Aut
Sten i]
Het einde van deze
wereld.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
AD VEI *1
M.
Degenen, die nog in hen gelooven,
zullen eens zien welke verwoestingen
de aanvallers hebben aangericht. Niet
enkel verwoestingen van materieelen
aard, nu het karakter van een oor-
log nog wreeder is geworden dan in
de tjjden der echte barbaren.
Neen, ook in geestelijk opzicht
wordt zoo onnoemelijk veel verwoest.
De verworvenheden van de christe
lijke cultuur worden geleidelijk ge
torpedeerd.
De idealisten van de nieuwe maat-
schapppijleer waren er geleidelijk In
geslaagd, van den Staat een wel
doener te maken.
De Staat verbastering van het
vaderland kreeg de trekken van
zijn stamvader terug.
Evenals het vaderland werd de
Staat helper en beschermer voor zijn
bedreigde en verarmde kinderen. De
Staat hielp de ongelukklgen. Hij be
schermde zieken, weduwen en weezen.
Hij bouwde woningen voor de armen
en misdeelden. Hij steunde kunsten
en wetenschappen. Hjj werd een
element van troost en vreugde in 't
leven der hulpbehoevenden.
De oorlogsontketenaars hebben
den Staat wederom gemaakt tot
het beest dat zijn eigen jongen
verslindt.
De Staat als menscheneter, de
schepping ervan is niet nieuw. In
alle vervaltijdperken heeft men hem
zoo gekend. Ook zijn figuur als ver
nieler is niet nieuw. Hij is enkel,
ondanks reglementeering, nog ge-
meener geworden. En wat de Staat
als leugenaar presteert in dezen tijd
is meer dan monsterachtig. Sommige
staten hebben zich verzekerd van
een soort leugenmonopolle, dat wordt
geëxploiteerd met behulp van de pers
en de microfoon.
Maar al is de leugen nog zoo snel
de waarheid achterhaalt die wel.
De eindelooze minachting der
volkeren voor den Staat als leuge
naar is een van de triomfen der
beschaving.
In zijn antwoord aan president
Roosevelt verklaart Paus Pius XH
uit persoonlijke ondervinding te ken-
nen „het diepe verlangen naar vrede,
dat alle volkeren bezielt.
Dit is de taal van de Christelijke
beschaving.
De menigte wil geen oorlog.
Wie die menigte zijn
De Paus geeft het juiste antwoord:
,;Die volksklassen, op wie meer dan
ooit de lasten drukken der smarten
en offers van dezen onrustbarenden
een stormachtigen tijd".
De millioenen armen.
De volkomen-bezi' loozen.
De boeren, die hun velden verwoest
en hun woningen en stallen ontruimd
zien.
De schepelingen, die varen tusschen
de geheime kraters van moorddadige
mijnenvelden.
Alle jonge mannen, die uit hun
gezinnen gerukt zijn.
Alle bannelingen en verjaagden,
die den Staat enkel kennen als beul,
die hen ranselt en wegschopt.
Alle vrouwen, wier leven ver
scheurd en verwoest wordt, omdat
er Staten zijn, die hun kracht zoe
ken in leugen en bedrog en vernie
ling.
Die menigte wil geen oorlog, maar
vrede.
Hoe zal die menigte haar stem
doen hooren
Er zjjn Staten, waar de menigte
haar stem verloren heeft, waar
zij enkel kreunt en snikt, en waar
haar woordvoerders zonder kans op
recht of genade worden doodgesla
gen.
In den wereldoorlog van 1914—1918
is het de menigte geweest, die een
eind maakte aan het wapengeweld.
Tot een waren vrede is men toen
niet gekomen.
Thans zal iets anders moeten ge
beuren.
Thans zal iets anders moeten ge
beuren.
De Paus verwacht ditmaal slechts
heil van de politieke machthebbers,
die een klaar begrip hebbeD van de
nooden der menschheid en een die
pen eerbied voor de lessen van het
Evangelie."
Is het geen zonderlinge wereld,
waar de volkeren geen oorlog wil
len doch vrede, en waar klaar
blijkelijk de tientallen millioenen
menschen, wier noóden ten hemel
schreien, geen tien bekwame be
grijpende, betrouwbare, geloovlge
vredestichters weten voort te bren
gen?
door L. J. C.
Mijnheere, Mijnheere, riep mijn
kamerknecht, al bevend, terwijl ik
nog In te dommelen lag op mijn
pluimenbed, weet gij wat er gebeurt
Wel, wat
De zon staat niet op vandaag.
Ochzwijg, sukkelaar, 't is zeker
smoorig weder, laat me slapen. Sla
pen is mijn beste werk en pijpen
rooken.
Mijnheere, 't is dat niet hoor! 't
Is reeds negen uur en 't is nog helle
donker.
Ik spring uit mijn bed, naar het
venster.
