DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
De Burgerwacht als
voornaam orgaan van
het burgerfront,
PUROL
Ons weekpraatje.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 13 April 1940
Een en Zestigste Jaargang No 15
door van Slobbe, burgemeester van Breda,
Wij Nederlanders zijn een eigen
aardig volk. In rustige tijden,
dat wil zeggen tijden die wij
rustig noemen, verwaarlozen wij
onze defensie, schenken wij wei
nig aandacht aan de ontwikkel
ing van onze weerkracht. Begin
nen er waarneembare gevaren te
dreigen, dan bekruipt ons 'n onaar
dig gevoel, dat ons echter niet
over het doode punt kan heen
helpen; wij kijken de kat nog even
uit den boom. Is de toestand zeer
ernstig geworden, dan komen wij
los, dan willen wij met spoed in
halen, wat jarenlang werd ver
zuimd. Wij speculeeren, wat on
ze veiligheid betrefd, op ons goed
geluk, dat ons bij de groote in-
conflicten van de laatste vijf er.
twintig jaar telkens weer den tijd
gaf, dien wij hoog noodig had
den om ons defensievermogen in
voldoend mate op te voeren.
Toen eenige jaren geleden dui
delijk bleek, dat de spanningen
in Europa tot een grooten oor
log zouden leiden, zijn wij be
gonnen met spoed militaire maat
regelen te treffen. Wij zouden
echter, indien wij verleden jaar
terstond bij het conflict waren be
trokken, aan den lijve hebben
ondervonden, dat we den achter
stand nog lang niet hebben inge
haald. Thans is met groote in
spanning onze defensie op bevre
digende wijze afgebouwd.
Wij zijn echter ten aanzien van
de weerkracht in ruimeren zin
nog lang niet, waar we moeten
zijn.
In den tegenwoordigen tijd
krijgen de burgerbevolkingen
geen gelegenheid rustig af te
wachten, hoe de strijd tusschen
de legers en vloten zal afloopen.
Zij worden geheel en al in de
worsteling betrokken. Wij hebben
het nog onlangs waargenomen
in Finland. Wij nemen het waar
in de economische maatregelen,
die de tegenstanders ten opzichte
van elkander treffen en die meer
en meer als een greep om den
hals van het volk zullen worden
gevoeld. En indien straks de tot
ongekende kracht opgevoerde
aanvalsmiddelen, die nu nog
worden achtergehouden, omdat
zij op het oogcnblik van aan
zienlijke beteekenis zijn als
machtsfactoren bij den grooten
diplomatieken strijd, worden in
gezet, dan zal eerst duidelijk
blijken, dat deze oorlog een strijd
is niet tusschen de legers alleen,
maar tusschen de volkeren.
In vele landen ziet men dit in
en versterkt men dan ook met
alle middelen de weerkracht van
het geheele volk.
Ook Nederland is in dit op
zicht waakzaam.
Maatregelen worden genomen
om den schok, dien ons econo
misch leven ondergaat, zoo goed
mogelijk op te vangen. Bij het
treffen van voorzieningen ter be
scherming van de bevolking tegen
luchtaanvallen, geeft de Regeering
leiding. Tegen dat, wat den geest
van de weermacht en van het
volk kan schaden, wordt ge
waakt.
Wat echter niet kan worden
opgelegd en toch van zeer groot
belang is voor de volkskracht, is
een zoo nauw mogelijke aaneen
sluiting van de burgers, opdat
wij elkander kunnen helpen in
tijden van nood.
Er mag thans geen partijschap
zijn, geen tegenstelling tusschen
klassen of standen. Nederland
moet gereed staan als één volk,
weerbaar tot in alle vezels.
De burgers van de steden en
de dorpen moeten elkander, in
het gevaar van heden, in den
nood van morgen misschien,
steunen, waar het slechts kan,
in het belang van een ieder, in
het belang van allen, ten behoeve
van den geesf, die tenslotte de
grootste kracht van een volk uit
maakt.
De burgers van de steden en
de dorpen moeten de handen
ineenslaan, omdat hun gemeen
schap zich daarvoor bij uitstek
leent en reeds organen bezit, die
tot samenwerking nopen.
Bovendien kan het gewenscht
zijn, dat tusschen aan elkander
grenzende gemeenten eene rege
ling voor onderlingen steun wordt
getroffen.
