DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS mmm Mijnhardtjes H. C Spionnage en straf maat. Limb. Bedevaart naar Lourdes. Voor Boeren en Tuinders Binnenland. Provinciaal Nieuws roor ommume Van de Sport velden Zaterdag 23 Maart 1940 Een en Zestigste Jaargang No 12 ZIJN ER GRADUEELE VERSCHILLEN 1 „Zwijgen is goud, spreken is zilver". Ook zij, die niet houden van „dikke woorden" in gedrukte .lectuur, zullen hun instemming wel niet willen onthouden, als ik hier constateer, dat spionnage een schurftig bedrijf is. Een ge wone moordenaar vind ik een sympathieker mensch dan een spion. Een gewone moordenaar ont neemt het leven aan één mensch of enkele menschen en hij heeft daartoe min of meer persoonlijke redenen: een spion stelt het leven en welzijn van een hem niet vooraf bekend aantal, hem na- staande medemenschen soms van heel een eigen volk in de waagschaal, zonder dat hij eenige grief tegen deze menschen heeft of eenig ander belang hem drijft dan eigen vuig en klein gewin. Klein gewin. De verhalen dat spionnage met goud wordt betaald, zijn niets dan fabels, een enkele uitzondering daar gelaten als het om de onthulling gaat van b.v. een volledig stra tegisch plan of een beslissend geheim wapen. Meer dan 99 pet. der spionnen eten van de krui mels der tafelen van de volks vijanden; voor het verraad van hun eigen menschen oogsten ze slechts wat zilverlingen en de verachting van hen, in wier dienst ze staan. Wat het verradersloon betreft, is nog altijd het voorbeeld van Judas het meest markant en his torisch. Judas verried meer dan een land en een volk; hij ontving daarvoor 30 zilverlingen, nauwe lijks genoeg om den strop te koopen, aan welken hij zich ver hing. „Spreken is zilver en zwijgen is goud". Dit spreekwoord geldt letterlijk voor dezen tijd. Met spreken (voor verraad) zijn luttele pennin gen te verdienen en met zwijgen verwerft men zich 't goud der trouw, het geluk van een gaaf karakter. Zwijgen is het goud van het behoud. Men kan in onze dagen niet te voorzichtig zijn, want men is verraden-tegen-wil-en-dank, vóór men het weet of beseft. De muren hebben ooren: de verrader, de spion slaapt niet; hij zal eer der het uiterlijk van een vriend dan van een vijand vertoonen. Ge hebt niets te verraden en ge kunt u niet verspreken, omdat ge niets weet? Dan hebt ge het mis. Men heeft er over het algemeen geen idee van, welke nietswaardig lij kende bijzonderheden voor een partij, welke van booze voorne mens is bezield, van groot be lang kunnen zijn. Men moet eenige oorlogspractijk hebben gehad en inderdaad heb ik deze om zich niet meer te verbazen over de schijnbaar onbeteekenende dingen, voor welke een vijande lijke partij zich interesseert. Zwijgen is goud (en goed); spreken is zilver (verraad en ge vangenis). o— De afschuw van het gemeene bedrijf van spionnage is zóó al gemeen, dat de regeering van haar voornemen kon doen blijken om de maximum-straf, op dit misdrijf gesteld te verhoogen van zes tot vijftien jaar opsluiting in de gevangenis. De massa waar deert deze prijsstijging ten'zeerste. Reeds zijn enkele menschen, die hun land hebben verraden, tot het huidige als maximum vast gestelde aantal jaren zes - veroordeeld. „Men" prijst alge meen de gestrengheid van dit vonnis. Maar wat „men" niet begrijpt, is de mildheid, welke tot uiting kwam in den eisch tegen een paar hooge regeeringsambtenaren, die bij de uitoefening van het vuige spionnagebedrijf het verraad van eigen volksbelan gen aan vreemden zouden zijn betrapt. De eischen tegen hen varieerden van 1 tol 21/a jaar on der aftrek van voorarrest. „Men" begrijpt dat niet en ik begrijp dat ook niet. Let wel, misschien zijn die menschen onschuldig; ik hoop