't Was wreed. Ja. helledonker, nog
een paar sterren die aan 't uitbran
den waren, en waar 't oosten moest
zijn, daar was het zwart lijk blauwe
inkt.
Wat mag dat nu zijn hemellief!
Wat mag dat nu zijn Hoorde ik
roepen langs alle kanten, door men
schen die weg en weêr liepen, al
zuchten, klagend, kriepend, kermend,
razend, hun kop kwijt en met den
daveraar In hun knieschijven, 't Was
erger dan in de loopgraven, op dagen
van groote beschieting
't Is 't einde van de wereld, ratel
de een doffe stem, en gehuil en
weeklachten stegen oorverdoovend
op, ,,'t is het einde van de wereld
t Wierd akeliger nog. De laatste
sterren gingen uit, uitgedoofd als 't
ware door een reuzengrootec kaars
domper.
En dan plots van het Oosten tot
het Westen, lijk een regenboog,Jschoot
er een akelig-roode boog op, door
het zwart der hemelen, en een witte
vinger schreef in zwarte letters in 't
roode van dien boog: Het einde van
de wereld komt.
Ik liep naar de kerk, maar ik kon
niet meer binnen. Heel de stad schoof
aan de biechtstoelen. De markt stond
vol biechtelingen. Ik ijlde terugvaar
huls: ik was nog in mijn nachttab
baard, en met mijn bloote voeten in
mijn sloffen. Ik liet me vallen in mijn
zetel en 'k wachtte, radeloos.
Een bons op de deur.
Wie was 't Een mijner ergste
vrjandeD. M. Gloeihaan.
„Ik kom u vergiffenis vragen, snikte
hij. voor al mijn hoon en smaad
tegenover u."
Ik weende. O dood, hoe groot is
uwe macht
Een nieuwe bons op de deur.
't Was M. Nicodemus Langevin-
gers. Hij bracht mij het gestolen goed
weêr en zei: „Mijnheer, er is mis
schien wel meer dan ik werkelijk van
u gestolen heb, maar 't doet er niets
aan toe".
O dood! wat is uw macht groot!
Een bons op de deur.
Het was mijn gebuur, M. Groot-
lawjjd, een koppige vent die me on
langs nog een proces aangedaan had,
omdat mijn meid een tapijt uitge
klopt had op zijn hofmuur.
,Ik kom u zeggen, dat u meid een
zooveel tapijten als zij maar wil, mag
uitkloppen op mijn muur."
Ik ging dien kerel buitenjagen,
maar 'k peisde op dien rooden hemel
boog, en op 't wereldeinde, de beste
vredemaker van het menschdom.
Dan kwam de molenaar mijnheer
Grijphand. Hij was met bloem be
stoven en hij kraamde al stotterend
uit „dat de bloem die hij voor mij
gemalen had en te huis afgeleverd,
nog ongemalen stond op mijn zolder."
O doodwat zijt gij machtig
Daar was nu de kleermaker, M.
Bruxellois. Hij had maar een man-
chette, hij was de andere vergeten
en hij zeide: „dat hij zich misgrepen
had op 't kleêrgoed."
O dood!
En danM.Pileman Pilleken sdraaler.
,,'k Ben gemist van pillen, mijnheer,
'k gaf u een verkeerd doosje."
„Duivel, ge hebt me toch geen ver
gift gegeven?"
,Neen de vergiften kosten te veel.
Ik mis nooit, als 't veel kost".
Ik dacht eindelijk verlost te zijn
van al die bezoekers, en ziet daar
komt mijc meid aangevlogen; ze had
haar pruik vergeten: „Mijnheer, ik
zou willen onze rekening effen ma
ken."
„Maar wat beteekent dat
„Mijnheer vervloek me al wat gij
wilt, maar 'k had een slecht gedacht,
eiken morgen als ik naar de markt
ging, en 'k hield geld achter. Maar
'k zal 't u weèrgeven."
„Wat die slechte gedachten
„Neen, de kluiten, Mijnheer."
Och! 't is jammer dat het niet
van tijd tot tijd het einde der wereld
is. Maar, komt ons einde niet een
zekeren dag?
Vandaag voor den eene, morgen
voor den andere. Maar 'k loop zelf
weer naar den biechtstoel.
Ik geraakte er niet bij. 't Was lijk
een zee van menschen. 't Was hart
brekend om te zien. De menschen
waren niet meer beschaamd. Zij
biechtten luid op, zjj biechtten aan
mekaar, zij waren gedwongen om te
biechten. Hun zondelast woog lijk
arduin.
Ik zag daar M. Kapitaal, den dik-
buikigen patroon van 't fabriek die
zijn werkvolk had uitgebaat, met
zijn geldbeurs rond klotsen over de
stoelen „Hier werkmenschen, neemt
dat geld't is uwe."
