Bij de „luchtsoldaten" van een vliegbasis Een telefoonschel en de geheele vliegstad is in rep en roer Een verkenner vertelt CAMOUFLAGE VOOR EN NA De luchtmacht hei oog van de legerleiding DE leek kan zich slechts moeilijk een voorstelling vormen van een moder ne oorlogsvliegbasis. Hij ziet in de meeste gevallen slechts eenige hangars en een aantal min of meer zware vliegtuigen wellicht ook nog enkele gebouwen, waar de piloten, de waarnemers en het uitge breide grondpersoneel zijn ondergebracht. En wanneer hij voorbij gaat, zou hij ge neigd zijn te denken dat hij nu ook alles van zoo'n vliegbasis heeft gezien. Slechts enkelen vermoeden daJ hier ook vele hon derden soldaten van de luchtstrijdkrachten liggen, die in militair opzicht evenzeer ge vormd zijn als elke andere soldaat, die in de eerste plaats een grondige opleiding ont vangen in den wapenhandel. Maar natuur lijk, „aan den rand" merkt men daar niets van en zelfs wanneer men op het vliegveld aankomt, valt van dat alles niets op. Een vliegbasis is min of meer een kazer ne, maar de technische opzet en de arch} tectuur verschilt. Alles is als het ware uit elkaar getrokken, verspreid over een zoo groot mogelijke oppervlakte en uiteraard zooveel mogelijk gecamoufleerd. Bij voor keur zijn de lage gebouwtjes, waarin man schappen en seininrichtingen zijn onderge bracht door geboomte van elkaar geschei den. Het soort camouflage is bekend. 1 Wie, onwetend van de ligging van de vliegbasis, er over zou koersen, zou wanen dat hij zich boven een bosch bevond,' maar meer dan de helft van de boomen onder hem zijn geschilderd. Wanneer men met een open oog door zoo'n vliegbasis wan delt, krijgt men min of meer den indruk zich te bevinden in een zeer apart soort stad, die ook haar eigen leven heeft. Hier vindt men werkplaatsen, voorzien van alle denkbare technische apparaten, montage hallen voor de vliegtuigen, bankwerkers, timmerlieden, schoenmakers, zadelmakers, monteurs voor het repareeren en het on derhoud van de legerauto's enz. enz. De vliegtuigen moeten steeds weer op nieuw worden nagezien, om het even of zij aan eenige reparatie toe zijn of niet. Want juist door zooveel mogelijk voorzorgs maatregelen te nemen, geeft men den vlie gers de zekerheid dat zij zich in de uren des gevechts kunnen verlaten op hun „kist" Want dat is voor een piloot het belangrijk ste, wanneer hij opstijgt voor een verken- j zijn. Aan den buitenkant van de boord ningsvlucht of om den vijand tegemoet te wanden zijn thans twee machinegeweren gaan, de wetenschap: op mijn machine en gemonteerd. Een druk op den knop is -vol op mijn motor kan ik me voor honderd pro cent verlaten. EEN goed doordachte organisatie zorgt voor een zoo goed mogelijke dagin- deeling gedurende den tijd dat een bepaalde groep manschappen zich gereed moet houden om op het eerste bevel op te stijgen. Terwijl een deel van deze luchtsol daten stelling neemt op de hun toegewezen posten, gaat het leven op de vliegbasis zijn gewone gang. Alleen, de uiterlijke indruk is ietwat anders dan in normale tijden. Wij ontmoeten op onzen rondgang versterkte wachtposten, talrijke verduisteringsinrich tingen en staan verrassend plotseling voor prachtig beschilderde vliegtuigen. Daar tusschen de boomen, verheft zich een reus achtige toren van hout, naar den top waar van steile ladders voeren. Ook deze toren hadden wij royaal over het hoofd gezien, hoewel wij er vlak voorbij gingen, toen on ze begeleider er ons op opmerkzaam maak te. Verderop staat het luchtafweergeschut de loop van elk kanon is eveneens