TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
I
ABDIJSIROOP
Uit oude
herinneringen
FEUILLETON.
De foren waakt
Ons weekpraatje.
Krakelingen.
Verdrijf die
Beklemming
Zaterdag 23 Maart 1940
Een en Zestigste Jaargang No 12
Merkwaardig bezoek aan
den Paus in 1845.
Het Fransche nieuwsbureau
Havas wist uit Vaticaanstad te
melden, dat minister von Rib
bentrop na zijn audiëntie bij den
Paus plotseling onwel is geworden
en eenige oogenblikken in een
anti-chambre moest gaan zitten
voordal hij kon binnengaan bij kar
dinaal Maglione, den staatssecre
taris van Pius XII.
Wij laten dit bericht voor wat
het is. Is het waar, dan zijn er
nog geen conclusies uit af te
leiden omtrent de pauselijke
audiëntie, die voorafging.
Wat er van zij, het bericht
wekt herinneringen aan den toe
stand, waarin een andere per
soonlijkheid eens bij den Paus
vandaan kwam, tsaar Nicolaas
van Rusland nl., die 13 Decern
ber 1845 een bezoek bracht aan
Paus Gregorius VXI.
Het was in een tijd van ver
woede Polenvervolgingen. De
Russische regeering was er daar
bij zelfs in geslaagd, den Paus
te misleiden omtrent den toe
stand, zoodat Gregorius XVI zelf
het was in 1832 aanvan
kelijk geloofde ir. schuld var. de
Polen. Het gebrekkige verkeer
van dien tijd maakte zulke dwa
lingen mogelijk.
Men kan zich de verontwaar
diging voorstellen van den Paus,
toen hij omtrent de misleidende
schijnheiligheid van het Russi
sche gouvernement was ingelicht.
Maar de vervolging werd hevi
ger. De Russische regeering liet
zelfs duizenden Poolsche kin
deren aan hun ouders ontrukken
en naar Siberië vervoeren, om
ze op te voeden in den schisma-
tieken godsdienst.
Paus Gregorius heeft daartegen
krachtig geprotesteerd in een con
sistorie Juli 1842, welke rede in
de.geheele wereld grooten indruk
maakte.
Twee en een half jaar later,
op 13 December 1845, ging de
tsaar bij een bezoek aan Rome
op audiëntie bij den Paus.
Om vier uur in den morgen
kwam de Russische keizer te Rome
aan. Na in de Russische ambas
sade zijn intrek te hebben geno
men, liet hij terstond het Vatir
caan op de hoogte stellen en een
audiëntie aanvragen. Gregorius
XVI liet antwoorden, dat hij Ni
colaas denzelfden dag om half
twaalf zou ontvangen.
Zoolang Gregorius leefde heeft
niemand buiten Paus en keizer
ooit geweten, wat op die audiën
tie onder vier oogen is voorge
vallen. Wanneer men hem er
naar vroeg, antwoordde de Paus:
„Ik heb alles gezegd, wat de H.
Geest mij heeft ingegeven."
Er waren intusschen aanwijzin
gen genoeg, dat Christus' plaats
bekleder, zijn Meester voorden
Roman uit het Venraysche land
door Gerard Lemmens.
15.