Maar de vloeren broeken wilden
t niet. Zij zaten te scharten in hun
haar, om hun zondeluizen te knip
pen.
Ik zag verder, M. Nanten, den
gazetschrijver met zijn monocle. „De
drie vierden van mijn gazetschrijfsel
was valsch, en 't was om geld te
slaan," maar de menschen lieten hem
praten. Een zegde,,'t Is de Soir
pour demaln." En een andere, een
sportflandriën, zegde aan zijn maat
„Jongen, 't is gedaan met de zes-
dagenkoers van Antwerpen. Dat is
hier een andere sport, hoor
En M. Democraat die altijd voor
't welzijn van 't volk in automobiel
had gereden en uit democratie inde
Kamers was geraakt, die liep al
zanikken „IJdelheid der IJdelheden,"
al zijn armen zwaaien lijk een pompe-
haak langs den openbaren weg.
En honderden raasden en huilden,
al borstkloppend„Och! wie ontlast
mij van mijn zonden
God door Zijn Zoon die voor ons
geboet heeft! klonk een stem tus
schen 't biechtelingengekreun.
't Was een Capucienepater die den
pastoor was komen helpen voor de
Paaschblechien. En hij sprak voort,
en z'n baard beefde op en neer:
„Onnoozele menschen, nu loopt gij
uw beenen kapot omdat gij 't einde
der wereld ziet. Maar hebt gij daar
ooit over getwijfeld Wist gij niet
dat elke dag kon het einde van de
wereld zijn voor elk van ons O dom
menschendomZiet hoe de oude
wereld kraakt."
Wij keken om en stonden verlamd,
versteend.
Een helsch bliksemlicht flitste. De
donder rammelde. Nog een bliksem
slag en heel het wereldkraam viel
in duigen.
„Mijn God, mijn God," riep ik. Ik
was neergeploft. Ik weet niet waar
„Maar, Mijnheer toch, wat hebt gij
gedaan om al zoo uit uw bed ge
vallen te zijn
Ik had gedroomd.... Maar niet alle
droomen zijn bedrog.
DE STER.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
OOK OORLOG IN HET
ZUIDEN?
Sedert het Duitsche avontuur in
Noorwegen werd ingezet, is de span
ning in het Zuiden (Italië) en Zuid
oosten (Balkan) van Europa weer
ten top gestegen en zeer velen vroe
gen zich af, of Mussolini en zijn
adviseurs nu het oogenblik gekomen
hebben geacht om Italië aan den
oorlog te doen deelnemen. Aan Duit
sche zijde. Lette men op de uitingen
van de Italiaansche pers, dan leek
het zeker, dat het fascistisch Italië
het zwaard zou trekken. Mussolini
zag onlangs ineens af van een aan
gekondigde spreekbeurt voor de com
missie der wereldtentoonstelling-
Rome 1942. En meegedeeld werd, dat
hij op 30 "April een zeer belangrijke
rede zou houden. Een oorlogsverkla
ring
Er is sedert verscheidene dagen
echter weer aarzeling waar te nemen
in Rome... Laten we dit als vast
staand aannemen: de Italiaansche
fascistische leiders verlangen niets
zóózeer dan aan den kant van
Duitschland te vechten, met de Duit
sche nationaal socialisten de over.
winniDg te behalen en dan ten koste
van Frankrijk (Nice, Corsica, Tunis,
Dzjiboeti) en Engeland (Suez-kanaal)
voorts van Turkjjë (KI. Aziatische
kust) en van de Donau- enBalxan-
landen, het
groot-italiaansch imperium
te stichten. Maar Mussolini wilgeen
risico nemen; hij heeft in de laatste
jaren enkele veroveringen tot stand
gebracht en wil deze niet in de
waagschaal stellen. In Rome volgt
men de oorlogsgeschiedenis van heden
met groote aandacht en men zal er
over oorlog of vrede beslissen, zoo
gauw de feiten het hebben uitgewe
zen, welk wapen in onzen tijd de
hoogste krirjgswaarde: de vloot of de
luchtmacht.
Italië weet zjjn overigens respec
tabele vlootsterkte beneden de waarde
van die van Frankrijk, althans van
de gezamenlijk Fransch-Britsche
vloot in de Mlddellandsch9 Zee. Maar
Italië bouwde zich een luchtvloot,
welke het tegen die van elk ander
land kan opnemen.
De Duitsche militaire deskundigen
hebben zich zelf en hun Italiaan-
schen vrienden geleeraard, dat een
vloot in den modernen oorlog geen
beslissende rol meer kan vervullen,
omdat deze zich in het defensief
moet plaatsen tegenover een aan
vallende luchtmacht.
Duitschland heeft gemeend met zjjn
luchtmacht de Britsche vloot zoo
danig te kunnen bedreigen en aan
vallen, dat Engeland zijn suprematie
ter zee onmogelijk tot uitdrukking
zou kunnen brengen. In dat opzicht
echter hebben de feiten zoowel Ber
ljjn als Rome teleurgesteld.
