflandriën, zegde aan zijn maat „Jongen, 't is gedaan met de zes- dagenkoers van Antwerpen. Dat is hier een andere sport, hoor En M. Democraat die altijd voor 't welzijn van 't volk in automobiel had gereden en uit democratie inde Kamers was geraakt, die liep al zanikken „IJdelheid der IJdelheden," al zijn armen zwaaien lijk een pompe- haak langs den openbaren weg. En honderden raasden en huilden, al borstkloppend„Och! wie ontlast mij van mijn zonden God door Zijn Zoon die voor ons geboet heeft! klonk een stem tus schen 't biechtelingengekreun. 't Was een Capucienepater die den pastoor was komen helpen voor de Paaschblechien. En hij sprak voort, en z'n baard beefde op en neer: „Onnoozele menschen, nu loopt gij uw beenen kapot omdat gij 't einde der wereld ziet. Maar hebt gij daar ooit over getwijfeld Wist gij niet dat elke dag kon het einde van de wereld zijn voor elk van ons O dom menschendomZiet hoe de oude wereld kraakt." Wij keken om en stonden verlamd, versteend. Een helsch bliksemlicht flitste. De donder rammelde. Nog een bliksem slag en heel het wereldkraam viel in duigen. „Mijn God, mijn God," riep ik. Ik was neergeploft. Ik weet niet waar „Maar, Mijnheer toch, wat hebt gij gedaan om al zoo uit uw bed ge vallen te zijn Ik had gedroomd.... Maar niet alle droomen zijn bedrog. DE STER. DE ALGEMEENE TOESTAND. OOK OORLOG IN HET ZUIDEN? Sedert het Duitsche avontuur in Noorwegen werd ingezet, is de span ning in het Zuiden (Italië) en Zuid oosten (Balkan) van Europa weer ten top gestegen en zeer velen vroe gen zich af, of Mussolini en zijn adviseurs nu het oogenblik gekomen hebben geacht om Italië aan den oorlog te doen deelnemen. Aan Duit sche zijde. Lette men op de uitingen van de Italiaansche pers, dan leek het zeker, dat het fascistisch Italië het zwaard zou trekken. Mussolini zag onlangs ineens af van een aan gekondigde spreekbeurt voor de com missie der wereldtentoonstelling- Rome 1942. En meegedeeld werd, dat hij op 30 "April een zeer belangrijke rede zou houden. Een oorlogsverkla ring Er is sedert verscheidene dagen echter weer aarzeling waar te nemen in Rome... Laten we dit als vast staand aannemen: de Italiaansche fascistische leiders verlangen niets zóózeer dan aan den kant van Duitschland te vechten, met de Duit sche nationaal socialisten de over. winniDg te behalen en dan ten koste van Frankrijk (Nice, Corsica, Tunis, Dzjiboeti) en Engeland (Suez-kanaal) voorts van Turkjjë (KI. Aziatische kust) en van de Donau- enBalxan- landen, het groot-italiaansch imperium te stichten. Maar Mussolini wilgeen risico nemen; hij heeft in de laatste jaren enkele veroveringen tot stand gebracht en wil deze niet in de waagschaal stellen. In Rome volgt men de oorlogsgeschiedenis van heden met groote aandacht en men zal er over oorlog of vrede beslissen, zoo gauw de feiten het hebben uitgewe zen, welk wapen in onzen tijd de hoogste krirjgswaarde: de vloot of de luchtmacht. Italië weet zjjn overigens respec tabele vlootsterkte beneden de waarde van die van Frankrijk, althans van de gezamenlijk Fransch-Britsche vloot in de Mlddellandsch9 Zee. Maar Italië bouwde zich een luchtvloot, welke het tegen die van elk ander land kan opnemen. De Duitsche militaire deskundigen hebben zich zelf en hun Italiaan- schen vrienden geleeraard, dat een vloot in den modernen oorlog geen beslissende rol meer kan vervullen, omdat deze zich in het defensief moet plaatsen tegenover een aan vallende luchtmacht. Duitschland heeft gemeend met zjjn luchtmacht de Britsche vloot zoo danig te kunnen bedreigen en aan vallen, dat Engeland zijn suprematie ter zee onmogelijk tot uitdrukking zou kunnen brengen. In dat opzicht echter hebben de feiten zoowel Ber ljjn als Rome teleurgesteld. Maar nu onlangs ontketende Duitschland het Noorsche avontuur. Duitsche troepen bezetten bij ver rassing een aantal Noorsche