Tines Jukkel is deze morgen vroeg
van huis gegaan, hij heeft brutaal ge
weigerd, bij ruwere herhaling van
gisteren, aan zijn zevenjarig Gerdake
om bruidje te zijn in de Heilige Hart-
processie vandaag. Kapelaan Vervuurt
had 't haar zelf gevraagd, omdat ze
zo'n braaf meisje was, en de kapelaan
zelf zou bij de zusters (o ja, natuurlijk 1
zo'n zwartrok kan alles, omdat ie heult
en houdt met de rijkere meneren en
mevrouwen en teren mag van de on
zinnige giften net als de nonnen) voor
een mooi en passend wit kleed zorgen,
dat ze daarna voor beste jurk mocht
blijven houden. Nou... maar aan hem,
Tines Jukkelwas hij 't toch niet
komen vragen. Om een gratis jurk
verkocht hij zijn dochtertje niet. En hij
zou dan zijn mening wel eens gezegd
hebben, en niet zo zaligjes. Wat had
die er zich mee te bemoeien, met wat
z'n dochtertje ongeweten en onbewust
te doen en te laten had? En dan, om
achter of voor zo'n beeld te lopen, zo'n
gipsen of stenen beeld van dien doktri-
nerende wijsgeer uit hut oude legenda
rische Palestina... (hij wist het ommers
béter dan al die dorpsdevoten). Zorgen
voor een wit passend kleedje, ha ha,
die is goed Dat de goeie man maar
eens zorgde voor een behoorlijk be
staan van den werkman, van den pro
letariër, voor hém, voor een fatsoenlijk
stuk brood voor hem en de zijnenEn
niet liggen te klaplopen bij de rijkaards
gekroonden kerkvervolger waar
dig heeft vertegenwoordigd zegt
prof. Mourret in „l'Eglise contem
porain."
Kardinaal Wiseman heeft erin
zijn „Herinneringen" 't volgende
medegedeeld:
„Een Engelschman, die zich
in dat deel van het paleis bevond,
waar de keizerlijke bezoeker
terugkeerend [van het onderhoud
passeerde, beschreef het opge
wonden uiterlijk van den monarch,
Bij zijn aankomst toonde Nicolaas
de vastberaden houding en het
koninklijk voorkomen, zijn per
soonlijkheid eigen. Vrijmoedig en
op zijn gemak groette hij wel
willend met blik en gebaar. Op
den langen weg door de anti
chambres was hij de koninklijke
adelaar, met gladgestreken veeren
en doordringenden blik, met dien
krachtigen snavel en klauwen
waaraan nooit een prooi kon
weerstaan.
„Hij kwam blootshoofds terug,
met de haren ïn wanorde, met
wilden blik en bleek gelaat alsof
hij in dat uur alle gevolgen had
doorstaan van een langdurige
koorts. Hij wachtte niet tot zijn
rijtuig voorkwam voor het bordes,
maar haastte zich over het bin
nenhof en liet zich zoo snel mn-
gelijk verwijderen van het terrein
eener klaarblijkelijke nederlaag.
Het was de van zijn roofnest
verdreven adelaar; met gehavende
veeren en voor een tot dan toe
miskende macht diep neergesla
gen blik.
Een en twintig jaren later heeft
Pius IX opnieuw oij een uiteen
zetting van den toestand der
katholieken in Rusland de bijzon
derheden medegedeeld van het
onderhoud van 1845. Gregorius
XVI was inderdaad in de kern
der kwestie getreden en had den
keizer vrijmoedig onderhouden
over de wetten van [zijn keizer
rijk, die een groote beleediging
waren voor de katholieken, als
ook over de brute toepassing
dezer wetten. En de Paus had
den keizer een schrijven over
handigd, waarin al die verwijten
met de bewijsstukken werden ge
staafd.
Nicolaas was heengegaan met
de belofte, dat hij elke machts-
willekeur, die te zijnei kennis
zou komen, wilde onderdrukken
Ongetwijfeld is aan dit onder
houd de oorsprong te danken
van het Concordaat, dat de tsaar
op 3 Augustus 1847 met Grego
rius' opvolger Pius IX heeft af
gesloten.
„De strijd van het recht tegen
de macht is altijd een grootsch
schouwspel," schreef in die dagen
het dagblad „la Réforme." „Het
Pausschap toont zich zijn grootste
tijden waardig. De gerechtigheid,
het recht en de vrijheid vonden
hun beschermer in het Romein-
sche heiligdom."
Aldus de gegevens van dien
tijd.
Het schouwspel van den strijd
van het recht tegen de macht,
kunnen wij ook in onzen tijd her
haaldelijk aanschouwen. En wij
en de sjiekaards En dat ie maar zorg
de, dat hun kristelijke leer in de prak
tijk kwam. Maar het was immers toch
al onder een deken, dat hele zwiekfe
van fijne en rijke meneren met de
dorpsgeestelijkenze hielden het toch
met elkaar, en zagen alleen hun recht.