Maar nu onlangs ontketende
Duitschland het Noorsche avontuur.
Duitsche troepen bezetten bij ver
rassing een aantal Noorsche havens;
snel werden de verworven posities
geconsolideerd. Wat zou er nu ge
beuren Zouden de Engelschen in
staat bljjken om, steunende op hun
vlootoverwicht, een tegenactie te
ondernemen Er verliepen eenige
dagen na de Duitsche verrassing,
zonder dat de Britten, anders dan
met woorden en beloften reageerden.
In Berlijn juichte men reeds, ondanks
de catestrophale verliezen, welke de
prjjs van het avontuur zijn. En
Rome hield den adem in
van spanning. Als de Britsche vloot
onmachtig bleek om de zwakke Duit
sche posities in Noorwegen aan te
tasten, wat zouden de Franschen
dan in de Middellandsche Zee kunnen
uitrichten tegen de zoo hechte sterk
ten aan de Italiaansche kust Elk
risico voor een Italiaansche deelname
aan den oorlog leek uitgeschakeld.
Mèè,r de stand van zaken aan het
Noorsche front veranderde. Heel wat
Duitsche oorlogsbodems in Noorsche
havens, werden vernietigd en de
Britten slaagden er in, om een groote
troepenmacht in Noorwegen te doen
landen.
De Duitschers deden hun best om
Rome's aarzeling te verdrijven. Nóg
bevatten de Duitsche legercommuni
qué^ dagelijks berichten over Brit
sche slagschepen, kruisers en torpedo-
booten, welke door bommen van het
zwaarste kaliber vanuit vliegtuigen
zouden zjjn getroffen en tot zinken
gebracht. Berljjn blijft de
suprematie van de luchtmacht
suggereeren, omdat de klaarblijkelijk
heid van deze suprematie voor Italië
voorwaarde is voor zjjn deelname aan
den oorlog.
Maar de Duitsche bedoelingen zijn
al te doorzichtig. Het zjjn steeds
naamlooze slagschepen, kruisers enz.,
welke de Duitsche luchtmacht op niet
of vaag aangeduide plaatsen tot zin
ken brengt... Deze „feiten" worden
van geen enkelen kant bevestigd en
men kan veilig aannemen, dat de
herhaalde tegenspraak der Britsche
admiraliteit en dezer opgave van
geleden verliezen, niet met de waar
heid in strjjd zjjn. De Duitsche op
gave der Britsche verliezen sedert 16
Maart luidt: 9 slagschepen, 3 slag
kruisers, 2 vliegtulgmoederschepen,
10 zware, en 6 lichte kruisers, 13
torpedojagers, 8 duikbooten en 1
transportschip. We mogen volgens
Berljjn derhalve verwachten, dat
de Britten spoedig geen schip meer
over zullen hebben! De waarheid is
aldus Londen dat Engeland
sedert het uitbreken der vjjandeljjk-
heden in Scandinavië slechts 4 tor-
pedobootjagers en 1 duikboot heeft
verloren.
In Rome heeft men natuurljjk in
middels ook wel Ingezien, dat de
waarheid inzake de situatie aan de
Noorsche kust een beetje anders ls
dan de door Berljjn gewekte schjjn.
Het staat thans vast, dat naar Noor
wegen thans reeds minstens
5000 man overgebracht
zijn vanuit Britsche en Fransche
havens. De landingstroepen der ge
allieerden bestaan uit twee divisies
Britten en één divisie Franschen.
Deze troepen zjjn voorzien van al
het materiaal, dat een moderne oor
logvoering vereischt, vooral tanks en
alles, wat tot de uitrusting van ge
mechaniseerde af deelingen behoort.
Een deel dezer troepen is in de
buurt van Narvik ontscheept, maar
sterke af deelingen zijn ook geland
in de haven van Namsos en te Roms-
dalstjord, d.i. ten Noorden en ten
Zuiden van de door de Duitschers
bezette stad Drontheim in het Zui-
deljjke deel van Noorwegen. Er is
reeds gevechtscontact en vooral in
de streek van Drontheim is de positie
der Duitschers moeilijk; deze laatsten
zjjn er In het defensief en ze ont
vangen met vliegtuigen de hoogst
noodige versterkingen,
De Britten en Franschen, die zich
met Noorsche afdeelingen vereenig-
den, rukken ook op in de richting
van Hamar, dat op 100 K.M. ten
Noorden van Oslo is gelegen en vol
gens, echter nog niet bevestigde, be
richten uit Stockholm, reeds door de
geallieerden heroverd zou zjjn.
Ook in Molde, Laerdal en Orkdal
zjjn geallieerde troepen aan land ge
gaan.