havens; snel werden de verworven posities geconsolideerd. Wat zou er nu ge beuren Zouden de Engelschen in staat bljjken om, steunende op hun vlootoverwicht, een tegenactie te ondernemen Er verliepen eenige dagen na de Duitsche verrassing, zonder dat de Britten, anders dan met woorden en beloften reageerden. In Berlijn juichte men reeds, ondanks de catestrophale verliezen, welke de prjjs van het avontuur zijn. En Rome hield den adem in van spanning. Als de Britsche vloot onmachtig bleek om de zwakke Duit sche posities in Noorwegen aan te tasten, wat zouden de Franschen dan in de Middellandsche Zee kunnen uitrichten tegen de zoo hechte sterk ten aan de Italiaansche kust Elk risico voor een Italiaansche deelname aan den oorlog leek uitgeschakeld. Mèè,r de stand van zaken aan het Noorsche front veranderde. Heel wat Duitsche oorlogsbodems in Noorsche havens, werden vernietigd en de Britten slaagden er in, om een groote troepenmacht in Noorwegen te doen landen. De Duitschers deden hun best om Rome's aarzeling te verdrijven. Nóg bevatten de Duitsche legercommuni qué^ dagelijks berichten over Brit sche slagschepen, kruisers en torpedo- booten, welke door bommen van het zwaarste kaliber vanuit vliegtuigen zouden zjjn getroffen en tot zinken gebracht. Berljjn blijft de suprematie van de luchtmacht suggereeren, omdat de klaarblijkelijk heid van deze suprematie voor Italië voorwaarde is voor zjjn deelname aan den oorlog. Maar de Duitsche bedoelingen zijn al te doorzichtig. Het zjjn steeds naamlooze slagschepen, kruisers enz., welke de Duitsche luchtmacht op niet of vaag aangeduide plaatsen tot zin ken brengt... Deze „feiten" worden van geen enkelen kant bevestigd en men kan veilig aannemen, dat de herhaalde tegenspraak der Britsche admiraliteit en dezer opgave van geleden verliezen, niet met de waar heid in strjjd zjjn. De Duitsche op gave der Britsche verliezen sedert 16 Maart luidt: 9 slagschepen, 3 slag kruisers, 2 vliegtulgmoederschepen, 10 zware, en 6 lichte kruisers, 13 torpedojagers, 8 duikbooten en 1 transportschip. We mogen volgens Berljjn derhalve verwachten, dat de Britten spoedig geen schip meer over zullen hebben! De waarheid is aldus Londen dat Engeland sedert het uitbreken der vjjandeljjk- heden in Scandinavië slechts 4 tor- pedobootjagers en 1 duikboot heeft verloren. In Rome heeft men natuurljjk in middels ook wel Ingezien, dat de waarheid inzake de situatie aan de Noorsche kust een beetje anders ls dan de door Berljjn gewekte schjjn. Het staat thans vast, dat naar Noor wegen thans reeds minstens 5000 man overgebracht zijn vanuit Britsche en Fransche havens. De landingstroepen der ge allieerden bestaan uit twee divisies Britten en één divisie Franschen. Deze troepen zjjn voorzien van al het materiaal, dat een moderne oor logvoering vereischt, vooral tanks en alles, wat tot de uitrusting van ge mechaniseerde af deelingen behoort. Een deel dezer troepen is in de buurt van Narvik ontscheept, maar sterke af deelingen zijn ook geland in de haven van Namsos en te Roms- dalstjord, d.i. ten Noorden en ten Zuiden van de door de Duitschers bezette stad Drontheim in het Zui- deljjke deel van Noorwegen. Er is reeds gevechtscontact en vooral in de streek van Drontheim is de positie der Duitschers moeilijk; deze laatsten zjjn er In het defensief en ze ont vangen met vliegtuigen de hoogst noodige versterkingen, De Britten en Franschen, die zich met Noorsche afdeelingen vereenig- den, rukken ook op in de richting van Hamar, dat op 100 K.M. ten Noorden van Oslo is gelegen en vol gens, echter nog niet bevestigde, be richten uit Stockholm, reeds door de geallieerden heroverd zou zjjn. Ook in Molde, Laerdal en Orkdal zjjn geallieerde troepen aan land ge gaan. Aangenomen mag worden, dat de geallieerden weldra een beslissende overmacht in Noorwegen zullen hebben, omdat zjj nieuwe