TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS I ABDIJSIROOP Uit oude herinneringen FEUILLETON. De foren waakt Ons weekpraatje. Krakelingen. Verdrijf die Beklemming Zaterdag 23 Maart 1940 Een en Zestigste Jaargang No 12 Merkwaardig bezoek aan den Paus in 1845. Het Fransche nieuwsbureau Havas wist uit Vaticaanstad te melden, dat minister von Rib bentrop na zijn audiëntie bij den Paus plotseling onwel is geworden en eenige oogenblikken in een anti-chambre moest gaan zitten voordal hij kon binnengaan bij kar dinaal Maglione, den staatssecre taris van Pius XII. Wij laten dit bericht voor wat het is. Is het waar, dan zijn er nog geen conclusies uit af te leiden omtrent de pauselijke audiëntie, die voorafging. Wat er van zij, het bericht wekt herinneringen aan den toe stand, waarin een andere per soonlijkheid eens bij den Paus vandaan kwam, tsaar Nicolaas van Rusland nl., die 13 Decern ber 1845 een bezoek bracht aan Paus Gregorius VXI. Het was in een tijd van ver woede Polenvervolgingen. De Russische regeering was er daar bij zelfs in geslaagd, den Paus te misleiden omtrent den toe stand, zoodat Gregorius XVI zelf het was in 1832 aanvan kelijk geloofde ir. schuld var. de Polen. Het gebrekkige verkeer van dien tijd maakte zulke dwa lingen mogelijk. Men kan zich de verontwaar diging voorstellen van den Paus, toen hij omtrent de misleidende schijnheiligheid van het Russi sche gouvernement was ingelicht. Maar de vervolging werd hevi ger. De Russische regeering liet zelfs duizenden Poolsche kin deren aan hun ouders ontrukken en naar Siberië vervoeren, om ze op te voeden in den schisma- tieken godsdienst. Paus Gregorius heeft daartegen krachtig geprotesteerd in een con sistorie Juli 1842, welke rede in de.geheele wereld grooten indruk maakte. Twee en een half jaar later, op 13 December 1845, ging de tsaar bij een bezoek aan Rome op audiëntie bij den Paus. Om vier uur in den morgen kwam de Russische keizer te Rome aan. Na in de Russische ambas sade zijn intrek te hebben geno men, liet hij terstond het Vatir caan op de hoogte stellen en een audiëntie aanvragen. Gregorius XVI liet antwoorden, dat hij Ni colaas denzelfden dag om half twaalf zou ontvangen. Zoolang Gregorius leefde heeft niemand buiten Paus en keizer ooit geweten, wat op die audiën tie onder vier oogen is voorge vallen. Wanneer men hem er naar vroeg, antwoordde de Paus: „Ik heb alles gezegd, wat de H. Geest mij heeft ingegeven." Er waren intusschen aanwijzin gen genoeg, dat Christus' plaats bekleder, zijn Meester voorden Roman uit het Venraysche land door Gerard Lemmens. 15. Tines Jukkel is deze morgen vroeg van huis gegaan, hij heeft brutaal ge weigerd, bij ruwere herhaling van gisteren, aan zijn zevenjarig Gerdake om bruidje te zijn in de Heilige Hart- processie vandaag. Kapelaan Vervuurt had 't haar zelf gevraagd, omdat ze zo'n braaf meisje was, en de kapelaan zelf zou bij de zusters (o ja, natuurlijk 1 zo'n zwartrok kan alles, omdat ie heult en houdt met de rijkere meneren en mevrouwen en teren mag van de on zinnige giften net als de nonnen) voor een mooi en passend wit kleed zorgen, dat ze daarna voor beste jurk mocht blijven houden. Nou... maar aan hem, Tines Jukkelwas hij 't toch niet komen vragen. Om een gratis jurk verkocht hij zijn dochtertje niet. En hij zou dan zijn mening wel eens gezegd hebben, en niet zo zaligjes. Wat had die er zich mee te bemoeien, met wat z'n dochtertje ongeweten en onbewust te doen en te laten had? En dan, om achter of voor zo'n beeld te lopen, zo'n gipsen of stenen beeld van dien doktri- nerende wijsgeer uit hut oude legenda rische Palestina... (hij wist het ommers béter dan al die dorpsdevoten). Zorgen voor een wit passend kleedje, ha ha, die is goed Dat de goeie man maar eens zorgde voor een behoorlijk be staan van den werkman, van den pro letariër, voor