Tines is weer van 't bergje opge
staan, en is weer gaan lopen En nou
ie daar liep, nou hoorde hij dat lijze
zoemen van almaar Onze Vaders en
Wees Gegroeten en dat toegonzend
eendreunig zingen, dat drong, nee
dat tartte door de hete lucht.
Om regen
Daar onder aan de weg, daar kwamen
i aande weg op, die hij af ging.
Zo dadelijk moest hij ze allen voorbij
lopen. En, ja, dat zou hij 1 ja, dat zou
hij. Hij durfde. Met de kop in de lucht,
en de ogen brutaal open. Hij zou al
die blikken trotseeren, omdat hij een
kerel was. Om een kerel te ziin behoeft
ge niet de zwartrokken na tezitten en
een gezicht te flemen tegen groten, o
En ze konden, allemaal, dan eens
eris kijken naar dien Tines Jukkel,
allemaal ja, ook die fijne meneer van
Douwenaar, de fabrikant, die schobbe
jak, die fielt, die er wel met zijn hoge
dop en in zijn slip d'rachter zou lopen,
want hij was immers bij de elite, bij de
heren van het dorp. Hoevelen waren er
niet van hem afhankelijk. Die meneer
van Douwenaar wist het wel, waarom
hij met zo'n femelend gezicht meeliep.
Dan was schurk nummer twee van van
Douwenaar, Leviticus, toch nog beter.
Hij was ook een ploert, misschien nog
veel gemener, maar hij lief zich toch
niet met die poespas daar in.
Hij zou het doen. Waarachtig.
Maar als de eerste vaandel nader
kwam, de koene heraut piekend tot
vrome kamp, tot maning... als al die
biddende rissen persoon voor persoon
te onderscheiden waren. Kobes zou
ook meelopen, als hij het ringelgeklin-
gel hoorde van de schellen, zo dat de
vogels niet eens meer sjilpten, ja...
weten ook, waar de groote be
schermer zetelt van het Recht
Toen heette hij Gregorius XVI,
thans is zijn naam Pius XII.
Een groote troost in deze
troebele tijden vol verkrachting
van het recht
Een jaar geleden had Duitsch-
land vergeten Hem geluk te wen-
schen met zijn verkiezing tot
Paus. Thans vraagt de minister
van Buitenlandsche Zaken van
het Derde Rijk toegang tot het
Vaticaan. En Hitier zendt den
Paus een gelukwensch op den
eersten verjaardag Zijner uitver
kiezing. Het kan verkeeren. In
een jaar kan veel veranderen
Men heeft den Paus weer noodig
en vraagt een audiëntie bij den
„medicijnman", zooals een der
hooge gevolmachtigden van de
Duitsche regeering Rosenberg
eenige jaren geled?n zich onge
straft veroorloofde den Paus van
Rome minachtend te betitelen.
Von Ribbentrop moest de vrij
moedigheid riskeeren, waarmede
Pius XII zijn meening over de
herhaalde schending van het
plechtig gesloten Concordaat en
over andere daden tegen de ka
tholieke Kerk in Duitschland en
haar bisschoppen en priesters
ongetwijfeld ter kennis zal heb
ben gebracht van dezen digni
taris.
„Het Pausschap toont zich zijn
grootste tijden waardig". De
grooten der wereld mogen zich
aan die grootheid spiegelen en
doen wat Recht is
STALIN
AAN HET STUURWIEL
en de juichende
Wij nkoopiaant j es
De lezing van wat Nederlandsch-
communistische lectuur deed me in
eens aan een kinderspelletje uit mijn
allerprilste jeugd terugdenken. De
„regelen" van het vermaak herinner
ik me niet precies meer, maar wel
ken ik nog het telkens herhaalde
refrein van het liedje, dat ter bege.
leiding diende
Ik draai mrjn wieletjes noggerls om,
Klap nou In je handjes
Als de centrale figuur deze woor
den gezongen had, moest de om
ringende rg' jongens en meisjes
kletterend handenklappen.