het. Maar dar, is elke strafeisch tegen hen, een schandelijk teveel Echter, zijn ze schuldig, dan ook, zoo voelen velen het, de volle maat aan straf voor deze verra ders. Het voelt geen onderscheid tusschen verraad en verraad. Een dief en een dief zijn twee. De een kan een groote waarde stelen van een arme, de ander kan een rijke voor 'n kleinigheid bena- deelen. Dat geeft een sterk gra dueel verschil. Maar men kan niet „een beetje" z'n land en volk verraden óf heel erg. Wie een verrader is, verraadt alles wat hij weet en de andere partij ten voordeel kan strekken. Of dat, wat hij weet, toevallig meer of minder is, doet aan de veiligheid van het Dedrijf niets af. Slechts wie verraadt pleegt, zonder door persoonlijke nood druft te worden gedreven, dus wi? verraadt enkel en alleen, of in hoofdzaak, óm het verraad, die is een verrader in het kwadraat. En wie daarbij een vertrouwenspositie misbruikt, hem door de regeering van het volk verleend, hoort voor altijd van de volksgemeenschap te worden uit gesloten. Daarom begrijpt „men" de mildheid niet van den eisch in de zaak tegen de hooge regee ringsambtenaren tegenover de volksgemeenschap. De zaak tegen de ambtenaren is met gesloten deuren behan deld „om redenen van algemeen belang". Mogelijk dus is van omstandigheden gebleken, welke de mildheid van den eisch vol komen rechtvaardigen. We weten het niet. Maar we vreezen, dat met de sluiting der deuren schade werd toegebracht, wellicht een niet te vermijden schade, aan het groote belang dat een ieder een onge schokt vertrouwen zal hebben en behouden in de onpartijdigheid der Nederlandsche rechtspraak. Ons eigen vertrouwen in dat opzicht is niet geschokt, maar naar wat we zoo hoorden van menigen eenvoudigen mensch, die gewoon is om te oordeelen naar wat hij weet en geen rekening houdt met de mogelijkheid van zijn niet-weten, heeft helaas het geloof van met weinigen, dat er ten onzer.t wordt recht gesproken zonder aanzien des persoons, een schok gekregen. Dit jaar zullen de ziekentreinen van de Limburgsche Bedevaart bijna zeker niet naar Lourdes gaan. Zoo lang het oorlog is, is het niet moge lijk, die reis te maken met de zieken. Toch heeft de Limburgsche Bede vaart haar actie voor haar Liefde werk ten bate van on- en minver mogende zieken ook dit jaar door gezet. Wanneer onze zieken weer naar Lourdes zullen gaan, weten we niet. Wèl weten we, dat het eerste tran sport kostbaar zal zjn en zeer talrijk. Ook zijn er plannen in voorbereiding om zoo mogelijk de zieken dit jaar in ons Vaderland wellicht in Valkenburg bij elkaar te brengen en hun iets te geven, dat hun eenige dagen in de sfeer van Lourdes brengt. De zelateurs en zelatricen voor het Liefdewerk zijn 'ook dit jaar rondgegaan ze gaan nog. Het Liefdewerk vraagt van zijn leden één gulden. Degenen, voor wie een gulden te veel is, kunnen dit bedrag ook per maand of per drie maanden met kleinere bedragen voldoen. Voor velen is die eene gulden een offer. Maar zal de Koningin van den vre de niet glimlachen om dat offer, ter Harer eer gegeven voor de arm ste der armen: de hulpelooze zieken? Uit Noord-Limburg zijn sinds het bestaan van het Liefdewerk reeds méér dan 200 arme zieken naar Lourdes gegaan. Als U een van hen kent of ge kend hebt, weet U wat Lourdes voor hun beteekent. Op 1 April wordt de actie voor dit jaar gesloten. De zelatricen en zelateurs doen hun best. Stuurt U ze niet voorbij. LEVENDIGE VRAAG NAAR THOMASMEEL Men kan soms van die wonderlijke tegenstrijdigheden opmerken. Van die berichten, die op zich zelf onbe grijpelijk zijn, die elkaar geheel of ten deele tegenspreken, terwjl ze toch beiden den naam willen hebben geheel juist te zijn. Zoo lazen we dezer