hém, voor een fatsoenlijk stuk brood voor hem en de zijnenEn niet liggen te klaplopen bij de rijkaards gekroonden kerkvervolger waar dig heeft vertegenwoordigd zegt prof. Mourret in „l'Eglise contem porain." Kardinaal Wiseman heeft erin zijn „Herinneringen" 't volgende medegedeeld: „Een Engelschman, die zich in dat deel van het paleis bevond, waar de keizerlijke bezoeker terugkeerend [van het onderhoud passeerde, beschreef het opge wonden uiterlijk van den monarch, Bij zijn aankomst toonde Nicolaas de vastberaden houding en het koninklijk voorkomen, zijn per soonlijkheid eigen. Vrijmoedig en op zijn gemak groette hij wel willend met blik en gebaar. Op den langen weg door de anti chambres was hij de koninklijke adelaar, met gladgestreken veeren en doordringenden blik, met dien krachtigen snavel en klauwen waaraan nooit een prooi kon weerstaan. „Hij kwam blootshoofds terug, met de haren ïn wanorde, met wilden blik en bleek gelaat alsof hij in dat uur alle gevolgen had doorstaan van een langdurige koorts. Hij wachtte niet tot zijn rijtuig voorkwam voor het bordes, maar haastte zich over het bin nenhof en liet zich zoo snel mn- gelijk verwijderen van het terrein eener klaarblijkelijke nederlaag. Het was de van zijn roofnest verdreven adelaar; met gehavende veeren en voor een tot dan toe miskende macht diep neergesla gen blik. Een en twintig jaren later heeft Pius IX opnieuw oij een uiteen zetting van den toestand der katholieken in Rusland de bijzon derheden medegedeeld van het onderhoud van 1845. Gregorius XVI was inderdaad in de kern der kwestie getreden en had den keizer vrijmoedig onderhouden over de wetten van [zijn keizer rijk, die een groote beleediging waren voor de katholieken, als ook over de brute toepassing dezer wetten. En de Paus had den keizer een schrijven over handigd, waarin al die verwijten met de bewijsstukken werden ge staafd. Nicolaas was heengegaan met de belofte, dat hij elke machts- willekeur, die te zijnei kennis zou komen, wilde onderdrukken Ongetwijfeld is aan dit onder houd de oorsprong te danken van het Concordaat, dat de tsaar op 3 Augustus 1847 met Grego rius' opvolger Pius IX heeft af gesloten. „De strijd van het recht tegen de macht is altijd een grootsch schouwspel," schreef in die dagen het dagblad „la Réforme." „Het Pausschap toont zich zijn grootste tijden waardig. De gerechtigheid, het recht en de vrijheid vonden hun beschermer in het Romein- sche heiligdom." Aldus de gegevens van dien tijd. Het schouwspel van den strijd van het recht tegen de macht, kunnen wij ook in onzen tijd her haaldelijk aanschouwen. En wij en de sjiekaards En dat ie maar zorg de, dat hun kristelijke leer in de prak tijk kwam. Maar het was immers toch al onder een deken, dat hele zwiekfe van fijne en rijke meneren met de dorpsgeestelijkenze hielden het toch met elkaar, en zagen alleen hun recht. Tines is weer van 't bergje opge staan, en is weer gaan lopen En nou ie daar liep, nou hoorde hij dat lijze zoemen van almaar Onze Vaders en Wees Gegroeten en dat toegonzend eendreunig zingen, dat drong, nee dat tartte door de hete lucht. Om regen Daar onder aan de weg, daar kwamen i aande weg op, die hij af ging. Zo dadelijk moest hij ze allen voorbij lopen. En, ja, dat zou hij 1 ja, dat zou hij. Hij durfde. Met de kop in de lucht, en de ogen brutaal open. Hij zou al die blikken trotseeren, omdat hij een kerel was. Om een kerel te ziin behoeft ge niet de zwartrokken na tezitten en een gezicht te flemen tegen groten, o En ze konden, allemaal, dan eens eris kijken naar dien Tines Jukkel, allemaal ja, ook die fijne meneer van Douwenaar, de fabrikant, die schobbe jak, die fielt, die er wel met zijn hoge dop en in zijn slip d'rachter zou lopen, want hij was immers bij de elite, bij de heren van het dorp. Hoevelen waren er niet van hem afhankelijk. Die meneer van