Weekblad voor VENKAY, HORST en Omstreken. GUIDO GEZELLE. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Onze millionnairs. ,Of wel: de kip en de gouden eieren. Buitenland. Luchtbescherming De verduistering. L. C. MICHELS Provinciaal Nieuws Zaterdag 24 Februari 1940 Een en Zestigste Jaargang No 8 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter J Ons land telt 816 millionnairs en ongeveer 1600 personen, die voor de inkomstenbelasting zijn aangeslagen naar een inkomen van f 100.000 en meer per jaar. Aldus uit de cijfers voor het belastingjaar 1938-1939. Tegenover dezen rijkdom staat veel armoede. Er zijn b.v. nog 130 gemeenten in ons land met een gemiddeld inkomen (van de belastingplichtingen) van minder dan f 1500. Als men nu bedenkt, dat in dergelijke gemeenten de meeste gezinshoofden en verzor gers niet in deze belasting zijn aangeslagen, omdat hun ver diensten zoo gering zijn, dan kan men begrijpen, op welke bittere armoe het algemeen ge middelde inkomen in zulke ge meenten moet wijzen. Rijkdom en armoe zijn uitersten, welke elkaar dichtbij grimmig aansta ren. De verschillen zijn groot. Tegenover de 130 gemeenten met een gemiddeld inkomen van belastingplichtigen ad f 1500 staan 8 gemeenten met een gemiddeld inkomen van f 3500 (ook 8 ge meenten met een gemiddeld ver mogen van f 150.000 voor de aangeslagenen in de vermogens belasting). De fiscus heeft een nauwkeu rig aangehouden lijst van de menschen, die heel rijk zijn en hij weet dus precies, waar hij moet wezen, wanneer de volks vertegenwoordiging hem weer eens opdraagt om ten behoeve van het een of ander hei „geld te (gaan) halen, waar het zit." Wat we htervoren tusschen aanhalingsteekens plaatsten, is een door demagogen veelvuldig herhaalde leuze. Natuurlijk komen menschen, die bezit hebben, het eerst in aanmerking om daarvan af te staan ten behoeve van het algemeen. Belasting naar het in komen of vermogen is ontegen zeggelijk de rechtvaardigste ver deeling van lasten, maar... Men moet het niet voorstellen, alsof de rijken ten onzent worden ont zien. De cijfers der belasting statistiek spreken een andere taal. Van alle inkomens der belas tingplichtigen tesamen wordt 72 pet. genoten door de men schen wier inkomen beneden f 5000 per jaar blijft, maar zij dragen voor slechts 33 pet. in de inkomstenbelasting bij. Dat be wijst dus, dat de „gewone burgerij" terdege wordt ontzien door den fiscus. Daartegenover staat, dat onge veer 1600 menschen in ons land ieder een ton of méér inkomen hadden, doch tesamen nog maar 3 pet. genoten var. het totale inkomen. Evenwel betaalden ze uit die 3 pet. niet minder dan 22 pet. van de belastingopbrengst 1 De millionnairs of in het algemeen gesproken de men schen met de grootste inkomens, zijn voor de publieke kas de kippen, die de gouden eieren leggen. Wanneer men nu al te veel den regel van „halen waar het zit" zou gaan toepassen, m.a.w. voor dezulken de belas- tingschroef zóó zou gaan aan draaien, dat kapitaalvorming en behoud van kapitaal onmogelijk werd, dan zou men zich één keer tegoed kunnen doen aan de kip, maar de eieren zouden we voortaan moeten missen. Een nivelleeringsproces op groote vermogens en -inkomsten, door een al te progressieve be lastingheffing of onteigening van groot bezit, zou in ons huidig economisch en financieel bestel de ruïne beteekenen van de heele staatshuishouding. Wanneer we de 22 pet. in de belastingop brengst moesten missen, welke het deel is van weinige honder den menschen, die een inkomen genieten van een ton of meer, dan zouden de lasten van allen, die een inkomen van minder dan f 5000 hebben, met ongeveer 25 pet. moeten worden verhoogd Dan hebben we nog niet ver rekend, dat het verdwijnen van het grootkapitaal de vernietiging van vele bedrijven en bedrijfjes met zich zou meebrengen (het verlies dus ook van arbeid en loonen). Misschien zal de menschheid nog wel eens komen te leven in een wereld, waarin het geld, kapitaal en bezit, geen rol spelen, maar zoolang we dien ideaal