Aangenomen mag worden, dat de
geallieerden weldra een
beslissende overmacht
in Noorwegen zullen hebben, omdat
zjj nieuwe transporten met bjjna vol
komen zekerheid, manschappen en
materiaal, kunnen overbrengen, ter-
wjjl de verbindingen der Duitschers
zeer ongewis zijn en zjj in hoofdzaak
op het vliegtuig als transportmiddel
zijn aangewezen. De Duitschers zijn
tot heden dan ook niet in staat ge
bleken tot uitgebreider acties dan
de consolideering van hun posities
in de bezette havensteden en de zui
vering van den naasten omtrek van
deze van Noorsche legerafdeelingen.
Het is niet aan te nemen, dat zeer
binnenkort de strjjd in Noorwegen
in een beslissend stadium zal komen,
al kunnen er thans reeds ernstige
gevechten worden verwacht om el
kaar goede strategische posities te
betwisten.
In Noorwegen begint n.l.
over enkele weken de dooi
pas fllink door te werken en eerst
daarna zullen Duitschers en geallieer
den het met elkaar kunnen uitvech
ten, wie er gedurende den oorlog
baas zal zijn in Noorwegen. Onge-
twjjfeld staan om eerder genoemde
redenen de kansen (door hun aan-
voersmogelijkheden) der geallieerden
het gunstigst.
Maar om nu op de houding van
Italië terug te komen: het verloop
van zaken in Noorwegen heeft den
oorlogsmoed der fascistische leiders
weer danig bekoeld en in de laatste
dagen zingt de fascistische pers een
toontje lager. Mussolini legde In een
vanaf het balcon van het Palazzo de
Venezia gehouden rede den nadruk
op den plicht van alle Italianen om-
te blijven wachten en inmiddels te
wapenen.
In Parjjs en Londen echter krjjgt
men zoetjes aan schoon genoeg van
de herhaalde Italiaansche dreigemen
ten, het heulen met Duitschland, de
beschimpingen van de „Britsche en
Fransche plutocratiën" en het klaar-
bljjkeljjke wachten van Rome op het
goede moment om de geallieerden
op een voor hen moeiljjk moment
van achteren te bespringen. Men
wenscht, dat Rome den moed zal
vinden om zich in het Europeesche
conflict te bekennen.
Paul Reynaud, de Fransche min.
president, heeft tot uitdrukking ge
bracht, dat de geallieerden bereid
zjjn om
Italië als neutraal land
te behandelen, maar dat zjj daar
tegenover niet kunnen dulden, dat
Italië de geallieerden als vjjanden
veracht. Indien dat zoo blijft, zullen
de geallieerden hun eigen houding
er mee in overeenstemming moeten
brengen.
In Rome weet men op het oogen
blik blijkbaar niet goed, wat men
met het geval aan moet. De Italiaan
sche leeuw heeft nu te vroeg ge
bruld
Dit gebrul heeft in de Donau- en
Balkanstaten als een waarschuwings
signaal gewerkt; men vreest daarin
den oorlog te worden betrokken, als
Italië zich aan de zijde van Duitsch
land zou scharen. Deze vrees had
tot gevolg, dat men zich in het Zuid-
Oosten met terzjjdestelling van de
onderlinge geschillen, nauwer samen
voegde. Dat kwam o.m. tot uiting
in onmiddelljjk officieus contact tus
schen Joegoslavië, Hongarjjë en Roe
menië. In deze landen (eveneens in
Turkjjë) stak een
anti~Duitsche actie
op, zich o.a. uitende in scherpe maat
regelen tegen de vele Duitsche
vreemdelingen, welke zich in die
landen bevinden. In Joegoslavië ging
de regeering ook over tot de op
zienbarende arrestatie van den ex-
min.-president Stoyadinowitzj. die
als Duitsch-gezind bekend staat.
Zjjn huis werd door de politie onder
zocht en talr jjke documenten werden
in beslag genomen. De heer Stoya-
dinowitsj wordt geïnterneerd in een
klein plaatsje, ergens in het binnen
land in de bergen gelegen.
Maar de mogelijkheid van een
Italiaansche deelname van Italië aan
de zjjde van Duitschland heeft niet
enkel in de Donau- en Balkanstaten
onrust gewekt, wantrouwen en
afweer, maar ook in Rusland, dat
groote belangen heeft in het Zuid
oosten van Europa en dit gebied
zeker niet onder Duitsch-Italiaan-
schen invloed wil laten komen. De
Russische activiteit
op diplomatiek terrein is daaróm
plots sterk verhoogd en het merk
waardige is dat het de geallieerden
zijn, die op het oogenblik een betere
verhouding tusschen Rusland en de
Donau- en Balkanvolkeren bevorde
ren. Zoo is het aan de bemiddeling
van Turkjje (verbonden met de ge
allieerden) te danken, dat er op het
oogenblik besprekingen zjjn begon
nen tusschen Rusland en Joegoslavië.