transporten met bjjna vol komen zekerheid, manschappen en materiaal, kunnen overbrengen, ter- wjjl de verbindingen der Duitschers zeer ongewis zijn en zjj in hoofdzaak op het vliegtuig als transportmiddel zijn aangewezen. De Duitschers zijn tot heden dan ook niet in staat ge bleken tot uitgebreider acties dan de consolideering van hun posities in de bezette havensteden en de zui vering van den naasten omtrek van deze van Noorsche legerafdeelingen. Het is niet aan te nemen, dat zeer binnenkort de strjjd in Noorwegen in een beslissend stadium zal komen, al kunnen er thans reeds ernstige gevechten worden verwacht om el kaar goede strategische posities te betwisten. In Noorwegen begint n.l. over enkele weken de dooi pas fllink door te werken en eerst daarna zullen Duitschers en geallieer den het met elkaar kunnen uitvech ten, wie er gedurende den oorlog baas zal zijn in Noorwegen. Onge- twjjfeld staan om eerder genoemde redenen de kansen (door hun aan- voersmogelijkheden) der geallieerden het gunstigst. Maar om nu op de houding van Italië terug te komen: het verloop van zaken in Noorwegen heeft den oorlogsmoed der fascistische leiders weer danig bekoeld en in de laatste dagen zingt de fascistische pers een toontje lager. Mussolini legde In een vanaf het balcon van het Palazzo de Venezia gehouden rede den nadruk op den plicht van alle Italianen om- te blijven wachten en inmiddels te wapenen. In Parjjs en Londen echter krjjgt men zoetjes aan schoon genoeg van de herhaalde Italiaansche dreigemen ten, het heulen met Duitschland, de beschimpingen van de „Britsche en Fransche plutocratiën" en het klaar- bljjkeljjke wachten van Rome op het goede moment om de geallieerden op een voor hen moeiljjk moment van achteren te bespringen. Men wenscht, dat Rome den moed zal vinden om zich in het Europeesche conflict te bekennen. Paul Reynaud, de Fransche min. president, heeft tot uitdrukking ge bracht, dat de geallieerden bereid zjjn om Italië als neutraal land te behandelen, maar dat zjj daar tegenover niet kunnen dulden, dat Italië de geallieerden als vjjanden veracht. Indien dat zoo blijft, zullen de geallieerden hun eigen houding er mee in overeenstemming moeten brengen. In Rome weet men op het oogen blik blijkbaar niet goed, wat men met het geval aan moet. De Italiaan sche leeuw heeft nu te vroeg ge bruld Dit gebrul heeft in de Donau- en Balkanstaten als een waarschuwings signaal gewerkt; men vreest daarin den oorlog te worden betrokken, als Italië zich aan de zijde van Duitsch land zou scharen. Deze vrees had tot gevolg, dat men zich in het Zuid- Oosten met terzjjdestelling van de onderlinge geschillen, nauwer samen voegde. Dat kwam o.m. tot uiting in onmiddelljjk officieus contact tus schen Joegoslavië, Hongarjjë en Roe menië. In deze landen (eveneens in Turkjjë) stak een anti~Duitsche actie op, zich o.a. uitende in scherpe maat regelen tegen de vele Duitsche vreemdelingen, welke zich in die landen bevinden. In Joegoslavië ging de regeering ook over tot de op zienbarende arrestatie van den ex- min.-president Stoyadinowitzj. die als Duitsch-gezind bekend staat. Zjjn huis werd door de politie onder zocht en talr jjke documenten werden in beslag genomen. De heer Stoya- dinowitsj wordt geïnterneerd in een klein plaatsje, ergens in het binnen land in de bergen gelegen. Maar de mogelijkheid van een Italiaansche deelname van Italië aan de zjjde van Duitschland heeft niet enkel in de Donau- en Balkanstaten onrust gewekt, wantrouwen en afweer, maar ook in Rusland, dat groote belangen heeft in het Zuid oosten van Europa en dit gebied zeker niet onder Duitsch-Italiaan- schen invloed wil laten komen. De Russische activiteit op diplomatiek terrein is daaróm plots sterk verhoogd en het merk waardige is dat het de geallieerden zijn, die op het oogenblik een betere verhouding tusschen Rusland