Voor kinderen heusch 'n aller
aardigst spelletje, voor volwas
senen lijkt het me echter te on-
noozel en voor staatslieden, in ernst
gespeeld, vuig en karakterloos.
Zie b.v. eens, hoe Stalin het spel
pleegt met zijn onnoozele volgelingen.
De Russen waren, heetten zich, de
grootste tegenstanders van het nat.-
socialisme. Het communistische
koor, over heel de wereld verbreid,
moest eenparig blaffen tegen Hitier
en Mussolini en met alle democra
tische groepen één eenheidsfront
zien te vormen „tegen nat.socialisme
en fascisme". Het koor klapte inde
handjes en riep „nat.-socialisme en
fascisme zijn moord."
Plotseling keerde Stalin zijn wieltje
nóggeris om, oriënteerde zich op
Berlijn en elschte, dat de commu
nistische kindertjes in de wereld
weer klappen zouden. En ze deden
hetZe slikten alles in, wat ze te
voren betoogd hadden en richtten
hun pijlen op de democratie, d. i.
volgens de nieuwe bolsjewistische
dan begon 't te knuwen op zijn ge
moed. Waar was zijn redenerend den
ken zijn voornemen om de processie
de mensen daar te trotseren En
bang schoot hij een weggetje in,
dat juist verborgen te piepegaaien lei*
en liet de processie aankomen, en liet
de processie voorbij trekken, en zag
de vele mannen en de vele vrouwen,
de jongelieden, de ontelbre kinderen
de vele witte bruidjes, de fanfare,
de zangers, de verenigingen, en ook de
slip-mensen... zag hij dat groot beeld
van het Heilig Hart van Jezus, en de
priesters in devoot wit, een onder hen
was, in purperrood, een vreemde hier
op het dorp, die de glinsterende
monstrans ophief, schrijdende onder een
hemel... sjemielede monstrans wat
een waarde voor hem, als hij die in
zijn vingers haddie zes sterke man
nen hadden te torsendat had hij ook
eens gedaan, verdoemd ja, als lid van
de organisatie, met Krelis Jansen, die
er nog bij was, en Sjangvan Driekjan,
en Grad Wismans die al onder de
aarde lag...
Hij was gevlucht 1 Hij had zich snel
gaan verbergen; hij zat nu verborgen,
in dat weggetje, met aan ene kant het
opschietend maar door de droogte ijl
koren en aan de andere kant een hoge
heg grijs van de stof omdat er zolang
geen regen was gekomen. Schuw, zo
zat ie hier, als een bange honderger
nog.
Voor de mensen? Voor de priesters
die er gingen Voor de slipdragers
Nee! voor dat beeld, dat iets moest
duiden en zeggen; het Heilig Hart
van Jezus... voor de monstrans-
Het trof hem.
Hij kon niet verder meer toekijken,
niet meer opblikken - al stond hijzelf
hier uit de kijk: het leek alles wel
donker voor hem, rond hem.
Wat een verschil nu met toen. Toen
hij ook de hemel droeg, in het eerste
jaar dat hij getrouwd was. Toen hij,
met en door Trees, geloofde als alle
leer de kapitalistische plutocratie,
welke op „oorlog" en „moord" uit
is.
Thans is Stalin wederom bezig
om zijn wieltje om te draaien en
alle bolsjes, onze Nederlandsche
Loutjes en wgnkoopiaantjes inbe
grepen, staan al weten ze nog
niet, wat het worden zal met de
handjes ai in de hoogte, om het
klappen te beginnen.
Tot welke moeilijkheden dit kleine
kinderen-spel leidt, als het door
groote menschen in de politiek
wordt bedreven, zien we aan het
verloop der Russisch-Finsche be
trekkingen.