Over handelsaangelegenheden naar
het officieel heet.
Merkwaardig is evenzeer, dat van
Russische zijde eveneens het initia
tief is genomen tot een
overleg Londen--Moskou
natuurljjk ook, zoo heet het al
weer officieel, over de handelsbe
trekkingen. De Engelsche regeering
heeft zulk overleg niet afgewezen,
maar er de aandacht op gevestigd,
dat de Russen bij de besprekingen
begrip zullen moeten betoonen, voor
het feit, dat Engeland in oorlog is.
Dat kan slechts beteekenende
Britsche handelsbetrekkingen zjjn
onafscheideljjk verbonden aan de
oorlogspolitiek van het land. Enge
land heeft geen voordeelen te bieden
aan wie de vjjanden van het Britsche
r jjk steunen. Handel Accoord, maar
dan een handel, welke past in het
kader der Britsche blokkademaat
regelen.
o
Resumeerende valt vast testellen:
Italië heeft gedreigd partjj te zullen
kiezen in den oorlog door aan Duit
sche zjjde te gaan strijden. Het ver
loop van den strijd in Noorwegen
heeft den moed der Italianen echter
doen slinken. Het is echter nog
mogeljjk, dat in Rome het aanvals-
signaal zal worden gegeven.
Maar als de oorlog zich op deze
wjjze uitbreidt, zjjn tegenacties te
verwachten. Turkjje en misschien
heel de Balkan zouden zich geroepen
achten om eigen bestaan te verde
digen en Rusland zich evenmin zon
der interesse betoonen.
Tegen de Zweedsche nazi's.
De politie te Stockholm heeft de
hoofdkwartieren der Zweedsche
nationaal socialisten doorzocht.
Bovendien heeft zij beslag gelegd
op de editie van het blad van de
Zweedsche nationaal-soclalisteD.
De inbeslagname geschiedde op
last van den Zweedschen minister
van justitie op grond van een artikel
onder den kop: „Noorwegens trage
die, de fout van de democratie".
De positie van IJsland.
Het departement van buit. zaken
der Ver. Staten deelt de benoeming
mede van een Amerikaanschen con-
sulairen vertegenwoordiger op IJs
land, die zal zetelen te Reykjavik.
Vóór den Duitschen inval in Dene
marken bestonden er geen recht-
streeksche betrekkingen tusschen
de Vereenigde Staten en IJsland.
Hitler's verjaardag.
Zaterdag is in Duitsohland met
redevoeringen, o.a. van Goebbels en
van Hess, de 51e verjaardag van den
Führer gevierd. De jarige ontving
hartelijke telegrammen van den
Italiaanschen Koning en van Musso
lini.
VENRAY, 27 April 1940
Benoeming.
Onze dorpsgenoot de heer mr. L.
Kraykamp werd benoemd bij het
Departement van Sociale Zaken.
Uitslag aanbesteding.
Van de Zaterdag j.l. door den
Architect Ben Hendrix te Venlo ge
houden aanbesteding tot het bouwen
van een landhuis met garage aan
den Oostsingel alhier, voor rekening
van den Heer L. Sala, was de uit
slag als volgt:
J. Oudenhoven, Venray f 18"
A. Verbeek, f 18425
J. Verhoeven f 17800
Gebr. Spee f 17164
P. Coenen, Holthees f 16950
L. Maassen, Venray f 16400
G. Verstralen f 16349
L. Vollenberg f 16290
Gebr. Oudenhoven f 16200
Fa. Glelen, Arts en
Maassen f 16175
Th. Siebers f 16150
C. Rejjnders, Wanssum f 16066
Th. Maassen, Venray f 15875
H. Oudenhoven f 15780
J. Jentjens, Blerick f 15668
G. Baeten, Venlo f 15500
P. Volleberg, Venray f 15497
De aanbesteding was zonder cen
trale verwarming, glas- en verfwerk
en waterleidings-installatie.
Het werk is aan den laagsten In-
schrjjver, P. Volleberg, opgedragen.
LUXOR THEATER.
Deze week biedt Luxor zjjne be
zoekers twee waarljjk groote pro
gramma's, b.v. Zaterdag en Zondag
een bij uitstek mooi en aanbevelend
programma met als hoofdfilm
„JONGENS MET SMERIGE GE
ZICHTEN." Deze film schildert U
het leven in de smerige sloppen van
een groote stad, het centrum van
leed en gevaar, waar de misdadigers
worden opgekweekt van klein af.
James Cagney, Pat O'Brien en Ann
Sheridan geven een creatie te zien
die U nog lang bjjbljjft. De inhoud
van deze aanbevelenswaardige film
ls als volgt
Twee jongens uit de achterbuurt,
Rocky en Jerry Connolly, breken in
een goederen-wagon in. Zjj worden
gesnapt en alleen Jerry slaagt erin
te ontvluchten; Rocky wordt ge
grepen en naar een verbeterings
gesticht gezonden.