dagen in een vakblad, dat van volkomen betrouw bare zijde was medegedeeld, dat in weidegebieden nog niet een vierde deel der uitgereikte kunstmestbon- nen was ingeleverd, terwjl men ook geen beduidende vermeerdering meer verwachtte. Dat Ijkt onbegrjpeljk, want ai- leen al het feit, dat er distributie van kunstmest is, doet de veronder stelling wettigen, dat alles wat ver krijgbaar wordt gesteld, wordt opge nomen, zelfs al zou men het niet noodig hebben. Men redeneert dan neem wat je krjgen kunt, want je kunt nooit weten. Dat is bij het in stellen van distributie meestal de gewone gang van zaken. En nu le vert men nog niet vierde deel in der ontvangen bonnen Maar nu de schjnbare tegenstrij digheid. In een marktoverzicht van dezelfde week lezen we: er is in ons land levendige vraag gekomen naar Thomasmeel. Dat is sch jnbaar tegen- strjdig met ,het eerstgenoemde be richt. Schijnbaar, omdat daar alleen van de weidestreken gesproken wordt En toch zou het goed zijn, dat daar ook levendige belangstelling voor thomasmeel ontstond. Wat voor goed gras, een natuur lijk en belangrjk veevoeder, met name in deze tjden van krachtvoer- rantsoeneering, is naast stikstof en kali een eerste veretechte een goede gift fosforzuur en kalk. Beide zjn in thomasmeel aanwezig. Thomasmeel, dat het fosforzuur en de kalk in voor de grassen direct gemakkei jk opneembaren vorm be vat en daarom voor grasland van zoo groote beteekenis is. Daar zit wat in, dat er nu zoo'n levendige vraag i3 naar Thomasmeel. Een bewjs van goed overleg en doorzicht bj hen, die er naar vroe gen en een beschamend voorbeeld voor hen, die het nog niet deden. AGRICOLA. Nederland en Indië Een zeer mooie radiorede werd Dinsdagavond 1.1. uitgesproken door Minister Weiter ter gelegenheid van het feit, dat het op dien dag was in den jare 1602, dat krachtens octrooi van de Staten-Generaal der Veree- nigde Nederlanden werd opgericht een rechtspersoon, we zouden nu zeggen een N.V.. die naar de zeden van die dagen de naam kreeg van de Vereenigde Nederlandsche geoc- troyeerde Oost-Indische Compagnie. Minister Weiter roemde het onver saagde werk der pioniers, die ons land groot en welvarend maakten. Het is een wonder, zoo verduideljk- te hij, wat toen werd gewrocht door de bes*en van ons volk, dat toen slechts anderhalf millioen zielen tel de en nochthans de zeeën beheersch te en groote landen veroverde. GROOTE VISCHSTERFTE IN FRIESLAND. Wat gevreesd werd door visschers en anderen, die bj de zoetwater - visscherj betrokken zjn, heeft zich bewaarheid: de winter heeft een enorme sterfte van visch op zjn geweten Het bljkt, dat de vischsterfte in Friesland zeer groot is geweest. Reeds tjdens den winter kon men hler-en daar een verschijnsel waar nemen, dat aangaf hoe droef het met de visschen onder water gesteld was. Zoo bj voorbeeld heeft men in het Oudkerkemeer, op plaatsen waar 't js doorschijnend was, geconstateerd dat het water „bleek" geworden s, als een gevolg van het rot tingsproces, waarin de planten op den meerbodem begrepen waren. Hierdoor verdwjnen de laatste zuurstof resten uit het water en waar dus de plant niet meer kan leven, daar is ook geen levensmogelijkheid meer voor de visch aanwezig. Men kan wel zeggen, dat duizen den ponden visch gestorven zjn uit gebrek aan zuurstof. Vooral in de ondiepe vaarten en polders is de sterfte abnormaal ge weest. Hier toch had het js een dikte van soms wel veertig centi meter bereikt; te weinig onbevroren water bleef over om den vischstand met zuurstof te kunnen voeden. Zoo kon men op verschillende plaatsen in polders, vooral in de nabijheid van een gemaaltje, in open js zwermen visch waarnemen, die naar lucht hapten. Bj het stoomgemaal