staat nog niet zijn binnengegaan, zal het een ramp beteekenen voor een volk, wanneer hetgeen kern heeft van rijke menschen Wanneer morgen aan den dag het bezit der rijken onder allen van ons gelijkelijk zou worden verdeeld, dan zouden we als volk in één slag doodarm zijn ge worden. Md. DE ALGEMEENE TOESTAND. Noorwegen en Zweden. Zoowel het incident met de „Alt mark" als de positie der Finnen vestigen in sterke mate de aandacht op de landen Noorwegen en Zweden. Het publiek interesseert zich op het oogenblik levendig voor de vraag, of deze twee Scandinavische rijken al dan niet, binnenkort, in den oor log zullen worden betrokken en zoo ja, welke verandering dat zal bren gen in de algemeene oorlogssituatie. Nu moet men zich voor al van de directe gevolgen eener inmeDging van de Noorsche staten in den oor log, niet al te veel voorstellen. Van Noorwegen en Zweden weet „men", dat het groote landen zijn, maar wat de bevolkingssterkte betreft, laat de herinnering aan den school tijd velen jammerlijk in den steek. Noorwegen en Zweden zijn inder daad groote landen naar onze Neder- landsche begrippen. Nóórwegen be slaat bijna 10 maal de oppervlakte van ons eigen land en Zweden zelfs 14 maal. MaarNoorwegen telt nog niet ten volle 3 millioen inwoners en Zweden telt slechts 6 millioen zielen. Noorwegen en Zweden zijn derhalve samen 24 maal zoo groot als Nederland en ze tellen even eens tesamen slechts ongeveer zooveel inwoners als Nederland. Zeeën omspoelen het gebied der beide rijken; tesamen hebben ze een kust lijn ruw geschat 8000 K M. Denken we ons nu eens in, dat een weermacht als de onze een ge bied zou moeten verdedigen, dat 24 maal grooter is dan de werkelijke oppervlakte, wat zou deze weer macht dan nog kunnen doen ter verdediging van een ander volk, van België b.v. Niets natuurlijk. Daarom kan men ook niet ver wachten, dat Noorwegen en Zweden zich ten behoeve van Finland in een oorlog zullen storten. Dat zou op zich zelf ook volmaakt nutteloos wezen ten aanzien van Finland Noren en Zweden zouden in geval van oorlog de handen vol hebben met de bescherming van het eigen territoir, met de bewaking ook van de duizeuden mijlen kustlijn, welke op tallooze punten vijandelijke lan dingspogingen mogelijk maken. Daarop lettende verstaat men het woord van Zweden's koning, gesproken ter ondersteuning van het regeeringsbesluit om het Finsche verzoek om directe hulp af te wijzen. Koning Gustaaf sprak onomwonden zgn sympathie uit voor de Finnen en zeide, dat Zweden het aangeval len broedervolk zal blijven helpen met het zenden van levensmiddelen oorlogsmaterialen en vrijwilligers Dat kan Zweden big ven doen, zoo lang het zelf vrede heeft, maar het zou alle krachten, aan materiaal en menschen, zelf behoeven, wanneer het op directe wijze in een oorlog werd gewikkeld met Rusland en als gevolg daarvan dagelijks zou krijgen te rekenen met de mogelijkheid van Duitsche inmeDging. Men krijgt er een idee van, hoe groot de sympathie der Zweden voor Finland wel is, als men bedenkt, dat het woord van Zwedens koning ten behoeve van 't standpunt der regee ring noodig was, om de oppositie in het land te helpen overwinnen, welke zich tegen het standpunt der regeering afwijzing van het verzoek om Zweedsche divisies naar Finland te sturen openbaart. En nóg zgn er in het parlement interpellaties aan gekondigd van de liberale rechter zijde, v, elke ten behoeve van Finland liever al'es op alles zou gesteld willen zien. Met al het vorenstaande is niet gezegd, dat Zweden of (en) Noor wegen nimmer partij zullen kiezen in den oorlog. Ze zullen het echter in geen geval kunnen doen, zoolang ze niet verzekerd zijn, dat de geal lieerden van zulke situatie gebruik zullen maken om- aan Finland af doende hulp te brengen. Worden Noorwegen en Zweden in den oor log betrokken, dan zullen hun legers de handen vol hebben aan de defen sie van het eigen ontzaglijk groote territoir en is het eenige voordeel, dat Finnen en geallieerden er door verkregen, dat Scandinavië