De organisatie, die in eene
gemeente de samenwerking tus
schen de burgers in noodgevallen
mogelijk moet maken, zou ge
baseerd kunnen zijn op wettelijke
verplichtingen, den burgers op
gelegd.
Daar echter bijzonder prijs
moet worden gesteld op ontwik
keling van den geest van samen-
hoorigheid bij de burgerij, ver
dient eene organisatie, die uit
vrijwilligers bestaat, ongetwijfeld
de voorkeur.
De bijzondere moeilijkheden,
waarvoor eene gemeente in be
paalde omstandigheden kan ko
men te slaan, kunnen een gevolg
zijn van luchtaanvallen, andere
oorlogsdaden, gedeeltelijke ver
schuiving van de bevolking, ont
wrichting van vitale diensten,
stilstand van de normale voedsel-
en brandstoffenvoorziening, tijde
lijke afsnijding van provinciale en
rijksbestuursorganen, verstoring
der openbare orde en rust, enz.
in de bedoelde omstandigheden
zal het veelal noodig zijn doel
bewust op te treden onder tijdige
aanwending van de beschikbare
middelen.
Eene organisatie a l'improviste
belooft weinig resultaat, omdat
daarin niemand weet, over welke
hulpbronnen wordt beschikt en
omdat een ieder juist op het
oogenblik, dat de maatregelen
het meest noodig zijn, de handen
verkeerd staan.
Daarom is het dringend noodig,
reeds thans de burgers onder te
brengen in eene organisatie, die
in staat moet zijn in de verschil
lende noodgevallen onmiddellijk
zoo krachtdadig mogelijk op te
treden. Het mag niet de bedoe
ling zijn, eene oplossing te zoeken
voor de talrijke situaties, die
zich kunnen voordoen. Wie in
deze alles wil regelen, regelt
niets.
Doch men dient een overzicht
te verkrijgen van hetgeen reeds
in normale tijden aanwezig is
aan middelen, die in noodgeval
len van groote waarde kunnen
zijn (kelders, ontsmettingsmidde
len, geneeskundig materieel in
den vollen omvang, legerings
ruimte, kookgelegenheid, trans
portmiddelen, machtsmiddelen,
levensmiddelen, brandstoffen, wa
tervoorziening, verlichting, brand-
bluschmaterieel). Aangeschaft
moet worden hetgeen voor aan
vulling dringend noodig wordt
geacht.
Personeel moet worden geor
ganiseerd en geoefend voor den
luchtbeschermingsdienst, de on
derbrenging van vluchtelingen,
hulp bij vitale diensten en be
drijven, de functioneering van
eene geïmproviseerde levens-
middelen- en brandstoffenvoor
ziening, de handhaving van orde
en rust, de bestrijding van ab
normale branden, enz.
En deze werkzaamheden be-
hooren tot het werk van de
Burgerwacht. De naam van het
Instituut zegt het voldoende. De
tijden zijn voorbij, waarin de
Burgerwacht slechts bestond uit
mannen, die bereid waren mede
te werken tegen revolutionnair
gevaar.
De Burgerwacht dient thans te
zijn het orgaan, waarin de bur
gers zich vereenigen tot een
burgerfront, voorbereid op alles,
sterk door den geest vansamen-
hoorigheid, sterk door het besef,
dat men de gevaren onder de
oogen durft zien.
Het is mogelijk, dat men som
mige voorbereidende maatregelen
liever in eene andere organisatie
onderbrengt. Zoo zal de lucht
bescherming veelal een afzonder
lijken dienst vormen, waarbij ook
de versterking der brandweer
kan zijn ingedeeld. Uitgesloten
is het echter niet in kleine ge
meenten den luchtbeschermings
dienst bij de Burgerwacht in te
deelen. Men moet veelal woeke
ren met de leidende krachten,
waarover men beschikt.
In de gemeenten, waar de
luchtbescherming geen onderdeel
uitmaakt van de Burgerwacht,
zal de Burgemeester toch de
onderlinge samenwerking van
beide organen onder het oog
zien, opdat zij niet als concur
renten tegenover elkander komen
te staan.
De overige voorbereiding dient
men niet te versnipperen. In de
piactijk blijkt, hoezeer de te
nemen maatregelen onderling
samenhangen.