Jaren gaan voorbjj en uit Rocky
is een berucht misdadiger gegroeid,
Hjj wordt uit de Staats-strafgevan-
genis ontslagen, waar hjj een straf
heeft uitgezeten voor een schurken
streek.
Hjj keert naar zjjn oude buurt
terug en treft daar Jerry, dieintus-
schen geestelijke is geworden en
straat-schooiertjes tot behoorljjke
menschen tracht op te voeden, aan.
Jerry bezorgt Rocky een pension
en in dit pension entmoet laatst
genoemde een jeugd-vriendinnetje,
Laury Ferguson.
In zjjn oude buurt wordt Rocky
door zes schooiertjes aangevallen, die
hem van zjjn oude portefeuille be-
rooven en naar een schuilplaats
vluchten, welke het oude toevluchts
oord van Rocky bljjkt te zjjn. Rocky
volgt hen, wint hun vriendschap en
als de jongens hooren, wie hij is,
verafgoden zjj hem.
Rocky weet hen te bewegen met
hem naar een gymnastieklokaal te
gaan om daar, onder leiding van
Vader Jerry een „basket-ball" wed-
strjjd te spelen.
Jerry besluit een actie tegen de
gangsters en de corruptie op touw
te zetten en krjjgt hierbjj de hulp
van een groot plaatseljjk blad.
Aan den vooravond van een groot
jury-onderzoek, komt Rocky achter
nieuwe plannen van Frazier en
Keefer, waarna hjj beide mannen uit
den weg ruimt. In een schietpartjj
met de politie vlucht Rocky op het
dak van een gebouw en weigert er
af te komen.
Rocky wordt gearresteerd. Als hjj
wegens moord terecht staat en men
hem tot den Btoel veroordeelt, wordt
Rocky de held van de jongens uit
zjjn achterbuurt. Wanneer zjj lezen,
dat hjj met bravour naar den stoel
zal gaan, juichen zjj hem openljjk
toe.
Jerry ziet hier het verkeerde van
in en gaat Rocky, eenige uren voor
dat het vonnis voltrokken zal wor
den, opzoeken.
Hjj vraagt Rocky één goede daad
voor zjjn dood ter wille van hem te
doen.... en als een lafaard te sterven.
Jerry beschrjjft hem, hoe hjj dui
zenden jongens kan behoeden den
verkeerden weg op te gaan, maar
Rocky lacht en weigerthjj wenscht
~s een man te sterven.
Als Rocky de doodencel binnen
treedt, verricht hjj de grootste daad
van zjjn leven en laat zich luid
schreeuwend en om genade smeekend
naar den stoel sleepen.
De jongens zjjn gelukkig tot in
keer gebracht door het groote offer
van een man, die niet tegen het
leven was opgewassen. Slechts Jerry
en Laury wisten de waarheid.
Als tweede hoofdfilm gaat hierbjj
„DE KONING DER ONDER
WERELD". Deze film welke second
na second meer aan spanning wint
door de vele sensationeele gebeurte
nissen waardoor een geheimzinnige
misdaad wordt opgelost. Deze moord
werd niet gepleegd door een wapen
of iets dergeljjks, maar, daar waar
kogels gefaald hadden daar zou de
medlcjjn winnen".
Dit programma mag en zal gezien
worden, ook door hen, die slechts
zelden de Bioscoop bezoeken, daar
„Jongens met smerige gezichten"
geljjkgesteld wordt met de groote
film „Jongensstad".
Zoo is ook het programma wat
Luxor a.s. Donderdag Hemelvaarts
dag om 5 en 8 uur vertoond. Hierin
gaat als hoofdfilm de mooiste en
beste film van Deanne Durbin. „DE
WILDZANG". Een van vrooljjkheid
tintelende film.
De beschikbare plaatsruimte ge
doogt niet het op den voet volgen
van dit hoogst amusante verhaal en
deszelfs geestige complicaties, zoodat
wjj zullen vol3taan met de mededee-
ling, dat Gloria en haar moeder,
alsmede haar pseudo-papa, uiteinde-
ljjk een gelukkig gezin vormen.
Deanna Durbin's domineerend per
soontje fladdert temidden van een
uitgelaten meisjesschare door de
film en sleept den toeschouwer ihee
in een wervelwind van progressieve
belevenissen. Al fietsend (ja, fietsend
Hollandsche lezers en lezeressen)
door het schoone berglandschap
al zingend in een trelncoupé met
cadanseerend wielengedreun als ac-
compagement al leugetjes vertel
lend met gesloten oogen en gekruiste
vingers en beenen, maakt zjj „De
Wildzang" tot een streeling voor
oog en oor. Dan is er de muziek
van de bekende songwriters Jimmy
Mc Hugh en Harold Adamson, die
voor deze film „I love to Whistle".