en de Donau- en Balkanvolkeren bevorde ren. Zoo is het aan de bemiddeling van Turkjje (verbonden met de ge allieerden) te danken, dat er op het oogenblik besprekingen zjjn begon nen tusschen Rusland en Joegoslavië. Over handelsaangelegenheden naar het officieel heet. Merkwaardig is evenzeer, dat van Russische zijde eveneens het initia tief is genomen tot een overleg Londen--Moskou natuurljjk ook, zoo heet het al weer officieel, over de handelsbe trekkingen. De Engelsche regeering heeft zulk overleg niet afgewezen, maar er de aandacht op gevestigd, dat de Russen bij de besprekingen begrip zullen moeten betoonen, voor het feit, dat Engeland in oorlog is. Dat kan slechts beteekenende Britsche handelsbetrekkingen zjjn onafscheideljjk verbonden aan de oorlogspolitiek van het land. Enge land heeft geen voordeelen te bieden aan wie de vjjanden van het Britsche r jjk steunen. Handel Accoord, maar dan een handel, welke past in het kader der Britsche blokkademaat regelen. o Resumeerende valt vast testellen: Italië heeft gedreigd partjj te zullen kiezen in den oorlog door aan Duit sche zjjde te gaan strijden. Het ver loop van den strijd in Noorwegen heeft den moed der Italianen echter doen slinken. Het is echter nog mogeljjk, dat in Rome het aanvals- signaal zal worden gegeven. Maar als de oorlog zich op deze wjjze uitbreidt, zjjn tegenacties te verwachten. Turkjje en misschien heel de Balkan zouden zich geroepen achten om eigen bestaan te verde digen en Rusland zich evenmin zon der interesse betoonen. Tegen de Zweedsche nazi's. De politie te Stockholm heeft de hoofdkwartieren der Zweedsche nationaal socialisten doorzocht. Bovendien heeft zij beslag gelegd op de editie van het blad van de Zweedsche nationaal-soclalisteD. De inbeslagname geschiedde op last van den Zweedschen minister van justitie op grond van een artikel onder den kop: „Noorwegens trage die, de fout van de democratie". De positie van IJsland. Het departement van buit. zaken der Ver. Staten deelt de benoeming mede van een Amerikaanschen con- sulairen vertegenwoordiger op IJs land, die zal zetelen te Reykjavik. Vóór den Duitschen inval in Dene marken bestonden er geen recht- streeksche betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en IJsland. Hitler's verjaardag. Zaterdag is in Duitsohland met redevoeringen, o.a. van Goebbels en van Hess, de 51e verjaardag van den Führer gevierd. De jarige ontving hartelijke telegrammen van den Italiaanschen Koning en van Musso lini. VENRAY, 27 April 1940 Benoeming. Onze dorpsgenoot de heer mr. L. Kraykamp werd benoemd bij het Departement van Sociale Zaken. Uitslag aanbesteding. Van de Zaterdag j.l. door den Architect Ben Hendrix te Venlo ge houden aanbesteding tot het bouwen van een landhuis met garage aan den Oostsingel alhier, voor rekening van den Heer L. Sala, was de uit slag als volgt: J. Oudenhoven, Venray f 18" A. Verbeek, f 18425 J. Verhoeven f 17800 Gebr. Spee f 17164 P. Coenen, Holthees f 16950 L. Maassen, Venray f 16400 G. Verstralen f 16349 L. Vollenberg f 16290 Gebr. Oudenhoven f 16200 Fa. Glelen, Arts en Maassen f 16175 Th. Siebers f 16150 C. Rejjnders, Wanssum f 16066 Th. Maassen, Venray f 15875 H. Oudenhoven f 15780 J. Jentjens, Blerick f 15668 G. Baeten, Venlo f 15500 P. Volleberg, Venray f 15497 De aanbesteding was zonder cen trale verwarming, glas- en verfwerk en waterleidings-installatie. Het werk is aan den laagsten In- schrjjver, P. Volleberg, opgedragen. LUXOR THEATER. Deze week biedt Luxor zjjne be zoekers twee waarljjk groote pro gramma's, b.v. Zaterdag en Zondag een bij uitstek mooi en aanbevelend programma met als hoofdfilm „JONGENS MET SMERIGE GE ZICHTEN." Deze film schildert U het leven in de smerige sloppen van een groote stad, het centrum van leed en gevaar, waar de misdadigers worden opgekweekt van klein af. James Cagney, Pat O'Brien