te Zoutkamp dreef een groote hoeveelheid doode visch, die door de zuigkracht der schroeven was aangevoerd. In sommige polders, die buiten den boezem liggen heeft de visch stand geducht te 1 jden gehad. Men ziet hier honderden ponden visch, van bliek tot paling, dood in het water drjven. Soms kan den stank reeds van verre waarnemen. Overal neemt men hetzelfde waar nameljk baarzen, zeelt en palingen, 30ms ook snoek, die in het js be vroren zjn geraakt. Met het weg smelten van het js en het zakken van het water bij ven de doode vis schen soms hangen in het struikge was. Natuurlijk vinden de meeuwen en roeken hier een dankbaar aas De visschers zjn erg onder den indruk van dezen ramp, gelijk zij het noemen. Als men weet, dat het aantal broodvisschers in Friesland groot is, beseft men welke droevige gevolgen de sterfte van de visch voor deze menschen heeft gehad en nog zal hebben. Want de vischstand eenmaal gedecimeerd, heeft jaren noodig om peil te komen. Gebleken is, dat de visch die in het boezemwater leefde dus in de Friesche kanalen en meren over het algemeen den winter heeft doorstaan. Daaruit bljkt, dat de visschers in het Noorden der pro vincie het ernstïgt zjn getroffen. Straks gaan net en fuik weer uit. Op hoop van zegen. Maar het valt te vreezen, dat de binnenvisschers in de resultaten van hun arbeid zeer teleurgesteld zullen worden. EEN VIERDE LEEFT VAN STEUN Wanneer we in de krant lezen van de alom heerschende werkeloosheid van de sommen, benoodigd voor de steun, dan zegt dat alles den meesten menschen nog zoo weinig: de cjfers zijn te groot. In Rotterdam belegt de wethouder, die „sociale zaken" beheert, in het begin der jaars met de directeuren van M. H. en Arbeidsbeurs, alsmede de pers, een conferentie, waarin de staat van zaken uit het afgelopen jaar wordt besproken. Laten we nu eens bekijken, wat de werkeloosheid in kleiner verband, enkel dus voor de stad Rotterdam betekent. In de eerste oorlogsmaand liep het aantal ingeschreven werkeloozen op van 40 683 tot 44 034. Maar aan het einde van het jaar was het afgezakt tot 42.003 (tegen 48.343 een jaar te voren). Een mooie verbetering dus, welke waarschijnljk"door de „ople ving" der defensie-industrie werd bewerkt. Momenteel zjn er in de metaal industrie te Rotterdam zelfs nog 500 vacatures, waarvoor geen ge schikte krachten te vinden zjn. De vermindering bedraagt 17Va pet. én voor werkloozen van 24 jaar en jonger zelfs 37 pet. En toch hoe ontzettend zwaar is nog de last der werkloosheid, als men bedenkt, dat in Rotterdam in totaal 44 235 hoofden van gezinnen moesten worden gesteund en dat deze gezinnen uit 153 099 leden bestaan en aldus bljkt, dat een vierde deel van de bevolking van Rot terdam tot de werkloozen en armlastigen behoort. Over heel Nederland gerekend, zal de verhouding niet veel anders zjn. Wij kennen gemeenten, waar de omstandigheden op de arbeidsmarkt gunstiger zjn dan in Rotterdam, maar ook vele, waar ze ongunstiger zijn. Te bedenken, dat 1 vierde deel van het volk door de rest moet worden onderhouden en dat ons volk thans bovendien staat voor de kosten, (1.700.000 gld per dag) van een mo bilisatie, welker duur niet te over zien is, vervult den mensch van zorg ten aanzien van wat er uit dat alles worden moet. Als het nu nog maar zóó ware, dat naast 1 vierde gesteunden 3 vierde van de bevolking stond, welke van de vruchten van haar arbeid kon leven... Doch zoo is het alweer niet. In tal van bedrjven we denken in het bjzonder aan de veehouders en de tuinders wordt voor niets ge werkt of teert men, arbeidende, door verlies in, op het vroeger gewonnen bezit. De regeering heeft wel een zeer moeilijke en verantwoordelijke taak. VERBOUW VAN