verbor gen, met prismakijkers zien de wachter- den geheelen horizont af. Niet een toren maar twee, drie, vier stuks verheffen zich De vliegbasis moet zich, indien de vijane tot den aanval overgaat, met alle mogelijk" middelen kur.nen verdedigen. In het gebouw van den commandant is i het een en al bedrijvigheid Langs de tele foondraden en door de radio komen onop houdelijk bevelen en inlichtingen binnen Hier in het werkvertrek van den comman dant komen alle draden samen. Hierheen worden zonder eenige vertraging de be richten doorgegeven van de waarnemers op ver vooruitgeschoven posten en hier wordt het contact onderhouden met de op pa trouille zijnde vliegtuigen. Van hier uit wordt het startsein gegeven voor de ma chines, die op het veld gereed staan om elk oogenblik den sprong in het ongewisse te kunnen maken. Wij staan nu weer buiten op de plaats, waar de jachtvliegtuigen gereed staan, met het zwart witte kruis op romp en aan de vleugeltoppen. Naast hun toestel staan de piloten. Het blijkt dat ook vroegere Tsjechi sche machines bij dit Duische eskader zijn ingedeeld. Uit een gesprek met een van de j vliegeniers wordt ons duidelijk dat zij over deze toestellen zeer goed te spreken #ijn. Ze schijnen snel en uiterst wendbaar te doende om het dood en verderf brengende staal op den vijand in te jagen. Een merk waardig symbool is op de groenbruine huid geschilderd: „AntiBriti—GalliPolica". Heel schrijnend is het contrast aan den rand van het vliegveld. Daar staan gereed voor den start de zwaar geladen bomvlieg tuigen en nog geen twee meter verder ploegt een boer zijn land. Dicht in de buurt graast vredig een kudde schapen. De zon gaat juist in het Westen onder als een vuur roode bal en werpt haar warme schijnsels over het land, dat elk oogenblik herschapen kan worden in een kokende hel, waar de brand uit slaat. Wat zal de nacht brengen, die nu vredig neerdaalt over de vliegbasis? Diepe rust ligt over de geheele vlieg basis. Uit het duister van den nacht ver rijzen slechts zeer vaag en onduidelijk de omtrekken van de gebouwen. Geen licht schijnsel verraadt dat in de vertrekken steeds waakzame manschappen op hun post zitten, waar zij wachten op het telefonisch doorgegeven bericht dat gestart moet wor den. Plotseling in het Oosten kondigt het eerste lichtschijnsel de komst van een nieu wen dag aan ratelt op de tafel een tele foon. Daar is het startbevel. In hetzelfde oogenblik schijnt de vliegbasis ontwaakt. Waarnemers, piloten, radiotelegrafisten en hun assistenten begeven zich naar den ka pitein, die hun op de hoogte stelt van de taak, die zij tot uitvoer moeien brengen. De boordmonteurs en het grondpersoneel zijn intusschen reeds naar de machines ge sneld; laten de motoren aanslaan, opdat zij warm kunnen loopen en onderzoeken nog even snel alle vitale inrichtingen aan boord. De wachtmeester heeft intusschen proviand voor de bemanningen laten aanrukken. Bij het verlaten van de montagehal moe ten wij ons schrap zetten tegen den ge weldigen winddruk in, welke veroorzaakt wordt door de propellers. Een van de vlie gers, die deel uitmaakt van het eskader, dat op verkenning werd gezonden, vertelde mij later van zijn belevenissen. „Ik krijg mijn plaats toegewezen in de „Dora". Een kraan tilt de machine omhoog en zet haar in het water. De motoren snor ren luider. Wij glijden! Steeds sneller gaat de tocht over het gladde watervlak. Nadat we eenige honderden meters hebben afge legd, zweven we. Steeds hooger trekken de propellers ons op. Aan bakboord zakken het vasteland en de eilanden