door- tochtsgebied werd naar een Noorde lijk front der geallieerden, dat een bedreiging zou vormen voor met alleen Rusland, maar ook van Duitschland. Duitschland heeft bg zulke uit breiding van den strijd niets te winnen, maar alles te verliezen en dus behoeft het geen verwondering te verwekken, dat de boosheid van Berlijn, tegen de Noren over het incident met de „Altmark" na enkele explo- sieve oogenblikken, zich weer reeds heeft gelegd en dat de Duitsche pers zelfs pluimpjes geeft voor de „ver standige houding van Scandinavië voor zoover deze zich in de af wgzmg van directe hulp aan Finland door de Zweedsche regeering, heeft ge- OPMenaalis' het te Berlijn blijkbaar reeds vergeten, dat men er nog maar enkele dagen geleden in een offici- eele nota aan de Noorsche regeering met de scherpste gevolgen heeft ge dreigd ten aanzien van die onvol doende bescherming van de Altmark la de Noorsche wateren. Duitschland heeft er gróót belang bij om Noorwegen, het kleine volk van 3 millioen zielen, niet tegen zich ia het harnas te jagen, want zoo lang de Russen Noord Finland nog niet bezetten en daar zijn ze nog ver van af zouden de geallieer den aan een Noorschen doortochts- weg genoeg hebben om de Finnen te hulp te komen en de Russen (in direct ook de Duitschers) te bedrei gen. In het hooge Noorden immers scheiden slechts een 100 kilometer Noorsch gebied het Finsche land van den Oceaan. En Noorwegen zou zich veiliger in den strijd kunnen mengen (aan de zgde van Finland en van de gealli eerden) dan Zweden. Zweden immers heeft een kustlgn van duizenden kilometers aan de Oostzee, welke binnenzee door de Duitsche vloot wordt beheerscht, maar Noorwegen heeft enkel kust aan den Atlantischen Oceaan, waar de Duitschers niet tot een groot- scheepsche actie in staat zijn. Ia verband met een en ander is het van belaDg hoe de Altmark-affaire zich verder zal ontwikkelen. De Noorsche regeering voelt veel voor een rustige oplossing; ze wil de zaak voorgelegd zien aan den Volkenbond of aan een anderen raad van arbi trage. In Engeland voelt men niet veeT voor een behandeling van de zaak op een wijze, welke er onmid dellijk alle scherpte aan ontneemt en de definitieve afwikkeling naar de toekomst verschuift. Men krijgt den indruk, dat men te Londen het incident nog wat warm wil houden, totdat van alle kanten is overwogen, in hoeverre men er partij van zou kunnen trekken om den oorlog in vlotter en gunstiger banen te leiden. De verklaring van Chamberlain, in het Lagerhuis over het incident af gelegd, was niet van scherpte ont bloot. Hij gewaagde van een op bewonderenswaardige wijze geleide operatie der Brltsche marine. Waar uit blijkt, dat hg meer behoefte ge voelt om de beteekenis van het in cident op te blazen, dan de zaak te verkleinen. Hg gispte nog eens nadrukkelijk de volgens hem onbegrijpelijke werkeloosheid der Noorsche autoriteiten, die de Altmark niet doorzochten, het schip als een oor logsschip beschouwende, maar het nochtans een geleide van Noorsche torpedobooteD gevende, waardoor de Altmark zonder risico naar men meende honderden Britsche krggs- gevangenen naar Duitschland zou kunnen overbrengen. De Noorsche autoriteiten, aldus vervolgde Chamberlain, hebben een volkomen onverschilligheid aan den dag gelegd met betrekking tot het gebruik, dat van hun territoriale wateren gemaakt zou kunnen wor den door de Duitsche vloot. Naar de meening van de Britsche regeering zou de houding van deD Noorschen min.