De Burgerwacht kan gemakke
lijk worden uitgebouwd tot eene
organisatie voor onderlinge hulp
in moeilijke omstandigheden.
fn sommige gemeenten heeft
men tijdig ingezien hoe nood
zakelijk het is, voorbereidingen
te treffen. Voor de meeste ge
meenten geldt echter, hetgeen in
het begin van dit artikel werd
opgemerkt. Wij zijn ten aanzien
van de weerkracht in ruimeren
zin nog lang niet, waar we
moeten zijn. Wij hebben in het
algemeen in Nederland het
burgerfront niet voldoende ver
sterkt. Wij wachten hiermede
nog, misschien tot we bloedig
leeren, waarin we te kort schoten.
Laten de Burgerwachten alarm
blazen, laten zij den burgers, den
autoriteiten toonen, wat er nog
moet en kan worden gedaan,
opdat in tijden van nood de
burgers, één van geest, één in
optreden, samenwerken in het
belang van allen.
LUCHTGEVAAR
En onze huiselijke ruzies.
Dat moet „uit" zijn,
Niet zonder schrik en vrees heb
ben velen de N.V.L., d.i. de Neder-
landsche Vereeniging voor Luchtbe
scherming „groot" zien worden.
Enkele jaren geleden was Europa
bevangen door de oorlogspsychose,
gevolg van een verkeerd gevoerde,
maar goed bedoelde pacifistische
actie. Men heeft het de menschheid
doen gelooven, dat een volgende
oorlog zóó alles en allen vernietigend
zou zgn, dat hg gelgk te stellen kon
worden geacht aan een vergaan van
de wereld.
Vliegmachines zouden „zóó maar"
heele steden kunnen uitgassen met
het uitstrooien van microben zou
de rest van het volk worden ver
nietigd.
Tenzij.... Het is te begrijpen, dat
iedereen gaarne luisterde naar wat
tegen zóó iets nog zou kunnen
worden gedaan. De N.V.L. werd op
gericht en die verkondigde het in
haar orgaanIedereen eeD gas
masker, een eigen schuilkelder,
groote bom- en gas vrije onderko
mens, door de overheid iDgericht.
Millioenen, tientallen, honderden
millioenen werden voor dat doet van
de regeering geëischt. Onbetaalbare
aantallen millioenen.
En wat deed de regeering Ze
trok 50.000 guldentjes uit. Aldus
de propaganda in de eerste nummers
van het orgaan van de N V.L.
De N.V.L. was de eenige toevlucht
voor al de beangsten. En men
maakte de toetreding niet moeilijk.
Voor 'n kwartje per jaar kon men
lid worden en z'n leven redden.
Daarvoor kreeg men gratis een
maandblad, dat nog niet gelet
op de verzendingskosten 40 cent
per lid en per jaar kostte. Vele en
dure machines werden in werking
gesteld om de massavloed van leden
te kunnen registreeren.
Wie moest dat alles betalen De
regeeringMet wie geen samen
werking, althans niet op de manier
zooals het behoort, werd gezocht.
De regeering werd eenvoudig voor
de consequenties gesteld. En inmid
dels werd het steeds groeiende leden
tal geschokt in haar vertrouwen op
de regeering, welke in het orgaan
van de N.V.L. keer op keer in ge
breke werd gesteld.
Het is zoover geloopen, dat de
regeering niets meer met de ver
antwoordelijke leiders van de N.V.L.
te maken wil hebben. Minister Van
Boeyen heeft dat ronduit verklaard
in 'n persconferentie.
Al met al zijn we thans zoover,
dat elk oogenblik het signaal
Luchtgevaar" o^er stad en land
kan loeien en de beschermings
instanties niettemin op Hollandsch-
huiselijke wijze met elkaar aan het
ruziën zijn, hoe en wat er moet ge
beuren en wie daarbij de baas moet
zgn.
Of er uit de N. V. L. dan niets
goeds is gegroeid Wis en zeker
Maar de massale toeloop van leden
is niet de vracht van het werk
der hoofdbestuurders, die zich thans
tegen aller belang in trachten
te handhaven. De wanverhoudingen
zijn wèl aan hen te wijten. Elke
oproep tot organisatie tegen lucht
gevaar moest succes hebben in den
tijd en de omstandigheden van het
oogenblik.