Nog maar een dik half jaar ge
leden, nl. in Juni 1939, bevatte het
tijdschrift der Communistische Inter
nationale een artikel over Finland,
waarin met dankbaarheid werd er
kend, dat er in dat land veel is
verbeterd, vergeleken bij vroeger,
maar dat er toch nog een strooming
is, die de neiging heeft om het met
Hitier-Duitschland op een accoord
te gooien. In dat artikel staat, dat
Nazi-Duitschland het eenige gevaar
van Finland is en dat andere landen
zich tegen dat gevaar aaneen heb
ben te sluiten! Dat artikel is van
de hand van een man, wiens naam
een droevige vermaardheid heeft
gekregen, van Kuusinen
Dus, lezer, besef het welin
Finland ging het volgens Moskou
en speciaal volgens den in Moskou
won enden Finschen verrader Kuusi
nen, heel goed, op één ding na: er
was nog een strooming, welke
heulde met Duitschland, den groot
sten vijand van Finland.
Ruim een maand later sluit Moskou
een accoord met Nazi-Duitschland
en uit dit accoord vloeit een pro
clamatie voort, waarbij dezelfde
hiervoren genoemde heer Kuusinen
door Moskou wordt geproclameerd
tot hoofd der eenige wettige Finsche
volksregeering
Onze Loutjes en Wqnkoopiaantjes
maakten braaf halt op den weg
tegen de Nazi's en „front" tegen de
„democratische kapitalistische plu
tocratle." Ze klapten in de handjes
en riepen„Blij, blij, big
En Stalin draaide zijn „wieletje
nóggeris om".
Hg had een bebloeden kop geloo-
pen tegen den Finschen verdedi-
gingsmuur, slikte de „eenige wettige
volksregeering onder leiding van
Kuusinen" in zgn alverterende bol
sjewistische maag in, en vroeg aan
de democratisch-kapitalistische-plu-
tocratische regeering van Helsinki
om onderhandelingen.
Dat liegen zewas de eerste
reactie van het Nedsrlandsch-com-
munistische „Volksdagblad". Om
deze courant letterlijk te citeeren:
de geruchten over vredesonderhan
delingen tusschen Moskou en Hel
sinki en over Russische ei3Chen tot
afstand van eenig Finsch gebied,
werden „waanzinnige leugenberich-
ten" geheeten. Afstand van Finsch
gebied Geen sprake van, want
en hier gaat het Volksdagblad nog
steeds uit van de gedachte aan de
eenige door Moskou erkende „wet
tige volksregeering van Kuusinen",
- wantdit zou
„reeds hierom onmogelijk (zijn)
daar de Sovjet-Unie geen duim
breed grond van de Finsche volks
republiek zal annexeeren". En dan
verwijst de schrg'ver naar de
„verdragen" tusschen den heer
Stalin en zijn eigen trawant Kuu
sinen.
Dit artikel verscheen twee weken
geleden. De schrijver de hoofd
redacteur van het Nederlandsch-
communistische dagblad geloofde
dus toen nog altijd rotsvast aan de
werkelijkheid van de door Moskou
in het leven geroepen Finsche
volksregeering van Kuusinen; de
echte Finsche regeering te Helsinki,
welke den strjjd tegen 't Russische
imperialisme leidt, noemde hij weer
eens de „aan Engeland verkochte
Mannerheim-kliek" in „in werke
lijkheid anti-Flnsche landverraders".
Maar intusschen is dan toch
zonneklaar gebleken, dat Stalin
de heele regeering-Kuusinen beeft
willen inslikken en dat hg graag
met de „democratisch Finsche plu
tocratie" en dezer regeering te
Helsinki tot een accoord wilde
komen.
En wat onze Loutjes en Wijn-
koopiaantjes nu weer doen en doen
zullen Ge kunt er verzekerd van
zijn ze klappen In de handjes van
big big big
Leuk van kinderen. Misselijk van
groote, politieke menschen.
Walgelijk
mensen hier op het dorp en tevreden
was met hetgeen hij had en kreeg. En
nu, nu hij het geloof als een last, als
een onding van zijn schouders had ge
gooid. Waarom Trees vaak schrewde.
Waarom vaker herrie in de hut was.