-pres. Koht, geen bezwaar te maken tegen de door vaart van een Duitsch oorlogsschip, het misbruiken van neutrale wateren door Duitsche oorlogsschepen wet tigen op een toestand scheppen, welken de Britsche regeering onder geen omstandigheden zou kunnen aanvaarden. De Britsche regeering elscht nog steeds antwoord op de haar over 't incident door Londen gestelde vragen een antwoord dat nog niet was ont vangen, toen Chamberlain zgn uit eenzetting gaf voor het Britsche Lagerhuis. En wat men in Duitschland van het Altmark.incident zal maken We zeiden het reeds, dat de Ber- lijnsche pers inbindt en dat men in het algemeen mag aannemen, dat Duitschland geen belang bg de uit breiding van de oorlogsfronten heeft maar tenslotte weet niemand, wat Hitier zich in het hoofd zal halen. En daar gaat het in Duitschland toch maar om De heer Blokzijl, vertegenwoor diger in Berlijn van eenige Neder- landsche provinciale dagbladenheeft dezer dagen een langdurig onder houd gehad met rijksminister Göb- bels en naar aanleiding daarvan schreef hij: Dr. Göbbel3, een der weinigen in Duitschland, die steeds nauwkeurig van de plannen van Hitier op de hoogte pleegt te zgn, liet door schemeren, dat de Führer voor 'n slap compromis met Duitschlands tegenstanders niet en nooit te vin den zal zgn. Hitier, aldus ongeveer Göbbels in het lange gesprek, dat ik met hem mocht hebben, pleegt zgn plannen in volledige eenzaamheid uit te werken. En hij is dan de eenige Duitscher, die over het lot van 80 millioen medeburgers be schikt. Zelfs zgn intiemste mede werkers en raadgevers weten vaak weken en maanden lang niet, wat hg in gedachten uitwerkt. Klinkt zoo iets niet verschrikkelijk onmenschelrjk in onze ooren Men beweert wel eens, dat de dictatuur niet zoo vreeselgk is als zg lijkt, want „natuurlijk" pleegt de dictator overleg met zgn medewerkers en „hoort" hij alle mogelijke betrokken instanties, alvorens zgn beslissing te nemen. We mochten dat aannemen, al wisten we, dat hg het niet hoefde te doen. Thans weten we uit de woorden van Goebbels, een van zijn voornaamste directe medewerkers dat dictator Hitier het niet doet. Deze man trekt zich van tgd tot tijd terug in volkomen eenzaamheid deDkt na, en van de conclusie tot welke hg moederziel alleen komt, hangt in de eerste plaats het lot van millioen zijner onderdanen af, maar evenzeer het lot van heel de wereld. Is zooiets niet ondenkbaar en onduldbaar in een tgd, waarin ieder zgn weetje weet Ofmeent te weten Dat „meent" geldt ook den dictator, die evenzeer maar een mensch is. Moet de wereld ten onder gaan, als de dictator in zgn eenzaam heid een fout wekt uit zgn brein Menig groot man was behalve een genie een krankzinnige. Sommige groote mannen waren meer krank zinnig dan geniaal. Denken we eens aan den ongelukklgen koning Lode- wrjk van Beieren. Wat in Hitier genie was en wat geesteskranke, zal de geschiedenis eerst later kunnen uit maken, als de daden zijn gesteld* En intusschen verlaat Duitschland zich naar de woorden van rijks minister Goebbels op zgn Führer als op een godheid, die denkt en be veelt als een al wijze en onfeilbare. Zelfs zgn naasie medewerkers schik ken zich daarnaar en vinden het prachtig. Aanvaarden zonder critiek en zonder controle. Zóó wordt be schikt over het lot van Duitschland en van de wereld De Finnen krijgen inmiddels van alle kanten hulp, maar in kleine por ties en langs omwegen. Zweden b.v- dat geen vreemde militaire strijd krachten doorlaat, bewilligt wel de passage van vrijwilligers, die als particulieren reizen en van oorlogs materiaal. Aldus gaan in groepjes van honderd of méér Engelschen, Canadezen, HoDgaren en straks wel licht ook Italianen (Garibaldisten, die echter buiten Italië wonen) over Noorwegen naar Zweden; daar aan gekomen, vinden ze hun militaire uitrusting klaar liggen, óf deze volgt met de eerstkomende materiaalzen ding. De Russen trachten deze langzame hulp vóór te big ven door steeds weer meerdere reserves te laten beuken op de Mannerheimlinie. En niet ge heel zonder succes. Zg zeggen de versterkte stad Björkör te hebben genomen alsmede 't schiereiland achter deze stad. Het offensief is inmiddels over het heele front aan de Karelische landengte verbreid. De vooruitgang der Russen gaat voetje voor voetje, maar als de Man nerheimlinie zou zgn geforceerd, dan gaat het er voor de Finnen leelgk uitzien. Of... erg zéker is dat nog niet. De Mannerheimlinie is een smal front, waarop de Russen een veel voudige strijdmacht (70-voudige vol gens Helsinki) konden inzetten tegen de