Maar de organisatie is verkeerd
geleider is geen volledige samen
werking tusschen regeering en
hoofdbestuur; er is gemis aan ver
trouwen het wantrouwen is on-
noodig gewekt en verbreider is
geen economie betrachtde finan-
cieele opzet was roekeloos; het
hoofdbestuur miskent zijn positie.
In laatste instantie heeft de re
geering de verantwoordelijkheid voor
de bescherming van het volk tegen
luchtgevaar.
Ik heb groote bewondering voor
wat de afdeelingen van de N.V.L.
in samenwerking met de gemeente
lijke autoriteiten, met de burge>
meesters in de eerste plaats, hebben
gewrocht. Die samenwerking is even
goed en nuttig als de samenwerking
tusschen het hoofdbestuur van de
N.V.L. en de regeering onjuist is en
alles te wenschen overlaat.
De N.V.L. kan niet zijneen or
ganisatie in den staat, maar los
vftn-' de regeering (den ter zake
verantwoordelijken minister). Neder
land is nog niet gebouwd op den
corporatieven grondslag, waarbij
aan zekere organisaties een bepaalde
taak is opgedragen. Zelfs als zulke
grondslag hier ooit zou worden ge
schapen, dan nóg zou 'n lichaam
als de N.V.L. haar taak slechts
kunnen volvoeren binnen de grenzen
(o.a. van credieten), welke tevoren
worden getrokken.
Het heeft er alles van gehad, of
de N.V.L. zelf de grenzen wilde
trekken en de regeering dwingen
om haar, door het beschikbaar stel
len van de benoodigde fondsen,
daarbinnen volledige vrijheid van
doen en laten te verleenen.
Dat kan niet en mag niet. Een
belangrijke gemeenschapstaak als
de bescherming der burgerbevolking
tegen luchtgevaar, is regeerings-
zaak, bjj de regeering althans
berust in eerste en laatste instantie
de verantwoordelijkheid; de leiding
van 't apparaat der luchtbescher
ming behoort dan ook door haar te
worden beheerschtzg moet deze
leiding in handen weten van men-
schen, met wie overleg en samen
werking mogelijk is.
Dat zijn dingen, waarover niet
meer kan of mag worden gedis
cussieerd in'n tijd, waarin 't gevaar
ons elk oogenblik kan overvallen.
De afdeelingen der N.V.L. kunnen
tot een spoedige oplossing van het
huidige conflict bijdragen door zich
onmiddellijk ter beschikking testel
len van de overheid, via de rijks
inspectie voor de luchtbescherming.
Het algemeen belang prevalueert
boven dat van het Lubema-winkeltje.
De St. Willibrordus-
kapel en put te
Geijsteren.
Een beschouwing in het
jaar 1892.
In het Geïllustreerd Zondagsblad
van De Echo van het Land van Cuyk
van 18 Juni 1892 troffen wij onder
staande historische beschouwing over
de St. Willibrorduskapel en put te
Geijsteren, welke onze lezers zeker
zal interesseeren. Wij laten het stuk
hier in zgn geheel volgen:
Dankbaar voor het geloof en het
daarmede gepaard gaaode bescha
vingswerk, hielden de oprechte Chris
tenen dezer landen steeds die eerbied
waardige mannen, welke bg een leven
van zelfopoffering en zwoegen eens
de bigde boodschap brachten, in hooge
vereering. Deze Evangelieverkondi
gers toch waren „vrome mannen,
wier gerechtigheden niet vergingen"
(Eccl. 43: 10).
In hoogachting stonden ook de
plaatsen, waar de heilige zendelingen
de heidenen onderwezen, en voor hen
het teeken des heils, het kruis, ge
plant hebben.
In den noordelijken hoek van het
voormalige land van Kessel (thans
prov. Limburg) ligt de parochie Geijs
teren gemeente Wanssum, waar van
oude tijden her de H. Willibrordus
door ingezetenen en pelgrims hoog
vereerd wordt.
Volgens geschiedenis en overleve
ring bevindt zich daar een der oudste
„Kerstpoelen" van Nederland, waar
de heilige bisschop op zijn tochten
van Utrecht naar Susteren de heide
nen dezer streken onderwees en
doopte. Deze poel of „heilige bron"
ligt juist op het punt waarde gren
zen der Noord-Brabantsche gemeente
Maashees zich met die der Limburg-
sche dorpen Venray en Wanssum-
Geijsteren vereenigen.