Als een onding., maar dan moesf hij
zich nu niet zo hebben verborgen. Hij
meende, na die inlichtingen en die
redevoeringen en de geschriften van
die nieuwe en andere leraars, prole
tariërs als hij en met rode dassen, met
pakkend echte zinnen en redeneringen!
toen vrij te zijn geworden, vrij te blijven
ook, verlicht, niet meer bedompt, niet
meer opgewarmd door onmogelijke
bangmakerij en zoetekoekpraterij of
met een wissel op de eeuwigheid I
Was hij tevreden geweest? ja, mis
schien, maar dan toch ook: dom, op
de eerste plaats. Nu kende hij de op
gezweepte eeilijkheid en de inschake
ling in de mensheid van recht. Eilacie,
hij moest het toch ook wel inzien, dat
hij toen, ja, wel zoet maar toch ook
tevreden was geweest in zijn strijd om
het bestaan, terwijl nadien wrevel in
hem was gekomen, en een ontevreden
heid die naar wraak streefde.
...Als bomen ineen bos, hoge bomen
met zwarte stammen en zware kruinen,
met vele wilde en laaggroeiende strui
ken tussen de stammen, ruw en bast,
zo stonden op walpende benen rond
hem zijn wrevel, de zonden, zo stond
zijn leven. Donker. Wild. En koppig
zwart. Laf. s
Ging er een storm opsteken in zijn
gemoed Stak niet een felle wind de
zware wolken in roering, die hingen
om zijn wel begrijpen
Er werd een processie gehouden om
regen. De droogte en de hitte dreigde
katastrofaal te worden.
In hem zat grauwheid van wroeging,
die droog was en heet.
De processie was nu voorbij. De zon
scheen. Egaal wit. Even heet. Tot gif
tens toe. Het stof verpeste de weg.
Niet voor de mensen en voor het leven
Zoo'n creatuur 1
Met echte misdadigers als inbre
kers en oplichters van professie,
heeft de brave burgerg in het alge
meen uitgezonderd ter gelegen
heid van de collecte op reclassee-
ringsdag niet veel compassie. Tccb
houd ik me er van overtuigd, dat er
in de gevangenissen heel wat men
schen zitten, die wat deugd en ka
rakter betreft, niet veel slechter zgo
dan de gemiddelde mensch wiens
fouten niet zgn in het zonden-
register van het strafwetboek.
Er zgn inbrekers en oplichters, die
er een aannemelgke eere-code op na
houden, geen arme menschen zullen
trachten uit te plunderen, geweld in
alle omstandigheden schuwen en op
sportieve wgze een nederlaag weten
te aanvaarden, welke zij tegenover
de politie hebben geleden. Als zoo'n
handige joDgen een rgken, gezlenen
burger weet te betrekken in een z.g.
smokkelzaakje van morphine of
cocaïne en hg ruilt daarbg een zakje
soda voor 'n stuk of wat roode rug
gen, nou, dan kan ik nog wel
even schik hebben om zoo'n geval.
Al erken ik natuurigk, dat het niet
mag en dat de zondaar gestraft be
hoort te worden.
Maar om te huilen vind ik zoo'n
zaakje, waarbg een arme tobber vaD
zg'n eigen nood een deugd maakte,
heusch niet.
Wat Ik gemeene kerels vind, dat
zijn zg, die van den nood van an
deren een deugd maken. Van den
huwelgksnood, b.v. van oude vrg'sters
óf om ergere dingen te noemen
van den arbeidsnood van werk-
loozen. Het aftroggelen van de laatste
spaarcentjes van iemand, die hopeloos
hunkert naar arbeid en eerlgke ver
diensten, is een misdaad van de ergste
soort.
Echte boeven heet ik ook de on-
menschen, die b.v. van de Lind
bergh's in Amerika en van de ouders
vau het verdwenen Amsterdamsche
meisje De Nigtere, geld probeerden
los te krggen door ze het vooruit
zicht te openen op den terugkeer
van hun kind in levende ïgve, ter-
wgl ze daaraan volstrekt niets kon
den doen en ook niet van plan wa
ren te doen.
Op zulke wgze van den nood van
anderen een deugd (voordeel) maken
voor zich zelf, is beestachtig.