weg. Met de eer ste stralen van de opgaande zon ^liegen wij Westwaarts. Na. ongeveer een uur veran dert de machine.van koers: Zuid West, rich ting Het Kanaal, waar wij verkenningen moeten verrichten langs de Engelsche kust. Gestadig trekt onze „kist" voort op be- Dat is het hoofddoel van den Duitschen luchtaanval. De Shetlandseilanöen, met de marinebasis Scapa Flow. trekkelijk geringe hoogte. Slechts af en toe stijgen we hooger om een grooter gezichts veld te hebben. Dat is een eigenaardig ge voel, tusschen wolken en water voor? te zweven. Te land is zelfs een noodlanding steeds verbonden met de grootste gevaren. Daar kan men zich tenminste nog redden met een valscherm, maar boven de uitgestrekte zee is alles zoo heel anders! Natuurlijk hebben ook wij parachutes en zwemvesten aan boord; maar wat heeft men bij guur weer aan dergelijke dingen? De „luchtsol daten", die den tocht over zee van West. naar Oost en van Oost naar West aanvaar den, kennen de gevaren, maar schrikken er niet voor terug. Zij vertrouwen geheel op hun machine en dag in dag uit zetten zij hun volle persoonlijkheid in, totdat de dag aanbreekt dat geen moed meer helpt en zij met hun brandend toestel „afgeschoten" omlaag storten. Onder ons hebben wij verscheidene Hol- landsche haringvisschers gezien en enkele neutrale koopvaardijschepen. Dicht onder de kust, waar het mijnengevaar dreigt, vaart evenwel nauwelijks nog een schip. Daar klinkt in mijn koptelefoon de stem van den waarnemer: „Binnen tien minuten bereiken we de Engelsche voorpostbooten!" Snel verwerken wij de ons meegegeven chocolade en het hard gebakken brood. En dan ontwaren we reeds de omtrekken van verscheidene vaartuigen. De boot die in onze koers ligt, wordt snel onder de loupe genomen; we cirkelen er omheen en ma ken een opname. Het schip is niet bewa pend wij vallen niet aan; onze opdracht is: te verkennen. Kort daarna bereiken wij de kust en vliegen er langs. De voorpostboot heeft on ze komst natuurlijk gemeld, maar wonder lijk genoeg blijft alles stil. Aan stuurboord, zijde flitsen huizen en vuurtorens voorbij, maar geen vijandelijke vlieger, komt ons tegemoet. Voor ons een knalrood lichtschip: wederom geen mensch aan dek. De wereld schijnt hier welhaast uitgestorven. Met donderend geraas cirkelen wij om het schip, maar niemand vertoont zich en on gestoord zetten wij onzen tocht voort. De machinegeweren, die gereed waren orn te schieten en de bommen, die elk oogenblik losgelaten konden worden, behoeven geen dienst te doen. Veilig en wel keeren op het vastgestelde tijdstip de toestellen op de ba sis terug." WIJ hebben onzen zegsman nog ge vraagd naar de reden van de dik wijls met elkaar tegenstrijdige be richten over luchtgevechten. Hij vertelde ons, dat het altijd moeilijk is het aantal afgeschoten vliegtuigen van den vijand te bepalen. Vooral wanneer men boven de wolken vecht, is het nauwelijks na te gaan of het toestel, dat geraakt is, neer stort, dan wel een duikvlucht maakt. Het is zelfs heel goed mogelijk dat men na tien minuten denzelfden piloot tegenover zich heeft, die men reeds op den bodem van de zee waadde. Natuurlijk weet de eigen partij na afloop heel goed hoeveel menschenlevens te betreuren zijn en hoe veel materiaal verloren ging. Men kan dus de schatting van den vijand over zijn ver lies of succes haarfijn controleeren,maar voor den buitenstaander is het zeer moeilijk wie hij geloof moet schenken, omdat de verklaringen der beide partijen elkaar zel den of nooit dekken.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 3