Douwenaar wist het wel, waarom hij met zo'n femelend gezicht meeliep. Dan was schurk nummer twee van van Douwenaar, Leviticus, toch nog beter. Hij was ook een ploert, misschien nog veel gemener, maar hij lief zich toch niet met die poespas daar in. Hij zou het doen. Waarachtig. Maar als de eerste vaandel nader kwam, de koene heraut piekend tot vrome kamp, tot maning... als al die biddende rissen persoon voor persoon te onderscheiden waren. Kobes zou ook meelopen, als hij het ringelgeklin- gel hoorde van de schellen, zo dat de vogels niet eens meer sjilpten, ja... weten ook, waar de groote be schermer zetelt van het Recht Toen heette hij Gregorius XVI, thans is zijn naam Pius XII. Een groote troost in deze troebele tijden vol verkrachting van het recht Een jaar geleden had Duitsch- land vergeten Hem geluk te wen- schen met zijn verkiezing tot Paus. Thans vraagt de minister van Buitenlandsche Zaken van het Derde Rijk toegang tot het Vaticaan. En Hitier zendt den Paus een gelukwensch op den eersten verjaardag Zijner uitver kiezing. Het kan verkeeren. In een jaar kan veel veranderen Men heeft den Paus weer noodig en vraagt een audiëntie bij den „medicijnman", zooals een der hooge gevolmachtigden van de Duitsche regeering Rosenberg eenige jaren geled?n zich onge straft veroorloofde den Paus van Rome minachtend te betitelen. Von Ribbentrop moest de vrij moedigheid riskeeren, waarmede Pius XII zijn meening over de herhaalde schending van het plechtig gesloten Concordaat en over andere daden tegen de ka tholieke Kerk in Duitschland en haar bisschoppen en priesters ongetwijfeld ter kennis zal heb ben gebracht van dezen digni taris. „Het Pausschap toont zich zijn grootste tijden waardig". De grooten der wereld mogen zich aan die grootheid spiegelen en doen wat Recht is STALIN AAN HET STUURWIEL en de juichende Wij nkoopiaant j es De lezing van wat Nederlandsch- communistische lectuur deed me in eens aan een kinderspelletje uit mijn allerprilste jeugd terugdenken. De „regelen" van het vermaak herinner ik me niet precies meer, maar wel ken ik nog het telkens herhaalde refrein van het liedje, dat ter bege. leiding diende Ik draai mrjn wieletjes noggerls om, Klap nou In je handjes Als de centrale figuur deze woor den gezongen had, moest de om ringende rg' jongens en meisjes kletterend handenklappen. Voor kinderen heusch 'n aller aardigst spelletje, voor volwas senen lijkt het me echter te on- noozel en voor staatslieden, in ernst gespeeld, vuig en karakterloos. Zie b.v. eens, hoe Stalin het spel pleegt met zijn onnoozele volgelingen. De Russen waren, heetten zich, de grootste tegenstanders van het nat.- socialisme. Het communistische koor, over heel de wereld verbreid, moest eenparig blaffen tegen Hitier en Mussolini en met alle democra tische groepen één eenheidsfront zien te vormen „tegen nat.socialisme en fascisme". Het koor klapte inde handjes en riep „nat.-socialisme en fascisme zijn moord." Plotseling keerde Stalin zijn wieltje nóggeris om, oriënteerde zich op Berlijn en elschte, dat de commu nistische kindertjes in de wereld weer klappen zouden. En ze deden hetZe slikten alles in, wat ze te voren betoogd hadden en richtten hun pijlen op de democratie, d. i. volgens de nieuwe bolsjewistische dan begon 't te knuwen op zijn ge moed. Waar was zijn redenerend den ken zijn voornemen om de processie de mensen daar te trotseren En bang schoot hij een weggetje in, dat juist verborgen te piepegaaien lei* en liet de processie aankomen, en liet de processie voorbij trekken, en zag de vele mannen en de vele vrouwen, de jongelieden, de ontelbre kinderen de vele witte bruidjes, de fanfare, de zangers, de verenigingen, en ook de slip-mensen... zag hij dat groot beeld van het Heilig Hart van Jezus, en de priesters in devoot wit, een onder hen was, in purperrood, een vreemde hier