„A serenade to the stars" en „Chapel
Bells" componeerden, drie door
Deanna Durbin gezongen liederen,
waarvan in 't bjjzonde'r „I love to
Whistle" zeer spoedig door alle bak-
fietsberjjders gefloten zal worden.
Daarenboven zingt zij „Ave Maria"
van Gounod met begeleiding van de
beroemde Wiener Sangerknaben en
heeft verder steun van Cappy Barra's
harmonikaband.
De medewerkenden behooren allen
tot het puikje van Hollywood's ster-
renarsenaal. Daar ls de gedistingeer
de verschijning van Gail Patrick als
Deanna's moeder Herbert Mars
hall, de knappe acteur die in den
wereldoorlog zwaar gewond werden
sindsdien met een klein gebrek aan
het been te kampen heeft, als
pseudo-papa Arthur Treacher,
overbekend als butler uit tallooze
films, thans als den uitgestreken
secretaris Trlpps Jackie Moran
als het jongentje dat Deanna alle
machtig aardig vindt Marcia Mae
Jones, (U weet wel, dat meisje met
de pjjpenkrullen) speelt de rol van
Deanna's boezemvriendin en Chris
tian Rub vertolkt den concierge zoo
knap als wjj van hem gewend zjjn.
Summa summarum„De Wild
zang", Deanna Durbin's derde film,
zal zeer zeker de reeds enorme
populariteit van dit vitale kind, wier
spel voor velen een zonnestraal door
het grjjze wolkendek beteeken, met
sprongen doen toenemen.
Wjj zeggen niet te veel met te
beweren dat deze mooie film in alle
opzichten „af" ls en door dromme
bezoekers zal gezien worden.
Als tweede hoofdfilm gaat hierbjj
„De Vermiste Gast" met Paul Kelly
en Constance Moore.
Ingekomen en
person
Van 12 tot
ingekomen*
W. van Bracht,
Eindstraat 10 v&-
J. Vervoort, diens
I 90 van Grubbenv
M. Lichteveid, co
scheweg 4 van Ven
A. Janssen, dienst
van Horst
P. Holtermans, c
E 75a van Horst
A. Beterams, die
K 25 van Meerlo
A. cievers, verpl<
laan 5 van Grubbe:
Ch. Heiligers, la
E 8 van Horst
P. Cox, landboi
G18 van Meerlo
G. Kusters, Jand
H 33b van Horst
L. Robjjns, landbc
I 68a van Bergen
J- Verstappen, lan
10 van Maasbree
H. Thjjssen, zone
seloscheweg 26 van
J. Michels, zondei
M 47 van Tiibj
F. Jacobs, W.4.J
vatiusweg 6 van O
A. Linders, dienst!
van Maashees
J. Gras, zonder b
van Zaandam
P. Janssen, diens'
van Helmond
W. Casnader,
Annalaan 5 van At
H. Euwens, kloost
10 van Vught
Th. Everts, zonde
10 van Raalte
1. Geerets, diens
1 82 van 's Gravenl
M. Janssen, diens
2 van Tilburg
J. Fleuren, dienst
van Maashees
A. Peeters, kl.zus
5 van Noordwjjk
VERTROKKEN
A. J. G. Hujjbers,
Vierlingsbeek
M. P. Th. Pouwe
naar Udenhout
H. A. Hermans,
Sambeek C 129
A. J. H. Michels,
naar St. Oedenrode
N. Manders, dien
mond Molenstraat
G. Rambags, li
Helden Eggen hoek
C. Barents, diens
loon A 162
M. Smits, dienst
hees B 84
M. Swinkels, dien!
Oude Markt 12
J. Hujjs, landbou
M 148
G. Ewals, dienst!
Herungerweg 81
W. Bots, zee
beek C 14f'
J. van Dujjntove
naar Utrecht LInn
P. Wjjers, dienstl
beek A 41
P. Achten, diens
hoven Rechtestraa
P. Stevens, zon
Maashees B 23
M. Janssen diens
E 74
A. Willems, karl
rlngermeer H 52
H. Wismans, zo
Tienray
H. Welting, zor
Boxmeer Elzenstrs
M. Oudenhoven,
H. Metselaar, id
J. Beterams, Ide
C. van Bergen, i
M. Hanen, diensi
Aerts Hejjml&an 4
H. Rejjnders,
Meerlo Tienray
P. Arts, landbc
D 107
H. Martens,
D 107
J. Camps,
Grubbenvorst
lien
one
Marl*
VENLO. Op d€
eeniging van 1 vlaa
voer 3.180.000
Kippeneieren va
Kleine eieren va
Eendeneieren va
ROERMONI
vereeniging
aanvoer 8.400.
Kippeneierti
Eendenelerei i
van
>00
LUXE-
in alle raater
Zelfde prjjs
Firma va
a di