In overeenstemming met het Ka
tholiek gevoel werd dan ook op deze
plaats een heiligdom of kapel ter
eere van den H Bisschop-belgder
Willibordus opgericht.
Hier heen richtten de geloovigen
hun schreden ter uiting van hun eer
bied en dankbaarheid voor de genade
des geloofs.
Wegens de zandstreek en heide
velden waarin de kapel gelegen was
werd zg oudtijds genaamd: „St. Wil-
bert in het Sand" of „in de Heide».
Toen in 1551 de keizerlijke Com
missarissen de grenzen tussohen de
landen van Cuyk en Kessel zouden
regelen, vereenigden zg zich den 23
October van dat jaar in de kapel
van St. Willibrord en werd daar
„zekere put met water, gemeenlijk
geheeten de heilige bronne" aange
wezen als scheidingspunt der boven
gemelde kerspelen (parochies). Be
sloten werd ook den eersten steenen
grenspaal ter gezamenlijke kosten
aan „die Willibrordsput of te heilige
bronne» met de uitgekapte wapen
schilden Cuyk en Kessel te doen
plaatsen.
Toch is echter in den tegenwoor
dig nog bij het putje staanden steen
geen uitkapping van wapen te be
speuren.
Na verloop van jaren schijnt het
bedeoord een groote herstelling noo
dig gehad te hebben, want ten jare
1641 lieten de gebiedende heer van
Geijsteren, Adam Schellaert baron
van Oppendorff, en zijne gemalin
Alijda Wittenhorst het geheel restau-
reeren, blijkens een aan de Noord
zijde der kapel bij 't putje aange-
brachten gedenksteen met hun wtepen
in kleuren.
In dezen herstellingsvorm bevinden
wij nog heden de kapel, terwijl bui
ten achter het altaar, een klein open
bedehuisje was aan getimmerd, waar
de bezoekers tijdens de sluiting van
het gebouw aan hun vrome gods
dienstzin konden voldoen. Dat aan
zetsel zooals men ook op andere
plaatsen aantrof, werd later gesloopt.
Deze kapel, op 25 minuten afstand
van de parochiekerk gelegen en
aan haar in eigendom toebehoorende,
is in gothischen stijl opgetrokken
met vier conterforten om de koor
zijde en klokkentorentje op het dak,
boven de deur aan den Noorderkant
bg de bron zgn drie kruisen en ook
genoemde gedenksteen aangebracht.
De gevel heeft één groot glasvenster
dat met de drie in den zuidermuur
aangebrachte raampjes, voldoend licht
door laat. De herstelling van het in
wendige schijnt onder den Weleerw.
pastoor Gerardus Poeijn te hebben
plaats gehad blijkens een op den
balk boven het altaar geschilderd
chronogram: Deo sit Gloria, Willi-
brordo Decus; d.i. Aan God zij eer,
aan Willibrord lof.
Deze Latijnsche tijdspreuk geeft
het jaartal 1799.
Dusdanig was de toestand tot op
de helft der vorige eeuw, toen ten
jare 1859 de hoogwelgeboren echte
lieden Clemens Baron van Weichs-
zu Wenne en Emma barones van
Loë-Mheer in plaats van het afge
broken open bedehuisje oostwaarts,
een met hun gecombineerd wapeD
versierden bijbouw en geschilderd
tafereel deden oprichten.
De heilige bron en put, in gewonen
ronden vorm gemetseld, heeft eene
doorsnede van 59 centimeter en was
vroeger van een houten kapwerk
voorzien waarbij een staf niet ijzeren
haak tot gerief der pelgrims.
Van oudsher werd er op den feest
dag en octaaf van St. Willibrord en
eiken Donderdag het H. Sacrificie de
Mis opgedragen, waarbij vooral bede
vaartgangers uit de landen van Cuyk
en Kessel tegenwoordig waren. Een
en ander heeft opgehouden onder de
herderlijke bediening van den wel
eerw. heer Cornelis van Boekei, en
sinds dien tgd is het heiligdom van
lieverlede verlaten.