op het dorp, die de glinsterende monstrans ophief, schrijdende onder een hemel... sjemielede monstrans wat een waarde voor hem, als hij die in zijn vingers haddie zes sterke man nen hadden te torsendat had hij ook eens gedaan, verdoemd ja, als lid van de organisatie, met Krelis Jansen, die er nog bij was, en Sjangvan Driekjan, en Grad Wismans die al onder de aarde lag... Hij was gevlucht 1 Hij had zich snel gaan verbergen; hij zat nu verborgen, in dat weggetje, met aan ene kant het opschietend maar door de droogte ijl koren en aan de andere kant een hoge heg grijs van de stof omdat er zolang geen regen was gekomen. Schuw, zo zat ie hier, als een bange honderger nog. Voor de mensen? Voor de priesters die er gingen Voor de slipdragers Nee! voor dat beeld, dat iets moest duiden en zeggen; het Heilig Hart van Jezus... voor de monstrans- Het trof hem. Hij kon niet verder meer toekijken, niet meer opblikken - al stond hijzelf hier uit de kijk: het leek alles wel donker voor hem, rond hem. Wat een verschil nu met toen. Toen hij ook de hemel droeg, in het eerste jaar dat hij getrouwd was. Toen hij, met en door Trees, geloofde als alle leer de kapitalistische plutocratie, welke op „oorlog" en „moord" uit is. Thans is Stalin wederom bezig om zijn wieltje om te draaien en alle bolsjes, onze Nederlandsche Loutjes en wgnkoopiaantjes inbe grepen, staan al weten ze nog niet, wat het worden zal met de handjes ai in de hoogte, om het klappen te beginnen. Tot welke moeilijkheden dit kleine kinderen-spel leidt, als het door groote menschen in de politiek wordt bedreven, zien we aan het verloop der Russisch-Finsche be trekkingen. Nog maar een dik half jaar ge leden, nl. in Juni 1939, bevatte het tijdschrift der Communistische Inter nationale een artikel over Finland, waarin met dankbaarheid werd er kend, dat er in dat land veel is verbeterd, vergeleken bij vroeger, maar dat er toch nog een strooming is, die de neiging heeft om het met Hitier-Duitschland op een accoord te gooien. In dat artikel staat, dat Nazi-Duitschland het eenige gevaar van Finland is en dat andere landen zich tegen dat gevaar aaneen heb ben te sluiten! Dat artikel is van de hand van een man, wiens naam een droevige vermaardheid heeft gekregen, van Kuusinen Dus, lezer, besef het welin Finland ging het volgens Moskou en speciaal volgens den in Moskou won enden Finschen verrader Kuusi nen, heel goed, op één ding na: er was nog een strooming, welke heulde met Duitschland, den groot sten vijand van Finland. Ruim een maand later sluit Moskou een accoord met Nazi-Duitschland en uit dit accoord vloeit een pro clamatie voort, waarbij dezelfde hiervoren genoemde heer Kuusinen door Moskou wordt geproclameerd tot hoofd der eenige wettige Finsche volksregeering Onze Loutjes en Wqnkoopiaantjes maakten braaf halt op den weg tegen de Nazi's en „front" tegen de „democratische kapitalistische plu tocratle." Ze klapten in de handjes en riepen„Blij, blij, big En Stalin draaide zijn „wieletje nóggeris om". Hg had een bebloeden kop geloo- pen tegen den Finschen verdedi- gingsmuur, slikte de „eenige wettige volksregeering onder leiding van Kuusinen" in zgn alverterende bol sjewistische maag in, en vroeg aan de democratisch-kapitalistische-plu- tocratische regeering van Helsinki om onderhandelingen. Dat liegen zewas de eerste reactie van het Nedsrlandsch-com- munistische „Volksdagblad". Om deze courant letterlijk te citeeren: de geruchten over vredesonderhan delingen tusschen Moskou en Hel sinki en over Russische ei3Chen tot afstand van eenig Finsch gebied, werden „waanzinnige leugenberich- ten" geheeten. Afstand van Finsch gebied Geen sprake van, want en hier gaat het Volksdagblad nog steeds uit van de gedachte aan de eenige door Moskou erkende „wet tige volksregeering van Kuusinen", - wantdit zou „reeds hierom onmogelijk (zijn) daar de Sovjet-Unie geen duim breed grond van de Finsche volks republiek zal annexeeren". En dan verwijst de schrg'ver naar de „verdragen" tusschen den heer Stalin en zijn eigen trawant Kuu sinen. Dit artikel verscheen twee weken geleden. De schrijver de hoofd redacteur van het Nederlandsch- communistische dagblad geloofde dus toen nog altijd rotsvast aan de werkelijkheid van de door Moskou in het leven geroepen Finsche volksregeering van Kuusinen; de echte Finsche regeering te Helsinki, welke den strjjd tegen 't Russische imperialisme leidt, noemde hij weer eens de „aan Engeland verkochte Mannerheim-kliek" in „in werke lijkheid anti-Flnsche landverraders". Maar intusschen is dan toch zonneklaar gebleken, dat Stalin de heele regeering-Kuusinen beeft willen inslikken en dat hg graag met de „democratisch Finsche plu tocratie" en dezer regeering te Helsinki tot een accoord wilde komen. En wat onze Loutjes en Wijn- koopiaantjes nu weer doen en doen zullen Ge kunt er verzekerd van zijn ze klappen In de handjes van big big big Leuk van kinderen. Misselijk van groote, politieke menschen. Walgelijk mensen hier op het dorp en tevreden was met hetgeen hij had en kreeg. En nu, nu hij het geloof als een last, als een onding van zijn schouders had ge gooid. Waarom Trees vaak schrewde. Waarom vaker herrie in de hut was. Als een onding., maar dan moesf hij zich nu niet zo hebben verborgen. Hij meende, na die inlichtingen en die redevoeringen en de geschriften van die nieuwe en andere leraars, prole tariërs als hij en met rode dassen, met pakkend echte zinnen en redeneringen! toen vrij te zijn geworden, vrij te blijven ook, verlicht, niet meer bedompt, niet meer opgewarmd door onmogelijke bangmakerij en zoetekoekpraterij of met een wissel op de eeuwigheid I Was hij tevreden geweest? ja, mis schien, maar dan toch ook: dom, op de eerste plaats. Nu kende hij de op gezweepte eeilijkheid en de inschake ling in de mensheid van recht. Eilacie, hij moest het toch ook wel inzien, dat hij toen, ja, wel zoet maar toch ook tevreden was geweest in zijn strijd om het bestaan, terwijl nadien wrevel in hem was gekomen, en een ontevreden heid die naar wraak streefde. ...Als bomen ineen bos, hoge bomen met zwarte stammen en zware kruinen, met vele wilde en laaggroeiende strui ken tussen de stammen, ruw en bast, zo stonden op walpende benen rond hem zijn wrevel, de zonden, zo stond zijn leven. Donker. Wild. En koppig zwart. Laf. s Ging er een storm opsteken in zijn gemoed Stak niet een felle wind de zware wolken in roering, die hingen om zijn wel begrijpen Er werd een processie gehouden om regen. De droogte en de hitte dreigde katastrofaal te worden. In hem zat grauwheid van wroeging, die droog was en heet. De processie was nu voorbij. De zon scheen. Egaal wit. Even heet. Tot gif tens toe. Het stof verpeste de weg. Niet voor de mensen en voor het leven Zoo'n creatuur 1 Met echte misdadigers als inbre kers en oplichters van professie, heeft de brave burgerg in het alge meen uitgezonderd ter gelegen heid van de collecte op reclassee- ringsdag niet veel compassie. Tccb houd ik me er van overtuigd, dat er in de gevangenissen heel wat men schen zitten, die wat deugd en ka rakter betreft, niet veel slechter zgo dan de gemiddelde mensch wiens fouten niet zgn in het zonden- register van het strafwetboek. Er zgn inbrekers en oplichters, die er een aannemelgke eere-code op na houden, geen arme menschen zullen trachten uit te plunderen, geweld in alle omstandigheden schuwen en op sportieve wgze een nederlaag weten te aanvaarden, welke zij tegenover de politie hebben geleden. Als zoo'n handige joDgen een rgken, gezlenen burger weet te betrekken in een z.g. smokkelzaakje van morphine of cocaïne en hg ruilt daarbg een zakje soda voor 'n stuk of wat roode rug gen, nou, dan kan ik nog wel even schik