en Ann Sheridan geven een creatie te zien die U nog lang bjjbljjft. De inhoud van deze aanbevelenswaardige film ls als volgt Twee jongens uit de achterbuurt, Rocky en Jerry Connolly, breken in een goederen-wagon in. Zjj worden gesnapt en alleen Jerry slaagt erin te ontvluchten; Rocky wordt ge grepen en naar een verbeterings gesticht gezonden. Jaren gaan voorbjj en uit Rocky is een berucht misdadiger gegroeid, Hjj wordt uit de Staats-strafgevan- genis ontslagen, waar hjj een straf heeft uitgezeten voor een schurken streek. Hjj keert naar zjjn oude buurt terug en treft daar Jerry, dieintus- schen geestelijke is geworden en straat-schooiertjes tot behoorljjke menschen tracht op te voeden, aan. Jerry bezorgt Rocky een pension en in dit pension entmoet laatst genoemde een jeugd-vriendinnetje, Laury Ferguson. In zjjn oude buurt wordt Rocky door zes schooiertjes aangevallen, die hem van zjjn oude portefeuille be- rooven en naar een schuilplaats vluchten, welke het oude toevluchts oord van Rocky bljjkt te zjjn. Rocky volgt hen, wint hun vriendschap en als de jongens hooren, wie hij is, verafgoden zjj hem. Rocky weet hen te bewegen met hem naar een gymnastieklokaal te gaan om daar, onder leiding van Vader Jerry een „basket-ball" wed- strjjd te spelen. Jerry besluit een actie tegen de gangsters en de corruptie op touw te zetten en krjjgt hierbjj de hulp van een groot plaatseljjk blad. Aan den vooravond van een groot jury-onderzoek, komt Rocky achter nieuwe plannen van Frazier en Keefer, waarna hjj beide mannen uit den weg ruimt. In een schietpartjj met de politie vlucht Rocky op het dak van een gebouw en weigert er af te komen. Rocky wordt gearresteerd. Als hjj wegens moord terecht staat en men hem tot den Btoel veroordeelt, wordt Rocky de held van de jongens uit zjjn achterbuurt. Wanneer zjj lezen, dat hjj met bravour naar den stoel zal gaan, juichen zjj hem openljjk toe. Jerry ziet hier het verkeerde van in en gaat Rocky, eenige uren voor dat het vonnis voltrokken zal wor den, opzoeken. Hjj vraagt Rocky één goede daad voor zjjn dood ter wille van hem te doen.... en als een lafaard te sterven. Jerry beschrjjft hem, hoe hjj dui zenden jongens kan behoeden den verkeerden weg op te gaan, maar Rocky lacht en weigerthjj wenscht ~s een man te sterven. Als Rocky de doodencel binnen treedt, verricht hjj de grootste daad van zjjn leven en laat zich luid schreeuwend en om genade smeekend naar den stoel sleepen. De jongens zjjn gelukkig tot in keer gebracht door het groote offer van een man, die niet tegen het leven was opgewassen. Slechts Jerry en Laury wisten de waarheid. Als tweede hoofdfilm gaat hierbjj „DE KONING DER ONDER WERELD". Deze film welke second na second meer aan spanning wint door de vele sensationeele gebeurte nissen waardoor een geheimzinnige misdaad wordt opgelost. Deze moord werd niet gepleegd door een wapen of iets dergeljjks, maar, daar waar kogels gefaald hadden daar zou de medlcjjn winnen". Dit programma mag en zal gezien worden, ook door hen, die slechts zelden de Bioscoop bezoeken, daar „Jongens met smerige gezichten" geljjkgesteld wordt met de groote film „Jongensstad". Zoo is ook het programma wat Luxor a.s. Donderdag Hemelvaarts dag om 5 en 8 uur vertoond. Hierin gaat als hoofdfilm de mooiste en beste film van Deanne Durbin. „DE WILDZANG". Een van vrooljjkheid tintelende film. De beschikbare plaatsruimte ge doogt niet het op den voet volgen van dit hoogst amusante verhaal en deszelfs geestige complicaties, zoodat wjj zullen vol3taan met de mededee- ling, dat Gloria en haar moeder, alsmede haar pseudo-papa, uiteinde- ljjk een gelukkig gezin vormen. Deanna Durbin's domineerend per soontje fladdert temidden van een uitgelaten meisjesschare door de film en sleept den toeschouwer ihee in een wervelwind van progressieve belevenissen. Al fietsend (ja, fietsend