POFMAIS IN KLEINE TUINTJES Voor 75 cent een geheel jaar aanvullend voedsel voor een gezin van vier personen* Hoewel de voedermais en de sui- kermais in ons land algemeen be kend zjn is de kleinste soort, de pof- mais, tot heden op den achtergrond aebleveu. Alleen in Amerika en Transvaal schjnt zij een gangbaar tafelgerecht te zjn. Van 1936 af heeft de heer Bennink te Apeldoorn, die jarenlang in Ame rika heeft gewoond, te Rekken. Baar- le-Nassau en Alkmaar proeven met den verbouw van deze maissoort ge nomen. Thans is gebleken, dat zj overal in ons land normaal groeien kan. De pofmais onderscheidt zich van de andere granen doordat zj ook in het klein verbouwd kan wor den. Haar scheikundige samenstel ling wjkt af van de meeste andere granen, bj droge verhitting onder gaat zj een zeer sterke expansie. Na drie minuten verhit te zjn. vliegt elke korrel met een knal uitelkaar en vormt zich tot een groote, licht verteerbare vlok. Vermengd met bo ter en suiker of zout zijn deze vlok ken een gerecht, dat algemeen zeer smakeljk wordt gevonden. De voe dingswaarde van pofmais heeft een hooger gehalte dan dat van voltar- wemeel. De verbouw van de pofmais, waar- bj van den akker tot de etenstafel geen enkele machine noodig is, wordt van belang geacht voor eventueele schaarschte aan granen in den ko menden tjd. Een klein tuinhoekje er mee bepoot en gewoon bemest levert voldoende op voor een gezin van drie vier personen om gedu rende een geheel jaar pofmais als aanvullend voedsel te gebruiken, ter- wjl de kosten naar verhouding zeer gering zjn, slechts ?5 cent. Tegen het eind van April moet de pofmais gepoot worden en in Sep tember is zj rjp. Dit voorjaar wordt het zaad van de pofmais in den han del gsbracht. tegen Hoofdpijn, Kiespijn Migraine Hulp aan gemobiliseerden Het wordt in deze mobilisatie dageljks bewezen, dat ons volk nog mannen genoeg „van stavast" heeft, bereid en in staat om te verdedigen wat voorgeslachten ons nalieten. Maar hun zorgen zjn vaak groot; ,t is in ons land niet meer zoo'n rijke boel als in de dagen der „com- penie". Maar we steunen elkaar zooveel mogeljk. In dat verband valt ten zeerste het initiatief toe te juichen, dat geleid heeft (uit de Centrale Raad voor O. en O.) tot de vorming van commissies van bijstand (verte genwoordigers K.v.K., middenstands organisaties, gemeentebesturen e.a.) aan gemobiliseerden. Deze zal zich in het bjzonder be lasten met practische hulp aan de kleine zelfstandigen, wier bestaan door de mobilisatie in gevaar wordt gebracht. Geïntresseerden kunnen zich tot deze commissies wenden. In cantines e.d. zullen binnenkort mecTedeelingen over deze commissie worden aangeplakt. VENRAY, 23 Maart 1940 De Zomertijd. Bij Kon. Besluit van 9 Maart 1940 is bepaald, dat de vervroeging met één uur van den wetteljken tjd dit zal aanvangen den 19en Mei en zal eindigen den 6en October. Hoofdkeuring van Springstieren. De Burgemeester van VENRAY brengt ter algemeene kennis, dat de houders van springstieren, die hun stieren aan de op 18 April a.s. te Venray te houden hoofdkeuring wen- schen te onderwerpen, hiervan ter Secretarie aangifte moeten doen vóór 9 April a.s. Na genoemden datum zullen ter Secretarie geen aangiften meer worden aangenomen. Venray, 13 Maart 1940. De Burgemeester van VENRAY, A. H. M. JANSSEN. LEUNEN Alhier zullen op den 2den Paaschdag groote harddrave- r jen gehouden worden, georganiseerd door de Rjvereeniging „De Cowboy", Er zullen nog diverse andere ver- makel jkheden aan verbonden worden. Alle ruiters uit Leunen en omge ving worden uitgenoodigd hieraan deel te nemen. Opheffing bewaakte overwegen. De minister van Waterstaat heeft aan de Nederlandsche Spoorwegen ontheffing