Ik kwam tot deze regelen door het
bericht van de arrestatie In Amster
dam van iemand, die zich journalist
noemt en zich aan een soortgelijk
misdrg'f schuldig maakte. Ik hoop
slechts, dat de man ook bg de op
gave van zgn beroep gezwendeld
mag blg'ken te hebben.
Dit creatuur big kt zich tot de on
gelukkige Mevr. de Wit in Delft te
hebben gewend, de echtgenoote van
den Nederlandschen Ingenieur De
Wit, die destgds zonder vorm van
proces in Moskou naar Siberië werd
verbannen en over wiens lot men
sindsdien vrgwel niets meer heeft
gehoord.
Het eenige nieuws, dat mevr. de
Ieder, die met 'n verwaar
loosde hoest is blijven <|oor-
Joopen kent dat gevoel van
•beklemming op de borst, die
U het ademhalen bemoeilijkt.'
Val die beklemming met suc
ces aan door middel van
Abdijsiroop. Ze maakt de
'slijm op Uw borst los, zuivert
Uw luchtwegen zoodat het
beklemmende, pijnlijke ge-i
voel bij het ademhalen ge-j
heel verdwijnt. Laat Akker'sj
Abdijsiroop, de bijzondere
kruiden-siroop, nu versterkt
•met „codeïne" dat ook voo»
JU doenBegin vandaag, daa
voel tiGe AL morgen al.bet§£3
AKKER rS v&xsm&e
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma.
Flac.9Qct„ fL5Q,.f2.'10, f4.20. AlomjverJsrügbe
de natuur rond hem en vederop,
maar voor hém alleen. Voor hem alleen.
- Ach jongen, Tines! wat bent ge
een mak en zwak ventje. Die komt me
daar bekant onder de indruk van 'n
zouteloos processietje op een Zondag
in juni 1
Hij had moeten vloekenmoeten
verwijten moeten schimpen Hij had
er dien lammeling van een van Douwe
naar deruit moeten halen, hem verne
deren, verguizen, en verwijten, dat hij
hem, Tines Jukkel, ontslagen had „uit
liefde tot zijn evennaaste"! jawel... dat
hij hem met zijn gezin in bittere armoe
gejaagd had Omdat hij enkel en alleen
maar zijn recht zocht, en het recht van
den werker; omdat hij zich los ge
maakt had van elke geloofsdwang;
omdat hij., nou ja, maar dat was im
mers hun recht, het recht van eiken
werker omdat hij zijn beter weten
verkondigdewat men ophitsen en op
ruien betitelde. Ja, met dat gebazel
over hun gemeenschap, hun demago
gische reaktiewoorden, daar nekte men
hen mee, daar nekte men hen allen
mee die strijden voor minderheid en
rechtEn ze hebben het wapen van
broodroof erbij, als ge niet naar hun
pijpen wilt dansen. En dan, het domme
volk van het dorp, het gelovige domme
volk hier, dat hebben ze met hun ge-
praal en gesnater en met hun druk
en macht op hun hand. Ja, vloeken
moest ie! Erg. Heel erg.Tergend erg 1
dat ie daarnet nog onder de indruk
kon komen! dat ie een ogenblik 'n
zeker gevoelen in zich vrij spel liet
Maar kerels! hij zóu niet langer de
zachtmoedige verschoppeling zijn hier.
Hij kon een processie opzetten, zoals
deze bidt om regen, zal de zijne niets
doen van vloeken 1 Ze moeten hem
Ieren kennen.
En hij zou ook niet langer armoei
lijen terwille van dat schijnheilig kliekje
van heren 1 Om de dooie dood niet.
Trees zou het brood niet meer uit heur
mond behoeven te halen voor de kin-
Wit destgds uit bet gevangenkamp
aan de Oostkust van Siberië ontving,
was... een stempel op een onbestel-
baren, aan baar teruggezonden brief,
waaruit zg moest opmaken, dat haar
man in het ballingsoord was gestor
ven.
Op al haar brieven, gezonden aan
de hoogste autoriteiten in de sovjet-
Unie om haar toch mede te deelen,
of haar man inderdaad gestorven
was, heeft zg nimmer eenig ant
woord ontvangen.