Weemoedig blikt de geloovige,
wiens hart voor den grooten geloofs
verkondiger dankbaar klopt, naar de
vervallen heilige stede, ontroerd door
het schouwspel dat een van kruis eD
klok ontdaan torentje, een verweerd
leiendak en verwoest altaar aanbiedt
Treurig is het uitzicht op een bont
namengekrabbel met onkiesche bij
schriften. Somber moest het ons
stemmen toen binnentredende, ons
niet meer de liefelijke aanblik van
Willibrords beeltenis troostte en niet
meer eeDe hoogere vreugde het harte
weldeed, maar een troep vleermuizen
langs het hoofd snorrende, ijlings
door de van glazen beroofde vensters
de vlucht nam.
Verbrokkelde steenen, afgebroken
planken van het gewelf, verspreide
stukken van een offerblok en een
bemorste altaartafel droegen voor
zeker weinig bij tot betere stemming
van godsvrucht.
„Alle die den weg passeerden sloe
gen hunne handen te saam" was
eens de ontboezeming van den kla-
genden Jeremias over het verwoeste
Jerusalem (Jerem. II: 15) en was
later dezelfde droevige gewaarwor
ding van den vromen bezoeker van
Willibrords stede. Thans, donker tus
schen groote dennenbosschen ver
scholen ^speelt ongestoord in hare
nabijheid het wild des wouds, verze
kerd als het zich waant tegen het
moordend lood der schutters.
Bezorgd voor de merkwaardige
Christelijke plaats liet ten jare 1889
de edele dame „de gnadige Frau»
van 't Hooge Huls, het vervallen
putje van af den beganen grond in
vierkanten vorm op de oude grond
slagen opbouwen, om deze heilige
bron haar recht te laten toekomen.
Als bijzonderheid kan nog worden
gemeld dat In vorige eeuwen dit
bedeoord uitgekozen werd om aan
zienlijke familiën door de banden des
huwelijks te zien vereenigd.
Ook middeleeuwsche strafvonnis
sen van pelgrimatie waren in de
vorige esuw in het Geldersch Opper-
kwartier nog niet geheel in onbruik.
Zoo veroordeelde deD 30 Maart 1713
de schepenbank van Swolgen een
inwoner aldaar, die zich in feiten
tegen de eerbaarheid vergrepen had,
behalve in de proceskosten ook nog
om drie achtereenvolgende Donder
dagen met een wit laken over zijne
kleeren de St. Wilberskapel te Geijs
teren te bezoeken, en van den dienst-
doenden priester aldaar telken male
een bewijs van comparitie mede te
brengen.
Alles duidt de hooge vereering aan,
welke onze voorouders ten allen tijde
voor deze plaats aan den dag legden,
en in wier goede daden nazaten zich
niet dienen te schamen.
i
Mooie, Gezonde Huid
Alle ruwheid en roodheid, pukkeltjes
'ep uitslag, worden weggenomen door
Balde In dooien von 30-60,Tuba 45ct. Bi| Apolh. en Drop.
MUMHAgpI
I
VENRAY, 13 April 1940
Inlijving van Buitengewoon
Diens tpliclitigen.
De Burgemeester van Venray
brengt ter kennis van de buiten
gewoon dienstplichtigen der lichting
1940, die in het tijdvak van 17 Juni
tot 16 Dec. a.s. in werkeJijken dienst
moeten komen, dat zij hunne wen
schen betreffende inlijving bij een
bepaald korps kunnen kenbaar ma
ken aan den heer Indeelings-
Districtscommandant te Maastricht
vóór 15 April a.s.
In de opgave moet vermeld worden:
a. de geslachtsnaam en voornamen;
b. de gemeente waar men woon
plaats heeft
c. de gemeente, waarvoor men
voor den dienstplicht is ingeschreven;
d. de wenschen omtrent zijn in
deeling
e. de reden, waarom op deze in
deeling wordt prijs gesteld
f. zijn beroep, betrekking en ge
noten onderwijs
g. of hg met paarden kan omgaan;
h. of hg in het bezit is van een
rijbewijs A of B, dan wel kan
chauffeeren of motorrijden.
Venray, 8 April 1940.
De Burgemeester voornoemd,
A. H. M. JANSSEN.
Algemeen Rapverbod.