verleend van de verplich ting tot afsluiting van de volgende overwegen: in de ljn ArnhemVenlo in de gemeente Grubbenvorst; in de ljn MaastrichtVenlo in de gemeente Tegelen. Bij deze overwegen zullen automa tische lichtseinen worden geplaatst. Paaschveemarkt te Horst. De Paaschveemarkt trof dit jaar geen gunstig weer en ondanks dit weer, was de markt toch nog goed. Er viel een buitengewoon groote belangstelling waar te nemen van mesters, boeren en handelaren. De aanvoer van vee was van zeer goede kwaliteit. De prjswinnaars uit de individueele klassen wisten ook nog beslag te leggen op 2 dieren van de mooiste collectie van een eigenaar, n.l. van dhr. M. Poels te Meterik. Na afloop van de tentoonstelling werden de prijzen uitgereikt door Burgemeester Dr. van Grunsven. Aan 6 dieren werd tevens een lauwer krans toegekend. De fotografen leg den een en ander op de gevoelige plaat vast. Bekroningen: Koeien: la G. Peeters Horst, aangekocht door J. Joosten- Bastins Venlo; lb P. J. Litjens, aan gekocht door de Gebr. Schloosz te Sevenutn; Individueele groep: 1 pr. Smits-Cantelberg Venlo; Individueele groep vaarzen: 1 pr. Smits-Cantel berg Venlo; vaarzen met 4 tanden: le pr. Gebr. Camps Oostrum: aan gekocht door gebr. Lam Winssen bj Njmegen; Vaarzen met 2 tanden: le A pr. Lens Vossen, Eindhoven; le B pr. J. Andriessen te Eindhoven 2e pr. dezelfde; Pinken la K. v. Goch, Deurne; lb P. Litjens Sevenum; Os sen le pr. Gebr. Wijnhoven, eigenaar en mesters, slagerj Horst. De pr js voor de mooiste collectie vetvee van een eigenaar viel ten deel aan M, Poels, Meterik. Bj de schapen werd de le prijs gewonnen door G. Peeters Horst. Op de wekeljksche markt werden aangevoerd 168 dieren, waarvan 52 stuks rundvee, 7 paarden, 1 schaap 108 biggen de handel was over het algemeen zser goed. Ongemerkte biggen brachten 13 a f 14.op. Ge merkte biggen tot f 23. De Paaschmarkt mag schitterend geslaagd heeten. Kerkboeken, Missaals, Rozenkransen, enz. Fa. van den Munddiof Alle Copie hierop betrekking hebben de, moet Donderd. voor 1 uur in ons bezit zjn. SER VA riUS-OMROEP Ook nu zette Servatiusl z'n zege vierende opmarsch voort, ditmaal ten koste van de Venlosche Vossen, welke in eigen home met 42 wer den afgedroogd. Wat is Servatius van plan In Venlo vertoonden de Venrayera wederom hetzelfde vlotte, frlssche spel, hetwelk we de laatste weken van hen gewoon zjn geworden. Even na de rust had Servatius zelfs een 4—0 voorsprong. Toen met een flinke overwinning in 't zicht vond men het welletjes en hierdoor kreeg V.O.S. vr j spel, waarvan ze maar al te dankbaar profiteerden door de achterstand met twee goede goals in te loopen. Met een 4—2 overwinning moest Venray ten slotte genoegen nemen. Tweede Paaschdag komt V.I.O.S.T. op bezoek. Dat met deze Tegelschen heusch niet te spotten valt heeft D.E.V. Zondag j.l. aan den ljve on dervonden. V.I.O.S.T. staat bekend als een gave, technisch goed onder legde ploeg, die er steeds een hoog tempo weet in te houden. m Met deze wetenschap kan Serva tius haar voordeel doen, door met dezelfde wapens in het veld te komen en deze dan ook uit te buiten. Men kan er dan van overtuigd zjn dat deze ontmoeting een felle kamp zal worden tusschen twee gel jkwaardlge tegenstanders. Indien het weer maar Als Uw dochtertje er zoo lusteloos uitziet neem dan maatregelen, want dan heeft ze pijn. Help het kind en geef haar zoo'n on schadelijk WITTE KRUISJE Hoofdpijn, periodieke pijnen en depressie kunnen bij jonge vrouwen en opgroeiende meisjes niet beter worden bestreden. En wat vooral zoo prettig is, ze kunnen zoo gemakkelijk wor den ingenomen want ze zijn practisch geheel smakeloos. DUTIM OEGSTGEEST

Peel en Maas | 1940 | | pagina 9