Finnen. Zoo gauw de Russen op een breed front moaten vechten, too- oen ze zich minderwaardig. In midden- en Noord-Fialand lijden ze dan ook nederlaag op nederlaag. Zoo konden de Finnen deze week de volledige vernietiging der 18de divisie hunner tegenstanders vermelden en wel in wekenlange gevechten be- d oorden het Ladoga-meer. In het dun-bevolkte gebied van wouden en meren, thans meters-dik onder de sneeuw, laten de Finnen de Russi sche divisies rustig opmarcheeren, totdat ze diep genoeg zgn. Dan dek ken zg de divisies achterwaarts af en bestoken haar met ski patrouilles voortdurend in de flanken. De Russen weten daartegenover niets te doen dan zich in te graven, maar hun verbindingen zijn afgesne den en tenslotte rest ze niets anders dan verhongeren, bevriezen, zich doodvechten of zich overgeven. De Finnen maakten een reusach- tigen oorlogsbuit aan kanonnen, tanks, mitrailleurs, auto'p, geweren enz. Te veel om op te noemen. De 164e divisie der Russen loopt even eens gevaar te worden vernietigd. De Russen zetten hun luchtaanvallen onverminderd voort. Op sommige dagen brengen 800—1000 Russische toestellen teistering over het Fin sche binnenlaDd en 't is ook deze overmacht in de lucht, welke deD Finnen zorgen baart. Zestig zeven tig vliegtuigen tegelijk nemen telkens deel aan bomaanvallen op Helsinki en andere steden. Troepen parachu. tisten, welke de Russen nu en dan neerlieten, werden door het Finsche vuur vernietigd. De Finnen, die hun huizen zien vernielen door de brandbommen van de Russen, ballen in onmachtige woede hun vuisten tegen den hemel. De Russen oefenen een onmensche- Igke terreur uit. Zoolang de Finnen niet voldoende vliegtuigen hebben, kunnen de Russen hun bombarde menten dag en nacht voortzetten. IV In WERKPLAATSEN kan men moeilijk de lichtsterkte verminderen, maar moeten lampen en/of de ramen' afgeschermd worden. Men kan b.v. een deel der ramen blijvend blauw kalken. Men moet dat gedeeltelijk doen, omdat men anders overdag te weinig licht heeft. De andere ramen moeten afgeschermd worden. Vanzelfsprekend moeten ook voor zieningen getroffen worden voor de in- en uitgangen. Voor BOERDERIJEN gelden de bg de woonhuizen beschreven maat regelen en voor de STALLEN de maatregelen der werkplaatsen. Het blauw kalken is hier sterk aan te bevelen, daar dit toch reeds vaak gebeurt, om vliegen te weren. Wel moet er dan op gelet worden, dat men de ramen, meestal tuimelramen, eerst sluit, alvoor licht te maken en ze pas weer opent nadat het licht gedoofd is. Wat de kippenhokken betref t, deze moeten afgeschermd worden, vaD buiten met schotten of van binnen met zwart papier, ook voor deze oefening. Is dit niet mogelijk, of wenscht men deze maatregelen niet te nemen, dan mag geen licht in leghokken ontstoken worden. De boeren mogen wel goed nota nemen van dit voorschrift, aangezien dit op 28 Febr. ook toegepast wordt. SCHOLEN voor zoover het dag scholen betreft hebben deze alleen rond Kerstmis iets met verduiste ring te maken. De rooster wordt hier zoodanig gewijzigd, dat alle onderwijs met daglicht geschieden kan. Avondscholen zullen terdege afgeschermd moeten zijn, indien de overheid deze vorm van onderwijs niet heelemaal stopzet. Voor GROOTE GEBOUWEN zijn hier moeilijk richtlijnen te geven, daar de te nemen maatregelen meestal afhangen van de aard en het gebruik der gebouwen. In ziekeninrichtingen kan bij niet ernstige patiënten met zeer geringe verlichting worden vol staan, evenals in slaapzalen. Behan delingskamers w.o. operatiekamers moeten vol licht kunnen voeren en zullen dus afgeschermd moeten wor den. Studiezalen met goede verlich ting (afgeschermd) zullen na studie als recreatiezaal gebruikt kunnen en moeten worden, indien de eigenlijke recreatiezalen moeilijkheden bieden. Voor ruimten met veel glas en slaapzalen zijn blauwe en Protector lampen de aangewezen weg. Ik wil even ook wijzen op het hier nog onbekende proces van de Nilux en Mavom, waarbij de gloei lampen in oranje-lampenlak gedom peld wordt. De