hebben om zoo'n geval. Al erken ik natuurigk, dat het niet mag en dat de zondaar gestraft be hoort te worden. Maar om te huilen vind ik zoo'n zaakje, waarbg een arme tobber vaD zg'n eigen nood een deugd maakte, heusch niet. Wat Ik gemeene kerels vind, dat zijn zg, die van den nood van an deren een deugd maken. Van den huwelgksnood, b.v. van oude vrg'sters óf om ergere dingen te noemen van den arbeidsnood van werk- loozen. Het aftroggelen van de laatste spaarcentjes van iemand, die hopeloos hunkert naar arbeid en eerlgke ver diensten, is een misdaad van de ergste soort. Echte boeven heet ik ook de on- menschen, die b.v. van de Lind bergh's in Amerika en van de ouders vau het verdwenen Amsterdamsche meisje De Nigtere, geld probeerden los te krggen door ze het vooruit zicht te openen op den terugkeer van hun kind in levende ïgve, ter- wgl ze daaraan volstrekt niets kon den doen en ook niet van plan wa ren te doen. Op zulke wgze van den nood van anderen een deugd (voordeel) maken voor zich zelf, is beestachtig. Ik kwam tot deze regelen door het bericht van de arrestatie In Amster dam van iemand, die zich journalist noemt en zich aan een soortgelijk misdrg'f schuldig maakte. Ik hoop slechts, dat de man ook bg de op gave van zgn beroep gezwendeld mag blg'ken te hebben. Dit creatuur big kt zich tot de on gelukkige Mevr. de Wit in Delft te hebben gewend, de echtgenoote van den Nederlandschen Ingenieur De Wit, die destgds zonder vorm van proces in Moskou naar Siberië werd verbannen en over wiens lot men sindsdien vrgwel niets meer heeft gehoord. Het eenige nieuws, dat mevr. de Ieder, die met 'n verwaar loosde hoest is blijven <|oor- Joopen kent dat gevoel van •beklemming op de borst, die U het ademhalen bemoeilijkt.' Val die beklemming met suc ces aan door middel van Abdijsiroop. Ze maakt de 'slijm op Uw borst los, zuivert Uw luchtwegen zoodat het beklemmende, pijnlijke ge-i voel bij het ademhalen ge-j heel verdwijnt. Laat Akker'sj Abdijsiroop, de bijzondere kruiden-siroop, nu versterkt •met „codeïne" dat ook voo» JU doenBegin vandaag, daa voel tiGe AL morgen al.bet§£3 AKKER rS v&xsm&e tegen hoest, griep, bronchitis, asthma. Flac.9Qct„ fL5Q,.f2.'10, f4.20. AlomjverJsrügbe de natuur rond hem en vederop, maar voor hém alleen. Voor hem alleen. - Ach jongen, Tines! wat bent ge een mak en zwak ventje. Die komt me daar bekant onder de indruk van 'n zouteloos processietje op een Zondag in juni 1 Hij had moeten vloekenmoeten verwijten moeten schimpen Hij had er dien lammeling van een van Douwe naar deruit moeten halen, hem verne deren, verguizen, en verwijten, dat hij hem, Tines Jukkel, ontslagen had „uit liefde tot zijn evennaaste"! jawel... dat hij hem met zijn gezin in bittere armoe gejaagd had Omdat hij enkel en alleen maar zijn recht zocht, en het recht van den werker; omdat hij zich los ge maakt had van elke geloofsdwang; omdat hij., nou ja, maar dat was im mers hun recht, het recht van eiken werker omdat hij zijn beter weten verkondigdewat men ophitsen en op ruien betitelde. Ja, met dat gebazel over hun gemeenschap, hun demago gische reaktiewoorden, daar nekte men hen mee, daar nekte men hen allen mee die strijden voor minderheid en rechtEn ze hebben het wapen van broodroof erbij, als ge niet naar hun pijpen wilt dansen. En dan, het domme volk van het dorp, het gelovige domme volk hier, dat hebben ze met hun ge- praal en gesnater en met hun druk en macht op hun hand. Ja, vloeken moest ie! Erg. Heel erg.Tergend erg 1 dat ie daarnet nog onder de indruk kon komen! dat ie een ogenblik 'n zeker gevoelen in zich vrij spel liet Maar kerels! hij zóu niet langer de zachtmoedige verschoppeling zijn hier. Hij kon een processie opzetten, zoals deze bidt om regen, zal de zijne niets doen van vloeken 1 Ze moeten hem Ieren kennen. En hij zou ook niet langer armoei lijen terwille