Hollandsche lezers en lezeressen) door het schoone berglandschap al zingend in een trelncoupé met cadanseerend wielengedreun als ac- compagement al leugetjes vertel lend met gesloten oogen en gekruiste vingers en beenen, maakt zjj „De Wildzang" tot een streeling voor oog en oor. Dan is er de muziek van de bekende songwriters Jimmy Mc Hugh en Harold Adamson, die voor deze film „I love to Whistle". „A serenade to the stars" en „Chapel Bells" componeerden, drie door Deanna Durbin gezongen liederen, waarvan in 't bjjzonde'r „I love to Whistle" zeer spoedig door alle bak- fietsberjjders gefloten zal worden. Daarenboven zingt zij „Ave Maria" van Gounod met begeleiding van de beroemde Wiener Sangerknaben en heeft verder steun van Cappy Barra's harmonikaband. De medewerkenden behooren allen tot het puikje van Hollywood's ster- renarsenaal. Daar ls de gedistingeer de verschijning van Gail Patrick als Deanna's moeder Herbert Mars hall, de knappe acteur die in den wereldoorlog zwaar gewond werden sindsdien met een klein gebrek aan het been te kampen heeft, als pseudo-papa Arthur Treacher, overbekend als butler uit tallooze films, thans als den uitgestreken secretaris Trlpps Jackie Moran als het jongentje dat Deanna alle machtig aardig vindt Marcia Mae Jones, (U weet wel, dat meisje met de pjjpenkrullen) speelt de rol van Deanna's boezemvriendin en Chris tian Rub vertolkt den concierge zoo knap als wjj van hem gewend zjjn. Summa summarum„De Wild zang", Deanna Durbin's derde film, zal zeer zeker de reeds enorme populariteit van dit vitale kind, wier spel voor velen een zonnestraal door het grjjze wolkendek beteeken, met sprongen doen toenemen. Wjj zeggen niet te veel met te beweren dat deze mooie film in alle opzichten „af" ls en door dromme bezoekers zal gezien worden. Als tweede hoofdfilm gaat hierbjj „De Vermiste Gast" met Paul Kelly en Constance Moore. Ingekomen en person Van 12 tot ingekomen* W. van Bracht, Eindstraat 10 v&- J. Vervoort, diens I 90 van Grubbenv M. Lichteveid, co scheweg 4 van Ven A. Janssen, dienst van Horst P. Holtermans, c E 75a van Horst A. Beterams, die K 25 van Meerlo A. cievers, verpl< laan 5 van Grubbe: Ch. Heiligers, la E 8 van Horst P. Cox, landboi G18 van Meerlo G. Kusters, Jand H 33b van Horst L. Robjjns, landbc I 68a van Bergen J- Verstappen, lan 10 van Maasbree H. Thjjssen, zone seloscheweg 26 van J. Michels, zondei M 47 van Tiibj F. Jacobs, W.4.J vatiusweg 6 van O A. Linders, dienst! van Maashees J. Gras, zonder b van Zaandam P. Janssen, diens' van Helmond W. Casnader, Annalaan 5 van At H. Euwens, kloost 10 van Vught Th. Everts, zonde 10 van Raalte 1. Geerets, diens 1 82 van 's Gravenl M. Janssen, diens 2 van Tilburg J. Fleuren, dienst van Maashees A. Peeters, kl.zus 5 van Noordwjjk VERTROKKEN A. J. G. Hujjbers, Vierlingsbeek M. P. Th. Pouwe naar Udenhout H. A. Hermans, Sambeek C 129 A. J. H. Michels, naar St. Oedenrode N. Manders, dien mond Molenstraat G. Rambags, li Helden Eggen hoek C. Barents, diens loon A 162 M. Smits, dienst hees B 84 M. Swinkels, dien! Oude Markt 12 J. Hujjs, landbou M 148 G. Ewals, dienst! Herungerweg 81 W. Bots, zee beek C 14f' J. van Dujjntove naar Utrecht LInn P. Wjjers, dienstl beek A 41 P. Achten, diens hoven Rechtestraa P. Stevens, zon Maashees B 23 M. Janssen diens E 74 A. Willems, karl rlngermeer H 52 H. Wismans, zo Tienray H. Welting, zor Boxmeer Elzenstrs M. Oudenhoven, H. Metselaar, id J. Beterams, Ide C. van Bergen, i M. Hanen, diensi Aerts Hejjml&an 4 H. Rejjnders, Meerlo Tienray P. Arts, landbc D 107 H. Martens, D 107 J. Camps, Grubbenvorst lien one Marl* VENLO. Op d€ eeniging van 1 vlaa voer 3.180.000 Kippeneieren va Kleine eieren va Eendeneieren va ROERMONI vereeniging aanvoer 8.400. Kippeneierti Eendenelerei i van >00 LUXE- in alle raater Zelfde prjjs Firma va a di

Peel en Maas | 1940 | | pagina 6