ramen worden dan met de complementaire kleur blauw behandeld, waardoor naar van buiten, bij brandend licht, de ramen donker grijs schijnen. Vooral toe te passen in de zooeven genoemde ruimten. Gestichten en kloosters bieden nogal veel moeilijk heden, maar gelukkig zgn daar de hulpmiddelen ook meestal uitgebrei der, dan bg particulieren. Tenslotte nog het rij verkeer. Auto's mogen rijden met stads lichten. Met dimlicht, indien die lampen voorzien zgn van deugdelijke afschermkappen. Richtingaanwijzers mogen niet gebruikt worden, even min berm-mistlampen enz. Afge schermd is dit gebruik wel toege staan. Bus-binnenverlichting doven of ramen afschermen. Voor de ge- heele gemeente geldt een maximum snelheid van 20 K.M. Rijwielen moeten met afgeschermd licht rijden, maar dan moet ook 't achterlicht door een kokertje zijn beschermd. Ook mogen rijwielen zonder licht rijden. Van het meeste belang voor de rijwielen is, dat de lichtbundel de grond treft op circa 3 meter van 't voorwiel, dus de lamp kantelen. Met ziet dan nog genoeg, vroeger met een kaarslan taarn zagen we ook niet veel meer. De nadruk wordt er nog op ge legd, dat iedereen, die zich op weg begeeft dit geheel doet voor eigen risico en dat het zonder noodzaak zich op straat begeven verboden ia. Men leze hiervoor de verduiste ringsvoorschriften, welke in dit num mer van onze krant zullen worden bekend gemaakt. Hiermede is de verduistering ge heel behandeld en de L.B.D. hoopt dat de controleerende politie vrelnig aanmerkingen zal behoeven te maken Hoofd L-B.D. A. BUWALDA Volksontwikkeling Venray Beschermheer H.E. Heer Deken W. Berden. Dinsdag 27 Februari 8 uur in het Patronaat letterkundige te Tilburg, Lezing met voordracht van gedichten over Entrée 10 cent. Plaatshouders worden beleefd verzocht hun kaarten mede te brengen. Abonnementen en gereser veerde plaatsen te bespreken bg G. W. Muskens, Schoolstraat 14, Telef. 144, Venray. VENRAY, 24 Februari 1940 AFKAPPEN EN SNOEIEN VAN HAGEN EN STRUIK GEWAS. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen in herinnering de navolgende bepalingen van het Pro vinciaal Wegenreglement van Lim burg In 1940 moeten vóór 1 Juli de niet jaarlijks geschoren wordende hagen en struikgewassen, sraande binnen den afstand van 1 Meter van de grens van alle wegen en voetpaden, geen Rijks-, Provinciale wegen o£ andere kunstwegen zijnde, worden afgekapt ter maximum-hoogte van 1.50 Meter boven den grond, waarop ze geplant zijn. De jaarlijks gescho ren wordende hagen en struikgewas sen benevens die, welke dienen tot afsluiting van begraafplaatsen, mogen 2 Meter hoog big ven. Vorenstaande is niet van toepas sing op hagen sedert minder dan drie jaren geplant, noch ook op struikgewassen, tot een bosch be- hoorende. Voorts schrijft bedoeld Reglement nog voor, dat al de binnen den afstand van 1 Meter van de grens van wegen en voetpaden staande hagen (onverschillig dus of ze langs Rijks-, Provinciale- of Gemeente wegen of voetpaden staan) telken jare aan de wegzijde tot een hoogte van minstens 1.50 Meter moeten worden opgeschoren in dier voege, dat op 1 Juli aan de wegzijde slechts hoogstens 0.30 Meter hout bulten den stam mag aanwezig zgn. Tevens moeten jaarlijks vóór 1 Juli insgelijks worden weggeruimd de over de wegen, voetpaden, slooten en greppels hangende boomen, struiken, hagen of takken. Wij vertrouwen, dat in het belang van de wegen en voetpaden, zoowel als in het belang van de belendende gronden, dit jaar het afkappen en opscheren als bovenbedoeld tijdig en naar behooren zal plaats hebben, opdat geen enkel proces-verbaal wegens niet nakoming dezer voor schriften zal behoeven te worden opgemaakt. Venray, 21 Februari 1940. Burgemeester en Wethouders van Venray, A. H. M. JANSSEN De Secretaris, VAN HAAREN Kippenkooi afgebrand* Woensdagavond is aan de Kruit- weg een kippenhok afgebrand van den heer J. D., die aldaar een hoen derpark heeft. Kippen gingen er niet verloren. Verzekering dekt de schade.

Peel en Maas | 1940 | | pagina 1