Ook het Nederlandsche ministerie
van Buitenlandsche Zaken, waartoe
zg' zich om hulp wendde, noch het
internationale Roode Kruis, noch
buitenlandsche instanties hebben de
sovjetautoritelten kunnen bewegen,
antwoord te geven.
Van deze tergende onzekerheid
heeft de gearresteerde journalist, die
werkzaam zou zgn geweest aan een
blad in de provincie Utrecht, gebruik
gemaakt om de dame op te lichten
voor een vrg belangrijk bedrag aan
geld.
Hg interesseerde zich zoogenaamd
voor het geval en w ist mevr. de Wit
te doen gelooven, dat hg zich binnen
kort naar Rusland zou begeven en
daar dan zou probeeren te weten te
komen, of haar echtgenoot inder
daad gestorven was. Maar daarvoor
was geld noodig. Mevr. De Wit. die
den man geloofde, gaf hem een
bedrag geld. Zg zou echter spoedig
ondervinden, dat de journalist haar
had opgelicht.
Het is in deze dagen nuttig om
het óók nog eeDs op te halen van
welk een duivelschen geest het Rus
sische bolsjewisme is bezield, tot
in den persoon van de hoogste
ambtsdragers. Dat men 'n vreemde,
of wie het ook zgn mocht, zoo maar
zonder vorm van proces naar Siberië
kan doen verdwgnen, is een grove
onrechtmatigheid, maar dat men op
de vragen van een andere regeering,
op de smeekingen van een echtge
noote, stelselmatig weigert mee te
deelen, of de verdwenene dood is of
leeft, of zg'n verblgfplaats bekendis
of niet, of zg'n terugkeer al of niet
ooit tegemoet kan worden gezien,
zoo iets is alleronmenschelgkst.
Dat de vrouw van zulk een slacht
offer van bolsjewistische willekeur
door een Nederlandsche journalist
wordt uitgeplunderd, terwgi hg' val-
sche hoop bg haar wekt, is een schan-
welke slechts den persoon des
daders aankleeft, maar waarvan het
is, of een spatje ervan op ons allen,
Nederlanders, is afgespoten enblgft
kleven, zoolang zulke wandaad niet
voorbeeldig wordt gestraft.
ders, en hij niet meer zonder 'n cent
op de ribben rondzwerven. Trees... die
laatst nog naar de pastoor is willen
gaan, voor hem, heur man, om vast
werk, om ondersteuning in de vorm
van werkvergoeding. Dat was, nadat
hij z'm dolle kop had uitgespeeld, en
op -straat stond, en het bleek, dat de
kameraden uit de stad hem niet konden
helpen ze zaten daar ongeveer in
eenzelfde positie dan hij hier op dit
nest. Hun richting moest eerst nog
doorvreten, moest alle werkers onder
zich hebben. Dan Ja ja, Trees naar
de pastoor gaan. Trees, die hem dat
vroeg te doen. Die het zelf ook wilde
doen. .Sjongens, die zou dan wel in
zijn vuistje hebben gelachen, en die
meneer Arnold van Douwenaar, die
kapitalist, die wijnbuik, die ik-weet-
niet-wat, dito want dat begrijpt ge 1
de zwarte zou zoiets direkt overbren
gen. met alle geuren en kleuren, en
van Douwenaar zou weten dat Tines
Jukkel zijn kop had moeten buigen,
dat de familie Ji^ckel weerom gedweëe
lammetjes waren geworden in hun
kudden, onder hun hoede, in hun dorp.
Ginds ging de processie.
Hier stond hij nu weer 1
Tines moest weer hoesten. Die hoest,
die hoest... die zat 'm erg in de weg.
Ze was in de laatste tijd zelfs erger
geworden.
XIX.
Zijt ge nou helemaal belaaitafeld,
Trees?
Ach, gij weet niet.
Ik Ik weet het verduveld goed 1
Maar dat zult ge toch niet gaan
doen. God, liever nog zou ik...
Hier is niks te liever-zou-ikken.
Daarmee uit.
Wordt vervolgd.