van dat schijnheilig kliekje van heren 1 Om de dooie dood niet. Trees zou het brood niet meer uit heur mond behoeven te halen voor de kin- Wit destgds uit bet gevangenkamp aan de Oostkust van Siberië ontving, was... een stempel op een onbestel- baren, aan baar teruggezonden brief, waaruit zg moest opmaken, dat haar man in het ballingsoord was gestor ven. Op al haar brieven, gezonden aan de hoogste autoriteiten in de sovjet- Unie om haar toch mede te deelen, of haar man inderdaad gestorven was, heeft zg nimmer eenig ant woord ontvangen. Ook het Nederlandsche ministerie van Buitenlandsche Zaken, waartoe zg' zich om hulp wendde, noch het internationale Roode Kruis, noch buitenlandsche instanties hebben de sovjetautoritelten kunnen bewegen, antwoord te geven. Van deze tergende onzekerheid heeft de gearresteerde journalist, die werkzaam zou zgn geweest aan een blad in de provincie Utrecht, gebruik gemaakt om de dame op te lichten voor een vrg belangrijk bedrag aan geld. Hg interesseerde zich zoogenaamd voor het geval en w ist mevr. de Wit te doen gelooven, dat hg zich binnen kort naar Rusland zou begeven en daar dan zou probeeren te weten te komen, of haar echtgenoot inder daad gestorven was. Maar daarvoor was geld noodig. Mevr. De Wit. die den man geloofde, gaf hem een bedrag geld. Zg zou echter spoedig ondervinden, dat de journalist haar had opgelicht. Het is in deze dagen nuttig om het óók nog eeDs op te halen van welk een duivelschen geest het Rus sische bolsjewisme is bezield, tot in den persoon van de hoogste ambtsdragers. Dat men 'n vreemde, of wie het ook zgn mocht, zoo maar zonder vorm van proces naar Siberië kan doen verdwgnen, is een grove onrechtmatigheid, maar dat men op de vragen van een andere regeering, op de smeekingen van een echtge noote, stelselmatig weigert mee te deelen, of de verdwenene dood is of leeft, of zg'n verblgfplaats bekendis of niet, of zg'n terugkeer al of niet ooit tegemoet kan worden gezien, zoo iets is alleronmenschelgkst. Dat de vrouw van zulk een slacht offer van bolsjewistische willekeur door een Nederlandsche journalist wordt uitgeplunderd, terwgi hg' val- sche hoop bg haar wekt, is een schan- welke slechts den persoon des daders aankleeft, maar waarvan het is, of een spatje ervan op ons allen, Nederlanders, is afgespoten enblgft kleven, zoolang zulke wandaad niet voorbeeldig wordt gestraft. ders, en hij niet meer zonder 'n cent op de ribben rondzwerven. Trees... die laatst nog naar de pastoor is willen gaan, voor hem, heur man, om vast werk, om ondersteuning in de vorm van werkvergoeding. Dat was, nadat hij z'm dolle kop had uitgespeeld, en op -straat stond, en het bleek, dat de kameraden uit de stad hem niet konden helpen ze zaten daar ongeveer in eenzelfde positie dan hij hier op dit nest. Hun richting moest eerst nog doorvreten, moest alle werkers onder zich hebben. Dan Ja ja, Trees naar de pastoor gaan. Trees, die hem dat vroeg te doen. Die het zelf ook wilde doen. .Sjongens, die zou dan wel in zijn vuistje hebben gelachen, en die meneer Arnold van Douwenaar, die kapitalist, die wijnbuik, die ik-weet- niet-wat, dito want dat begrijpt ge 1 de zwarte zou zoiets direkt overbren gen. met alle geuren en kleuren, en van Douwenaar zou weten dat Tines Jukkel zijn kop had moeten buigen, dat de familie Ji^ckel weerom gedweëe lammetjes waren geworden in hun kudden, onder hun hoede, in hun dorp. Ginds ging de processie. Hier stond hij nu weer 1 Tines moest weer hoesten. Die hoest, die hoest... die zat 'm erg in de weg. Ze was in de laatste tijd zelfs erger geworden. XIX. Zijt ge nou helemaal belaaitafeld, Trees? Ach, gij weet niet. Ik Ik weet het verduveld goed 1 Maar dat zult ge toch niet gaan doen. God, liever nog zou ik... Hier is niks te liever-zou-ikken. Daarmee uit. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 5