De Burgemeester van Venray
brengt het navolgende ter alge-
meene kennis:
„De Regeeringscommissaris voor
de Bodemproductie vestigt de aan
dacht van belanghebbenden op het
bepaalde in artikel 7 der Bodem-
productlebeschikking 1939, opgeno
men in de Nederlandsche Staats
courant van 8 en 9 December 1939,
No. 241, op grond van welke bepa
ling bosschen en andere houtopstan
den slechts mogen worden geveld
of gerooid krachtens vergunning.
Deze behoort te worden aange
vraagd bij den Productiecommis
saris voor den boachbouw en de
houtteelt, adres Bureau Staatsbosch-
beheer, Museumlaan 2, te Utrecht.
Het verdient aanbeveling, ,ter be
vordering van een spoedige afdoe
ning bij het aanvragen van een
dergelijke vergunning, gebruik te
maken van een daartoe bestemd
formulier, dat op een desbetreffend,
tot den Productiecommissaris voor
noemd gericht verzoek kosteloos
zal worden toegezonden en dat
bovendien kan worden verkregen
ten kantore van de houtvesters en
van de boschwachter3 bg het Staats-
boschbeheer.
In het bijzonder wordt er op ge
wezen, dat niet alleen voor alge-
heele velling, docb ook voor dunning
van bosschen vergunning noodig is,
terwijl alle houtopstanden dus
ook wegbeplantingen, rijen, groepen
of alleenstaande boomen en hakhout
onder de beschikking vallen.
Velling of rooiïng zonder vergun
ning wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste vier jaren
of geldboete van ten hoogste tien
duizend gulden."
Venray, 8 April 1940.
De Burgemeester van Venray
A. H. M. JANSSEN
OVERLOON In deze gemeente
namen gedurende het jaar 1939 31
werkloozen deel aan de spaarregeling
B-steun zg spaarden 730 kwartjes
en ontvingen hierop een suppletie
van 218 x 25 ct. en 512 x 40 ct.
De Kleine Boeren B spaarden 572
kwartjes en ontvingen een suppletie
van 370 x 25 ct. en 202 x 40 ct.
De Kleine Boeren C spaarden 502
kwartjes en ontvingen alzoo een
suppletie van 143 x 25 ct. en 359 x
40 ct.
In totaal werden gespaard 1804
kwartjes en werd aan suppleties
gegeven 731 x 25 ct. en 1073 x 40
oent.
Op de laatstgehouden voor-
jaars-stierenkeurlng werden de van
hier ter keuring aangeboden stieren
allen goedgekeurd, te weten 1 stier
van Gebr. BeuneD, 1 vaa Wed. A. J.
Goemans, 1 van Kind. H. Peetera.
HOLTHEES. Onze Wandelclub
D.E.V.O., welke Zondag met een
groot aantal leden deelnam aan den
Wandeltocht te Venray, behaalde
een eervolle vermelding voor „goed
tempo". Bij hun terugkeer in Holt-
hees werden zg verwelkomd inzaai
„Beatrix" en werden hun bloemen
aangebeden door de dames Bonants.
Op Zondag 19 Mei neemt deze
club deel aan den Wandeltocht te
Horst. Wij wenschen onze wande
laars ook daar veel succes toe.
HOLTHEES. Zondag j.I. vierde
het echtpaar van Herpenvan de
Wijer zgn gouden huwelijksfeest.
De buurt had gezorgd voor een
mooie versiering, terwijl de Fanfare
O. L. Vrouwe Gilde den jubilarissen
een serenade bracht. De heer Fr
Kersten wenschte het gouden echt-
paar geluk en sprak de hoop uit,
dat dit gouden jubilé moge gevolgd
worden door een diamanten.
Op 1 Juni zal de heer J. Bos,
ploegbaas bij de Nederlandsche
Spoorwegen, wegens het bereiken
van den pensioengerechtigden leef
tijd, den dienst verlaten. De heer
Bos zal zich dan weer In zijn ge
boorteplaats Lottum vestigen, om
daar, naar we hopen, nog lang van
een welverdiende rust te genieten.
Bijcnmarkf tc Tilburg.
Op de terreinen van het Tilburg-
sche Sportpark werd Maandag de
12e Tilburgsche Voorjaarabijenmarkt
gehouden.